Overdenking
LITIE
'Onze jongens overzee'...
een Nederlandse Odyssee
Kerstviering
Gereformeerde Kerl(
Kerstnachtdienst
NPV-Consultatiepunt
uit de
Heilige Schrift
(010)2741135
GOUDREINEHEN
VAN ES
Politie 24-uurs telefoon:
EIIAIIDEII-lilEtJWS
HET
.KIJKVENSTER
in Stellendam
Wekelijks gasverbruik
Juweliers - opticiens
Kwaliteit en service onder een dak
Kerstwonder
Aanvang Torenconcert gewijzigd
VERVOLGVERHAAL
leerling
PAGINA 5
WOENSDAG 22 DECEMBER 1999
Blik op kerk ^^P
en samenleving Lj
- Kuyper en de VU
- Verborgen agenda?
- Eén Kind
Deze keer heb ik wat uit te leggen, misschien
aan meer dan één lezer, maar vooral aan Ds.
J. H. Becker, Gereformeerd predikant te
Klundert, die nogal wat bezwaren aanvoerde
tegen mijn stukje van vrijdag 10 december.
Het is altijd een beetje jammer dat zo'n dis
cussie moet plaatsvinden voor het forum van
alle lezers, liever deed ik dat onder vier ogen,
maar hij heeft me in het openbaar beschul
digd, ik mag me dus ook in het openbaar ver
dedigen.
Dat ik schreef dat de V.U. door Abraham
Kuyper is opgericht om de Dolerende Ker
ken van predikanten te voorzien is Ds.
Becker in het verkeerde keelgat geschoten,
en dat kan ik tot op zekere hoogte ook wel
begrijpen. Ik vind het wel een beetje jammer
dat hij daaraan de conclusie verbindt dat ik
niet gehinderd word door enige kennis van
zaken. In alle bescheidenheid zou ik willen
opmerken dat ik wel iets van kerkgeschiede
nis afweet, en dat de geschiedenis van
Afscheiding en Doleantie een beetje hobby
van me is. Ik weet dus ook wel dat de Dole
rende Kerken in 1880 nog niet bestonden.
Formeel is er dus geen speld tussen het
betoog van Ds. Becker te krijgen.
Maar hij weet natuurüjk net zo goed als ik dat
de Doleantie in 1886 niet uit de lucht kwam
vallen. In 1870 doet Kuyper intrede in
Amsterdam en daarbij houdt hij de gemeente
voor: "We wonen niet goed. We moeten ver
bouwen of verhuizen". Met deze woorden
speelt hij in op de in de hoofdstad rijpende
gedachte aan afscheiding. Dat was dus tien
jaar vóór de oprichting van de Vrije Univer
siteit. Natuurlijk heeft hij niet in zijn eentje
de VU opgericht. Maar ik wil wel opmerken
dat F. W. Grosheide in de Christelijke Ency
clopedie zonder omwegen schrijft: "Het jaar
1880 was een der belangrijkste uit Kuypers
leven: hij stichtte de Vrije Universiteit,
waaraan hijzelf als een van haar eerste hoog
leraren verbonden werd". Zo erg ver zit ik er
dus ook weer niet naast, wanneer een onver
dacht Gereformeerd man als Grosheide het
zelfde zegt... En hoewel de VU van het
begin af ook een rechten- en letterenfaculteit
had, was toch de theologische de dominante.
Wat de bedoeling was bleek duidelijk toen de
Doleantie een feit werd en Kootwijk een
beroep had uitgebracht op de eerste ^gestu
deerde VU-student, kand. J. H. Houtzagers.
Zijn opleiding werd door het Hervormde
Kerkbestuur niet erkend, maar desondanks
werd zijn bevestiging erdoor gedrukt: de
dienst werd een paar uur vervroegd. Is het
dan een wonder wanneer Kuyper op z'n
minst de indruk wekte dat hij de kandidaten
van zijn universiteit 'kwijt moest'?
Het trieste van de hele ontwikkeling vind ik -
maar daar gaat Ds. Becker met geen woord
op in - dat de VU is opgericht 'om een dam
te werpen tegen de voortschrijdende ontker
stening en ontkerkelijking', maar dat de vrij
zinnigheid waartegen Kuyper c.s. de strijd
aanbonden, juist aan de VU erger vormen
heeft aangenomen dan aan welke Universi
teit in de vorige eeuw of in de onze. Met een
zijdige gerichtheid op 'de vaderlandse kerk',
waarvan Ds. Becker mij beschuldigt, heeft
dat niets te maken. Ik zou wensen dat de
Gereformeerde beUjdenis aan de VU en aan
alle andere opleidingen het leidend beginsel
was.
Ik realiseer me deze woorden te schrijven aan
de vooravond van Kerst. Een eenvoudig man
vroeg ooit: "Hoe komt het toch dat er zoveel
kerken en richtingen zijn? Er is toch maar één
Kind geboren?" Ik vind dat een doordenker-
tje, voor mensen van alle kerken. En ik wens
graag allen een gezegend Kerstfeest.
Waarnemer
OUDDORP - Op D.V. vrijdag 24
december wordt er in de Gerefor
meerde Kerk in Ouddorp twee keer
een kerstviering georganiseerd.
Om 19.00 uur begint een kerstviering die
speciaal. «pQr de kinderen bedoeld is. Dat
alleen maakt het al tot een bijzondere
gebeurtenis. Zo veel kinderen samen.
Het Christelijk Kinderkoor 'Jong Begon
nen', onder de enthousiaste leiding van Jan
Bezuijen, zal aan dit samenzijn haar mede
werking verlenen en enkele mooie kerstlie
deren zingen. Uiteraard is er op deze avond
ook alle ruimte om zelf fijne kerstliederen te
zingen en deze samenzang zal worden bege
leid door Martin Kolff.
Ook ds. J. Koster hoopt een bijdrage aan
deze dienst te leveren en op eenvoudige wij
ze iets te vertellen over het thema 'Het
Kerstcadeau'.
Kinderen (maar ook vaders, moeders, opa's
en oma's) zijn van harte welkom.
Later op deze avond is de kerstnachtdienst.
In deze dienst vieren en beleven mensen met
verschillende achtergronden het kerstfeest.
Het is altijd weer een bijzondere gebeurtenis
om met allerlei mensen op zoek te gaan naar
de betekenis van het Kerstfeest. Wat heeft de
geboorte van Jezus Christus - ongeveer
2000 jaar geleden! - ons vandaag de dag te
zeggen?
Voor deze dienst zijn het Gereformeerd
Kerkkoor 'Canticum' en het Christelijk
Mannenkoor 'Door Eendracht Verbonden'
uitgenodigd. Zij zullen een aantal prachtige
liederen voor de aanwezigen zingen en
natuurlijk is er ook in deze dienst alle ruim
te voor samenzang van kerstliederen. De
begeleiding ligt in de handen van Martin
Kolff (orgel) en het koperensemble van
'Concordia' uit Ouddorp. Ook dat maakt
kerstfeest zo bijzonder: Samen de bekende
kerstliederen zingen!
Het thema voor deze avond is: 'Gods liefde
houdt nooit op!' We vieren immers het laat
ste kerstfeest van dit millennium. Maar de
bijbel geeft ons een geweldige belofte mee.
Ds. J. Koster hoopt er in dit samenzijn meer
over te vertellen.
Deze kerstnachtdienst begint om 22.30 uur.
Om 22.00 uur staan de deuren van de kerk al
open. Iedereen is van harte welkom!
Voor meer informatie over deze diensten:
tel. 0187-683431 of http://www.flakkee.neiy
ouddorp/geref-kerk. U komt toch ook?
Op vrijdag 24 december wordt in de
Gereformeerde Kerk van Stellendam
een kerstnachtdienst gehouden.
Het thema voor deze dienst luidt: Plaats
gezocht, plaats geweigerd, plaats gege
ven.
Ds. P. C. Koster zal de meditatie verzor
gen; verdere medewerking wordt ver
leend door het Gospelkoor 'Per Amore'
en de organist is Bas van Beek.
Aanvang van de dienst is om 22.15 uur,
de kerk is open om 21.45 uur. Iedereen is
van harte welkom.
0,75 per kilo
Korteweegje 40, Dirksland
Voor medisch-ethische vragen
rondom het levenseinde
Het NPV-Consultatiepunt is een onderdeel
van de Nederlandse Patiënten Vereniging.
De bedoeling van het NPV-Consultatiepunt
is om met mensen mee te denken bij hun
vragen rondom behandeling in de laatste
levensfase, om ondersteuning te bieden bij
gesprekken daarover met behandelaars en
om informatie te verstrekken over de moge
lijkheden van palliatieve en terminale zorg.
Het uitgangspunt hierbij is de bescherm
waardigheid van het leven.
Het NPV-Consultatiepunt is 24 uur per dag
bereikbaar, tel. (0318)547878. Het adres
van de Nederlandse Patiënten Vereniging
is: Postbus 178, 3900 AD in Veenendaal.
van gezinnen in liet
stookseizoen 1999/2000
Geldend voor
de provincie Zuid-Holland
Verbruiken van 13-12 t/m 19-12-'99
anno
1870
Zandpad 2-4 Tel. (0187) 48 25 67 3241 GX Middelharnis
"En het geschiedde als zij daar
waren, dat de dagen vervuld wer
den dat zij baren zou. En zij baar
de haar eerstgeboren TLoon en
wond Hem in doeken en legde
Hem neder in de kribbe, omdat
voor henlieden geen plaats was in
de herberg.
(Lucas 2 vers 6 en 7)
Het kerstfeest getuigt van het kerstwonder.
Het is het feest van Immanuël: God met ons.
Hij, de eeuwige Zoon van God, Die waar
achtig God was, is en blijft, heeft onze men
selijke natuur aangenomen in de beestenstal.
Hij kwam in de allerdiepste vernedering om
verloren zondaren zalig te maken. Niets
meer en niets minder hebben wij in deze
dagen in het bijzonder te gedenken. Maar
wie zet het hart op dit wonder? Neem al de
uiterlijke sier eens weg en wat blijft er dan
van het kerstfeest van de wereld of van het
oppervlakkig christendom over? Een kerst
feest zonder Christus! Het ware kerstfeest
kan niet anders worden gevierd dan door
openbaring van het kerstwonder in ons hart
door de Heiüge Geest. Dat wonder waarvan
de apostel schrijft: God geopenbaard in het
vlees.
In Bethlehems is dit wonder Gods verheer-
üjkt in een beestenstal. In de herberg was
geen plaats voor Maria en Jozef en voor het
onder Maria's hart gedragen Kind. Daarvoor
is in de wereld geen plaats. Maar van nature
is daarvoor ook in ons hart geen plaats. Van
nature willen wij tot Hem niet komen om in
Zijn Naam het leven te hebben. Daarvoor
moet in onze ziel plaats gemaakt worden. En
dat gebeurt alleen door het onwederstandelij-
ke werk van de Heilige Geest., Als wij aan
onszelf worden bekendgemaakt als verloren
zondaren, dan alleen komt er plaats voor
Christus, anders nooit.
Alleen door genade leren wij onszelf kennen
zoals we werkelijk zijn: schuldig aan al Gods
geboden, geheel onrein, verdoemelijk en
walgelijk voor God en onderworpen aan Zijn
oordeel. Dan gaan we bukken voor God en
buigen voor de Zoon van God. Dan is juist
een beestenstal de plaats waarin we voor
Hem mogen knielen en waar behoudenis
voor ons ontsloten wordt. Daar komen wij
aan Zijn voeten terecht om Hem te aanbidden
en te eren, zoals de herders uit Bethlehems
velden.
Om dat mogelijk te maken nam God Zelf
onze menselijke natuur aan. Met de Vader en
de Heilige Geest is Hij de enige en waarach
tige God. "In den beginne was het Woord en
het Woord was bij God en het Woord was
God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt
en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat
gemaakt is." En zie nu het onbegrijpelijk
wonder van Bethlehem. De Schepper wordt
als schepsel geboren, als kind, diep afhanke
lijk, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde.
Geen andere verlosser was in staat om kinde
ren van Adam te behouden van de eeuwige
dood dan alleen Hij, Die waarachtig en eeu
wig God is. De verlossing van zondaren was
te kostelijk dan dat enig schepsel deze zou
kunnen volbrengen. Aan Gods recht moest
volkomen worden genoeg gedaan. Satans
kop moest worden vermorzeld en de zonde
moest ontkracht worden, en dat gaat alle
krachten van schepselen teboven. Alleen
door God kan de zondaar met God verzoend
worden.
En zie dan in Bethlehems stal de Middelaar
Gods en der mensen. Gods eigen en natuur
lijke Zoon is neergedaald en heeft onze men
selijke natuur aangenomen.
Dit wonder heeft de engelen in zo'n verruk
king gebracht dat een menigte van hemelse
heerlegers in Bethlehems velden jubelde:
"Ere zij God in de hoogste hemelen; vrede op
aarde, in de mensen een welbehagen". In het
vlees is Hij geopenbaard. Hij was naar Zijn
menselijke natuur het eigen vlees en bloed
van Maria. De kracht van de Allerhoogste
heeft haar overschaduwd, en wat Maria
onder haar hart droeg, was uit de Heilige
Geest. Hij heeft scheppend in haar gewerkt.
Zo moest het omdat niemand een reine kan
geven uit een onreine. Onze Geloofsbelijde
nis zegt ook zo terecht dat Christus, voor
zoveel het vlees aangaat, de voldragen vrucht
van Maria is; haar eigen vlees en bloed. Tot
ons geslacht móest Hij geboren worden om
de zonden van de Zijnen op Zich te nemen.
Hoe zou anders de zonde van een verloren
mens Hem toegerekend kunnen worden?
Zie Hem dan. Mens uit de mensen. God en
mens tesamen. Die in de plaats van de Zijnen
treedt. Dat onze ogen geopend werden om de
Geborene in Bethlehem te zien! Alleen Hij is
de weg ten leven en ter behoudenis, die met
Kerst ontsloten werd. Geen zondaar is te
slecht om te komen. Niet één is er te arm om
tot een beestenstal te komen. Die tot Hem
komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Dat heeft
Hij Zelf getuigd. Waarom zou u dan langer
buiten Hem omzwerven? Hoe groot zou uw
kerstfeest zijn als u Hem door het geloof als
uw Zaligmaker mag toeëigenen. Verlaat dan
alles wat u van Hem afhoudt. Houdt bij Hem
aan. Laat Hem u uw eigen leven doen verlie
zen om het nieuwe leven in Hem te mogen
ontvangen. Hij is de Fontein des levens, in
Zijn licht zien wij het licht. Uit Zijn volheid
doe Hij ons ontvangen genade voor genade,
tot roem en heerlijkheid van Zijn naam!
wijlen ds. G.H. Kersten
Het kerstconcert van het Schouws Kamer
koor en het Klein vocaal ensemble, wat op
donderdag 23 december in de toren van Goe-
dereede wordt gegeven, begint niet - zoals
eerder vermeld - om 20.00 uur, maar een uur
later, dus om 21.00 uur. Van te voren kunt u
genieten van een carillon-concert door Jan
Bezuijen, wat om 19.30 uur begint.
TRAMWEG 33 OUDE TONGE
Rotterdam-Rijnmond
Diefstal auto
Aan de Molendijk te Herkingen werd op 15
december 1999 een splinternieuwe Toyota
met een waarde van 120.000,- bij een be
drijf afgeleverd. Er zaten nog niet eens ken
tekenplaten op. De volgende morgen bleek
de auto vanaf het terrein te zijn ontvreemd.
Babbeltruc
In een winkel aan de Voorstraat te Stellen
dam werd door twee mannen een zogenaam
de babbeltruc uitgevoerd. Een van de twee
mannen hield het personeel aan de praat en
de andere deed een greep in de kassa. Na
vertrek bleek dat het koppel enkele honder
den guldens uit de kassa had ontvreemd.
In 1998 kwam cineast Cees de Vos in het
bezit van uniek 16 mm zwart-wit filmma
teriaal: het door de gebroeders Boomsma
in 1947 gemaakte beeldverslag van een
zeereis met de 'Kota Baroe' naar Neder-
lands-Indië. De Vos wilde de 'stomme'
films in een historische context plaatsen en
zocht samenwerking met journalist Peter
Gerritse. Het resultaat is een anderhalf uur
durende videoband geworden met de titel
'Onze jongens overzee'Vijf Indiëgangers
gaven een halve eeuw later commentaar bij
de authentieke beelden en werden geïnter
viewd.
De film gaat over een logistiek mirakel.
Het door de Tweede Wereldoorlog uitge
mergelde Nederland stuurde tussen 1945
en 1951 een troepenmacht van 120.000
militairen naar de overkant van de oceaan.
De grootste militaire operatie uit de
geschiedenis van het Koninkrijk. 'Onze
jongens overzee' is vooral het verhaal van
de nietsvermoedende Nederlandse jon
gens, die door hun nationale overheid een
tropenoorlog werden ingestuurd. De harde
feiten daarover zijn bekend: de toenmalige
grootmachten keerden zich tegen Neder
land (de VS dreigde zelfs met stopzetting
van de Marshall-hulp). 'Ons Indië' ging
verloren en meer dan 6000 jongens sneu-
velden.De film is door de Indië-vetera-
nen zeer goed ontvangen.
Enkele reacties:
Anton P. de Graaf, schrijver van zeven
boeken over 'onze laatste grote oorlog'
zegt: 'De film geeft van A tot Z de werke
lijkheid weer. Ik was weer aan boord van
De Volendam' en ik was weer in Indië op
actie. De film had voor mij nog een paar
uur mogen duren. Ook de muziek was per
fect'. De Graaff vindt de vermelding in het
commentaar dat Nederland de tropenoor
log militair heeft gewonnen maar politiek
verloren discutabel. De Graaff: 'Al werden
de Eerste en Tweede Politionele Actie
onder politiek ge-weld niet doorgezet, een
feit blijft dat wij, Hollandse soldaten, nog
goed weggekomen zijn, want medio 1949
was de TNI m.i. sterker dan wij'.
Indië-veteraan en hospik Frits Meijler
liep tijdens de Tweede Politionele Actie
een schot in zijn been op. Na zijn terugkeer
werd Meijer een van de beroemdste car
diologen van Nederland. Meijler: 'Een
mooie film, die een getrouw beeld geeft van
de werkelijkheid. Er is relatief veel aan
dacht en tijd gegeven aan de reis ernaar
toe, maar be-langrijk was de toch duidelijk
zichtbare harmonie die op de troepensche-
pen heerste en waar m.i. uit blijkt hoe wei
nig verwend wij (de jeugd van toen) waren.
De mannen van toen, die nu commentaar
geven, komen sober en geloofwaardig
overMeijler merkt op dat Nederland des
tijds niet uitsluitend oorlogsdoeleinden
had, maar dat 'de KL wel degelijk een
belangrijke humanitaire taak had te ver
vullen en ook heeft vervuld'. Meijler: 'Al
met al is het in mijn ogen de beste film die
over ons avontuur in de Gordel van Sma
ragd is geproduceerd'
J. Lens
Eei^^mxal
uitl^moeitijd
van de
Leidse Lakenindustrie
-13-
Met verbazing en bewondering zag Nolet
op tot deze man, die tot een verachte stand
behoorde en die toch zulke woorden van
klare wijsheid kon spreken.
Ze trokken verder.
In de verte zagen ze huisjes liggen tegen
een heuvelhelling aan gevleid.
"Daar zult ge moeten wezen - zei de Hol
lander tegen Nolet. - Daar zijn bestede
lingen en ginds - hij wees naar links, waar enkele grote
gebouwen zich tegen de intens heldere ochtendhemel
aftekenden - ginds moet ge zijn om van armmeesters ver
lof te bekomen. Ge kunt het zeker wel krijgen. Want in
dat klooster wegen de belangen van de kerk zwaarder dan
die van de weeskinderen". Bitter voegde hij er aan toe:
"Ze moesten die kinderen bewaken als dure schatten, hun
toevertrouwd door de Vader der wezen, maar helaas".
Het was een armoedig vuil gehuchtje waar ze aan kwa
men: armelijke huisjes met een nog armelijker bevol
king. Dat was het oude moedertje aan te zien, dat juist
toen Nolet aan kwam, de deur van wat ze haar huisje
noemde, uittrad. Zorg en ellende lagen op haar gelaat,
ondanks de juichende lentemorgen. "Wel moedertje -
vroeg Nolet vrolijk, - gij kondt ons wel eens terecht hel
pen. Hier moet een zekere Bertemoei wonen. Die zoek
ik..."
Schuw staarde het oudje hem aan, en in haar bijna onver
staanbaar taaltje antwoordde zij: "Dan zult ge bij mij
moeten wezen, want ik ben Bertemoei".
De rimpels op haar gelaat verstrakten zich en ze nam een
bijna vijandige houding aan.
"Wat komt ge doen? Heer pastoor heeft gezegd dat er
heren uit Holland zouden komen om mijn Barto mee te
nemen, en dat baart me zorg want hij is me lief als het
kind van mijn eigen dochter zou kunnen zijn. Maar ik
word te oud en als hij het beter krijgt.Even tintelde er
iets in de oude ogen, dat het strakke gelaat vermooide. In
ieder geval had Nolet niet de moed om er met harde
woorden tegen in te gaan.
"Zo, dat maakt het me gemakkelijk als heer pastoor er u
reeds over gesproken heeft - zei Nolet. - De knaap zal
het goed hebben dat verzeker ik u. En allicht zendt hij
nog wel eens een brief als ik een volgend jaar weerkeer.
Zo oud als ge zijt, lijkt ge me toch moeilijk de knaap te
kunnen verzorgen". "Och, mijne heren, hoe gaat dat? Ec
heb hem jong gekregen, en ben nu aan hem gewend".
"Hebt ge hem al lang?"
Ze staarde voor zich uit en scheen te graven in haar
geheugen.
"Ja, lang... ik weet het niet... ik ben al zo oud en al zo
lang alleen.en dan raak je de tel kwijt. Hij mag zes jaar
geweest zijn toen hij bij mij kwam. Ik kreeg hem van
meneer pastoor, en die had hem uit... ja, m'n oude
hoofd.ik weet het niet.dat moet ge maar eens aan
meneer pastoor vragen.
Ze wendde zich om. "Barto! Barto, waar zijt ge dan
knaap?"
Daar kwam tussen de behuizingen uit een slanke, stille
knaap. Hij had een geit aan het touw. Hij was er op uit
getrokken om het dier zijn morgenmaaltijd te doen gra
zen. Hij was armoedig gekleed. Zijn wambuis was slor
dig, vuil en gescheurd. Zijn voeten waren ongeschoeid.
De haren hingen hem langs het voorhoofd, en zo nu en
dan schoof hij ze met een vlugge armbeweging achteruit.
Maar wat in hem aantrok dat was wel de diepte die er
school in zijn ogen. Die keken alsof ze in de verte won
dere landen zagen; alsof hij het leventje hier tussen deze
armoedige hutten niet wezenlijk leefde.
Hij keek Nolet aan.
En deze zag het dadelijk: dat was een knaap om wat mee
te beginnen. Daar zat wat in die jongen. Het armelijke
was slechts zijn verschijning. Wat zou z'n wezen zijn?
Daarover dacht natuurlijk de Hollander na, die nooit
genoegen nam met de uiterlijke dingen alleen, doch die
trachtte door te dringen tot de kern der dingen.
Kende hij die knaap? Had hij hem vaker gezien?
Hij kwam hier toch elk jaar en had dus zeker de jongen al
wel eens eerder ontmoet. Doch hoeveel knapen zag hij
niet op zijn eindeloze tochten? Toch liet de gedachte hem
niet los.
"Jongen, laat me je linkerarm eens zien?"
Wat onwillig bracht Barto die naar voren. De Hollander
schoof de rafelige mouw op, en een blijde verrassing
tekende zich af op zijn gelaat.
"Hij is het", zei hij tegen Nolet.
"Is dat de knaap die gij gevonden hebt?"
"Ja", antwoordde de marskramer, en zijn ogen straalden,
zoals Nolet ze nog niet had zien stralen.
"Weet jij wel dat je eigenlijk mijn jongen bent, Barto?"
vroeg hij de knaap, die ontsteld hem aanstaarde; ontsteld
over een plotselinge uitbarsting van hartelijkheid, waar
hij niet aan gewend was.
En ineens herinnerde de Hollander zich alles.
"Heb je die munt nog om je hals hangen?" vroeg hij.
Barto greep onder zijn kleren en ja, daar kwam de helft
van een Brabantse cent te voorschijn, die hij aan een
koordje om de hals droeg.
"Zie je wel? - riep nu de Hollander uit. En hij wendde
zich tot Nolet. - Als ik een eigen huis bezat, en niet zo'n
zwerversnatuur had, dan zoudt ge deze knaap niet mee
krijgen heerschap. Dan eiste ik hem op. Ik heb hem
gevonden. Niemand heeft hem opgeëist. Naar het goed
recht van de vinder behoort hij dus mij toe".
Barto begreep er niets van. Wat had die man en wat wist
die man van hem? Dat hij niet bij Bertemoei thuisbe-
hoorde, zoals andere knapen bij hun moeder of groot
moeder thuis hoorden, hij wist het. Dat er niemand was
die hij moeder mocht noemen, wist hij; wèl mocht hij
zich een enkele maal indenken hoe een rijzige figuur zich
over hem heenboog.dat was toch allemaal verbeelding.
Hij wist het immers: al de mensen zeiden het hem, dat hij
een dwaze dromer was. En de weesmeesters, die hem
eens per jaar kwamen op zoeken - hij was er blij om,
want dan kreeg hij ook nieuwe kleding - zeiden hem
immers altijd dat hij dankbaar moest wezen en Bertemoei
eren die zo goed voor hem was.
Nu, goed was ze voor hem. Hij wist wel bestedelingen
die geslagen werden en dat was hem nog nimmer ge
beurd. Dat alles vloog hem door de geest, en nu zag hij
die man. Verbeeldde hij het zich dat hij die korf vaker
had gezien?
"Ge neemt die knaap mee, heer Nolet, en ge zorgt dat hij
een goed tehuis krijgt waar hij ook verzorgd wordt?"
vroeg de marskramer aan No]et.
Deze dacht aan Sjardijn.
"Es heb een best tehuis voor hem. Hij zal er als kind ont
vangen worden sedert het zoontje, van zijn jaren, door de
ziekte is weggeraapt", beloofde deze.
Bertemoei had er bijgestaan. Haar oude oren mochten
dan al niet zo scherp horen, ze begreep dat het om de jon
gen ging. En zo kort van memorie was ze niet of ze wist
van meerdere knapen die naar Holland waren getogen.
En ze hadden het er goed gehad. Ze zag er tegen op hem
langer te houden. Daarom had ze er dadelijk in toege
stemd toen weesmeesters er over kwamen spreken. Ze
verloor er niets bij. Die jongen at zeker op wat ze voor
hem kreeg, en ze kon hem niet benutten zoals anderen
met de bestedelingen deden, die ze lieten werken, hard en
zwaar werk. Zij had geen werk meer te doen.
Enkele dagen later was Barto in De blinkende Bokaal bij
oom Luuc, waar hij nog enkele knapen van zijn leeftijd
vond. Hij wist alleen dat hij naar Holland zou gaan, en
daar bij goede mensen in huis kwam. En dat ze een mooie
reis gingen maken. Wat ging hem, kleine dromer, de rest
aan? Hij trok mee met weinig smart over wat hij achter
liet, al had hij hartelijk afscheid genomen van Bertemoei.
Zo kwam Nolet in het begin van mei de stad Leiden bin
nen. Hij kon heel wat vertellen van de reis. Zijn knapen
hadden het goed gehad.
(wordt vervolgd)
i::i icioSïCiacKKcni
Normaal
Streef-
Totaa! streef-
jaar-
verbruik
verl
iruik
verb
ruik
500
19
9
99
50
600
23
11
119
60
700
27
13
139
69
800
30
15
159
79
900
34
17
179
89
1000
38
19
198
99
1100
42
21
218
109
1200
45
23
238
119
1300
49
25
258
129
1400
53
27
278
139
1500
57
28
298
149
1600
61
30
318
159
1700
64
32
337
169
1800
68
34
357
179
1900
72
36
377
189
2000
76
38
397
198
2200
83
42
437
218
2400
91
45
476
238
2600
98
49
516
258
2800
106
53
556
278
3000
114
57
595
298
3500
133
66
695
347
4000
151
76
794
397
4500
170
85
893
447
5000
189
95
992
496
5500
208
104
1092
546
6000
227
114
1191
595
6500
246
123
1290
645
7000
265
133
1389
695
7500
284
142
1489
744
8000
303
151
1588
794
8500
322
161
1687
844
9000
341
170
1786
893
9500
360
180
1886
943
10000
379
189
1985
992
Afgelopen week lag de buitentemperatuur iets onder liet
normale niveau. zie ook www.eneco.nl
TELEFOON (0187) 64 18 42 Fax 64 35 95
district De Eilanden
Basiseenheid Goeree-Overflal(l(ee