Piet Hein' zegt politiek vaarwel
De Stelle zwemt driekamp in Middelharnis
Tot even in de twintigste eeuw stond
Zeldenrust, een boerderij aan de Oos
telijke Achterweg van Sommelsdijk
nog net buiten de bebouwde kom. Dat
valt nu moeilijk voor te stellen. Zel
denrust werd gebouwd op een perceel
grond dat vanaf deze Achterweg liep
tot aan de Langeweg en werd sinds
mensenheugenis bewoond door Jacob
Mastenbroek gehuwd met Adriaantje
Goudswaard. Deze Jacob is echter
vroeg gestoren, maar zijn vrouw bleef
er wonen tot op de gezegende leeftijd
van 96 jaren.
D. Hoogzand
Oprichter VLO blikt terug
ACHTHUIZEN - Normaliter gaan
mensen als ze 65 jaar worden met
pensioen om van een veelal welver
diende rustige levensavond te genie
ten. Er zijn echter uitzonderingen op
die toch wel simpele regel. Achthuize-
naar Piet Heintjes is zo iemand. Op
zijn vijfenzestigste richtte hij nog een
politieke partij op en begon hij nog
een carrière in de gemeenteraad. Nu,
na twaalf jaren vergaderen, is er een
eind gekomen aan die periode. Hein
tjes is 77, het is mooi geweest.
We hadden pech
Lust Vijf
Heel wat bereikt
Andere kernen
Het duvrt zo lang
Met plezier gedaan
Damvereniging 'Ernst, Nut en
Ontspanning '52' te Melissant
Uitslagen van 18 maart 2002
Zeidenrust
De familie Mastenbroek liet op hetzelfde
perceel grond een woning bouwen op de
hoek Oostelijke Achterweg-Van Aersen-
straat. Daarin woonde eerst zoon Leendert
gehuwd met Jacoba van Eijken. Zij kregen
vijf kinderen: Adriaantje, Harm, die naar
Australië is geëmigreerd, Jacob, Jan en Ma.
De jongste dochter Ma en haar man Aad van
Driel bewonen thans dit vrijstaande hoek
pand.
De oude woning van Zeldenrust staat er
gelukkig ook nog, zij het een beetje verscho
len. Daar woont de oudste dochter Adriaan
tje gehuwd met Jan Holleman. Adriaantje
heeft voor haar huwelijk lange tijd bij haar
grootmoeder ingewoond.
Helaas is de schuur in 1988 afgebroken om
parkeervoorzieningen te treffen ten behoeve
van supermarkt Jac. Hermans aan de Bin
nenweg. En wat doet zo'n bedrijf vrij kort
daarop? Vertrekken naar elders!
Het gevolg was dat er weer een typische
landbouwschuur, waaraan Sommelsdijk
eens zo rijk was, ten prooi viel aan de garrel-
winden van de ontwikkeling.
Vooral Adriaantje vond de afbraak van de
schuur verschrikkelijk erg.
In de oude woning van Zeldenrust heeft tot
1852 mijn bet-overgrootvader Arend Hoog-
zand met zijn vrouw Cornelia Lugthart en
hun acht kinderen gewoond. Om dat eens
zorgvuldig na te gaan mocht ik aan tafel van
de familie Mastenbroek plaats nemen of
daar nog wat van terug te vinden was in de
eigendomsbewijzen. Al gauw komen dan
allerlei verhalen naar voren.
In gedachten zien we opoe Mastenbroek nog
gaan. Met haar kraakhelder van wit katoen
gehaakte mutsje ging zij de kippen voeren.
Of na een dag van harde wind het nog onrij
pe ooft oprapen dat de volgende dag
geschild zou worden en als groente op tafel
werd voorgezet. De meeste mensen die haar
gekend hebben, zullen ongetwijfeld haar wel
eens met de bezem aan het werk hebben
gezien. Het hele erf en de straat er langs
kreeg dagelijks een beurt.
Opoe Mastenbroek hanteerde haar bezem
ook wel eens om Piet een ferme tik te geven
als die het weer eens te bont had gemaakt.
Wie was die Piet?
Piet kwam in 1931 als veulen op Zeldenrust.
Het was een prachtig dier, nogal groot voor
zijn leeftijd. Zijn haarkleur was donker
bruin. Zijn staartje kwispelde erop los maar
dat lichaamsdeel werd later helaas gecou
peerd.
Piet was nog maar net van zijn moeder ge
scheiden toen hij op voor hem vreemde
bodem verscheen. Hij zou de rest van zijn
leven bij de familie Mastenbroek blijven.
Toen hij werd ingespannen kwam hij naast
Sjoel te staan en samen vormden zij een span
ruinen want lang voor de tijd van werken
was aangebroken, waren ze beiden reeds
ontmand. Leen Mastenbroek was de trotse
bezitter van deze paarden maar Leen Faasse,
de landbouwknecht ging er mee werken.
Nadat zoon Jacob van school kwam ging hij
met dit span werkpaarden het nodige werk
doen.
Echter zodra de herinneringen aan vader
Leen Mastenbroek werden opgehaald kwa
men al gauw de jacht en de bijen ter sprake.
De bijen hadden hun behuizing in een bijen-
stal naast de Zondagsschool, later genaamd
'Vita Nova' aan de Van Aersenstraat. Dus
midden in het steeds groeiende dorp Som
melsdijk. Adriaantje heeft heel wat bijen-
zwermen geschept en als de tijd van oogsten
was aangebroken heeft zij samen met haar
zus Ma tal van goed verzegelde plankjes
moeten ontzegelen om daarna de honing met
de slinger er uit te draaien. Het is Leen Mas
tenbroek zelve geweest die mij persoonlijk
er toe heeft aangespoord om ook bijen te
gaan houden.
De schuur van 'Zeldenrust'.
V.l.n.r. Leen Mastenbroek en zijn kinderen Jan, Ma en Jaap op het paard (1943).
's Ochtends vroeg vertrok het span paarden
van Zeldenrust en trok naar de percelen land
in de verschillende polders zoals de West
plaat, het Nieuwland en het Oudeland. Tij
dens de Tweede Wereldoorlog werd het
span met voerman en al door de bezetters
gevorderd. Daarover zijn aparte verhalen te
schrijven wat ik inmiddels gedaan heb in het
boek: 'Blijvend Gedenken'. Leen Faasse
met de paarden van Leen Mastenbroek
komen daar ook in voor.
Maar Jaap beleefde in die moeilijke oorlogs
jaren als veertienjarige jongen met de paar
den Piet en Sjoel eens een hachelijk avon
tuur. Jaap moest gaan ploegen op het stuk
land in het Nieuwland gelegen tussen de Sint
Christoffeldijk en de
Kokseweg.
Het ploegen werd ex
tra bemoeilijkt door
de aanwezigheid van
weermachtspalen
die op last van de
bezetter in de zomer
van 1944 waren ge
plaatst. Dat gebeur
de om strategische
redenen...
Toen Jaap weer om
zo'n paal wilde
manoeuvreren raak
te het handpaard (het
links staande dier
van het span) ver
strikt in de lijnen.
Het handpaard was
Piet en hij raakte met een van zijn achterbe
nen de vrij scherpe ploegschaar wat een flin
ke jaap tot gevolg had die hevig begon te
bloeden. Jaap trof direkt maatregelen en
sneed eerst de lijnen af en ging onmiddellijk
terug naar huis, een bloedspoor achterlatend.
Verzwakt door het vele bloedverlies werd
het sterke dier in de travalje bij de smederij
van de gebroeders Tieleman in de Sebasti-
aan Doelstraat geplaatst. De spoedig ontbo
den en evenzo spoedig gearriveerde veearts
was genoodzaakt om de wond van het paard
te krammen. Hij diende tevens een injectie
toe.
Piet kwam er vrij spoedig weer bovenop.
Piet en Sjoel moesten onderwijl op het
bedrijf er weer meer aan te pas komen want
in die oorlogsjaren was er geen voldoende
brandstof voorradig om de tractor te laten
rijden. Dat ding, een Fordson, stond op zijn
beurt op stal. Leen Mastenbroek en Leen
Joppe waren in Sommelsdijk de eerste land
bouwers die enige jaren voor de oorlog een
tractor hadden aangeschaft. De paarden
moesten dus weer komen opdraven. In
1945, nadat in mei de oorlog beëindigd
werd, waren er op Goeree-Overflakkee nog
welgeteld 1849 werkpaarden. Dat aantal liep
na de bevrijding terug tot slechts 275 in
1995. Tot dat laatste cijfer behoorden maar
weinig werkpaarden. Een paard of een pony
is tegenwoordig een luxe dier.
Toch brak er ook een tijd aan waarin de don-
kerkleurige, zeer robuust gebouwde Piet een
luxe leventje kon gaan leiden. Sinds er weer
voldoende brandstof voor de tractor kon
worden verkregen en er nieuwe tractoren
konden worden aangeschaft, verdween het
ene na het ander paard van de boerenhoeven.
Sjoel werd van de hand gedaan. Waarschijn
lijk werd hij verkocht aan Barend de Ruijter
in leven een paardenhandelaar die in de
Enkele Ring woonde.
Piet kwam op stal te staan. Vervelen deed hij
zich niet. Hij wrikte zich steeds los en zag
kans de staldeuren te openen. Wat er ook
tegen werd gedaan, niets scheen te helpen.
Een halster schudde hij zonder moeite van
zijn hoofd. Mastenbroek had eens een brede
en sterke leren band om zijn hals laten aan
meten die wel zo strak om zijn fiere nek
werd aangebracht dat er amper een vinger
tussen te krijgen was. Maar Piet ontdeed
zich ook daarvan zonder veel moeite. Wat
een paard! Dan weer trof men hem aan in de
koeienstal, dan weer op het erf of daarbuiten.
Ook het toegangshek van Zeldenrust kreeg
Piet en Sjoel voor de ploeg van Jaap Mastenbroek.
hij open en liep in de omgeving maar wat
rond. Denk echter niet dat een paard zó maar
verdwaalt.
Op de dag van de Watersnoodramp 1 febru
ari 1953 stroomde het koude zeewater om
streeks de schemering het dorp Sommelsdijk
binnen. Dat kwam door dijkdoorbraken bij
Duivenwaard. Het water stroomde met flin
ke kracht de straten, de huizen en de schuren
binnen. Iedereen kon zich in betrekkelijke
veihgheid brengen. De bewoners van Zel
denrust kwamen onmiddellijk in aktie om de
koeien van stal te halen en natuurlijk ook om
Piet in veiligheid te brengen. Men kwam op
het idee om deze dieren in de op de Oostelij
ke Achterweg geparkeerd staande veewa-
gens van de familie Arie en Hans Vroegin-
deweij te zetten. Daar stonden ze in elk geval
veel hoger dan op de vloer van de stal. De
auto's bleven staan waar zij stonden. Geluk
kig steeg het water niet hoger dan van één tot
anderhalve meter in het dorp met uitzonde
ring van de Voorstraat en directe omgeving
die droog bleef. Daar kreeg het vee dat gered
had kunnen worden een plaatsje in de open
lucht.
De bijenvolken werden met hulp van Jaap
Vijfhuizen in de bijenstal een etage hoger
gezet en werden op die manier gered.
De familie Mastenbroek kreeg onderdak bij
familie.
De eerstvolgende dagen werden de dieren in
de veewagens van hooi en bieten voorzien.
Ma Mastenbroek herinnerde zich nog dat ze
bij Piet oud brood ging brengen. Dan stond
Piet al met zijn lange nek boven de houten
opstanden van de veeewagen uit te turen.
Het water zakte binnen een week weg en liep
terug naar de zee die zo vreselijk het land
geteisterd had. De drama' s van Oude Tonge,
van Stellendam, van Stavenisse en van
zoveel plaatsen meer, waren de eerste dagen
nog niet geheel tot de bevolking van Som
melsdijk doorgedrongen. Maar toen dit een
maal wel bekend was geworden, begreep
men dat de gebeurtenissen bij Mastenbroek
in vergelijking met het hele rampgebied
niets te betekenen heeft gehad. Hun vee kon
weer terug naar stal. Piet vervolgde zijn
eigen leventje. Hij was oud geworden. In de
zomer mocht Piet naar het gors behorende
tot de Westplaat Buitengronden waar Piet
van Vliet beheerder over was. Dat ging de
eerste twee zomers goed maar de zomer er
na ging het mis.
Van VUet had Mastenbroek gewaarschuwd
dat zijn paard steeds vaker om viel. Met de
grootste moeite kon het dier weer overeind
worden geholpen totdat dit niet langer meer
ging.
Piet was 24 jaar geworden. Hij had voor een
trekpaard een tamelijk hoge leeftijd bereikt.
Toen zijn lichaam van het gors werd wegge
voerd was niemand van de famihe Masten
broek aanwezig. Men kon het niet aanzien.
Op het gors met het paard Piet. Jaap en zijn verloofde A. M. van den Broek.
Tijdens zijn afscheid, vlak na de verkiezin
gen, kreeg hij mooie woorden over zich uit
gestort - én een koninklijke onderscheiding
opgespeld. Er zal zeker over gesproken zijn
in Achthuizen. Want Piet Heintjes is een
bekende figuur in het dorp. Hij is er geboren
en getogen. Op straat wordt hij aangespro
ken als Piet Hein ("je hoort niet anders").
Een zeeheld is hij echter niet, deze Piet Hein
was gewoon twaalf jaar dé politicus van
Achthuizen. Al zat hij natuurlijk in de
gemeenteraad van Oostflakkee.
Heintjes is een van de oprichters van de
Vrije Lijst Oostflakkee, kortweg de VLO.
Wat was de reden om een nieuwe politieke
groepering in de Oostflakkeese arena te
gooien? Voldeden de toenmalige partijen -
PvdA, CDA, VVD en SGP - niet of niet
genoeg? 'Piet Hein' blikt een jaar of twaalf
terug: "Het is zo gebeurd: ik zat bij nogal
wat vergaderingen om mee te praten over
wat voor voorzieningen je allemaal op dit
dorp zou moeten hebben. Maar we hadden
pech, er werd niks gebouwd. Er was een
kerkje, een schooltje en wat middenstand,
maar om dat allemaal in stand te houden heb
je bevolking nodig. De jongeren van het
dorp trokken echter vaak naar Den Bommel
of Oude Tonge, of elders. Hier werd het
alleen maar slechter. Op een gegeven
moment heb ik de middenstand bij elkaar
gehaald om daar wat aan te doen."
Heintjes vervolgt: "Ik zat toentertijd in het
plaatselijke CDA, maar daar kregen we geen
voet aan de grond. Bij de andere partijen
trouwens ook niet. Dus staken we de koppen
bij elkaar. De verkiezingen stonden voor de
deur en we besloten mee te doen.' Dat was in
1990. De partij trok de aandacht en kwam
met drie zetels in de raad. Een echte naam
had de nieuwe pohtieke noviteit nog niet.
Heintjes en de zijnen kwamen de gemeente
raad van Oostflakkee binnen onder de wei-
nigzeggende noemer Lijst Vijf. Later, na
vier jaar, ging de groepering verder als Vrije
Lijst Oostflakkee. Onder die naam heeft de
partij, die tot nog toe bij alle verkiezingen
drie raadszetels wist te verzamelen, geen
collegeverantwoordelijkheid meer kunnen
afdwingen. In de allereerste periode, van
1990 tot 1994, was dat wel het geval. Peter
de Vries, die Piet Heintjes kende van het
plaatselijke ouderenwerk, werd wethouder
en Lijst Vijf kon de eigen programmapunten
dus maximaal profileren.
"We hebben heel wat bereikt", vindt Hein
tjes, destijds de fractievoorzitter. "Zelf had
den we dus een wethouder en de VVD, met
wie we samenwerkten, wou ons wel helpen.
We hebben bijvoorbeeld voor elkaar weten
te krijgen dat hier een sporthal werd
gebouwd. In Achthuizen hadden we voor die
tijd niet eens een zaaltje voor de schoolgym.
De kantine van FIOS is daarna uitgebouwd
tot buurthuis en daar vinden allerlei activi
teiten plaats." Om al die voorzieningen van
het nodige draagvlak te voorzien - Heintjes
zei het zelf al - is voldoende bevolking
nodig. En ook daar kon, op initiatief van de
VLO, het nodige aan gedaan worden. Op de
plek van de oude school werden enkele tien
tallen woningen gebouwd, waaronder een
aantal specifieke seniorenwoningen.
Allemaal maatregelen die ervoor zorgden
dat Achthuizen een leefbare kern is geble
ven. Al blijft het te allen tijde noodzakelijk
de vinger aan de pols te houden, geeft de
zojuist vertrokken politicus aan. "Het gaat
aardig, maar er moeten nog wel wat wonin
gen bij." De middenstand loopt langzaam
maar zeker terug, maar dat is een tendens die
je in alle kleinere kernen kan waarnemen. In
Achthuizen zijn de laatste jaren bijvoorbeeld
de slager en de drogisterij (in het huis waar
Piet Heintjes woont) ermee opgehouden. Nu
bestaat de middenstand op het dorp nog
voornamelijk uit een bakker ("gelukkig een
Piet Heintjes: "Nu waren er verkiezingen en nu is er een geschikte opvolger in de partij, dus dit was
een mooie kans om de stoppen. Nu moest ik 't doen.
hele goeie"), een supermarkt en een rijdende
groenteman die naast groente en fruit ook
allerlei andere zaken verkoopt.
Volgens 'Piet Hein' is Achthuizen al met
al toch een levendige kern gebleven. "Het
gaat best voor zo'n kleine gemeenschap.
En over de inzet van vrijwilligers hebben
we hier zeker niet te klagen. Nee, het is net
één grote familie. Ik hoop dat we de jeugd
een beetje hier kunnen houden. Dat ze niet
zeggen: 'Achthuizen is niks voor mij'. Ik
denk dat de meesten graag willen blijven
wonen waar ze geboren zijn. Als de moge
lijkheid maar geboden wordt. Het vuurtje
moet warm worden gehouden. Ja, zo zie ik
het."
Terug naar de VLO. De partij mag dan zijn
ontstaan uit onvrede over de situatie in de
kern Achthuizen, ook de andere kernen in de
gemeente Oostflakkee konden (en kunnen)
altijd rekenen op aandacht en inzet. De stem
men voor die drie raadszetels komen van
zelfsprekend niet alleen uit de woonplaats
van Heintjes. "Den Bommel, Ooltgensplaat
en Oude Tonge zijn ook kleine kernen. Die
hebben weer hun eigen problematiek. Ook
buiten Achthuizen zijn mensen met onge
noegen over de achteruitgang van de kernen.
Ook daar zetten we ons voor in. Tja, de VLO
is een begrip geworden. De laatste verkie
zingen zijn we weer gestegen met het aantal
stemmen." Heintjes noemt in dit verband de
voorgenomen verplaatsing van de routes
naar bedrijventerreinen in Den Bommel en
Ooltgensplaat ("zodat de vrachtwagens niet
meer dwars door het dorp hoeven"), de
handtekening onder het plan voor recreatie
ontwikkeling bij Oude Tonge en de geplan
de kleinschalige woningbouw in Oude Ton
ge en Ooltgensplaat.
De laatste acht jaar zat de VLO niet in het
college, maar moest de driemansfractie van
uit de oppositiebanken proberen het beleid te
beïnvloeden. Heintjes: "Het is echt moeilijk
om je punten op die manier verwezenlijkt te
krijgen. Het hangt af van de andere mensen
die in de raad zitten." Hij geeft een voor
beeld. "In Achthuizen was geen crèche
meer. Er was ooit een crèche in het klooster,
maar toen dat verkocht werd, was het
gebeurd. Wij hebben er in de raad voor
geijverd om die belangrijke voorziening
weer terug te krijgen. Vanuit de oppositie.
Gelukkig was de PvdA ook voor, maar ver
volgens dumt het zo lang voordat het voor
elkaar is.Pas vorig jaar, vlak voor de ver
kiezingen, konden we de crèche openen. Zo
werkt het." Nu zit het erop. Heintjes kijkt
terug op een mooie, vruchtbare periode in de
politiek. Zijn stap om een 'eigen partij' op te
richten was een logische stap. Het CDA, zijn
partij tot 1990, heeft het hem nooit kwalijk
genomen, zegt hij. "Ze zeggen dat ze er zelf
debet aan zijn. Mijn actie was ook niet tegen
het CDA gericht, nee, het was meer de
gemeenschap die riep dat er wat moest
gebeuren. Ik heb ook altijd goede contacten
gehouden met het CDA."
Zij:i pohtieke carrière zit erop, zoals zijn
maatschappelijke carrière (molenaar,
vrachtrijder, directiechauffeur bij de Shell
in Dïn Haag) er ook al jaren op zit. "Ik heb
het net plezier gedaan", zegt hij enkele
dagen na alle mooie afscheidswoorden en
de ontvangst van zijn 'lintje'. "Het is hoofd
zakelijk m'n leeftijd. Nu waren er verkie
zingen en nu is er een geschikte opvolger in
de partij, dus dit was een mooie kans om de
stoppen. Nu moest ik 't doen." In ieder
geval zal Heintjes een hoop extra tijd ter
beschikkiag krijgen, want het politieke
werk is irtensief, geeft hij aan. Zal hij het
missen? "ji het begin wel, denk ik. Ik heb
het zo lang gedaan. Ik heb me wel voorge
nomen om af en toe een vergadering van de
gemeenteraad of van de commissies bij te
wonen. Gevvoon om op de hoogte te blijven
van de zakea waarover ik zolang heb mee-
gepraat, om t? weten hoe 't reilt en zeilt. De
verplichting h weg, maar ik wil 't wel bij
houden."
En nu? 'Piet Hdn' blijft actief, in het bestuur
van de VLO bijvoorbeeld, maar ook op
andere fronten. "Vi'ant, zoveel rs wel duidelijk
na een gesprek met deze krasse Flakkeeër,
hij doet het voor de gemeenschap. Vooral
voor die van Achtauizen. En als er dan nog
wat tijd over is, dar pakt hij een stapel hout,
een zaag, een hamei, wat schroeven, een pot
verf en een kwast om nog eens een minia-
tuurmolen te maken. De oud-molenaar heeft
er veel lol in. Al is er één ding echt onmoge
lijk op zo'n kleine molen: aan de wieken
gaan hangen en een roadje draaien, zoals hij
een jaar of zestig geleden eens deed. Voor
vier gulden.
Zaterdag 16 maart vertrokken de
leden van de Stelle uit Stellendam
naar het zwembad in Middelharnis
om daar mee te doen aan een drie-
kamp. De deelnemende verenigingen
waren De Schotejil uit Middelharnis,
ZOB uit Oud-Beijerland en de Stelle
uit Stellendam.
De wedstrijd werd begonnen met een
4x50m. vrijeslag estafette. Voor de Stelle
verschenen aan de start Jannelies Phylipsen,
Lenneke Riemens, Corine Tanis en Alischa
Hokke. Zij eindigden op een vierde plaats.
Ook de heren zwommen deze zelfde estafet
te. Voor de Stelle verschenen aan de start;
WiUian Hansen, Abraham de Ronde, Jeroen
Aleman en Leander van Splunder. Ook hier
werd de vierde plaats door de Stelle ingeno
men.
Na de estafettes werd verder gegaan met de
jjieisjes en jongens 1992 en later. Zij zwom-
jjien 25m. vrijeslag. Cynthia Nagtegaal,
Anita van Soest en Pieter Hoekman verbe
terden alle drie hun beste tijd. Bij de meisjes
1990 en later was er een gouden medaille
voor de Stelle. Wendy Kriek was in de laat
ste serie iedereen te snel af en won de 50m.
vrijeslag in een tijd van 0.33.87. Ook bij de
jongens 1990 en later viel de Stelle in de
prijzen. Coen Bolle zwom in de laatste serie
op de 50m. vrijeslag een mooie tijd van
0.34.87. Dit leverde hem een bronzen
medaille op.
De meisjes 1988 en later zwommen lOOm.
vrijeslag. Ellen van Soest verbeterde haar
beste tijd met maar liefst 7 seconden.
Danielle Roodnat begon de race heel goed
en had het zicht op de gouden medaille.
Maar door een misverstandje stopte ze na
50m. Ze herstelde haar fout nog enigszins en
behaalde uiteindelijk toch nog een bronzen
medaille. Carolina van de Nieuwendijk won
in een mooie tijd van 1.18.64 de zilveren
medaille. Wijnand de Ronde en Jeroen Ale
man verbeterden bij de jongens 1988 en later
allebei hun beste tijd op de lOOm. vrijeslag.
De dames hadden deze wedstrijd een zwaar
programma. Zij zwommen de 4G0m. vrij
eslag. Jannelies Phylipsen leverde een goede
prestatie.
In de tweede helft van de wedstrijd werden
er weer vele beste tijden verbeterd. Danielle
Roodnat maakte haar vergissing op de vrij
eslag weer helemaal goed^door op de lOOm.
schoolslag de gouden medaille te winnen in
een tijd van 1.37.08. Ook Wijnand de Ronde
het van zich horen op de lOOm. schoolslag
voor jongens 1988 en later. Hij verbeterde
met alleen zijn beste tijd, maar veroverde
ook een zilveren medaille.
En zo kwam er na vele persoonlijke goede
prestaties weer een eind aan deze driekamp.
Zaterdag 23 maart vertrekkende Stelle leden
naar Rozenburg voor de Speedo wedstrij
den.
Afdeling 1
P. Kom - T. Goedegebuur0-2
H. Visbeen - A. het Jonk...!1.........T-1
Afdeling 2
BGrootenboer - Bvan Nimwegen 1 -1
J. Non- A. Visbeeno-2
Bekerronde
J. Looij -C. Visbeeni-i