'Ons Huis' Herkingen
ontvangt gift van CNV
Overdenking
uit de
Heilige Schrift
Reumapatiëntenvereniging
Goeree Overflal(l(ee e.o.
Erasmuskwartet in
Witte Kerkje Vierpolders
EIÜVriDEII-niEUWS
PAGINA 5
VRIJDAG 12 MEI 2000
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan
van de hout- en bouwbond CNV schonk
deze belangenorganisatie woensdagavond
2.500 aan verenigingsgebouw 'Ons
Huis' in Herkingen.
De Hout- en Bouwbond CNV is bij uitstek
een vakorganisatie die is geworteld in de
plaatselijke afdelingen. Vanouds dragen de
afdelingen in belangrijke mate bij aan het
vakbondswerk en ook nu is dat nog het
geval. De bond 'vindt de afdelingen zo
belangrijk, dat ze een belangrijke rol spelen
tijdens haar eeuwfeest. Het bondsbestuur
heeft voor elke afdeling een bedrag van
ƒ2.500 beschikbaar gesteld. De afdeling
kon dit bedrag ter plaatse besteden aan een
cadeau voor de gemeenschap. Daarmee wil
men uitdrukken dat de Hout- en Bouwbond
CNV een bond is die volop in de plaatselijke
gemeenschap staat.
De plaatselijke afdehng heeft er voor geko
zen om een gift te schenken aan 'Ons Huis'
in Herkingen, die uiteraard dankbaar in ont
vangst werd genomen.
Gelijktijdig werd in 'Ons Huis' een bord
onthuld met daarop de namen van bedrijven,
e.d., die de laatste jaren geld hebben ge
schonken ten gunste van het verenigingsge
bouw. Het bord werd onthuld door leden van
de plaatselijke afdeling van Hout- en Bouw
bond CNV.
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
mEKNUMMERING
Op kalenders geeft men tegenwoordig de
weken nummers, en die lopen soms van 1 t/m
53. Ik tel zelf 52 weken als ik bij 1 januari
begin. Wat is nu echt de eerste week van
januari?
Antwoord: De verdeling van het jaar in
weken danken wij aan het Oude Testament,
dat door de eerste Christenen van de Joden is
overgenomen. Die kenden een rustperiode
(de sabbat) en die begon bij de zonsonder
gang van hun zesde dag en eindigde tegen de
avond van hun zevende dag op grond van
Genesis 2:3. Geen enkel ander volk had een
tijdrekening van 7 dagen. De weken zijn pas
bij de opkomst van het christendom aan de
Romeinse kalender van Julius Caesar toege
voegd. Alle andere tijdrekeningen gingen uit
van de omlooptijden van zon en maan en
kenden daardoor uitsluitend jaren, maanden
en dagen. Met 52 weken maken we ook het
jaar niet vol. Er blijven dan ongeveer één en
een kwart dag over. Het bedrijfsleven kan
bovendien geen maandcijfers vergelijken
met onze maanden van ongelijke lengte en
nu eens 4, dan weer 5 vrije weekends. Daar
om wordt al tientallen jaren voor de statistie
ken eenjaar van 13 perioden in plaats van 12
maanden gebruikt. Doordat in die perioden
telkens hetzelfde aantal van 4 weken met 4
zaterdagen en 4 zondagen voorkomt, kan
men nu in elke tabel of statistiek de bedrijfs
resultaten of andere cijfers vergelijken, zon
der dat er extra berekeningen nodig zijn om
de getallen vergelijkbaar te maken. Dat 13-
periodenjaar begint echter niet altijd precies
op 1 januari, maar de eerste week daarvan is
meestal die kalenderweek waarin 1 januari
valt. Na de 52ste week blijven daardoor vaak
enige decemberdagen over die in de eerste
week van het volgende jaar vallen. Zijn het
veel werkdagen, dan kunnen die een 53ste
week vormen. Zo begon 1999 laat in de
week, op een vrijdag en daarom kwam er in
1998 met 28 t/m 31 december een 53ste
week bij. De eerste week van 2000 is nu die
van 3 t/m 9 januari en 27 t/m 31 december
1999 kan weer de 52ste week worden. Deze
nummering is dus niet nieuw, maar we zien
haar de laatste 10 a 20 jaar op steeds meer
kalenders aangegeven.
n H06E CONIFEREN
Mijn buurman heeft op een halve meter van
de erfgrens coniferen gepoot. Deze zijn nu
zo hoog dat ze de zon wegnemen van mijn
groentetuin. Zijn er ook wettelijke normen
gesteld wat betreft de hoogte?
Antwoord: In het nieuwe Burgerlijk Wet
boek, art. 42, boek 5, wordt gesteld dat het
niet geoorloofd is heggen of heesters op de
Nieuwe japonnen
Knippakketten
Enorme
collectie
bruidsstoffen
Op maandag 22 mei a.s. organiseert de
reumapatiëntenvereniging een voorlich
tingsavond over de botziekte van Paget.
Als spreker komt Ir. W. Blom, voorlich
ter van de Nederlandse Vereniging van
Paget patiënten, die hierover het nodige
weet te vertellen.
Het bestuur nodigt leden én belangstel
lenden uit deze avond bij te wonen.
Plaats: Paviljoen ziekenhuis Dirksland.
Aanvang: 19.30 uur.
scheidslijn te hebben, tenzij u met uw buur
man overeengekomen bent om de heggen of
heesters op de scheidslijn te plaatsen. In dat
geval is er sprake van een gemeenschappe
lijke erfafscheiding. Over de hoogte van
heesters en coniferen wordt nu in de wet
gezegd, dat men zich niet kan verzetten
tegen de aanwezigheid van heesters of heg
gen die niet hoger zijn dan een 'scheids
muur' van twee meter hoogte tussen de
erven. Buurmans coniferen zijn nu volgens
uw schrijven 1,90 meter hoog. Daar is nu
dus niets aan te doen. Overschrijden zij de
twee meter, dan is het verstandig om eerst in
goed overleg met uw buurman te proberen
om tot een oplossing van het probleem te
komen.
Bedenk daarbij dat advocaten tegenwoordig
erg duur zijn, dat een goede buur beter is dan
een verre rechter en dat u beter tegen zo'n
groene haag kurit aankijken dan tegen een
houten schutting of stenen muur die als
'scheidsmuur' door elk der naburen mag
worden opgetrokken. Waar u zich dus niet
tegen verzetten kunt.
6001 EN iCmP: HEI VEttiCHIL
Wat is het verschil tussen een boot en een
schip? Men zegt dat de lengte bepalende zou
zijn, is dat zo?
Antwoord: Een echt wezenlijk verschil is er
niet. Met beide woorden werd dan ook oor
spronkelijk een uitgeholde boomstam
bedoeld. Het Middelnederlandse 'boot' ver
toont een samenhang met beitel en bijten.
'Schip' komt van het eveneens Middelne
derlandse 'schep' of 'scip'. Hier is een
samenhang met snijden of houwen. In het
spraakgebruik wordt met boot een vaartuig
bedoeld en met schip een vaartuig van vrij
aanzienüjke afmetingen. De lengte speelt,
zoals u stelt, dus wel degelijk een rol!
Gebedswerk
van lange adem
Ik heb den HEERE lang ver
wacht; en Hij heeft Zich tot mij
geneigd, en mijn geroep gehoord.
(Psalm 40:2)
De mond vol lof
Wachten duurt soms lang. Weleens erg lang.
Hoe heerlijk en groot is het als de uitkomst
is: niet tevergeefs gewacht!
De gelovige keek reikhalzend uit? Des te
roemrijker is zijn geloofstaal wanneer hij in
twee Middelaarshanden is en ziet!
De Psalmdichter van de veertigste Psalm
heft er zogezegd het nieuwe lied over aan.
Hij heeft de mond vol van Hem Die nabij
kwam. Die nabij was. Zijn hart is vol van die
ene Naam: HEERE. Zijn mond loopt er van
over.
Die de HEERE verwachten
Wachtenis een inspannende bezigheid.
Onrust kenmerkt wachten. Verlangend uit
zien en roepen.
De HEERE heeft een wachtend volk, vroe
ger en nu. Lang geleden en heden. Hij schept
een wachtende schare. Let wel: geen af
wachtende, maar een verwachtende. Daar
staat het Oude Testament vol van. Het Nieu
we Testament blijft daarbij niet achter. De
Kerk leeft in hoogstaande en blijde verwach
ting. Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem. Ver
wacht Hem. De uitkijkpost van de gebeds-
en binnenkamer niet verlaten. Gewis, Hij zal
komen. Die de HEERE verwachten, zullen
de kracht vernieuwen.
Wachten opde HEERE. Dat wil dus naar
het tekstwoord zeggen: Hem verwachten.
Dan is er de overtuiging dat Hij komt.
Omdat Hij met de verwachting ook de ver
vulling schenkt. De Geest en de bruid zeg
gen: kom. De Geest houdt de Kerk scherp.
Achter de voorzanger aan
David, de voorzanger, zingt. Hij is ook voor
ganger. Geestrijk. Een voorganger en voor
zanger die navolging en instemming ver
dient. De Heilige Geest blaast de wachtende
schare moed in. David getuigt en de Heilige
Geest verzekert met klem om vooral maar te
blijven verwachten.
Want die op de HEERE vertrouwen, zullen
niet beschaamd worden.
Want die de HEERE verwachten, zullen de
kracht vernieuwen.
Blijven verwachten, ook al duurt het lang.
Blijven verwachten, ook al schijnt een dag
soms een jaar. Blijven verwachten, omdat
alleen de HEERE verzadigen kan. Blijven
verwachten, omdat het de vervulling dubbel
en dwars waard is. Blijven verwachten, want
Hij neigde het oor tot mij. Hij hoorde mijn
geroep. Het roepen en verwachten loont dus
de moeite.
In de grootste moeite
U zit in het midden van uw zonden en ellen
den. Een putdiepe verzuchting uit het
Avondmaalsformulier is u op uw leven
geschreven: ik lig midden in de dood. Nie
mand kan uitkomst geven. Niemand kan raad
geven. Niemand kan troosten. Handen
omhoog. Uitgestoken gebedshanden. Lege
handen van een drenkeling die in de modder
dreigt weg te zinken en te zakken. Geen
afwachtende houding. Daar is de nood te
groot voor. U verwacht de HEERE. Als
David verwachten: ik riep.
Want dat staat er bij: Hij heeft mijn geroep
gehoord. In de benardheid en benauwdheid
roept David. In de grootste moeite moed ver
zameld, in alle zwakheid gebedskracht ver
zameld: het geroep omhoog. De Geest der
gebeden leidt hogerop. Tot Jakobs God om
hulp. Het geroep reikt tot in de troon, waar de
Hoorder der gebeden Zijn oor neigt en op
Zijn tijd Zijn inspraak doet horen. Een uit
spraak naar uw hart: Gods vrijspraak.
Eén Hulpbron
Ja, overtuigd van zonde, gerechtigheid en
oordeel, overtuigd dat u Christus heeft
gekruisigd, kan het voor de hulp maar één
kant op. Alleen de HEERE kan uitkomst
geven! Alleen bij die ene Held bij Wie Hij
hulp besteld heeft. In de diepte is er maar één
Levensbron. Wanneer het echt door hèt dal
en de schaduw van de dood gaat, is er slechts
één Fontein des levens. De God Die slaat om
te verbinden, slaat één kant uit. Waarbij het
niet een dubbeltje op z'n kant is. Neen, inte
gendeel zelfs, alle tegenstemmen ten spijt:
maar de HEERE zal uitkomst geven, Hij zal
het geven aan Hem die er op wacht.
In het midden van de ellenden: ik blijf de
HEERE verwachten, mijn ziel wacht onge
stoord, ik hoop in al mijn klachten op Zijn
onfeilbaar woord. Onfeilbaar! Zijn woord!
Dat is geweldig groot om aan Zijn lippen te
hangen. Gezegende lippen.
Vast hopen op Zijn onfeilbaar woord. Hij zal
verhoren. Hij zal gewis komen. Zo Hij ver
toeft, verbeidt Hem.
Wachtwoord
De heb de HEERE lang verwacht en Hij heeft
Zich tot mij geneigd en mijn geroep gehoord.
Een woord van David.
Een woord voor wachtende zielen. Een
wachtwoord voor de uitziende wachters,
voor de roepsters. Een wachtwoord Uit
komst verzekerd, birmenkomst gegaran
deerd.
Het kan lang duren. David schrijft het er bij:
lang verwacht. De HEERE kwam niet op
commando af en de de HEERE koos niet
Davids tijd. Neen, het duurde voor David
lang. De HEERE van de uitkomst het wel
enige tijd op Zich wachten, maar Hij heeft
tóch Zijn oor geneigd en het geroep gehoord.
Iemand wacht al lang. U wacht misschien al
zo lang. Broeder, zuster, u kunt uw geroep
toch niet staken? Als u het probeert, begint
het in uw binnenste te koken. Nou dan, aan
houden in het geroep en u zult op Gods tijd
merken, dat Christus al vóór u riep en dat de
Zoon van God al heeft verzoend eer u er om
vroeg en dat Jezus uw schuld betaalde voor
dat u de rekening gepresenteerd kreeg. Eer u
in hechtenis werd genomen - gewis de wach
ters en wachtsters bemerken het - heeft de
Heere Jezus Christus de bevrijding gewerkt.
Zou God geen recht doen
Lang wachten? In uw ellenden en zonden?
Zou God geen recht doen a£in Zijn uitverko
renen die dag en nacht tot Hem roepen, hoe
wel Hij lankmoedig is over hen? (Lukas 18)
Deze tekst uit Lukas geeft ook meteen aan
dat ieder die zijn of haar mond houdt en het
recht (beter: het oiu-echt) in eigen hand
houdt, niet ter redding gevonden zal worden.
Geloof en ongeloof onderscheidt zich juist
op het 'hartgrondige' punt van het roepen.
Daarom mag het gebed wel zijn: 'Heere, leer
ons bidden.'
U zegt het: 'En nu, wat verwacht ik, o HEE
RE! Mijn hoop, die is op U.' Van de HEERE
is veel te verwachten. Ja, de Heere Zelf is te
verwachten. Christus verwachten. De bid
dende Hogepriester. In Zijn Naam zal de
Vader horen. Maar dan ook alleen in Zijn
Naam. Om Christus' wil neigt de Vader het
oor héél, héél diep.
Daarom getuigt de Geest met David: lang
wachten loont de moeite, want de uitkomst is
boven verwachting. Als je Hem maar eens
zult zien! Boven bidden en denken!
Opmerkelijke volgorde
WonderHjke volgorde eigenlijk in deze tekst.
De verwachting staat voorop in de tekst: ik
heb de HEERE lang verwacht. Kennehjk
stille verwachting, maar wel h£irtstochtelijke
verwachting en hartgrondig uitzien. Dan
volgt het horende oor van God: en Hij heeft
Zich tot mij geneigd. De HEERE legt Zijn
oor al heel laag te luister. En zie, léés: dan,
tenslotte staat er het geroep.
De zeg toch niet te veel wanneer ik zeg dat de
HEERE Zijn oor te luister legt om geroep te
horen? Ik hoor een profeet fluisteren: 'Ik
weet de gedachten die De over U denk,
spreekt de HEERE, gedachten des vredes en
niet des kwaads, dat De u geve het einde en de
verwachting Dan zult gij Mij aanroepen
en heengaan en tot Mij bidden en De zal
naar u horen!'
Kort gezegd: het oor van de HEERE is niet
doof maar luistert scherp naar het geroep van
de Zijnen, Hij wacht op Zijn gebed om de
verwachting te vervullen.
Zijn gedachten
Ja, 't is een werkelijkheid: over de HEERE
raakt de Kerk nooit uitgedacht (vers 6). Pau-
lus spreekt de taal des Geestes: uitzinnig
Gode. Ontdekkend: ik dacht er niet aan om
Hem aan te roepen!
Verootmoedigend: Gij hebt andere gedach
ten waardoor ik tot andere gedachten kom.
'HEERE, ik roep U aan in al mijn noden!'
Stille verwachtinggeroep
Christus Jezus: al wat gij bidden zult in Mijn
Naam! 'Heere, Gij hebt mij verwachting
gegeven.' Kom tot andere gedachten heil
verwachten, zoals wachters naar de morgen
uitzien. Laat u in de verwachting van Hem
niet meer van Gods gedachten afbrengen:
volhard in het verwachten ziende op de uit
komst (Hebreen 11)!
Het genadeloon, de voorgestelde vreugde, de
definitieve uitkomst gaat ook nog eens een
keer alle verwachting te boven.
J. W. van Estrik
De eerstvolgende avondmuziek in
het Witte Kerkje van Vierpolders
zal worden verzorgd door het Eras
muskwartet, bestaande uit Lucia
Arends (fluit en altfluit), Karin Bijl
(fluit), Lucie van Oortmerssen
(fluit) en Martine van der Spek (fluit
en piccolo). De avondmuziek is op
zaterdag 27 mei, aanvang 20.00 uur
en de kerk is open om 19.30 uur.
Lucia Arends (fluit en altfluit) studeerde
fluit aan het Rotterdams Conservatorium
bij Ruud Maas en behaalde cum laude haar
solistendiploma. Zij speelde in diverse
orkesten, waaronder het Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest, en maakte jarenlang
deel uit van Ensemble Nieuw-Werk. Hier
mee trad Lucia Arends op in binnen- en
buitenland en maakte veel radio-opnamen.
Karin Bijl (fluit) studeerde aan het Rotter
dams Conservatorium bij Hubert Bahrwa-
der en Raymond Delnoye. Na haar studie
volgde zij diverse cursussen, in het buiten-
lahd bij onder andere Jean Pierre Rampal
en Aurèle Nicolet. Nadat zij een aantal
jaren actief geweest is in diverse orkesten,
is Karin Bijl op dit moment docente aan
het Rotterdams Conservatorium en houdt
zich voornamelijk bezig met kamermu
ziek.
Lucie van Oortmerssen (fluit) studeerde
fluit aan het Rotterdams Conservatorium
bij Raymond Delnoye. In 1978 behaalde
zij haar onderwijsakte B en twee jaar later
haar diploma solospel. Zij maakte enkele
jaren deel uit van het Nationaal Jeugdor-
kest. Regelmatig treedt ze solistisch op in
verschillende kamermuziekensembles
Lucie van Oortmerssen vormt met Albert
Moerman een fluit/klavecimbel en
fluit/orgelduo. Zij is docente aan de Vrije
academie Westvest te Delft.
Martine van der Spek (fluit en piccolo)
studeerde aan het Sweelinck Conservato
rium in Amsterdam bij Joost Tromp en
behaalde daar de diploma's docerend- en
uitvoerend musicus. Zij volgde Master-
classes bij Trevor Mye en William Bennet.
Naast het spelen in orkesten houdt Marti
ne van der Spek zich nu vooral bezig met
kamermuziek.
Op het programma staan werken van Wil
liam Bird, Georg Philipp Telemann, Euge
ne WaUeiers, Antonin Dvorak, Gabriel
Fauré, Roupen Shakarian en Mare Bertho-
mieu.
U kunt de concerten met extra informatie
ook nalezen op de Homepage van de Con
certcommissie Dorpskerk Vierpolders,
http://www.homepages.hetnet.nl/~tele-
mann/index .html
Del deels met kaarsen verlichte kerk is
open om 19.30 uur en de toegangsprijs is
min. 5,- (meer mag ook) en een vrijwil
lige bijdrage voor koffie of thee in de pau
ze. Reserveren kunt u bij het secretariaat.
Bas Rijkeboer in Brielle, tel. 0181-
410055, e-mail: bas.rijkeboer@mee-
spierson.com.
De boer had nog meer reden tot ergernis in verband met het plotse
linge vertrek van de wees. Op de hoeve scheen iedereen zijn partij te
kiezen. Zijn vrouw, anders altijd even zacht en volgzaam, was onge
woon kort en stug, en Hanneke ging stil haar weg. 't Scheen de boer
toe, alsof ze hem ontweek; en toen hij gisteren tegen Gerrit Gravels
zo terloops had gezegd, dat, als de jongen niet gauw terugkwam, een
dagloner zijn plaats moest innemen om te dorsen, had Gerrit Gravels
koeltjes opgemerkt: "Dan zullen we maar dadelijk iemand gaan
opzoeken, want Frank Lindorp komt niet terug, dat kan ik je wel ver
zekeren, boer Willem".
"'t Kan zijn, datje 't weet, jij was altijd nogal vertrouwd met die stijf-
kop, maar weet je wel, dat ik het in mijn macht heb om hem door de
veldwachter weer naar hier te laten brengen?"
"Ik geloof graag, datje als voogd dit doen kunt, maar nog veel zeker
der weet ik, dat je daar geen plezier van zou hebben. Werken zou de
jongen toch geen slag en zeker hep hij opnieuw weg". "Ben ik dan zó
slecht voor de jongen geweest, Gerrit?" vroeg de boer, met nauw ver
holen verbittering.
De bouwknecht haalde de brede schouders op en zei dan kalm: "Dat
staat niet aan mij te beoordelen, baas Willem, doch als je ploegpaar
den 's avonds terugkeren uit het bouwland, dan zie ik vaak, datje ze
een vriendelijk woordje geeft en op de hals klopt. Al deed echter
Frank Lindorp nog zo zijn best, nooit heb ik gezien, dat je voor hèm
een vriendelijk woord over had, en daarom kan ik mij begrijpen, dat
de jongen, wiens hart trok naar de zee, het leven hier op de Guilerhof
ondraaglijk vond".
"Dus je gelooft, dat ik in mijn verplichtingen als voogd te kort ben
geschoten?" De boer kookte inwendig van drift maar zijn stem klonk
bedaard en koud, toen hij deze vraag deed.
Maar nu fronste de knecht zijn borstelige wenkbrauwen en zei: "Je
vader zou in deze zaak geen mensen naar hun mening gevraagd heb
ben, boer Van Gullen. Die zou zichzélf hebben afgevraagd: Kan ik
voor God getuigen, dat ik een vader geweest ben voor de arme wees,
die aan mijn zorg werd toevertrouwd? Vraagje dat óók af, want voor
Hem zul je je eens te verantwoorden hebben".
Zonder een enkel woord meer te zeggen, keerde de boer Gravels de
mg toe en liep de staldeur binnen, doch dit onderhoud met zijn bouw-
knecht had zijn ergernis nog aanmerkelijk doen toenemen.
-Ook de derde dag kwam Frank niet terug op de Guilerhof, doch wèl
kwam een bode van de schout van Elburg met een brief en de vraag
of Van Guilen zo goed wilde zijn, het stuk te willen tekenen in zijn
kwaliteit van voogd over Frank Lindorp.
De inhoud kwam hierop neer, dat Frank Lindorp wilde monsteren als
lichtmatroos op de bark 'Het Zuiderkruis' met bestemming naar de
Molukken, waarvoor echter de toestemming van de wettelijke voogd
nodig was.
Het stormde in het gemoed van de trotse boer en zijn eerste opwelling
was, botweg te weigeren het stuk te tekenen, doch bij even nadenken
schrok hij terug voor de moeilijkheden, welke hij zich door die wei
gering op de hals zou halen. Zonder een enkel woord te spreken, zet
te hij zijn handtekening.
't Was Frank Lindorp in Elburg boven verwachting meegelopen, in
de eerste plaats, doordat hij bij zijn aankomst Geert Abels dadelijk
aantrof, en hem bereid vond, om de behulpzame hand te bieden.
De eigenaar van Franks ouderlijke woning was tevens bezitter van de
nog voor zijn rekening varende brik Het Zuiderkruis, en dit vaartuig
lag thans in een der havens van Rotterdam, omdat het te Elburg niet
gemakkehjk kon binnenvallen door het vele ijs in de Zuiderzee.
Geert Abels wist, dat Het Zuiderkruis op vertrek lag naar de Moluk
ken, doch of de bemanning reeds voltallig was, kon hij niet zeggen.
De oude schipper Van Diggel, bewoner van het schippershuis, had in
zijn jeugd reeds met de grootvader van Frank Lindorp op hetzelfde
schip gevaren.
Tegen de avond ging Geert Abels met Frank naar het schippershuis
en een ogenblik later stond hij tegenover de oude stugge zeeman.
"Wat heb jij aan de hand. Abels, en wat moet er met die jongen?" zo
klonk de zware stem van schipper Van Diggel; en toen hij bij deze
niet zeer vriendelijke begroeting de jongste van de bezoekers aan
keek, voegde hij er onmiddeüijk bij: "Jij bent zeker een jongen van
stuurman Lindorp?"
"Jawel mijnheer, Ue ben de enige zoon van Herbert Lindorp", luidde
het antwoord.
"En wat is er nu, Abels, wat heb je op je hart?" vroeg Van Diggel ver
der.
Zo kort mogelijk deelde de visser de oude zeeman het doel van zijn
komst mee en toen hij uitgesproken was, keerde Van Diggel zich tot
Frank en zei: "Dus jij wou het zeegat uit, jongen? Weetje wel, dat het
leven aan boord van een schip voor een jonge gast, die nooit gevaren
heeft, vaak een hard en een zuur leven is?"
"Dat moet toch iedere zeeman doorgemaakt hebben, mijnheer! Waar
om zou ik daar dan voor terugschrikken, alle Lindorps waren zeelui
en ik wil óók naar zee. Och, mijnheer Van Diggel, u hebt mijn vader
gekend, en Geert heeft mij verteld, dat u al met mijn grootvader geva
ren hebt, help mij aan een plaatsje op een vaartuig - ik wil en kan geen
boer worden".
De eerlijke, blauwe ogen van de jongen keken smekend naar het bar
se gelaat van de oude gezagvoerder, en deze bromde:
"'t Is waar, men maakt van een zeehondenjong nu eenmaal geen paar-
denveulen", en op geheel andere toon voegde hij erbij: "Nou jongen,
als je dan met kracht en geweld varen wilt, dan zul je varen, en zo
waar ik leef, het doet mij oude zeerob goed, dat een jonge gast van 't
echte ras hunkert naar de vrije lucht op de grote zoute plas. Het Zui
derkruis heeft al wel zijn bemanning voltallig, maar ik zal je een brief
meegeven voor de schipper en die zal jou wel een plaatsje aan boord
bezorgen; doch denk er om, Lindorp, dat schipper Stossema de mak-
kehjkste niet is. Maar als je goed wilt, is hij de man, die een echt zee
man van je maken zal. Het kan echter nog wel een dag of tien duren,
voor Het Zuiderkruis het zeegat uitvaart; het schip is nog slechts
gedeeltelijk beladen, en nu zal het maar het beste zijn voor jou om zo
lang mogelijk in Elburg te blijven, dan heb ik gelegenheid om voor je
uitrusting te laten zorgen; ik wil niet hebben, dat een kleinzoon van
Frank Lindorp als een boerenknecht aan boord van Het Zuiderkruis
komt".
Een blos van vreugde kleurde thans de wangen van de jongen.
"Jij zult wel niet al te ruim in je logies zitten. Abels, dus kan dit jong-
mens beter bij mij blijven zolang hij nog aan wal is, dan dat jij hem
aan boord neem; wat denk je daarvan. Abels?"
Geert had er niet veel tegen in te brengen. Hij vroeg alleen nog: "Zou
de schipper van Het Zuiderkruis er geen kwaad bij kunnen, als hij een
minderjarige jongen zonder toestemming van zijn voogd meeneemt
op zijn schip?"
Enigszins onwillig haalde de aangesprokene de schouders op en zei
dan na kort beraad: "Dat maak ik wel met de schout in orde".
Acht dagen bleef Frank in het schippershuis, en toen hij naar Rotter
dam vertrok, was hij gekleed in keurige zeemanskleding en voorzien
van een goed gevulde plunjezak. Hij had in die acht dagen het hart
gewonnen van de oude zeeman, die met een bejaarde huishoudster
zijn leven sleet in het schippershuis, waar hij in zijn jeugd zo menige
goede dag had doorgebracht met Frank Lindorp, de grootvader van de
jongen.
"Denk er aan, Frank", zo zei hij bij het afscheid tot de jonge varens-
gast, "dat het schippershuis voortaan je tehuis is en aan wal, als je, zo
God wil, behouden thuisvaart". (wordt vervolgd)
Overhandiging van de cheque van Jan Tuinstra
bruidsmode
i n a
2411 AE Bodegraven
0172-613751
Zuiddijk 16
3244 AZ Nieuwe Tonge
0187-652134
Om u zo goed mogelijk te kunnen helpen
werken wij alleen op afspraak