Battenoord
liiiur«d0f-iiiËi^
VRIJDAG 19 JVhl 2002
Als er ooit sprake is geweest van
een hechte gemeenschap dan geldt
dit zeker voor het gehucht of
buurtschap Battenoord. Men
hielp elkaar bij het werk als er
soms handen tekort waren. Men
stond elkaar bij, bij ziekte en
onfortuin. Het was in feite één
grote familie. Vete's bijvoorbeeld
heeft men er niet kunnen aantref
fen. Was er in Twente sprake van
Naobuurplicht, op Battenoord
hielp men elkaar waar nodig was,
maar dan zonder titel. Ten tijde
van de Ramp in 1953 woonden er
ongeveer honderd mensen. Eén
van hen was Piet de Gast, geboren
en getogen te Battenoord aan de
GreveUngen. Deze man mag als
exponent van zijn gemeenschap
gelden, gezien het volgende ver
haal.
Piet de Gast is in 1921 te Battenoord
geboren en was met de Ramp thuis. Hij
was toen reeds gehuwd met Gerritje
Struijk die in 1918 te Herkingen was
geboren. Zij hadden een dochtertje, Teun-
tje Joh. A. die op de dag voor de Ramp
erg ziek was. Op die zaterdag kwam dok
ter Voogd uit Oude Tonge 's avonds om
negen uur nog op visite om de diagnose
te stellen. Door dat noodweer? In die
gevaarlijke omstandigheden? Ja!
Battenoord was in gevaar.
Het buitenwater stond met laagtij zo
onwaarschijnlijk hoog dat het moeilijk
was voor te stellen hoe hoog het water
wel zou komen te staan bij hoogtij.
"Bovendien", zei Piet de Gast, "was het
giertij". Giertij is een andere benaming
voor springtij of springvloed die ontstaat
als de zon- en maanvloed samenwerken.
Voeg daarbij een woedende storm die 's
middags van zuidwest naar noordwest
was geruimd en de exorbitante water
hoogte die daardoor het gevolg zou zijn
viel pas later precies aan te geven.
Piet de Gast en met hem kenners van het
verloop der getijden, gunden zich geen
seconde meer rust. Piet met enige andere
mannen begonnen de vloedplanken ter
kering van bijzondere hoge waterstanden
te plaatsen. Maar het water bleef stijgen.
Het stroomde toen zelfs al door het dak
raam van het laag aan de dijk gebouwde
huisje van Jan de Gast en Johanna van
den Ouden, de ouders van Piet. Zij verlie
ten hun woning en namen intrek bij hun
zoon Willem die met Riek Motz gehuwd
was. Zij hadden geen kinderen. Zij woon
den op de dijk naast Kees Luchtenburg de
dijkbaas die in het polderhuis woonde.
Die twee woningen waren de enige die
'droog' zouden blijven staan. In de loop
van de meest bange uren die de bevolking
van Battenoord ooit moest doorstaan,
kwamen alle vluchteüngen uit de omge
ving daar terecht!
Piet en zijn broer Willem hebben eerst ten
huize van Piet zoveel mogelijk huisraad
naar boven gebracht. Ger had haar zieke
dochtertje in een warme deken gewikkeld
en thuis bij haar zwager Willem gebracht.
Daarna heeft zij haar man nog een poosje
geholpen en ging dkect weer terug naar
haar kind. Later zouden zij hun huisraad
in het water zien schommelen.
Eigenüjk had Ger met haar kind per auto
van Battenoord naar Nieuwe Tonge ver
voerd moeten worden. Burgemeester
Chris van Hofwegen, die tijdens de Ramp
een zeer actieve rol heeft gespeeld, had
namelijk opdracht gegeven om vrouwen
en kinderen van Battenoord naar Nieuwe
Tonge te vervoeren. Daartoe had de bur
gemeester particulieren, die in het bezit
waren van een auto, verzocht of gelast
die evacuatietaak uit te voeren! In die tijd
had lang niet iedereen een auto. Het
waren meest middenstanders die over een
auto beschikten en het taxi-bedrijf van
Koos Venema. Burgemeester Van Hofwe
gen was al verschillende keren op Batte
noord geweest om zich volledig op de
hoogte te stellen van de situatie die maar
steeds verslechterde.
Maar Piet de Gast zei tegen zijn vrouw
Ger: "Jij blijft hier!" In dat verband was
het besluit van Gerrit Dorst, die vader
was van een groot gezin niet eens zo
onverstandig geweest. Die famiüe heeft
uit angst voor het water 's middags de
biezen gepakt en is over de Battenoordse-
dijk naar Nieuwe Tonge gelopen. Angst is
niet altijd een slechte raadgeefster.
Op de boerderij van Ewout van den Doel
was de spanning hoog. Waar niet?
De boerderij stond (en staat nog) niet ver
van de dijk. Ewout van den Doel was
gehuwd met Saartje Tanis. Ze hadden
vier kinderen, Leentje Arendje, Jannie en
Kommer. Zij waren bijzonder waakzaam
en dat heeft op preventieve wijze ver
schillende mensenlevens gered. Twee
dochters van Van den Doel zijn bij Kom
mer Tanis op boerderij Zeezicht, die ten
westen van Battenoord was gelegen,
wezen waarschuwen voor dijkdoorbra
ken. Die familie vertrok zonder aarzelen
in de richting van de Wellestrijpsedijk.
Waren deze mensen op de boerderij
gebleven en hadden zodoende de waar
schuwing in de wind geslagen dan waren
zij onherroepeüjk in de woeste golven
omgekomen. De boerderij (en die stond
heel stevig op zijn vesten) is namelijk in
zijn geheel in een enorm spoelgat verd
wenen toen de Buitendijk het ook op die
plaats had begeven.
Op een bepaald moment zag ik van de
hele boerderij niets meer", verklaarde
Ger en haar man Piet vulde aan, dat op
slechts dertig meter van de stee een oud
wagenhuis stond dat gewoon overeind is
blijven staan.
Een hachelijke situatie deed zich voor bij
Bram van Bram Volaart die gehuwd was
met Maria van Putten. Zij hadden twee
kinderen. Marie en Bram. Het hele gezin
was naar de zolder van hun woning
gevlucht maar zaten zelfs daar niet veihg
genoeg.
Het is onvoorstelbaar wat er zich alle
maal afspeelde in het Battenoordse. Alle
vier personen bij Volaart moesten door
het dakraam kruipen en zich midden in
een storm van zo'n 70 km per uur op het
dak plaatsnemen.
Eerst had Bram een gedeelte van de pan
nen van het dak gegooid zodat de anderen
zich vast konden grijpen aan niets anders
dan wat magere panlatten die tevoor
schijn waren gekomen. De hele omge
ving die in een ruwe zee veranderd was,
was voor iedereen totaal onherkenbaar
geworden. De woning van Bram Volaart
stortte in en het dak werd met het hele
gezin door de golven opgenomen. Het
onbestuurbare geheel dat gelukkig slechts
korte tijd als vlot moest dienen, dreef
naar de dijk toe waar de volkomen ont
hutste familie zich op wonderüjke wijze
kon redden! De afstand van de geheel
vernielde woning tot aan de dijk toe
bedroeg slechts vijftig meter. De Volaarts
waren buren van Piet en Ger de Gast.
Een vreselijk lot moest het gezin van Jan
de Jong ondergaan. Hij woonde op Batte
noord 12. Jan de Jong was gehuwd met
Gijsje Kreeft. Ze waren in het gelukkige
bezit van drie kinderen, alle drie meisjes.
Hun namen waren: Willempje Adriaantje
zeven jaar, Adriaantje Willempje zes jaar
en Jannie slechts twee jaar. De moeder en
de kinderen kwamen om in de briesende
storm en een kolkende zee.
Johan de Jong met zijn vrouw Aagje
waren op tijd kunnen vluchten en kwa
men terecht in het polderhuis bij Luch
tenburg. De volgende dag ging Ger de
Gast daar even een kijkje nemen. Toen zij
daar was, huilde de baby van de familie
De Jong (hij heette Jan) verschrikkelijk
erg. Hij schreeuwde van de honger maar
wat er te drinken was, was alleen maar
zeewater. En zeewater smaakt zout want
zoete zeeën zijn er niet. Het moet voor
moeder Aagje toch wel heel erg zwaar
geweest zijn om je eigen kind niet te kun
nen voeden terwijl het zo'n honger heeft.
Op Battenoord woonde ook Simon van
der Valk. Hij was gehuwd met ComeHa
Kalle. Zij hadden twee kinderen die reeds
waren gehuwd. Zij bleven ongedeerd.
Maar geheel anders verliep het met Arend
van der Valk. Hij was gehuwd met Fran-
cina Koote. Zij hadden een dochtertje van
bijna acht jaar. Moeder en dochter
behoorden tot de vele slachtoffers die de
Ramp heeft geëist.
In het vorige verhaal van Battenoord
stond vermeld dat Jan van Zielst met een
kind op een drijvende zolder langs het
boerderijtje van Henk Jan Vreeswijk
voorbij spoelde. Jan van Zielst was
gehuwd met Jacoba Hartog. Zij hadden
drie kinderen, twee dochters die tijdens
de Ramp niet thuis waren en een zoon.
Jan. Helaas is de moeder van de zolder
gevallen en met de krachtige stroom van
het water meegesleurd met het noodlottig
gevolg dat zovele andere vrouwen heeft
getroffen. Vader Van Zielst met zijn zoon
tje spoelden tegen een hooi- of stroklamp
aan en konen zich daar in veiligheid bren
gen. Het ene tafereel was nog verschrik-
ders De Gast niet meer dan twee perso
nen mee op het goed in elkaar getimmer
de vlot. Verder Thomas de Gast^ gehuwd
met Lientje Hartog.
Ook Piet Gebuis werd 'gehaald'. Toen ze
bij de dijk voet aan wal zetten, was de
eerste vraag die Piet Gebuis aan Piet de
Gast stelde: "Piet, hoeveul geld krieg je
van mien?" waarop de andere Piet repli
ceerde: "Jae mar Piet, 't is gêên veer
dienst!"
Daarop vertrok het vlot weer naar het
volgende adres. Die adressen kenden de
gebroeders De Gast op hun duimpje
zodat niemand werd vergeten die nog
ergens op een zolder of op een dak zou
kunnen verblijven. Konden zij toen gaan
rusten? Of gaan slapen?
Drie dagen en drie nachten heeft Piet
'lopen sjouwen'. Hij liep in die tijd
eigenlijk voortdurend in natte kleren
rond. Urenlang doorstond hij het koude
zeewater. Op een gegeven moment zat er
zelfs bloed in zijn urine. Maar de sterke
keiijker dan het andere.
Ook het gezin van Rens van den Ouden
werd zwaar getroffen. Rens van den
Ouden was gehuwd met Lena Maria
Both. Zij hadden twee jongens. Jan en
Cor. De moeder met Cor werden op Bat
tenoord per auto opgehaald om naar het
veiliger Nieuwe Tonge te worden
gebracht, maar zij zijn onderweg door het
water overvallen en verdronken janmier-
lijk. De moeder was 32 jaar en de kleine
Cor tweeëneenhalf jaar.
Is het wel met een pen te beschrijven wat
daar allemaal op Battenoord heeft plaats
gevonden?
Eenzelfde geval als dat van de familie
Van den Ouden betrof het gezin van Wil
lem Bruggeman. Willem Bruggeman was
gehuwd met Maria Jansen. Zij hadden zes
kinderen, allemaal jongens. De ouders en
de jongens, Marinus zes jaar, Johannes
Willem vijfjaar en Comelis twee jaar zijn
allen in het donker verdronken. De grote
re jongens uit dat gezin, Hans, Andries en
Piet Bruggeman hebben de Ramp over
leefd. Andries Bruggeman werd later een
bekende persoonlijkheid als beheerder
van Ons Dorpshuis aan het Korteweegje
van Nieuwe Tonge.
Achteraf kan men stellen dat deze goed
bedoelde aktie om de mensen te eva
cueren te laat op gang is gekomen.
Achteraf kan men gemakkelijk zeggen:
"de dijken waren te laag en te zwak".
Achterafis het makkelijk praten!
Arie de Gast woonde op de Kaai. Hij was
gehuwd met Jannetje Boelhouwer, een
schippersdochter. Zij hadden twee doch
ters Hennie en Nella. Na de ramp kregen
zij een zoon. Hij werd Piet genoemd. De
vrouw was dus van schippersafkomst
maar helaas in de haven van Battenoord
lag tijdens de Ramp geen enkel schip en
dientengevolge konden de mannen niet
de beschikking krijgen over een roeiboot.
Dat was schrijnend. Want hoe moesten op
die zondagochtend, als het licht zou wor
den de mensen uit hun volkomen in het
water staande woningen worden gehaald?
Die gedachten kwamen bij de mannen al
naar boven toen het nog donker was.
Nog voller
Er kon geen mens meer bijEn toch
moest het. Deze situatie deed zich voor
op het eens zo lieflijke Battenoord.
Jan de Gast, gehuwd met Johanna van
den Ouden, vonden bij Willem de Gast
onderdak.
Willem de Gast, gehuwd met Sietje van
Brussel met hun dochter Hendrica kregen
hetzelfde dak boven hun hoofd. Er woon
den op Battenoord wel acht famiUes met
de naam De Gast. Maar hoe ze allemaal
ook mochten heten, zij leefden als broe
ders en zusters van hetzelfde huis.
Eerste hulp
Piet en Willem de Gast hadden geen oog
dicht gedaan in die eerste onvergetelijke
Rampnacht. En dat zouden zij de eerst
volgende drie nachten eveimiin doen.
Zondagochtend 1 februari 1953, op het
tijdstip dat het ging dagen, timmerden de
beide broers een vlot in elkaar. Het vlot
zal zo'n l'A bij 3 meter zijn geweest. Met
polsstokken moesten zij zich voortbewe
gen. De wild tekeer gaande golven zorg
den binnen de minuut dat de mannen
zeker tot hun middel kletsnat werden.
Nee, ze gingen niet terug. Ze zetten koers
naar het huis van Klaas Gebuis die met
zijn zuster Hesje samen woonde. Zij
waren ongehuwd. Die twee mensen wer
den het eerst naar de dijk gebracht. De
ene vaart na de andere werd uitgevoerd
onder erbarmelijke omstandigheden. Hun
oom Piet de Gast met zijn vrouw Hendri-
ka van Zielst werden vervolgens naar de
dijk gebracht. Ook een drietal kinderen
van De Gast, Telkens namen de gebroe-
man wist niet van ophouden. Na drie
dagen kreeg hij het eeste kopje koffie!
Dat was uit handen van een soldate van
Het Leger des Heils en vraag niet waar
dat was. Met zijn verwonde handen dronk
Piet het uit en leek daarbij te ontwaken
uit een bittere roes'van pure ellende.
In Battenoord kon men niet blijven. Er
was geen eten en geen drinken. Ook zij
zijn over het gors en de slikken naar Her
kingen vertrokken. Piet, Ger en het klei
ne, zieke meisje Teuntje kwamen eerst in
Dirksland terecht en daarna werden zij
geëvacueerd naar Vlaardingen. Maar Piet
mocht van burgemeester Van Hofwegen
Battenoord niet verlaten.
Piet de Gast was bovendien lid van de
Vrijwillige Brandweer van Nieuwe Ton
ge.
Alleen met de zondag kon Piet gediu^ende
de evacuatieperiode bij zijn vrouw en
kind in Vlaardingen zijn.
Van het ene karwei ging het naar het
andere, maar het moeilijkste werk moest
nog komen. Er werd een Bergingsploeg
samengesteld om de tientallen vermiste
personen te gaan zoeken. Op de meest
onverwachte plaatsen in de polders kon
den de vermoedeüjke slachtoffers worden
aangetroffen.
Piet de Gast, Jan Hoogstraten, Jan van
Horssen, Leen Kabos en Huib Visser,
allen uit Nieuwe Tonge, werden bij deze
Bergingsploeg ingedeeld. ledere dag
trokken zij erop uit. Steeds onder begelei
ding van een lid van de Rijkspolitie. Ze
droegen uiteraard lieslaarzen en sjokten
hele dagen door de modderige en nog
geheel onder water staande polders. Het
eerste slachtoffertje van de Ramp had
Piet de Gast reeds op die zondagochtend
op Battenoord aangetroffen. Dat was één
van de drie dochtertjes van Jan de Jong
en Gijsje Kreeft.
Maar nu werd er elke dag gezocht. De
mannen van de Bergingsdienst troffen de
slachtoffers aan in een niet te omschrij
ven staat. Het zoeken duurde geen dagen,
geen weken, nee, het zoeken ging maan
denlang duren, dus ook in de zomermaan
den van het jaar 1953!
Elk gevonden slachtoffer werd op een
brancard naar de dijk gebracht en vandaar
werd het stoffelijk overschot naar Nieuwe
Tonge vervoerd. Alle slachtoffers werden,
na geïdentificeerd te zijn, voorlopig op de
Algemene Begraafplaats te Dirksland
begraven.
Piet de Gast herinnerde zich bij zevenen
zeventig slachtoffers die in de modder
waren aangetroffen aanwezig te zijn
geweest. De zeer gehavende polders
rondom Nieuwe Tonge was hun werkge
bied. De mannen moesten zich elke
avond goed wassen en ontsmetten. Dat
gebeurde in het baarhuisje op de Algeme
ne Begraafplaats van Nieuwe Tonge.
Wie voorzag deze mensen van de avond
maaltijd?
Die maaltijd moest in de gaarkeuken te
Middelhamis worden genuttigd. Dan
weer kwamen zij om zeven uur 's avonds
aan, dan weer was het acht uur en soms
zelfs pas om negen uur. Verreweg de
meeste keren was het warme eten al op of
slechts mondjesmaat voorradig. Daarin
kwam pas verbetering toen begin april in
het Oudemannenhuis aan de Molendijk te
Nieuwe Tonge ook een gaarkeuken werd
opengesteld.
Na ongeveer acht maanden keerde Ger de
Gast met haar dochtertje terug naar Batte
noord. Een aannemer uit Vlaardingen en
timmerman Piet van den Tol uit Dirks
land hebben hun huisje op Battenoord
herbouwd. Thans woont Piet en Ger in
Nieuwe Tonge en iedere lezer zal hun de
rust, waarvan zij nu genieten, met dank
baarheid gunnen. (wordt vervolgd)
D. Hoogzand
De ramp van 1953
(deel 8)
De woning van Piet de Gast. Daarachter de woning en schuur van Ewout van den Doel.
De Bergingsploeg van Nieuwe Tonge. V.l.n.r. Piet de Gast, Jan Hoogstrate, Huib Visser,
agent Zuidbroek?, Jan van Horssen en Leen Katos. Gekleed in overall en lieslaarzen.
Piet de Gast is tot het laatst toe bij gebleven.
Met deze vrachtwagen werden de stoffelijke oversaiulten van de Rampslachtoffers vervoerd.
Algemene Begraafplaats van Nieuwe Tonge. (Allefoto's mn Piei de Gast).