Is twijfel zonde? Overdenking Eiinnoet-riiEuws uit de Heilige Schrift Beantwoording t.b.v. vragenrubriek HET r^KIjkVENSTER GGD geeft cursus 'Omgaan met astma' De Zoon des mensen verhoogd U ligt in een deuic VERVOLGVERHAAL Blik op kerk ^^y en samenleving CJ (ingezonden) van Lint autoschade Damvereniging 'Ernst Nut en Ontspanning '52' te Melissant Uitslagen van 12 februari PAGINA 5 VRUDAG 16 FEBRUARI 2001 - Een prinselijk huwelijk? - Verschillende stemmen - Een republikeins geluid Wanneer u al meer dan genoeg hebt gehoord of gelezen over Willem-Alexander en Maxi ma, dan mag u deze rubriek gerust over slaan. Trouwens, niemand is verplicht mijn wekelijkse bijdrage tot zich te nemen. Ik schrijf dat maar even met het oog op de ergernis die ik blijkbaar bij sommige lezers heb opgeroepen. Ik zou maar vanachter mijn bureau mijn licht laten schijnen over zaken waar ik geen verstand van heb.Mocht u er zo over denken, leest u dan niet verder, ik zal er niemand zuur om aankijken. Een eventueel huwelijk van de oudste zoon van koningin Beatrix is een veelbesproken en langzamerhand uitgekauwd onderwerp. Let wel, ik schrijf met opzet niet: onze kroonprins. Want dat is Willem-Alexander- volgens de letter van ons staatsrecht - niet. De vorst wordt in Nederland niet gekroond, maar ingehuldigd. En we hebben dus ook geen kroonprins, maar wel een Prins van Oranje, oftewel een 'vermoedelijke troonop volger'. Het misverstand is zo wijd verbreid dat zelfs kranten en tijdschriften van stan ding hem nog aanduiden als 'kroonprins'. Het zal er dan toch wel van komen. Willem- Alexander heeft al diverse vriendinnen gehad, van wie gedacht werd dat zij poten tiële koninginnen waren, maar op een gege ven moment was het over en uit. Niet ten onrechte schreef Menno de Bruyne in De Banier "dat, als alle eerdere voorspellingen over een aanstaande verloving juist waren geweest, Willem-Alexander al wel dertig of veertig keer verloofd zou zijn geweest". Maar nu wordt er toch niet meer aan getwij feld dat Maxima Zorrequiéta de uitverkore ne is. En dat laatste heeft in ons vaderland toch wel de nodige deining gegeven. Niet om haar, want de Argentijnse schone ligt wel goed bij het grote publiek, maar om haar vader die immers minister van landbouw WMS tijdens het generaalsbewind van Vidéla, toen duizenden burgers van Argentinië spoorloos verdwenen. Met je nuchtere verstand zou je zeggen: wat haalt onze toekomstige koning in zijn hoofd... Er zijn huwbare prinsessen bij de vleet, die minder of helemaal niet omstreden zijn. Maar liefde laat zich nu eenmaal niet verklaren. En verreweg de grote meerder heid van ons volk is dan ook van mening dat Maxima niet mag worden afgerekend op de rol die haar vader heeft gespeeld. Maar dan komt het.Moet Willem-Alexander dan de stem van zijn hart volgen en afzien van de troon? Of moet Maxima pubüekelijk zich distantiëren van haar vader? En moet die vader straks de verloving, eventueel het huwelijk van zijn dochter bijwonen? Op al die vragen worden verschillende antwoor den gegeven. Ik vind vele reacties een beetje hypocriet. Let wel, geen goed woord over het bewind dat Vidéla destijds voerde, en ook niet over hen die hem daarin steunden. Maar moet deze kwestie nu, twintig jaar na dato, ineens zo opgeblazen worden? Zijn er in de wereld niet andere misstanden waar we ons druk om moeten maken? En hebben we zelf als volk niet een paar pakjes boter op ons hoofd? Het klinkt natuurlijk stoer om nu hard te roe pen: Jorge Zorrequiéta komt er niet in! Maar vergeten we dan niet dat onze stem het koor versterkt van hen die hier een prachtig argu ment vinden om de monarchie onderuit te halen. Want de luidruchtigste schreeuwers zijn de republikeinen. Een handjevol promi nenten die eindelijk weer eens een aanlei ding hebben gevonden om hun antipathie tegen Oranje lucht te geven. U mag het een emotionele reden vinden, maar in dat gezel schap zou ik me niet thuis voelen. Met ande re woorden: een eventueel huwelijk van de Prins van Oranje is me geen constitutionele crisis waard. Waarnemer We horen tegenwoordig nogal veel van mensen die gelovigen zijn. Ga je naar de kerk, bidt je veel, geef je goed voor de dienst des Heeren, dan is het alles prima in orde. Is dat echter zo? Ik heb eens een preek gelezen met de veelzeggende titel: Een wedergebo rene op z'n slechtst en een onwedergeborene op z'n best. Want al wat uit het geloof niet is, is zonde. En dan bedoel ik het ware zaligma kende geloof. Velen in onze dagen kunnen altijd geloven, kunnen altijd bidden en je hoort ze nooit over de zondige staat waarin Gods volk ook na ontvangen genade nog zo dikwijls mee te kampen heeft. Nooit is er de klacht: Ik wist niet dat mijn tere ziel, zoveel van 't aardse overhiel. Ga ik twijfel goedpraten? Nee, want in Ja kobus 1 lezen we: want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedre ven en op en neder geworpen wordt. Toen Petrus op de golven liep twijfelde hij niet zolang hij op Jezus zag, maar toen hij de gol ven gewaar werd, begon hij te zinken. Abram twijfelde niet toe hij met Izak naar de berg Moria ging, maar hij twijfelde wel voor die tijd aan Gods beloften van een groot volk te worden. Vandaar dat hij Hagar ten huwe lijk nam. Calvijn heeft eens gezegd: Waar het vuur van het geloof is, is de rook van de twijfel. Jaren geleden hoorde ik eens een predikant zeggen: "Wie nooit getwijfeld heeft, heeft ook nooit geloofd". Het is mijn bedoeling niet om twijfel goed te praten, ik ben er vast van overtuigd dat twijfel in de grond onge loof is en daarom grote zonde. Nooit mogen we de twijfel prijzen of koesteren. En als we twijfelen past ons altijd verootmoediging over die zonde. Maar als ik de bovenvermel de uitspraak goed begrijp, wilde hij er mee zeggen, dat niemand hier op aarde een vol komen geloof heeft. Ook de verst gevorder de wordt nog wel eens bestreden. Er is geen waar kind van God of hij heeft zijn tijden van inzinking en kleingeloof. De Bijbel toont het ons in tal van voorbeelden en de ervaring bevestigt het. En zij, die mogen roemen in de zekerheid des geloofs, en staan in de vaste overtuiging dat zij vrede met God hebben, kwamen tot die zekerheid niet anders dan na strijd en twijfel. Wanneer iemand die strijd niet kent en nooit getwij feld heeft, is in elk geval voor hem/haar het gevaar groot, dat zijn geloof niet echt is en hij ook behoort tot de mensen bij wie het rus tig is van binnen. Tot die genisten in Sion en de zekeren op de bergen van Samaria beho ren niet alleen de lijdelijken, maar ook de oppervlakkigen. En ik vrees, dat oppervlak kigheid een in onze kringen veel voorko mend gevaar is. Vandaar dat ik er eens over wil schrijven. Er zijn mensen die geen twijfel kennen, zoals ze zeggen. Ze zijn altijd gerust. Ze hebben geen moeite met hun geloof. Heel gemakkelijk doen ze belijdenis. Op de gestelde vragen kunnen ze een juist antwoord geven. Ze nemen alles aan wat in de Bijbel staat. Ze verklaren dat ze zondaren zijn, maar ook dat ze geloven dat Jezus voor hen is gestor ven. En nu is het immers in orde. Wanneer je echter met hen wat doorspreekt, merk je niets van een levend geloof. Ze spreken van zonde, maar echt berouw ken nen ze niet. Ze vertellen van de Heere Jezus als Zaligmaker, maar er is geen vurige lief de. Ze kermen geen strijd, maar ook geen overwinning. De duivel valt hen niet aan. Slapend wil hij hen bedriegen. We lezen hoe de Heiland Gemiddeld één op de tien kinderen op de basisschool heeft astma. Voor de GGD Zuidhollandse Eilanden was dit in 1996 aan leiding om te starten met een cursus over ast ma. Omdat astma een steeds terugkerend probleem is en er dagelijks nieuwe astmapa- tiëntjes bijkomen, heeft de GGD besloten opnieuw de cursus 'Omgaan met astma' aan te bieden. Een verpleegkundige van de afde ling Jeugdgezondheidszorg zal de cursus sen, die zich richten op ouders en kindersn met astma, verzorgen. De GGD Zuidhollandse Eilanden biedt twee cursussen aan: - een cursus voor kinderen uit groep 5 tot en met 8; - een cursus voor ouders van kinderen uit groep 1 tot en met 8. Tijdens de cursus voor kinderen met astma leren de kinderen op een speelse wijze over hun astma en de gevolgen daarvan voor hun dagelijks leven. De cursus voor ouders van kinderen met astma richt zich vooral op de manier, waarop de gevolgen voor astma zo beperkt mogelijk kunnen blijven, op onder steuning die de ouders aan hun kinderen kunnen geven en op het uitwisselen van ervaringen met elkaar. De cursus is ontwikkeld door de Landelijke Vereniging van GGD'en en het Astmafonds. De oudercursus op Goeree-Overflakkee start op 23 april 2001 en wordt gegeven in het ziekenhuis in Dirksland. De cursus bestaat uit 5 bijeenkomsten, te weten op 23 april, 7 mei, 14 mei, 21 mei en 28 mei van 19.45 tot 21.30 uur. De kindercursus zal van start gaan wanneer er voldoende aanmeldingen zijn en zal na schooltijd gegeven worden. De kindercursus bestaat uit 6 bijeenkomsten. Efvaringen elders in het land hebben laten zien dat ouders en kinderen erg enthousiast zijn over de gekozen aanpak. Meer informatie is te verkrijgen bij de afde ling Jeugdgezondheidszorg, telefoon (0181) 652485. eens het ontzettend woord gesproken heeft, dat er mensen zijn die zullen menen in te gaan en niet kunnen. Wat moet dat vreselijk zijn. Rustig te hebben geleefd in de overtuiging, dat het goed was en dan na de dood te bemerken, dat men zich heeft vergist. Dat gevaar dreigt, zegt de Heere Jezus Zelf. Hij waarschuwt ons er voor. Zelfonderzoek blijft daarom steeds nodig. De moeilijkheden in ons kerkelijk leven zijn voor een aantal jaren juist begonnen over het zelfonderzoek. Met ongetwijfeld goede be doelingen werd toen door sommigen het onderzoek naar de staat sterk veroordeeld. Uit vrees voor subjectivisme het men met kracht de eis horen tot geloof. Iemand durf de toen zelfs te beweren dat de aandrang tot zelfonderzoek ^.Jnaar de echtheid van het geloof, duivelsWerk was. En een ander schreef: "De doop zegt, dat wij allen in Christus testament staan, dat wij erf genamen zijh van de Hemel". Gelukkig zijn er ook andere geluiden te horen: dat in de prediking de ernstige vermaning tot geloof en bekering en zelfonderzoek reeds uiteraard geboden is door de verkondiging van Chris tus als de enige door God gegeven Zaligma ker en dat het met het oog op de ernst der zaak, namelijk eeuwige behoudenis of eeu wig verderf nogmaals alle dienaren des Woords op het hart te binden hierin getrouw te zijn. Zelfonderzoek blijft nodig. Niet om tot twij fel aan Gods beloften te brengen, maar wel om ons af te vragen: geloof ik echt? Waarop grond ik mijn verwachting voor de eeuwig heid? Geloven is niet maar een bepaald aan tal waarheden aannemen. Geloven is ook niet gevoelig zijn, aangedaan of eens een woordje te hebben ontvangen. Geloven is rusten alleen in de beloften Gods, in Zijn genade in Jezus Christus. Wie dat geloof heeft, heeft de grote rust gevonden. Maar die rust betekent niet, dat hij nu kan inslapen. Alleen wakend en strijdend, biddend en hopend zal hij die rust kunnen behouden. Kent u/jij die rustgrond buiten jezelf al? M. van der Valk Frank van Borselenstraat 32 3244 XE Nieuwe Tonge "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:14, 15) Goedbeschouwd zijn deze woorden een ant woord aan Nicodémus. De Heere Jezus heeft nachtelijk bezoek gekregen. Nee, geen onge wenst bezoek. Voor zoekende mensen staat hij ieder moment van de dag klaar. Zelfs in de nacht. Het gesprek ging over de wederge boorte. Nicodémus begreep er weinig van. Eerst vatte hij het letterlijk op. Later ging hij verstaan dat Christus het geestelijk bedoel de. Maar hoe? "Hoe kunnen deze dingen geschieden?"(vs.9). Hoe wordt een mens wederom geboren? En hoe wordt Nicodé mus werderom geboren? Wel, zegt de Heere Jezus, door in het geloof op de Verhoogde Christus te leren zien. Want een ieder, die in Hem gelooft heeft het eeuwige leven. Die bUjft van het verderf verschoond. Nicodémus, thuis in de Schriften als hij was, heeft direct geweten waar Jezus op doelde. "Gelijk Mozes de slang.." Dat was in de woestijn (Num.21). Israël kwam in opstand tegen God en tegen Mozes. Het walgde van het manna, het wonderbrood uit de hemel. Als straf zond God vurige, d.w.z.giftige slangen. Het wemelde van de slangen in het tentenkamp. Ze kwamen onder het tentzeil vandaan. Hun giftige koppen schoten uit het zand. Vele Israëlieten vonden de dood. Anderen lagen doodziek op de dood te wach ten. Op de schuldbelijdenis gaf de Heere ech ter uitkomst: een koperen slang hoog opge heven op een stang. Al wie naar de slang keek werd genezen. Hoog in de lucht was hij te zien. Tot in de wijde omtrek. Zelfs voor die doodzieke man in de achterste tent. Kracht om het hoofd op te richten of om naar de slang toe te gaan had hij niet meer. Geen nood, één blik met zijn koortsige ogen op de slang en hij was genezen. Zo barmhartig was de Heere. "Alzo moet de Zoon des mensen worden ver hoogd". Wat betekent dat? In dit verband drie dingen: in de eerste plaats moet Hij aan het kruis verhoogd worden. Nog een paar jaren en dan zullen ze Hem aan het kruis nagelen. Als dat gebeurd is dan wordt de kruispaal opgehe ven en vastgezet in de grond. Daar hangt de Zoon des mensen. Verhoogd! Tussen hemel en aarde. Hoog op de kruisheuvel Golgotha. Zie Hem hangen, tot zonde gemaakt als Hij is. Een Gevloekte, een Uitgestotene! Voor wie? Voor gebetenen. voor mensen die hebben ken nis gemaakt met de oude slang uit het paradijs. Daar komen wij immers vandaan. Ons leven is door de zonde vergiftigd. We verkeren in levensgevaar, omdat het leven niet anders is dan een gestadige dood. Maar zie, de Zoon des mensen is verhoogd. Zo moet(een Goddelijk moeten) de schuld van de zonde betaald worden. Zo wil het de liefde van de Vader. Hier ziet u God in het hart. Zijn eniggeboren Zoon heeft Hij gege ven tot op het vloekhout van Golgotha. Dit woord is ten diepste een lijdenstekst, al heel in het begin van het Johannes-evangelie. In de tweede plaats denkt de Heere Christus ook aan Zijn hemelvaart. Zijn verhoging aan de rechterhand van de Vader Golgotha was geen eindpunt. Dwars door de vernedering en het lijden heen ging het hemelwaarts. De Zoon des mensen is uitermate verhoogd (Fil.2). Gunnen we Hem dat? Als we iets van die eerste verhoging hebben ontdekt dan zeg gen we: ja, dat is Hij waard. Het geloof mag Hem zien. Neen, niet met het blote oog. Maar mpt het oog van het geloof: "Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond". Eenmaal zal de hele mensheid Hem zien. Vriend en vijand. Op de dag van Zijn wederkomst. En ieder mens zal het belijden dat Hij de Ver hoogde is. In de derde plaats moet de Zoon des mensen ook in de prediking verhoogd worden. Wee degene die Christus verzwijgt. Wee degene die Hem maar een heel klein stukje optilt, zodat slechts een enkeling Hem kan zien. Iedereen moet Hem kunnen zien. Net als een maal de slang in de woestijn. Weet u voor wie Hij met name te zien is? Voor gebete nen. Voor mensen die dat aan de weet geko men zijn. In de prediking wordt Hij ornhoog gehouden. Nee, u behoeft niet te gaan staan. Als in de kerk de Heilige Doop bediend wordt dan laten we de kinderen soms even op de bank staan. Dan kunnen ze het beter zien. Dat is niet nodig om de verhoogde Christus te zien. Voor de meest schuldige is Hij te zien. Voor de meest van verre staande. Voor degene die te ziek is om tot Jezus te gaan. Voor degene, die zegt: het kan nooit. Eén bUk op Hem en u bent voor eeuwig genezen. Bij Hem vindt u alles wat u nodig hebt. Hoe dat gaat? Door het geloof. "Opdat een ieder die in Hem gelooft..." En dan is het kleinste geloof al geloof. Al zien we Christus nog maar heel in de verte. Als we maar de toevlucht nemen tot Hem. Dan is dat ook een blijk van de wedergeboorte. Dan is er inder daad iets met me gebeurd. Vanuit mijzelf kijk ik precies de andere kant uit.. Maar door de levendmakende Geest zie ik op Hem. De kan niet anders. Hij richt mijn ogen op de Verhoogde. Ik ben dodelijk verwond door de slang. Maar bij Christus word ik genezen. Hij schenkt me het eeuwige leven. Geprezen zij de Zoon des mensen, de Ver hoogde, Die ook tot in eeuwigheid verhoogd zal zijn. Nieuwerkerk a.d.IJssel Ds. M. B. van den Akker Het is even schrikken als uw auto fikse schade oploopt. Totdat u zich realiseert dat Van Lint Autoschade de deuken er rimpelloos uithaalt. Met de modernste apparatuur zetten v^re uw auto weer op het juiste spoor. Onze spuiterij heeft een reputatie hoog te houden en we geven 2 jaar Focwa garantie op de uit de kreukels gehaalde autoschade. Sommelsdijk (0187) 482292 Zierikzee (0111)414794 Maakt het goed! Afdeling 1: B. Visbeen - T. GoedegebuurO - 2 J. Looij - C. Visbeen2 - O A. het Jonk - A. DoomO - 2 H. Visbeen -J. Koppelman2 - O Afdeling 2: B. van Nimwegen - B. Grootenboer1 - 1 E. V. d. SUk - P. KomO - 2 A. Visbeen - J. Non1 -1 Hoe komt het dat aan de Westdijk in Som melsdijk de nummers anders lopen dan aan de Oostdijk? Nummer 1 begint bij de molen aan de Westdijk, nummer 1 aan de Oostdijk begint bij de Voorstraat. Oudelandsedijk begint het lage nummer bij Van Dis (17) en eindigt bij de molen. Normaal denk ik, beginnen de nummers bij het centrum van daan. Antwoord: In het verleden was het dorp Sommelsdijk, zoals de meeste dorpen, inge deeld in enkele wijken (A, B, C, enz.). De nummering liep toen van huis tot huis. Zo nummerde men eerst de oostzijde van een straat en ging vervolgens de hoek om een andere straat in. Wanneer men een rondje door de wijk had gedaan belandde men van zelf weer aan de westzijde van de straat. Men nummerde dus per wijk en niet per straat. Regelmatig werd er vernummerd, waardoor het zoeken van een bepaald huis in het gemeente-archief niet eenvoudig is. Uit een bekendmaking uit 1947 blijkt, dat de eigenaar/huurder van een pand zelf de wij- kletter en het nummer moesten aanbrengen. Er was een volkstelling op komst en de ge meente constateerde, dat 'bij vele panden de nummering ontbreekt, dan wel dat deze fou tief is'. Enkele jaren later - in 1949 - besloot het gemeentebestuur van Sommelsdijk een nieuw systeem van nummering in te voeren. De wijken werden opgeheven en men ging straatsgewijze nummeren. In een speciaal hiertoe vastgestelde verordening lezen we, dat de nummering 'zoveel mogelijk zal lopen van noord naar zuid en van west naar oost, terwijl de even nummers steeds aan de oost- en zuidzijde van de sti-aat zullen wor den aangebracht en de oneven nummers aan de west- of noordzijde van de straat'. Nu werden witte geëmailleerde plaatjes met zwarte nummering aangebracht. Voor die tijd werd het huisnummer doorgaans geschilderd op de deurpost. Het voorgaande is gelijk een antwoord op uw vraag. Dat het ook anders kan, zien we in Middelhamis. Hier werd de wijkindeling in 1950 vaarwel gezegd en besloot men het gemeentehuis als centraal punt voor de num mering te nemen. De huizen gelegen aan de rechterzijde van de straat kregen even num mers; de huizen aan de linkerzijde oneven nunamers. We horen de naam 'Kloosterwei' weleens noemen, maar is dat? Heeft Sommelsdijk een klooster gehad, en waar? Antwoord: Over deze Kloosterwei is eigen lijk weinig bekend. De heren Van der Waal en Vervoom schreven aan het eind van de 19e eeuw het volgende over deze wei: 'Vroeger was daarin eene waterput, die thans gedempt is. De overlevering zei, dat deze put de kelder was van een klooster, het welk daar gestaan heeft, en dat deze door eene onderaardsche gang gemeenschap had met een huis aan de Westzijde van de Voor straat te Middelhamis, waar men ook eene ijzeren deur vond, die dan de kloosterkelder zou moeten afsluiten. In die gang had men wel eens eenen hond gejaagd, die ninmier was temggekomen, wat echter geene ver wondering behoeft te baren, daar het arme beest zeker door de aanwezige stiklucht is omgekomen'. Ook was het vroeger algemeen bekend, dat de heksen hun bijeenkomsten hielden op de Kloosterwei. Of er ooit een klooster heeft gestaan op deze plek is nog nooit aange toond. In archieven is er niets over te vinden. Alleen archeologisch onderzoek ter plaatse zou uitsluitsel kunnen geven, maar als er totaal niets wordt gevonden is de legende van de Kloosterwei verleden tijd en dat zou toch ook wel jammer zijn. De Kloosterwei is gelegen in de polder het Oudeland van Som melsdijk. Als u het dorp via de zogenaamde Dirkslandsedijk verlaat en rechts van u de Christoffelpoldersedijk heeft gepasseerd, dan ligt de Kloosterwei een eindje verderop aan de linkerkant. Waar komt de naam 'Bloedput' vandaan? Antwoord: Op de hoek van de Langeweg met de Oostkrakeelstraat stonden vijf kleine huisjes; afgebroken in 1959. Deze woninkjes waren laag gelegen, wat de naam put of op z'n flakkees 'pit' verklaart. De naam 'Bloed- pit' blijft gissen. Wellicht wordt met bloed arm of beklagenswaardig bedoeld (arme bloed), want de woonomstandigheden aldaar waren slecht. Middelhamis, Jan Both -46- "Dan gaan we daar eerst heen. Kom, Toos!" En meteen stapte de dominee met zijn vrouw aan de arm het zonnige plein schuin over op het restaurant aan. Rens volgde met de koets en de paarden. Het werd een rare vertoning zo. Het was beter geweest als hij de koets daar direct maar had gezet. Hij reed het grote hek binnen en kwam met de paarden onder de brede lin den en kastanjes in de schaduw. De plechtige ontvangst was mislukt. Hij zette de paarden bij de krib, haakte de bitten los, zei, dat de jon gen wat water in de krib moest gooien. Niet te veel. Ze mochten slechts weinig drinken. Hij wachtte, tot de jongen met een emmer aan kwam, bekeek de inhoud en knikte. Zo was het goed. Nu eerst koffie drinken! Rens had meer zin in een flink glas bier. Maar ja, nu met de dominee er bijHij stapte de zaal binnen, zag de dominee en zijn vrouw zitten. Een kelner stond bij hen, blijkbaar op zijn komst te wachten. Voor hij zat vroeg de dominee: "En wat drinkt u, mijnheer Hoogendoom!" "Koffie, alstubUeft!" "Juist!" De dominee wendde zijn hoofd naar de kelner. Rens dacht: een leeuwekop. "Twee koffie dan en één pils!" "O, maar dan mij ook een pils!" zei Rens. Met open mond keek hem de dominee aan, vragend met de vreemde ogen, onder opgetrokken wenkbrauwen. "Ja, ik dacht... zie", stamelde Rens. Dominee knikte vergoelij kend: "Jij dacht: dominees drinken geen bier. Maar dominees lusten alles, hoor!" Het bier kwam. Heerlijk koel. De glazen besloegen. Dominee De Recht hief het glas, keek naar het witte manchet en de gouden drank: "Proost, Hoogendoom! Op de eerste ontmoeting". Het schuim kleef de aan zijn dikharige snor. Toen ze even later in zouden stappen zei de dominee: "Toos, vind je het goed, dat ik bij Hoogendoom ga zitten?" Hij wachtte het antwoord niet af en terwijl mevrouw achter in de koets plaats nam, trad hij een stap temg en bekeek de paarden. "Wat een mooi span!" prees hij, kwam met zijn harige kop tussen de paar- dekoppen en klopte beide op hun halzen. "De heb ook altijd paard gereden in Indië!" verklaarde hij. "'t Jonge, wat een paarden!" Hij zette zich naast Rens, die de leidsels nam en de paarden trots liet draven door het stadje, dat zo blij in het zonhcht lag. Het werd een mooie rit. Buiten Bergen in de beroemde 'Bergseweg' met zijn geweldige bomen zagen ze het vlakke land, de polders naar de Schelde toe, die juist daar zo breed en blinkend te glanzen lag. "We rijden als prinsen", prees de dominee, "een uitstekend rijtuig en wat een paarden, wat een paarden!" Rens had er schik in en liet de paarden draven, dat het een lust was. Ze waren dan ook ongedacht spoedig nabij Vorma. Nu is het zo, dat, waar de oude Postweg twee binnendijken snijdt, hij een lange bocht maakt en daar zie je ineens midden in de polder het dorp Vorma liggen. "Dat is het", wees Rens. "Stil dan", verzocht de dominee. Rens toomde de paarden in. Dominee stapte van de bok af, opende het portier en wenkte zijn vrouw naar buiten. "Kijk!" zei hij en wees naar het dorp, dat in de volle zon lag en breed uitgestrekt met zijn huizen en bomen de einder vulde. Boven alles uit rees de kerk met de toren. Ze bleven beiden even stil, stonden dicht bij elkaar, zij met haar hand op zijn arm. Rens keek, zo onopvallend mogelijk, naar de beide nieuwe mensen. Wat er in hem omging, kon hij zich niet voldoende realiseren. Maar er was iets, dat telkens prikkelde tot een lach. Hij zou op z'n knieën willen slaan en het uitschateren. Want hij wist hoe vader en mijn- heertje Vaandrager daar zaten te wachten. Hij wist hoe er gespot was met de knikkers omdat ze een dominee met een baard zouden krijgen. En nu...! Naast hem klonk het zware gebrom van de mannenstem: "Dat is het dan, Toos!" Zij knikte alleen maar en juist, toen Rens even opzij blikte, zag hij hoe de ogen van de twee vreemde mensen in elkaar stonden en dat mstige, sterke beeld grifte zich diep in hem. Het vreemd-belachelijke van het feit, dat vader en meneertje Vaandrager nu zo'n dominee kregen, verdween voor een moment geheel onder de ernst en de kracht, die van de mensen naast de koets uitgingen. Die kwamen 'wat doen in Vorma'. Ineens, alsof hij zich ergens uit losrukte, greep de dominee de hand van zijn vrouw, dmkte die en zei: "We gaan, Toos!" Toen stapten zij op de koets toe. Dominee opende het portier en liet mevrouw instappen. Zelf klom hij weer op de bok, greep de leidsels van Rens en zei: "Geef mij maar eens, jongeman!" Rens gaf de leidsels en de dominee reed. De paarden merkte direct, dat een ander hen leidde. Ze deden wat dartel, maar de man naast Rens kon rijden. De paarden voelden een meester achter zich, al was het een vreemde. Dominee De Recht maakte ernst met het rijden en de paarden deden hun best. Zo naderden zij Vorma. Zo reden ze de Boerenhemel in. "Daar dat huis, dat grote!" Rens wees naar Mon Désir. Dominee las de naam op het hek en sierlijk liet hij de koets de bocht maken. Ouwe Rens zag het. Ouwe Rens en meneertje Vaandrager zaten al een half uur te wach ten. Zenuwachtig te wachten. Want het is toch wel een heel iets, dat zo dadelijk de nieuwe dominee komt. Hoe zal hij er uit zien? Zal Vorma met hem kunnen geuren in de andere gemeenten van het land? Zal men zeggen: wat een deftige, innige dominee heeft Vorma nu toch? En zal ouwe Rens een goed figuur slaan met hem tegenover de kerkeraad? Ouwe Rens en meneertje Vaandrager? Als ze hem dade lijk presenteren aan de kerkeraad? Want dit zal nu de dominee van de oude Rens zijn. Rens zelf heeft hem laten afhalen. In Rens' rijtuig komt hij aan, gereden door Rens' eigen zoon, met Rens' prachtige paarden. "Daar komen ze!" Meneertje Vaandrager zag het eerst door de popu lieren aan de slootkant langs de boomgaard heen, het geschitter van de koest en de paarden-tuigen. Ze stonden op. Ouwe Rens ogen glansden. Hoe keurig liet grote Rens de paarden lopen! Die dominee moest onder de indmk zijn en als hij dan zijn huis zag! Maar.naast Rens zat de man met de baard. Die hield de leidsels, reed als volleerd pikeur, nam de draai door het hek zo vaardig, alsof hij reeds vele malen in het grint van Mon Désir gereden had. Ouwe Rens' knieën knikten. Vaandrager verbleekte. Nan moest binnenlaten, volgens het programma en Nan alleen voel de een zelfde blije, onverklaarbare drang opkomen als Rens gehad had, heel de weg van Bergen af tot hier toe. Ongemotiveerd, o ja. Maar het trilde in haar. Er kwam een man in Vorma, een kerel. En dat was zo nodig. Ze snelde naar de voordeur, zwaaide die open. Met haar hand aan de deurpost bleef ze staan. "Dat is uw zuster!" herkende mevrouw De Recht, direct. Ze keek Nan aan! Nan zag haar grote bmine ogen en liep de treden van de stoep af haar tegemoet. Toon van Ast, de knecht, schoot naast het huis vandaan op de paar den toe. Ouwe Rens, die nu in de deur stond, vloekte haast. Hij had gezegd: zorg datje er een beetje toonbaar uitziet en daar had me die Toon z'n zondagse pak aan en schoenen aan de voeten en z'n zwarte kerkpet op. Stommeling! (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2001 | | pagina 5