Brieven van Luther ^^■1 m wmÊÊÊÊsm m ■■■■i a Beëindiging activiteiten St. Kerkconcerten G-O d.m.v. orgelbespeling te Oude-Tonge Dag 15 (vrijdag) Dag 16 (zaterdag) Dag 17 (zondag) Dag 18 (maandag) Dag 19 (dinsdag) Dag 20 (woensdag) Dag 21 (donderdag) Dagboek Kenia World Servants is een interkerkelijke organisatie die met inzet van honder den vrijwilligers bouwprojecten uit voert in landen waar de nood groot is. In twee of drie weken tijd bouwen groepen jongeren en volwassenen met de plaatselijke bevolking scholen, ker ken, huizen en klinieken. Het doel van World Servants is tweeledig. Ener zijds gaat het om het bieden van struc turele hulp aan mensen in nood, anderzijds worden deelnemers heel direct betrokken bij ontwikkelings hulp. De slogan van World Servants is dan ook: 'bouwen aan jezelf door te bouwen voor een ander'. Deze zomer - van 12 juli tot 1 augustus - ging Janti- ne van Heemst uit Nieuwe Tonge mee naar een project in Kenia. Voor het Eilanden Nieuws hield zij een dag boek bij. Vandaag het laatste uit "Dagboek Kenia". Wat gaat de tijd snel! Er is alweer bijna een werkweek voorbij. De dagen vliegen voor bij. De vierentwintig uur lijken een paar minuten. Nog maar niet denken aan de terugreis... De spreuk van de dag was 'Ze kennen elkaar niet eens.." Zoals elke dag werd het thema voor de GMG'tjes ingeluid door het ophangen van een spreuk in de eet zaal. Vandaag gaat het over het verschil tus sen Nederlanders en Kenianen. De insteek is: "Rare jongens, die Kenianen" en natuur lijk ook andersom, "Rare jongens die Neder landers". We bespreken de eigen-aardighe- den van beide groepen en komen tot verras sende conclusies. Wij zijn op z'n minst net zo raar als die Kenianen! Als je probeert door hun ogen te kijken zijn wij wel erg...Nederlands. Wat daar goed op aan sloot was het gesprek wat Tabitha en ik tij dens de lunch hadden met Arie (staflid) en Jasper (opzichter op de bouw). Dit gesprek was door Arie geregeld omdat Tabitha en ik ons stoorden aan de manier waarop je als vrouw behandeld wordt door onder andere de bouwlieden. Het commanderen en er maar vanuit gaan dat we alles doen wat ze zeggen, stoorde ons onnoemlijk. Door het gesprek heb ik meer begrip gekregen voor hun visie. Bij de Maasai is de man belangrij ker omdat de vrouw in economisch opzicht van hem afhankelijk is. Zij heeft geen bezit tingen en geen enkel recht. Hoewel zij het meeste werk verzet; ze bouwt het huis, haalt water en brandhout, verzorgt het vee, voedt de kinderen op, gaat naar de markt om even tueel groente te verkopen etc. Dit zit al eeu wen in hun cultuur en is moeilijk te verande ren. De vrouw zal dus door deze positie en afhankelijkheid zichzelf ook op die manier zien. Daarnaast is het zo dat kinderen, voor al jongens, opgevoed worden door 'de gemeenschap' en vaak zelfs de naam van hun eigen moeder niet kennen, zo kunnen ze dus ook niet beïnvloed worden door haar. Meisjes worden op zeer jonge leeftijd uitge huwelijkt en gaan dan bij hun aanstaande Op de foto met de buurmeisjes van de Girl's school. schoonfamiUe wonen. We zijn niet echt jaloers op de Maasai-meisjes. We vroegen ons af of het bij christenen ook zo was. "Is het niet zo dat er wederzijds respect moet zijn?" Jasper beaamde dit wel. Hij is ook getrouwd en vindt dat als je christen bent, je je vrouw niet op die manier mag zien. Maar hij herhaalde dat de cultuur die er heerst moeilijk te veranderen is. Weekend! Uitslapen dus... niet. Als je elke ochtend gewekt wordt om zes uur met: 'Een nieuwe dag is aangebroken, het is zes uur, over een paar minuten gaat het licht aan..' dan wordt je op een uitslaapdag ook wakker om zes uur. Om half negen was er ontbijt. Heerlijk zo'n rustig dagje, maar wel vreemd. Opeens is strekt de dag zich voor je uit, leeg en lang. Om 10:00 uur arriveerden de kap sters uit Kajiado! Er was namelijk afgespro ken dat zij bij een aeintal vlechtjes zouden maken, 's Middags ben ik nog even naar Nasha, Julia en Namayien geweest. We had den zoveel lol woensdagavond met elkaar gehad en ze wilden nog even doorpraten. Toen ik op het terrein van de school kwam hoorde ik dat de meisjes moesten studeren voor hun examens, maar een aantal meisjes uit lagere groepen wilden Julia wel roepen. Julia, Nasha en Namayien waren hun slaap zaal aan het schoonmaken en kleding aan het wassen. Het was erg leuk om hen weer te zien. We hebben wat zitten kletsen en adres sen uitgewisseld. Ik zou hen waarschijnlijk niet meer zien omdat we volgende week Op weg naar de bouwplaats elke dag, halfuur heen en terug. dinsdag al naar AmboseU zouden gaan. Vanmorgen om half zeven gewekt. Rustig ontbeten en ge-gmgd over de missie van World Servants. En toen wachten. Wachten op de bus die ons naar Nairobi zou brengen, naar een kerkdienst. Voor het eerst regende het een beetje en het was best koud. De bus was uiteindelijk drie kwartier te laat. Voor vertrek hebben we met elkaar gebeden. Vol goede moed vertrokken we naar Nairobi. De moed zakte ons al snel in de schoenen, want bij elke heuvel begon de bus wat meer te hijgen en te puffen, totdat hij helemaal stilviel. We moesten allemaal uitstappen, want de chauffeur zou naar het dichtstbij zijnde dorp liften om een onderdeel te komen voor de motor. Na een hele tijd wachten, kwam de chauffeur terug, met de onderdelen. He Was ging de rit verder ook met horten en stoten. Bij iedere helling hielden we onze adem in. De kap was van de motor gehaald, die binnen in de bus zat en aan het eind van de reis zat er één te stu ren en de ander pompte benzine in de motor. Gezond en heel arriveerden we in Nairobi. Veel te laat voor de dienst. Om vier uur Afrikaanse tijd (kwart over vier dus) vertrokken we weer naar Kajiado. De terugreis verliep wat vlotter dan de heen reis. Laatste bouwdag alweer. De bouwactivitei ten worden afgerond, gereedschap schoon gemaakt en de grond voor zover mogelijk geëgaUseerd. Er is een bord ontworpen als herinnering aan World Servants. Het logo staat erop en het jaar dat het gebouw is neer gezet, 2002 dus. Het ziet er mooi uit. Het dak zit erop, de ramen zitten erin, de muren zijn gestuukt. Ons werk is bijna af. Biimen wordt het plafond afgetimmerd, de vloeren geveegd en puin geruimd. Het is heel raar om te zien dat je met 38 mensen in ongeveer drie weken twee huizen kunt bouwen. Als ik denk aan het moment dat we voor het eerst op de bouwplaats stonden en we met elkaar baden om alles wat we nodig zouden hebben om te kunnen werken, dan denk ik dat we rijk gezegend zijn. Er zijn geen ongelukken gebeurd, iedereen is gezond gebleven, de sfeer in de groep is geweldig en er staat nu een gebouw, waardoor er weer gewerkt is aan de infrastructuur, aan het helpen van meisjes die gered worden van een te vroeg huwelijk en op deze manier op een christe lijke school kunnen bouwen aan de toe komst, in allerlei opzichten. Ruth komt ook kijken. Ze zegt dat ze ver drietig is omdat we bijna vertrekken. Ze zal ons missen als we weg zijn en alles weer bij het oude is. Dat geldt ook voor mij De dag van de overdracht en ons vertrek naar Amboseü National Pare. Na het schoonma ken en vullen van de drinkflessen vertrekken we naar de school bij de bouwplaats om 'kin derwerk' te doen. Met een hele groep gaan we met de kinderen zingen, hen schminken en hoeden maken. Ze vinden het prachtig, er moeten zoveel mogelijk ballonnen en Imten op. De kinderen zijn uitbundig, vooral als ze allemaal een bellenblaas krijgen! Van groot tot klein, ze zijn er heel zuinig op. Met de kin deren lopen we naar de bouwplaats. Er staan bankjes waar we kunnen plaatsnemen. De kinderen komen tussen ons in zitten. Twee meisjes zitten naast me, tijdens de toespraken, die ze al snel zat zijn en ik geef ze geen onge lijk, blazen ze bellen in de nek van andere kinderen. Schrijven hun ballonnen vol, maken tekeningen op mijn handen en vinden mijn inmiddels toch wel bruine huid - dacht ik - nog steeds een beetje raar. Zacht praten ze over school en de asüikomende vakantie. die links van me zit gaat wel naar huis, naar haar ouders en broers en zusjes.Zij die rechts zit, kan niet naar huis. Een beetje ver drietig zegt ze dat ze haar ouders wel nüst, maar dat het niet goed is om naar huis te gaan. Ik praat er hiaar niet verder over. Na de toe spraken van alle belangrijken, zag ik Ruth. Ze had een cadeau voor me meegebracht. Op de markt had ze een doek gekocht en deze door de helft geknipt. De ene helft zou zij houden en de andere helft kreeg ik mee. De vond het erg lief van haar en kon de symboliek van dit gebaar zeker waarderen. Het idee dat je iemand met wie je drie weken lang bijna elke dag gesproken hebt, hoogstwaarschijnlijk nooit meer zal zien, is eigeidijk te definitief. Ik wil wel teruggaan, maar waimeer.Ze beloofde dat als ik terugkwam, ze me op zou halen van het vUegveld in Nairobi. We lunch ten voor de laatste keer in het schoolgebouw- tje. De vooraanstaanden zaten aan tafel en wij op bankjes. Het eten was erg lekker. Na de lunch stonden de busjes klaar om naar Ambo seU te gaan. Vlak voor vertrek bleek één van de busjes kapot te zijn en moest die nog even gerepareerd worden, maar dat was geen pro bleem. We werden uitgezwaaid door de kin deren, de gasten en de bouwUeden. Richting Aboseli ruilden we het asfalt al snel in voor zandweggetjes. We hobbelden in een razend tempo langs kleine winkeltjes van hout, golf platen en koemest en kwamen toen in een kaal gebied zonder veel bebouwing. Enkele manyatta's, Maasai, geiten en koeien reden we voorbij. Vlak voor het park zagen we een giraf. De Kilimanjaro kwam ook steeds dich terbij. De besneeuwde top was verscholen achter wat wolken. De omgeving was kaal en droog, zand en stof kwam door de raampjes naar binnen. Bij de ingang van het park moes ten we even stoppen. Gelijk kwamen er men sen op ons af die allerlei souvenirs wilden verkopen. De prijzen waren meer afgestemd op dure Amerikanen dan op arme Hollandse studenten. Ondanks het afdingen waren de prijzen toch aanmerkelijk hoger dan in de omgeving van Kajiado. Het park was als de rest van de omgeving, hoewel er iets meer begroeiing leek te zijn. We hebben ongeveer een uur rondgereden en heel veel moois gezien. Olifanten, gnoes, verschillende vogels, waterbuffels en een fantastische zons ondergang. We overnachtten in AmboseU Serena Lod ge. Wat toch wel erg verschilde met ons onderkomen in Kajiado. Deze cultuurschok was groter dan toen we aankwamen in Kajia do. De overdaad en luxe deden bijna onwer- keUjk aan. Vandaag toch weer om zes uur gewekt, niet door een staflid maar door de receptie, voor de ochtendsafari. Weer veel gezien, 's Mid dags was er de mogeUjkheid om een faculta tieve safari te doen. Na de lunch gaan we terug naar Kajiado. We komen nog langs een souvenirwinkeltje en onderweg zien we weer giraffen, zebra's en struisvogels, 's Avonds de bonte avond en kampvuur. We gaan pas laat slapen. Vanavond zitten we alweer in Holland. Na het ontbijt vertrekken we, Namayien staat buiten te wachten en geeft een brief mee. We nemen afscheid van de meisjes en van Mia- mia. In de busjes gaan we naar Nairobi. Het is weer een wilde rit. Anthony, onze chauffeur haalt Unks en rechts in. Auto's en vrachtwagens halen ons in. We kijken even raar op als een stationcar ons inhaalt. Het aantal inzittenden Ujkt iets meer dan nor maal; in de kofferbak is nog een bank gezet, zo passen er toch weer vier extra in. Nairobi komt veel te snel, de villa's, de half afgebouwde huizen, de bomen, alles schiet voorbij. We arriveren bij het vUegveld Jomo Kenyatta. Nu is het moment dus echt aange broken, na een paar uur wachten zuUen we het Keniaans grondgebied inruilen voor het luchtruim, op weg naar Amsterdam. De vlucht duurt een half uur langer dan op de heenweg, maar alles gaat goed. Het is vrij helder. Rond een uur of zes 's avonds Ugt HoUand onder ons. Het land keurig verdeeld in rechthoekige stukjes groen en bruin. Water, veel water en dan...windmolens, Flakkee ligt onder ons. Op Schiphol bidden we met eScaar en zingen "Love the Lord your God, with all your heart and soul and mind and all mankind.." Ons Ued, zo'n beet je, na drie weken zingen voor het eten, na het eten, onder de koude douche, op de bouw plaats, fluitend op de fiets over de zandweg getjes, samen zingen met de meisjes vorige week woensdag... We nemen afscheid van elkaar. Een paar uurtjes later rijden we Flak kee op, het is stil op de weg, de zon is al half onder, het is hier groen en er is water. EINDE (1) De bekende kerkhervormer Maarten Luther heeft naast vele grote en kleinere geschriften en plm. 2300 preken, ook brieven nagelaten. Schattingen over het aantal ervan lopen uit een van 3000 tot 4000. Wij willen met u van deze brieven kennis nemen. Uiteraard moet daarbij grondig geselecteerd worden. Alleen al het grote aantal vraagt daar om. Juist uit brieven kan men iemand nader leren kennen. Brieven dragen een persoonüjk karakter. In een brief wordt soms rekenschap gegeven van de gevoelens van de schrijver. Zo leert men uit zijn brieven Luther op een directe, persoonUjke wijze kennen. Aan wie waren deze brieven gericht? Aan allerlei personen, die in die tijd vooraan stonden op staatkundig en kerkeUjk gebied. Om enkele te noemen: Johan Braun, Johan Lang, Erasmus, aartsbisschop Albrecht, keurvorst Frederik de Wijze, paus Leo, von Staupitz, Melanchton, George Spalatin. Het grootste in aantal en het belangrijkste van inhoud, zijn de brieven aan Spalatin. Ook aan Johan Lang schreef Luther meermalen. Spalatin en Lang waren goede vrienden van Luther. Spalatin was sedert 1514 hofkape laan van de keurvorst Frederik. Jarenlang was hij de verbindingsman tussen het Hof en de Universiteit van Wittenberg. Hij bemid delde ook tussen de keurvorst en Luther. Als zodanig was hij voor Luther van groot belang. Met Johan Lang had Luther in Erfurt gestudeerd. Daarna, vanaf 1511, waren zij samen in Wittenberg werkzaam als docent aan de theologische faculteit. Eerst bezien we een aantal brieven die samenhangen met de geestelijke arbeid en strijd van Luther, om daarna aandacht te geven aan brieven, die betrekking hebben op het huweUjks- en famiUeleven van de her vormer. Als eerste wordt een brief afgedrukt, die in verband staat met zijn priesterwijding op 2 mei 1507. Hij zal dan zijn eerste mis cele breren. Luther heeft dat later beschreven als een ernstige, diep ingrijpende gebeurtenis. Voor deze plechtigheid had Luther ook Johan Braun, rector in Eisenach uitgeno digd. Deze had, toen Luther in Eisenach op school ging, veel voor Luther betekend. Braun was voor de jonge Maarten een vader- Ujke vriend. De uitnodiging staat in een brief van 22 april 1507. Luther schreef o.a. dit: "Waar het de hoge God, Die in al zijn werken heilig is, behaagd heeft, mij ellen dige en onwaardige zondaar zo heerlijk te verhogen en mij uit loutere erbarming geroepen heeft tot zijn ambt, wil ik het mij toebetrouwde ambt, zo goed mogelijk trachten te vervullen, voor zover zo'n beetje stof dat zou kunnen. Besloten is, dat mijn eerste misbediening zal zijn op de 4de zondag na Pasen, genaamd Can tate. Deze dag is daarom gekozen, omdat deze voor mijn vader gunstig ligt. Lieve Vader, heer en broeder, als uw tijd, uw kerkelijke verplichtingen en huiselijke aangelegenheden het toelaten, vereert u mij met uw komst en help mij door uw tegenwoordigheid en uw gebeden, dat mijn offer voor God welgevallig is. Broeder Martinus Luther uit Mansfeld. Braun heeft de uitnodiging aanvaard en was met de vader van Luther bij de plech tigheid aanwezig. Luther senior kwam te paard en bracht vrienden en familieleden mee. Hoewel verzoend met zijn zoon, was hij het nog steeds niet eens met de keuze van Maarten om in het klooster te gaan. Hij gaf daar ook blijk van. Het verhinderde hem intussen niet, het klooster een flinke gift te geven. In Wittenberg Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen, was in Duitsland een machtig man. Hij zetel de in Wittenberg, de stad met het indruk wekkende vorstelijk Slot en de Allerheiligen - of Slotkerk. Hij had het aanzien van de stad verhoogd, door het Augustijner klooster te laten bouwen en door de stichting van de Universiteit in het jaar 1502. Volgens een besluit van zijn orde, ging Luther naar Wit tenberg. Aan de Universiteit aldaar zou hij zijn studie voortzetten. Op 9 maart 1509 behaalde hij de graad van 'baccalauran' in de theologie. Wie deze aca demische titel behaalde, was bevoegd bijbel se exegese te doceren. Aanvankelijk kreeg Luther de opdracht les te geven in de scho lastiek. Hij deed het niet van harte. Zijn voorkeur ging duideUjk uit naar het doceren van de theologie. Op 17 maart 1509 schrijft Luther aan Braun, priester te Eisenach: "Geliefde heer en vader. Dat ik zonder een woord van u wegge gaan ben, moet u niet verwonderen. Ik moest zo plotseling vertrekken, dat ik bij na aan mijn huisgenoten ontging. Ik wil de aan u schrijven, maar gebrek aan tijd hebben het verhinderd. Zo ben ik dan nu op bevel of althans met de wil der heren in Wittenberg. Wilt u weten hoe het met mij gaat, de Heere zij dank, ik maak het goed. Maar het vak filosofie is mij opge drongen. Van het begin af had ik deze het liefst geruild voor de theologie. Ik denk dan aan een theologie, die de kern van de noot, het binnenste van de graankorrel, het merg van het been doordringt. Maar God is God, wij mensen dwalen vaak, ja steeds in onze beraadslagingen. Deze is onze God, Hij zal ons steeds leiden in zachtmoedigheid Wittenberg, aan de voor avond van Zondag Oculi; broeder Martinus Luther, Augustijn. In de herfst van 1509 werd Luther naar de Universiteit van Erfurt teruggeroepen. In 1511 reisde hij als vertrouwensman van von Staupitz, overste van de orde, naar Rome. Deze reis stond in verband met een in de orde ontstane strijd, die door de curie diende te worden beslecht. Veel van wat Luther in Rome zag, stond hem tegen. In deze heilige stad was veel onthei ligd. Desondanks bleef zijn overtuiging omtrent Paus en Kerk ongeschikt. In Witten berg werd hij in 1512 doctor in de theologie. Het was Karlstadt, docent aan de Hoge school in Wittenberg, die Luther de doctors hoed- en ring overhandigde. Toen von Stau pitz zich in 1512 terugtrok, volgde Luther hem als hoogleraar op. Bolnes, H. Hartman Op D.V. zaterdag 14 september 2002 hoopt Rinus Verhage een orgelbespe ling te verzorgen op het prachtige Frobenius-orgel in de Ned. Hervorm de kerk te Oude-Tonge. De aanvang is 20.00 uur en de toegangsprijs bedraagt 4 euro voor volwassenen en 2 euro voor 65 plussers en scholieren. Kinderen tot en met twaalf jaar mogen gratis naar binnen. Het con cert wordt georganiseerd door de Stichting Kerkconcerten G-O. Zo'n veertig jaar geleden werd de gang naar de notaris gemaakt voor de oprichting van de 'Stichting Kerkconcerten Goeree-Overflak- kee'. De toenmaUge initiatiefnemers waren o.a. Arie J. Keijzer, destijds musicus te Mid- delhamis, en de heren Jan Dambruin en Peter Wessels. AanvankeUjk begon men met het organiseren van orgelconcerten, vooma- meUjk in de Ned. Hervormde kerk van Mid- delhamis en na de bouw van het Frobenius- orgel in 1966 ook in Oude-Tonge. Toen Arie J. Keijzer, ondermeer vanwege zijn benoeming als Doelenorganist te Rotter dam, van het eiland vertrok, werd de voor zittershamer overgenomen door musicus Jan van Dijk, die Keijzer opvolgde als organist te Middelhamis. Vanaf die tijd verbreedde de Stichtmg haar horizon en werden ook koorconcerten georganiseerd (o.a. oratoria, uitgevoerd door de C.O.V. 'Middelhamis' en met medewerking van diverse orkesten en soUsten) en concerten voor allerlei kamermuzikale bezettingen. NatuurUjk ble ven de orgelbespeUngen als een rode draad tussen de activiteiten doorlopen, maar ook hier werd gezocht naar zoveel mogeüjk variatie door met grote regelmaat het orgel te combineren met andere instrumenten. Nadat Jan van Dijk, vanwege zijn benoe ming als directeur aan de Muziekschool te Barendrecht, ook van het eUand vertrokken was, nam Rinus Verhage de voorzittersha mer ter hand. Het bestuur van de Stichting Kerkconcerten bestaat op dit moment uit Rien Abramse, Jaap de Bonte, Nelleke Dil- Ungh, Jan-WiUem van Herpen, Tini Ooster- huis en Rinus Verhage. Ook dit bestuur heeft zich vele jaren met groot enthousiasme inge zet om in diverse kerkgebouwen allerlei kwaUteitsmuziek te laten klinken. Muziek die, mede dankzij subsidies van de vier gemeenten van Goeree-Overflakkee, tegen betaling van een niet al te hoge toegangsprijs beluisterd kon worden. De tijd lijkt nu echter rijp voor de beëindi ging van deze activiteiten. Gelukkig wordt er stevig nagedacht over nieu we initiatieven en vormen, en hopeUjk komt het tot een sprankelende doorstart. Een en ander neemt echter niet weg dat het bestuur van de Stichting Kerkcon certen toch wel met pijn in het hart heeft moeten besluiten om per 31 december 2002 te stoppen omdat haar for mule bUjkbaar niet meer aanspreekt. Het leek het bestuur stijlvol om haar series zo ongeveer af te sluiten zoals het begonnen is: met een orgelconcert. Het programma bestaat uit verzoeken van de huidige stich- tingsleden en ziet er als volgt uit: Op verzoek van Rien Abramse wordt gespeeld: Praeludium in e, Nicolaus Bnihns (1665-1697); op van verzoek van Tini Oosterhuis: 'Ich ruf zu Dir' BWV 629 en 'Nun komm der Heiden Heiland' BWV 659, Johann Sebastian Bach (1685-1750); op verzoek van Jan-Willem van Herpen: 'Jesu, meine Freude', Ernst Friedrich Richter (1808-1879) en Praeludium (augustus 2001), Jan-Willem van Herpen (1974); op verzoek van Rinus Verhage: Partite diverse sopra 'Ach, was soil ich Sunder machen' BWV 770, Johann Sebastian Bach; op verzoek van NeUeke DilUngh: Toccata in a, Johann Ludwig Krebs (1713-1780), en verzoek van Jaap de Bonte: Introduktion und PassacagUa in d, Max Reger (1873- 1916). Graag willen wij u in het bijzonder attende ren op de compositie van Jan-Willem van Herpen. Drs. Van Herpen studeerde muziek wetenschappen te Utiecht en houdt zich al enkele jaren bezig met de kunst van het com poneren. Zijn Praeludium wordt in dit con cert ten doop gehouden en de componist zal zelf zijn werk toelichten. Evenals altijd heten wij u bij voorbaat harte- üjk welkom en hopen dat u met ons wilt genieten van deze prachtige muziek en van het bijzonder fraaie instrument; een instru ment dat er na de grote onderhoudsbeurt door de fa. ReU in dit voorjaar weer bijstaat en klinkt alsof het opnieuw 1966 is en het zojuist is opgeleverd. Zelfs het instrument helpt er zo in zekere zin aan mee om op deze manier voor de Stichting Kerkconcerten 'Goeree-Overflakkee' de cirkel rond te krij gen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2002 | | pagina 9