Overdenking trouwe Ds. A. van Lingen nam afscheid van Hervormde gemeente Oude Tonge -^^^Sjkvenster uit de Heilige Schrift EliM1D01-l1IEUW5 HET^ Solistenconcours en Voorspeelmiddag in Stellendam EIIIVI1DEI1.t1IEUW5 DE Gittmamtiota TOUPET VET WIE vtm moGwiooo? UEROOEMOE LOUIETIE ËMPlMTEfi Gaan jullie binnenkort Zó leren we de Heiland kennen Lezers van weten het BETER. PAGINA 5 1 FEBRUARI 2003| Blik op kerk en samenleving Cj - Rondom Irak - Anti-Amerikaans - Naïviteit Terwijl ik dit stukje zit te sciuijven (maan dag) staan de kranten nog vol van alles wat er het afgelopen weekend is gebeurd rondom de controverse met Irak. Dat betreft dan voorna melijk de crisis in de NAVO - volgens insi ders is er nog nimmer zo'n diepgaand meningsverschil geweest - en de grote de monstraties die in vele hoofdsteden gehou den zijn tegen een eventuele aanval van de Verenigde Staten. Sinds de marathonzitting van zondag lijkt het conflict bijgelegd te zijn. Althans, Frankrijk en België hebben te kennen gegeven te kun nen leven met het compromis-voorstel, dat Turkije door de NAVO zal worden geholpen wanneer het wordt aangevallen. De gedachte aan de eerste klap, die door Amerika en z'n bondgenoten zou worden uit gedeeld, moet worden uitgebannen, en daar mee is dan de kou uit de lucht. Bedenkelijker zijn in mijn ogen de betogin gen die georganiseerd werden in tal van hoofdsteden, om daarmee te protesteren tegen de Verenigde Staten, die van plan zou den zijn desnoods eenzijdig Irak aan te val len. Wat gevreesd werd is werkeUjkheid geworden. De demonstraties kregen meestal een anti-Amenkaans karakter. Niet Saddam Hoessein is de grote boosdoener die een kop je kleiner moet worden gemaakt, maar Ame rika, en met name president Bush, die belust zou zijn op ooriog, zijn eigen belangen veilig wil stellen, en nu al zo ver gegaan is dat het een prestige-kwestie is geworden... Je vraagt je af hoe mensen soms zo verblind kunnen zijn. Natuurlijk wil ook de president van Amerika niet graag ooriog. En nog min der is hier een zoon die zich tot levenstaak gesteld heeft het karwei van zijn vader af te maken. Het is heel gemakkelijk en bovendien goed koop om te protesteren tegen ooriog. Welk weldenkend mens zou vóór oorlog kunnen zijn? Maar blijkbaar zijn de vredesactivisten vergeten dat daar in Bagdad een tiran zit die niet vies van geweld is, die waarschijnlijk over vernietigingswapens beschikt en niet zal schromen deze ook daadwerkelijk te gebrui ken. En de Verenigde Staten zijn als enig land ter wereld in staat om hier iets tegen te doen. Misschien moeten zij straks wel een oorlog voeren om een veel grotere oorlog te voorkómen. Er wordt dezer dagen nogal eens herinnerd aan de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. De jongere generatie heeft die tijd niet mee gemaakt, en misschien zijn ze daardoor zo gespitst op vrede.Maar in de dertiger jaren hebben de grote mogendheden Adolf Hitler z'n gang laten gaan. Hebben het misschien niet aangedurfd om zijn aanspraken met geweld te keren. Hadden ze dat toen wel gedaan, dan zou het wellicht zo ver niet gekomen zijn. Daarom getuigt de houding van al die vredesactivisten van een grote naï viteit. Waarnemer Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Ik ben als chauffeur werkzaam bij een Bel gisch bedrijf en daardoor grensarbeider. Kunt u me zeggen op hoeveel vakantiedagen ik recht heb in 2003 en hoe het verder zit met de fiscale aspecten? Antwoord: Op hoeveel vakantiedagen u recht heeft kunnen wij u niet vertellen, u zult daarvoor bij uw Belgische werkgever de CAO ter inzage moeten vragen. Op grond van een EG-verordening zijn grensarbeiders sociaal verzekerd in de werkstaat, in uw geval dus in België. Nederland en België hebben een nieuw belastingverdrag gesloten dat per 1 januari van dit jaar in werking is getreden. In het kort gezegd heeft dit tot ge volg - behalve enige uitzonderingen - dat het werkland (dus in uw geval dus wederom België) de belasting en premies (AOW, Anw, AWBZ en AKW) heft. Omdat deze regeling ongunstig kan uitpakken voor men sen met een eigen woning zijn in het verdrag twee compensatieregelingen opgenomen. Het zou te ver gaan om deze regelingen hier uitvoerig te behandelen. De uitvoering van deze regelingen is geconcentreerd bij het team Grensarbeid van de Belastingdienst/ Zuidwest/kantoor Roosendaal. Desgewenst kunt u hier terecht voor verdere informatie. Het adres luidt: Postbus 75000, 4700 KT Roosendaal, telefoon (0165) 522500. Mijn man draagt dagelijks een toupetje, maar dat wordt vettig en vies. Nu wil hij, dat ik het schoonhoud, maar het is synthetisch. Hoe moet ik daar mee aan? Antwoord: Zo'n synthetisch toupetje van het beschreven coiÜfectiemodel kunt u ge makkelijk schoonmaken met tien cc (kubie ke cm) pruikencrêmechampoo in een halve liter lauw water. U doet daar dat pruikje in, knijpt het na 10 minuten uit en laat het drogen op een bolvormige standaard. Niet naspoelen. Wel moet u het montuurtje met een klein borsteltje onder handen nemen. Gebruik nooit harde borstels, tangen, krul spelden, haarverf, permanentsets, hete krul lers, föhns of haardroogkappen voor zulke haarstukjes. Laat uw man geregeld zijn eigen hoofdhuid verzorgen, ter voorkóming van mogelijke irritatie of infectie. Zijn eigen haar moet hij ook veel vaker laten bijknip- pen! Mijn ouders hebben nog een Wedgwood eet servies voor 12 personen in de kast staan, dat ze nooit durfden gebruiken. Waarom is dat serviesgoed zo duur in vergelijking met andere fabrikaten Antwoord: Omdat de familie Wedgwood altijd de beste vaklieden en knapste ontwer pers aantrok en de eindcontrole van alle pro ducten haarscherp is. Bij de laatste inspectie worden producten die niet 100% loepzuiver zijn, minder gaaf aanvoelen of een verkeer de klank hebben, zonder aarzelen aan digge len gegooid. Tweede keus Wedgwood bestaat dus niet. De stichter Josiah Wedg wood (1730-1795) stamde uit een potten bakkersfamilie en na een leertijd bij een oudere broer werkte hij enige tijd als kleine ambachtsman. In 1769 richtte hij met een zeer kunstzinnige koopman, Thomas Bent- ley, bij Stoke on Trent een grote fabriek 'Etruria' op, waar omheen een flink dorp van die naam ontstond. Dankzij zijn uitvin- Op zaterdag 8 maart a.s. organiseren Fanfa reorkest De Hoop en Muziekschool De Del tastreek een gezamenlijke muzikale happe ning: een solistenconcours, dat zal worden afgesloten met een 'voorspeeluur' door leer lingen van de muziekschool - een noviteit voor muziekminnend Goeree-Overflakkee. Het muzikale festijn vindt plaats in 't Haeg- se Huus te Stellendam en begint om 12.00 uur; de laatste muzikale tonen zullen om omstreeks 17.00 uur weerklinken. De toe gang is gratis en als deskundig jurylid zal optreden de heer Leo van den Berg. Het Meester Dekker Solistenconcours wordt vooi de tiende keer gehouden, waarbij de inzet de Meester Dekker Wisseltrofee zal zijn. Er zijn 22 optredens, waarbij heel ver schillende muziekstijlen aan bod zullen komen: werken van Handel, maar ook stuk ken van componisten die zich vooral richten op moderne en experimentele muziek. Ook wat de instrumenten betreft, zal er grote variatie zijn: van saxofoon en slagwerk tot zwaar koper. Na het laatste optreden zullen slagwerkleer- lingen van de docenten Anno Appelo en Michiel van Vliet zich van hun beste muzi kale kant laten zien en vooral horen. Hun optreden zal worden afgesloten door de jeugd-slagwerkgroep van drumband 'Avec Esprit' uit Ouddorp. Tenslotte wordt het solistenconcours van De Hoop beëindigd met het bekendmaken van de behaalde pun ten en het uitreiken van de diverse bekers. Al met al een middag die de echte muzieklief hebber niet mag missen. ding van de roomkleurige 'Queens Ware', die aanvankelijk heel goedkoop verkocht werd, en daarna van het verbeterde Egyp- tisch-zwarte aardewerk dat onder de naam 'Black basah' voor sierlijke borstbeelden, wanddecoraties met reliëf en medaillons gebruikt werd, kreeg het bedrijf een goede naam. Wereldberoemd werd Josiah echter door zijn ongeglazuurde glasachtige aarde werk, dat hij 'Jasper' noemde en door-en door in diverse tinten kon kleuren. In de Tweede Wereldoorlog werd de fabriek ver woest, maar daarna in moderne stijl her bouwd te Barlaston. Het familiebedrijf is nu omgezet in een concern met 15 fabrieken, waarbij enige vermaarde en roemrijke mer ken, die tezamen aan zo'n 7.000 uitgezochte vakmensen een goed belegde boterham ver schaffen. Er is een toneelstukje getiteld 'Uit 't leven van verd... Lowietje' overeen invalide kind. Maar waar komt die betiteling vandaan? Antwoord: Met 'Lamme (of Verdoemde) Lowietje' werd koning Lodewijk (Louis Bonaparte) bedoeld die tijdens de Franse bezetting kortstondig over ons mocht rege ren, doch in alles afhankelijk was van zijn broer, keizer Napoleon. Lamme Lowietje is in de volkstaal altijd de dupe en de sukkel die men een oor kan aannaaien. Welke planten kan ik goed houden in een bak in een koele hal? Antwoord: Bij minimum temperaturen van 5 tot 12 °C en weinig daglicht kunnen aza lea, chamaedorea en zantedeschia er nog bloeien. Verder kunt u er fraaie bladplanten plaatsen als aspidistra, aucuba, chamaerops, cyrtomium, hedera, howeia, polystichum, pteris, rhoicissus capensis, schefflera, skim- mia en tradescantia. Met TL-verlichting of een zgn. plantenlamp kunt u overigens uit stekend het evt. ontbrekende daglicht ver vangen. Gebr. de Waal Drukkerij Sommelsdijk (0187)47 10 20 algemeen® gebr-dewaal.com "En de Heere, haar zieruie, werd innerlijk met ontferming bewo gen..." (Lukas 713). Het leven - óók het leven van een kind - is uiterst broos. Dat weten we. Zó kunnen ouders ervan genieten - met intense vreugde - en zó kunnen zij in diepe rouw zijn. Wel licht hebt u dat van heel dichtbij meege maakt. Dan wéét u welke sporen er in het leven getrokken kunnen worden. Die moeder, daar in Naïn, heeft eveneens ervaren wat het betekent een kind te verlie zen. En daarvóór maakte ze ook al het ster ven van haar man mee. Smart op smart. Het is een aangrijpend gebeuren, dat ons door Lukas getekend wordt. En de diepste nood ligt dótón dat we moeten belijden: het is niet anders dan door de zon de. Maar klinkt dat niet hard? Zeker, als je het vóór je ziet: hoe daar een moeder, over stelpt door smart, haar kind naar het graf moet brengen? Het is inderdaad hard. Het is verschrikkeüjk. De dood trekt diepe scheu ren en doet hete tranen schreien. Tóch kuimen we niet om het spreken van de Schrift heen. Anders komen we niet verder dan het menselijke. En de Heere heeft het toch zelf gezegd, tevoren al, dat de zonde de dood met zich méé zou brengen? We zien in gedachten die rouwstoet gaan. Als het nü zo is, dan luidt de kerkklok in het dorp; dezelfde klok, die op de zondag de mensen oproept om onder het Woord te komen en die nu zijn sombere klanken uits trooit: 'wie leeft er, die de slaap des doods niet ééns zal slapen?' En dan is de Heere Jezus er! Uit zichzelf. Niemand heeft Hem geroepen. Ach, de men sen hadden het eigenlijk ook te druk met de voorbereidingen van de begrafenis van die jongen. Maar de Heiland is er! En dan verteh Lukas ons, wat er in het hart van de Meester omgaat: "Hij is innerlijk met ontferming bewogen". We zien de Heere in het hart. Dat is niet de enige keer. Hij is ook met barmhartigheid bewogen als hij de men sen ziet 'als schapen, die geen herder heb ben'. En Hij weent aan het graf van Lazarus. De Heere ziet die moeder. In haar nood en smart. Maar Hij ziet óók op de ellende, die de zonde heeft veroorzaakt. Hij is er niet onver schillig onder. Hebben we Hem zó leren kennen? En leggen we ons leven er naast? Ja, we kimnen van tijd tot tijd ook wel heel erg bewogen zijn. Als we van een groot verdriet horen, als we de advertentie lezen van die jonge vader of van dat kind... Maar zijn we óók bewogen over die andere vraag: hoe wij zelf en zij die ons lief zijn de Heere kunnen ontmoeten, als we door de schaduwen van de dood héén gaan? Of moeten we dan onszelf beschuldigen dat we zo zorgeloos kunnen zijn als het gaat om de eeuwigheid? We kunnen zó in dit leven opgaan, ook in de onbelangrijke dingen, dat we aan de diepste levensvragen niet toeko men. Zo is de Heere Jezus niet. Hij is bewogen over die weduwe en Hij handelt er ook naar. Hij gebiedt de rouwstoet stil te staan. Dat is heel wat, want de mensen komen - naar de gewoonte van die tijd - hard lopend het dorp uit. En Hij gebiedt die weduwe haar tranen te drogen. Maar wat het meeste opvalt is dat de Heiland de baar van de dode aanraakt. Daar door wordt Hij als vanzelf door de onreinheid en de vloek van de dood getroffen. Dat is nu de prediking van Zijn Middelaars- werk. De Heere Jezus houdt zich niet afzijdig van de gevolgen van de zonde. Hij neemt deze op zich. Méér nog: de Heiland neemt dlles op zich. Alles, wat met de zonde en de dood te maken heeft. Hij neemt de straf op zich. Door de baar van de dode jongen aan te raken, wordt Hij onrein. Maar straks worden de sporen nog veel die per getrokken: als de Heere hangt aan het kruis - als een uitgestotene, als één, die de vloek over de zonde, de toom van God, de verschrikkingen van de dood en van de hel in al hun hevigheid draagt. Maar er is een heerlijke vrucht. De Heiland roept die jongen tot het leven terug - de moe- dersmart wordt gestild. Maar méér nog: de Heere laat zien dat Hij sterker is dan de dood en dan de duivel, die behagen heeft in zonde, ellende en dood. Daarom spreken we van Hem als van de Middelaar, die Zijn eigen leven gaf uit bewogenheid, door iimerlijke ontfenning. Hebben we Hem zó leren kennen? Want óók als we bewaard worden voor smartelijke gebeurtenissen, dan nóg moeten we belijden dat we aan alle kanten door de dood zijn omgeven. Is het ons reden tot smart? Het onderworpen zijn aan de dood, het verkeren in de macht van de zonde? Gekneld in de banden van dood, omgeven door de angsten van het graf? Wat een heerlijke prediking is er dan: de Hei land, met innerhjke ontferming bewogen. En dan te bedenken dat Hij ook nog uit zichzelf komt. Dat is temeer een troost voor hen die zó temeer gebogen zijn dat ze niet eens tot Hem roepen. Wat een heerlijk getuigenis van Hem Die zelf de vloek van de dood op zich heeft genomen, om gebondenen te verlossen. Die avond blijft er in de buurt van Naïn een graf léég. Ongebruikt. Want er was een gena dewoord eerder die dag. De klaagvrouwen kunnen naar huis. En in plaats daarvan wordt een loflied gezongen. Het lied dat gezongen wordt door allen die de Heere Jezus als hun Heiland hebben leren kennen. Soms aarze lend, met tranen, zelfs om de overblijvende zonde en blijvende strijd, maar tóch... En straks in alle volmaaktheid. En dat dankzij de bewogenheid van de Heere Jezus. Dat is het getuigenis van het evangelie van vrije gena de. Een getuigenis, dat in uw hart weerklank heeft gevonden ten eeuwigen leven? Werkendam, ds. W.Arkeraats Na vijf en een halfjaar de Hervormde gemeente van Oude Tonge te hebben gediend, heeft ds. A. van Lingen afge lopen zondagmiddag afscheid geno men van deze gemeente - de eerste die aan zijn ambtelijke zorgen was toe vertrouwd - om straks in Kinderdyk de herdersstaf weer op te nemen. Vorige week woensdag hadden het predikantsgezin en de kerkelijke gemeente met elkaar al een afscheids avond gehouden - zó indrukwekkend dat de scheidende predikant er 's nachts wakker van was gebleven, zo bekende hij tijdens de afscheidsdienst van jl. zondag. Na eerst toe te zijn gesproken door ds. Van Spanje namens de Ring en Classis en door ouderUng Dogterom van de Hervormde gemeente van Oude Tonge, bediende ds. Van Lingen deze laatste maal God's Woord uit Genesis 49 vers 18: 'Op Uw zaligheid wacht ik, Heere!'; dit in combinatie met de behandeling van Zondag 22 uit de Heidel- bergse Catechismus. Daarmee sloot hij zowel de prekenserie over de aartsvaders af, die hij bezig was te houden, als de catechis- musprediking over de Geloofsbelijdenis. Als thema voor zijn afscheidspreek noemde ds. Van Lingen 'Het uitzicht bij een afscheid', met als hoofdgedachten: 1) 'Zor gen bij het afscheid', 2) 'Beloften vóór het afscheid' en 3) 'Toekomst né. het afscheid'. "De genadebeloften van God zijn altijd in het leven van Jacob geweest en hebben dat altijd bepaald. Jacob kón er als het ware niet onderuit; immers, ze kwamen voort uit de verkiezende üefde van God", zo begon ds. Van Lingen. "Hopelijk kent ook daar iets van in uw leven of gaat u er iets van leren kennen", zo richtte hij zich meteen persoon lijk tot zijn hoorders. "Hoewel Jacob en zijn zonen over en weer altijd op elkaar van invloed zijn geweest, heeft Jacob in het leven van zijn zonen maar weinig positiefs bespeurd. Toch heeft iiij geleerd uit de zonden(!) van zijn zonen. Hij heeft er namelijk God's trouw door leren verstaan, want ondanks hun zondige leven heeft God zijn trouw en zorg niet laten varen. Dat heeft Jacob op zijn sterfbed bemoedigd, terwijl de zorgen er nog waren. Want toen hij zijn zonen zegende, heeft hij profetisch voorzien dat zijn nakomelingen altijd strijd en nooit rust zouden hebben. Vanwege die zorgen en de weinige godsvrucht in het leven van zijn zonen kon Jacob dan ook niet anders dan het voor de toekomst alleen van de Heere te verwachten. Vandaar die onver wachte uitroep temidden van zijn zegen spreuken: 'Op Üw zaUgheid wacht ik, Heere!'", zo legde ds. Van Lingen uit. Ook hij zei zorgen te hebben voor te toe komst. "Hoe zal het gaan met de Hervormde kerk? En met de gemeente van Oude Tonge? En als we straks moeten sterven? Hoe nodig is het dan om op Zijn zaligheid te wachten!" Verder noemde ds. Van Lingen het opmer kelijk dat Jacob hier, op zijn sterfbed, God's naam 'Heere' weer gebruikt. Want sinds Egypte had hij dat niet meer gedaan. "De naam 'Heere' hoorde immers bij Kanaan en niet bij Egypte", zo legde de predikant uit. "En nu, aan het einde van zijn leven, horen we Jacob tóch die naam weer noemen als hij zegt: 'Op Uw zaligheid wacht ik, Heere'. Hiermee deed Jacob primair een gebed voor de toekomst van Israël. Daarom roept hij God nü aan als God der genade, als God van het verbond, en vertrouwt hij zich geheel en al aan Hém toe." Di'e God had Jacob op zijn sterfbed en niets anders dan déze God had ds. Van Lingen zijn hoorders ook te bieden bij zijn afscheid, zo zei hij. "Die God die ik altijd gepreekt heb, Die in liefde Zijn Zoon gegeven heeft. Alleen door Hém kunnen wij bevrijd worden van zonde en oordeel, vanwege Zijn vol brachte werk en door Zijn opstanding. Slechts de naam van onze Zaligmaker kan ons rust geven, want Zijn beloften zijn eeu wig en trouw. Dat is de zegen van het eeuwig verbond!" "Voor Jacob is sterven niet alleen tot rust komen" zo vervolgde ds. Van Lingen, "maar ook tot z'n bestemming komen. Ingaan in z'n eeuwig huis. Ontbonden te worden en met Christus te zijn. Dat is een toekomst! Dat is zalig sterven! Dat is een afscheid met veel verwachting." Zo zei ook de scheidende predikant van zijn eerste gemeente afscheid te willen nemen. "Wij weten niet wat ons te wachten staat. Ook in onze tijd staat alles onder druk. Maar we hoeven niet te vrezen als Jacob's geloof ook de ónze mag zijn. Als we ons - en dat kan alleen in het offer van Christus - met al onze zonden in God's handen storten. Dan rest ons een zekere toekomst en het eeuwige leven. Wat een vreugde zal dat zijn! Want daar gaat het om Gód's zaligheid. Of zien wij daar geen vreugde in? En zijn we alleen op onszelf gericht? Dan genieten(!) we van het kwaad. Maar dat gaat voorbij. Dan gaat het naar de dood en zullen we eenmaal ten onder gaan. Dan missen we de zaligheid. Maar als het in ons leven, dwars door alles heen, om Gód te doen is geweest, dan gaat 't naar Chrisms toe. Dan zul je tot Hém opge nomen worden en zul je Hém mogen aan schouwen. Aan di'e vreugd komt nóóit meer 'n eind! In het leven kunnen God's wegen wel eens moeilijk zijn. Jacob moest ook naar Egypte; en dat was bepaald geen confessioneel gebied. Het was een land van afgoderij en slavernij. Maar hij moest erheen opdat hij te meer zou gaan verlangen naar de heerlijke zaligheid na het leven. Zó leidt Hij ons tot de zaligheid. Amen." ■23- "Ach lieve", zucht haar echtgenoot, "ze hebben ons natuurlijk niet ingeUcht, omdat ze bang waren, dat wij hun terugkeer zouden afraden. Tenslotte hebben ze geen toestemming om terug te gaan, nu er nog steeds wordt geëvacueerd." Mevrouw Ladage staart pruilend naar haar broodje en ook Eliza zit er maar verdrietig bij. "Probeer te begrijpen, lieve, dat die jongens veel hebben meegemaakt en zich hier erg machteloos voelen." "Dat is waar", zegt Marieke nu luid, "ze vonden het vreselijk om hier te wachten op informatie, mijn broers willen zich nuttig maken, ze willen gaan helpen." Als Annechien en Elske fris gewassen binnenkomen, heerst er een diepe stilte aan tafel. De meisjes gaan echter opgewekt zitten praten en laten zich het brood goed smaken. "Wisten jullie ook dat jullie broers er vandoor zouden gaan?" vraagt mevrouw Ladage bits. Annechien en Elske schudden verbaasd hun hoofd. Marieke heeft bewondering voor hun toneelspel. Samen met hen heeft ze de vorige avond afscheid van de jongens genomen, maar de meisjes moesten belo ven erover te zwijgen. "Wel, misschien is het ook maar beter zo", zegt me vrouw Ladage ineens kortaf. Het scheelt een hoop extra werk en dan heeft Johan weer zijn kamer voor zich alleen." Niemand reageert op haar woorden en zwijgend eten ze allen verder. Eliza vertrekt na het ontbijt weer naar de Ahoyhallen en Marieke is daar niet rouwig om. Het lijkt wel alsof Eliza haar houding tegenover haar heeft veranderd. Ze heeft tijdens en na het ontbijt geen woord meer tegen Marieke gezegd. Ook mevrouw Ladage heeft het huis verlaten om te gaan bridgen bij vriendinnen. Haar norse blikken tij dens het ontbijt zijn Marieke niet ontgaan, maar ze pro beerde zich er niet aan te storen. De eerste patiënten van dokter Ladage hebben al plaatsgenomen in de wachtkamer en na snel zijn koffie te hebben gedronken, verdwijnt de dokter in allerijl naar zijn praktijk. "Zou het de jongens gelukt zijn?" is het eerste wat Els ke aan Marieke vraagt. "Ik hoop dat ze nu op een boot zitten", antwoordt haar zus. Ineens voelt ze een golf van heimwee over zich heen komen. Hoe zou alles eruit zien in Oude Tonge, zou er nog iets van hun dorp zijn overgebleven? "Marieke, zouden we de radio aan mogen zetten?" "Ik weet het niet Annechien, maar ik denk dat de dok ter dat wel goed zal vinden." Ze lopen naar de salon, waar de dure, nieuwe radio staat en Marieke drukt op goed geluk op een knop. Een vreemd gekraak is alles wat er te horen is en hoe Marieke ook draait aan de knoppen, ze krijgt er geen fatsoenlijk geluid uit. Gelukkig weet Rietje precies hoe het ding werkt en even later horen ze duideUjk de nieuwsberichten. Marieke spitst haar oren als ze hoort hoeveel doden er al zijn geteld. Ze hebben al honderden mensen geborgen en ze hoort dat er in Oude Tonge juist heel veel slachtoffers zijn gevallen. Gespannen zitten ze bij het toestel, hunkerend naar informatie over hun familie. Natuurlijk wordt daar niets over gezegd, maar wel horen ze dat er al zeven miljoen gulden is opgehaald ten gunste van het Nationaal Rampen fonds en dat prins Bemhard benoemd is tot voorzit ter. "Wat een hoop geld", zegt Elske, "is dat geld voor ons straks Marieke?" Marieke schudt haar hoofd. "Nee Elske, van dat geld gaan ze denk ik nieuwe huizen bouwen voor de slacht offers." "Dus, dan is het toch een beetje van ons, want wij heb ben ook een nieuwe boerderij nodig om in te wonen." "Ja, en voor ons ook", roept Annechien want ons huis is ook ingestort." Marieke staart naar de beide meisjes en knikt. "Jullie hebben gelijk. De denk dat ze met het geld voor ieder een een nieuw huis gaan bouwen, maar jullie snappen wel dat het een tijd zal duren voordat alle nieuwe hui zen klaar zijn." "Ja, want eerst moet het water nog weg en de troep in het water", antwoordt Elske heel wijs. "En als alles weer schoon is, dan komt Cor mij opha len en dan gaan we terug", mijmert Annechien drome rig- Ineens begint Elske te huilen, zo hartverscheurend, dat Marieke haar nauwelijks kan kalmeren. Ze trekt haar zusje op schoot en kan har eigen tranen ook niet meer stoppen. "Stil maar Elske", troost ze snikkend, "aUes zal goed komen." "Nee", schreeuwt Elske, "het komt niet meer goed, vader en moeder zijn vast dood en Kees en Joke en Wiesen..." Marieke omarmt haar zusje stevig totdat het schokken de lijfje iets kalmeert. "Lieverd, ook al zijn de anderen niet meer in leven, we moeten er mee leren leven, want we kunnen er toch tiiets meer aan doen." "Maar het is niet eerlijk", smkt Elske verontwaardigd. "Waarom is iedereen verdronken, waarom heeft God hen zo gestraft? Vader en moeder gingen altijd naar de kerk en zo stout was Kees toch niet?" Verbaasd kijkt Marieke haar zusje in de ogen en na drukkelijk zegt ze: "Luister Elske, dat er zoveel men sen zijn verdronken, dat is niet omdat ze iets slechts hadden gedaan. God heeft hen niet gestraft. De dijken waren gewoon niet goed en de storm en het springtij hebben ervoor gezorgd, dat ze braken." Elske veegt haar tranen weg. "Denk je dat heus Marie ke?" "Natuurlijk", antwoordt Marieke beslist. "We moeten op God vertrouwen en het aan Hem overiaten. Hij weet wat goed voor ons is." Elske kijkt gerustgesteld en glijdt van haar zusjes schoot af. Ze neemt Annechien bij de hand en samen lopen ze naar de poppen die Eliza voor hen in een hoek van de salon heeft neergelegd. Marieke kijkt medelijdend naar de meisjes. Net als zij zelf zoeken ze antwoorden, maar niemand kan hen ver tellen waarom er zoveel doden moesten vallen. "Jullie zin zeker erg gelovig?" vraagt Rietje zacht. Ze heeft het verdrietige tafereeltje van een afstand gade geslagen. "We gingen iedere week naar de kerk." "Denk je echt dat veel mensen denken dat de ramp een straf van God was?" Marieke knikt en Rietje schudt onbegrijpelijk haar hoofd. "Raar", zegt ze met haar Rotterdamse accent, "maar dat kan ik makkelijk zeggen, bij mij thuis zijn ze niet gelovig. Mijn vader was een felle communist." Marieke weet niet wat Rietje hier precies mee bedoelt, maar stelt verder geen vragen. "Mijn ouders waren wel gelovig", fluistert ze, "en ik geloof dat ze nu bij Hem mogen zijn." Peinzend laat ze haar schouders hangen en staart voor zich uit. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 5