1
i
1
i
I
i
i
i
I
I
I
1
i
I
i
I
i
I
i
i
I
1
I
I
i
i
I
1
i
1
i
I
I
1
I
I
1
i
i
I
i
i
i
I
i
i
I
i
I
pAoor de feugd
A
II
Ik spaar.
Hij spaart
Wij sparen.
Spaar jij?
^igMaBIBIBIBMgigiiqigjgjgjgjgigjgigjgigjgjgjgjgjgjg^^
Heel fijn dat er deze keer enkele reacties van verzamelaars gekomen
zijn. Ook worden sommige van hen bij wijze van verrassing in de
krant gezet. Wie weet wat dat op gaat leveren. Als je zo een blik
werpt op ons eiland, dan zie je de hobby's. Bij Ouddorp staat
geen vuurtoren met een vlam erbovenop, maar een heuse
aansteker. Het oostelijk deel is zoet met suiker en zo
rond Middelhamis-Dirksland eten ze gewoon
graag bananen. Voor de rest de gebruikelijke
onderdelen. Veel leesplezier! Voor op
en aanmerkingen, aanvragen enzo
voorts schrijven naar Jeugdei-
land, p/a Eilanden-
Nieuws, Postbus 8,
3240 AA Middel-
harnis.
Heb je wat voor een ander? Wil jezelf je
boekenreeks aanvullen, uitbreiden. Sla je
slag. Hier komen enkele mensen die iets
zoeken.
E. Paling, Van Poelgeestlaan 53,2396 BB
Ouderkerk a.d. Rijn zoekt reclame aanste
kers. Allerlei soorten zijn welkom.
S. Ichoh (11 jr. jongen) wil graag munten.
Wie maakt mij er gelukkig mee? Ik ben pas
begonnen met sparen, 'k heb er dus nog niet
zoveel. Alles is welkom. Mijn adres is: Van
Galenstraat 36,7482 VM Haaksbergen.
Suikerzakjes. Wie, o wie kan mij hier aan
helpen? M. Verhoek, Appeldreef 11,3355
AB Papendrecht.
Mirjam Akershoek is verzot op proefinon-
sters en stickers. Ze wil ook ruilen, als
iemand iets opstuurt. Mijn adres is: Hoen-
derdijk 9,3253 AK Ouddorp.
Haar zus Natelie zoekt telefoonkaarten, wil
eventueel ook wel ruilen. Hoenderdijk 9,
3253 AK Ouddorp.
Twee Joageas fcoraea bij ceö tank
station ea zeggen: "Vlug! Vlmgt
Vijf liter benzane!" Na tiao mno-
tea zijn ze terug. "Het was niet
genoeg, We hebben nog tvdntig
üter aodig". De pompbedieade vraagt:
Stel alsjeblieft geen vragen is het antwoarcl*
"Waar gebraikeii jullie al
'QpscMeten! De school
die benzine voor?"
staat ia brandf'
Een dokter schrijft een dikke dame een dieet voor om af te slanken.'s Morgens een glas
sinaasappelsap", zegt hij, "ea een halve appel, 's Middags eea kop bouitton en een geroosterd
sneetje brood en 's avonds een bordje magere yoghurt." Vraagt die mevrouw: "Wanneer
moet ik dat allemaal innemen, dokter? Voor of na het eten?"
Jaa moet naar de militaire ketaing. Hij ziet ef erg tegen op, want hij wü niet graag in dienst
Een vriead raadt hem aan zija tanden te laten trekken. Dan wordt hij beslist afgekeurd. Na
iaag aarzelen doet Jan het. "En?"vraagt die vriend na een dag of veertien. "Ben je afge
keurd?" "Ja", zegt Jan, "maar niet omdat ik geen tanden meer heb, maar wegens platvoeten".
Bob zat in de cafetaria op te scheppen over zijn sportprestaties. Geen van zijn vrienden sprak
hem tegen, maar eea vreemde riep hem toe: "Ik wed om 100 guldea dat ik iets in eea kruiwa
gen de straat kan uitrijden en dat u het niet terug kunt duwen." Bob nam de magere kerel eens
op en kwam tot de conclusie dat hij weinig risico hep: "Afgesproken," zei hij. De twee leen
den een kruiwagen en liepen ermee naar de hoek van de straat. "Nou laat maar eens zien wat
je waard bent," zei Bob. "O. k., zei de uitdager. "Stap maar ia."
"Probeert u eens aaa prettige dingen te denken, adviseerde de arts zijn gedeprimeerde
patiënt Zing bijvoorbeeld eens onder uw werk." Dat kan helemaal niet dokter," "Waarom
niet?'Omdat ik klarinettist ben."
^^^^[^^^^^^[^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^S^^^^^^MS^^^S^^^^S^^^^^^^^S^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^SiSS^^^m^SS^^^
i
In deze rubriek zetten wij regelmatig een
krantenbezorger in het zonnetje. Hier de
resultaten van de schriftelijke benadering
en het telefonisch contact.
Mijn naam:
Leeftijd:
Favoriete boek:
Mooiste CD.:
Lievelingssport:
Schoolsoort:
Wouter Moerkerk.
15 jaar.
Donald Duck.
Hitzone en DJ Jean.
Voetbal bij de B-1
van Stellendam.
MAVO.
Toekomstig beroep: Proces operator.
Van wie heb je deze job (kranten
bezorgen) overgenomen?
Van Angelien Grinwis.
Hoe lang hoopje het minstens nog te
doen
De zie wel.
Wat is voor jou de leukste straat om te
bezorgen? En waarom die?
De Oranjestraat. Omdat ik er daar maar
eentje door de bus hoef te duwen.
Wanneer lees je zelf het Eilanden-Nieuws?
Dat lees ik eigenlijk nooit! (Vandaag vast
wel!)
Wat zijn de gevaren voor een bezorger onderweg?
De auto's. Die moetje echt in de gaten houden.
Doe je route van het rondbrengen steeds in de zelfde volgorde, of varieer je erin?
Ik begin steeds in de Azaleastraat en eindig bij de Deltastraat. Steeds doe ik het steevast in die volg
orde.
Wat levert het bezorgen van één krant jou opper kwartaal?
Nou, dat zou ik niet weten, 'k Let meer op het totale eindbedrag.
Waar is het afhaalpunt voor je kranten?
Bij René Bolle, Haakonstraat 10. Voor zijn huis liggen ze altijd.
Wat doe je met Eilanden-Nieuwskranten die je over hebt?
Soms vragen ze er eentje. Of ik die weg wil geven? Dat doe ik dan.
Probeer je dan geen abonnees te werven met de kranten die je overhoudt? Zoiets levert toch een
tientje op als je dat als bezorger voor elkaar weet te brengen? Of wist je dat niet?
Tja, dat heb ik wel eens gehoord van René Bolle.
Wat doe je met al die touwtjes die om het krantenpakket zitten?
Die mik in mijn tas. Thuis gooi ik ze weg.
Stel datje tijdens het bezorgen met al je kranten in de sloot valt.
Alles is kleddernat. Hoe zou je dit oplossen?
Bellen om nieuwe bij het kantoor in MiddeUiamis.
Krijg je wel eens klachten over te late bezorging?
Soms. Pas had ik stage gelopen en was zodoende later. Ja, dan gaat
de telefoon.
Wouter, bedankt voor je medewerking aan dit vraaggesprek. Doe je
best met het kranten. Hier nog een kiekje van Wouter op de ski's
tijdens een vakantie in Oostenrijk.
Wat vooraf ging.
Na een automaat beroofd te hebben via trucage plus een touw met
een gulden eraan, is Yanco voorlopig ondergedoken in een hotelka
mer. Vandaar ziet hij een oude dame in de schemer zitten. Het een
zame park lokt hem om erop af te gaan Dat moet lukken.
Tekeningen: B. Goeree
Tekst: W. Rakkee
Met een moedeloos
gebaar veegde ze de
laatste broodresten bij
elkaar. Het magere
zonnelicht probeerde
een vlekkenpatroon op
het zeil te tekenen, 't
Lukte niet zo erg,
steeds dempte een
wolk het aarzelende
schijnsel. Haar hoofd
boog nog dieper. Ze voelde de loden last. Zuchtend doopte de gerimpelde hand
beschuit in de thee. De suiker smolt er in een ommezien vanaf. Een slap geworden
rest kwakte in het warme vocht. Gelukkig had ze nog een lepeltje om het eruit te
vissen. Soppend naar binnen gezogen. Komaan. Dan zou ze de Bijbel maar pakken.
Ze deed hem open bij de bladwijzer of zou ze Spreuken nog eens opzoeken? Even weifelde ze met het vergeelde blad voor zich.
Och, het haalde immers toch niets meer uit. Het open Woord was met 7 sloten voor haar vergrendeld. Ze las. Een klein gedeelte.
Het drong niet tot haar door. Deed geen kracht. Haar ziel was verlamd. De moed gebroken. Al maanden was de hoop vervlogen.
Echt, ze was niet meer dan een platgereden egel op het droge asfalt. Verdroogd in de zinderende zomerhitte, bijna vergaan tot
een verschrompeld vel, waar zelfs de aasvliegen niets meer van hun gading op vinden. Bovenop de open Bijbel vouwde ze haar
handen. Bad een gebed. Zonder woorden, zonder de Geest. Ze had het net zo goed niet kunnen doen. Misschien was dat zelfs
beter geweest.
Bord en kopje worden op het aanrecht gezet. De kruimeldief doet zijn werk op het tafelkleed. Bedrijvig roezelt de vatenkwast
door het afwasteiltje. Met een halve oogopslag gluurt ze tussen de geraniums. Het kan nog wel even. Een rondje voordat de
schemer komt. Straks heerlijk langs de singels met de statige witte zwanen. Door het park met de slingerende belletjes van de
fuchsia's bij de grasperken. Fijn frisse avondlucht binnen ademen. De rust zou vallen, haar lichaam ontspannen. Haar ziel? Nee,
die tolde voort als een afgewaaid boomblad op weg naar de grond. Zo, even de jas aangeschoten, 's Avonds wil het nog al fris
worden. En een verkoudheid nee daar zit ze nu bepaald niet op te wachten. Plotseling klinkt het klageUjk: Miauw, miauw!"
"O ja jochie, je mag zo mee hoor", zegt ze half lachend. Na wat gescharrel en geridder, vertrekt ze. Het kromme handvat van de
paraplu zwengelt op haar onderarm. Ze wil niet venast worden door een plotseling opkomende regenbui. Er broeit iets in de
lucht.
Yanco staat recht voor haar. Hij hijgt van zijn plotselinge actie. Met korte pufjes stoot zijn adem door de neusgaten. Daar zit ze
nog. In de schemer. Geen mens te zien verder. Een gemakkelijke doelwit. Juist zulke bejaarde mensen bewaren hun geld nog in
een oude sok. Of ze lopen er domweg heel de dag mee te zeulen in een tas, zoals dit scharminkel. Yanco kromt zijn rug, de spie
ren spannen en als een roofdier springt hij op de tas af. Wil hem uit de handen van het oudje trekken. "Hé, hé, hola, wat moet
dat?" Hij zet door, laat zich niet afschrikken. Venijnig snokt hij de buit uit haar veiUge omarming. Stoot tegen haar bril. Hij ziet
nog hoe er een barst in het ene brilleglas springt, net een spinnenweb met wijd vertakte adertjes in een vroege vorstmorgen. Het
deert hem niet. Begerig steekt hij zijn arm in de tas. Geld! Geld! Briefjes van honderd, vuurtorens en gele zonnebloemen vsm 50
zullen tussen zijn vingers knisperen. Maar er ontploft een harige bal op de bodem. Hevig gesis, woedend blazen. In moordend
tempo boren vlijmscherpe kattenagels in Yanco's arm. Lange halen, vurige striemen, bloed. Als een spiraal kronkelt de witte
spookkat zich om Yanco 's arm heen en eindigt met een gemene knauw in het zachte vlees van zijn bovenarm. "Au, au",
gilt Yanco. "Smerige heks", bitst hij naar de oude dame die hem vertwijfeld aankijkt. Hij draait zich, schudt de uitgewoede kat
van de arm en wil wegrennen. Koud water, dermatolpoeder, zalf, hansaplast. Het gezicht van een zuster van de EHBO-post,
allen toUen door zijn gedachten als hulp. Yanco heeft buiten de waard gerekend. Met een geroutineerd gebaar wipt het oude
vrouwtje het kromme handvat van haar paraplu om zijn scheenbeen. En de dief ploft voorover op de tegels. Languit ligt hij daar.
Hij probeert op te staan. "O, oh", steunt hij. Zijn voet! Zijn voet! Verzwikt! Hij kan geen stap meer verzetten. "Zo, zo, meneer.
Jij had gedacht Marrigje in de luren te leggen. Maar dan had je vroeger op moeten staan ventje, 'k Ben niet voor niets judokam
pioen sectie Zuid-Holland geweest." Ze is overeind gekomen. De witte kat staat met trillend opgeheven staart achter haar. "Jij
gaat met mij mee jongeman. Hier moeten we eens onder vier ogen over praten". Yanco zakt door zijn voet heen. Maar Marrigje
is niet voor één gat gevangen. Ze past een handige greep toe en Yanco hangt voordat hij erzelf goed erg in heeft, half over haar
ene schouder. Met zijn goede voet hippelt hij mee. De kat volgt als hekkesluiter. Gelukkig is haar huis niet veel verder, nu loopt
ze niet langs de singels. Ze diept geen sleutel op. De deur is gewoon open. "God is mijn Bewaarder en Beschermer,
zie je jongen", zegt ze terwijl ze hem over de drempel heen sjort. Ze komen een eenvoudig vertrek binnen. Yan
co wordt in een stoel geduwd. Schuw kijkt hij om zich heen, overweegt zijn kansen. Hij probeert vliegensvlug
overeind te komen, maar zakt door vreselijke pijn net zo snel weer terug in de fauteuil. "Niet doen, blijf rus
tig. Doe je schoen uit." Het is gek, maar Yanco gehoorzaamt. "Je sok ook. Zo firisse boel is dat joh. De
tenenkaas is zeker in de aanbieding?" Ze tilt zijn voet omhoog, smeert handig een Uk zalf op de wreef. "Er
zit compost tussen je teentjes, mijn planten zouden ermee vooruit kunnen", grapt ze. "Hoe vaak was jij je
voeten meneer? Alleen met Kerst en Pinksteren zeker? Foei!" Ze dribbelt naar de kraan, warm water
stroomt in een emaille teil. Even later zit Yanco met schone voeten. Om zijn verzwikte is een spruiten-
blad gewikkeld. "Helpt tegen zwellingen", aldus Marrigje. De kattenkrauwen zijn gedept met in oUe
gedrenkte watten. "We doen er geen pleisters op. Als je een overhemd met
korte mouwen draagt, geneest het het vlugst. Er moet lucht bij kunnen. Lust
mijn vriend soms een kopje koffie?" "Vriend?", hakkelt Yan
co. "Koffie? Hij kan het allemaal niet meer volgen. Even
later roert hij verlegen door het dampende vocht. Hij schaamt
zich diep. Vanaf een gestoffeerd voetenbankje ligt de witte kat
hem in sfinxhouding aan te staren. Soms gaat er een licht tril
ling door zijn roze oren.
"Nu moet jij eens goed luisteren, begint Marrigje. Yanco durft
haar amper aan te zien. "Kijk in mijn ogen!", gebiedt ze. "Niet zo
naar beneden staren. We zouden toch onder vier ogen spreken? Nou
dan." Yanco bhkt in een gerimpeld gezicht, door ouderdom getekend. Het haar
,,ik zmi graag wat »8deïs
dsei» i^n ée heie Aag ^^sm-
|i«n iodraaien, meneer ism-
sen
"I^aat waar lacoba. Al$ JjJ
het aiet kuat uitspreken,
k«tt Ik het ttlet l»*!»!*».**
zit als een grijze knot op 't achterhoofd gedraaid. Breinaalden? Nee, dat ontbreekt er net nog aan. Haar mond
staat ietwat scheef, onder de wenkbrauwen glimmen een paar blauwe ogen van verrassende helderheid. "Jij
bent een dief. Een rover. Daar moet je vanaf nu mee stoppen. Hoe is je naam?" "Yanco eh". "Ja en verder?"
"Dobbelsteen". "Dobbelsteen?", vraagt ze met een iets te lang aangehouden klank. "Ja eh, ja." Yanco wordt
onrustig, schuurt met zijn lijf over de zitting. "Dobbelsteen zeg je? Je mocht willen dat je een echte dobbelsteen
was. Dan zat je nu veiUg in een halmadoos of in het Rabobankspel. Daar zou je geen kwaad doen. Dan zou je
niet kunnen stelen". Scherp vervolgt ze weer. "Dat jatten moet afgelopen zijn. Begrepen?" Yanco zegt niets,
hult zich in zwijgen. Zal ze kwaad worden?" "Je moet me goed begrijpen joh. Er is bij mij al ingebroken.
Jaren geleden. Niets is er overgebleven. Alles kwijt geraakt". Ze spreekt in korte zinnen. "Jarenlang zat ik op
aüetiek, deed aan joggen, maar ook prestatielopen, voomamelijk lange afstand, bekoorden me. Judo was favo
riet. Ik gebruikte een uitgebalanceerd dieet. Alles slim opgebouwd in de juiste
verhouding aan koolhydraten. Weinig vet en suiker, veel drinken. Gezond tot en met. Alles offerde ik op aan
sport. Mijn hele budget. Al mijn tijd. Mijn ziel en lichaam. Wedstrijden waren vooral op zondag. Naar de kerk
ging ik niet meer. Alle banden, slippen en médailles die er maar te halen waren, wilde ik krijgen. Mijn oude opa
waarschuwde: "Stop ermee, je verafgoodt je lichaam. Gods dag gooi je te grabbel". "Maar ik ging door". Yan
co luistert stil, durft niet te reageren. Ik ging zover, abnormaal eigenlijk. Alles was getimed. Ieder drankje,
elke boterham werd opgeschreven. De personenweegschaal was mijn altaar"k Mocht absoluut niet teveel
wegen". Marrigje stopt, haar stem haakt even. 'k Zal de dag nooit vergeten. M 'n hele leven niet. Het was op
zondag, 's Ochtends een uur of 9. Buiten luidden de kerkklokken. Opa waarschuwde. Ik trok me er geen zier
van aan, stapte op m'n racefiets en peddelde naar de trainingshal. Dat moment, toen ik mijn judopak aandeed
en op de weegschaal ging staan. M'n coach stond erbij. "Dat is licht", zei hij nog. De naald bleef ergens op 47
of zo staan. Met kracht sprak God tot me. Gewogen, gewogen, te licht bevonden. Geteld, geteld, maar in stuk
ken. Het was of een granaatscherf mijn trotse ziel spleet. Er trok een waas voor mijn ogen. 'k Moest van de
schaal, de hal uit. Ze snapten er niets van, dachten aan hyperventilatie. Er was bij mij INGEBROJCEN! Door de
Heere." Het blijft een poos stil. Peinzend legt ze haar handpalm tegen de rechterwang. "En zo is het gekomen",
zegt ze meer tot zichzelf als tegen Yanco.
Na een tijd zwijgen, vraagt Marrigje waar Yanco woont. "Eh nergens". "Nergens? Wat is dat voor rarigheid.
Kom nou". Nu ja, momenteel huur ik een kamer in het hotel". "Mooi, dat ik dat weet. Ik breng je nu terug, 'k
heb hier nog een rolstoel staan. Die was van mijn man. die is overleden aan MS. Jij gaat nu lekker slapen".
Zachtknerpend komen de banden tot stilstand voor de hotelingang. Zo goed en kwaad als hij kan strompelt hij
naar de deur. Ineens voelt hij een hand in zijn broekzak. Het is Marrigje. "Lees het briefje als je boven bent".
Yanco knikt. "Be.... bedankt" brengt hij er nog als blijk van waardering uit. Fijn dat er een lift is. Met een
verbeten trek om zijn lippen bereikt hij zijn kamer. Inmiddels is het geheel donker geworden. Te moe om zich
uit te kleden, laat hij zich op bed zakken. Diept het papiertje uit zijn zak. Zal wel één of andere vrome tekst
zijn. Of een meditatieblaadje uit een muf boekje. Hij leest de boodschap. Geschoktdaar rekende hij totaal
niet op. In scheve hanepoten staat er gekrabbeld: "Breng morgen het geld en het fotootje van mijn kleindochter
Marietta terug. Tot ziens: M!"
(wordt vervolgd)