Overdenking Schilderijen in Recreatiecentrum De Staver VERWOESTEND WATER Tjöjkvenster uit de Heilige Schrift EliAfOSMlIEUWS HET Blik op kerk ^^y en samenleving ij - Versimpeling - In de kerk - Eenvoud aiUMINIUM IN OmNKVMTEft? püim cpauNG 0Cltf7fltfFfritflllfTEfT STttONHUERmOERING onKaaN EN óafaEftBRuiK EMNS RECEPT K PRUIUEN BETER? Gezochte vinder IVmilfOM BRUIOEGOU? PAGINA 5 VRUDAG 17 JAIWARI2003 Op het ogenblik is alles verkiezingen wat de klok slaat. Elke dag zijn er weer nieuwe prognoses en elke dag wordt de vraag opge worpen wie straks met wie gaat regeren. In 'De Wekker' van vorige week (10 janu ari) trof ik een artikel aan de van ds. J. Jonk man dat me uit het hart gegrepen was. Enke le regels daaruit wil ik graag doorgeven. "In een aantal debatten die ik gevolgd heb trof me allereerst de versimpeling van moei lijke vraagstukken. Is Nederland vol? Graag een ja of nee. Er wordt geen ruimte voor nuancering gelaten. Moet Nederland mee doen aan een eventuele oorlog tegen Irak? Met welke partij wilt u eventueel regeren en met welke niet Het is een volstrekte illusie te menen dat de complexe werkelijk heid met een paar duidelijke en meestal dus eenzijdige kregen (oneliners) is te benoe men" Versimpeling... Niet alleen rondom de ver kiezingen worden de zaken tot zwart of wit teruggebracht. Ik luister wel eens onder maaltijd of vlak daarna, naar de uitzending van 'Standpunt nl". Daarin doet zich precies hetzelfde verschijnsel voor. De man of vrouw die op die middag te gast is in het pro gramma krijgt aan het begin van het gesprek drie keuzevragen voorgelegd. En er wordt van te voren gezegd: "Die mag u alleen met ja of nee beantwoorden". Zodra de aange sprokene zegt: "Ja, maar", dan wordt hij of zij in de rede gevallen met "Dat heb ik u niet gevraagd" Ook in de kerk(en') hebben we last van de gesignaleerde versimpeling. Dominees krij gen over de hele linie te horen dat ze het alle maal te ingewikkeld maken. De Godsopen baring in de HeiUge Schrift is rijk en geva rieerd en predikanten hebben de opdracht om uit het Woord van God als goeden Schriftgeleerden nieuwe en oude dingen naar voren te brengen. Iets te laten zien van wat Paulus noemt de lengte en de breedte en de diepte en de hoogte. Ze hebben soms het gevoeld dat ze maar een klein tipje van de sluier hebben opgelicht. Dat ze aan de veel zijdigheid van het Woord te kort doen. Maar nee, de gemeenteleden vinden het alle maal veel te moeilijk. En het is immers zo eenvoudig? De Heere Jezus is voor ons gestorven, en dat moetje gewoon geloven en daar moetje van getuigen. En dan houdt het zo ongeveer op. Versimpeling. Ik zit me weleens af te vragen hoe het komt. De mensen zijn veel meer geschoold dan vroeger. Er zijn alleriei soor ten van onderwijs en men kan de ingewik keldste vakken en problemen de baas. Men wil over alles en nog wat meepraten. En tegelijk klinkt overal de klacht dat het te moeilijk is. Men wil recht-toe antwoorden en oplossingen. De denk dat de televisie de grote boosdoener is. De mensen lezen niet meer, verdiepen zich nauwelijks in bepaalde vraagstukken, maar laten zich avond aan avond voorlichten door de programmamakers in Hilversum. En die voorlichting kan alleen maar summier en oppervlakkig zijn. Want de tijd is kort en het volgende vraag weer de aandacht. En dan kan men alleen maar ja of nee zeggen. Ergens voor of ergens tegen zijn. Een tus senweg is er niet. Dat is inderdaad geen eenvoud, want een voud is een kenmerk van het ware. En het is een kunst, beter nog, een gave, om moeilijke en ingewikkelde dingen eenvoudig voor te stellen. Maar dat is versimpeUng. Daar hoef je niet bij na te denken, want er wordt immers voor je gedacht? WAARNEMER Deze vraag- en antVKoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Ëilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Omdat wij niet aangesloten zijn op het waterleidingnet vangen we het regenwater op via de dakgoten. Het water verzamelen we na filtering in een ondergrondse bak. De dakgoten zijn vervangen door aluminium exemplaren. Zou het kunnen dat van dit materiaal zich iets zal afzetten in het drink water, zo ja, is dit dan schadelijk? Antwoord: Toen bij onderzoek na de dood van patiënten met de ziekte van Altheimer een iets hoger aluminiumgehalte in de herse nen werd aangetroffen en de hersenbescha digingen na een ernstige vergiftiging door aluminium enigszins leken op die door de mentie, werd wel verondersteld dat het bin nenkrijgen van te veel aluminium de oor zaak zou zijn geweest. Maar andere onder zoekers wezen er op dat er te weinig van dgl. gevallen bekend zijn en er geen sprake is geweest van een gericht onderzoek. Wij nemen altijd allerlei nietige metaaldeeltjes op met ons voedsel en met het water, maar dat metaal kan niet door onze darmwanden heen dringen en zullen vrijwel allemaal weer door de nieren met de urine worden geloosd. Alleen als de nieren hun werk niet goed uit voeren, kunnen er elders metaaldeeltjes terechtkomen. Er is nagemeten hoeveel metalen het voedsel bevat dat in aluminium paimen gekookt is en dat bleef altijd onder de 0,2 milligram per 100 gram spijs en was vaak veel minder. U hoeft er in ieder geval niet voor bevreesd te zijn dat u aluminium naar binnen zult krijgen doordat het water door een aluminiumgoot loopt. Kunt u me vertellen hoe men in Nederland in het algemeen de winkelprijzen van artikelen bepaald? Hoe zit het met kortingen? Antwoord: Als er geen sprake is van vast gestelde prijzen door de importeur of fabri kant is de winkelier vrij om te vragen wat hij wil en om korting te geven. Factoren die de prijsopbouw bepalen zijn o.a. de productie kosten (materiaal- en loonkosten, de winstopslag van de fabrikant), de kosten en de winsttoeslag van de evt. importeur en de groothandel. Zijn prijs kan dan bijvoorbeeld afhankeUjk zijn van de concurrentie, de klasse-indeling van zijn zaak en het promo ten van een bepaald product. Is er verschil tussen merkbenzine en de ben zine van een witte pomp? Zijn benzines met toevoegingen daadwerkelijk beter dan gewone eurobenzine? Antwoord: De concurrentie heeft allerlei De betere woninginrichting sinds 1920 Zandpad 36, Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84 fabeltjes in omloop gebracht, maar schade lijk voor de motor is witte benzine beslist niet. Die benzine kan uit dezelfde tanks komen als merkbenzine. Veel meer verschil dan het prijsverschil is er niet, behalve als een oUemaatschappij met bekend merk addi tieven (dat zijn toevoegsels) gebruikt. Ben zines met toevoegingen zijn inderdaad beter dan gewone benzine, de prijs is wel hoger. Wij willen een kastanje en een lijsterbes omzagen. Hoe kunnen we van de stronk en de wortels afkomen? Antwoord: In de eerste plaats raden wij u aan om eerst bij uw gemeente te informeren of een kapvergunning vereist is. Dit is onder meer afhankeUjk van de omvang van de stam en of de bomen 'gezichtsbepalender' zijn. Op illegale kap kan een flinke boete staan. De enige manier om van de stronken af te komen is: uitgraven en afhakken. Dit is een zwaar klusje! U kunt natuurlijk ook overwegen om een gespecialiseerd bedrijfin de arm te nemen. Mijn gasverbruik was tot mijn schrik veel honger dan verwacht. Ik heb geen idee wat hiervan de oorzaak is. Zou de orkaan die we afgelopen oktober hebben gehad, hierop van invloed zijn geweest? Antwoord: Dat een orkaan het hogere ver bruik veroorzaakt zou hebben is niet moge- Ujk. Je zou hooguit kunnen zeggen dat door een hogere trek in de schoorsteen de bran ders feller zijn gaan branden en/of dat de verwarmde lucht door muren en kieren meer weggezogen zou worden. Dit verklaart ech ter niet een erg sterk verhoogd gasverbruik. Factoren die wel een rol gespeeld kunnen hebben zin een lagere gemiddelde tempera tuur in het verbruiksjaar, het meer laten ven tileren en het verwarmen van vertrekken die eerder niet verwarmd werden. Ik haal streekrecepten uit een Frans kook boek, dat o.m. spreekt van 'macérer'. Vol gens mijn woordenboek betekent dat gewoon weken. Er staat nooit bij waarin. Weet u soms, of er melk, water, wijn of iets derge lijks bedoeld is? Antwoord: In de Franse keuken staat de term 'macérer' voor het weken van de ingre diënten in (uiteraard Franse) likeur. En dat geeft nu juist die bijzondere smaak aan zo'n gerecht. Befaanade koks gebruiken daarbij Cointreau of Grand Mamier op likeurbasis (d.i. de fles met het gele lint, want het rode duidt op cognacbasis). U kunt er ook ijs een fijner smaakje mee geven. Wat is eigenlijk de voornaam van die Ameri kaanse componist Sousa. Die wordt er nooit bij vermeld als je zijn naam ziet staan. Antwoord: Sousa is het pseudoniem van John PhiUp Ochs (geb. 6 november 1854 en overl. 6 maart 1932). Op zijn koffers zette hij met grote kalkletters S. O. van Super Omnia en daarachter U.S.A. (Verenigde Sta ten van Amerika). Een kruier vroeg hem, waar de bagage van die 'mister Sousa' heen moest en sindsdien bleef het Sousa zonder meer. Ik probeer van 't roken ofte komen. Is tabak pruimen misschien gezonder? Dan spuug je al die nicotine immers weer uit? Antwoord: Geloof dat maar niet. Pruimers krijgen toch een flinke portie van dat tabaks- sap met het speeksel en via de slijmvliezen naar binnen. Dat is niet best voor maag en darmen, want nicotine is zwaar vergif En de alkaloïden die in uw bloed worden opgeno men, kunnen nog bepaalde verkrampingen en tremoren in het centrale zenuwstelsel ver- "En Filippus deed zijnen mond open, en beginnende van die Schrift verkondigde hem Jezus. {Handelingen 8:35) En Filippus deed zijn mond open en verkon digde hem Jezus. Kijk, dat was het nu wat de kamerling nodig had. Jezus, Die naam te kennen is ook allernoodzakelijkst voor een ieder van ons. Want we kunnen de eeuwig heid niet aan, maar we kunnen ook de tijd niet aan als we Jezus niet kennen voor ons persoonlijk. Jezus te kennen, dat is het eeu wige leven. Hem te missen is het eeuwige verderf. Wilt er toch aan denken. Het gaat om Jezus. Om Hem, Die Zijn volk zalig maakt van hun zonden. We kunnen niet toe met ons nette keurige en voor de buitenwe reld misschien onberispelijke leven. Al onze goede daden, onze behulpzaamheid en onze vriendelijkheid (hoe noodzakeUjk ook), ze zijn te kort en te smal voor de Heere. Met ons godsdienstig leven, met onze vroom heid, met onze tranen en gevoeligheden komen we voor eeuwig om. Die kunnen de schuld niet uitdelgen. Dat kan alleen de Mid delaar. Dat kan alleen Jezus. Het moge ons dan begonnen zijn om Jezus. Wat zou het heerlijk zijn als er in onze ziel die roep gevonden wordt: Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Wij zijn wat huiverig voor Jezusprediking. En daar is reden voor. Je hart draait zich om als je hoort hoe Jezus soms gepredikt wordt. God is hefde. Jezus is liefde. Het zit goed met ons. Ten overvloede, voor de oudere mensen, die niet zo goed meer mee kunnen, haalt men er dan nog een tekst voor aan. Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn enig geboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Zie je wel, zegt men dan triomfantelijk, zie je wel dat het goed is. God is Uefde. Jezus is liefde. Men vergeet dat er uitdrukkelijk in die tekst bij staat: opdat een ieder die in Hem gelooft, niet ver derve, maar het eeuwige leven hebbe. Slechts voor de gelovigen is God liefde. Maar voor de onboetvaarfigen en ongelovigen is God verderving. Men heeft het over Gods Uefde en barmhar tigheid, maar men zwijgt over de noodzaak van de wedergeboorte, bekering en geloof. De totaal verloren doodstaat van een ieder mens van nature verdoezelt men. Zie, zo'n Jezus is een halve Jezus. En een halve Jezus is een valse Jezus. En met zo'n valse Jezus zijn al heel wat mensen de eeuwigheid bin nen gegaan. Een hemel verwachtend, maar een hel verkrijgend. Wanneer Filippus Jezus verkondigt aan de Moorman, verkondigt hij geen halve, maar een hele Jezus. FiUppus begint niet bij de ver lossing. Hij slaat de eUende niet over. We lezen: En Filippus deed zijn mond open, en beginnende van diezelfde, verkondigde hem Jezus. Hij neemt dus voor zijn onder richt zijn uitgangspunt bij Jesaja, bij die aan gehaalde verzen uit Jesaja 53, die handelde over het lijden en sterven van de Knecht des Heeren. Hij begint met uiteen te zetten waar om de Knecht des Hêeren als een schaap ter slachting geleid moet worden. Dat offer is nodig vanwege de zonde. Zonder offer k an het niet. Want er is geen verzoening der zon de mogeUjk dan door bloedstorting. Bij de Heere is er geen genade dan door recht. Dan gaat Filippus over om de Moorman te schilderen hoe deze profetie in Jezus Chris tus vervuld is. Zoals een lam plaatsvervan gend voor zijn offeraar de dood in moest, zo is Christus als een Lam Gods, op Wie al de zonden der uitverkorenen zijn aangekomen, in hun plaats de dood gestorven. Jezus is de Middelaar. Die door Zijn lijden en sterven, het voorhangsel heeft doen scheuren, de zon den van al Zijn volk uitgewist, heeft en hen een vrije toegang tot de Vader gegeven heeft. De Jezus van Filippus heeft de genade en het heil niet goedkoop gekocht, zoals zovelen zeggen. Het heeft Hem, Zijn dierbaar bloed en leven gekost. Van de Middelaar uit gezien is de genade niet goedkoop, maar duur. Duur vanwege het gewicht der zonden. Van de Middelaar uit gezien is de genade duur. Het kostte Hem Zijn leven. Maar vanuit de zon daar geredener is de genade goedkoop. Zo goedkoop dat het niet goedkoper kan. De genade is gratis. Voor de Moorman vormde dit de grootste ontdekking en verrassing. In Jeruzalem had den ze tegen hem gezegd: je moet door de wet te onderhouden de zaligheid verdienen. Dat had hem echter niet bevredigd. Want hij zag in dat hij de wet nooit zou kunnen hou den. En nu hoort hij hier, op die eenzame woeste weg mssen Jeruzalem en Gaza dat hij de wet niet behoeft te houden, dat Chrisms dat gedaan heeft voor al de Zijnen. Het licht breekt door in de duistere ziel van de donke re Moorman. Het daglicht van het evangeüe verdrijft het nachtelijk duister van de wet. Als Filippus hem dan nog vertelt dat Jezus Zijn Middelaarswerk niet alleen voor joden, maar ook voor heidenen volbracht heeft en dat het enige waar de Heere naar vraagt, de totale zelfverloochening en gewiUige over gave des harten is, mag de Moorse minister van financiën zich op datzelfde moment kwijt schenken aan de Heere. Het is geen wonder dat hij dan voelt dat hij gevonden heeft wat hij al die tijd vergeefs gezocht had. Want wat de wet niet kan, ver mag de genade. Ik ben verlost; God heeft mij wel gedaan. Mogen en kunnen wij dat ook zeggen: ik ben verlost. God heeft mij wel gedaan? U zegt: was het maar waar. Maar ja, mij heeft God ook nooit zo'n Filippus gestuurd. O nee? En al die predikanten dan, die u het Woord des Heeren recht gesneden hebben? Zijn dat geen Filippussen? Ach, u past naar één houding, die van berouw- voUe schuldbeUjdenis en van brandende schaamte. Die heidense Moorman komt tot bekering en tot geloof door de eerste preek die hij hoort. En eigenüjk is het niet eens een preek, maar een pastoraal gesprek. Eén gesprek en de heidense Moorman is bekeerd. En u?U, die zovele preken gehoord hebt en al meerdere malen misschien een geestelijk gesprek gevoerd hebt? Moet u achter blijven bij hem? Is het niet erg? Is het niet om u weg te scha men? Het ligt echt niet aan de Heere. Het ligt aan u. U gelooft Zijn Woord niet. U onder werpt u niet aan het gezag van dat Woord. Bekeert u dan. Onderwerpt u wel. Weest begerig, net als de Moorman om het Woord te mogen verstaan. Laat het toch niet zo zijn dat het ook van u zou gelden: maar het woord der prediking deed hem geen nut, dewilj het met hel geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. Nu zegt iemand, ik probeer het. Maar het lukt me niet. Weet u wat de Moorman tot u zou zeggen? Houdt moed. Als het afgehangen had van mijn zoeken, dan had ik nooit gevonden. Ik heb de vrede gevonden omdat God mij zocht. W. J. op 't Hof, v.d.m. oorzaken, alsook de kans op hartafwijkingen en hart- en vaatziekten vergroten. Ook wordt het risico van mond- en keelkanker vergroot. Alleen voor andere mensen is het gezonder als u pruimt in plaats van rookt, want dan hoeven zij die riskante rook van u niet in te ^deraen! Als je van een manlijk woord een vrouwelij ke vorm maakt, komt er een achtervoegsel bij, dus: boer - boerin, typist - typiste, prins -prinses, secretaris - secretaresse, winkelier - winkelierster, enz. Maar bij bruidegom hoort een veel kortere vorm als bruid. Hoe zit dat? Antwoord: Wij hebben het eens nagekeken in de etymologische woordenboeken en daaruit blijkt, dat die 'bruidegom' veel jon ger is dan de 'bruid'. Dit laatste woord komt uit het oudsaksische 'brud' jonge vrouw, en in de Rhaetoromaanse hoek van Zwitser land kent men nog van de Alemannen over genomen termen als 'breit' en 'brut' voor schoondochter. Ook het oudfries kende 'breid'. Nog oudere vondsten zouden wijzen op de betekenis: 'vrouw die de man toege zegd is'. Terwijl zulke aanduidingen voor meisje en jonge vrouw in de oudste talen zijn terug te vinden, blijkt 'bruidegom' pas na de trek der Goten uit Scandinavië te zijn ont staan als samensteUing van ons Middelne derlandse 'bruut'dat destijds stond voor bij zit en verloofde, met het gotische 'guma' voor man. Dat is met verwante woorden uit andere talen afgeleid uit het Latijnse 'homo' voor mens en in 't bijzonder man. Zo ont stond: de met de bruid huwende/gehuwde man. Een bruidegom is dus niet de manlijke vorm van het woord bruid, maar een geheel apart begrip. In het recreatiecentrum 'De Staver', Olympiaweg 32 te Sommelsdijk kunt u zaterdag 18 januari van 10.00 tot 17.00 uur een uitgebreide collectie olieverfschilderijen zien en kopen. Naast de traditionele onderwerpen zoals: landschappen, zee- en stadsgezichten, stiUe- vens en bloemen, zijjn er ook veel abstracte en surrealistische doeken. De schilderijen in het assortiment zijn meestal nog niet van een lijst voorzien. Dit betekent niet dat er geen lijsten zijn; inte gendeel er is een grote keuze van lijsten al naar gelang smaak en interieur thuis. De doeken worden niet op de expositie zelf ingelijst, maar op een afgesproken tijdstip kant en klaar afgeleverd in de zaal. Een schilderij inruilen of alleen een lijst kopen behoort ook tot de mogelijkheden. Iedereen is van harte welkom, de toegang is gratis. I N G R I D ■13- Ze wil even niet dat Cor haar ogen ziet, die vol tranen staan. Het is zo moeiUjk om nu aan haar eigen famiUe te denken. De jongen, die haar tranen heeft gezien, gaat dicht tegen haar aanzitten en strijkt zachtjes over de lange, donkere haren. Zo zitten ze daar een tijdje met z'n tweeën, op hun eigen eilandje van stilte, met rondom hen een zee van herrie en stank. "We gaan varen!" schreeuwt een rauwe stem ineens. Onder de mensenmassa klinkt plotseUng een opge wonden gemompel en aan het lawaai en het getril hoort iedereen dat de motoren zijn gestart. Marieke wrijft over haar natte gezicht en kijkt voor zichtig naar Cor. Zijn heldere, blauwe ogen staan vol medeüjden. "Gaat het weer een beetje?" Het meisje krukt en weer beginnen haar wangen te gloeien, waarna ze zich vlug omdraait naar Elske. Crea tief als ze is, heeft haar zusje prachtige stropoppetjes gemaakt en samen met Aimechien voert ze een klein poppenspel op voorHenkie. Het jongetje vindt het prachtig en genietend klapt hij in zijn handjes van ple zier. "We moeten voor hen sterk zijn", fluistert Cor in Marieke's oor. "Je hebt geUjk Cor, misschien zijn wij aUes wat zij nog hebben." De reis naar Rotterdam üjkt m-en te duren. Verschei dene mensen zijn zeeziek en de zure lucht van braak sel vult het ruim. Marieke rilt van de kou, want er zijn niet genoeg dekens voor iedereen om zich warm te houden. Er gaat een groot gejuich op als de schipper laat weten dat de haven van Rotterdam in zicht komt. Nog even en dan kimnen ze ontsnappen aan dit drukke, lawaaiige en stinkende ruim. Wanneer de boot aanmeert, gebaart Cor dat ze beter even kunnen bUjven zitten. Marieke voelt er ook niet veel voor om zich in het gedrang te begeven, want iedereen heeft bUjkbaar veel haast om aan wal te komen en er wordt overal geduwd en geschreeuwd. Tenslotte staan Cor en Annechien op. "Kom Marieke, ik denk dat wij ook nu maar beter kunnen gaan." Elske verzameh nog wat stropoppetjes en duwt ze Henkie in de handen. Dan verlaten ze als een van de laatsten het ruim van de Anna Jacoba. Op het dek waait het afschuweUjk en opnieuw voelt Marieke de kou tot diep in haar botten. Toch kijkt ze even verbaasd naar de enorme mensen massa op de kade. Als ze achter Cor de loopplank afloopt, wordt ze bijna als een filmster bekeken. Ineens wordt er aan haar getrokken. Een vrouw met een rode-kruis-uniform sleept haar mee naar een ambulance en Elske kan nog maar net de jas van haar zus grijpen. Paniekerig kijkt Marieke om zich heen. "Waar is Cor?" schreeuwt ze naar Elske. "Ik weet het niet", antwoordt haar zusje met grote angstogen, "net üep hij nog voor jou!" "Kom meisjes, ik breng juUie naar de AhoyhaUen", zegt de mevrouw vriendelijk en duwt hen in de ambu lance, waar nog drie andere evacués zitten. Voordat Marieke en haar zusje het beseffen, start de wagen en zijn ze onderweg. "We zien Cor straks vast wel weer", zegt Elske als ze naar het verdrietige gezicht van haar zus kijkt. Ondanks haar leeftijd heeft ze allang door dat Marieke de jongen heel aardig vindt. Henkie vindt het ritje in de auto prachtig. Opgewonden maakt hij broem broem-geluidjes op Mariekes schoot en de drie oude mensen naast Marieke, glimlachen naar het vrolijke kereltje. De ambulance komt tot stil stand vlakbij de AhoyhaUen en als de kinderen uitstap pen, verbazen ze zich weer over de drukte om hen heen. Overal staan mensen, die hen medeUjdend aan staren en wanneer er plotseUng een echtpaar op Marie ke afkomt, schrikt ze. "Is dat je broertje?" vraagt een deftige, jonge vrouw vriendeUjk. Marieke knikt. "Weetje, het kind mag best bij ons in huis komen hoor, we kunnen goed voor hem zorgen, hè Arthur?" Haar echtgenoot krukt en strijkt Henkie over zijn blon de kruUenkop. "In ons grote huis is genoeg plaats, omdat wij geen kinderen hebben", zegt hij trots. "Ja, 't is er ook veel rustiger voor hem dan hier in deze drukke hallen!" zegt zijn vrouw. "Geef hem maar gerust aan ons mee!" Verontwaardigd beseft Marieke wat deze mensen van haar wUlen. Ze willen kleine Henkie meenemen, haar eigen broertje zonder haar zelfs te vragen of zijn moe der nog in leven is. Met boze ogen en opeengeklemde lippen, drukt ze kleine Henkie nog steviger tegen zich aan. "Wat denkt u wel", schreeuwt ze woedend, "ik geef mijn broertje niet zomaar weg, nadat ik misschien al meer dan de helft van mijn famiUe heb verloren!" Kwaad draait ze het echtpaar de rug toen en loopt ach ter de oude mensen aan, die zojuist uit dezelfde ambu lance zijn gestapt. "Dat heb je goed gezegd Marieke", zegt Elske als ze haar zusje heeft ingehaald. Je had hun gezichten eens moeten zien, toen jij je omdraaide." Marieke trilt nog steeds van woede en als ze in een rij staat te wachten om zich te laten registreren, overlaadt ze haar broertje met kussen. "Wat een lui", mompelt ze zacht. Stel je voor dat ze henkie van haar hadden afge pakt. Ze had hem vast nooit meer teruggezien. Als alle Rotterdammers zo zijn, dan heeft ze geen hoge pet van hen op. Profiteren van andermans ellende, hoe dur ven ze! Marieke's stemt künkt nog boos als ze haar naam moet nemen voor de registratiedienst, maar dan schiet haar ineens iets te binnen. "Weet u misschien ook of er famiUeleden van ons hier naartoe zijn gebracht?" vraagt ze opgewonden. "De zal even snel de lijsten bekijken", antwoordt de sympathieke vrouw en geconcentreerd laat ze haar ogen over de lijsten met namen gaan. "Ik heb hier twee De Vissers, Bertus en Toon uit Kortgene, is dat soms familie van je?" Teleurgesteld schudt Marieke haar hoofd. "Je moet niet wanhopen meisje", zegt de vrouw be moedigend, "er komen iedere dag tientallen evacués biimen, dus moed houden, kind." Dan stuurt ze Marieke met haar zusje en broertje naar een grote ruimte, waar kleding en brood worden uitge deeld en hierna worden ze met een gevulde maag alle drie vluchtig door een dokter onderzocht. Gelukkig hebben ze niets opgelopen in die afschuwelijke kou en opgelucht zoeken ze na het onderzoek een plaatsje in de enorme hal, waar het zwart ziet van de mensen. Onverwachts wordt Marieke op haar schouder geklopt en ze is blij verrast als ze in de bekende blauwe ogen van Cor kijkt. "Ik was al bang, dat ik je niet meer zou zien", zegt hij hartelijk en schuift naast haar op het bed. "Wat een drukte is het hier hè, ik hoop dat we niet lang in deze hal hoeven te blijven!" Peinzend staart hij voor zich uit en vraagt dan voor zichtig: "Heb jij al geïnformeerd naar jouw familie?" Marieke knikt en haar teleurgestelde blik zegt hem genoeg. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 5