De kwekerij van Piet van der Giessen
Jagers doen meer
dan dieren dood schieten
ROER
EiiAnoe^niEuws
Taaipraatje
PAGING P
|VW|dag 17 september 1999
Piet van der Giessen tegen de achtergrond van Hypericum-planten in zijn kwekerij
Aan de Galathesedijk buiten Ooltgens-
plaat - de naam Galathee heeft nog
mythologische achtergronden - heeft Piet
van der Giessen z'n boerderij. AI jaren.
En gedurende die jaren heeft hij ook
geweten van de ontwikkelingen die zich in
de landbouw afspeelden, niet in de laatste
plaats ten gevolge van wetgeving. Menig
landbouwer heeft naast z'n landbouwac
tiviteiten een andere 'poot aan z'n bedrijf
moeten zetten' om toch het hoofd boven
water te kunnen blijven houden. En zo
verging het ook Piet van der Giessen. Van
een stierenmesterij ging het naar een kwe
kerij, waar hij heesters houdt voor 'de
snij'. De PR-commissie Landbouw Goe-
ree-Overflakkee bracht er afgelopen dins
dagmiddag een werkbezoek.
Die stierenmesterij zou Piet van der Giessen
ongetwijfeld nog wel hebben gehad als niet
de EEG-schrikregelüig van de Superheffing,
zoals die zich in de landbouw heeft gemani
festeerd, tussenbeide kwam. 'De stierenmes
terij liep leuk', vertelt Piet, 'maar door die
regeling moest er voortdurend geld bij en dat
houd je niet vol'Noodgedwongen moest hij
ermee stoppen. Dat was zo rond 1985. Van
'n goeie 100 stieren - soms 120, soms 130 -
naar niets meer... En wat moet je dan? Op
gegeven ogenblik bezocht hij in Boskoop
een plantententoonstelling, en wat ie daar
zag sprak hem best aan. Daar zag hij wel wat
in zitten voor z'n eigen bedrijf, als alterna
tief voor wat verdwijnen moest. Het zou een
kwekerij worden die takken levert voor de
snij. Van die takken worden dus prachtige
snijboeketten gemaakt. Vooral de heester
Sneeuwbes en Hypericum hadden daarbij
zijn interesse en zo is het begonnen. Van lie
verlee werd het assortiment uitgebreid en nu
heeft hij diverse soorten sneeuwbes. Ligus
ter, Weigeüa, Hypericum, Comus en wilgen
katjes staan en heeft ie de Viburnum tinus, de
kroonwilg en een Photinia-soort staan.
Vrijwel elke dag worden de heesters
geknipt. Daar houdt Piet zich vooral mee
bezig. Takken knippen van een bepaalde
lengte, in de kruiwagen ermee en in de
schuur rijden waarin Piet z'n vrouw, geassi
steerd door enkele andere dames, het van
hem overneemt. Daar worden per soort de
takken in bosjes gebundeld, in emmers
gedaan en op karren gezet; die emmers en
karren zijn van de veiling in Naaldwijk. Tus
sen de middag belt Piet aan een gespeciali
seerd transportbedrijf door hoeveel volle
veilingkarren er bij hem opgehaald kunnen
worden en hoeveel lege karren hij weer heb
ben wil. Een poosje later komt dan een
vrachtwagen bij hem lossen en laden. En zo
gaat dat eigenlijk elke dag. En elke dag is het
ook weer maar afwachten wat de veilingprij-
zen doen. 'De ene dag krijg je voor een tak.
van dezelfde heestersoort 64 cent, de vol
gende dag maar 34', zegt Piet, 'terwijl het
dan de dag daarna weer 64 cent kan zijn'.
Daar zit dus altijd weer iets spannends in.
Elk jaar worden de heesters helemaal af ge
snoeid, sonunige zelfs tot op de grond of bij
na tot op de grond. Het volgende jaar komen
de takken gewoon weer op. Het plantgoed
gaat dikwijls jaren mee, af en toe moet er
eens wat worden vernieuwd. Als Piet con
stateert dat de takken van een heestersoort
wat de licht worden dan weet hij dat die
heesterhoek gerooid moet worden en dat er
van dat soort nieuwe gezet moeten worden,
ergens inders in de kwekerij. Soms zie je dat
nieuwe heesters pas na het derde jaar gaan
opbrengen. Behalve heesters voor de snij
kweekt Piet ook sierkalebassen. Daar is hij
een jacir of 10 geleden mee begonnen. In 't
begin Uep dat niet echt bijzonder. En sier-
maïs, dat heeft ie ook nog gedaan, ging hele
maal niet. Daar is hij mee gestopt. Maar met
die kalebassen ging het steeds beter lukken
en ook die gaan naar de veiling. Tot op dit
moment loopt Piet's oogstseizoen van juli
tot Pasen, maar hij wil er naar toe om dat het
hele jaar door te kunnen doen.
In totaal heeft Piet 3M hectare sierheesters, 1
hectare sierkalebassen en 25 hectare akker
bouw: aardappelen, bieten, graan en bies
look. Als je hem vraagt of ie niet terug wil
naar z'n stierenmesterij dan klinkt het vol
mondig 'nee'. Deze tak van het agrarische
bedrijf geeft hem best voldoening en het
brengt wat minder gebondenheid met zich
mee dan een veehouderij of bijvoorbeeld
bloementeelt.
Ook verhandelt Van der Giessen sierkalebassen
Klaarmaken voor de veiling (foto onder)
Dat is bij lang niet iedereen bekend.
En onbekend maakt onbemind. Daar
om in dit artikel aandacht voor het
werk dat Jagers gedurende het jaar in
het veld verrichten om het wild te
beheren. Waar nodig worden zij bij
gestaan door een jachthond.
Het doden van dieren - vissen schijnen daar
op een uitzondering te vormen - is in onze
huidige maatschappij een emotioneel bela
den onderwerp. Mensen die daar principieel
op tegen zijn, eten geen vlees. Een koe of
een varken wordt immers ook gedood om
opgegeten te worden. Over de kwaliteit van
het leven van bio-industrie - kippen en kist
kalveren zullen we het hier verder maar niet
hebben. Wat dat betreft zijn de eenden,
hazen en reeën die op een voor hen natuur
lijke wijze in het vrije veld kunnen leven,
heel wat beter af. Toch voelen veel mensen
weerstand bij de jacht, blijkbaar omdat het
eindresultaat een dood dier is. Opvallend
daarbij is wel dat menigeen met de feestda
gen graag een stukje wildbraad op tafel mag
hebben...
Om de goede wildstand op Goeree-Over-
flakkee op peil te houden, wordt een aantal
diersoorten bejaagd. Dat is nodig omdat, als
er teveel dieren van één bepaalde soort in
een gebied komen, er schade aan land- en
tuinbouw kan ontstaan. Ook kan er een
voedseltekort ontstaan. Wild heeft voedsel,
dekking en rust nodig. Als één van deze 3
factoren ontbreekt kunnen er problemen
komen. De dieren verzwakken door het ge
brek aan goede voeding en worden vatbaar
voor ziektes, die vrijwel altijd tot een lang
zame dood leiden. In jagerstermen heet dat
het verloederen van wild. Tot de weidelijk-
heidsregels behoort ook het tegengaan van
die verloedering.
Overigens kan verloedering ook ontstaan
door stress: het gebrek aan voldoende rust en
genoeg leefruimte. Van reeën bijvoorbeeld
is bekend dat zij aan stress gaan lijden als er
teveel in een beperkt gebied leven. Ieder ree
bakent een territorium af en de zwakkeren
worden door de sterkeren verjaagd. Jonge
reeën, vooral bokken, slaan als gevolg daar
van noodgedwongen aan het zwerven. Het
gevolg is een drastische toename van ver
keersongelukken en verdrinkingsgevallen in
zo'n gebied.
Op Goeree-Overflakkee is het aantal ver
keersslachtoffers onder de reeën gelukkig
wat gedaald ten opzichte van enkele jaren
geleden. Dit is bewerkstelligd door ver
hoogd afschot, het plaatsen van wildspiegels
langs risicovolle wegen en het plaatsen van
rasters en roosters op 'De Punt' bij Ouddorp.
Wil men een populatie gezond houden, dan
moeten de aantallen binnen de perken wor
den gehouden. Dat gebeurt door de deskun
digen op dat gebied: jagers en jachtopzie-
ners. Zij hebben een gedegen theoretische en
praktische vakopleiding moeten volgen
voordat ze van de regiopolitie een vergun
ning gekregen om met een geweer het veld
in te gaan.
Nederland telt grofweg zo'n 30.000 jagers.
Zij hebben zich georganiseerd in wildbe-
heereenheden (WBE's). Dat zijn samenwer
kingsverbanden tussen een aantal jachtakte
houders. Vrijwel geheel Nederland wordt als
een lappendeken door WBE's bedekt. Een
WBE beslaat een gebied van minimaal
5.000 ha tot 15.000 ha.
Op Goeree-Overflakkee zijn twee WBE's
werkzaam: 'De Stelle en Ouddorp' en 'Flak-
kee'.
Het werkgebied van WBE 'De Stelle en
Ouddorp' loopt grofweg van 'De Punt' tot
aan het dorp Melissant en is 6.500 hectare
groot. Binnen dit samenwerkingsverband
werken ongeveer honderd jagers gezamen
lijk aan een gecoördineerd wildbeheer.
De WBE is een rechtspersoon en vormt op
lokaal niveau de gesprekspartner voor de
overheid en landbouw- en natuurbescher
mingsorganisaties voor het beheer van flora
en fauna. Een WBE verricht ook een aantal
taken voor de gemeenschap. Daarbij kunt u
denken aan het verwijderen van kadavers en
botulisme, het toezichthouden om stroperij
en milieudeücten te voorkomen, het bestrij
den van overlast en het voorkomen van scha
de door verwilderde postduiven, groepen
kauwen, ganzen, knobbelzwanen, sommige
meeuwensoorten, maar ook aan het organi
seren van de jaarlijkse Natuurschoonmaak-
dag in het werkgebied van de WBE.
De WBE beheert het wild in hun gebied aan
de hand van een wildbeheerplan. Zo'n plan
moet aan een aantal van te voren vastgestel
de criteria voldoen.
In het wildbeheerplan van WBE 'De Stelle
en Ouddorp' vindt u o.a. een beschrijving
van het gebied, een beschrijving van alle in
dit gebied voorkomende wildsoorten (niet
alleen de bejaagbare) en de wijze waarop
deze wildpopulaties beheerd dienen te wor
den. Voor het wildbeheer wordt veel gebruik
gemaakt van inventarisaties en tellingen om
een goed beeld te krijgen van de grootte van
verschillende populaties. In het wildbeheer
plan is een apart 'Wildschadebestrijdings-
plan' en 'Reewild-beheersplan' opgenomen.
Ook is WBE 'De Stelle en Ouddorp' op
andere gebieden aktief. Een goed voorbeeld
is het toezichthouden in het buitengebied.
Door het opheffen van de Veldpolitie is er
op het platteland als het ware een vacuüm
ontstcian waeir stropers en overtreders van de
milieuwetten dankbaar gebruik van maken.
Daarom heeft WBE 'De Stelle en Ouddorp'
een part-time jachtopziener (Buitengewoon
Opsporings Ambtenaar) in dienst, om de
boel in de gaten te houden. Ook wordt door
de leden samen met de jachtopzichter en de
politie gecoördineerd toezicht uitgeoefend.
Bij onraad wordt zo snel mogelijk de jacht
opzichter en/of de politie gewaarschuwd. Op
deze wijze zijn al (vis)stropers betrapt, ille
gale vuilstorters gevangen, maar is bijvoor
beeld ook uitgebroken vee teruggedreven
naar het weiland.
Een andere aktiviteit is het verbeteren van de
biotoop voor de dieren. In najaar en winter
wordt het onderhoud van bosjes en houtwal
len ter hand genomen. Er wordt gesnoeid en
gezaagd om de vaak holle bossen weer aan
trekkelijk te maken voor allerlei diersoorten.
Er moet zon op de grond kunnen komen
zodat ook de bodem weer begroeid raakt en
zo voedsel en dekking kan bieden aan het
wild. Afgezaagde takken e.d. worden op ril
len gelegd. Hier profiteren bijvoorbeeld
insekten, egels en bunzingen van omdat ze
hier een schuil- of overwinteringsplaats vin
den.
In bepaalde polders worden de boeren be
laagd door grote groepen ganzen. Niet alleen
in de winter, maar het gehele jaar door. Op
de Scheelhoek en in 't Kiekgat huist een gro
te populatie 'overzomerende' grauwe gan
zen. Deze ganzen vertonen geen trekgedrag
en verblijven het hele jaar in deze regio.
Naast deze overzomerende grauwe ganzen
komen ook in het najaar de wintergasten uit
het hoge Noorden.
De Kop van Goeree is een zeer geliefde
pleisterplaats voor o.a. grauwe ganzen, kol-,
brand- en rotganzen. Op sappige, goed be
meste weilanden en pas ingezaaide winter-
tarwe is het goed vreten.
Ganzen kunnen grote schade aanrichten
door vraat en het vervuilen en plat trappen
van het gras en de bodem.
Jagers helpen mee om deze vaak bescherm
de dieren te verjagen. Knalapparaten, schrik-
linten e.d. helpen helaas niet altijd. In som
mige gevallen moet er voor de bejaagbare
soorten in gesloten jachttijd een speciale
afschotvergunning worden aangevraagd om
verdere schade te voorkomen.
Waar mogelijk werkt WBE 'De Stelle en
Ouddorp' samen met andere (natuurbescher-
mings) organisaties. Er worden o.a. contac
ten onderhouden met Staatsbosbeheer, Na
tuurmonumenten, Natuur- en Recreatie
schap 'De Grevelingen', het Waterschap, de
Gemeenten Goedereede en Dirksland, de
Provincie Zuid-Holland, Stichting het Zuid
hollands Landschap, Vereniging het Ree
wild, Ministerie van LNV enz.
De jagers hebben jacht en natuurbeheer
steeds als zeer nauw verbonden gezien. Dat
bUjkt ook uit het feit dat juist zij mede aan de
wieg hebben gestaan van organisaties als de
Vereniging voor Natuurmonumenten, de
Vogelbescherming en de Provinciale Land
schappen. De ontstane polarisatie in de we
reld van jacht, natuurbeheer en natuurbe
scherming is niet door de jagers gewenst of
opgezocht.
De nogal eens op onkunde gebaseerde
beschuldigingen richting jagers, ervaren
velen van hen als kwetsend, soms ronduit
beledigend voor hun kennis van en hun lief
de voor de natuur.
De jagers van Goeree-Overflakkee zijn van
mening dat als zij gedurende het hele jaar op
de hiervoor beschreven manier zorgen voor
de natuur, zij diezelfde natuur ook mogen
benutten. Mits dat op een verstandige wijze
gebeurd; het voortbestaan van een soort mag
nooit in gevaar komen. Het principe van de
benutting van de natuur ('wise-use') is een
internationaal erkend recht. Daarom 'oog
sten' de jagers tijdens het jachtseizoen een
van te voren overeengekomen aantal van de
soorten die bejaagd mogen worden.
Iedereen in ons land is vrij een mening over
iets te hebben. Gelukkig wel. Een afgewo
gen mening kan men zich alleen maar vor
men als die gebaseerd is op feiten. Dat geldt
ook voor de jacht. Na het lezen van dit arti
kel zal u in ieder geval duidelijk geworden
zijn dat de jagers anno 1999 veel meer doen
dan alleen maar dieren dood schieten.
Voor informatie kunt u bellen:
(0187) 683799.
Roer als onderdeel van een schip is al zo oud
als de mens, want Noach bezat al een ark.
Het roer bestaat uit de koning, ook wel stan
der of schacht genaamd, en de klik, de kop,
de hak of blad geheten. De koning is de spil
waar het roer om draait.
Het is begrijpelijk dat het roer talrijke
spreekwoorden en zegswijzen heeft opgele
verd, zoals goed naar het roer luisteren en
niet naar het roer luisteren in de betekenis
van aan de bewegingen van het roer voldoen
of er niet aan gehoorzamen. Ook in figuur
lijke betekenis: luisteren en gehoorzaam
zijn, of het tegendeel: ongehoorzaam zijn en
tegen de draad in handelen. Vandaar ook: uit
zijn roer lopen.
Zo spreekt men eveneens van "slap op het
roer zijn". Gezegd van een schip dat geneigd
is gemakkelijk uit de koers te raken en "een
schip zonder roer is een speelbal der ele
menten".
Als tegenstelling geldt: "het roer stevig in
handen hebben (houden)", voor de leiding
hebben, een zaak goed besturen. Vergelijk
"hij zat aan het roer", hij hield de touwtjes
stevig in de hand.
Het nog vaak gebezigde "hou je roer recht'
wordt gezegd wordt tegen een dronken man
die langs de straat laveert en van links naar
rechts veel ruimte nodig heeft en niet recht
vooruit kan varen.
Vandaar ook "zijn roer recht houden" voor
zijn zaken goed besturen door eerlijk te werk
te gaan. Eveneens "hij houdt het roer in het
water" voor hij blijft meester, baas in zijn
zaak.
Een tegenstelling daarvan is "zijn roer hangt
uit de pennen". Hij gaat de perken te buiten
en leidt een losbandig leven. Te vergelijken
met "het roer aan de scheg hangen" in de
betekenis van zijn zaken verkeerd aanpak
ken. De scheg is een toestel aan de achter
steven van het schip, dat dient om het schip
niet af te laten drijven. Het is ongeschikt om
er het roer aan op te hangen.
Daartegenover staat de Vlaamse zegswijze
"die hem (zich) aan 't roer houdt zal varen".
Een andere betekenis van roer is geweer,
afgeleid van het Duitse Rohr en het Gelder
se dialect waarbij het riet of rietbuis bete
kent. In talrijke gedichten, vooral als jacht-
roer of jachtgeweer bekend geworden. Sta
ring: "Het reebok heeft geen vlucht, het
zwijn geen scherpe tand, als in mijn drei
gend roer, een snelle dood ontbrandt".
In tegenstelling tot het lange roer, noemde
men een pistool wel het kortroer. Een dub
belroer was een geweer met twee lopen, later
bekend geworden onder de naam dubbel
loops jachtgev/eer.
"Het roer in de heg steken" betekent de strijd
staken, eigenlijk gezegd van een deserteur.
Van de samenstellingen noemen we aller
eerst de roerdomp, een schuwe nachtvogel
behorend tot de reigers, een steltloper, in het
Nijmeegs dialect een roerdommel genoemd
naar het doffe naargeestige geluid dat hij
maakt. Vandaar "hij bromt als een roer
domp". Ook gezegd van iemand die geen
vrienden heeft en alleen en schuw door het
leven gaat.
Verder de roervink, een lokvogel die op de
barbaarse vinkenbaan met de poten werd
vastgezet en dan fladderde (zich roerde) om
los te komen. De nieuwsgierige vinken kwa
men dan op zo'n lokvogel af en werden
gemakkeUjk gevangen.
Een eigenaardige naam was roerged, oud
tijds een havenbelasting, een scheepstol op
gemeerde schepen en soms eveneens opge
legd aan voorbij varende schepen.
Het kruidje-roer-me-niet heeft zijn naam te
danken aan de mimosa pudica, die bij de
geringste aanraking zijn zaadjes wegschiet.
Famihe van de springbalsemien, ook al zo'n
zadenschutter.
Verder nog roerloos, zonder enige bewe
ging, en roermes of roerspaan, een voorwerp
gebruikt in de raffinaderij, onder andere
voor het bereiden van suikerbrood.
Een mooie alliteratie is "in rep en roer". In
rep ligt het begrip haasten (zich reppen) ver-
aiikerd en in roer beroering. Alles was in rep
en roer, er waren tonelen van brandstichting
en plundering.