Piet Hein' zegt politiek vaarwel De Stelle zwemt driekamp in Middelharnis Tot even in de twintigste eeuw stond Zeldenrust, een boerderij aan de Oos telijke Achterweg van Sommelsdijk nog net buiten de bebouwde kom. Dat valt nu moeilijk voor te stellen. Zel denrust werd gebouwd op een perceel grond dat vanaf deze Achterweg liep tot aan de Langeweg en werd sinds mensenheugenis bewoond door Jacob Mastenbroek gehuwd met Adriaantje Goudswaard. Deze Jacob is echter vroeg gestoren, maar zijn vrouw bleef er wonen tot op de gezegende leeftijd van 96 jaren. D. Hoogzand Oprichter VLO blikt terug ACHTHUIZEN - Normaliter gaan mensen als ze 65 jaar worden met pensioen om van een veelal welver diende rustige levensavond te genie ten. Er zijn echter uitzonderingen op die toch wel simpele regel. Achthuize- naar Piet Heintjes is zo iemand. Op zijn vijfenzestigste richtte hij nog een politieke partij op en begon hij nog een carrière in de gemeenteraad. Nu, na twaalf jaren vergaderen, is er een eind gekomen aan die periode. Hein tjes is 77, het is mooi geweest. We hadden pech Lust Vijf Heel wat bereikt Andere kernen Het duvrt zo lang Met plezier gedaan Damvereniging 'Ernst, Nut en Ontspanning '52' te Melissant Uitslagen van 18 maart 2002 Zeidenrust De familie Mastenbroek liet op hetzelfde perceel grond een woning bouwen op de hoek Oostelijke Achterweg-Van Aersen- straat. Daarin woonde eerst zoon Leendert gehuwd met Jacoba van Eijken. Zij kregen vijf kinderen: Adriaantje, Harm, die naar Australië is geëmigreerd, Jacob, Jan en Ma. De jongste dochter Ma en haar man Aad van Driel bewonen thans dit vrijstaande hoek pand. De oude woning van Zeldenrust staat er gelukkig ook nog, zij het een beetje verscho len. Daar woont de oudste dochter Adriaan tje gehuwd met Jan Holleman. Adriaantje heeft voor haar huwelijk lange tijd bij haar grootmoeder ingewoond. Helaas is de schuur in 1988 afgebroken om parkeervoorzieningen te treffen ten behoeve van supermarkt Jac. Hermans aan de Bin nenweg. En wat doet zo'n bedrijf vrij kort daarop? Vertrekken naar elders! Het gevolg was dat er weer een typische landbouwschuur, waaraan Sommelsdijk eens zo rijk was, ten prooi viel aan de garrel- winden van de ontwikkeling. Vooral Adriaantje vond de afbraak van de schuur verschrikkelijk erg. In de oude woning van Zeldenrust heeft tot 1852 mijn bet-overgrootvader Arend Hoog- zand met zijn vrouw Cornelia Lugthart en hun acht kinderen gewoond. Om dat eens zorgvuldig na te gaan mocht ik aan tafel van de familie Mastenbroek plaats nemen of daar nog wat van terug te vinden was in de eigendomsbewijzen. Al gauw komen dan allerlei verhalen naar voren. In gedachten zien we opoe Mastenbroek nog gaan. Met haar kraakhelder van wit katoen gehaakte mutsje ging zij de kippen voeren. Of na een dag van harde wind het nog onrij pe ooft oprapen dat de volgende dag geschild zou worden en als groente op tafel werd voorgezet. De meeste mensen die haar gekend hebben, zullen ongetwijfeld haar wel eens met de bezem aan het werk hebben gezien. Het hele erf en de straat er langs kreeg dagelijks een beurt. Opoe Mastenbroek hanteerde haar bezem ook wel eens om Piet een ferme tik te geven als die het weer eens te bont had gemaakt. Wie was die Piet? Piet kwam in 1931 als veulen op Zeldenrust. Het was een prachtig dier, nogal groot voor zijn leeftijd. Zijn haarkleur was donker bruin. Zijn staartje kwispelde erop los maar dat lichaamsdeel werd later helaas gecou peerd. Piet was nog maar net van zijn moeder ge scheiden toen hij op voor hem vreemde bodem verscheen. Hij zou de rest van zijn leven bij de familie Mastenbroek blijven. Toen hij werd ingespannen kwam hij naast Sjoel te staan en samen vormden zij een span ruinen want lang voor de tijd van werken was aangebroken, waren ze beiden reeds ontmand. Leen Mastenbroek was de trotse bezitter van deze paarden maar Leen Faasse, de landbouwknecht ging er mee werken. Nadat zoon Jacob van school kwam ging hij met dit span werkpaarden het nodige werk doen. Echter zodra de herinneringen aan vader Leen Mastenbroek werden opgehaald kwa men al gauw de jacht en de bijen ter sprake. De bijen hadden hun behuizing in een bijen- stal naast de Zondagsschool, later genaamd 'Vita Nova' aan de Van Aersenstraat. Dus midden in het steeds groeiende dorp Som melsdijk. Adriaantje heeft heel wat bijen- zwermen geschept en als de tijd van oogsten was aangebroken heeft zij samen met haar zus Ma tal van goed verzegelde plankjes moeten ontzegelen om daarna de honing met de slinger er uit te draaien. Het is Leen Mas tenbroek zelve geweest die mij persoonlijk er toe heeft aangespoord om ook bijen te gaan houden. De schuur van 'Zeldenrust'. V.l.n.r. Leen Mastenbroek en zijn kinderen Jan, Ma en Jaap op het paard (1943). 's Ochtends vroeg vertrok het span paarden van Zeldenrust en trok naar de percelen land in de verschillende polders zoals de West plaat, het Nieuwland en het Oudeland. Tij dens de Tweede Wereldoorlog werd het span met voerman en al door de bezetters gevorderd. Daarover zijn aparte verhalen te schrijven wat ik inmiddels gedaan heb in het boek: 'Blijvend Gedenken'. Leen Faasse met de paarden van Leen Mastenbroek komen daar ook in voor. Maar Jaap beleefde in die moeilijke oorlogs jaren als veertienjarige jongen met de paar den Piet en Sjoel eens een hachelijk avon tuur. Jaap moest gaan ploegen op het stuk land in het Nieuwland gelegen tussen de Sint Christoffeldijk en de Kokseweg. Het ploegen werd ex tra bemoeilijkt door de aanwezigheid van weermachtspalen die op last van de bezetter in de zomer van 1944 waren ge plaatst. Dat gebeur de om strategische redenen... Toen Jaap weer om zo'n paal wilde manoeuvreren raak te het handpaard (het links staande dier van het span) ver strikt in de lijnen. Het handpaard was Piet en hij raakte met een van zijn achterbe nen de vrij scherpe ploegschaar wat een flin ke jaap tot gevolg had die hevig begon te bloeden. Jaap trof direkt maatregelen en sneed eerst de lijnen af en ging onmiddellijk terug naar huis, een bloedspoor achterlatend. Verzwakt door het vele bloedverlies werd het sterke dier in de travalje bij de smederij van de gebroeders Tieleman in de Sebasti- aan Doelstraat geplaatst. De spoedig ontbo den en evenzo spoedig gearriveerde veearts was genoodzaakt om de wond van het paard te krammen. Hij diende tevens een injectie toe. Piet kwam er vrij spoedig weer bovenop. Piet en Sjoel moesten onderwijl op het bedrijf er weer meer aan te pas komen want in die oorlogsjaren was er geen voldoende brandstof voorradig om de tractor te laten rijden. Dat ding, een Fordson, stond op zijn beurt op stal. Leen Mastenbroek en Leen Joppe waren in Sommelsdijk de eerste land bouwers die enige jaren voor de oorlog een tractor hadden aangeschaft. De paarden moesten dus weer komen opdraven. In 1945, nadat in mei de oorlog beëindigd werd, waren er op Goeree-Overflakkee nog welgeteld 1849 werkpaarden. Dat aantal liep na de bevrijding terug tot slechts 275 in 1995. Tot dat laatste cijfer behoorden maar weinig werkpaarden. Een paard of een pony is tegenwoordig een luxe dier. Toch brak er ook een tijd aan waarin de don- kerkleurige, zeer robuust gebouwde Piet een luxe leventje kon gaan leiden. Sinds er weer voldoende brandstof voor de tractor kon worden verkregen en er nieuwe tractoren konden worden aangeschaft, verdween het ene na het ander paard van de boerenhoeven. Sjoel werd van de hand gedaan. Waarschijn lijk werd hij verkocht aan Barend de Ruijter in leven een paardenhandelaar die in de Enkele Ring woonde. Piet kwam op stal te staan. Vervelen deed hij zich niet. Hij wrikte zich steeds los en zag kans de staldeuren te openen. Wat er ook tegen werd gedaan, niets scheen te helpen. Een halster schudde hij zonder moeite van zijn hoofd. Mastenbroek had eens een brede en sterke leren band om zijn hals laten aan meten die wel zo strak om zijn fiere nek werd aangebracht dat er amper een vinger tussen te krijgen was. Maar Piet ontdeed zich ook daarvan zonder veel moeite. Wat een paard! Dan weer trof men hem aan in de koeienstal, dan weer op het erf of daarbuiten. Ook het toegangshek van Zeldenrust kreeg Piet en Sjoel voor de ploeg van Jaap Mastenbroek. hij open en liep in de omgeving maar wat rond. Denk echter niet dat een paard zó maar verdwaalt. Op de dag van de Watersnoodramp 1 febru ari 1953 stroomde het koude zeewater om streeks de schemering het dorp Sommelsdijk binnen. Dat kwam door dijkdoorbraken bij Duivenwaard. Het water stroomde met flin ke kracht de straten, de huizen en de schuren binnen. Iedereen kon zich in betrekkelijke veihgheid brengen. De bewoners van Zel denrust kwamen onmiddellijk in aktie om de koeien van stal te halen en natuurlijk ook om Piet in veiligheid te brengen. Men kwam op het idee om deze dieren in de op de Oostelij ke Achterweg geparkeerd staande veewa- gens van de familie Arie en Hans Vroegin- deweij te zetten. Daar stonden ze in elk geval veel hoger dan op de vloer van de stal. De auto's bleven staan waar zij stonden. Geluk kig steeg het water niet hoger dan van één tot anderhalve meter in het dorp met uitzonde ring van de Voorstraat en directe omgeving die droog bleef. Daar kreeg het vee dat gered had kunnen worden een plaatsje in de open lucht. De bijenvolken werden met hulp van Jaap Vijfhuizen in de bijenstal een etage hoger gezet en werden op die manier gered. De familie Mastenbroek kreeg onderdak bij familie. De eerstvolgende dagen werden de dieren in de veewagens van hooi en bieten voorzien. Ma Mastenbroek herinnerde zich nog dat ze bij Piet oud brood ging brengen. Dan stond Piet al met zijn lange nek boven de houten opstanden van de veeewagen uit te turen. Het water zakte binnen een week weg en liep terug naar de zee die zo vreselijk het land geteisterd had. De drama' s van Oude Tonge, van Stellendam, van Stavenisse en van zoveel plaatsen meer, waren de eerste dagen nog niet geheel tot de bevolking van Som melsdijk doorgedrongen. Maar toen dit een maal wel bekend was geworden, begreep men dat de gebeurtenissen bij Mastenbroek in vergelijking met het hele rampgebied niets te betekenen heeft gehad. Hun vee kon weer terug naar stal. Piet vervolgde zijn eigen leventje. Hij was oud geworden. In de zomer mocht Piet naar het gors behorende tot de Westplaat Buitengronden waar Piet van Vliet beheerder over was. Dat ging de eerste twee zomers goed maar de zomer er na ging het mis. Van VUet had Mastenbroek gewaarschuwd dat zijn paard steeds vaker om viel. Met de grootste moeite kon het dier weer overeind worden geholpen totdat dit niet langer meer ging. Piet was 24 jaar geworden. Hij had voor een trekpaard een tamelijk hoge leeftijd bereikt. Toen zijn lichaam van het gors werd wegge voerd was niemand van de famihe Masten broek aanwezig. Men kon het niet aanzien. Op het gors met het paard Piet. Jaap en zijn verloofde A. M. van den Broek. Tijdens zijn afscheid, vlak na de verkiezin gen, kreeg hij mooie woorden over zich uit gestort - én een koninklijke onderscheiding opgespeld. Er zal zeker over gesproken zijn in Achthuizen. Want Piet Heintjes is een bekende figuur in het dorp. Hij is er geboren en getogen. Op straat wordt hij aangespro ken als Piet Hein ("je hoort niet anders"). Een zeeheld is hij echter niet, deze Piet Hein was gewoon twaalf jaar dé politicus van Achthuizen. Al zat hij natuurlijk in de gemeenteraad van Oostflakkee. Heintjes is een van de oprichters van de Vrije Lijst Oostflakkee, kortweg de VLO. Wat was de reden om een nieuwe politieke groepering in de Oostflakkeese arena te gooien? Voldeden de toenmalige partijen - PvdA, CDA, VVD en SGP - niet of niet genoeg? 'Piet Hein' blikt een jaar of twaalf terug: "Het is zo gebeurd: ik zat bij nogal wat vergaderingen om mee te praten over wat voor voorzieningen je allemaal op dit dorp zou moeten hebben. Maar we hadden pech, er werd niks gebouwd. Er was een kerkje, een schooltje en wat middenstand, maar om dat allemaal in stand te houden heb je bevolking nodig. De jongeren van het dorp trokken echter vaak naar Den Bommel of Oude Tonge, of elders. Hier werd het alleen maar slechter. Op een gegeven moment heb ik de middenstand bij elkaar gehaald om daar wat aan te doen." Heintjes vervolgt: "Ik zat toentertijd in het plaatselijke CDA, maar daar kregen we geen voet aan de grond. Bij de andere partijen trouwens ook niet. Dus staken we de koppen bij elkaar. De verkiezingen stonden voor de deur en we besloten mee te doen.' Dat was in 1990. De partij trok de aandacht en kwam met drie zetels in de raad. Een echte naam had de nieuwe pohtieke noviteit nog niet. Heintjes en de zijnen kwamen de gemeente raad van Oostflakkee binnen onder de wei- nigzeggende noemer Lijst Vijf. Later, na vier jaar, ging de groepering verder als Vrije Lijst Oostflakkee. Onder die naam heeft de partij, die tot nog toe bij alle verkiezingen drie raadszetels wist te verzamelen, geen collegeverantwoordelijkheid meer kunnen afdwingen. In de allereerste periode, van 1990 tot 1994, was dat wel het geval. Peter de Vries, die Piet Heintjes kende van het plaatselijke ouderenwerk, werd wethouder en Lijst Vijf kon de eigen programmapunten dus maximaal profileren. "We hebben heel wat bereikt", vindt Hein tjes, destijds de fractievoorzitter. "Zelf had den we dus een wethouder en de VVD, met wie we samenwerkten, wou ons wel helpen. We hebben bijvoorbeeld voor elkaar weten te krijgen dat hier een sporthal werd gebouwd. In Achthuizen hadden we voor die tijd niet eens een zaaltje voor de schoolgym. De kantine van FIOS is daarna uitgebouwd tot buurthuis en daar vinden allerlei activi teiten plaats." Om al die voorzieningen van het nodige draagvlak te voorzien - Heintjes zei het zelf al - is voldoende bevolking nodig. En ook daar kon, op initiatief van de VLO, het nodige aan gedaan worden. Op de plek van de oude school werden enkele tien tallen woningen gebouwd, waaronder een aantal specifieke seniorenwoningen. Allemaal maatregelen die ervoor zorgden dat Achthuizen een leefbare kern is geble ven. Al blijft het te allen tijde noodzakelijk de vinger aan de pols te houden, geeft de zojuist vertrokken politicus aan. "Het gaat aardig, maar er moeten nog wel wat wonin gen bij." De middenstand loopt langzaam maar zeker terug, maar dat is een tendens die je in alle kleinere kernen kan waarnemen. In Achthuizen zijn de laatste jaren bijvoorbeeld de slager en de drogisterij (in het huis waar Piet Heintjes woont) ermee opgehouden. Nu bestaat de middenstand op het dorp nog voornamelijk uit een bakker ("gelukkig een Piet Heintjes: "Nu waren er verkiezingen en nu is er een geschikte opvolger in de partij, dus dit was een mooie kans om de stoppen. Nu moest ik 't doen. hele goeie"), een supermarkt en een rijdende groenteman die naast groente en fruit ook allerlei andere zaken verkoopt. Volgens 'Piet Hein' is Achthuizen al met al toch een levendige kern gebleven. "Het gaat best voor zo'n kleine gemeenschap. En over de inzet van vrijwilligers hebben we hier zeker niet te klagen. Nee, het is net één grote familie. Ik hoop dat we de jeugd een beetje hier kunnen houden. Dat ze niet zeggen: 'Achthuizen is niks voor mij'. Ik denk dat de meesten graag willen blijven wonen waar ze geboren zijn. Als de moge lijkheid maar geboden wordt. Het vuurtje moet warm worden gehouden. Ja, zo zie ik het." Terug naar de VLO. De partij mag dan zijn ontstaan uit onvrede over de situatie in de kern Achthuizen, ook de andere kernen in de gemeente Oostflakkee konden (en kunnen) altijd rekenen op aandacht en inzet. De stem men voor die drie raadszetels komen van zelfsprekend niet alleen uit de woonplaats van Heintjes. "Den Bommel, Ooltgensplaat en Oude Tonge zijn ook kleine kernen. Die hebben weer hun eigen problematiek. Ook buiten Achthuizen zijn mensen met onge noegen over de achteruitgang van de kernen. Ook daar zetten we ons voor in. Tja, de VLO is een begrip geworden. De laatste verkie zingen zijn we weer gestegen met het aantal stemmen." Heintjes noemt in dit verband de voorgenomen verplaatsing van de routes naar bedrijventerreinen in Den Bommel en Ooltgensplaat ("zodat de vrachtwagens niet meer dwars door het dorp hoeven"), de handtekening onder het plan voor recreatie ontwikkeling bij Oude Tonge en de geplan de kleinschalige woningbouw in Oude Ton ge en Ooltgensplaat. De laatste acht jaar zat de VLO niet in het college, maar moest de driemansfractie van uit de oppositiebanken proberen het beleid te beïnvloeden. Heintjes: "Het is echt moeilijk om je punten op die manier verwezenlijkt te krijgen. Het hangt af van de andere mensen die in de raad zitten." Hij geeft een voor beeld. "In Achthuizen was geen crèche meer. Er was ooit een crèche in het klooster, maar toen dat verkocht werd, was het gebeurd. Wij hebben er in de raad voor geijverd om die belangrijke voorziening weer terug te krijgen. Vanuit de oppositie. Gelukkig was de PvdA ook voor, maar ver volgens dumt het zo lang voordat het voor elkaar is.Pas vorig jaar, vlak voor de ver kiezingen, konden we de crèche openen. Zo werkt het." Nu zit het erop. Heintjes kijkt terug op een mooie, vruchtbare periode in de politiek. Zijn stap om een 'eigen partij' op te richten was een logische stap. Het CDA, zijn partij tot 1990, heeft het hem nooit kwalijk genomen, zegt hij. "Ze zeggen dat ze er zelf debet aan zijn. Mijn actie was ook niet tegen het CDA gericht, nee, het was meer de gemeenschap die riep dat er wat moest gebeuren. Ik heb ook altijd goede contacten gehouden met het CDA." Zij:i pohtieke carrière zit erop, zoals zijn maatschappelijke carrière (molenaar, vrachtrijder, directiechauffeur bij de Shell in Dïn Haag) er ook al jaren op zit. "Ik heb het net plezier gedaan", zegt hij enkele dagen na alle mooie afscheidswoorden en de ontvangst van zijn 'lintje'. "Het is hoofd zakelijk m'n leeftijd. Nu waren er verkie zingen en nu is er een geschikte opvolger in de partij, dus dit was een mooie kans om de stoppen. Nu moest ik 't doen." In ieder geval zal Heintjes een hoop extra tijd ter beschikkiag krijgen, want het politieke werk is irtensief, geeft hij aan. Zal hij het missen? "ji het begin wel, denk ik. Ik heb het zo lang gedaan. Ik heb me wel voorge nomen om af en toe een vergadering van de gemeenteraad of van de commissies bij te wonen. Gevvoon om op de hoogte te blijven van de zakea waarover ik zolang heb mee- gepraat, om t? weten hoe 't reilt en zeilt. De verplichting h weg, maar ik wil 't wel bij houden." En nu? 'Piet Hdn' blijft actief, in het bestuur van de VLO bijvoorbeeld, maar ook op andere fronten. "Vi'ant, zoveel rs wel duidelijk na een gesprek met deze krasse Flakkeeër, hij doet het voor de gemeenschap. Vooral voor die van Achtauizen. En als er dan nog wat tijd over is, dar pakt hij een stapel hout, een zaag, een hamei, wat schroeven, een pot verf en een kwast om nog eens een minia- tuurmolen te maken. De oud-molenaar heeft er veel lol in. Al is er één ding echt onmoge lijk op zo'n kleine molen: aan de wieken gaan hangen en een roadje draaien, zoals hij een jaar of zestig geleden eens deed. Voor vier gulden. Zaterdag 16 maart vertrokken de leden van de Stelle uit Stellendam naar het zwembad in Middelharnis om daar mee te doen aan een drie- kamp. De deelnemende verenigingen waren De Schotejil uit Middelharnis, ZOB uit Oud-Beijerland en de Stelle uit Stellendam. De wedstrijd werd begonnen met een 4x50m. vrijeslag estafette. Voor de Stelle verschenen aan de start Jannelies Phylipsen, Lenneke Riemens, Corine Tanis en Alischa Hokke. Zij eindigden op een vierde plaats. Ook de heren zwommen deze zelfde estafet te. Voor de Stelle verschenen aan de start; WiUian Hansen, Abraham de Ronde, Jeroen Aleman en Leander van Splunder. Ook hier werd de vierde plaats door de Stelle ingeno men. Na de estafettes werd verder gegaan met de jjieisjes en jongens 1992 en later. Zij zwom- jjien 25m. vrijeslag. Cynthia Nagtegaal, Anita van Soest en Pieter Hoekman verbe terden alle drie hun beste tijd. Bij de meisjes 1990 en later was er een gouden medaille voor de Stelle. Wendy Kriek was in de laat ste serie iedereen te snel af en won de 50m. vrijeslag in een tijd van 0.33.87. Ook bij de jongens 1990 en later viel de Stelle in de prijzen. Coen Bolle zwom in de laatste serie op de 50m. vrijeslag een mooie tijd van 0.34.87. Dit leverde hem een bronzen medaille op. De meisjes 1988 en later zwommen lOOm. vrijeslag. Ellen van Soest verbeterde haar beste tijd met maar liefst 7 seconden. Danielle Roodnat begon de race heel goed en had het zicht op de gouden medaille. Maar door een misverstandje stopte ze na 50m. Ze herstelde haar fout nog enigszins en behaalde uiteindelijk toch nog een bronzen medaille. Carolina van de Nieuwendijk won in een mooie tijd van 1.18.64 de zilveren medaille. Wijnand de Ronde en Jeroen Ale man verbeterden bij de jongens 1988 en later allebei hun beste tijd op de lOOm. vrijeslag. De dames hadden deze wedstrijd een zwaar programma. Zij zwommen de 4G0m. vrij eslag. Jannelies Phylipsen leverde een goede prestatie. In de tweede helft van de wedstrijd werden er weer vele beste tijden verbeterd. Danielle Roodnat maakte haar vergissing op de vrij eslag weer helemaal goed^door op de lOOm. schoolslag de gouden medaille te winnen in een tijd van 1.37.08. Ook Wijnand de Ronde het van zich horen op de lOOm. schoolslag voor jongens 1988 en later. Hij verbeterde met alleen zijn beste tijd, maar veroverde ook een zilveren medaille. En zo kwam er na vele persoonlijke goede prestaties weer een eind aan deze driekamp. Zaterdag 23 maart vertrekkende Stelle leden naar Rozenburg voor de Speedo wedstrij den. Afdeling 1 P. Kom - T. Goedegebuur0-2 H. Visbeen - A. het Jonk...!1.........T-1 Afdeling 2 BGrootenboer - Bvan Nimwegen 1 -1 J. Non- A. Visbeeno-2 Bekerronde J. Looij -C. Visbeeni-i

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2002 | | pagina 6