Ziekenhuislorentje
wordt bijna uitgepakt!
EIIAIiDErt-niEUWS
PAGINA 11
VRIJDAG 14 JANUARI 20(X
Dat was het thema van de bijeenkomst die woensdagavond werd gehou
den in het verenigingsgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Dirks-
land. Deze avond werd georganiseerd door de SGP-kiesvereniging
Baruch uit Dirksland. Dat voor een groot deel van de bevolking dit the
ma erg actueel is, bleek door de grote belangstelling voor deze avond.
Nadat de voorzitter van de kiesvereniging,
dhr. A.L. Bakker, iedereen welkom had
geheten en de bijeenkomst had geopend,
sprak hij enkele woorden naar aanleiding
van psalm 93. "In heel deze psalm komt
Gods grootheid en heerschappij over de
schepping naar voren. Wat wij ook willen
doen. Hij staat er boven. Hij onderhoudt Zijn
schepping en is machtiger dan het bruisen
van de grote wateren. Hij regeert en zo moe
ten wij ook ons leven invullen. Dat mag ook
ons hart gerust maken."
Ir. J. C. Janse
Voor deze avond waren drie sprekers uitge
nodigd en zij zouden elk hun eigen visie
geven op het onderwerp. Als eerste spreker
kwam ir.J.C. Janse aan het woord. Hij is
werkzaam bij Rijkswaterstaat directie Zuid-
Holland, afd. Planvorming en Beleid. Dhr.
Janse had begrepen dat er veel onrust was op
het eiland en hij zag het deze avond dan ook
als zijn belangrijkste taak deze onrust weg te
nemen.Na een lange tijd van onderzoeken
was men gekomen tot een keuze uit 4 alter
natieven. Het eerste alternatief zou zijn
geweest om de oude situatie te handhaven en
dus de sluizen alleen bij eb te openen, zodat
er wel zoet water uit kan, maar geen zout
water erin. Gebroken getij was de tweede
mogelijkheid, waarbij de sluizen 40 van
de tijd open zouden zijn. Als derde sprak
men over een getemd getij. Hierbij zijn de
sluizen 90% van de tijd gedeeltelijk open.
Als stormvloedkering gebruiken was de laat
ste mogelijkheid, zodat ze dus altijd hele
maal open zijn en alleen bij storm gesloten.
Gekozen werd tenslotte voor het kieraltema-
tief, waarbij de sluizen continu op een kleine
kier openstaan. Vandaar dat er in de volks
mond al wordt gesproken over "de kier". Bij
deze maatregel wordt dan wel over een tijd
vanjaren gewerkt naar een getemd getij. De
sluizen gaan dan steeds verder open, waar
door er langzaam zout water wordt toege
voegd aan het zoete water van het Haring
vliet. Men spreekt dan over een periode van
10-15 jaar. Voorwaarde hierbij is wel dat de
zoetwatervoorziening voor het eiland
gehandhaafd blijft. En daarmee kwamen we
op het belangrijkste probleem van deze
avond, wat ook het grote aantal landbouwers
in de zaal verklaarde. Die zien, als de plan
nen doorgang vinden, de toekomst somber
toegemoet omdat zij immers als eerste gedu
peerd worden als de zoetwatervoorziening
minder wordt. Dhr. Janse beloofde bij voor
baat schadevergoeding aan die landbouwers
die er schade van ondervinden en zegde toe
dat daar zorgvuldig mee zou worden omge
gaan.
Het doel van deze ingrijpende veranderingen
is een geleidelijke overgang van zout naar
zoet water, oplossing van het subprobleem,
minder oeverafslag door stagnant peil,
natuurlijkere situatie en ecologisch herstel
van de Rijn. Dhr. Janse geeft wel toe dat er
nog heel veel onderzoek zal moeten geschie
den voor er wat meer duidelijkheid is over
de gevolgen, en zelfs dan zullen er nog veel
onduidelijkheden blijven over wat de gevol
gen zullen zijn op langere termijn. Op de
vraag of het allemaal dan wel de moeite
waard is om zulke drastische maatregelen te
nemen, terwijl de gevolgen niet goed zijn te
voorspellen, zegt dhr. Janse dat dat wel een
moeilijke vraag is, "maar ik denk dat het wel
verantwoord is".
Dijkgraaf ING. D. C. Goekoop
"Terugziend op 1953 is het duidelijk dat de
prioriteit voor Zuid-West Nederland moet
liggen bij de veiligheid", begon dijkgraaf
Goekoop van Waterschap Goeree-Overflak-
kee zijn inleiding. Meteen na de water
snoodramp van februari 1953 werd besloten
dat de zee-armen gesloten moesten worden.
Het Haringvliet en de Grevelingen zouden
dan zoet worden. De Oosterschelde werd
zout, maar tot ongenoegen van het Water
schap werd besloten om ook de Grevelingen
zout te laten. Het Waterschap was hier niet
blij mee omdat er al zoetwaterinlaten waren
gemaakt aan de zuidkant van het eiland, en
die waren nu overbodig. Nadeel van het zoe
te water in het Haringvliet was de verslib-
bing, het goede nieuws hierbij was een ster
ke -vermindering van de vervuihng van de
bovenste laag slib. Er is door RWS veel
gestudeerd en gediscuseerd over de te
nemen beslissing. Er werden deelrapporten
gepresenteerd over de belanghebbenden,
landbouw, recreatie, visserij en industrie. Er
werd een proef gedaan per computer over
het getemd getij waaruit bleek dat het zout
gehalte niet te hoog zou worden. Maar toen
de proef in februari/maart 1997 opnieuw
werd gedaan werd duidelijk dat de compu-
tertest niet klopte. Het chloridegehalte bij de
waterinlaat bij Dirksland was 500 mg. te
hoog. Als de sluizen geruime tijd op een kier
staan komt een groot deel van het eiland dus
zonder zoet water te zitten en zo kwam dus
ook dhr. Goekoop weer bij het probleem uit,
met dit verschil dat ook hij er een oplossing
voor moet vinden. Het Waterschap heeft
zich dan ook altijd wat terughoudend opge
steld tegenover de plannen van RWS -
"Ja,mits....". Er moesten goede vervangen
de maatregelen genomen worden, dus niet
alleen subsidies en vergoedingen, maar zoet
water! Het Waterschap is intussen tot twee
mogelijkheden gekomen om het probleem
op te lossen. Waterwinning zou moeten
geschieden via de haven van Middelhamis,
waarna het naar het westelijk deel van het
eiland moet worden gebracht. Deze maatre
gel moet worden genomen omdat het water
ongeveer tot Dirksland zout of brak zal wor
den en omdat waterinlaat westelijker dan
Middelhamis niet meer mogelijk zal zijn.
Mogelijkheid 1 is om dat te doen via een
brede sloot, wat dan gelijk voor recreatied
oeleinden kan worden benut, of anders via
een buizenstelsel.
Het eerste plan is echter door RWS afge
keurd en hier krijgt men zeker tot 2003 geen
subsidie voor. Voorlopig valt dan noodge
dwongen de keus op het buizenstelsel. Als
dan over ongeveer 5 jaar de sluizen op een
kier gaan, komt er in de haven van Middel
hamis een meetpunt. Als dit meetpunt een te
hoog zoutgehalte aangeeft, gaan de sluizen
tijdelijk weer dicht. Over langere tijd bezien
wordt er ook rekening mee gehouden dat de
waterinlaat verplaatst kan worden naar bij
voorbeeld Stad a/h haringvliet." Bij de olie
crisis vochten ze om olie, zouden we nu
vechten om zoet water? Laten we dit in vre
de proberen op te lossen, maar mijn voor
keur gaat ook uit naar een Haringvliet met
zoet water", besloot dlir. Goekoop.
Mr. Dr. J. T. van den Berg
Mr. Dr. J.T. van den Berg, lid van de SGP
fractie in de Tweede-Kamer, bekende niet zo
technisch te zijn aangelegd dan de andere
sprekers en verklaarde dan ook vanavond
aanwezig te zijn voor de juridische, bestuur
lijke en politieke kant. Hij vindt het altijd erg
mooi om op ons eiland te komen. Hij werd
altijd weer geboeid door de duidelijke wis
selwerking van water en land. Had de Twee
de-Kamer lange tijd niet zoveel belangstel-
hng voor de waterhuishouding, dan was daar
nu - na de ernstige wateroverlast in de rivier-
gebieden (1995 en 1997) - toch verandering
in gekomen. De overheid heeft zelfs een
nieuwe commissie ingesteld met een geheel
nieuwe kijk op de waterhuishouding: Water
beheer 21e eeuw. Nederland is zeer kwets
baar op het gebied van de waterhuishouding
en daarom is het dan ook een taak van de
overheid om de veiligheid te garanderen.
Dhr. Van den Berg benadmkte hierbij dat de
mens natuurlijk nooit gehele veiligheid kan
verzekeren. De mens heeft het rentmeester
schap over de aarde, maar de Heere staat
daar als Almachtige altijd boven. Dhr. Van
den Berg vervolgde met de uitleg van de
procedure die gevolgd wordt bij het nemen
van een beslissing in zulke sitautie's als
deze. Na lang discuseren komt er hierover
uiteindelijk een Milieu Effect Rapportage,
de zogenaamde MER. Een toetsingscom
missie brengt rapport uit en in dit geval
bleek dat de MER nóg een stap verder wilde
gaan en adviseerde om de Haringvlietsluizen
alleen als stormvloedkering te gaan gebrui
ken. De beshssing ligt tenslotte bij de staats
secretaris, maar deze zal gezien het belang
van deze zaak, zeer waarschijnlijk het plan
voorleggen aan de Tweede-Kamer. Deze
tracht hierin vvfel te beïnvloeden maar kan
niet beslissen. Het is wel mogelijk om tegen
de beslissing van de staatssecretaris in
beroep te gaan. Politiek gezien staat de
Aamoudse, politiesecretaris van het Open
baar Ministerie te Rotterdam de forumdicus-
sie gevoerd. Als men het heeft over rent
meesterschap is het eigenlijk onverantwoord
en onbijbels om grote veranderingen in de
natuur aan te brengen, waarvan men de
gevolgen niet kan overzien.aldus één van de
vraagstellers. Hierop werden door dhr. Janse
nog eens de redenen genoemd voor de ope
ning van de sluizen en hij vind het ook
acceptabel om dit door te voeren.
Een andere vraagsteller maakte zich zorgen
over eventule toename van zoute kwel in de
polder. Door de druk van het water in het
Haringvliet wordt zoute kwel in de polder
naar boven gedmkt en dit vormt, vooral in de
polder van Dirksland, nu al een probleem.
Volgens dhr. Janse wordt dit echter vooral
door het water van de Grevelingen veroor
zaakt en zal de verandering van het Haring
vliet daar dus weinig of geen invloed op heb
ben. Verder zal het peil van het Haringvliet
over het algemeen lager zijn dan nu en dus
de druk van het water minder, waardoor de
kwel niet zo vlug naar boven zal worden
gedrukt. Dhr. Goekoop verklaarde daarente
gen dat de zoute kwel wel degelijk iets zal
toenemen, maar dat men zal proberen dit
zoveel mogelijk te voorkomen, door in het
voorjaar goed te spoelen. Tevens zal men
dan veel water binnen laten bij Middelhar-
nis, zodat het peil in de sloten stijgt en er
tegendruk is voor de opkomende kwel. Dhr.
Janse zegt daarop dat er toch maar wéinig zal
veranderen.
Op de vraag of de waterinlaat bij het Dirks-
landse Sas overbodig zal worden, wordt
bevestigend geantwoord. Deze zal bij ope
ning van de sluizen voorgoed dicht kunnen.
Naar aanleiding van een opmerking over
vervuiling van het slib in het Haringvliet,
wordt door dhr. Janse benadmkt dat het er
niet in hoofdzaak om te doen is de vervuiling
weg te werken. Mooie bijkomstigheid is
echter wel dat brak of zout water zware
metalen in het slib beter afbreekt dan zoet
water, waardoor de vervuiling naar ver
wachting nog verder terug zal lopen. Het
vervuilde slib zal hierbij niet de Noordzee
ingespoeld worden omdat er hogere water-
snelheden nodig zijn om het slib mee te voe
ren.
Dhr. Van den Berg reageert positief op het
idee om de staatssecretaris te herinneren aan
de motie van dhr. Van Rossum. Deze pleitte
20 jaar geleden al voor een zoet Haringvliet
en die motie werd toen aangenomen. ZuUce
beslissingen zijn altijd voor een langere ter
mijn en zeker nu het probleem van toen - de
zoetwatervoorziening - nog steeds speelt.
De staatssecretaris zal daarbij echter zeer
waarschijnlijk de veranderde visies en
omstandigheden naar voren brengen. Vol
gens dhr. Janse vereist een vervolgstudie
nog zeker 2 tot 2,5 jaar.
Een visser onder de aanwezigen heeft wel
begrepen dat er veel onderzoek wordt
gedaan naar de binnenkant van het Haring
vliet, "maar wordt er ook gekeken naar de
buitenzijde? De ingang van het Haringvliet,
net buiten de sluizen, staat bekend als een
grote broedplaats voor vele soorten vis.
Na 12 jaren voorbereiding en 11 jaren bou
wen is nu toch het eind in zicht van de
nieuwbouw van het ziekenhuis in Dirksland.
Na een lange voorbereiding werd in 1988
toestemming gegeven voor de bouw van een
nieuw ziekenhuis, waarna al vlug werd
begonnen met de bouw van de eerste fase.
Die werd in 1990 opgeleverd en in 1991
geopend door staatssecretaris Simons. Deze
eerste fase bevatte het beddenhuis, de poli
kliniek en het laboratorium. In 1992/1993
werd daar de centrale keuken nog aan toege
voegd. Maar een ziekenhuis omvat natuur
lijk nog meer, dus werd in 1998 gestart met
de bouw van de nieuwe operatiekamers. Dit
was meteen de start van de tweede fase, die
ook wel fase 2a werd genoemd omdat ook
deze fase in gedeeltes zou worden voltooid.
In juni 1999 werden de operatiekamers
opgeleverd. Op dit moment kan iedereen er
getuige van zijn dat de bouw van het zieken
huis bijna geklaard is. Bouwkundig gezien
zal volgens planning het ziekenhuis in
april/mei klaar zijn. Wat er dan nog volgt is
een verhuizing van ongeveer 5 weken. Op de
begane grond komt het personeelsrestaurant
en heeft ook de technische dienst haar ruim
tes. Gaan we naar de eerste verdieping, dan
vinden we daar de administratie, personeels
zaken en de staf van de verpleging. De direc
tie en de geestelijke verzorging krijgen hun
kantoren op de tweede verdieping. Belang
stellenden kunnen dat ook met eigen ogen
komen bezien tijdens de open dagen die vol
gens de plannen in september zullen worden
gehouden. Fase 2 - waaronder dus ook de
operatiekamers - zal dan in zijn geheel toe
gankelijk zijn voor het publiek. Na afron
ding van de laatste bouw zal eerst aan de ter
reinvoorzieningen worden begonnen, waar
na de officiële opening zal plaatsvinden in
oktober/november. Dan kan ook het prijs
kaartje eraan, dat bevat de som van 80 mil
joen gulden voor de totale nieuwbouw. Maar
in al die jaren is de pohkliniek alweer te
klein geworden, mede door de vele specia
listen binnen het ziekenhuis. Dit is op zich al
een bijzonderheid daar het ziekenhuis het op
één na kleinste van Nederland is. Het klein
ste ziekenhuis bevindt zich in Dokkum met
138 bedden, tegenover Dirksland met 140
bedden. Voor uitbreiding van de polikliniek
wordt een aanvraag ingediend en in 2001
hoopt men daar de bouw van te kunnen vol
tooien. Dan staat er een modern ziekenhuis
dat voldoet aan de eisen van deze tijd, terwijl
het oude ziekenhuis bijna helemaal is verd
wenen. Bijna, want veel mensen zullen zich
het ingepakte torentje van het oude zieken
huis nog wel herinneren, dat bewaard zou
blijven en dat daarom zorgvuldig werd inge
pakt. Het heeft nu haar bestemming gekre
gen. Als de bouw voltooid is, kan het plastic
worden verwijderd en zal men het torentje
plaatsen op de nieuwe operatiekamers. Dit is
het gele gedeelte, dat zich bevindt aan de
kant van de Boezem. Met linksboven het
symbool van het Van-Weel Bethesdazieken-
huis zal dan het oude torentje in ere worden
hersteld.
Een stukje herinnering aan een ziekenhuis
dat verder onherkenbaar veranderd is. Het
gebouw is veranderd; de opzet en het
torentje blijven.
belangenafweging centraal. De SGP werkt
altijd vanuit de visie van het rentmeester
schap. De mens moet bouwen en bewaren,
maar dat houdt niet in dat de voorkeur altijd
wordt gegeven aan natuurbehoud. Men gaat
bij een besluitvorming altijd uit van drie
punten.
Ten eerste: is er overtuigend gebleken nood
zaak? De gevolgen kan men nu nog niet
overzien. Wat men wel weet, is dat de zoet
waterwinning problemen zal ondervinden en
dat is een groot straikelblok. In de tweede
plaats vraagt men zich af of er voldoende
zicht is op de gevolgen. Dhr. Van den Berg
is bang dat er nog niet voldoende onderzoek
naar is geweest. Als laatste wordt de vraag
gesteld of er voldoende afweging is geweest
van de belangen. Wie draagt de consequen
tie's op het financiële gebied? Dhr. Van den
Berg was zeer voorzichtig en had grote twij
fels over het welslagen van het plan en zou
zich temghoudend opstellen bij de discussie
in de Tweede-Kamer. Zeer belangrijk was
dan ook het feit dat er mensen zijn die afhan
kelijk zijn van een goede zoetwatervoorzie
ning. De grote vraag is dan ook of zulke gro
te veranderingen moesten gaan plaatsvin
den, zonder dat er een duidelijker beeld is
van de toekomst. Mede daardoor kon dhr.
Van den Berg ook geen duidelijke eigen
mening geven voor hij de rapporten in de
Tweede Kamer heeft gezien.
Forumdiscussie
Nadat tijdens de pauze gelegenheid was
geweest tot het indienen van schriftelijke
vragen, werd onder leiding van dhr. J.M.
Blijft dit wel in stand?" Dhr. Janse denkt dat
de gevolgen wel mee zullen vallen en dat het
zand van voor de sluizen wel verder de
Noordzee inspoelt, waarmee dus eigenlijk
de kraamkamer zou verhuizen. Misschien
verhuist de broedplaats wel gedeeltelijk naar
de binnenzijde van de sluizen, omdat dat
water immers ook zout wordt. Verder zal het
verschil tussen eb en vloed kleiner worden.
Vloed wordt minder hoog en eb wordt hoger
dan de huidige situatie, wat volgens dhr. Jan
se positief is voor vissersboten. De visser-
man daarentegen verklaarde de vloedstand
van nu nodig te hebben om binnen te komen
en is daar dus helemaal niet blij mee
Op de stelling dat het dan voor andere sche
pen wel positiever is wordt wat lacherig
gereageerd, daar er in Stellendam nu een
maal niet zo heel veel andere schepen bin
nenkomen.
Een nieuw idee van een aanwezige wordt
van de hand gewezen. Er werd geopperd of
het niet mogelijk is om een waterdepot te
maken en dat bij hoog water te gebmiken als
berging, en bij watertekort weer te benutten
om de polders van water te voorzien. Dit zou
echter te duur zijn omdat voor voldoende
watervoorraad een oppervlakte nodig is
gelijk aan de Westplaat en omdat dan alleen
de grond al 45 miljoen gulden kost. Dan is de
oplossing met buizen toch wel goedkoper.
Een landbouwer maakt van de gelegenheid
gebruik om de overheid te bedanken voor de
gedeeltelijke schadeloosstelling na de water
overlast van 1,5 jaar geleden. Hij vraagt zich
daarbij tevens af of het nog wel om een goed
rentmeesterschap gaat als men bijvoorbaat
uitgaat van schadeloosstelling en subsidie,
terwijl er nog veranderd moet worden. Men
gaat dus een situatie creeëren waarvan men
van tevoren weet dat er schade door ontstaat.
Is het dan niet in strijd met onze bijbelse
opdracht de aarde te beheren?
Ten laatste opperde iemand dat de landbou
wers er waarschijnlijk dubbel voor moeten
opdraaien. Zij betalen hun recht op zoet
water al. Zij krijgen schadeloosstelling als
het verkeerd zou lopen, en dat betaalt het
rijk. Maar wat het rijk betaalt komt toch
altijd indirekt uit de portemonnee van de
inwoners en dus ook weer van de landbou
wers zelf.
Dhr. Aamoudse sluit na deze opmerking de
forambespreking af met de conclusie dat
dhr. Janse toegeeft dat er nog veel studie
nodig is en er veel onzekerheid blijft. Dhr.
Goekoop heeft zijn zorg voor een goede
watervoorziening en ziet dat dan ook als het
grootste probleem. Hij zou ook liever de
oude situatie behouden. Dhr. Van den Berg
is zeer twijfelachtig en afwachtend, en is in
eerste instantie zeker niet vóór. Dhr. Bakker
sluit de avond af met het bedanken van de
sprekers, waarna dhr. Van den Berg de
avond besloot. Er is deze avond meer duide
lijkheid gekomen over de situatie, maar of
de aanwezigen gerust gesteld zijn, blijft zeer
de vraag.
H ar ing vlie t
zoet of zout...?