De brandweer van Nieuwe Tonge
EIIAUDBt-tilEUWS
PAGINA 9
5ilG 16 AUGUSTUS 2002
(deel12)
In verband met een project over
de Ramp van 1953 op de Refor
matorische Basisschool "Abram
Hellenbroek" in Zijndrecht heeft
de heer W. Drooger Jr. een relaas
samengesteld over de belevenissen
tijdens de Rampdagen die zijn
vader W. Drooger Sr. in 1983 aan
zijn zoon heeft verteld. Drooger
Sr. was toen chauffeur/pompbe
diende van de vrijwilUge brand
weer van Nieuwe Tonge. De
brandweercommandant was de
heer Van Tilburg. Dit relaas wordt
in bewerkte vorm voor deze serie
geschreven.
Op de avond van 31 januari, aan de voor
avond van die vreselijke nacht die vooral
in Zuidwest Nederland zoveel ellende
zou veroorzaken, was Drooger op fami
liebezoek geweest. Het stormde, maar de
storm die Drooger als jongen van negen
jaar in 1911 had meegemaakt was naar
zijn mening nog harder. Drooger verkeer
de die avond helmaal niet in de veronder
stelling dat er iets ernstigs zou gebeuren.
Bij thuiskomst gingen zij naar bed. Ook
zoon Willem was met dienstverlof thuis.
Kort daarop ging de brandbek Wat doet
een brandweerman op zo'n moment?
Onmiddellijk opstaan, kleren aantrekken
en naar de brandweergarage hollen! Daar
aangekomen stonden al enkele brand
weerlieden paraat. Die zeiden dat er geen
brand was, maar dat er op Battenoord een
zeer gevaarlijke toestand was ontstaan
door het steeds stijgende water. De brand
weerlieden moesten nog even op een paar
collega's wachten waarna zij in de nacht
naar Battenoord vertrokken. Zij gingen
over de Westdijk en door de Sint Pieters-
weg die ook wel de Battenoordseweg
werd genoemd, naar Battenoord.
Het eerste wat de brandweerlieden deden
was de dijk oprennen! Daar zagen ze hoe
hoog het water al stond terwijl nog steeds
de hoogste stand niet was bereikt. Daarna
gingen de manschappen bij iemand in
huis en daar stond het water al tegen de
buitenmuur. Die mensen woonden name
lijk boven op de Buitendijk. Een heel bij
zonder geval was het toen de brandweer-
Ueden een kachel van voor de schoor
steen zagen weghalen die op de aanrecht
werd geplaatst. Terwijl men daar mee
bezig was vlogen de ramen er allemaal
uit en stroomde het water zo naar binnen.
Men snelde naar buiten. De brandweer
wagen had Drooger beneden bij de Sint
Pietersweg al gekeerd. Bij gevaar kon
dan onmiddellijk worden weggereden.
Toen de chauffeur daar zo'n beetje rond
scharrelde zag hij tot zijn schrik het water
over de weg komen vanuit de richting
Herkingen. Drooger is toen een andere
woning binnen gerend (die van Luchten-
burg?) en daar zat burgemeester Van Hof-
wegen met een aantal andere brandweer
lieden als hulpverleners. Hij riep dat pol
der Klinkerland overstroomde en dat hij
zo gauw mogelijk wilde proberen in
Nieuwe Tonge te komen. Hij zou dan
over de Battenoordsedijk terug keren.
Een dijk zou onder die omstandigheden
veiliger zijn dan een polderweg. Zij kon
den met de brandweerauto niet meer op
Battenoord zelf komen, wel dicht erbij.
Het water sloeg al over de hoge zeewe
ring heen zodat zij daar met de auto niet
overheen konden rijden. De brandweer
lieden hebben eerst nog een aantal men
sen uit het water gehaald.
De Battenoordpolder was eerder ingelo
pen dan polder Klinkerland van waaruit
Drooger het water had zien aankomen.
ïClinkerland was - en is - een grotere pol
der dan de Battenoordse en wat de dijk
doorbraken betrof, lag er tussen Batte
noord en Herkingen maar één stroomgat
terwijl de Buitendijk van de Battenoordse
polder finaal was weggeslagen zoals later
zou blijken. Ten einde raad dachten zij
'dat kunnen wij hief nooit houden. We
zullen proberen over de Battenoordsedijk
weer in Nieuwe Tonge te komen'Zij
waren met vijf man van de brandweer die
allemaal op de brandweerwagen spron
gen en er vandoor gingen in de richting
van Nieuwe Tonge. Toen zij zo'n 300
meter hadden afgelegd begon de motor te
sputteren. De chauffeur dacht dat dit door
het water kwam want dat stroomde al
over de dijk heen. Later bleek dat de
knalpot onder water kwam. Langs de dijk
stonden aan beide kanten bomen, het
wegdek van de dijk was niet meer te zien
maar Drooger kon wel de richting bepa
len aan de hand van die bomen. Daar kon
hij tussendoor rijden. Maar al spoedig
moesten zij van de wagen af die daar ach
ter werd gelaten. Het water wist daar wel
raad mee en dreef de brandweerauto van
de dijk af. Deze wagen is echter niet ver
loren gegaan en heeft na de Ramp nog
enige tijd dienst gedaan.
De vijf brandweerlieden zijn toen een
stuk verder de Battenoordsedijk opgelo
pen en daar een woning binnen gevlucht
die bewoond werd door de famüie Wes-
dorp-van Noord. Deze mensen zaten
reeds op zolder, man, vrouw en zoon. Zij
waren blij dat er andere mensen bijkwa
men. Zij konden echter niet meer uit dat
huisje komen want het water kwam met
nog meer geweld aanzetten. Drooger zag
door de ramen van de zolder dat de boer
derij van Paulus Vreeswijk aan de andere
kant van de dijk voor een deel al ging
inzakken. Die boerderij stond op onge
veer 150 meter vanaf het huisje van Wes-
dorp. Een poosje later ging Lien Wes-
dorp-van Noord naar beneden. Toen ze
beneden was zei ze: "Gelukkig, het water
zakt al!" Maar Drooger antwoordde: "Dat
kan niet, want ik zie het nog steeds stij
gen". "Dan moet je zelf maar eens komen
kijken", repliceerde de vrouw des huizes.
Drooger deed toen de deur naar de dijk
open. Voor die deur stond een hoge heg
en daar kwam het water met flinke kracht
tegenaan. Helaas dat water spoelde de
fundering van onder het huis weg en liep
gestaag onder het huis door!
Een ogenblik later zag Drooger een muur
afscheuren, die viel er zelfs uit. De zolder
bewoog zich heen en weer. Men kon er
op rekenen dat het daar boven niet lang
meer zou duren. Plotseling vielen ook
nog de voorgevel en de zijgevel eruit. De
zolder bleef nog een beetje hangen en
daar zaten acht personen op. Tot ook de
achtergevel er uitviel waarna de zolder op
de vloer van het huis neerviel, maar
gelukkig niet wegspoelde. De zolder
kwam dus in het water te liggen. Nu was
er aan dat huis een aanbouw en die was
blijven staan. Alle acht mensen klommen
op dat aanbouwsel en brachten daar de
'rest van de nacht door. Nat en verkleumd,
urenlang. Ze konden er niet af Het was
aardedonker. Op een gegeven moment
zagen zij de heg weer boven water ver
schijnen. Dat was een teken dat het water
inderdaad ging zakken. De vloed, spring
vloed, had zijn werk gedaan.
De mensen bleven nog een poos wachten
en toen het water steeds meer begon te
ebben - dat ging heel snel - begrepen zij
dat het niet lang meer zou duren of de
kruin van de dijk zou weer tevoorschijn
komen. Wat zou er in de mensen zijn
omgegaan toen zij al die tijd niets anders
dan de dood voor ogen hebben gezien?
Drooger had nog tegen de bewoners
gezegd: "We kunnen ons wel voorberei
den op het ergste. Ik denk dat de hele
zaak eraan gaat." Het eigenaardige was
wel dat er geen woord gesproken werd.
ledereen stond erg gespannen en vroeg
zich in stilte af: Wat zal er gebeuren? De
mannen wisten al voordat zij het huis
waren binnen gegaan dat aan de andere
kant van de Battenoordsedijk de vrouw
van Aren Tanis, Pietertje Meijer, al ver
dronken was. Voor de rest wisten zij nog
van niets want er was totaal geen contact
mogelijk. Pas toen een gedeelte van het
wegdek en van de dijk te zien was pro
beerden zij daarop te komen. Het water
had ook een heel stuk van de dijk wegge
spoeld. Later bleek dat het een gat was
van drie meter diep. Daar moesten zij
overheen om de dijk op te kunnen gaan.
Zij hadden wat planken van het dak dat
helemaal uit elkaar geslagen was, neerge
legd zoals een loopplank naar een schip.
Drooger zou als eerste over dat gat heen
gaan om aan de andere kant daarvan op
de dijk te stappen. Echter het asfalt was
wel in tact gebleven maar daaronder was
de grond van het dijklichaam wegge
spoeld. Toen de chauffeur/brandweerman
op die plank stapte en vlakbij het wegdek
kwam, scheurde dat af en tuimelde de
man in dat gat. Hij ging kopje onder.
Gelukkig waren er enkele van de brand
weerlieden die hem nog net in de kraag
konden grijpen en hem weer op het droge
konden treldcen. Toch kwamen ze na veel
getob op de dijk terecht en begaven zij
zich op weg naar Nieuwe Tonge. Op het
punt waar de Battenoordsedijk bij de
Zuiddijk samenkomt, bij de zogenoemde
Barnat, vond men de toestand daar te
gevaarlijk waarna zij weer een eindje
terugliepen en zijn toen het huis van Toon
Holleman binnen gevlucht. Ook daar
weer op de zolder gezeten waar ook
andere mensen reeds hun toevlucht had
den gezocht. Drooger kon daar schone
kleren aantrekken want hij was immers
doornat. Hij had ook geen gevoel meer in
zijn benen. Twee dochters van Ewoud
van den Doel hebben door langdurig te
wrijven weer wat gevoel in de benen
terug kunnen brengen. Terwijl ze daar
zaten kwamen er twee mannen aangelo
pen. Zij waren bewoners van de Batte
noordsedijk. De ene man was Aren Tanis
wiens vrouw die nacht was verdronken
en de andere man was Flip Meijer die een
kindje in zijn armen droeg. Het kind zag
blauw van de kou en gaf haast geen
geluid meer. Bij dat kindje, ze was
tweeënhalf jaar, hebben zij nog wat water
uitgedrukt. Toen zei Drooger: "We moe
ten proberen om in Nieuwe Tonge te
komen, want anders zal dat kind ook nog
sterven". U dient te weten dat Meijer zijn
hele gezin voor zijn ogen had zien ver
drinken. Dat kind was nog het enige wat
de arme man nog bij zich had.(zie deel
10).
De brandweerlieden hebben dat kindje bij
andere mensen ondergebracht want ermee
blijven lopen in dat gure winterweer en
onder die chaotische omstandigheden
was niet langer verantwoord. Zij is bij
een familie overhandigd die eveneens
naar de zolder was gevlucht. "Het is
hoognodig om haar in een warm bedje te
krijgen want anders sterft zij hier nop op
straat", zei Drooger op zeer bezorgde
toon. De mensen ontfermden zich over
het arme wichtje. Daarna werd niets meer
van dat meisje vernomen, maar dat kon
ook moeilijk want toen de vijf brand-
weerüeden in het dorp aankwamen was
het daar op die onvergetelijke zondag een
onbeschrijfelijke toestand. De mensen
kwamen overal vandaan. De Zuiddijk
was imniddels drooggevallen. Verreweg
de meeste mensen waren in het café op
de Hoogte ondergebracht, er zat ook een
flink aantal mensen in het gemeentehuis
van Nieuwe Tonge. Daar is Drooger
heengegaein. Pas de volgende dag kreeg
hij te horden dat zijn vrouw en zijn zoon
WiUem nog leefden en veilig met een vlot
door enige Nieuwe Tongenaren naar de
Zuiddijk waren gebracht. Maar hij kon
hen niet ontmoeten. Waarom dan niet?
Dokter de Man kon niet uit zijn woning
komen. In het verleden had Drooger als
chauffeur/tuinman bij dokter de Man
gewerkt. Zij onderhielden nog steeds
contact met elkaar. Bovendien was
Drooger lange tijd docent geweest voor
de opleiding tot EHBO'er voor de afde
ling Nieuwe Tonge wat hem in beide
gevallen nogal wat kennis verschafte in
zake het verlenen van eerste hulp!
Drooger had er zijn handen vol aan! Vele
mensen waren gewond geraakt, er waren
mensen die flauw vielen en er waren
mensen met aandoeningen. Ze moesten
allemaal worden geholpen. Er kwam
gelukkig steun van meer personen met
een EHBO-diploma en die hebben flink
geholpen! Ook gemeentesecretaris Van
der Wende was op het gemeentehuis aan
wezig. Het gemeentehuis zat meer dan
vol. Er was geen drinkwater en er was
ook geen eten. Zo bracht men in Nieuwe
Tonge de zondag door. Het werd een dag
vol ellende. Nauwelijks was de maandag
aangebroken of men begon opnieuw met
vlotten uit te varen om de mensen van de
zolders te gaan halen. Men hoorde intus
sen dat er vele dorpsgenoten verdronken
waren. De buurvrouw van Drooger, Anna
Lijntje Sneep-Verweij is in haar woning
Korteweegje 9 verdronken. Een neef van
Droogers' vrouw, Johannes Hoogstraate
is met zijn vrouw Pietemella Cornelia
Nagtegaal en hun vier kinderen Aagje,
Grietje, Simon Beschier en Jannetje ver
dronken. Zij woonden in de Gen. Snijder
straat. De ene naam volgde op de andere.
Er was bijna geen straat op te noemen of
er vielen slachtoffers te betreuren.
Voor zover Drooger Sr. zich in 1983 kon
herinneren werd zijn vrouw en zijn zoon
pas op maandagavond van het Korte
weegje naar de Zuiddijk overgebracht.
Achteraf was het onbegrijpelijk hoe zijn
vrouw door het opengeschoven boven
raam had kunnen kruipen en op een lad
der naar beneden was gegaan om daar op
het wankele vlot te stappen. Maar nood
breekt wet. Zoon Willem had niet alleen
zijn overjas aan maar daaroverheen ook
nog de leren jas van zijn vader aangetrok
ken. Die jas kwam goed van pas want
men bibberde van de kou. In de nacht van
1 op 2 februari moesten er zelfs mensen
buiten op de dijk staan! Zij hadden geen
slaapplaats...
Ook al werden zoveel mogelijk mensen
bij particulieren ondergebracht. Drooger
heeft in de eerste drie nachten geen oog
dicht gedaan. Dan weer werd hij hier
geroepen dan weer daar. In de nacht van
dinsdag op woensdag was hij totaal uitge
put. Zijn vrouw en zoon zaten met vele
anderen in het huis van schilder en begra
fenisondernemer Piet Karels op de Hoog
te. Daar is hij toen naar toegegaan. Op
zo'n ouderwetse houten bank zonder leu
ning is hij gaan liggen. Van overver
moeidheid viel hij in een diepe slaap.
Wat dan kleine kind betreft van de zo
zwaar getroffen famiUe Meijer nog het
volgende. Eenjaar of twintig later was
Drooger Sr. üd van de kerkenraad van de
Hervormde Kerk in Nieuwe Tonge. Hij
was scriba. Op een dag kreeg hij een brief
van een mevrouw uit Goedereede. Zij
vroeg of ze een doopgbewijs mocht ont
vangen want ze had nu zelf een baby
gekregen en die moest gedoopt worden.
Ze had wel van haar vader (Flip Meijer)
gehoord dat ze in Nieuwe Tonge gedoopt
was maar verder wist ze nergens van.
Inderdaad, na onderzoek bleek dat dezelf
de vrouw te zijn die Drooger tijdens de
Ramp nog in zijn aimen had gedragen.
Dat was voor beiden een heel bijzonder
voorval. Vijf augustus jongstleden belde
mevrouw Tanis uit Goedereede-Haven-
hoofd mij op naar aanleiding van deel 10.
Dat kind was Joharma (Jo) Meijer en is
gehuwd met Aren Tanis. Zij hebben drie
kinderen en wonen op Goedereede-Haven-
hoofd.
W. Drooger Jr. was als militair met verlof
en had dus met de Rampdagen onderdak
gevonden bij Karels. Ook hij werd
betrokken bij het verlenen van hulp. In
die dagen was Jaap Verweij naar Nieuwe
Tonge gekomen. Die was daar geboren en
was inmiddels afgestudeerd als arts. Het
eerste wat hij deed was een aantal helpers
om zich heen verzamelen en daar was
Drooger Jr. er één van. Samen zijn ze een
paar dagen en nachten op stap geweest.
Het eigenüjke en meer georganiseerde
reddingswerk was toen in volle gang.
Mensen werden afgevoerd met behulp
van boten maar meer nog met behulp van
helikopters, kleine en grote. Grote Sikors
ky en kleine Bellhelikopters. Bij de Bells
was zowel links als rechts aan de buiten
zijde de mogelijkheid mensen op bran
cards te vervoeren. Drooger Jr. heeft zelfs
zijn opa Willem Drooger op een buiten-
brancard vastgegespt.
Op donderdag 5 februari verheten de
laatste bewoners van Nieuwe Tonge hun
dorp. Kommer van den Doel was de laat
ste Nieuwe Tongenaar die vertrok.
Drooger Jr. was de op één na laatste. Nog
altijd heriimeren enige straatnamen aan
de Ramp van 1953 te Nieuwe Tonge
zoals het Brandweerplein: ter ere van de
moedige manschappen uit die tijd, het
Finlandplein vanwege een schenking uit
Finland in de vorm van een aantal houten
woningen Fins Model en het Helicoptère-
plein vanwege het feit dat zoveel Nieuwe
Tongenaren per helikopter hun geliefde
woonplaats moesten verlaten, een plaats
die tijdelijk door het zeewater was over
spoeld.
Of Drooger Sr. aan zijn zoon in 1983 nog
iets kon zeggen over de geesteUjke lessen
die konden worden geleerd uit datgene
wat hen in 1953 was overkomen? Ja, dat
wilde hij graag. "Wij kunnen hieruit leren
dat we altijd bereid moeten zijn, daar de
dood onverwachts kan toeslaan. Toen ik
daar in die nacht over de dijk liep en op
een wonderüjke manier met ons groepje
aan de dood ontsnapte, terwijl er aan die
zelfde dijk tientallen mensen uit hun hui
zen en met hun auto's van de weg zijn
gespoeld en verdronken, dan kunt u wel
begrijpen dat er veel in een mens omgaat.
Ik krijg nog tijd van bekering en wil hier
mee zeggen dat het leven als een damp is
en dat de dood ieder uur wenkt. We moe
ten voorbereid zijn voor de nimmer eindi
gende eeuwigheid. Zolang als wij nog in
leven zijn bestaat de mogehjkheid nog,
dat de HEERE wonderen wil werken aan
aUes verbeurd hebbende zondaren."
PS: Ondergetekende heeft het genoegen
gehad gedurende een achttal jaren onder
andere met Willem Drooger Sr. lid te zijn
geweest van de gemeenteraad van Mid-
deUiamis. Tussen hem en ondergetekende
bestond een groot verschil in tempera
ment wat niet altijd in het nadeel uitviel
van Drooger.
Met dank aan W. Drooger Jr. uit Hendrik
Ido Ambacht.
{wordt vervolgd)
D. Hoogzand
De ramp van 1953
Het gemeentehuis van Nieuwe Tonge.
De vrijwillige brandweer van Nieuwe Tonge na de Ramp van I95J. Staande tweede van links Piet de Gast die deze foto in bezit heeft.