Overdenking
Albeda College
Rijden in de mist
BART]
OPEN OCHTEND
uit de
Heilige Schrift
EiüvnDEii-niEUVS
HET
.ÖJKVENSTER
uQüaata uooa oc mnNscHiifi
auciaaamEautfioRicT
'Van Vrouw tot Vrouw'
Een liefelijke nodiging
Wekelijks gasverbruik
Abonneert U op
Eilanden-Nieuws
Daar leer je niet alleen
VERVOLGVERHAAL
de
DrapMersleerling
PAGINA 5
VRIJDAG 14 JANUARI 2000
Blik op kerk ^^y
en samenleving Ij
- Het Koninklijk Huis
- De leugen regeert
- Majesteitsschennis
De laatste tijd erger ik me in toenemende
rnate aan de manier waarop sommige media
zich veroorloven hun mening te ventileren
over het Koninklijk Huis, met name over
Koningin Beatrix. Ik ga nu maar voorbij aan
de zo langzamerhand ingeburgerde gewoon
te haar aan te duiden als de Majesteit. Eén
keer moet iemand dat voor het eerst gezegd
of geschreven hebben, maar nu is het al
gewoon geworden. Het vloekt niet alleen met
het Nederlands, want Majesteit is een aan
spreektitel en kan geen lidwoord krijgen,
maar er zit ook iets denigrerends in. In tal van
ingezonden stukken wordt ertegen geprotes
teerd, maar dat schijnt weinig effect te sorte
ren.
Erger is dat journalisten blijkbaar niet alleen
geen respect kunnen opbrengen voor de
Koningin, maar ook de regels van de welge-
voeglijkheid aan hun laars lappen. Ik denk
aan de ontmoeting die er enige tijd geleden
was tussen Hare Majesteit en prominente
figuren uit de perswereld. Uitspraken die de
Koningin daar informeel had gedaan stonden
de andere dag zwart op wit in de kranten.
Vooral het berucht geworden gezegde 'de
leugen regeert' is haar nogal kwalijk geno
men. De persmensen die daarover vielen
moeten zichzelf maar eens onderzoeken of ze
het er misschien naar gemaakt hebben...
Want sommige kranten verlagen zichzelf, als
het over leden van het Koninklijk Huis gaat,
tot het niveau van de boulevardpers.
Elsevier, toch door de jaren heen een fat
soenlijk blad, lees ik de laatste tijd, wanneer
het over het Koninklijk Huis gaat, met krom
me tenen. In het nummer van 1 januari stond
een artikeltje met kritiek op de Kersttoe
spraak van de Koningin.
Wij, aan de rechterkant van de Gereformeer
de Gezindte, mogen soms denken of zeggen
dat het Kerstevangelie in deze toespraken
wel wat helderder uit de verf zou mogen
komen, maar in ieder geval refereert de
Koningin toch altijd nog aan de komst Van
Christus in deze wereld. Dat laatste nu is
Gerry van der List in het verkeerde keelgat
geschoten.
Volgens hem moest de Koningin beter besef
fen dat we een multiculturele samenleving
zijn, zodat de allochtonen geen boodschap
hebben aan het Kerstevangelie, terwijl ook
vele autochtonen niet meer geloven in de
God van de Bijbel. Met andere woorden: de
Koningin moest dat christelijke tintje er maar
uitlaten...
Nog erger maakt Pim Fortuyn het van tijd tot
tijd. Hij is, zoals bekend is, een voorstander
van de republiek, en geeft regelmatig in zijn
column lucht aan die gevoelens. Maar in Els
evier van 8 januari was het wel erg raak.De
Koningin moet niet klagen over aantasting
van haar privacy, want zij heeft er immers
voor gekozen om een ambt te bekleden waar
in ze in de schijnwerpers staat? Daarbij insi
nueert hij dat zij in haar privé-leven weleens
dingen gedaan zou hebben die niet door de
beugel kunnen en waar zij dus geen pers bij
nodig had.
Om even de sfeer te laten proeven moge het
slot van zijn artikel letterlijk volgen:
"Die mevrouw in haar van rijkswege ver
strekte paleizen, met haar luxueuze
levensstijl en haar belastingvrijdom zal
ons gaan onderwijzen over zoiets als soli
dariteit. Geef zelf het goede voorbeeld,
zou ik zeggen".
Soms vraag je je af of dat nu allemaal zomaar
kan. In de vorige eeuw hoefde je heel wat
minder te zeggen of te schrijven om veroor
deeld te worden wegens majesteitsschennis.
Waarnemer
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld- De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
BUKFIEKHISTOaiE
Enige tijd geleden kwam ik in het bezit van
een ballets. Werden bakfietsen gemaakt
door de plaatselijke smid of timmerman of
door een fabrikant? Bestaat er nog docu
mentatie
Antwoord: Voor de oorlog kwam het inder
daad voor dat een bakfiets door de plaatselij
ke smid en dan vaak in samenwerking met
een timmerman in elkaar werd gezet. Maar
de meeste bakfietsen waren toch afkomstig
van bekende fietsenfabrieken, om er een
paar te noemen: Juncker, Gazelle, Maxwell
en Magneet. Voor nadere documentatie kunt
u terecht bij de secretaris van de Vereniging
'De Oude Fiets', de heer M. Bouwmans,
Grotestraat 72, 5431 DLCuijk, tel. (0485)
314915.
Als je na het overlijden je lichaam aan de
wetenschap ter beschikking stelt, zijn daar
dan kosten aan verbonden?
Antwoord: Als u uw lichaam ter beschik
king van de wetenschap wilt stellen dan kunt
u een brief schrijven naar de directie van een
Academisch Ziekenhuis, bijvoorbeeld te
Groningen, Nijmegen, Utrecht of Leiden en
meedelen dat u uw lichaam bij overlijden
wilt afstaan ten dienste van de wetenschap.
Van hen ontvangt u dan de benodigde for
mulieren. Zij regelen o.a. de aangifte van
overlijden en het transport van het lichaam,
hier zijn voor u geen kosten aan verbonden.
Op het moment dat wij dit schrijven hante
ren een aantal universiteiten een aanmel-
dingsstop, o.a. de Universiteit Utrecht. De
reden hiervoor is dat de formulieren met
betrekking tot de Wet op de Orgaandonatie
veel mensen hebben geconfronteerd met de
vraag wat te doen na het overlijden. Als
gevolg hiervan is het aantal reacties die de
universiteiten ontvingen dusdanig groot dat
zij genoodzaakt waren de aanmeldingsstop
in te stellen. Men zou het ongepast vinden
als men meer aanmeldingen zou accepteren
dan het aantal lichamen dat men in de toe
komst nodig denkt te hebben. Zij zouden
dan niet meer in staat zijn aan de beschik
baarstelling een respectvolle invulling te
geven. Eventueel kunt u zich tot het Labora
torium voor Anatomie en Embryologie van
de Universiteit van Leiden wenden, tel.
(071) 5276660, waar nog wel nieuwe aan
meldingen geaccepteerd worden, of met de
vakgroep Functionele Anatomie, tel. (030)
2538337.
Sinds de buren hun open haard hebben ver
vangen door een allesbrander hebben wij
last van rook en stank. Is de rook van een
Doopsgez. Gemeente Ouddorp
Op D.V. woensdag 19 januari a.s. hopen we
weer een open ochtend voor vrouwen te hou
den in de ontmoetingsruimte van het kerkge
bouw van de Doopsgezinde Gemeente,
Dorpstienden 3 te Ouddorp.
Iedereen is van harte welkom! Onze gast-
spreekster voor deze morgen is Tineke de
Boer met het thema Groeien in gehoorzaam
heid. Het programma begint om 9.30 uur en
eindigt om ongeveer 11.00 uur. In de hal is
een verkoping van handwerkartikelen, CD's
en boeken.
Na afloop van de open ochtend is er gele
genheid om na te praten en om elkaar te 'ont
moeten'. Heeft u kleine kinderen en kunt u
voor hen geen opvang vinden, geen nood, er
is kinderopvang aanwezig. Zegt het voort en
neem ook uw vriendinnen, kennissen, fami
lie, buren enz. mee.
De kerngroep 'Van Vrouw tot Vrouw'
allesbrander schadelijk, mag je letterlijk
alles branden in een allesbrander? Is er een
instantie die toezicht houdt?
Antwoord: Wij ontvangen veel klachten
over het branden van open haarden en alles-
branders. Helaas denkt men vaak dat je in
allesbranders letterlijk alles kunt verbran
den. Dit misverstand wordt natuurlijk in de
hand gewerkt door de benaming. De bena
ming houtkachel ware beter geweest! Ook
zijn de smalle schoorstenen van veel moder
ne huizen niet op fel oplaaiende vuren van
allerlei afval berekend. Plastics en ook
geverfd hout en andere materialen brengen
niet alleen schadelijke stoffen in het milieu,
maar zorgen ook voor veel roetafzetting bin
nen het rookkanaal. Wordt er van alles
gestookt, dan kunnen zich daar diverse stof
fen aan vasthechten en o.m. creosootvor-
ming veroorzaken. Die kan al bij een tempe
ratuur van 500 a 600 °C ontbranden, terwijl
bij het stoken van hout al gauw zo'n 1000 °C
bereikt kan worden. Als de schoorsteen dan
niet meermalen per stookseizoen geveegd
wordt, kan er al spoedig een fikse schoor
steenbrand ontstaan. Er is voldoende
geschikt brandhout in de handel in de vorm
van tevoren goed gedroogd hout, dat bij een
rustige verbranding veel minder last geeft
dan de zelf gesprokkelde, vochtige takken en
het oude hout van geverfde kasten en gelak
te meubelen. Om de uitstoot van milieube
lastende stoffen tot een minimum terug te
brengen heeft de overheid een TNO-keuring
verplicht gesteld. Sinds 1 juli 1997 mogen
niet-gekeurde kachels niet meer worden ver
kocht. U heeft dus last van buurmans alles
brander, wij raden u aan om eerst met praten
tot een oplossing zien te komen. U zou bij
voorbeeld afspraken kunnen maken over de
tijdstippen waarop gestookt wordt. Ook zou
u kunnen voorstellen om de schoorsteen
door middel van een pijp te verhogen. Hier
mee kan worden bereikt dat minder rookgas
sen uw woning bereiken. Woont u in een
huurwoning dan kunt u het probleem ook
voorleggen aan de verhuurder. Helpt dit
alles niet dan kunt u contact opnemen met de
dienst Bouw- en Woningtoezicht of de afde
ling milieu van uw gemeente. In uitzonder
lijke gevallen kan een gemeente via 'be
stuursdwang' het gebruik van een allesbran
der verbieden.
siitEmEL
Om kaas te maken wordt stremsel uit de kal-
vermaag gebruikt. Nu dacht ik dat daarvoor
het kalf geslacht moest worden. Een kaas
handelaar vertelde mij echter dat het strem
sel ook bij levende kalveren afgenomen kan
worden. Is dit zo?
Antwoord: Volgens het Voorlichtingsbu
reau voor de Zuivel kan het stremsel helaas
toch uitsluitend en alleen uit de lebmaag van
het kalf verkregen worden na de slacht van
het dier. Volgens hen is het ook niet zo dat
het opgevangen kan worden bij het spontaan
opbraken zoals u heeft gehoord. Indien u
gevoelsmatig problemen heeft met deze
methode van kaasbereiding, dan kunt u in
reform- en biologisch-dynamische winkels
en tegenwoordig ook in sommige super
markten, vegetarische kaas kopen. In deze
kaas gebruikt men plantaardig micro-bieel-
stremsel.
"O, alle gij dorstigen!
komt tot de wateren.
(Jesaja 55:1a)
Welk een rijke nodiging die Jesaja, de Evan
gelist van het Oude Verbond, in naam van de
Heere, aan zijn volk mag doorgeven. Ze zit
ten door eigen schuld als ballingen in Babel.
In hun treurnis hebben zij de harpen aan de
wilgen gehangen. Jesaja mag hen heenwij-
zen naar de komende Messias en Verlosser,
de Heere Jezus Christus. De nodiging gaat
naar hen uit: "O, alle gij dorstigen! komt tot
de wateren.God belooft hun dorst te les
sen en hen te redden uit alle nood. En God
vervult zijn beloften! Hij verlost hen uit de
ballingschap in Babel. De gemeenschap met
God, door Israël verbroken door hun afval
van God, wordt hersteld.
De Heilige Schrift gebruikt het woord
'dorst' om uit te drukken de behoefte aan
iets, dat onmisbaar is om te kunnen leven.
Ook is dorst lijden het treffend beeld van het
brandend verlangen naar God, dat door de
Heilige Geest in het hart wordt verwekt.
Duidelijk is... het gaat in de nodiging van
Jesaja om geestelijke zaken.
"O, alle gij dorstigen! komt tot de wate
ren..."
Deze liefelijke nodiging is ruim. Naar alle
dorstigen breidt de Heiland zijn armen uit.
Ook naar hen "die hun geld uitwegen voor
hetgeen geen brood is, en hun arbeid voor
hetgeen niet verzadigen kan" (vers 2).
Hier is het welmenend aanbod van Gods
genade! De heilsaanbieding aan allen die het
Evangelie horen. We hebben niet een voor
waardelijk, we hebben een onvoorwaardelijk
evangelie.
De bekende prediker R. Erskine heeft daar
over gezegd: "Beter geen evangelie dan een
voorwaardelijk evangelie". God heeft geen
lust in de dood van de zondaar. Daar doet Hij
zelfs een eed op. (Ezechiël 33:11). En de
gezanten van God bidden van Christuswege:
"Laat u met God verzoenen". Niemand trek-
ke de welgemeendheid van het Evangelie in
twijfel.
"O, alle gij dorstigen! komt tot de wate
ren..."
Dorstigen worden genodigd. Dat ligt voor de
hand, want zonder dorst heb je geen behoef
te om te drinken. Dorsten... dat doen we
allemaal. De een dorst naar roem en eer, de
ander naar rijkdom en luxe, naar verre reizen
of naar allerlei genot, grof of verfijnd. Deze
dorst is niet te lessen. Ze wordt niet blijvend
bevredigd. Wat zei de kerkvader Augustinus
ook weer? Dit: "Onrustig is ons hart, totdat
het rust vindt in God".
Hij zei het uit eigen bittere ervaring. En wie
moet hem niet bijvallen? Er is maar één Bron
die de dorst van de ziel kan lessen. Dat is de
Heere Jezus Christus alleen. Nog gaat de roe
ping door het Evangelie voort. Wordt u geno
digd te komen tot de heilsfontein in Christus
ontsloten.
Afwijzing van deze nodiging heeft als uiter
ste consequentie een eeuwig dorsten zonder
enige verkwikking. Zoekt dan de Heere ter
wijl Hij te vinden is, roept Hem aan, terwijl
Hij nabij is (vers 6).
Wie dorst naar God? Die meijs, die de wer
kelijke nood van zijn leven leert kennen...
zijn schuld voor God. Die door Woord en
Geest aan de weet komt, dat hij God mist. Er
komt een dorst naar vergeving van zijn grote
schuld, door het verzoenend bloed van Chris
tus. Een verlangen naar de genade van God.
Om de Heere Jezus te mogen vinden en in
Hem vrede met God. Naarmate de dorst naar
God heviger wordt, neemt de dorst naar de
wereld af.
Dorstige pelgrims op weg naar het hemels
Jeruzalem, u wordt genodigd. Komt tot de
wateren, komt tot Christus. Komt en drinkt
uit de Fontein van het levende water. Drin
ken dat is volkomen afzien van onszelf en het
alleen wagen met Christus in leven en ster
ven.
"O, alle gij dorstigen! komt tot de wate
ren..."
Komen... dat is getrokken worden door de
liefde van God en geloven in de reddende
liefde van de Heere Jezus Christus. Deze
genade is verdiend door Hem, die dorstte aan
het kruis van Golgotha en uitriep: "Mij
dorst". Daar gaf Hij zijn ziel tot verzoening
van de zonde. Daar werd het heil verworven
en nu uitgedeeld om niet, "zonder geld en
zonder prijs".
In deze bedeling zal de dorst steeds blijven.
We moeten steeds opnieuw drinken. Nim
mermeer dorsten, het is weggelegd voor het
leven na dit leven.
Dan gaat in vervulling: "Zij zullen niet meer
hongeren en zullen niet meer dorsten, en de
zon zal op hen niet vallen, noch enige hitte.
Want het Lam dat in het midden des troons
zit, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman
zijn tot levende fonteinen der wateren..."
(Openbaring 7:16, 17a).
Lof zij dat Lam in eeuwigheid!
B.
H.H.
van gezinnen in liet
stool(selzoen 1999/2000
Geldend voor
de provincie Zuid-Holland
Verbruiken van 3-1 t/m 9-1-2000
Binnen het grote Albeda College is een zeer
groot aanbod van beroepsopleidingen. Deze
opleidingen vinden plaats op het gebied van
Gezondheidszorg, Welzijn, Dienstverle
ning, Voeding, Techniek, Educatie en Eco
nomie.
Oude Tonge is een locatie van het Albeda
College waar verschillende opleidingen tot
Sociaal Pedagogisch Werker (SPW) en een
aantal economische opleidingen worden
aangeboden.
SPW
De opleiding tot sociaal pedagogisch werker
is het afgelopen schooljaar sterk veranderd.
In tegenstelling tot de vorige jaren verzorgen
wij op onze locatie bij voldoende aanmel
ding een opleiding Helpende Welzijn op
niveau 2.
Daarnaast worden er opleidingen tot sociaal
pedagogisch werker op niveau 3 en niveau 4
gegeven.
De opleiding is een goede voorbereiding op
het zelfstandig werken en het dragen van
verantwoordelijkheid in instellingen of
voorzieningen waar mensen wonen of ver
blijven, extra hulp, ondersteuning of bege
leiding nodig hebben.
Niveau 3 duurt 3 jaar en is specifiek gericht
op de kinderopvang, het basisonderwijs en
assisterende in de gehandicaptenzorg.
Niveau 4 duurt 4 jaar en richt zich op
leerlingen die af willen studeren in de
richting woonbegeleider en activiteiten
begeleider.
Gedurende de opleiding wordt er ongeveer
25% van de tijd besteed aan de beroepsprak
tijkvorming (stage). Dit betekent dat de leer
ling veel praktijkervaring opdoet om zich
het vak zo goed mogelijk eigen te maken en
na het behalen van het diploma als volwaar
dige beroepskracht aan het werk kan.
Daarnaast zijn er diverse doorstroommoge
lijkheden naar het HBO.
Economie
Al jarenlang heeft de vestiging te Oude Ton
ge een uitstekende naam op het gebied van
economische en administratieve opleidin
gen. De leerling kan hier kiezen voor een
opleiding tot secretaresse, (bedrijfs-) admi
nistratief medewerker, administrateur of
commercieel medewerker banken en verze
keringen.
De keuze voor één van bovengenoemde stu
dierichtingen wordt pas in de loop van het
eerste leerjaar gemaakt.
De opleidingsduur kan, afhankelijk van de
vooropleiding en de gekozen studierichting,
variëren van 2 tot 4 jaar.
Gedurende de opleiding wordt 20% van de
tijd besteed aan de zogenaamde beroeps
praktijkvorming (stage), hetgeen betekent
dat een leerling daadwerkelijk in een bedrijf
of instelling functioneert. Dit is van groot
belang omdat primair wordt opgeleid voor
uitstroom naar de arbeidsmarkt die al vele
jaren zeer gunstig is. Daarnaast biedt de
opleiding een goede voorbereiding op diver
se HBO-opleidingen.
In deze tijd van het jaar kan het 's morgens mistig zijn. Autorijden in de mist levert extra
risico's op, waar men zich dan ook terdege van bewust moet zijn.
Het is allereerst van groot belang om rustig te rijden. Snel rijden heeft geen zin, want uw
voorganger heeft zijn snelheid waarschijnlijk wel aangepast.
Zet altijd bij mist en slecht zich de lichten aan, overdag minstens dimlicht en bij dichte mist
en zware regen of sneeuwval mag u mistlichten voeren. Mistachterlicht voert u alleen bij
mist en sneeuwval, wanneer het zicht minder is dan 50 meter, dus niet bij regen,
's Nachts kunt u ook groot licht voeren, wel moet u er op letten dat u mede-weggebruikers
daardoor niet verblindt. Ook heel belangrijk zijn schone ruiten. Goed functionerende rui
tenwissers kunnen u heel wat ongemakken besparen. Zet wanneer u instapt ook de achter
ruitverwarming of airco aan, want tijdens het rijden is de kans groot dat de ruiten beslaan
en er nog meer mist komt, maar dan in uw auto.
J. Lens
Itc^moi
Eei^^kaal
uitl^moeitijd
van de
Leidse Lakenindustrie
-18-
"Ja, en - voegde het manneke er snel aan
toe - en dat er gisteravond bij de eerwaar
de dominee Lucas, die al tien jaren op
Loevestein is vastgehouden, een verbo
den bijeenkomst is geweest van de
remonstranten, en dat er giften en gaven
zijn afgezonderd voor de gezinnen van de
verbannenen, en dat mag ook niet.
"Hoe weet ge dat? - vroeg de schout - Is
het wel waar, opdat ik niet voor niets mijn mannen er
heen zend? Want ge weet dat ze zouden lachen als het
tevergeefs was en als de vogel weer ontvloog".
"Ik heb hem er gisteravond zien binnengaan toen het
geheel duister was geworden. Hij kwam met zijn vrouw,
die nog altijd binnen de stad mag blijven, vrolijk en wel,
van de samenkomst terug. En kort daarna ging zijn vrouw
alleen heen naar haar woning. Ik heb haar laten nagaan
door Gijs, mijn knechtje.
"Is die jongen te vertrouwen, dat hij ons niets op de
mouw speldt?" vroeg De Bondt nu.
"Te vertrouwen als de beste, heer schout. Geen hond zou
mij trouwer kunnen zijn dan hij het is".
Even speelde er iets ongekends in die schijnbaar onnoze
le ogen. Vooral toen hij bij het noemen van die 'hond' de
schout schits zag opkijken, alsof hij wilde zien of Die-
ricksen het wel zo onnozel bedoelde als hij het zei. Maar
hij werd gerustgesteld.
"En wie heeft verder de huizinge van Van Dueren in het
oog gehouden, zodat wij zekerheid hebben dat Passchier
ons weer niet ontsnapt?"
"Ik heb de gehele nacht er de wacht bij gehouden, heer
schout. Geen slaap heeft mijn oog geloken. En nu is Gijs
er, en..."
"Genoeg, genoeg!" hield de schout de verdere woorden
vloed tegen. "We zullen ons haasten".
Zijn hand greep naar een schellekoord, waaraan hij trok.
De gewone deur ging open en de vertrouwdste van de
schoutendienaars kwam binnen.
"Maak u dadelijk gereed om met nog twee dienders en
vier diefleiders te vergezellen. Maar spoedig.
Het was nauwelijks negen uur in de morgen toen de
schoutendienaars - dienders noemde het Leidse volk ze -
uitrukten, goed bewapend. De tocht was niet ver. Schout
de Bondt vergezelde hen zelf. Zijn gelaat stond nors en
bitter. En de voorbijgangers waagden het ternauwernood
te kijken wat er aan het handje was. Ze bleven liever op
een afstand, want ze wisten dat schout de Bondt niemand
ontzag.
Daar ging de klopper op de deur van Van Dueren naar
omlaag.
Eindelijk werd opengedaan. Een kreet klonk; ontdaan,
wit als een lijk, stond daar de al niet meer jonge dienst
maagd tegenover de schout.
"Breng me bij Passchier de Fijne, die hier is", beet de
schout haar kort toe.
"Ik zal mijn meester roepen; ik heb hier slechts te gehoor
zamen en niet te gebieden", zei de maagd, die haar tegen
woordigheid van geest weer had teruggekregen.
"Zo, ge ontkent dus niet dat die kerkverderver hier is?"
"Ik heb niet te ontkennen of te bekennen. Ik ga mijn
meester roepen", herhaalde de dienstmaagd.
"Ik ga met u mee!" antwoordde De Bondt. "Lammers, -
gebood hij zijn trouwste diender - gij vergezelt me, en
gij, mannen, - voegde hij de anderen toe - blijft op uw
post en denkt aan uw taak!"
En toen spoedden hij en Lammers zich het huis in. Vluch
tig werden de benedenkamers doorzocht, die alle op de
lange gang uitkwamen. Niets verdachts werd gevonden.
Doch het was nog vroeg in de morgen en wellicht zou
boven, in de slaapvertrekken, wat gevonden worden.
Dus werd de tocht naar boven voortgezet.
Maar hoe ook werd gezocht, van Passchier de Fijne was
niets te ontdekken.
Schout de Bondt was woedend. Zou de vogel hem ook nu
weer ontvliegen? Of zou Diericksen hem wat voorge-
praat hebben? Als deze hem niet willens en wetens
bedroog, dan had hij zich niet behoorlijk gekweten van
de bewaking van het huis.
De heer van Dueren liet hem rustig begaan, gaf hem alle
inlichtingen, die de heer schout verlangde. Zeker, de
vorige avond waren wat bejaarde broeders en zusters uit
de kringen der remonstranten samen geweest, die de voor
hen moeilijke tocht naar Warmond niet meer konden
ondernemen. Ze hadden zich verbonden de gezinnen der
verbannenen te steunen. En.Passchier de Fijne was op
de late avond gekomen en had ze bemoedigd. Maar daar
was niets gebeurd wat het daglicht niet kon zien.
Rustig verklaarde Van Dueren dat alles, en zijn vrouw
stond er bij en bevestigde het.
"En waar Passchier de Fijne was?" vroeg De Bondt, wat
zachter gestemd nu hij tegenover deze oude mensen
stond.
"Niet meer in dit huis - antwoordde Van Dueren. - Hij is
vertrokken".
Of hij nog in de stad was? En of Van Dueren zeggen kon
waar Passchier nu toefde?
"En al zou ik het weten - was het rustige antwoord - dan
zou de Schout toch niet verlangen dat ik verradersdien
sten bewees; ik heb dat mijn ganse leven niet gedaan, en
nu ik oud geworden ben, kan iemand als Schout de Bondt
dat toch niet van me verlangen".
"Maar ge weet toch, dat ik u op 's Graven steen kan laten
gevangen zetten?" vroeg de schout gestreng.
"Dat weet ik, - antwoordde Van Dueren - en dan zou er
een onschuldige meer daar gezucht hebben. Eerst hebben
de martelaren er gezeten, in de bloedige dagen van
koning Filips en Alva. En daarna, heer schout, hebt ge er
al velen doen zuchten in het Steen. Waarom doet ge dat
toch? Waarom laat ge ons niet de vrijheid, die ge voor
uzelf hebt?"
"Ik ben geen godgeleerde - beet de schout hem af, die
alleen uit eerbied voor de grijze haren van Van Dueren
had gezwegen. - Ik laat dat aan de godgeleerden over, en
volbreng alleen mijn plicht. Ik heb der stede keuren te
handhaven, en ge weet dat ge geen buiten de stad geban-
nene herberg of onderdak moogt verlenen, op poene van
boete, en ook dat ge de gezinnen der gebannenen niet
moogt steunen. En wat de zaak zelf aangaat - en nu
kwam er in het harde gezicht van de schout een zachter
trek en was er heilig vuur van overtuiging in zijn ogen -
zoals ik al gezegd heb, past het mij niet daarover te twis
ten. Maar ik wilde dat u de ogen geopend werden en dat
ge ziet hoe ge de eer van de kerk, en de eer van Christus,
Die alles volbracht heeft om niet, uit genade, met voeten
treedt door op uw leeftijd nog mee te lopen in het gespan
der vijanden".
Nu zweeg ook Van Dueren. Nu stonden daar niet langer
twee vijanden tegenover elkaar; nu stonden er daar twee,
die beiden meenden de waarheid Gods op de rechte wij
ze op te vatten, en die zonder bitterheid van hun geloof
wilden rekenschap geven.
"Overigens, heer schout, ben ik zelf tot uw beschikking.
Ik wil u niet van uw plicht afhouden. Meent ge mij te
moeten gevangennemen, ik ben tot uw beschikking".
Bijna beschaamd stond de schout daar. Wat moest hij
daarop antwoorden?
"Indien zulks nodig is, zal ik u doen voorleiden. Blijf nu
nog maar thuis, doch beloof me de stad niet te zullen ver
laten".
"Dat is een gemakkelijke belofte voor iemand van mijn
leeftijd, heer schout. Ik beloof u dat graag. En doe te mij
nen opzichte uw plicht. Verschoon mij niet om mijn
ouderdoms wil. De enige verschoning, die zich laat wet
tigen, ligt in de omstandigheid, dat mijn huisvrouw reeds
zeer ver op haar dagen gekomen is, en dat ze de beroering
niet licht te boven zou komen".
Schout de Bondt vertrok, aanvankelijk in heel wat milder
stemming dan waarin hij gekomen was. Zijn dienders en
diefleiders liet hij weggaan.
Natuurlijk stonden er mensen te kijken, die uitweken
toen de schout te voorschijn kwam. De schout zag rond
om zich. (wordt ven'olgd)
oo.—V.
Hï
Normaal
jaar-
verbruik
500
600
700
800
900
1000
1100
1200
1300
1400
1500
1600
1700
1800
1900
2000
2200
2400
2600
2800
3000
3500
4000
4500
5000
5500
6000
6500
7000
7500
8000
8500
9000
9500
10000
Streef-
verbruik
m=
15
18
21
24
27
30
33
37
40
43
46
49
52
55
58
61
67
73
79
85
91
106
122
137
152
167
183
198
213
228
243
259
274
289
304
9
11
12
14
15
17
18
20
21
23
24
26
27
29
30
33
37
40
43
46
53
61
68
76
84
91
99
106
114
122
129
137
145
152
Totaal streef-
verbruik
149
179
208
238
268
298
327
357
387
417
446
476
506
536
565
595
655
714
774
833
893
1042
1190
1339
1488
1637
1785
1934
2083
2232
2381
2529
2678
2827
2976
74
89
104
119
134
149
164
179
"193
208
223
238
253
268
283
298
327
357
387
417
446
521
595
670
744
818
893
967
1042
1116
1190
1265
1339
1413
1488
Afgelopen week lag de buitentemperatuur ruim boven
het normale niveau. zie ook www.eneco.nl