Meerwerk restauratie
Ouddorps kerktoren
valt Goedereede zwaar
Overdenking
Automobielbedrijf Witvliet jubileert met show
Koor- en
Samenzang-
avond
uit de
Heilige Schrift
HET
r^KEJKVENSTER
Flakkeese Forddealer 75 jaar
man'
uit Yerseke
Oranjevereniging Melissant
Blik op kerk ^^y
en samenleving Cj
- Een nieuwe rage
- Navolgen of nadoen
- Niet zo simpel
Het is een nieuwe rage geworden, en mis
schien - want zo gaat dat met rages! - is ze
alweer over haar hoogtepunt heen. Maar
iemand vroeg me er m'n hcht nogeens over
te laten schijnen. Nu ja, zóveel licht heb ik er
ook niet in, maar ik zal proberen m'n ge
dachten wat op een rijtje te krijgen.
De bedoeld de rage met de letters: WWJD.
Die staan voor de vraag: 'What would Jezus
do?' (Wat zou Jezus doen?) Aan de taal is
het al merkbaar, de rage is, zoals zoveel van
dat soort dingen, overgewaaid uit de Ver
enigde Staten en heeft in korte tijd de wereld
van de jongeren, ook in ons land, veroverd.
Jongens en meisjes dragen armbanden, ket
tinkjes, en al dat soort attributen, met daarop
de genoemde letters. Om er telkens, als een
beslissing moet worden genomen, te worden
geconfronteerd met de vraag: Wat zou de
Heere Jezus, als Hij voor zo'n probleem
stond, doen? Hoe zou Hij in zo'n geval han
delen?
Uiteraard is de achterUggende gedachte niet
onbijbels. Wanneer we Christus mogen toe
behoren en weten mogen van de vergeving
der zonden, dan is er ook de begeerte naar de
vernieuwing van ons leven. Dan gaan we
anders denken, anders spreken en anders
handelen. Kortom, we gaan het Beeld van
Christus vertonen.
De Bijbel noemt dat de heiUgmaking, zon
der welke niemand de Heere zal zien.
We vragen ons in allerlei situaties af: wat
wilt Gij dat ik doen zal? We worden zoals
Paulus zegt, het Beeld van Zijn Zoon gelijk
vormig.
Maar Christus navolgen is nog iets anders
dan Christus nadoen. En ik kan het mis heb
ben, maar in de bovengenoemde rage lijkt
het toch meer op dat laatste. Aan de vraag
wat Jezus zou doen gaat een andere vraag
vooraf: wat dééd Jezus, en deed Hij het ook
voor mij?
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat
deze vraag voor velen een gepasseerd station
is. Men gaat er zonder meer vanuit dat men
het eigendom van Christus is, men heeft z'n
hart aan Hem gegeven en daarna kan men
alles zelf. Men weet ook in iedere situatie
hoe men handelen en wat men zeggen moet.
Simpel gezegd: spreek met Hem en het komt
in orde...
En dat het zo simpel hgt in het leven van het
geloof, dat wil er bij mij niet in. Het ligt niet
altijd zo eenvoudig, wat we in bepaalde
omstandigheden moeten doen. Zeker, we
hebben de Bijbel als een lamp voor onze
voet en een licht voor ons pad. Maar dat is
niet een handboek, waarin we bladzijde
zoveel even kunnen opslaan om de juiste
beslissing te nemen. Dat is in vele gevallen
een weg van aarzeling en twijfeling, en
vooral van veel gebed. Dan krijgen we niet
voor ieder geval een kant en klare oplossing
aangereikt. Maar dan wordt het wel ons
dagelijks gebed: 'O Zoon, maak ons Uw
Beeld geüjk.
Of het dan zo nodig is een kettinkje of een
armbandje te dragen met de letters WWJD is
voor mij de vraag. Of, üever gezegd, dat is
voor mij geen vraag.
Waarnemer
'Behoorlijk tegengevallen...', 'een hele
slordige zaak', 'te gek!', 'er worden prak
tijken gebezigd die niet plezierig voe
len...'. Zomaar wat kreten uit Goerees
vroedschap tijdens de laatstgehouden
raadsvergadering aldaar. Het ging om het
meerwerk bij de restauratie van de kerk
toren van Ouddorp. Dit meerwerk zal iets
meer dan een ton gaan kosten. En vooral
de aanleiding waaróm de raad nu ineens
met die meerkosten geconfronteerd wordt
was teveel van het goede...
'Nu de steiger erbij staat is pas gebleken dat
het metselwerk en het voegwerk aanzienUjk
slechter zijn dan men aanvankelijk dacht.
Ook blijkt nu in de ballustrade op de omloop
veel houtrot te zitten en er is geconstateerd
dat de houten wijzerplaten slecht zijn.
Bovendien zou het wenselijk zijn om de
haan, de bol en de punten van het torenkruis
opnieuw te vergulden. En omdat de omloop
waterdicht gemaakt moet worden met een
loodafdekicing moet daar een looprooster
worden aangebracht om beschadiging aan
het lood te voorkomen', aldus het college.
Vragen als 'waarom weten we dit nu pas?'
en 'kon dat niet eerder worden bezien?'
waren het refrein als reactie van de raad.
Immers, eerst wordt - slechts vanaf de grond
- 'de zaak opgenomen' en een offerte uitge
bracht en vervolgens - pas als de steigers
erbij staan - constateert men dat er veel meer
werk gedaan moet worden! Het was voor
mevrouw Tiggelaar een 'raadsel dat dit niet
eerder beter bekeken had kunnen worden'.
Ook de heer Van der Meer hamerde erop dat
bij het opnemen van het karwei een hoog
werker gebruikt had moeten worden in
plaats van 'vanaf het maaiveld door een ver
rekijker de zaak op te nemen'. 'Een slordige
zaak' vindt hij het. 'Ik heb er dan ook veel
moeite mee dat de gemeenschapsportemon
nee opengetrokken moet worden omdat de
deskundigen de zaak niet goed bekeken heb
ben! Het lijkt erop dat hier praktijken wor
den gebezigd die geen plezierig gevoel
geven. Je krijgt 't gevoel dat men zich
bedient van 'het zal in de raad wel eenvou
digweg een hamerstuk worden, en als dat
lukt zit er mooi een ton meer verdienste
aan". Ook de heer Grin wis wees het college
erop dat in de bouwwereld juist op meer
werk een gunstige winstmarge zit... De heer
Van Oosterom vond het 'te gek voor woor
den: eerst wordt - op afstand - het werk
opgenomen, dan wordt een offerte uitge
bracht én dan pas wórdt ér nauwkeurig geke
ken wat er gedaan moet worden!' En wet
houder Lokker kon het alleen maar beamen:
'deze zaak is er één om lering uit te trekken.
In de toekomst zullen we hier omzichtiger
mee om moeten gaan'.
De raad hield ook geen fijn gevoel over aan
het achterwege blijven van een schriftelijke
reactie op een brief die eind vorig jaar aan
het gemeentebestuur werd gericht. Toen de
betrokken briefschrijver begin april nog eens
bij de gemeente aan de bel trok werd daarin
alsnog voorzien. 'Excuses had zeker op z'n
plaats geweest' vond de heer Van der Meer,
terwijl de heer Grin wis memoreerde dat het
niet eerste keer is dat betrokkene geen ant
woord op z'n brief kreeg... De heer Noor-
thoek zei teleurgesteld te zijn over deze gang
van zaken en ook hij verwees naar meer
gevallen van onbeantwoord gebleven brie
ven. 'Zo kan het niet, zo mag het niet en zo
hóeft het niet', zo benadrukte Noorthoek.
Burgemeester Sinke gaf dan ook aan dat
'aanscherping en diepgaangder controle' in
dezen inderdaad op zijn plaats is.
Bij de behandeling van een wijziging van het
Incassoreglement was het voorstel om het
aantal termijnen voor de automatische incas
so van de gemeentelijke belastingen uit te
breiden van zes naar tien. Maar wat nu als
men in één keer betaalt? Bij betaling ineens
is het te doen gebruikelijk om een betalings
korting te verlenen 'en die mis ik bij óns'
merkte mevrouw Mastenbroek op, 'hoe zit
dat?'. 'Nou, die hebben wij ook niet!', het
m.m.v.
mannenkoor
Op D.V. vrijdag 28 mei 1999 hoopt Man
nenkoor 'Ethan' uit Yerseke te zingen in de
Nederlands Hervormde Kerk van Sommels-
dijk. Aanvang 19.45 uur.
Er zal een koUekte gehouden worden waar
van de opbrengst bestemd is voor de aflos
sing van de Gereformeerde Gemeente van
Nieuwe Tonge.
Ds. A. M. den Boer uit Dirksland hoopt deze
avond de leiding te hebben. De toegang is
gratis.
Info: Fam. L. van Alphen, tel. (0187) 652024
of fam. P. H. Hobbel, tel. (0187) 652544.
Hierbij willen wij iedereen die op welke
manier dan ook geholpen heeft op Konin
ginnedag, heel hartelijk bedanken!
Mede door de inzet van al die help(st)ers is
deze dag een groot succes geworden!
Graag tot volgend jaar!
Bestuur O. V. Melissant
Drekking Oranjeverloting Melissant
9e prijs 1137; Se prijs 1492; 7e prijs 596;
6e prijs 135; 5e prijs 1138; 4e prijs 1110;
3e prijs 148; 2e prijs 1877; Ie prijs 918.
Prijzen afhalen bij Erik Kleynenberg,
Bachplantsoen 11, Dirksland, tel. 605125.
wethouder Bakelaar laconiek weten. En dat
was weer 'te kort door de bocht' voor Van
der Meer. Hij wilde een normaal antwoord
horen, maar dat had ie volgens Bakelaar net
gehad...
En wat betekent nu toch eigenlijk de uit
spraak 'in principe'? De raad boog zich
daarover toen in de vergadering de aanbeste
dingsnota aan de orde kwam. Het voorstel
van de commissie Openbare Werken was dat
voor karweien die minder dan 10.000 zou
den kosten de directeur gemeentewerken
opdracht mag geven, voor klussen tussen de
10.000 en 50.000 zou de aanbestedings-
vorm in overleg met de portefeuillehouder
worden bepaald, waarbij - en dan komt het -
'in principe' verschillende offertes gevraagd
moeten worden of meervoudig onderhands
aanbesteed moet worden. Eventueel kunnen
voor een aantal zaken, zoals straatwerk,
gemalen, e.d. een uitzondering worden
gemaakt. Maar wat moet je nu met dat 'in
principe'? 'Is dat iets als een slag om de arm,
dat je ervan uitgaat dat het zo of zo moet
gebeuren, maar als het je beter uitkomt doe
je het toch anders'?, zo rees de vraag. Maar
nee, natuurlijk niet, legde wethouder Visser
uit: 'als we zeggen 'in principe', dan heeft
dat daadwerkelijk te maken met principe,
met een principe-zaak. Je stelt jezelf als
principe dat..., en dan is het geen zaak meer
waar je lichtvoetig mee omgaat, waar je uit
eindelijk nog allerlei kanten mee opkan!'
Klip en klaar, duidelijk en helder. Burge
meester Sinke toonde zich volkomen ver
eend met deze omschrijving, zelf had hij het
niet mooier kunnen zeggen.
Aan het begin van de vergadering kreeg de
raad er overigens een nieuw raadslid bij:
voor de RPF volgde de heer A. van der Laan
de onlangs vertrokken G. Moerkerk op. In
enkele woorden schetste Van der Laan een
bescheiden zelfbeeld. 'Het eerste jaar zal ik
niet zo veel zeggen, maar wel veel luisteren.
Hetzelfde elan en dezelfde bevlogenheid van
mijn voorganger heb ik niet en ik zal ook
niet alles even goed begrijpen, maar ik ver
wacht van God de nodige kracht en wijs
heid'. Burgemeester Sinke stelde Van der
Laan echter gerust: 'wij begrijpen ook niet
altijd alles'.
Verscheidenheid (i Korinthe i2:4)
Paulus spreekt over de verschillende gaven
die door de Heilige Geest in het midden
van de gemeente geschonken worden. De
gelovigen in Korinthe hadden ontdekt dat
er een grote verscheidenheid was van
gaven: de één had meer gaven dan de
ander, maar er was ook verschil in de
gaven. De één had de gave van gezondma
king, de ander de gave van de profetie en
weer een ander de gave van het geloof.
Blijkbaar was er nu binnen de gemeente
verschil van mening gerezen over de wijze
waarop de verschillende gaven gewaar
deerd moesten worden. Zij, die heel opval
lende gaven hadden, werden door een ieder
gerespecteerd en soms zelfs bewonderd.
Anderen, die meer verborgen gaven had
den en niet zo op de voorgrond traden.
waren veel minder in tel. Nu wil Paulus
voor alles leren, dat de Heilige Geest de
gaven verdeelt. Het is geen prestatie van
ons als we bepaalde gaven hebben, en we
kunnen ons daar niet op beroemen.
Alle gaven komen van de Heilige Geest.
Juist in de verdeling van de gaven door
dezelfde Geest komt de eenheid in de ver
scheidenheid naar voren. De gemeente van
Christus is een eenheid, waarvan elk onder
deel weer verschillend is. Maar ook elk
onderdeel is nodig en doet de heerlijkheid
van de gaven van de Heilige Geest afstra
len.
Juist in de christelijke gemeente zullen de
leden op de juiste wijze moeten leren om te
geven en te nemen. Het geven duidt er dan
op dat elk lid de gave, die hij of zij heeft
ontvangen, ook geeft, aanwendt tot nut en
tot opbouw van de ander en van het geheel
van de gemeente. Het nemen betekent, dat
we aanvaarden dat de ander gaven heeft die
we zelf niet hebben, en die net zo nodig zijn
voor het geheel van de gemeente. Het bete
kent ook dat we binnen de gemeente elkaar
nodig hebben om werkelijk gemeente te
kunnen zijn.
Ook de gaven die in onze ogen misschien
niet zoveel betekenen zijn nodig voor de
opbouw van de gemeente.
Binnen de gemeente gaan we in het geloof
steeds weer verstaan dat wij de ander en
zijn gaven nodig hebben voor het leven
vanuit het geloof, maar ook dat de ander
ons nodig heeft en dat we daarom in de
gemeente en in de samenkomsten van de
gemeente aanwezig behoren te zijn.
Zo alleen, als we elkaar dienen met de
gaven die wij ontvangen hebben, als we ons
ook laten dienen met de gaven die anderen
hebben ontvangen, zo alleen kan de ge
meente groeien en opgebouwd worden in
het geloof, tot eer van de Koning van de
Kerk. Immers de Heilige Geest heeft bij al
Zijn werk, ook bij het verdelen van de
gaven over de leden van de gemeente, maar
één doel, en dat is de verheerlijking van de
Heere Jezus Christus.
Dat verheerlijken van Jezus Christus dat
mag geschieden door wat mensen kleine
gaven noemen en door wat mensen grote
gaven noemen. Er is dan ook niet de minste
reden om de ene gave boven de andere te
stellen. Elke gave is evenzeer nodig voor
het geheel van de gemeente. Al wat de Hee
re werkt en geeft zal juichen tot Zijn eer.
Dirksland
J. Willemsen
Automobielbedrijf Witvliet in Mid-
delharnis bestaat 75 jaar en behoort
tot de oudste Forddealers van Neder
land. Met de medewerkers is het jubi
leum intern al gevierd. De directie wil
ook naar buiten nog iets feestelijks
doen, voor klanten en andere belang
stellenden. Op 13, 14 en 15 mei is er
een speciale jubileumshow van 'de
Fordgarage' in Middelharnis, waar
iedereen van harte welkom is.
Directie
In 1984 werden Aren Grootenboer, Jan van
der Made en Kees Dirman gezamenlijk eige
naar/directeur van Automobielbedrijf Wit
vliet aan het Beneden Zandpad in Middel-
hamis. In 1985 verhuisde het bedrijf naar de
Koningin Julianaweg.
Grootenboer neemt de boekhoudkundige
kant van de zaak voor zijn rekening. Van der
Made is de man van de verkoop en Ihrman
gaat over de werkplaats. Gedrieën hebben zij
met hun medewerkers een mijlpaal in de
geschiedenis van Automobielbedrijf Wit
vliet bereikt: 75 jaar Forddealer!
Mede dankzij een trouwe klantenkring heeft
het bedrijf dit jubileum kunnen bereiken.
Directie en medewerkers hopen dat klanten
en andere belangstellenden tijdens de jubi
leumshowdagen even langs zullen komen.
De rol van de werkplaats
Op de jubileumshow presenteert Automo
bielbedrijf Witvliet zich met een collectie
fonkelnieuwe Fords en een aantrekkelijk
assortiment occasions. Het is de taak van de
werkplaats er voor te zorgen dat de auto's er
mooi bij staan en goed blijven rijden.
Als technisch directeur is Kees Ihrman chef
van de werkplaats. "We zijn in totaal met
vier monteurs" vertelt hij. "We hebben altijd
de handen vol. Er komen in de werkplaats
zo'n twintig auto's per dag. Het gaat daarbij
om onderhoud en het klaarmaken van nieu
we en gebruikte auto's. Nieuwe auto's moe
ten schoon gemaakt en gecontroleerd wor
den. Verder is het afhankelijk van wat de
klant wil: trekhaak, spoilers, sportvelgen,
telefoon, noem maar op. Gebruikte auto's
krijgen een grote beurt, dikwijls in combina
tie met een APK-keuring. Onze occasions
zijn stuk voor stuk klassewagens en worden
meestal geleverd met drie maanden Al-
garantie. En ook hier geldt weer: Wat de
klant verder wil. Vanwege ons jubileum
geven we op de showdagen de gelegenheid
voor uitzonderlijke kortingen op occasions".
En dan het onderhoudswerk: "De klant wil
goed en snel geholpen worden. Mensen kun
nen hun auto niet meer missen tegenwoor
dig. Daarom hebben we een aantal uitleen-
wagens als service van de zaak".
Extra service
"Om nog meer service te bieden is de werk
plaats ook op dinsdagavond en zaterdagoch
tend open. Vorig jaar zijn we begonnen met
'Rapid Service'. Dat wil zeggen datje voor
kleine reparaties zonder afspraak bij ons
terecht kunt. Lekke band, lamp verwisselen,
olie verversen, banden vernieuwen en rui
tenwissers vervangen, dat soort dingen. Dat
is niet merkgebonden. Ook als je niet in een
Ford rijdt kun je daarvoor bij ons terecht,
ledere klant is welkom".
Kees Ihrman ervaart het contact met de klan
ten als prettig. "Als een klant iets wil dat je
zelf technisch niet verstandig vindt, dan
moet je de moeite nemen om toe te lichten
waarom het ene beter is dan het andere. Het
is belangrijk dat klanten vertrouwen in je
hebben. Toen ik als jong broekje chef van de
werkplaats werd - ik was pas vierentwintig -
heb ik ervaren, dat de klanten vertrouwen in
je krijgen doordat er goed werk wordt gele
verd".
Monteur
Inmiddels werkt Kees Ihrman al 22 jaar bij
de Flakkeese Forddealer. "Vanaf mijn
zeventiende. Ik was na de Technische
School van plan om beroepsmilitair te wor
den. In de proeftijd zag ik al in, dat mijn toe
komst toch niet in het leger lag. Ik ben toen
zelf werk gaan zoeken en bij Automobielbe
drijf Witvliet aangenomen als leerlingmon-
teur. Zo ben ik verder gegaan. Via avond
cursussen heb ik allerlei diploma's gehaald,
het laatste eenjaar of vier geleden.
Ik kan wel zeggen dat ik altijd met plezier
naar mijn werk ga. Anders zou ik er gehjk
mee stoppen, zo'n type ben ik wel. Ik heb
een goede samenwerking met mijn colle
ga's. In de werkplaats probeer ik rekening te
houden met de voorkeuren van de monteurs.
De een werkt liever aan een groot karwei, de
ander doet liever onderhoudsbeurten. Voor
mezelf bestaat het werk nu globaal genomen
voor de helft uit het monteursvak en voor de
helft uit administratie".
'n Beetje getrouwd met Ford
Aan hoeveel modellen en types van Ford heeft
Kees Ihrman door de jaren heen gewerkt?
"Heel wat. Vanaf de Ford Anglia, denk ik. Ik
heb de Ford Fiesta zien komen en de ver
nieuwingen daarvan meegemaakt. De auto's
van nu zijn niet te vergelijken met die van 22
jaar geleden. Tussen die tijd en nu ligt echt
een wereld van vooruitgang".
Hoewel er vandaag de dag nauwelijks slech
te auto's worden gemaakt, is Ford voor Kees
Ihrman vanzelfsprekend. "Ford is een deel
van je leven geworden. Je bent een beetje
getrouwd met Ford. Afgezien daarvan moet
gezegd worden: Voor de dealer is het prettig
dat visie en begeleiding van de kant van de
fabrikant bij Ford erg goed zijn. Daar is het
merk heel sterk in. Ford heeft als autofabri
kant 100 jaar ervaring en 75 jaai" in Neder
land".
Voor de Forddealer van Goeree-Over-
flakkee is 1999 dus een dubbel jubileum
jaar: 75 jaar Ford in Nederland en 75 jaar
Automobielbedrijf Witvliet in Middel
harnis.
Hij observeerde ieder, die aan tafel
zat. Gezond, sterk, vrolijk en vol le
vensmoed, was zijn conclusie. Ze zijn
gelukkig hier. Alleen Margareth. Zij
was wat stil. Hij merkte hoe ze eens
starend uit het raam naar buiten keek.
Er was iets in haar ogen,wat hem niet
beviel. Maar op datzelfde ogenblik
begon ze hem te vragen naar Lacom-
be, naar deze en die. Nu was ze helemaal niet stil; ze
praatte druk. Een beetje tè druk, vond John. En in
haar ogen bleef iets, wat hem niet bevallen kon.
's Avonds, nadat de anderen vertrokken waren,
vroeg hij aan Ann en Clarence hoe het met Marga
reth ging.
"Die is altijd bang dat de berg op haar zal vallen",
spotte Clarence.
Ann vond dat Clarence er niet de draak mee steken
moest. Zij vertelde dat Margareth een vreemde
angst had voor de bergen. Na de geboorte van haar
kindje was het een poos vrij goed gegaan. Als er
grote drukte was, zoals onlangs bij het oogsten en
nu bij het dorsen, vergat zij haar angst blijkbaar, en
in gezelschap kon ze vrolijk zijn. Maar het kwam
telkens weer terug en Ann maakte zich bezorgd hoe
't straks zou gaan als 't winter werd en zij alleen zou
zitten in haar huisje met haar kind, dikwijls geïso
leerd.
"Wilt u niet eens met haar gaan praten, vader?"
vroeg ze.
Hij wilde dat wel doen. De volgende morgen wan
delde hij naar George en Margareths huis en op die
wandeling genoot hij. 't Had 's nachts gevroren, een
nachtvorst, die het gewas geen schade meer kon
doen, omdat dat veilig in de schuur zat, maar die het
bos betoverd had. Gister was 't loof nog groen, zo
dof en donkergroen, stoffig en rimpelig als lover
zijn kan, wanneer de zomer oud geworden is. Doch
nu, nadat de vorst de bomen aangeraakt had, was het
woud plotseling vol diepe en warme kleuren met
dominerend geel en rood. Toen hij van het smalle
bospad op de open plek kwam, waar George en Mar
gareths blokhut stond, bleef hij staan. Het was een
simpel huis, van ongeschilde balken opgetrokken,
maar in zijn bruine eenvoud lag het zo heerlijk tegen
een achtergrond van bomen, welker geel en rood
hier, in de volle zon, tot goud en bloed verhevigd
waren, en onder het glinsterend wit van de met
sneeuw en ijs bedekte berg, die hoog en breed boven
het bos uitrees, scherp gesneden in een blauwe
hemel. Een heerlijk landschap, dat een passende
entourage vormde van wat John bij het huis zag. Op
een bank terzijde van haar woning zat Margareth in
de volle zon, haar kindje zogend.
Zij zag hem niet. Ze keek een andere kant uit. John
wachtte tot het kindje was gevoed. Toen kwam hij
langzaam nader.
Zij schrok, toen zij hem hoorde, keek schichtig op
en maakte een beweging van in huis te willen vluch
ten. Ze deed het niet. Voor opa John kon ze niet
weglopen. Maar zij was zeer verlegen en vergat
zelfs om hem uit te nodigen op de bank te komen
zitten.
Hij nam plaats, prees haar zoon ea deed of hij niet
merkte dat ze schuw was. Ann was in het begin ook
zo geweest als er bezoek kwam. De eenzaamheid
maakte de jonge vrouwtjes zo. Bij Ann ging het nu
al aardig over. Zo zou 't bij allen gaan, dacht hij, en
dit te eerder naarmate het op de hill minder eenzaam
werd. Nu het goed ging in de Bulkley vallei, zouden
er wel gauw meer mensen komer. Alleen, hoe zat
het met die angst van Margareth voor de berg, waar
over Ann en Clarence spraken? Hij kon het zich niet
voorstellen. De berg bekroonde het landschap.
"Je woont hier mooi, Margareth", begon hij.
Zij stemde het aarzelend toe.
Hij praatte over haar huisje, overhel bos, wees op
de mooie kleuren van de herfst.
"Ja... ja...", stemde ze telkens toe.
"En dan die witte reus daarachter'.
Hij merkte dat ze huiverde en dït er een flits van
angst trok door haar ogen. "Ja...", stemde ze even
wel weer flauwtjes toe. "Of hou je niet van bergen?"
vorste hij. Er was opnieuw die huiver en die flits.
"De berg maakt mij zo bang", zei ze fluisterend.
"Waarom?" vroeg John. "Hij staat heus stevig,
hoor".
"Ik weet het", gaf ze toe. "Mijn angst is dwaas. En
toch... Hij is zo hoog en hij is zo koud. 't Beklemt
me zo".
"Ken je je Bijbel?" vroeg hij haar.
"Zo'n beetje", zei ze, verwonderd om de zwaai, die
hij aan het gesprek gaf.
"Zijn grondslag, Zijn onwrikb're vastigheden, heeft
God gelegd op bergen. Hem gewijd", haalde John
uit een psalm aan.
Margareth wiegde het kind op haar schoot.
"Weet je wat die oude dichter ook zei, zus?" ging
John voort. "Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal. Hoor je dat, Marga
reth? De hulp komt van de bergen. Jouw hulp komt
ook van boven, kind. Daar woont God".
Zij veegde een traan van haar wang. "Dank u", zei
ze. "Ik zal mijn best doen om er bovenuit te komen".
"En bidden, meiske, bidden helpt".
Daarop zei John vriendelijke woordjes over haar
hand, dat lachte uit zijn blauwe ogen en op haar
schoot lag te trappelen met zijn gebruinde beentjes.
En Margareth lachte ook. Zij dronken samen een
kop koffie en zij liet hem haar huisje zien; ze praat
te over haar man, die zo goed voor haar was, en over
Ann en Jane, die zoveel voor haar deden, en ze zei
dat ze alle reden had voor dankbaarheid.
Toen hij wegging, zei ze nog eens: "Dank u, opa!"
en daarop was er een grote warmte in haar stem.
Eer hij het smalle bospad insloeg, draaide hij zich
om en zwaaide met zijn stok naar Margareth, die
voor haar huisje stond, en hem nawuifde, vrolijk en
blij. Hij was voldaan over dit bezoek.
Terug bij Ann en Clarence vond hij daar een half-
bloed op hem wachten. Het was een zoon van Bar
rett, uitgestuurd om hem te halen. De oude was
opeens veel erger ziek geworden. Hij wilde graag
dat John kwam.
John reed met de jongen mee. Hij vond Barrett be
nauwd en met veel pijn, en ook angstig, want hij
voelde dat zijn leven op een eind liep en hij wist zo
weinig van het land, waar hij nu heen ging, noch van
de weg erheen. John moest hem helpen.
John zei dat hij hem er niet brengen kon, maar Eén
kon het wel en om de hulp te ontvangen van die Ene,
moest je je aan Hem overgeven.
Barrett wou daar niet aan. Hij moest wat doen; hij
wou veel doen.
"Dat kun je immers niet meer", zei John daarop.
Dit maakte Barrett juist zo angstig. Hij kon niets
meer. Hij was te laat. Dus ging het met hem ver
keerd.
"Maar overgeven kun je je nog wel. Dat heb je
immers de laatste tijd geleerd".
Zo was het. Hij kon al maanden niets meer; hij kon
niet eens alleen eten en drinken; in alles moest hij
zich door Mable laten helpen.
"Zo moet je je nu ook aan Hem overgeven. Het is
het enige wat je nog kunt hier op aarde, maar dat is
ook genoeg".
Zij praatten samen, John troostend, Barrett hees en
hijgend. John bad met hem. Op het eind zei Barrett
dat het nu vrede was met God. En daarna dat hij ook
zo graag vergeving krijgen zou van Ann.
"Die heb je", verzekerde John. Maar de zieke wou
toch gaarne Ann nog spreken en als 't kon Clarence
ook. (wordt vervolgd)
- V r
Technisch directeur Kees Ihrman, een beetje getrouwd met Ford