1 1 ■j 1 1 1 HP 1 Eiiiini:»i»niEuw5 m PAGINA 7 raNSimG 9 JANUARI 20ÖÏ1 Zo luidt een uitspraak van een wijs man uit vroeger dagen. En inderdaad, als je denkt dat je jezelf met een gerust hart veilig kunt voelen, juist dan blijk je het meest in gevaar te zijn. Immers, waar blijft onze waakzaamheid als we menen dat we veilig zijn? Hoe veiliger we ons voelen des te meer we ontspan nen zijn. En hoe meer ontspannen we raken des te groter wordt meestal onze argeloosheid. En niet zelden ont aard die in nochalance... En dan raken we in gevaar, nee dan zijn we al in gevaar. Want de nodige alertheid is niet (meer) aanwezig. Vandaar: 'een mensch is in gevaar als hij zich veiUg waant'! Verkeers Veiligheids Centrum Zéker geldt dit als we met onze auto onder weg zijn. En de cijfers hieromtrent liegen er ook niet om. Als u weet dat van de oorzaken van de vele verkeersongevallen die dagelijks plaatsvinden gemiddeld slechts 2,5% terug te voeren is tot technische defecten en slechts 2,5% tot natuurinvloeden en dat de overige 95%(!) te wijten is aan menselijk falen en/of onvoldoende voertuigbeheer- sing... dan zegt dat heel veel. Gemiddeld vallen er per jaar zo'n 1300 doden in het ver keer en zo'n slordige 200.000 gewonden door zelfoverschatting en daarmee gepaard gaande hogere risico-acceptatie én door het niet kunnen uitvoeren van een adequate noodrem of een juiste uitwijkmanoeuvre. Vaardigheden die te rangschikken zijn onder de term voertuigbeheersing. Natuurlijk, je rijbewijs halen lijkt leuk en dat is het ook. Maar... je voertuig blijven beheersen, óók op het meest onverwachte moment dat het ineens niet meer gaat zoals het moest gaan - op het moment dat je je veilig waande - dan komt het aan op overleven in het verkeer. Hierop gericht heeft het Verkeers Veilig heids Centrum Rozendom (VVCR), met vestigingen in Rijssen en Goes, voertuigbe- heersingstrainingen ontwikkeld voor alle soorten motorvoertuigen. Gevaren vroegtij dig leren herkeimen, deze vermijden en eventuele panieksituaties beheersen, daar gaat het om. Verschillende werkgevers, zowel uit Nederland als daarbuiten, laten werknemers die regelmatig voor hun bedrijf met de auto onderweg zijn een training vol gen bij VVCR. Ook diensten als politie, ambulance en brandweer scherpen er hun voertuigbeheersing. WCR - al zo'n kleine 30 jaar actief op het gebied van rij-opleidingen - is met Duits land, Zwitserland, Oostenrijk en Denemar ken een internationale samenwerking aange gaan op het gebied van levensreddend leren handelen in noodsituaties in het verkeer. De normen daarvoor zijn vastgesteld door de Deutscher Verkehrssicherheitsrat (DVR), voor de kwaliteit van haar trainingen is het VVCR gecertificeerd met ISO 9001. Na het volgen van een training geven diverse verze keringsmaatschappijen korting op de premie voor de autoverzekering. Trainingsdag Laten we er eens een trainingsdag meema ken. Op onze uitnodiging staat dat we om 9.00 uur verwacht worden in de VVCR-vestiging aan de Van Doomestraat in Goes. De vesti ging in Goes heet nu alleen VVCZ: Verkeers Veiligheidscentrum Zeeland. Even voor negen zijn we er, van de overige genodigden is nog niemand aanwezig. Omdat we al eens eerder kennis hebben gemaakt met de manager van VVCZ, Norman Henstra, zoe ken we hem maar even op in zijn kantoor. We worden er hartelijk ontvangen en krijgen ^B ^^H|h ^S^L :.-.- meteen te horen dat er deze dag slechts drie deelnemers zullen trainen: twee werknemers uit België van het bedrijf Johnson&Johnson en degene die dit verhaal voor u schrijft - de twee van Johnson&Johnson moeten telkens opnieuw een trainingsdag volgen zodra ze van hun baas een andere auto ter beschik king krijgen gesteld! Slechts drie deelne mers deze dag betekent voor ons dat we méér dan alle aandacht zullen krijgen en 't is meteen gezellig onder elkaar. Terwijl we aan de koffie zitten komt onze trainer binnen - ook hém heb ik al eens eerder ontmoet - en kan onze training beginnen. Tot het eind van de ochtend krijgen we een stuk theorie gepresenteerd. Theorie, maar eerlijk gezegd beslist geen saaie kost. Nee, ons wordt een stuk inzicht verschaft in waar we nu eigenlijk mee bezig zijn als we met onze auto op pad gaan. Hoe fataal ogenschijnlijke onbenulligheden in of aan onze auto kunnen uitpakken op het moment dat er iets mis gaat. En in de loop van de morgen wordt het ons steeds duidelij ker: de doorsnee automobilist ontbreekt het aan inzicht. En hoewel het eigenlijk allemaal even logisch en duideUjk is, we staan er gewoon niet bij stil. Allemaal zouden we zo'n training moeten volgen! Autorijden en de krachten der natuur. Want wat gebeiut er als we gaan autorijden? We wekken een aantal natuurkundige krach ten op. En op het moment dat ons een auto ongeluk overkomt komen die natuurkundige krachten op ons lichaam terecht, krachten waartegen ons lichaam in de meeste geval len niet is bestand. Wjst u dat de overlevingskansen van de autobestuurder nog maar minimaal zijn als er met een snelheid van 55 km/u frontaal gebotst wordt tegen bijv. een massa beton? En wist u dat de bots-energie die vrijkomt bij een botsing met een snelheid van 50 km/u geüjk is aan de energie die vrijkomt als de auto van 10 meter hoogte naar beneden valt? En dan gaat het slechts om snelheden die in de bebouwde kom regelmatig gereden wor den, terwijl daar bloembakken of stenen muren genoeg zijn om tegen aan te rijden - hoezeer ze daar ook niet voor zijn bedoeld. Bij een botsing met een snelheid van 100 km/u is de bots-energie al gestegen tot het niveau wanneer u met uw auto van een hoogte van 40 meter naar beneden stort. En de bots-energie die op de voorkant van uw auto vrijkomt als u 'maar' 60 km/u rijdt bedraagt maar hefst 75.000 kilo. Gelukkig komt door de absorberende werking van de kreukelzones in de carosserie van onze auto's dat gewicht niet op ons Uchaam terecht, maar toch. Het heeft allemaal te maken met kinetische- of bewegingsenergie, welke wordt uitge drukt in Newtoiuneter. Kerunerkend hierbij, en van groot belang dat we ons dit bewust zijn, is dat bij verdubbeling van de snelheid ook de andere krachten die op onze auto werken minstens vier keer zo groot worden! Weet u wat dit betekent voor de wegenatlas van 2 kg. die op uw hoedenplank ligt? Die krijgt u bij een botsing met een snelheid van 100 km/u als een blok véin 90 kg. in uw nek, om over de punt van een paraplu verder maar niet te spreken, of over uw passagiers die zonder autogordel te dragen op uw achter bank meerijden.Zo zal een kind van 25 kg. bij een frontale botsing met een snelheid van 'slechts' 70 km/u in één tiende seconde als een blok van 500 kg. worden gelanceerd. En niet te vergeten wordt bij verdubbeling van de snelheid ook uw remweg vier keer zo lang! Wat is nu het nut dat we al dergelijke cijfers krijgen voorgeschoteld? Heel eenvoudig: dat we ons ervan bewust zijn dat het maar niet om het even is wat we met onze snelheid doen; dat we beseffen dat de uitwerking van slechts enkele km's/u sneller een kwestie van leven of dood kan zijn, hetzij voor ons zelf, hetzij voor een ander, 't Hoeft in snel heid maar enkele km's/u verschil uit te maken, maar onze auto zal daar anders op reageren. En... hoe reageren wij op onze auto?! Noodstop Het volgende onderdeel van onze 'theorie les' gaat over het maken van een noodstop. "Hoe doen we dat?", vraagt onze instructeur. De één geeft dit ten antwoord, de volgende weer wat anders, en eigenlijk komen we erachter dat we met ons drieën er slecht van af zouden komen als we onverhoopt binnen de kortst mogelijke tijd stil zouden moeten staan... Er bestaan drie mogelijkheden om te rem men: pompend remmen, blokkerend rem men en remmen tegen het blokkeren aan. De laatste manier is theoretisch gezien de beste, niet alleen omdat die de kortste remweg oplevert maar ook omdat de auto bij deze remwijze bestuurbaar blijft. In de praktijk echter is hiermee niet te werken. Immers, als je elke fractie van een seconde moet benut ten om zo snel mogelijk tot stilstand te komen, dan kunnen we niet eerst eens onze remdruk gaan zitten doseren om tegen blok kerend remmen aan te komen. Bovendien wisselen de weg- en weersomstandigheden constant en die zijn van invloed op het dose rend remmen. Bij pompend remmen wordt onze remweg sowieso te lang. Elke keer als we ons rempe daal loslaten verliezen we immers aan rem- kracht en in geval van een noodstop kan dat fataal zijn. Praktisch gezien blijft er één goede remwij ze over als wat remmen betreft 'elke secon de telt': blokkerend remmen. En om dit te vatten is ook een stukje inzicht nodig, en onze instructeur legt uit. Als we remmen komt 70 a 80% van het remvermogen op de voorwielen van onze auto terecht en slechts 20 a 30% op de achterwielen. Nu blijken in de praktijk dikwijls de achterwielen te veel of te weinig te remmen. Bij te veel remmen blokkeren de achterwielen en zal de achter kant van de auto - zéker bij hoge snelheden - uitbreken (de achterwielen willen in dat geval de voorwielen voorbijrijden); bij te weinig remmen zal een verlies aan remver mogen optreden van 10 a 30%. Het is zaak dat op alle vier de wielen een maximaal remvermogen komt te staan. Dat bereiken we door zó hard te remmen dat alle vier de wielen blokkeren. Weliswaar zal daarbij de auto doorschuiven op het wegdek, maar de warmte die daarbij ontstaat tussen banden en wegdek zorgt ervoor dat de remweg uitein- deUjk net zo kort is als wanneer we remmen tegen het blokkeren aan. Behalve dat we bij blokkerend remmen geen tijdverlies hebben door het opzoeken van het maximale rem- punt, is een bijkomend voordeel dat ons voertuig stabiel blijft en geen onverwachte koersveranderingen maakt. Nadeel daaren tegen is dat tijdens de blokkering onze auto niet bestuurbaar is. Maar mocht dat nodig blijken te zijn, bijv. als de auto tijdens de noodstop van koers verandert, dan laten we de rem even los en sturen we gelijktijdig bij, om vervolgens opnieuw volledig in de rem men te gaan, zodat alle vier de wielen blok keren. Door zó te remmen bereiken we dat we zo snel mogelijk tot stilstand komen óf dat we, als we alsnog botsen, op dat moment zo'n laag mogeUjke eindsnelheid hebben. In ieder geval blijft de auto bij deze remwijze de juiste richting volgen. We moeten trou wens bij het remmen het koppelingsoedaal ingetrapt houden. Reactietijd Wist u trouwens dat elke automobilist in een onverwachte panieksituatie minstens één seconde reactietijd nodig heeft alvorens hij/zij tot remmen overgaat? En wist u dat hiermee bij een rij-snelheid van 50 km/u - we blijven nog maar in de bebouwde kom - bijna 14 meter afstand gemoeid is? Met andere woorden: voordat we remmen, rijden we eerst nog 14 meter door. En wist u dat daar bij eUce 10 km/u die we sneller rijden zo'n 3 meter 'reactie-afstand' bij komt? Als we 90 km/u rijden kost het dus eerst nog 25(!) meter voordat we werkelijk gaan rem men. En voordat we in dat geval werkelijk stilstaan hebben we in totaal maar hefst nog 60 meter doorgereden! U kunt zelf wel bedenken met welke mogelijke gevolgen. Wist u tenslotte ook dat, als u tijdens het rij den alert bent op een plotselinge situatie, u bijna 1 seconde sneller reageert dan wanneer u zich... veiüg waant? Lunch Inmiddels het tijd voor de lunch geworden. En wat we in eUc geval niet hadden ver wacht: het VVCZ heeft voor ons een heerlij ke lunch besproken in een uitstekend weg restaurant nabij Goes. Ter wijl we op deze kost aan 't kauwen zijn Op de trainingsbaan Hét moment van de training breekt aan als we - gewa pend met de opgedane kennis - mét onze auto óp de trainingsbaan gaan ondervinden wat we de hele morgen in theorie reeds tot ons heb ben genomen. En ook hier merken we hoe VVCZ ons deze dag 'in de wat ten legt': onze auto's zijn deze dag verzekerd verze kerd door de trai- ningsschool tijdens de oefeningen op de baan! We krijgen alle drie een ontvangertje mee waarmee we in onze auto in verbinding staan met onze instructeur, die langs de kant opdrachten en aanwijzingen geeft. We gaan eerst eens leren remmen, dat wil zeggen een noodstop uitvoeren. We rijden - slechts met matige snelheid - eerst een rond je over de trainingsbaan, die een beetje aan een circuit doet denken, en we laten de instructeur zien wat wij er ons bij voorstellen als we een noodstop moeten maken. Ja, het klinkt hard, maar stuk voor stuk bakken we er niets van! Of we geven veel te weinig remdruk, of we laten de rem alweer snel los - nee, dit wordt niets. Opnieuw achter elkaar opstellen. De mag eerst. In mijn auto klinkt de stem van de instructeur: "snelheid niet meer dan 30 km/u! En als ik roep, dan ga je écht remmen hè?" We wagen het er maar op. Al rijdend zie ik recht voor me aan 't eind van de baan een kast staan die precies aangeeft hoe hard ik rijd: radarcontrole! Ek rijd, en blijf rijden; "zou ie me vergeten zijn?" begin ik me af te vragen. "Rèèmmü" schettert het dan ineens door m'n auto. De trap heftig op het rempe daal. Veel harder dan daarnet, "'t Zal nu toch wel beter zijn. Trouwens, als ik m'n rem nóg harder in zou trappen, dan denk ik dat ik er toch wel doorheen zal gaan..." Weer mis! Nadat ik al best wel stevig in m'n remmen ben gesprongen, laat ik het rempedaal toch al snel weer wat opkomen. En dat betekent meteen verlenging van m'n remweg. Boven dien rem ik nóg niet hard genoeg. "Geluk kig, de anderen brengen het er al niet beter vanaf." De instructeur vertelt dat we ons eens in moeten denken dat we door een onverklaarbare reden ineens van de w e raken. h r - kauwen we de kost van de voorbije ochtend, EerUjk gezegd zijn we daar wel een beetje van onder de indruk. Wat gebeurt er veel en onder wel ke invloeden staan we toch terwijl we 'gewoon' aan 't autorijden zijn! Hoe lang rij den we al auto zónder daarbij te beseffen waar we eigenlijk mee bezig zijn...? Er is deze morgen een stukje inzicht gekweekt. Vóórdat we gaan rijden. Als we met onze wagens op de trainingsbaan staan gaan we nog niet meteen rijden. Immers, zijn we er ons van bewust hoe we zitten achter 't stuur en dat onze 'zit' veel af of toedoet aan hoe we er vanaf komen bij een mogelijk ongeval.En hoe leggen we onze autogordel aan? Geen voorwerpen tussen de gordel en onze kleding, en geen slagen in de gordel. En trek dan eerst het heupgedeelte van uw driepuntsgordel strak, pas dan kan die z'n werk goed doen. En hoe ver staat onze stoel naar achteren? Zover dat we met gestrekte benen onze pedalen bedienen? Dan kunnen we er zeker van zijn dat, als bij een frontale botsing het motorcompartiment naar achteren wordt gedrukt en daarmee ook onze pedalen, we daar kiüe- en/of heupbreu ken aan overhouden! Dit in tegenstelling tot wanneer onze stoel zó staat dat onze boven- en onderbenen ten opzichte van elkaar een lichte knik maken. In dat geval kan de motor van de auto gerust naar binnen komen: door dat onze benen nu niet gestrekt op de peda len staan kunnen ze rustig mee naar achteren komen en lopen we daardoor geen breuken op! En hoe ver staat onze rugleuning naar achteren? Comfortabel achterover, als een soort glijplank? Dan kunnen we er zeker van zijn dat we niet in staat zijn een noodstop te maken. Immers, doordat we op onze rem gaan staan duwen we onszelf langs de rug leuning omhoog en produceren we te weinig remdruk... En (ongewenste) koersverande ringen van de auto neem je ook lang niet zo snel waar als je achterover hangt in je auto stoel. Bovendien is dan ook de afstand tus sen ons hoofd en de hoofdsteun zo groot, dat ingeval van een aanrijding de hoofdsteun ons hoofd nauwelijks opvangt en we daar door zeker kunnen zijn van een whipless. En houden we er bij de instelUng van onze hoofdsteun ook rekening mee dat, als we remmen, we ons wat omhoog werken in onze stoel en dat de bovenkant van de hoofd steun daarom op gelijke hoogte als de bovenkant van ons hoofd moet worden inge steld? 't Is maar dat we het weten! rote ogen en wijd opengesperde neusgaten vliegen we recht op een boomstam af, en dan.Je trapt op je rempedaal alsof die door de bodem van de auto heen moet! Zo diep blijf je het pedaal ingedrukt houden en je laat niet eerder los dan wanneer ik zeg dat het kan". Ja, we voe len wel aan: zó remmen moet beshst iets anders zijn dan wij gewend zijn. Opnieuw steDen we ons op. Ik weer voorop. Met een blik op het snelheidsbord vóór me probeer ik m'n snelheid constant te houden. Elk moment verwacht ik weer een brul door de auto, maar nu lijkt het wel of ie me écht vergeet. De rijd al verder dan daarnet, laat ik alvast maar een beetje snelheid verminde ren. Maar nee: "hé, niet sjoemelen met je snelheid hè!" klinkt het meteen, en dan: "Rrèèèèmmmü" Alsof het door de bodem van de auto heen moet stamp ik m'n rempe daal naar beneden. "Maar goed, dat ie van daag op hun risico verzekerd is" schiet het even door me heen, terwijl er een schok door m'n wagen vaart en ik schurend over de baan heel snel tot stilstand kom. Dat levert zowaar een complimentje op: "Ja..., dit begint erop te Ujken! Nu nog wat langer je rem ingedrukt houden, en dan is 't o.k." Ook bij m'n twee maatjes gaat het de goede kant op. We vervolgen deze cessie, alleen rijden we nu in plaats van 30 km/u 50 km/u. Opnieuw hebben we de neiging om 'stiekem' alvast maar wat snelheid te minderen, maar op het snelheidsbord komen we onszelf tegen. Toch begint het aardig te lukken. Ook als we dezelfde oefening met een snelheid van 70 km/u uitvoeren - het lijkt nu een beetje het echte werk te worden. Bij elke rembrul stamp ik m'n rempedaal naar beneden en houd ik die onverbiddeUjk vast. Ik voel hoe ik door de remdruk die ik geef mezelf naar achteren in m'n rugleuning duw. "Maar goed dat die nu niet zover naar achteren staat, net als anders. Dan ging ik écht omhoog." M'n wagen schuurt over de trai ningsbaan en ik laat m'n rem pas los op het moment dat de instructeur zegt dat dit kan. Ik voel hoe dan pas de achterkant van de auto weer naar boven komt. Alle vier wielen van m'n auto blokkeerden, ook de achter wielen, en dat was de bedoeUng. "Ja", legt de instructeur uit, "eigenlijk zijn we als autobestuurders allemaal een beetje bang om te remmen, écht te remmen. We denken al gauw dat we daardoor de remmen kapot trappen, maar stel je gerust, dat is een- voudig niet mogelijk. Of we zijn bang dat de auto dan ineens wilde capriolen uit gaat halen, maar ook dat gebeurt niet. Als we zó remmen zoals we nu geleerd hebben, dan trekt de auto zich alleen maar dichter tegen het wegdek aan en kleeft die als het ware zich aan de weg vast. Om slijtage van onze banden tegen te gaan wordt de trainingsbaan voortdurend bere gend. Wrijvingswarmte tussen banden en wegdek wordt zo meteen afgekoeld. Trouwens, bij m'n maatjes verhep het alle maal toch wat anders. Die hebben allebei een wagen met ABS, ik niet. En een nood rem maken met ABS blijkt warempel nog fataal af te kunnen lopen ook! Als je tenmin ste nooit verteld werd dat je auto, voorzien van ABS, van koers neigt te veranderen als je daarmee een noodstop moet maken... Dat ondervonden m'n remgenoten ook duidelijk: hun wagen trok naar rechts tijdens het rem men! "En daardoor komt het ook", vertelt de instructeur, "dat het nogal eens fout gaat als een noodstop moet worden gemaakt bij auto's met ABS, in tegensteUing tot wat je daarvan zou verwachten. Dat ligt niet aan ABS, maar aan de bestuurder die niet met dat remsysteem om weet te gaan, óf aan de garagehouder die z'n klanten niet vertelde hoe ze met ABS een noodstop moeten maken! Een auto met ABS reageert daarop door in fracties van seconden afwisselend te blokkeren en door te rijden. Daardoor blijft de auto bij een noodstop toch bestuurbaar. Toen één van m'n mede-remstudenten volle dig in de remmen ging was dat verschijnsel ook duidelijk zichtbaar aan z'n wielen. Wel apart. Een vergelijkbare oefening volgt, maar dan op een wegdek dat aan de ene kant normaal en aan de andere kant glad is. 't Is namehjk zo dat bij krachtig remmen in zó'n situatie de wagen rond gaat tollen, en ook dat is praktijk! In grote schrik laten bestuurders dan hun rempedaal los en dan is het leed echt niet meer te overzien. "Laten we maar eens ervaren wat er dan gebeurt. En denk erom: nét zo remmen als we zojuist geleerd heb ben!", bindt de instructeur ons op het hart. Best een beetje spannend. We beginnen weer met een snelheid van 30 km/u. Er gebeurt niets noemenswaardigs. Een flauw schuivertje wel, maar 't mag eigenlijk geen naam hebben. Bij 50 km/u wordt het al anders. Als het remcommando door m'n wagen klinkt ga ik volledig in de remmen. Terwijl mijn auto weer over de baan schuurt voel ik hoe m'n auto begint te glijden en te draaien. Als ik stil sta is mijn auto toch mooi een kwartslag omgedraaid! Maar..., ik ben met van koers veranderd: met m'n wagen bevind ik me nog steeds op dezelfde rij strook, in tegenstelhng tot wat gebeurd zou zijn als ik in een schrikreactie abrupt m'n rem weer had losgelaten. Maar nu nóg eens, met een snelheid van 70 km/u. Waar dit aan de ene kant wel een beetje hnk lijkt te zijn, aan de andere kant geeft het een stuk gerust stelling en eerlijk gezegd ook wel zelfver trouwen als je weet hoe 'het' werkt en als je weet hoe je reageren moet. Toch lijkt nu 70 km/u, als je weet dat je straks volledig door de rondte gaat, ineens veel harder te zijn dan anders.Maar daar gaan we. Het bord voor me vertelt dat ik zelfs 73 rijd. "Ja, rémmm!" klinkt het weer. Onverschrokken sta ik op de rem, alsof ik em ook nooit meer los moet laten, anders vlieg ik andere kanten op... Plotsehng zie ik de wereld om me heen voorbij draaien. Maar ik weet dat, als ik doe wat me geleerd is, er niets kan gebeuren. Als ik stil sta ben ik bijna 360° omgegaan, én. ik zit nog steeds om m'n eigen weghelft! Kijk, zo moet dat! Ook trainen we hoe we plotsehng voor ons opdoemende obstakels moeten ontwijken. Zowel op droog als op glad wegdek en bij verschillende snelheden. We leren hoe we op glad wegdek in een bocht plotseling moe ten remmen zonder uit de bocht te vUegen, ja zelfs vóór een aangegeven punt 'normaal' stil moeten staan. "Opmerkelijk", vertelt de instructeur, "dat autobestuurders altijd net die ene boom raken als ze van de weg raken; waar zit em dat toch in?" Hij legt uit: "door dat we in zo'n geval zo gefixeerd zijn op die ene boom 'sturen' we daar met onze ogen automatisch ook opaan. Maar kijken we langs de boom heen dan heb ben we veel meer kans dat we die zullen mis sen. Bovendien zijn we in zo'n geval ook altijd geneigd om juist van de boom vandaan te sturen, maar juist daardoor wordt de schuiver die we aan 't maken zijn zoveel te groter. We houden de wagen beter in koers als we dan 'gewoon' richting boom bijstu ren..." En inderdaad, dit blijkt geen theorie maar werkelijkheid te zijn als we op de trai ningsbaan zo'n situatie krijgen nagebootst! Tot besluit krijgen we een oefening voor onze kiezen waarbij we al het geleerde in één opdracht ten uitvoer moeten brengen: de 'eland-ontwijk-proefTerwijl we 'nietsver moedend' aan 't rijden zijn verschijnt plots een eland op onze weg - op de trainingsbaan gelukkig slechts enkele flexibele rubberpa- len. Niet graag zouden we het dier overhoop rijden, want ook óns kan dat een fhnke klap opleveren. Maar we mogen niet eerder ingrijpen dan wanneer onze instructeur daar het signaal voor geeft. Terwijl ik met een snelheid van 50 km/u de 'eland' al dicht genaderd ben vind ik dat het nu toch wel flink tijd begint te worden om 'wat' te mogen gaan doen. Maar niets! Terwijl ik het onding op me af zie komen wacht ik in span ning af wanneer ik eindelijk in de remmen mag. Lichte paniekgevoelens ontstaan wan neer ik het kreng tot bijna twee meter gena derd ben en dan knettert de instructeur een brul door de auto waaivan in toppunt van geconcentreerde spanning niet eens meer tot me doordringt wat ie nu eigenlijk roept. Ik ga werkehjk volledig in de remmen, helaas kan dat maar even want ik knal er bijna bovenop. Terwijl ik m'n rem loslaat ruk ik heftig en slechts kort m'n stuur naar links, alleen daar kan ik em ontwijken. Maar schrik: heb ik de 'eland' inderdaad gemist, nadert er enkele meters verder een vrachtwa gencombinatie en die hou ik nóg liever van m'n lijf. Hoe ik het doe weet ik even niet, maar met de opgedane ervaring van vandaag kom ik er fortuinlijk vanaf 't Mocht dan rakende mis zijn geweest, maar 't lukte. Naast de baan staat de instructeur zich te verkneuteren om onze noodreacties, maar: alle drie zijn we geslaagd voor het eerste deel van de voertuigbeheersingstraining! Een certificaat krijgen we mee naar huis. En nogmaals blijkt hoe goed VVCZ ons deze dag verzorgt: we krijgen alle drie een penning in handen gedrukt om onze auto's - ónder de opgedroogde waterplekken van de sproei-installaties op de trainingsbaan - een wasbeurt te geven in de wasserette aan de overkant van de straat! Als kameraden gaan we uit elkaar en we zijn er diep van over tuigd: een rijbewijs halen is leuk, maar niet meer dan dat. Trainingen als deze zouden er verplicht op moeten volgen. Immers: "een mensch is in gevaar als hij zich veilig waant..." Geïnteresseerd? Prima! En behalve over wat hierboven beschreven staat krijg je op zo'n trainings dag nóg meer informatie. Bijvoorbeeld over het belang van goede banden, het verwisse len daarvan en waar je zelf op kunt letten of dat juist wordt uitgevoerd. Na het volgen van de eerste training kun je verder met een tweede en derde trainingsdag. Bent u geïnte resseerd in een betere beheersing van uw motorvoertuig en in betere overlevingskan sen in het verkeer? Dan loont het beslist de moeite om eens te bellen met Verkeers Vei ligheids Centrum Zeeland, Van Doome straat 14 in Goes, telefoon 0113-229055. 'Een mensch is in gevaar als hij zich veilig waant...!' ^^^^^^^^^Y^-'f'

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2001 | | pagina 7