Oude Tonge
EiiArnMaf-niEuws
Slachtoffers Jozefdreef 1953
Een dreef is een brede land
weg, in beperktere betekenis
is een dreef een niet openbare
weg door bouwland of wei
land. In sommige dorpen op
Goeree-Overflakkee wijst een
straatnaam op een ter plaatse
gelegen hebbende dreef zoals:
Boomgaarddreef, Bosdreef,
Kaaidreef, Noordzijdsedreef
en Sint Nicolaasdreef. In
Oude Tonge bestaat de Jozef-
dreef als straatnaam. De
Jozefdreef was een doodlo
pende zijweg van de School
straat. Erg lang was de Jozef
dreef niet. Links vooraan
stond een blokje van vijf
woningen en verder stonden
er zowel links als rechts een
aantal vrijstaande woningen.
Het weggetje zag er zeer lan
delijk uit met verschillende
perceeltjes hofland en ver
scheidene varkensschuurtjes.
Aanvulling op deel 26
Naam
Geb.jaar
Jozefdreef
1Jacobus A. Brands
1872
3
2. Johanna Brands-Dingenouts
1867
3
3. Cornelia W. Brands
1902
3
4. Cornelia Brands
1939
3
5. Comeüa Jochems-Tuns
1913
5
6. Wilhelmina G. M. Jochems
1945
5
7. Goverdina Joh. Jochems
1947
5
8. Johanna L. H. Jochems
1950
5
9. Francisus M. Tuns
1880
7
10. Goverdina Tuns-PoUemans
1882
7
11. Gerbrand M. Berk
1890
9
12. Hendrik Kievit
1904
11
13. Janna Kievit-Paasse
1905
11
14. Jan Kievit
1933
11
15. Henderina Kievit
1936
11
16. Neeltje Kievit
1941
lï
17. Petrus Stassen
1927
13
18. Janna Stassen-Jansen
1923
13
19. Petronella J. Stassen
1951
13
20. Andreas Stassen
1952
13
21. Pieter Koert
1885
17
22. LeendertLos
1882
19
23. Maria Los-de Vos
1884
19
24. Pietemella Pollemans-Tuns
1876
6
25. Catharina A. Kersten-Buijs
1926
10
26. Martinus J. M. Kersten
1848
10
27. Aartje de Koning
1889
12
28. Cornelia M. Winkels-Huijsmans
1927
14
29. Johanna M. Th. Winkels
1848
14
30. Wilhelmus A.A. Winkels
1949
14
31. Maria J. P. Winkels
1951
14
32. Lieven de Vos
1913
18
33. Adrianus P. de Vos
1939
18
34. Arend de Vos
1943
18
35. Adriana L. de Vos
1945
18
36. Jan de Vos
1952
18
PAGINA 13
DINSDAG 24 DECEMBER 2002
De Ramp van 1953
(deel 31)
Dat juist in deze dreef naar verhouding
zoveel mensen zouden omkomen viel niet
zo gauw te verwachten te meer niet daar
deze dreef haaks lag op de Molendijk. Bij
elkaar verdronken daar 36 buurtgenoten.
Op de hoek Schoolstraat-Jozefdreef stond
ieen boerderijtje dat in 1859 was gebouwd
door de familie Hartog. Maar ten tijde van
;de Ramp woonde er Mattheus Vogel die
gehuwd was met Johanna Hartog. Zij had
den een dochter, Kariha Maria. Ina zoals zij
werd genoemd was toen een meisje van
vijftien jaar. Die zaterdagavond was Ina met
een aantal vriendinnen naar het dorp
geweest.
Dat was voor de jeugd uit die tijd een goede
gewoonte. Heel vaak werden dan de eerste
contacten gelegd tussen jongens en meisjes
waaruit vele huwelijken zijn voortgekomen.
D'n Diek in MiddeÜiamis kreeg zelfs de bij
naam van huweUjksmarkt. Maar vanwege
de stormachtige wind en de indringende
koude gingen de jongeren wat eerder naar
huis dan anders. Ina liep regelrecht naar de
familie van Leen Los. Daar waren haar
ouders op visite, want buurvrouw Maria
Los-de Vos was jarig. Beide mensen zouden
die nacht verdrinken.
Los woonde aan de rechterkant van de
Jozefdreef, de kant waar ook de familie van
Lieven de Vos woonde.
Toen de kleine familie Vogel thuis in diepe
slaap te rusten lag werd er luid op de deur
geklopt. Vrouw de Been-Hartog, een tante
van Ina, kwam waarschuwen voor dijkdoor
braken. "De Suijspolder is al ingevloeid",
waarschuwde haar tante. Ze sprongen dade
lijk uit bed en kleedden zich aan. Met zijn
drieën hepen ze naar de gezusters Mientje
en Kee Vogel die op de Kaai woonden.
Teeuw Vogel wilde eerst gaan helpen om de
spongen te zetten, maar hij keerde vrij snel
terug. Daarna is hij teruggegaan naar de
Nieuwstraat waar hij in de stal zijn tien
koeien begon los te snijden. Deze dieren
werden naar de Molendijk gebracht. Een
klein aantal van deze koeien is later gered.
Toen het water de Schoolstraat en de Jozef
dreef binnenstroomde gingen enkele gezin
nen naar de Molendijk. De overigen zochten
noodgedwongen hun toevlucht op de zol
ders.
Ina Vogel herinnerde zich nog heel goed dat
Lauw Hameete op de Molendijk zijn sokken
had uitgetrokken en deze stond uit te wrin
gen. Toen stond het water nog niet zo hoog.
Een geheel ander beeld vormde het lichaam
van een verdronken man die op zijn matras
op de Molendijk was aangespoeld. Die man
was de tachtigjarige Aren van der Spaan die
bij de familie van Willem de Gast inwonend
was. Ook De Gast en zijn vrouw zijn ver
dronken.
Lauw Hameete woonde in het rijtje van vijf
Gerekend vanaf de Schoolstraat woonden
daar de famUies: Van Mourik, Westdijk,
Brands, Hameete en Jochems. Bij de familie
Brands verdronken vier mensen en bij de
familie Jochems ook vier. Riek Bruins had
verkering met Hans Westdijk en sliep die
nacht bij Hans thuis in de Jozefdreef Zij
waren op tijd aan de dijk gekomen. Maar het
verschrikkelijke drama dat had plaats gevon
den aan de Stationsweg waar Riek woonde,
kostte het leven van haar vader en haar moe
der met drie broertjes en twee zusjes.
Riek is later met Hans Westdijk in het
huwelijk getreden. Helaas is Riek Bruinse
op een verschrikkelijke manier om het leven
gekomen door aanraking met een onder
stroom staande wasmachine. Haar man
Hans Westdijk woont nog in Oude Tonge.
Over het gruwelijk lot dat de familie van
Lieven de Vos deelachtig is geworden hoop
ik later meer te kunnen schrijven. Job van
Gurp, Koen Ouwens, Matth. Vogel, Cor van
de Tonnekreek en nog andere stoutmoedige
redders hebben alles geprobeerd wat in hun
vermogen heeft gelegen om deze arme
famiHe alsnog te redden waar zij konden
door de helse omstandigheden niet bij deze
ongelukkigen komen. Ik hoop en vertrouw
op Job van Gurp.
Teeuw Vogel, van schippersafkomst, heeft
Oude Tonge niet verlaten. Hij heeft zich
destijds dienstbaar gemaakt bij het begraven
van de gevonden slachtoffers en het zoeken
en ruimen van cadavers. Dat laatste werk
deed hij met militairen die Oude Tonge te
hulp waren geschoten.
Ina Vogel is gehuwd met Jan Mackloet uit
Hetzelfde boerenspul na de Ramp. Rechts de toren van Oude Tonge.
Boerderij van defam. Vogel-Hartog, hoek Schoolstraat-Jozefdreef.
Nieuwe Tonge. Was Ina maar enigst kind,
zelf werd zij moeder van acht kinderen:
Henk, Anja, de tweeling Matthé en Ema,
Corina, Jan, Yvonne en Job.
Riek Luijendijk-Kamp uit Oude Tonge heeft
haar belevenissen tijdens de Ramp als volgt
beschreven;
Naar aanleiding van een foto in deel 26
waarop de woning van L. J. van Gurp,
Schoolstraat 31 te Oude Tonge stond, wilde
Riek een aanvulling geven. Dat wordt bij
zonder op prijs gesteld! Naast Van Gurp
woonde Kees Osseweijer op 32 en op 33
woonde Bram Kamp.
Bij Van Gurp waren alleen Job en Jacob
thuis, de rest van de familie verbleef elders.
Job en Jacob waren altijd vroeg op. Zij ver
zorgden de koeien die in een schuur op de
Molendijk stonden. (Over deze famiüe Van
Guip heb ik verhaald in het boek 'Bhjvend
Gedenken', hoofdstuk 13).
Kees Osseweijer is met vrouw en drie kin
deren: Leen, Piet en Zoetje op tijd kunnen
vluchten naar de Molendijk. Tussen hun
woning en die van Bram Kamp lag een slop.
Voorbij dat slop stond een blokje van drie
woningen. Vanaf het dorp gerekend werden
deze drie woningen bewoond door de fami
lies Bram Kamp, Kees Droger in het mid
den en verder Leen Polder
Kees Droger woonde met zijn dochter
Marie.
Leen Polder was gehuwd met Dina Holle-
man, zij hadden drie kinderen: Aatje, Arie
en Jannie.
Bram Kamp was gehuwd met Maria Maten,
zij hadden drie dochters: Riek, Mien en Stie-
ny. Vader Kamp was 's zaterdagsavonds nog
naar zijn broer Willem Kamp in de CapeUe-
weg geweest. Deze man zou daar in die vre
selijke nacht met zijn vrouw Adriana Note
boom en zijn zoon ComeUs (Kees) met vele
andere mensen verdrinken (zie deel 18).
Het stormde verschrikkelijk hard en zo nu
en dan viel er een hagelbui. Toen zij 's
avonds de laatste radioberichten hadden
beluisterd waarin gewaarschuwd werd voor
zeer hoge waterstanden, dachten zij toch dat
ze veilig waren.
De buitensluis in de haven van Oude Tonge
was hersteld dus die kon het hoge water wel
tegen houden. Dat bleek later inderdaad het
gevEil te zijn, maar het water kwam uit een
geheel andere hoek. Dat had men niet ver
wacht.
Bij Bram Kamp is men laat naar bed
gegaan. De vrienden van de dochters die
later de echtelieden zijn geworden bleven
bij Kamp slapen. Het was immers geen
weer om daar doorheen te gaan.
Ongeveer half zes in de morgen van 1 febru
ari werd de familie Kamp opgeschrikt door
geroep en geschreeuw. Moeder Kamp stapte
uit bed en stond gelijk in het water! Zij trok
de gordijnen open. Het was ongelooflijk wat
je toen zag, schreef Riek. Het water kwam
vanuit de Molenpolder als een heuse water
val over de dijk stromen. Op de Molendijk
stond de brandweerauto met loeiende sirene
en knipperhchten aan.
Kees Droger wUde met zijn dochter Marie
naar de dijk gaan. De jongens van Van Gurp
hebben deze mensen geholpen om ze door
het fel stromende water naar de dijk te bren
gen! Het water steeg toen zo snel dat ze bij
Kamp vlug naar boven gingen. Zij hadden
nog wel kans gezien om wat kleren van
beneden naar boven te brengen. De jongens
Adriaan en Arend en Stieny, de jongste
dochter van Kamp waren inmiddels opge
staan en hadden zich aangekleed. Ze trok
ken ook hun overjassen aan. Mien klapper-
tande van de kou en om warm te worden
ging zij op bed liggen. Helaas, het water
stroomde zelfs over de zolder heen. Vanaf
dat moment verkeerden zij in een alarme
rende situatie. Kamp zei toen: "dat gaat niet
goed, de druk van het water op de zolder
wordt te groot, we moeten het huis uitgaan
en op het dak klimmen!" Boven stond een
tafel die onder het dakraam werd geplaatst.
Mien stapte uit bed en direct daarna stortte
de zijmuur van de woning in en gelijk vielen
er vele stenen en gruis op dat bed en op de
zolder Vlug kroop men één voor één door
Staande op de Molendijk tegenover de Jozefdreef.
De twee meisjes v.l.n.r. Jaan van Gurp en Ina Vogel. (Drie foto's van K. M. Mackioet-Vogeli
het dakraam naar het dak. Daarbij hielpen ze
elkaar. Adriaan was de laatste en nadat hij
zich door het dakraam omhoog drukte sloeg
de tafel al van onder zijn voeten weg. Toen
Adriaan hoger op het dak wilde klimmen
brak het dak van het huis af. Hij kon nog net
op tijd Mien vastgrijpen anders was zij
onherroepeUjk in het water gevallen. De
famiüe van Leen Polder was ook naar het
dak gevlucht. Kamp riep: "Leen, gooi nu de
pannen van het dak anders is de last te
zwaar". De overigen spraken elkaar moed
in. Het was donker en ontzettend koud. Het
water stond tot aan de vierde rij pannen van
af de dakgoot! De huizen hadden een borst
wering van slechts zestig centimeter De
familie Kamp zat op de nok van het dak als
het ware als ruiter te paard. Ze smeten de
pannen eraf. Iedereen hielp mee. Men wilde
een vlot zien te krijgen, maar hoe? Plotse
ling ging het hele dak slingeren, het leek net
of zij op een deinend schip zaten. De voor
ste muur viel weg. Aan die kant van het huis
kwam het dak bijna verticaal te staan en zij
moesten zich goed vasthouden om er niet
van af te gUjden. Toen viel ook de achterste
muur eruit en kwam het dak even horizon
taal of plat te liggen. Bij de nok wUde het
geheel in tweeën breken. Vlug moest het
gewicht van de mensen op het dak worden
verdeeld. Op het voorste deel namen Kamp
met zijn vrouw en dochter Stieny en Leen
Polder met zijn vrouw en dochter Janny
plaats. De wind kreeg er vat op en in mini
mum van tijd dreven zij naar de Molendijk.
Zij waren de eerste bewoners van de School
straat die op een vlot aanspoelden en zij had
den verwacht dat de anderen achter hen aan
zouden komen drijven. Dat gebeurde echter
niet. Zij bleven met hun vlot of dakdeel
haken aan een stuk zolder waaraan een vaste
trap was bevestigd. Het was nog steeds don
ker en toen de ochtendschemering de nieuwe
dag aankondigde waren de achterblijvers aan
het tobben om hun vlot los te krijgen.
varen. Het vlot botste tegen het huis van
Wittekoek aan waar de stroom van het water
polderinwaarts gericht was. Echter ze dre
ven gelukkig voorlangs het huis in de
Schoolstraat en zette het vlot koers naar de
Molendijk. Op het vlot stond ongeveer der
tig centimeter water en het kwam bovendien
steeds dieper te üggen. Het vlot was in feite
overbeladen. Ze zagen dat het woonhuis van
Willem de Gast was weggespoeld. Man en
vrouw en een inwonende man waren daar
verdronken. Toen ze voorbij het huis van de
familie Fris kwamen stortte daar net de zij
muur in (zie deel 26).
Zij hoorden een vreselijk hulpgeroep maar
zij waren niet in staat om te kunnen helpen.
Het vlot was onbestuurbaar. Eindelijk dre
ven ze naar de dijk toe. Iedereen wilde tege-
Ujk van het vlot springen maar dat was te
gevaarlijk in verband met het uit balans
gaan van het vaartuig waardoor ze alsnog in
het ijskoude water terecht zouden zijn geko
men. Wat waren ze toch blij dat ze het had
den gered! Net als zovele doipsgenoten
werden zij bij de famiüe Van Schelven zeer
üefdevol ontvangen.
Ze kregen warm drinken, mochten de kleren
drogen en ze werden warm gewreven om de
bloedsomloop op gang te krijgen. De ouders
hadden werkeüjk gedacht dat hun kinderen
waren verdronken. Ze waren alles kwijt
geraakt maar dat telde niet. Op wat builen
en schrammen na hadden zij het er goed
afgebracht. Bram Kamp had echter in een
spijker getrapt en moest dus wel voorzichtig
zijn.
Nadat de mensen wat bekomen waien zijn
de mannen naar buiten gegaan om mensen
te helpen. De familie Kamp was zeer
ongerust over Willem Kamp. zijn boerde
rijtje was immers door het water wegge
slagen. In het Molensteegje zat Corstiaan
Kamp met elkf kinderen nog inn zijn half
in elkaar gezakt huis. Maar ze konden er
niet bij komen. Dat was enorm frustrerend
Schoolstraat v.l.n.r. Van Gurp, Osseweijer en bij het hekje het huis van Bram Kamp.
Er is nog een stukje te zien van het platte dak achter Van Gurp. il'oio: Rick lAiijcndijk-Kamp).
De twee vaders en de twee moeders dachten
dat hun kinderen zouden zijn verdronken.
Zij stonden doodsangsten uit. Met een stuk
balk probeerden zij het vlot vlot te krijgen,
maar het lukte niet.
Ineens stortte de zijmuur in van de woning
van Osseweijer Er viel nog wat puin op het
vlot. Zij probeerden nu achter langs de nog
overeind staande huizen te komen. Achter
bij Van Gurp was een aanbouw geplaatst
met een plat dak. Daar moesten zij om heen
zien te komen. Wie waren die zij?
Riek en Mien Kamp met hun vrienden Adri
aan en Arend en de kinderen Aatje en Arie
Polder, met zijn zessen dus. Als zij om die
aanbouw zouden gaan, üepen zij wel het
risico dat ze de polder het Oudeland van
Oude Tonge zouden worden ingedreven. De
jongens Adriaan en Arend probeerden uit
alle macht hen toch daar omheen te krijgen.
Mien hield de twee kinderen van Polder
vast. Riek verwijderde de paimen en het
puin van het vlot. Adriaan stond zo kort aan
de rand van het vlot dat Mien hem bij de
süppen van zijn lange overjas vastiiield. Ze
was bang dat hij anders in het water zou
vaUen. De storm hield aan en de golven
zwiepten hoog op! Steeds viel er een hagel-
of een sneeuwbui. Ook die elementen moes
ten worden getrotseerd. Toen het ücht
geworden was kon men vanaf de Molendijk
het zwoegende groepje jonge mensen op dat
gammele vlot nog steeds niet zien. Al die
tijd hielden de kinderen zich rustig, een con
statering die schrijver dezes steeds weer
heeft aangetroffen als het om kinderen ging
onder die verschrikkeüjke omstandigheden.
Mocht het vlot gaan zinken of mocht het uit
elkaar vaUen dan zouden zij proberen op het
platte dak bij Van Gurp te komen. De
afspraak werd gemaakt dat ze elkaar dan
heel goed zouden vasthouden. Echter na
ongeveer vier en een half uur strijd te heb
ben geleverd, begon het vlot te drijven en
konden ze snel voorbij het aanbouwsel heen
voor het geteisterde volk van Oude
Tonge!
De familie Kardux en de famiüe Wittekoek
zaten nog op hun zolder Nier Krouwer en
Bram Fase met hun gezinnen woonden op
de dijk maar de huizen dreigden ook daar in
te storten.
Bij de famiüe Jan Poüemans stonden zij met
zestien mensen op het platte dak van de
nieuwe keuken, de rest van de woning was
ingestort. Vanzelfsprekend werden eerst de
urgentste gevallen geholpen waar dat maar
kon. Op de duur werd het bij Van Schelven
erg vol. Bram Kamp is met zijn famUie gaan
verhuizen naai' café De Weerd op de Kaai en
naar café Van de Tonnekreek. Riek en Adri
aan zorgden daar al spoedig voor koffie en
soep want Karel kon het zelf niet meer aan.
Toen de voorraad op was werd later de kof
fie geleverd door de familie De Korte. Die
beschikte nog over deugdeüjk drinkwater
Soms was het water enigszins brak, maar
dokter Voogd had gezegd "dat hindert niet,
als het maar warm is".
Dokter Voogd nam zelf geen tijd om wat
warms te drinken. "Wat heeft die man
gewerkt!" schreef Riek Kamp. Samen met
zijn vrouw hebben zij de gewonden ver
zorgd en wat deden zij al niet meer!
Zuster Wereld wreef de mensen warm in de
keuken bij Karel van de Tonnekreek. Riek
en Adriaan stonden bij Karel achter de bar.
(wordt vervolgd)
D. Hoogzand
Van de redactie
In verband met de grote vraag naar levering
van extra Eilanden Nieuwsexemplaren met
afleveringen 'De Ramp van 1953', van de
hand van de heer Hoogzand, delen wij u
mee dat deze niet meer voorradig zijn.
Volgend jaar echter hoopt de auteur een
boek uit te geven waarin al deze bijdragen
zijn verzameld.