Eén van de snelst varende passagiersschepen van vóór de Twee
de Wereldoorlog was wel het motorschip 'Oranje', het passa
giersschip dat qua beroemdheid wel tot 'de grote drie' behoor
de. Met die typering doel ik - naar het gelijknamige boek van
drs. C. de Haas - op de 'Nieuw Amsterdam', de 'Willem Ruys'
en de 'Oranje'. De eerste tw^ee schepen hebben we in het verle
den al eens behandeld, nu willen we de 'Oranje' voor het voet
licht stellen.
i
De 'Oranjebij aanvang van de technische proejvaart op 27 juni 1939.
Orane
■s^&w^m^^mffm'^^^M^W;
De 'Oranje' in de sluizen van IJmuiden.
In ons laatste artikel in het Eilanden Nieuws,
dat handelde over de 'Johan van Olden Bar-
nevelt', haalde ik dit schip al aan, omdat het
behoorde tot dezelfde rederij: de 'Stoom-
vaart Maatschappij Nederland' (SMN) te
Amsterdam.
De directie van SMN besloot na lange over
weging om tot de bestelling van een nieuw
en snel passagiersschip over te gaan, dit
mede naar aanleiding van de genomen
beslissing van de Nederlands-Indische rege
ring om het contract voor het vervoer van
gouvemementspassagiers met vijf jaar te
verlengen. Het schip zou een dienstsnelheid
moeten behalen van 21 mijl en ruimte kun
nen bieden aan 700 passagiers. De bouw
kundig ingenieurs slaagden erin een schip te
ontwerpen dat net zo veel passagiers kon
vervoeren dan de 'Johan van Oldenbame-
velt' en de 'Mamix van St. Aldegonde', een
schip dat niet groter zou zijn, maar wel veel
sneller. De reis van Genua naar Tandjong
Priok duurde normaal zo'n 21 dagen en dat
zou met dit nieuwe schip ongeveer 5 dagen
kunnen worden verkort. Op 23 april 1937
plaatste SMN bij de 'Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij' te Amsterdam
de order om het passagiersschip te bouwen.
Het zou worden 'een fraai, uiterst snel en in
alle opzichten modem schip', dat door haar
grote snelheid Indië over zee weer dichter bij
Nederland zal brengen', aldus één der direc
tieleden tijdens een persconferentie.
Na de aanvaring op weg naar Indonesië, werd de 'Oranjeprovisorisch gerepareerd en werd een
stuk van de voorsteven verwijderd, vierkant dichtgemaakt en gevuld met 150 ton cement.
De oplevering van dit schip, waarvan de
naam nog niet bekend werd gemaakt, was
bepaald op 1 juli 1939. De kiellegging vond
plaats op vrijdag 2 juli 1937 en ook toen
werd de naam nog niet openbaar gemaakt,
maar de bouw van dit schip werd aangeduid
als 'bouwnummer 270'. In de tweede helft
van 1937 werd bekend gemaakt dat het schip
'Oranje' zou gaan heten.
Vanaf 2 februari 1938 lag het casco in haar
volle lengte op de helling, want op die dag
werd het achterschip aan de romp bevestigd
en kreeg het toekomstige passagiersschip
haar uiterlijke vorm. Ook in het Zwitserse
Winterthur werd hard aan de 'Oranje'
gewerkt. Immers, daar werden van het merk
Sulzer de drie zelfstandig werkende hoofd
motoren - bestaande uit elk 12 cilinders -
gemaakt, met daarbij nog vijf hulpmotoren.
Later zou blijken dat het 'hart' van dit schip
ervoor zorgde dat de 'Oranje' het snelste
motorschip ter wereld zou zijn. De drie
hoofdmotoren leverden een vermogen van
elk 12.500 PK bij 145 omw/min en had een
hoogte van ruim 8 meter. In de fabriekshal
van Gebroeders Sulzer werd proefgedraaid.
Daarna werden de motoren gedemonteerd,
in gedeelten naar Amsterdam overgebracht
en in het schip geplaatst.
Op donderdag 8 september 1938 zou de
Oranje worden gedoopt door Hare Majesteit
Koningin Wilhelmina, waarna de tewaterla
ting volgde van Amsterdams grootste schip.
Na de plechtige zinsnede, uitgesproken door
Koningin Wilhelmina, werd de 'Oranje'
gedoopt en het was de bedoeling dat het
schip de helUng af zou glijden maar zie: de
'Oranje' stond zo vast als een huis, waarop
de koningin sprak: "Het is een echte Oran
je!". Na een uur wachten gleed het casco van
9300 ton alsnog te water. Een aantal Neder
landse oorlogsschepen, mijnenvegers,
onderzeeboten en instructievaartuigen lagen
gepavoiseerd in de Amsterdamse haven om
getuige te zijn van deze bijzondere gebeurte
nis.
In de periode na de tewaterlating zijn zo'n
duizend man aan het werk gegaan om de
'Oranje' af te bouwen. Op dinsdag 27 juni
1939 kon met de technische proefvaart
worden begonnen, 's Morgens om 10.00
uur vertrok de 'Oranje' van de werf rich
ting de Noordersluis in IJmuiden. Vandaar
ging het langs lichtschip 'Terschellinger-
bank', om daarna 'op volle kracht' naar de
Schotse oostkust te varen. De 'Oranje'
haalde bij de technische proefvaart de hoge
snelheid van 26,3 mijl per uur (48,7 KM)
en was daarmee het snelste motorkoop-
vaardijschip ter wereld geworden! Een
zeer knappe prestatie van de scheeps- en
machinebouwers, te meer daar de contrac
tueel vastgelegde gemiddelde dienstsnel
heid op 21 mijl per uur was bepaald. De
technische proefvaart was ten einde en vol
ledig geslaagd. Aan het einde van deze eer
ste tocht werd de welbekende spreuk van
de Maatschappij uitgesproken: "Wie wil
varen zij, onvervaard, doch wake voor
gevaar". Op 16 juli maakte zij haar tweede
proeftocht, maar toen met de personeelsle
den van de rederij. Ook deze tocht werd
een groot succes.
Vanuit het buitenland trok de 'Oranje' veel
belangstelling. Het schip telde tien dekken,
die van bovenaf werden genoemd: sloepen-
dek, sportdek, bovenpromenadedek, prome
nadedek. A-dek, B-dek, C-dek, E-dek en F-
dek. De 'Oranje' was bij haar oplevering
ingericht voor 713 passagiers (verdeeld over
4 klassen) en 392 bemanningsleden en had
een lengte van 199,94 meter en een breedte
van 25,45 meter. De bruto tonnenmaat
kwam op 20.017 BRT. Het schip werd uit
gerust met 12 reddingboten.
Gebeurtenissen uit de vaderlandse geschie
denis werden op diverse panelen, geschil
derd op kurk en ook in glas en lood, getoond.
Om wat voorbeelden te noemen: het
afscheid van Koning Phillips II van Prins
Willem I alsmede vele marmeren reliëfs,
voorstellende de leden van het Koninklijk
Huis, zoals Prins Willem I, Prins Willem II
en Prins Willem III en vele anderen. De
scheepsnaam 'Oranje' was niet zomaar
gekozen, maai- had terdege verwantschap
met het Koninklijk Huis. Het was een schip
dat in alle opzichten voldeed aan de ver
wachting van de opdrachtgevers en éen
ongekende luxe bood aan haar passagiers.
In de namiddag van 28 augustus 1939 werd
de mobiUsatie afgekondigd. Voor de zeeman
van de koopvaardij, maar ook van de sleep-
dienst, zou er een periode aanbreken die
enorm onzeker was. Spanningen vanwege
de gevaren van mijnen en onderzeeboten
drukten zwaar op de bemanning bij het uit
oefening van hun werk.
Op 7 september werd de bemanning van de
'Oranje' al geconfronteerd met de oorlog
stoestand, toen een SOS-bericht werd ont
vangen van het Britse vrachtschip 'River-
ton', die door een Duitse onderzeeboot werd
belaagd.
Op 31 maart 1941 liep de 'Oranje' de haven
van Sydney binnen. Het schip zou een aan
passing ondergaan van passagiersschip naar
hospitaalschip en zou 650 patiënten kunnen
vervoeren dat, indien nodig, uitgebreid zou
kunnen worden naar 750. De medische staf
bestond uit 162 personen (Tot 1945 was de
'Oranje' het grootste hospitaalschip aan de
zijde van de geallieerden). Zo werden er een
aantal reizen van Suez naar Australië
gemaakt.
Op 7 december vielen de Japanners Pearl
Harbour aan en geraakte ook Nederlands-
Indië in de oorlog. De reizen die het hospi
taalschip in die periode gedaan heeft zijn te
veel om hier te beschrijven, daarvoor mag ik
u verwijzen naar het boek van drs C. de
Haas: 'De Grote Drie'.
In 1946 werd het dienstverband van de
'Oranje' als hospitaalschip beëindigd en het
schip kwam sinds 1939 voor het eerst weer
in Nederland aan. Daar de Noordersluis in
Umuiden nog niet was gerepareerd van de
opgelopen oorlogsschade, werd op 16 mei
1946 afgemeerd in de Rotterdamse haven.
Vanuit Rotterdam werd in 43 dagen nog een
reis naar Tandjong-Priok gemaakt, wat zeer
snel was.
Op 18 juh arriveerde de 'Oranje' weer in
haar thuishaven Amsterdam, waar ze op een
bijzondere wijze werd ontvangen na een
afwezigheid van 7 jaar. Haar taak van barm
hartigheid werd hier beëindigd. Duizenden
gewonden, oorlogsinvaliden en zieken had
den op dit schip een liefdevolle verzorging
gehad, geschonken door haar bemanning,
die dageUjks werd geconfronteerd met de
gruwelijke gevolgen van de oorlog.
Na de oorlog voer de 'Oranje' weer geheel
voor rekening van de S.M.N. Het was het
enige passagiersschip van de rederij dat voor
handen was. De 'Mamix van St. Aldegonde'
werd op 6 november 1943 ter hoogte van
Algiers door Duitse vliegtuigen tot zinken
gebracht en de 'Johan van Oldenbamevelt'
voer nog als troepenschip voor de Neder
landse regering en het zag er niet naar uit dat
daar binnen afzienbare tijd verandering in
zou komen.
In de Golf van Biskaje werd de 'Oranje' in
1947 overvallen door een zeer zware storm.
De snelheid werd temggebracht van 22 mijl
naar 6 mijl en het schip werd met de 'kop in
de wind' gehouden. Desniettegenstaande
maakte het schip enorme duikelingen, die
aan vier man het leven kostte. Ook de mate
riële schade was zeer groot.
Op 5 april voer de 'Oranje' de haven van
Southampton binnen met de vlag half stok.
Ze had toen 880 passagiers aan boord,
afkomstig van Batavia, Singapore en
Colombo, waaronder 300 Nederlanders uit
de Japanse concentratiekampen.
Na de oorlog werd het schip in een aantal
fasen gerestaureerd. In 1948 werd de eerste
fase uitgevoerd, in 1949 de tweede en in
1950 de derde fase.
In juni 1951 maakte de 'Oranje' baareerste
cruise. De belangstelling daarvoor was zo
groot dat niet aan alle aanvragen kon worden
voldaan.
In 1953 zorgde het schip voor wereld
nieuws! In de vaart op Indonesië was het
altijd de gewoonte dat tegemoet varende
passagiersschepen elkaar op betrekkelijke
korte afstand passeerden, zodat de passa
giers naar elkaar konden zwaaien. Ook de
'Oranje' onderhield deze traditie. Ze was op
weg naar Indonesië en de 'Willem Ruys'
(van de Rotterdamsche Lloyd) was onder-
gerepareerd en zou definitief hersteld wor
den in Rotterdam.
Vele reizen heeft de 'Oranje' nog gemaakt,
richting AustraUë en Nieuw Zeeland. In
1962 werd aan boord van de 'Oranje' ook
het zilveren huwelijksfeest gevierd van
Koningin Juliana en Prins Bemhard. Vele
koninklijke gasten uit heel veel landen kwa
men op 2 mei aan boord van dit schip, dat
voor deze ontvangst in gereedheid was
gebracht.
Op 9 mei vertrok de 'Oranje' weer volgens
schema voor een reis rond de wereld naar
Sydney.
In 1963 besloot de rederij om de partner van
de 'Oranje', de 'Johan van Oldenbamevelt',
na 33 jaar uit de vaart te nemen. Dit schip
zou ook niet vervangen worden en dat was
eigenlijk al een voorteken dat het niet zo
goed ging met de rondreizen.
De Italiaanse rederij 'Achille Lauro' deed
het nog redelijk goed in de passagiersvaart
en verkeerde in een sterke concurrentieposi
tie door met minder mensen en minder ser
vice het schip te bemannen. Deze rederij zou
het schip aan haar vloot toevoegen.
Op maandag 13 juU 1963 werden personeel
en oud-gedienden in de gelegenheid gesteld
om nog éénmaal de 'Oranje' te bezoeken,
voordat ze aan haar laatste reis onder deze
naam begon. De overdracht van de 'Oranje'
vond plaats op 4 september 1964; haar naam
werd toen 'Angelina Lauro'. Op deze dag
was het precies 25 jaar geleden dat het schip
voor de eerste maal vanuit Amsterdam naar
het toenmalig Nederlands-Indië vertrok. Op
5 september 1964 vertrok de 'Angelina Lau
ro' vanuit Amsterdam naar Genua voor een
verbouwing die anderhalfjaar zou duren. In
het schip werd een accommodatie gecreëerd
voor 1600 passagiers.
Vijftien jaar later kreeg dit mooie schip, dat
ééns onder Nederlandse vlag voer, een
onverwachts einde. Op 30 maart 1979 lag de
voormalige 'Oranje' gemeerd in de haven
van Charlotte AmaUe, de haven van St. Tho
mas in de Maagdeneilanden (Caribisch
gebied). Het schip raakte daar in brand en
ging geheel verloren. Het vuur, dat in de
kombuis zou zijn begonnen door een 'vlam
in de pan', greep snel om zich heen. Op 31
maart is het schip in de ondiepe haven
gezonken. Op 26 mei werd begonnen met de
berging van het schip door Neptun Salvage
Company en op 6 juU was het schip weer
drijvende gemaakt, waarna het verkocht
werd aan Eckhardt Co. voor sloop in Tai
wan (Kaohsiung). Daartoe werd de 'Angeli
na Lauro' op 30 juli 1979 uit de haven
Tot 1945 was de 'Oranjehet grootste hospitaalschip aan de zijde van de geallieerden.
weg naar de Thuishaven Rotterdam. De
gezagvoerder van de 'Oranje' vond de
afstand tussen beide schepen te mim en
draaide 'wat bij' met de bedoeling de 'Wil
lem Ruys' op een kortere afstand te passe
ren. Na een kwartier wilde hij de afstand
weer wat vergroten en gaf orders voor een
koersverandering naar SB. Deze koersveran
dering bracht verwarring aan boord van de
'Willem Ruys', die order gaf tot een koers
wijziging naar BB. Een aanvaring was'
onvermijdelijk geworden en de schade die
ontstond was aanzienlijk. Twee Nederlandse
passagiersschepen van naam met elkaar in
aanvaring!
In Tandjong-Priok werd de 'Oranje' provis
orisch gerepareerd. Een stuk van de voorste
ven werd verwijderd en vierkant dicht
gemaakt en gevuld met 150 ton cement,
waarna het schip huiswaarts voer en bij de
N.D.S.M. volledig werd gerepareerd.
De 'Willem Ruys' werd in Port Said tijdelijk
gesleept door de sleepboot 'Nippon Mam'
uit St. Thomas en passeerde op 16 augustus
het Panama kanaal op weg naar Taiwan.
Op 21 september kreeg dit eens zo mooie
passagiersschip zware slagzij en begon het
'water te maken', waarna het op 24 septem
ber kapseisde en zonk (positie 11-43-30 NB
en 121-43-00 WL). Deze gebeurtenis maak
te definitief een einde aan één van de mooi
ste passagiersschepen die de Nederlandse
koopvaardij ooit heeft gekend. Veel passa
giersschepen zijn in de loop der tijd door
brand verloren gegaan, zo ook dit stukje
Hollands Glorie. Uiteindelijk kreeg de voor
malige 'Oranje' toch nog een zeemansgraf.
Schiedam, Maarten Bezuijen
Bron: 'De grote drie' van drs. C. de Haas,
met dank voor de aanvullende gegevens van
R. P. van de Wetering te Rozenburg en Y.
Plokker te Dordrecht.
De voormalige 'Oranje', hier als Italiaans schip, de 'Angelina Lauro'