Overdenking
Schilderijen in
Recreatiecentrum De Staver
VERWOESTEND
WATER
Tjöjkvenster
uit de
Heilige Schrift
EliAfOSMlIEUWS
HET
Blik op kerk ^^y
en samenleving ij
- Versimpeling
- In de kerk
- Eenvoud
aiUMINIUM IN OmNKVMTEft?
püim cpauNG
0Cltf7fltfFfritflllfTEfT
STttONHUERmOERING
onKaaN EN óafaEftBRuiK
EMNS RECEPT
K PRUIUEN BETER?
Gezochte vinder
IVmilfOM BRUIOEGOU?
PAGINA 5
VRUDAG 17 JAIWARI2003
Op het ogenblik is alles verkiezingen wat de
klok slaat. Elke dag zijn er weer nieuwe
prognoses en elke dag wordt de vraag opge
worpen wie straks met wie gaat regeren.
In 'De Wekker' van vorige week (10 janu
ari) trof ik een artikel aan de van ds. J. Jonk
man dat me uit het hart gegrepen was. Enke
le regels daaruit wil ik graag doorgeven.
"In een aantal debatten die ik gevolgd heb
trof me allereerst de versimpeling van moei
lijke vraagstukken. Is Nederland vol? Graag
een ja of nee. Er wordt geen ruimte voor
nuancering gelaten. Moet Nederland mee
doen aan een eventuele oorlog tegen Irak?
Met welke partij wilt u eventueel regeren en
met welke niet Het is een volstrekte
illusie te menen dat de complexe werkelijk
heid met een paar duidelijke en meestal dus
eenzijdige kregen (oneliners) is te benoe
men"
Versimpeling... Niet alleen rondom de ver
kiezingen worden de zaken tot zwart of wit
teruggebracht. Ik luister wel eens onder
maaltijd of vlak daarna, naar de uitzending
van 'Standpunt nl". Daarin doet zich precies
hetzelfde verschijnsel voor. De man of
vrouw die op die middag te gast is in het pro
gramma krijgt aan het begin van het gesprek
drie keuzevragen voorgelegd. En er wordt
van te voren gezegd: "Die mag u alleen met
ja of nee beantwoorden". Zodra de aange
sprokene zegt: "Ja, maar", dan wordt hij of
zij in de rede gevallen met "Dat heb ik u niet
gevraagd"
Ook in de kerk(en') hebben we last van de
gesignaleerde versimpeling. Dominees krij
gen over de hele linie te horen dat ze het alle
maal te ingewikkeld maken. De Godsopen
baring in de HeiUge Schrift is rijk en geva
rieerd en predikanten hebben de opdracht
om uit het Woord van God als goeden
Schriftgeleerden nieuwe en oude dingen
naar voren te brengen. Iets te laten zien van
wat Paulus noemt de lengte en de breedte en
de diepte en de hoogte. Ze hebben soms het
gevoeld dat ze maar een klein tipje van de
sluier hebben opgelicht. Dat ze aan de veel
zijdigheid van het Woord te kort doen.
Maar nee, de gemeenteleden vinden het alle
maal veel te moeilijk. En het is immers zo
eenvoudig? De Heere Jezus is voor ons
gestorven, en dat moetje gewoon geloven en
daar moetje van getuigen. En dan houdt het
zo ongeveer op.
Versimpeling. Ik zit me weleens af te vragen
hoe het komt. De mensen zijn veel meer
geschoold dan vroeger. Er zijn alleriei soor
ten van onderwijs en men kan de ingewik
keldste vakken en problemen de baas. Men
wil over alles en nog wat meepraten. En
tegelijk klinkt overal de klacht dat het te
moeilijk is. Men wil recht-toe antwoorden
en oplossingen.
De denk dat de televisie de grote boosdoener
is. De mensen lezen niet meer, verdiepen
zich nauwelijks in bepaalde vraagstukken,
maar laten zich avond aan avond voorlichten
door de programmamakers in Hilversum. En
die voorlichting kan alleen maar summier en
oppervlakkig zijn. Want de tijd is kort en het
volgende vraag weer de aandacht. En dan
kan men alleen maar ja of nee zeggen.
Ergens voor of ergens tegen zijn. Een tus
senweg is er niet.
Dat is inderdaad geen eenvoud, want een
voud is een kenmerk van het ware. En het is
een kunst, beter nog, een gave, om moeilijke
en ingewikkelde dingen eenvoudig voor te
stellen. Maar dat is versimpeUng. Daar hoef
je niet bij na te denken, want er wordt
immers voor je gedacht?
WAARNEMER
Deze vraag- en antVKoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Ëilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Omdat wij niet aangesloten zijn op het
waterleidingnet vangen we het regenwater
op via de dakgoten. Het water verzamelen
we na filtering in een ondergrondse bak. De
dakgoten zijn vervangen door aluminium
exemplaren. Zou het kunnen dat van dit
materiaal zich iets zal afzetten in het drink
water, zo ja, is dit dan schadelijk?
Antwoord: Toen bij onderzoek na de dood
van patiënten met de ziekte van Altheimer
een iets hoger aluminiumgehalte in de herse
nen werd aangetroffen en de hersenbescha
digingen na een ernstige vergiftiging door
aluminium enigszins leken op die door de
mentie, werd wel verondersteld dat het bin
nenkrijgen van te veel aluminium de oor
zaak zou zijn geweest. Maar andere onder
zoekers wezen er op dat er te weinig van dgl.
gevallen bekend zijn en er geen sprake is
geweest van een gericht onderzoek. Wij
nemen altijd allerlei nietige metaaldeeltjes
op met ons voedsel en met het water, maar
dat metaal kan niet door onze darmwanden
heen dringen en zullen vrijwel allemaal weer
door de nieren met de urine worden geloosd.
Alleen als de nieren hun werk niet goed uit
voeren, kunnen er elders metaaldeeltjes
terechtkomen. Er is nagemeten hoeveel
metalen het voedsel bevat dat in aluminium
paimen gekookt is en dat bleef altijd onder
de 0,2 milligram per 100 gram spijs en was
vaak veel minder. U hoeft er in ieder geval
niet voor bevreesd te zijn dat u aluminium
naar binnen zult krijgen doordat het water
door een aluminiumgoot loopt.
Kunt u me vertellen hoe men in Nederland in
het algemeen de winkelprijzen van artikelen
bepaald? Hoe zit het met kortingen?
Antwoord: Als er geen sprake is van vast
gestelde prijzen door de importeur of fabri
kant is de winkelier vrij om te vragen wat hij
wil en om korting te geven. Factoren die de
prijsopbouw bepalen zijn o.a. de productie
kosten (materiaal- en loonkosten, de
winstopslag van de fabrikant), de kosten en
de winsttoeslag van de evt. importeur en de
groothandel. Zijn prijs kan dan bijvoorbeeld
afhankeUjk zijn van de concurrentie, de
klasse-indeling van zijn zaak en het promo
ten van een bepaald product.
Is er verschil tussen merkbenzine en de ben
zine van een witte pomp? Zijn benzines met
toevoegingen daadwerkelijk beter dan
gewone eurobenzine?
Antwoord: De concurrentie heeft allerlei
De betere woninginrichting sinds 1920
Zandpad 36, Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84
fabeltjes in omloop gebracht, maar schade
lijk voor de motor is witte benzine beslist
niet. Die benzine kan uit dezelfde tanks
komen als merkbenzine. Veel meer verschil
dan het prijsverschil is er niet, behalve als
een oUemaatschappij met bekend merk addi
tieven (dat zijn toevoegsels) gebruikt. Ben
zines met toevoegingen zijn inderdaad beter
dan gewone benzine, de prijs is wel hoger.
Wij willen een kastanje en een lijsterbes
omzagen. Hoe kunnen we van de stronk en
de wortels afkomen?
Antwoord: In de eerste plaats raden wij u
aan om eerst bij uw gemeente te informeren
of een kapvergunning vereist is. Dit is onder
meer afhankeUjk van de omvang van de
stam en of de bomen 'gezichtsbepalender'
zijn. Op illegale kap kan een flinke boete
staan. De enige manier om van de stronken
af te komen is: uitgraven en afhakken. Dit is
een zwaar klusje! U kunt natuurlijk ook
overwegen om een gespecialiseerd bedrijfin
de arm te nemen.
Mijn gasverbruik was tot mijn schrik veel
honger dan verwacht. Ik heb geen idee wat
hiervan de oorzaak is. Zou de orkaan die we
afgelopen oktober hebben gehad, hierop van
invloed zijn geweest?
Antwoord: Dat een orkaan het hogere ver
bruik veroorzaakt zou hebben is niet moge-
Ujk. Je zou hooguit kunnen zeggen dat door
een hogere trek in de schoorsteen de bran
ders feller zijn gaan branden en/of dat de
verwarmde lucht door muren en kieren meer
weggezogen zou worden. Dit verklaart ech
ter niet een erg sterk verhoogd gasverbruik.
Factoren die wel een rol gespeeld kunnen
hebben zin een lagere gemiddelde tempera
tuur in het verbruiksjaar, het meer laten ven
tileren en het verwarmen van vertrekken die
eerder niet verwarmd werden.
Ik haal streekrecepten uit een Frans kook
boek, dat o.m. spreekt van 'macérer'. Vol
gens mijn woordenboek betekent dat gewoon
weken. Er staat nooit bij waarin. Weet u
soms, of er melk, water, wijn of iets derge
lijks bedoeld is?
Antwoord: In de Franse keuken staat de
term 'macérer' voor het weken van de ingre
diënten in (uiteraard Franse) likeur. En dat
geeft nu juist die bijzondere smaak aan zo'n
gerecht. Befaanade koks gebruiken daarbij
Cointreau of Grand Mamier op likeurbasis
(d.i. de fles met het gele lint, want het rode
duidt op cognacbasis). U kunt er ook ijs een
fijner smaakje mee geven.
Wat is eigenlijk de voornaam van die Ameri
kaanse componist Sousa. Die wordt er nooit
bij vermeld als je zijn naam ziet staan.
Antwoord: Sousa is het pseudoniem van
John PhiUp Ochs (geb. 6 november 1854 en
overl. 6 maart 1932). Op zijn koffers zette
hij met grote kalkletters S. O. van Super
Omnia en daarachter U.S.A. (Verenigde Sta
ten van Amerika). Een kruier vroeg hem,
waar de bagage van die 'mister Sousa' heen
moest en sindsdien bleef het Sousa zonder
meer.
Ik probeer van 't roken ofte komen. Is tabak
pruimen misschien gezonder? Dan spuug je
al die nicotine immers weer uit?
Antwoord: Geloof dat maar niet. Pruimers
krijgen toch een flinke portie van dat tabaks-
sap met het speeksel en via de slijmvliezen
naar binnen. Dat is niet best voor maag en
darmen, want nicotine is zwaar vergif En de
alkaloïden die in uw bloed worden opgeno
men, kunnen nog bepaalde verkrampingen
en tremoren in het centrale zenuwstelsel ver-
"En Filippus deed zijnen mond
open, en beginnende van die
Schrift verkondigde hem Jezus.
{Handelingen 8:35)
En Filippus deed zijn mond open en verkon
digde hem Jezus. Kijk, dat was het nu wat de
kamerling nodig had. Jezus, Die naam te
kennen is ook allernoodzakelijkst voor een
ieder van ons. Want we kunnen de eeuwig
heid niet aan, maar we kunnen ook de tijd
niet aan als we Jezus niet kennen voor ons
persoonlijk. Jezus te kennen, dat is het eeu
wige leven. Hem te missen is het eeuwige
verderf. Wilt er toch aan denken. Het gaat
om Jezus. Om Hem, Die Zijn volk zalig
maakt van hun zonden. We kunnen niet toe
met ons nette keurige en voor de buitenwe
reld misschien onberispelijke leven. Al onze
goede daden, onze behulpzaamheid en onze
vriendelijkheid (hoe noodzakeUjk ook), ze
zijn te kort en te smal voor de Heere. Met
ons godsdienstig leven, met onze vroom
heid, met onze tranen en gevoeligheden
komen we voor eeuwig om. Die kunnen de
schuld niet uitdelgen. Dat kan alleen de Mid
delaar. Dat kan alleen Jezus.
Het moge ons dan begonnen zijn om Jezus.
Wat zou het heerlijk zijn als er in onze ziel
die roep gevonden wordt: Geef mij Jezus, of
ik sterf, want buiten Jezus is geen leven,
maar een eeuwig zielsverderf.
Wij zijn wat huiverig voor Jezusprediking.
En daar is reden voor. Je hart draait zich om
als je hoort hoe Jezus soms gepredikt wordt.
God is hefde. Jezus is liefde. Het zit goed
met ons.
Ten overvloede, voor de oudere mensen, die
niet zo goed meer mee kunnen, haalt men er
dan nog een tekst voor aan. Want alzo lief
heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn enig
geboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder
die in Hem gelooft, niet verderve, maar het
eeuwige leven hebbe. Zie je wel, zegt men
dan triomfantelijk, zie je wel dat het goed is.
God is Uefde. Jezus is liefde. Men vergeet
dat er uitdrukkelijk in die tekst bij staat:
opdat een ieder die in Hem gelooft, niet ver
derve, maar het eeuwige leven hebbe. Slechts
voor de gelovigen is God liefde. Maar voor
de onboetvaarfigen en ongelovigen is God
verderving.
Men heeft het over Gods Uefde en barmhar
tigheid, maar men zwijgt over de noodzaak
van de wedergeboorte, bekering en geloof.
De totaal verloren doodstaat van een ieder
mens van nature verdoezelt men. Zie, zo'n
Jezus is een halve Jezus. En een halve Jezus
is een valse Jezus. En met zo'n valse Jezus
zijn al heel wat mensen de eeuwigheid bin
nen gegaan. Een hemel verwachtend, maar
een hel verkrijgend.
Wanneer Filippus Jezus verkondigt aan de
Moorman, verkondigt hij geen halve, maar
een hele Jezus. FiUppus begint niet bij de ver
lossing. Hij slaat de eUende niet over.
We lezen: En Filippus deed zijn mond open,
en beginnende van diezelfde, verkondigde
hem Jezus. Hij neemt dus voor zijn onder
richt zijn uitgangspunt bij Jesaja, bij die aan
gehaalde verzen uit Jesaja 53, die handelde
over het lijden en sterven van de Knecht des
Heeren. Hij begint met uiteen te zetten waar
om de Knecht des Hêeren als een schaap ter
slachting geleid moet worden. Dat offer is
nodig vanwege de zonde. Zonder offer k an
het niet. Want er is geen verzoening der zon
de mogeUjk dan door bloedstorting. Bij de
Heere is er geen genade dan door recht.
Dan gaat Filippus over om de Moorman te
schilderen hoe deze profetie in Jezus Chris
tus vervuld is. Zoals een lam plaatsvervan
gend voor zijn offeraar de dood in moest, zo
is Christus als een Lam Gods, op Wie al de
zonden der uitverkorenen zijn aangekomen,
in hun plaats de dood gestorven. Jezus is de
Middelaar. Die door Zijn lijden en sterven,
het voorhangsel heeft doen scheuren, de zon
den van al Zijn volk uitgewist, heeft en hen
een vrije toegang tot de Vader gegeven heeft.
De Jezus van Filippus heeft de genade en het
heil niet goedkoop gekocht, zoals zovelen
zeggen. Het heeft Hem, Zijn dierbaar bloed
en leven gekost. Van de Middelaar uit gezien
is de genade niet goedkoop, maar duur. Duur
vanwege het gewicht der zonden. Van de
Middelaar uit gezien is de genade duur. Het
kostte Hem Zijn leven. Maar vanuit de zon
daar geredener is de genade goedkoop. Zo
goedkoop dat het niet goedkoper kan. De
genade is gratis.
Voor de Moorman vormde dit de grootste
ontdekking en verrassing. In Jeruzalem had
den ze tegen hem gezegd: je moet door de
wet te onderhouden de zaligheid verdienen.
Dat had hem echter niet bevredigd. Want hij
zag in dat hij de wet nooit zou kunnen hou
den. En nu hoort hij hier, op die eenzame
woeste weg mssen Jeruzalem en Gaza dat hij
de wet niet behoeft te houden, dat Chrisms
dat gedaan heeft voor al de Zijnen. Het licht
breekt door in de duistere ziel van de donke
re Moorman. Het daglicht van het evangeüe
verdrijft het nachtelijk duister van de wet.
Als Filippus hem dan nog vertelt dat Jezus
Zijn Middelaarswerk niet alleen voor joden,
maar ook voor heidenen volbracht heeft en
dat het enige waar de Heere naar vraagt, de
totale zelfverloochening en gewiUige over
gave des harten is, mag de Moorse minister
van financiën zich op datzelfde moment
kwijt schenken aan de Heere.
Het is geen wonder dat hij dan voelt dat hij
gevonden heeft wat hij al die tijd vergeefs
gezocht had. Want wat de wet niet kan, ver
mag de genade. Ik ben verlost; God heeft mij
wel gedaan.
Mogen en kunnen wij dat ook zeggen: ik ben
verlost. God heeft mij wel gedaan?
U zegt: was het maar waar. Maar ja, mij heeft
God ook nooit zo'n Filippus gestuurd. O
nee? En al die predikanten dan, die u het
Woord des Heeren recht gesneden hebben?
Zijn dat geen Filippussen?
Ach, u past naar één houding, die van berouw-
voUe schuldbeUjdenis en van brandende
schaamte. Die heidense Moorman komt tot
bekering en tot geloof door de eerste preek die
hij hoort. En eigenüjk is het niet eens een preek,
maar een pastoraal gesprek. Eén gesprek en de
heidense Moorman is bekeerd. En u?U, die
zovele preken gehoord hebt en al meerdere
malen misschien een geestelijk gesprek
gevoerd hebt? Moet u achter blijven bij hem?
Is het niet erg? Is het niet om u weg te scha
men? Het ligt echt niet aan de Heere. Het ligt
aan u. U gelooft Zijn Woord niet. U onder
werpt u niet aan het gezag van dat Woord.
Bekeert u dan. Onderwerpt u wel. Weest
begerig, net als de Moorman om het Woord
te mogen verstaan. Laat het toch niet zo zijn
dat het ook van u zou gelden: maar het woord
der prediking deed hem geen nut, dewilj het
met hel geloof niet gemengd was in degenen,
die het gehoord hebben.
Nu zegt iemand, ik probeer het. Maar het lukt
me niet.
Weet u wat de Moorman tot u zou zeggen?
Houdt moed. Als het afgehangen had van
mijn zoeken, dan had ik nooit gevonden. Ik
heb de vrede gevonden omdat God mij zocht.
W. J. op 't Hof, v.d.m.
oorzaken, alsook de kans op hartafwijkingen
en hart- en vaatziekten vergroten. Ook wordt
het risico van mond- en keelkanker vergroot.
Alleen voor andere mensen is het gezonder
als u pruimt in plaats van rookt, want dan
hoeven zij die riskante rook van u niet in te
^deraen!
Als je van een manlijk woord een vrouwelij
ke vorm maakt, komt er een achtervoegsel
bij, dus: boer - boerin, typist - typiste, prins
-prinses, secretaris - secretaresse, winkelier
- winkelierster, enz. Maar bij bruidegom
hoort een veel kortere vorm als bruid. Hoe
zit dat?
Antwoord: Wij hebben het eens nagekeken
in de etymologische woordenboeken en
daaruit blijkt, dat die 'bruidegom' veel jon
ger is dan de 'bruid'. Dit laatste woord komt
uit het oudsaksische 'brud' jonge vrouw,
en in de Rhaetoromaanse hoek van Zwitser
land kent men nog van de Alemannen over
genomen termen als 'breit' en 'brut' voor
schoondochter. Ook het oudfries kende
'breid'. Nog oudere vondsten zouden wijzen
op de betekenis: 'vrouw die de man toege
zegd is'. Terwijl zulke aanduidingen voor
meisje en jonge vrouw in de oudste talen zijn
terug te vinden, blijkt 'bruidegom' pas na de
trek der Goten uit Scandinavië te zijn ont
staan als samensteUing van ons Middelne
derlandse 'bruut'dat destijds stond voor bij
zit en verloofde, met het gotische 'guma'
voor man. Dat is met verwante woorden uit
andere talen afgeleid uit het Latijnse 'homo'
voor mens en in 't bijzonder man. Zo ont
stond: de met de bruid huwende/gehuwde
man. Een bruidegom is dus niet de manlijke
vorm van het woord bruid, maar een geheel
apart begrip.
In het recreatiecentrum 'De Staver',
Olympiaweg 32 te Sommelsdijk kunt
u zaterdag 18 januari van 10.00 tot
17.00 uur een uitgebreide collectie
olieverfschilderijen zien en kopen.
Naast de traditionele onderwerpen zoals:
landschappen, zee- en stadsgezichten, stiUe-
vens en bloemen, zijjn er ook veel abstracte
en surrealistische doeken.
De schilderijen in het assortiment zijn
meestal nog niet van een lijst voorzien. Dit
betekent niet dat er geen lijsten zijn; inte
gendeel er is een grote keuze van lijsten al
naar gelang smaak en interieur thuis.
De doeken worden niet op de expositie zelf
ingelijst, maar op een afgesproken tijdstip
kant en klaar afgeleverd in de zaal.
Een schilderij inruilen of alleen een lijst
kopen behoort ook tot de mogelijkheden.
Iedereen is van harte welkom, de toegang is
gratis.
I N G R I D
■13-
Ze wil even niet dat Cor haar ogen ziet, die vol tranen
staan. Het is zo moeiUjk om nu aan haar eigen famiUe
te denken.
De jongen, die haar tranen heeft gezien, gaat dicht
tegen haar aanzitten en strijkt zachtjes over de lange,
donkere haren. Zo zitten ze daar een tijdje met z'n
tweeën, op hun eigen eilandje van stilte, met rondom
hen een zee van herrie en stank.
"We gaan varen!" schreeuwt een rauwe stem ineens.
Onder de mensenmassa klinkt plotseUng een opge
wonden gemompel en aan het lawaai en het getril hoort
iedereen dat de motoren zijn gestart.
Marieke wrijft over haar natte gezicht en kijkt voor
zichtig naar Cor. Zijn heldere, blauwe ogen staan vol
medeüjden. "Gaat het weer een beetje?"
Het meisje krukt en weer beginnen haar wangen te
gloeien, waarna ze zich vlug omdraait naar Elske. Crea
tief als ze is, heeft haar zusje prachtige stropoppetjes
gemaakt en samen met Aimechien voert ze een klein
poppenspel op voorHenkie. Het jongetje vindt het
prachtig en genietend klapt hij in zijn handjes van ple
zier.
"We moeten voor hen sterk zijn", fluistert Cor in
Marieke's oor.
"Je hebt geUjk Cor, misschien zijn wij aUes wat zij nog
hebben."
De reis naar Rotterdam üjkt m-en te duren. Verschei
dene mensen zijn zeeziek en de zure lucht van braak
sel vult het ruim. Marieke rilt van de kou, want er zijn
niet genoeg dekens voor iedereen om zich warm te
houden.
Er gaat een groot gejuich op als de schipper laat weten
dat de haven van Rotterdam in zicht komt. Nog even en
dan kimnen ze ontsnappen aan dit drukke, lawaaiige en
stinkende ruim.
Wanneer de boot aanmeert, gebaart Cor dat ze beter
even kunnen bUjven zitten. Marieke voelt er ook niet
veel voor om zich in het gedrang te begeven, want
iedereen heeft bUjkbaar veel haast om aan wal te
komen en er wordt overal geduwd en geschreeuwd.
Tenslotte staan Cor en Annechien op. "Kom Marieke,
ik denk dat wij ook nu maar beter kunnen gaan."
Elske verzameh nog wat stropoppetjes en duwt ze
Henkie in de handen. Dan verlaten ze als een van de
laatsten het ruim van de Anna Jacoba.
Op het dek waait het afschuweUjk en opnieuw voelt
Marieke de kou tot diep in haar botten.
Toch kijkt ze even verbaasd naar de enorme mensen
massa op de kade. Als ze achter Cor de loopplank
afloopt, wordt ze bijna als een filmster bekeken.
Ineens wordt er aan haar getrokken. Een vrouw met
een rode-kruis-uniform sleept haar mee naar een
ambulance en Elske kan nog maar net de jas van haar
zus grijpen. Paniekerig kijkt Marieke om zich heen.
"Waar is Cor?" schreeuwt ze naar Elske.
"Ik weet het niet", antwoordt haar zusje met grote
angstogen, "net üep hij nog voor jou!"
"Kom meisjes, ik breng juUie naar de AhoyhaUen",
zegt de mevrouw vriendelijk en duwt hen in de ambu
lance, waar nog drie andere evacués zitten. Voordat
Marieke en haar zusje het beseffen, start de wagen en
zijn ze onderweg.
"We zien Cor straks vast wel weer", zegt Elske als ze
naar het verdrietige gezicht van haar zus kijkt.
Ondanks haar leeftijd heeft ze allang door dat Marieke
de jongen heel aardig vindt.
Henkie vindt het ritje in de auto prachtig. Opgewonden
maakt hij broem broem-geluidjes op Mariekes schoot
en de drie oude mensen naast Marieke, glimlachen
naar het vrolijke kereltje. De ambulance komt tot stil
stand vlakbij de AhoyhaUen en als de kinderen uitstap
pen, verbazen ze zich weer over de drukte om hen
heen. Overal staan mensen, die hen medeUjdend aan
staren en wanneer er plotseUng een echtpaar op Marie
ke afkomt, schrikt ze.
"Is dat je broertje?" vraagt een deftige, jonge vrouw
vriendeUjk.
Marieke knikt.
"Weetje, het kind mag best bij ons in huis komen hoor,
we kunnen goed voor hem zorgen, hè Arthur?"
Haar echtgenoot krukt en strijkt Henkie over zijn blon
de kruUenkop. "In ons grote huis is genoeg plaats,
omdat wij geen kinderen hebben", zegt hij trots.
"Ja, 't is er ook veel rustiger voor hem dan hier in deze
drukke hallen!" zegt zijn vrouw. "Geef hem maar
gerust aan ons mee!"
Verontwaardigd beseft Marieke wat deze mensen van
haar wUlen. Ze willen kleine Henkie meenemen, haar
eigen broertje zonder haar zelfs te vragen of zijn moe
der nog in leven is. Met boze ogen en opeengeklemde
lippen, drukt ze kleine Henkie nog steviger tegen zich
aan.
"Wat denkt u wel", schreeuwt ze woedend, "ik geef
mijn broertje niet zomaar weg, nadat ik misschien al
meer dan de helft van mijn famiUe heb verloren!"
Kwaad draait ze het echtpaar de rug toen en loopt ach
ter de oude mensen aan, die zojuist uit dezelfde ambu
lance zijn gestapt.
"Dat heb je goed gezegd Marieke", zegt Elske als ze
haar zusje heeft ingehaald. Je had hun gezichten eens
moeten zien, toen jij je omdraaide."
Marieke trilt nog steeds van woede en als ze in een rij
staat te wachten om zich te laten registreren, overlaadt
ze haar broertje met kussen. "Wat een lui", mompelt ze
zacht. Stel je voor dat ze henkie van haar hadden afge
pakt. Ze had hem vast nooit meer teruggezien. Als
alle Rotterdammers zo zijn, dan heeft ze geen hoge pet
van hen op. Profiteren van andermans ellende, hoe dur
ven ze!
Marieke's stemt künkt nog boos als ze haar naam moet
nemen voor de registratiedienst, maar dan schiet haar
ineens iets te binnen. "Weet u misschien ook of er
famiUeleden van ons hier naartoe zijn gebracht?"
vraagt ze opgewonden.
"De zal even snel de lijsten bekijken", antwoordt de
sympathieke vrouw en geconcentreerd laat ze haar
ogen over de lijsten met namen gaan. "Ik heb hier twee
De Vissers, Bertus en Toon uit Kortgene, is dat soms
familie van je?"
Teleurgesteld schudt Marieke haar hoofd.
"Je moet niet wanhopen meisje", zegt de vrouw be
moedigend, "er komen iedere dag tientallen evacués
biimen, dus moed houden, kind."
Dan stuurt ze Marieke met haar zusje en broertje naar
een grote ruimte, waar kleding en brood worden uitge
deeld en hierna worden ze met een gevulde maag alle
drie vluchtig door een dokter onderzocht. Gelukkig
hebben ze niets opgelopen in die afschuwelijke kou en
opgelucht zoeken ze na het onderzoek een plaatsje in
de enorme hal, waar het zwart ziet van de mensen.
Onverwachts wordt Marieke op haar schouder geklopt
en ze is blij verrast als ze in de bekende blauwe ogen
van Cor kijkt.
"Ik was al bang, dat ik je niet meer zou zien", zegt hij
hartelijk en schuift naast haar op het bed.
"Wat een drukte is het hier hè, ik hoop dat we niet lang
in deze hal hoeven te blijven!"
Peinzend staart hij voor zich uit en vraagt dan voor
zichtig: "Heb jij al geïnformeerd naar jouw familie?"
Marieke knikt en haar teleurgestelde blik zegt hem
genoeg. (wordt vervolgd)