Brieven van Luther
^^■1 m wmÊÊÊÊsm m ■■■■i a
Beëindiging activiteiten St. Kerkconcerten G-O
d.m.v. orgelbespeling te Oude-Tonge
Dag 15 (vrijdag)
Dag 16 (zaterdag)
Dag 17 (zondag)
Dag 18 (maandag)
Dag 19 (dinsdag)
Dag 20 (woensdag)
Dag 21 (donderdag)
Dagboek Kenia
World Servants is een interkerkelijke
organisatie die met inzet van honder
den vrijwilligers bouwprojecten uit
voert in landen waar de nood groot is.
In twee of drie weken tijd bouwen
groepen jongeren en volwassenen met
de plaatselijke bevolking scholen, ker
ken, huizen en klinieken. Het doel van
World Servants is tweeledig. Ener
zijds gaat het om het bieden van struc
turele hulp aan mensen in nood,
anderzijds worden deelnemers heel
direct betrokken bij ontwikkelings
hulp. De slogan van World Servants is
dan ook: 'bouwen aan jezelf door te
bouwen voor een ander'. Deze zomer -
van 12 juli tot 1 augustus - ging Janti-
ne van Heemst uit Nieuwe Tonge mee
naar een project in Kenia. Voor het
Eilanden Nieuws hield zij een dag
boek bij. Vandaag het laatste uit
"Dagboek Kenia".
Wat gaat de tijd snel! Er is alweer bijna een
werkweek voorbij. De dagen vliegen voor
bij. De vierentwintig uur lijken een paar
minuten. Nog maar niet denken aan de
terugreis... De spreuk van de dag was 'Ze
kennen elkaar niet eens.." Zoals elke dag
werd het thema voor de GMG'tjes ingeluid
door het ophangen van een spreuk in de eet
zaal. Vandaag gaat het over het verschil tus
sen Nederlanders en Kenianen. De insteek
is: "Rare jongens, die Kenianen" en natuur
lijk ook andersom, "Rare jongens die Neder
landers". We bespreken de eigen-aardighe-
den van beide groepen en komen tot verras
sende conclusies. Wij zijn op z'n minst net
zo raar als die Kenianen! Als je probeert
door hun ogen te kijken zijn wij wel
erg...Nederlands. Wat daar goed op aan
sloot was het gesprek wat Tabitha en ik tij
dens de lunch hadden met Arie (staflid) en
Jasper (opzichter op de bouw). Dit gesprek
was door Arie geregeld omdat Tabitha en ik
ons stoorden aan de manier waarop je als
vrouw behandeld wordt door onder andere
de bouwlieden. Het commanderen en er
maar vanuit gaan dat we alles doen wat ze
zeggen, stoorde ons onnoemlijk. Door het
gesprek heb ik meer begrip gekregen voor
hun visie. Bij de Maasai is de man belangrij
ker omdat de vrouw in economisch opzicht
van hem afhankelijk is. Zij heeft geen bezit
tingen en geen enkel recht. Hoewel zij het
meeste werk verzet; ze bouwt het huis, haalt
water en brandhout, verzorgt het vee, voedt
de kinderen op, gaat naar de markt om even
tueel groente te verkopen etc. Dit zit al eeu
wen in hun cultuur en is moeilijk te verande
ren. De vrouw zal dus door deze positie en
afhankelijkheid zichzelf ook op die manier
zien. Daarnaast is het zo dat kinderen, voor
al jongens, opgevoed worden door 'de
gemeenschap' en vaak zelfs de naam van
hun eigen moeder niet kennen, zo kunnen ze
dus ook niet beïnvloed worden door haar.
Meisjes worden op zeer jonge leeftijd uitge
huwelijkt en gaan dan bij hun aanstaande
Op de foto met de buurmeisjes van de Girl's school.
schoonfamiUe wonen. We zijn niet echt
jaloers op de Maasai-meisjes. We vroegen
ons af of het bij christenen ook zo was. "Is
het niet zo dat er wederzijds respect moet
zijn?" Jasper beaamde dit wel. Hij is ook
getrouwd en vindt dat als je christen bent, je
je vrouw niet op die manier mag zien. Maar
hij herhaalde dat de cultuur die er heerst
moeilijk te veranderen is.
Weekend! Uitslapen dus... niet. Als je elke
ochtend gewekt wordt om zes uur met: 'Een
nieuwe dag is aangebroken, het is zes uur,
over een paar minuten gaat het licht aan..'
dan wordt je op een uitslaapdag ook wakker
om zes uur. Om half negen was er ontbijt.
Heerlijk zo'n rustig dagje, maar wel vreemd.
Opeens is strekt de dag zich voor je uit, leeg
en lang. Om 10:00 uur arriveerden de kap
sters uit Kajiado! Er was namelijk afgespro
ken dat zij bij een aeintal vlechtjes zouden
maken, 's Middags ben ik nog even naar
Nasha, Julia en Namayien geweest. We had
den zoveel lol woensdagavond met elkaar
gehad en ze wilden nog even doorpraten.
Toen ik op het terrein van de school kwam
hoorde ik dat de meisjes moesten studeren
voor hun examens, maar een aantal meisjes
uit lagere groepen wilden Julia wel roepen.
Julia, Nasha en Namayien waren hun slaap
zaal aan het schoonmaken en kleding aan het
wassen. Het was erg leuk om hen weer te
zien. We hebben wat zitten kletsen en adres
sen uitgewisseld. Ik zou hen waarschijnlijk
niet meer zien omdat we volgende week
Op weg naar de bouwplaats elke dag, halfuur heen en terug.
dinsdag al naar AmboseU zouden gaan.
Vanmorgen om half zeven gewekt. Rustig
ontbeten en ge-gmgd over de missie van
World Servants. En toen wachten. Wachten
op de bus die ons naar Nairobi zou brengen,
naar een kerkdienst. Voor het eerst regende
het een beetje en het was best koud. De bus
was uiteindelijk drie kwartier te laat. Voor
vertrek hebben we met elkaar gebeden. Vol
goede moed vertrokken we naar Nairobi.
De moed zakte ons al snel in de schoenen,
want bij elke heuvel begon de bus wat meer
te hijgen en te puffen, totdat hij helemaal
stilviel. We moesten allemaal uitstappen,
want de chauffeur zou naar het dichtstbij
zijnde dorp liften om een onderdeel te
komen voor de motor. Na een hele tijd
wachten, kwam de chauffeur terug, met de
onderdelen. He Was ging de rit verder ook
met horten en stoten. Bij iedere helling
hielden we onze adem in. De kap was van
de motor gehaald, die binnen in de bus zat
en aan het eind van de reis zat er één te stu
ren en de ander pompte benzine in de
motor. Gezond en heel arriveerden we in
Nairobi. Veel te laat voor de dienst. Om
vier uur Afrikaanse tijd (kwart over vier
dus) vertrokken we weer naar Kajiado. De
terugreis verliep wat vlotter dan de heen
reis.
Laatste bouwdag alweer. De bouwactivitei
ten worden afgerond, gereedschap schoon
gemaakt en de grond voor zover mogelijk
geëgaUseerd. Er is een bord ontworpen als
herinnering aan World Servants. Het logo
staat erop en het jaar dat het gebouw is neer
gezet, 2002 dus. Het ziet er mooi uit. Het dak
zit erop, de ramen zitten erin, de muren zijn
gestuukt. Ons werk is bijna af. Biimen wordt
het plafond afgetimmerd, de vloeren
geveegd en puin geruimd. Het is heel raar
om te zien dat je met 38 mensen in ongeveer
drie weken twee huizen kunt bouwen. Als ik
denk aan het moment dat we voor het eerst
op de bouwplaats stonden en we met elkaar
baden om alles wat we nodig zouden hebben
om te kunnen werken, dan denk ik dat we
rijk gezegend zijn. Er zijn geen ongelukken
gebeurd, iedereen is gezond gebleven, de
sfeer in de groep is geweldig en er staat nu
een gebouw, waardoor er weer gewerkt is
aan de infrastructuur, aan het helpen van
meisjes die gered worden van een te vroeg
huwelijk en op deze manier op een christe
lijke school kunnen bouwen aan de toe
komst, in allerlei opzichten.
Ruth komt ook kijken. Ze zegt dat ze ver
drietig is omdat we bijna vertrekken. Ze zal
ons missen als we weg zijn en alles weer bij
het oude is. Dat geldt ook voor mij
De dag van de overdracht en ons vertrek naar
Amboseü National Pare. Na het schoonma
ken en vullen van de drinkflessen vertrekken
we naar de school bij de bouwplaats om 'kin
derwerk' te doen. Met een hele groep gaan we
met de kinderen zingen, hen schminken en
hoeden maken. Ze vinden het prachtig, er
moeten zoveel mogelijk ballonnen en Imten
op. De kinderen zijn uitbundig, vooral als ze
allemaal een bellenblaas krijgen! Van groot
tot klein, ze zijn er heel zuinig op. Met de kin
deren lopen we naar de bouwplaats. Er staan
bankjes waar we kunnen plaatsnemen. De
kinderen komen tussen ons in zitten. Twee
meisjes zitten naast me, tijdens de toespraken,
die ze al snel zat zijn en ik geef ze geen onge
lijk, blazen ze bellen in de nek van andere
kinderen. Schrijven hun ballonnen vol,
maken tekeningen op mijn handen en vinden
mijn inmiddels toch wel bruine huid - dacht
ik - nog steeds een beetje raar. Zacht praten
ze over school en de asüikomende vakantie.
die links van me zit gaat wel naar huis,
naar haar ouders en broers en zusjes.Zij die
rechts zit, kan niet naar huis. Een beetje ver
drietig zegt ze dat ze haar ouders wel nüst,
maar dat het niet goed is om naar huis te gaan.
Ik praat er hiaar niet verder over. Na de toe
spraken van alle belangrijken, zag ik Ruth. Ze
had een cadeau voor me meegebracht. Op de
markt had ze een doek gekocht en deze door
de helft geknipt. De ene helft zou zij houden
en de andere helft kreeg ik mee. De vond het
erg lief van haar en kon de symboliek van dit
gebaar zeker waarderen. Het idee dat je
iemand met wie je drie weken lang bijna elke
dag gesproken hebt, hoogstwaarschijnlijk
nooit meer zal zien, is eigeidijk te definitief.
Ik wil wel teruggaan, maar waimeer.Ze
beloofde dat als ik terugkwam, ze me op zou
halen van het vUegveld in Nairobi. We lunch
ten voor de laatste keer in het schoolgebouw-
tje. De vooraanstaanden zaten aan tafel en wij
op bankjes. Het eten was erg lekker. Na de
lunch stonden de busjes klaar om naar Ambo
seU te gaan. Vlak voor vertrek bleek één van
de busjes kapot te zijn en moest die nog even
gerepareerd worden, maar dat was geen pro
bleem. We werden uitgezwaaid door de kin
deren, de gasten en de bouwUeden. Richting
Aboseli ruilden we het asfalt al snel in voor
zandweggetjes. We hobbelden in een razend
tempo langs kleine winkeltjes van hout, golf
platen en koemest en kwamen toen in een
kaal gebied zonder veel bebouwing. Enkele
manyatta's, Maasai, geiten en koeien reden
we voorbij. Vlak voor het park zagen we een
giraf. De Kilimanjaro kwam ook steeds dich
terbij. De besneeuwde top was verscholen
achter wat wolken. De omgeving was kaal en
droog, zand en stof kwam door de raampjes
naar binnen. Bij de ingang van het park moes
ten we even stoppen. Gelijk kwamen er men
sen op ons af die allerlei souvenirs wilden
verkopen. De prijzen waren meer afgestemd
op dure Amerikanen dan op arme Hollandse
studenten. Ondanks het afdingen waren de
prijzen toch aanmerkelijk hoger dan in de
omgeving van Kajiado. Het park was als de
rest van de omgeving, hoewel er iets meer
begroeiing leek te zijn. We hebben ongeveer
een uur rondgereden en heel veel moois
gezien. Olifanten, gnoes, verschillende
vogels, waterbuffels en een fantastische zons
ondergang.
We overnachtten in AmboseU Serena Lod
ge. Wat toch wel erg verschilde met ons
onderkomen in Kajiado. Deze cultuurschok
was groter dan toen we aankwamen in Kajia
do. De overdaad en luxe deden bijna onwer-
keUjk aan.
Vandaag toch weer om zes uur gewekt, niet
door een staflid maar door de receptie, voor
de ochtendsafari. Weer veel gezien, 's Mid
dags was er de mogeUjkheid om een faculta
tieve safari te doen. Na de lunch gaan we
terug naar Kajiado. We komen nog langs een
souvenirwinkeltje en onderweg zien we
weer giraffen, zebra's en struisvogels, 's
Avonds de bonte avond en kampvuur. We
gaan pas laat slapen.
Vanavond zitten we alweer in Holland. Na
het ontbijt vertrekken we, Namayien staat
buiten te wachten en geeft een brief mee. We
nemen afscheid van de meisjes en van Mia-
mia. In de busjes gaan we naar Nairobi. Het
is weer een wilde rit. Anthony, onze
chauffeur haalt Unks en rechts in. Auto's en
vrachtwagens halen ons in. We kijken even
raar op als een stationcar ons inhaalt. Het
aantal inzittenden Ujkt iets meer dan nor
maal; in de kofferbak is nog een bank gezet,
zo passen er toch weer vier extra in.
Nairobi komt veel te snel, de villa's, de half
afgebouwde huizen, de bomen, alles schiet
voorbij. We arriveren bij het vUegveld Jomo
Kenyatta. Nu is het moment dus echt aange
broken, na een paar uur wachten zuUen we
het Keniaans grondgebied inruilen voor het
luchtruim, op weg naar Amsterdam. De
vlucht duurt een half uur langer dan op de
heenweg, maar alles gaat goed. Het is vrij
helder. Rond een uur of zes 's avonds Ugt
HoUand onder ons. Het land keurig verdeeld
in rechthoekige stukjes groen en bruin.
Water, veel water en dan...windmolens,
Flakkee ligt onder ons. Op Schiphol bidden
we met eScaar en zingen "Love the Lord
your God, with all your heart and soul and
mind and all mankind.." Ons Ued, zo'n beet
je, na drie weken zingen voor het eten, na het
eten, onder de koude douche, op de bouw
plaats, fluitend op de fiets over de zandweg
getjes, samen zingen met de meisjes vorige
week woensdag... We nemen afscheid van
elkaar. Een paar uurtjes later rijden we Flak
kee op, het is stil op de weg, de zon is al half
onder, het is hier groen en er is water.
EINDE
(1)
De bekende kerkhervormer Maarten Luther
heeft naast vele grote en kleinere geschriften
en plm. 2300 preken, ook brieven nagelaten.
Schattingen over het aantal ervan lopen uit
een van 3000 tot 4000. Wij willen met u van
deze brieven kennis nemen. Uiteraard moet
daarbij grondig geselecteerd worden. Alleen
al het grote aantal vraagt daar om.
Juist uit brieven kan men iemand nader leren
kennen. Brieven dragen een persoonüjk
karakter. In een brief wordt soms rekenschap
gegeven van de gevoelens van de schrijver.
Zo leert men uit zijn brieven Luther op een
directe, persoonUjke wijze kennen.
Aan wie waren deze brieven gericht? Aan
allerlei personen, die in die tijd vooraan
stonden op staatkundig en kerkeUjk gebied.
Om enkele te noemen: Johan Braun, Johan
Lang, Erasmus, aartsbisschop Albrecht,
keurvorst Frederik de Wijze, paus Leo, von
Staupitz, Melanchton, George Spalatin. Het
grootste in aantal en het belangrijkste van
inhoud, zijn de brieven aan Spalatin. Ook
aan Johan Lang schreef Luther meermalen.
Spalatin en Lang waren goede vrienden van
Luther. Spalatin was sedert 1514 hofkape
laan van de keurvorst Frederik. Jarenlang
was hij de verbindingsman tussen het Hof en
de Universiteit van Wittenberg. Hij bemid
delde ook tussen de keurvorst en Luther. Als
zodanig was hij voor Luther van groot
belang. Met Johan Lang had Luther in Erfurt
gestudeerd. Daarna, vanaf 1511, waren zij
samen in Wittenberg werkzaam als docent
aan de theologische faculteit.
Eerst bezien we een aantal brieven die
samenhangen met de geestelijke arbeid en
strijd van Luther, om daarna aandacht te
geven aan brieven, die betrekking hebben op
het huweUjks- en famiUeleven van de her
vormer.
Als eerste wordt een brief afgedrukt, die in
verband staat met zijn priesterwijding op 2
mei 1507. Hij zal dan zijn eerste mis cele
breren. Luther heeft dat later beschreven als
een ernstige, diep ingrijpende gebeurtenis.
Voor deze plechtigheid had Luther ook
Johan Braun, rector in Eisenach uitgeno
digd. Deze had, toen Luther in Eisenach op
school ging, veel voor Luther betekend.
Braun was voor de jonge Maarten een vader-
Ujke vriend. De uitnodiging staat in een brief
van 22 april 1507. Luther schreef o.a. dit:
"Waar het de hoge God, Die in al zijn
werken heilig is, behaagd heeft, mij ellen
dige en onwaardige zondaar zo heerlijk te
verhogen en mij uit loutere erbarming
geroepen heeft tot zijn ambt, wil ik het mij
toebetrouwde ambt, zo goed mogelijk
trachten te vervullen, voor zover zo'n
beetje stof dat zou kunnen. Besloten is,
dat mijn eerste misbediening zal zijn op
de 4de zondag na Pasen, genaamd Can
tate. Deze dag is daarom gekozen, omdat
deze voor mijn vader gunstig ligt. Lieve
Vader, heer en broeder, als uw tijd, uw
kerkelijke verplichtingen en huiselijke
aangelegenheden het toelaten, vereert u
mij met uw komst en help mij door uw
tegenwoordigheid en uw gebeden, dat
mijn offer voor God welgevallig is.
Broeder Martinus Luther
uit Mansfeld.
Braun heeft de uitnodiging aanvaard en
was met de vader van Luther bij de plech
tigheid aanwezig. Luther senior kwam te
paard en bracht vrienden en familieleden
mee. Hoewel verzoend met zijn zoon, was
hij het nog steeds niet eens met de keuze
van Maarten om in het klooster te gaan. Hij
gaf daar ook blijk van. Het verhinderde
hem intussen niet, het klooster een flinke
gift te geven.
In Wittenberg
Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen,
was in Duitsland een machtig man. Hij zetel
de in Wittenberg, de stad met het indruk
wekkende vorstelijk Slot en de Allerheiligen
- of Slotkerk. Hij had het aanzien van de stad
verhoogd, door het Augustijner klooster te
laten bouwen en door de stichting van de
Universiteit in het jaar 1502. Volgens een
besluit van zijn orde, ging Luther naar Wit
tenberg. Aan de Universiteit aldaar zou hij
zijn studie voortzetten.
Op 9 maart 1509 behaalde hij de graad van
'baccalauran' in de theologie. Wie deze aca
demische titel behaalde, was bevoegd bijbel
se exegese te doceren. Aanvankelijk kreeg
Luther de opdracht les te geven in de scho
lastiek. Hij deed het niet van harte. Zijn
voorkeur ging duideUjk uit naar het doceren
van de theologie. Op 17 maart 1509 schrijft
Luther aan Braun, priester te Eisenach:
"Geliefde heer en vader.
Dat ik zonder een woord van u wegge
gaan ben, moet u niet verwonderen. Ik
moest zo plotseling vertrekken, dat ik bij
na aan mijn huisgenoten ontging. Ik wil
de aan u schrijven, maar gebrek aan tijd
hebben het verhinderd. Zo ben ik dan nu
op bevel of althans met de wil der heren
in Wittenberg. Wilt u weten hoe het met
mij gaat, de Heere zij dank, ik maak het
goed. Maar het vak filosofie is mij opge
drongen. Van het begin af had ik deze het
liefst geruild voor de theologie. Ik denk
dan aan een theologie, die de kern van de
noot, het binnenste van de graankorrel,
het merg van het been doordringt. Maar
God is God, wij mensen dwalen vaak, ja
steeds in onze beraadslagingen. Deze is
onze God, Hij zal ons steeds leiden in
zachtmoedigheid
Wittenberg, aan de voor
avond van Zondag Oculi;
broeder Martinus Luther,
Augustijn.
In de herfst van 1509 werd Luther naar de
Universiteit van Erfurt teruggeroepen. In
1511 reisde hij als vertrouwensman van von
Staupitz, overste van de orde, naar Rome.
Deze reis stond in verband met een in de
orde ontstane strijd, die door de curie diende
te worden beslecht.
Veel van wat Luther in Rome zag, stond hem
tegen. In deze heilige stad was veel onthei
ligd. Desondanks bleef zijn overtuiging
omtrent Paus en Kerk ongeschikt. In Witten
berg werd hij in 1512 doctor in de theologie.
Het was Karlstadt, docent aan de Hoge
school in Wittenberg, die Luther de doctors
hoed- en ring overhandigde. Toen von Stau
pitz zich in 1512 terugtrok, volgde Luther
hem als hoogleraar op.
Bolnes, H. Hartman
Op D.V. zaterdag 14 september 2002
hoopt Rinus Verhage een orgelbespe
ling te verzorgen op het prachtige
Frobenius-orgel in de Ned. Hervorm
de kerk te Oude-Tonge. De aanvang is
20.00 uur en de toegangsprijs
bedraagt 4 euro voor volwassenen en
2 euro voor 65 plussers en scholieren.
Kinderen tot en met twaalf jaar
mogen gratis naar binnen. Het con
cert wordt georganiseerd door de
Stichting Kerkconcerten G-O.
Zo'n veertig jaar geleden werd de gang naar
de notaris gemaakt voor de oprichting van de
'Stichting Kerkconcerten Goeree-Overflak-
kee'. De toenmaUge initiatiefnemers waren
o.a. Arie J. Keijzer, destijds musicus te Mid-
delhamis, en de heren Jan Dambruin en
Peter Wessels. AanvankeUjk begon men met
het organiseren van orgelconcerten, vooma-
meUjk in de Ned. Hervormde kerk van Mid-
delhamis en na de bouw van het Frobenius-
orgel in 1966 ook in Oude-Tonge.
Toen Arie J. Keijzer, ondermeer vanwege
zijn benoeming als Doelenorganist te Rotter
dam, van het eiland vertrok, werd de voor
zittershamer overgenomen door musicus Jan
van Dijk, die Keijzer opvolgde als organist
te Middelhamis. Vanaf die tijd verbreedde
de Stichtmg haar horizon en werden ook
koorconcerten georganiseerd (o.a. oratoria,
uitgevoerd door de C.O.V. 'Middelhamis'
en met medewerking van diverse orkesten
en soUsten) en concerten voor allerlei
kamermuzikale bezettingen. NatuurUjk ble
ven de orgelbespeUngen als een rode draad
tussen de activiteiten doorlopen, maar ook
hier werd gezocht naar zoveel mogeüjk
variatie door met grote regelmaat het orgel te
combineren met andere instrumenten.
Nadat Jan van Dijk, vanwege zijn benoe
ming als directeur aan de Muziekschool te
Barendrecht, ook van het eUand vertrokken
was, nam Rinus Verhage de voorzittersha
mer ter hand. Het bestuur van de Stichting
Kerkconcerten bestaat op dit moment uit
Rien Abramse, Jaap de Bonte, Nelleke Dil-
Ungh, Jan-WiUem van Herpen, Tini Ooster-
huis en Rinus Verhage. Ook dit bestuur heeft
zich vele jaren met groot enthousiasme inge
zet om in diverse kerkgebouwen allerlei
kwaUteitsmuziek te laten klinken. Muziek
die, mede dankzij subsidies van de vier
gemeenten van Goeree-Overflakkee, tegen
betaling van een niet al te hoge toegangsprijs
beluisterd kon worden.
De tijd lijkt nu echter rijp voor de beëindi
ging van deze activiteiten. Gelukkig wordt
er stevig nagedacht over nieu
we initiatieven en vormen,
en hopeUjk komt het tot
een sprankelende
doorstart. Een en
ander neemt echter
niet weg dat het bestuur
van de Stichting Kerkcon
certen toch wel met pijn in het
hart heeft moeten besluiten om per 31
december 2002 te stoppen omdat haar for
mule bUjkbaar niet meer aanspreekt.
Het leek het bestuur stijlvol om haar series
zo ongeveer af te sluiten zoals het begonnen
is: met een orgelconcert. Het programma
bestaat uit verzoeken van de huidige stich-
tingsleden en ziet er als volgt uit:
Op verzoek van Rien Abramse wordt
gespeeld: Praeludium in e, Nicolaus
Bnihns (1665-1697);
op van verzoek van Tini Oosterhuis: 'Ich ruf
zu Dir' BWV 629 en 'Nun komm der
Heiden Heiland' BWV 659, Johann
Sebastian Bach (1685-1750);
op verzoek van Jan-Willem van Herpen:
'Jesu, meine Freude', Ernst Friedrich
Richter (1808-1879) en Praeludium
(augustus 2001), Jan-Willem van Herpen
(1974);
op verzoek van Rinus Verhage: Partite
diverse sopra 'Ach, was soil ich Sunder
machen' BWV 770, Johann Sebastian
Bach;
op verzoek van NeUeke DilUngh: Toccata in
a, Johann Ludwig Krebs (1713-1780), en
verzoek van Jaap de Bonte: Introduktion
und PassacagUa in d, Max Reger (1873-
1916).
Graag willen wij u in het bijzonder attende
ren op de compositie van Jan-Willem van
Herpen. Drs. Van Herpen studeerde muziek
wetenschappen te Utiecht en houdt zich al
enkele jaren bezig met de kunst van het com
poneren. Zijn Praeludium wordt in dit con
cert ten doop gehouden en de componist zal
zelf zijn werk toelichten.
Evenals altijd heten wij u bij voorbaat harte-
üjk welkom en hopen dat u met ons wilt
genieten van deze prachtige muziek en van
het bijzonder fraaie instrument; een instru
ment dat er na de grote onderhoudsbeurt
door de fa. ReU in dit voorjaar weer bijstaat
en klinkt alsof het opnieuw 1966 is en het
zojuist is opgeleverd. Zelfs het instrument
helpt er zo in zekere zin aan mee om op deze
manier voor de Stichting Kerkconcerten
'Goeree-Overflakkee' de cirkel rond te krij
gen.