EIÜVnDEII-tllEUWS
Overdenking
Keer op keer
uit de
Heilige Schrift
Gaat in uw
binnenkamer
Meer veiligheid
HET
rjKUkVENSTER
komt met
gevarieerd cursusaanbod
met BOVAG-onderhoudsbeurt
voor caravans
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1998
No. 6741
Blik op kerk ^^y
en samenleving tj
- Het nieuwe boek van Kuitert
- Het moderne denken
- Water bij de wijn
Dat Professor Kuitert weer een boek
heeft geschreven kan voor kerkmensen
geen nieuws meer zijn. Alle media - ook
de seculiere, die anders geen belangstel
ling hebben voor het kerkelijk leven -
hebben er aandacht aan besteed, en de
eerste week na de verschijning stond het
al nummer één in de top-tien.
In 'Jezus, de nalatenschap van het chris
tendom', rekent de hooggeleerde af met
de laatste 'heilige huisjes' die nog over
eind stonden. Christus is niet de Zoon
van God, want Jezus was een Jood, en
naar Joodse begrippen kan God geen
Zoon hebben... Dat Hij God en Mens
zou zijn in één Persoon is een ketterij,
evenals natuurlijk de Drieëenheid. Het
dagblad Trouw sloeg de spijker op de
kop - al had de inhoud van het verhaal
een andere tendens - met het opschrift:
'Kuitert onttakelt de Christusfiguur'.
Overigens zijn deze nieuwste opvattin
gen van de hooggeleerde emeritus nu
ook weer niet zó nieuw. Er is al van ver
schillende kanten op gewezen dat de
vrijzinnigen in de vorige eeuw precies
hetzelfde hebben beweerd. Dat het nu
komt uit de hoek van hen die zich eind
vorige eeuw van de Hervormde Kerk af
scheidden wegens de vrijzinnigheid is
typerend voor de ontwikkelingen in die
kerken...
Wat voor Kuitert pleit, zo hoor ik van
links en rechts beweren, is dat hij ten
minste, in tegenstelling tot zijn Kampen-
se collega Den Heijer, de verzoening
onaangetast laat. Ik denk dat dat maar
schijn is. Inderdaad spreekt Kuitert over
de verzoening tussen God en mens, maar
dat wordt toch heel anders ingevuld. De
mens staat schuldig tegenover God en
wil dat op de een of andere manier goed
maken. Daarom had Israël z'n Grote
Verzoendag en hebben de christenen hun
Goede Vrijdag. Maar 'alles wat we van
Boven weten komt van beneden', aldus
Kuitert.
Dat wil dus zeggen dat wij, mensen, dat
zoenmiddel hebben bedacht, in de hoop
dat God daar genoegen mee zal nemen.
Hij speelt, om zo te zeggen, het spelletje
méé. Dat is toch wel iets anders dan de
klassieke verzoeningsleer, zoals die door
de Kerk der eeuwen is geloofd en bele
den...
Wat beweegt Kuitert, en wat motiveert
anderen, die zo menen te moeten afreke
nen met datgene wat de eeuwen door de
leer van de kerk is geweest? Naar mijn
inzicht willen ze het christelijk geloof
toegankelijk maken en aannemelijk
maken voor de postmoderne mens. Zoals
in de vorige eeuw alles werd geschrapt
wat niet in overeenstemming was met
'de rede', zo wordt ook nu doorgestreept
wat voor de mensen van deze tijd niet
acceptabel is. Niet de openbaring van
God die naar ons toekomt is maatge
vend, maar mijn ervaring, wat ik kan on
dervinden en geloven. Vraag dan maar
niet watje nog overhoudt!
Vorige week zaterdag werd in Haarlem
bisschop Romers begraven, die zo onver
wacht op 62-jarige leeftijd was overle
den. Een man die binnen de Nederlandse
kerkprovincie, waar ook alles op losse
schroeven wordt gezet, vasthield aan de
klassieke leer van Rome. Tijdens de uit
vaartdienst sprak zijn broer een woord
ter gedachtenis. Zelf ook priester en be
horend tot dezelfde orde. Ik werd getrof
fen door wat hij van zijn broer vertelde.
Als ze tegen hem zeiden: „Henny, moet
je nu zo star aan het oude vasthouden?
Kun je nu ook niet eens wat water bij de
wijn doen?" - dan was zijn antwoord:
„Maar dan is het geen wijn meer!"
Waarnemer
U, Heere, weet precies de maat,
maar ook het einde van mijn lijden.
En zijn er dikwijls zware tijden,
't gaat alles naar Uw wil en raad.
Dit troost mij: 'k ben steeds in Uw hand,
al rijzen soms ook wel de vragen.
Geef dat ik mij niet zal beklagen,
niet door verdriet word overmand.
Komt soms de toekomst op mij aan,
bewaar mij toch voor angstig vrezen.
U wilt dan ook mijn Helper wezen,
als ik door dieper dal moet gaan.
Leer bij de dag mij leven. Heer',
niet zuchtend voor de dag van morgen.
Ook dan wilt U weer voor me zorgen.
U redt mij immers, keer op keer.
Uit: M.A. Groeneweg-de Reuver. Opklimmend uit de woestijn.
Uitgeverij Frits Hardeman, Ede. Paperback. 48pag. Prijs f. 12,95.
VMBO
Sommelsdijk
Op het VMBO Groen Sommelsdijk
kunt u vanaf dit cursusjaar terecht
voor cursussen op het gebied van
techniek, keramiek, groene ruimte,
bloemsierkunst en dierverzorging.
Het gaat om cursussen voor hobby
isten, dus wellicht zit er iets voor u
bij.
'Groene cursussen'
Als u altijd al hebt willen weten wat de
namen van de planten in uw tuin zijn,
dan is er de cursus 'groene ruimte'. Of
de cursus 'dode materialen' om te leren
werken met bestratingsmaterialen. Wilt u
graag zelf een mooie herfstschikking
maken, of juist een kerstschikking, dan
kunt u kiezen uit 4 mini-cursussen
bloemsierkunst. Direct kiezen voor de
hele serie van 4 mini-cursussen kan
uiteraard ook.
'Technische cursussen'
Op het gebied van techniek kunt u vanaf
dit seizoen de lascursus voor hobby-isten
volgen. Deze cursus is korter dan de 'be
roepscursus' en zonder examen. Daar
door is de prijs van de hobbycursus aan
zienlijk lager dan van de cursussen die
opleiden tot het NIL-diploma (NIL Ne
derlands Instituut voor Lastechniek).
Voor deze laatstgenoemde groep cursus
sen geldt dat u voor zowel elektrode als
MIG/MAG lassen de cursus kunt volgen
tot en met niveau 3.
Voor mensen die meer van de techniek
in en om het huis willen weten en ook
meer zelf willen doen, is er de cursus
'techniek in en om het huis'.
'Vormen in klei'
Voor de meer creatieve mensen zijn er 2
keramiek-cursussen. Een introductie-cur
sus 'vormen in klei' en een vervolgcur
sus. In deze cursussen leert u bijvoor
beeld een pot, emmer of iets dergelijks
op te bouwen uit ringen. Onderwerpen
als boetseren, werken met plaat en glazu
ren komen aan bod. Het zijn beide korte
cursussen van 8 avonden.
'Dierverzorging
Op het gebied van dierverzorging is er
dit seizoen de cursus 'verloskunde bij het
schaap'. Een cursus, die als basis een
stuk theorie bevat, maar daarnaast leert u
het een en ander in praktijk.
Andere cursussen op dit terrein zijn in
ontwikkeling. Bij voldoende belangstel
ling kunt u op termijn cursussen ver
wachten over 'de hond' en 'kleine huis
dieren'.
Cursusfolder
Heeft u belangstelling voor één van deze
cursussen, dan kunt u de cursusfolder
aanvragen bij het VMBO Groen Som
melsdijk, telefoon (0187) 471010. Ook
als u meer informatie wilt hebben over
de cursussen kunt u bellen. De docenten
die de cursussen verzorgen zijn altijd
bereid uw vragen te beantwoorden.
"Maar gij, wanneer gij bidt, gaat
in uw binnenkamer, en uw deur
gesloten hebbende, bidt uw Vader,
Die in het verborgen is; en uw
Vader Die in het verborgen ziet,
zal het u in het openbaar vergel
den". (Matth.6: 6)
Deze tekst begint met: Maar gij. Daar zit
een tegenstelling in. Jezus verfoeit het
bidden van de geveinsden. Dat is geen
bidden. We hebben dat vorige week
gezien. Van de Zijnen vraagt Hij een
ander bidden. Niet voor het aangezicht
van de mensen,maar voor het aangezicht
van God,onder vier ogen met Hem.
Jezus heeft het hier over het persoonlijk
gebed. De woorden van vs.6 zijn in het
enkelvoud gesproken. We zouden dit
woord ook zo mogen lezen: maar gij
alleen, wanneer gij alleen bidt, gaat
alleen in uw binnenkamer. Voor alle dui
delijkheid: Dit persoonlijk gebed sluit
het gemeenschappelijk gebed uiteraard
niet uit. Wat kan er een zegen uitgaan
van het eendrachtig bidden. Lees er het
boek Handelingen maar op na. Maar
naast het gebed aan tafel, het gebed als
gemeente in Gods huis, hebben we ook
het persoonlijk gebed nodig.
De binnenkamer, wat is dat? Mogelijk
denkt Jezus hier aan de provisiekamer in
de Oosterse huizen. Het enige vertrek in
huis dat kan worden afgesloten en dat
geen venster naar buiten had,zodat de
warmte zoveel mogelijk werd terugge
drongen. U begrijpt dat in ons leven de
binnenkamer elke rustige plaats kan zijn.
Jezus bedoelt dat we van tijd tot tijd de
eenzaamheid zoeken,waar die dan ook
is.Dat zal voor de een de slaapkamer
zijn, voor een ander de zolder, en voor
een derde... Izak ging het veld in om te
bidden. Daniël had zijn opperzaal en
Jezus Zelf zocht in de nacht het gebergte
op.
Weet u, als we een levende omgang met
de Heere mogen kennen, kunnen we niet
meer zonder de binnenkamer. Ik hoop
dat u daar van harte ja op zegt. Want dat
is een teken van Leven. Leven uit de
Heilige Geest. Het geloof heeft de gees
telijke ademhaling die het gebed wil zijn,
nodig. Om de zonden en de zorgen uit te
ademen. En om Gods genade en het
geloofsvertrouwen in te ademen. In de
binnenkamer is er het gesprek met God.
Is er de worsteling om het houvast aan
Zijn beloften te vinden. Is er het gevecht
om Zijn weg te mogen gaan en niet de
eigen weg. In de binnenkamer mag ik
mijn nood voor Hem uitstorten. Ik mag
Hem ook vinden wanneer het wonder
van de vergeving opengaat. In de binnen
kamer wordt de klacht gehoord, maar
ook de aanbidding. Het leven met God in
al zijn gestalten, zoals we dat in de psal
men aantreffen, de binnenkamer van het
Oude Testament. Gods verborgen
omgang vinden immers zielen waar Zijn
vrees in woont! In de binnenkamer wor
den we ook toegerust om dienst te doen
in het Koninkrijk der hemelen. Want- de
binnenkamer ontslaat ons nooit van onze
roeping in het leven van elke dag. Wie
veel in de binnenkamer verkeert, zal ook
daarbuiten een levend lidmaat van
Christus zijn. Het één mag niet ten koste
van het ander gaan. De omgang met God
mag zich nooit beperken tot de binnenka
mer, maar omvat het hele leven, geen
vierkante centimeter uitgezonderd. Als ik
het geheim van de binnenkamer ken, zal
mijn omgeving dat kunnen merken.
Nu zegt Jezus er nog iets bij: uw deur
gesloten hebbende. Dat onderstreept de
afzondering. Het gaat er om dat wij stil
worden voor God. Kennen wij dat nog?
Die stilte die een gevulde stilte is, in de
omgang met de Heere? Waarin de stem
men van deze wereld verstommen en
alleen Zijn stem overblijft? Bidden is
dikwijls haastwerk geworden. Even..!
Wat kun je daar mee tobben, juist als we
de zegen van de binnenkamer hebben
leren kennen. Wie krijgt de deur dicht als
God hem Zelf niet sluit? We nemen de
jacht van het leven mee de binnenkamer
in. En het kontakt met God krijgen we
niet(meer). Het is in het verkeer met de
Heere net als in het verkeer tussen men
sen onderling. Om tot een gesprek te
komen zijn tijd en rust nodig. Een
gesprek krijg je niet in het voorbijgaan.
Bidden wordt pas spreken met God, als
we onze deur hebben gesloten en we
alleen zijn met Hem. Bij de Heere op het
spreekuur. Die dag en nacht bereikbaar
is, alle tijd voor ons heeft en altijd uit
komst weet.
Is dat niet de nood van velen van ons? dat
de deur niet dicht wil? Weet u wat u dan
nodig hebt? Dat u juist des te meer de bin
nenkamer zoekt. Want daar blaast de
Heilige Geest het gebedsleven nieuw
leven in. Daar vuurt de Geest het geloof
weer aan. Daar komt de hoop tot leven en
gaat de liefde weer gloeien. Bidden wordt
in de binnenkamer geleerd. Dan zult u ook
merken dat de Heilige Geest het anders
maakt. Zodat de opening er komt en de
woorden uit uw hart komen. Nee, geen
mooie woorden. Als de Geest ons bidden
leert, is het nogal eens gedaan met de
mooie gebeden. Dan wordt het een stame
len en een roepen. Erg? Welnee! Want de
Heere houdt niet van mooie gebeden.maar
van echte gebeden die komen uit een hart
dat voor Hem gebroken is.
Nu een heel persoonlijke vraag. En ik
hoop dat u daar voor uzelf een heel per
soonlijk antwoord op geeft. Hebben wij
een binnenkamer? Als de muren van ons
huis eens konden spreken, zouden we
dan horen van plaatsen waar God door
ons wordt gezocht? Waar ouders worste
len om het behoud van hun gezin? Waar
jongeren hun knieën buigen om de dag
met God te beginnen en te beëindigen?
Waar gewaakt en volhard wordt in de
gebeden? Stille tijd noemen de jongeren
dat vandaag. Wat mooi gezegd. Want dat
is het nu helemaal: mijn ziel is immers
stil tot God.
Wie zonder de persoonlijke omgang met
de Heere kan, mag zichzelf wel eens ern
stig onderzoeken of er wel geestelijk
leven is. Hoe kunnen wij Hem eenmaal
ontmoeten als we Hem nu nooit in de
binnenkamer ontmoeten. Wee degene
voor wie de Heere een Vreemde is.
Het kan ook zijn dat we achterop zijn
geraakt. Er is een tijd geweest dat u
dichtbij de Heere God leefde. Maar nu?
Het is doods en dor geworden. Hoe komt
dat? Bidt u wel? Nee, ik vraag niet of u
de handen vouwt en de ogen sluit. Ik
neem aan van wel. Maar houdt u ook aan
in het gebed? Worstelt u zich steeds weer
naar de Heere toe? Of hebt u het eigen
lijk maar opgegeven?
Dan wil dit woord van Jezus een nieuwe
injektie zijn: gaat in uw binnenkamer.
Het is niet tevergeefs. Want uw Vader
ziet in het verborgen, zegt Jezus. Is dat
niet vertroostend? Hij weet van alle strijd
en biddeloosheid. Ook al lijkt de hemel
van koper. Hij kijkt er dwars doorheen.
Wij kunnen Hem uit het oog
verliezen,maar Hij de Zijnen niet. Al dat
tobben van ons is Hem bekend. Daar
mag u Hem op aanspreken. Hij zal u niet
laten staan. Want Hij is het ook Die u in
het openbaar vergelden zal. De geveins
den ontvingen hun loon van de mensen.
Maar de levende Kerk ontvangt het loon
van God,genadeloon dat Hij vergelden
zal. Nu al en straks op de jongste dag.
Wie twijfelt aan de kracht van het
gebed? Gaat in uw binnenkamer en u
zult het ervaren dat de Heere de Hoorder
van het gebed is. Omwille van Hem Die
Zelf Zijn leven lang de binnenkamer
heeft gezocht, Christus Jezus. Hij is het
Die de hemel heeft opengebeden. Die
ook voor de zonden in het gebed Zijn
bloed gegeven heeft. Maar Die tegelijk
de biddende Hogepriester is. Die het
gebed van Zijn Kerk draagt.
Waar ons oog voor Hem geopend wordt,
gaat bidden over in aanbidden. Daar
daalt in de binnenkamer een stukje hemel
op aarde neer. Zodat we met ons hele
hart belijden:" Van U is het koninkrijk
en de kracht, en de heerlijkheid, tot in
eeuwigheid, amen".
Nieuwerkerk a.d.IJssel
ds.M.B.van den Akker
De bij de BOVAG aangesloten caravan-
bedrijven gaan, tijdens de BOVAG-on
derhoudsbeurt, extra aandacht schenken
aan een zeer belangrijk veiligheidsas
pect: banden. Met ingang van het onder-
houdsjaar 1999 (dus dit najaar al) wordt
s - opticiens (WO)
Zandpad 2-4. 3241 GX Middelharnis
Register
Vakbekwaam
Opticien
Kwaliteit en service onder een dak.
daartoe een nieuw inspectieschema ge
hanteerd.
Vorig jaar werd de onderhoudsbeurt al
met een vochtmeting en een stabilisator
controle uitgebreid. Het laten uitvoeren
van een BOVAG-caravanonderhouds-
beurt blijft zeer noodzakelijk nu de over
heid vooralsnog geen APK voor cara
vans zal invoeren. Elke caravan waaraan
een volledige BOVAG-onderhoudsbeurt
is uitgevoerd krijgt, mits goedgekeurd,
de BOVAG keuringssticker 1999.
Met deze sticker wil de BOVAG vooral
de veiligheid van de caravangebruikers
en alle medeweggebruikers bevorderen.
De sticker wordt pas op de caravan ge
plakt wanneer alle noodzakelijke repara
ties en onderhoudswerkzaamheden op
onderstel, opbouw, gas en elektra zijn
uitgevoerd. Om misbruik te voorkomen
zal de dealer de sticker altijd zelf op de
caravan plakken.
Voor het oordeel over de caravanbanden
zijn de regels duidelijker geworden. Zo
wel profieldiepte (2 mm) en productie
jaar van de banden worden nu in het keu
ringsrapport vermeld. Als een band
ouder is dan 6 jaar, maar geen zichtbare
verouderings- of uitdrogingsverschijnse
len (scheurtjes, slijtage, beschadigingen)
van betekenis vertoont is vervanging
weliswaar niet noodzakelijk, maar toch
adviseert de BOVAG in het algemeen
voor alle zekerheid een caravanband na
zes jaar te vervangen. Omdat een cara
van veel minder kilometers per jaar
aflegt dan een auto, en de banden ook
niet op sturende of aangedreven wielen
zijn gemonteerd, zullen de banden veel
minder snel slijten. Dit neemt niet weg
dat zes jaar een leeftijd is waarop banden
wel degelijk verslechterd kunnen zijn, al
is dat niet altijd duidelijk te zien. Het
risico van een klapband is dan aanzien
lijk groter.
Tijdens de aanstaande Kampeer en Ca-
ravanRAI, die gehouden wordt van 22
t/m oktober 1998, kunt u in de BOVAG-
stand (standnummer 719) alles over de
nieuwe onderhoudsbeurt aan de weet
komen. Met de prijsvraag 'Veilig op va
kantie? Pak de BOVAG onderhouds
beurt', kunnen bezoekers de vernieuwde
BOVAG-onderhoudsbeurt voor hun ca
ravan winnen.
,,Je bent een aardig goeie kapitein,
Hiddo", vervolgde zijn vader op bescher
mende toon, „maar van zaken doen heb
je geen kaas gegeten. Het is gelukkig dat
ik de touwtjes nog in handen heb".
Bemhard werd de naam van het nieuwe
schip. Johannes vond het aardig dat hij
die naam kon geven, nu de Prinses juist
met Prins Bernhard was verloofd. Het
was een mooie schuit, veel groter dan de Wilhel-
mina en de Juliana. Voor zijn vrouw had Johannes
goed gezorgd. In plaats van een kajuit had het
nieuwe schip een kamer bovenop het achterdek.
Zittend in haar stoel zou Riek door grote ramen
over het dek en over zee kunnen zien.
Toen de Bemhard bemand moest worden, kreeg
Johannes moeite. De een na de ander die zich op
zijn oproep aanbood, weigerde te monsteren voor
het loon, dat hij wou geven. En Kees, die tegelij
kertijd volk voor de Wilhelmina zoeken moest,
kon ook geen mensen vinden voor dat geld. Daar
kwam nog bij dat de zeelui ook bezwaar maakten
te varen met zo weinig volk als Johannes zich had
voorgesteld. Zij hadden geen zin in een hondenle
ven, zeiden ze. Johannes hield zijn been lang stijf,
maar toen het hem niet gelukte om goed volk te
krijgen - verlopen zeelui wou hij niet - verhoog
de hij de gages en nam een man meer aan dan hij
van plan geweest was. Aan Kees gaf hij verlof het
zelfde te doen en tot Hiddo zei hij de eerste keer,
waarop ze elkaar weer zagen, dat hij de gages van
zijn mensen met zoveel mocht verhogen. Hiddo
zei enkel: „Zo". Hij zinspeelde er niet eens op dat
Johannes nu zelf deed wat hij hem kort geleden
had gevraagd en wat hem toen geweigerd was. Dit
viel Johannes mee. Maar op de eerstvolgende
kwartaalstaat, die Hiddo stuurde, ontdekte Johan
nes dat zijn zoon al vèr voordat hij het had toege
staan een hogere gage had betaald. Toen trok zijn
kin weer strak. Omdat hij hem destijds inzake die
matroos had toegegeven, moest Hiddo niet denken
dat hij nu over hem heen kon lopen!
Johannes voer fortuinlijk op zijn nieuwe schip. Hij
kon het dubbele laden van voorheen en aan vracht
was geen gebrek. Zijn verwachting kwam precies
uit. Er zat weer leven in de scheepvaart. Die zomer
voer hij geregeld naar de Oostzee om hout; de
daarop volgende winter vast op Engeland met ijze
roer of strokarton, en staal of steenkool als retour
vracht. Het waren korte reisjes, die telkens eindig
den in het vaderland, gewoonlijk te Delfzijl of
Harlingen. En de beide jongens voeren ongeveer
dezelfde routes, zodat ze elkaar nogal eens ont
moetten. Als dat op zee was, wisselden ze een
verre groet, maar in een haven hadden ze gelegen
heid tot buurten en soms hielden ze tezamen zon
dag, boord aan boord geankerd in een baai. Wat
Johannes bij die ontmoetingen van zijn zoons zag,
stemde hem tot voldoening. Hiddo voer met de
oude energie en goed beleid, en Kees beantwoord
de geheel aan de verwachtingen, die hij van hem
gekoesterd had. Hij droeg goede zorg voor het
schip, waakte zorgvuldig over de lading, en kon
het met de bevrachters redelijk vinden, al vond
Johannes dat hij tegen die heren wel eens wat kort
af was. In deze tijd van stijgende vraag naar
scheepsruimte was dat niet zo erg, maar als het
anders werd, moest je bij de verladers met de pet
in de hand staan, en het was altijd van belang als je
goede maatjes met hen was. Dat diende Kees wel
te beseffen. Hiddo kon best met die heren
omspringen. Hij sloot wel eens contracten af, waar
Johannes van opkeek. Dit verzoende hem er mee
dat Hiddo soms wat eigenmachtig handelde.
Johannes begreep dat hij een zo ervaren en ge
wiekst kapitein wat ruimer armslag laten moest
dan feitelijk toekwam aan een zetkapitein. Uit de
kwartaalstaten van de Juliana bleek dat hij daar
zelf wel bij voer.
Daar zijn drie schepen zo goed voeren, besloot
Johannes tot het laten bouwen van het vierde
schip. Riek vroeg, toen hij daarover naar Van Dijk
wou, of hij het wel zou doen, want er gebeurden
vreemde dingen in de wereld. De mensen praatten
dat er misschien een nieuwe oorlog komen zou.
Johannes zei echter dat hij er wat in zag, juist
omdat het een rare wereld was. Er zat nu muziek
in, meende hij. Riek vond dat lelijke muziek, maar
zij weerstreefde hem niet. Zij wist dat Johannes
een scherp inzicht had in zaken en het deed haar
genoegen dat hun jongste zoon nu ook een eigen
schip zou krijgen.
Roelof had sinds kort een meisje, Lena Bor, de
dochter van een kapitein-eigenaar, die wel wat in
de melk te brokken had, en toen Johannes praatte
over een nieuw schip en de jongelui over trouwen,
kwam Lena's vader bij Johannes om eens te over
leggen hoe dat moest. Bor scheen er wel wat voor
te voelen om te doen zoals het vroeger de gewoon
te was: botje bij botje leggen en zo het paar helpen
aan een eigen schip. Hij kon wel voor de helft
staan, al waren de schepen thans vele malen duur-
der4 dan de koffen dertig jaar geleden, en hij
vroeg Johannes of die voor de andere helft kon
zorgen. Johannes liet in het midden wat hij kon of
niet kon, maar Bor moest inzien dat het voor hem
niet aanging zijn jongste zoon anders te behande
len dan hij zijn beide oudsten had gedaan en dat
Roelof derhalve ook zetkapitein moest worden.
Bor pruttelde. Hij scheen het zich in het hoofd
gezet te hebben dat zijn dochter met een kapitein
eigenaar moest trouwen. Hij ging weg zonder dat
ze het eens geworden waren. Maar later kwam hij
erop terug. Nu kon hij inzien dat gelijke monniken
gelijke kappen moesten hebben. „Mooi zo", zei
Johannes. Hij was er daardoor van ontslagen tegen
Bor te moeten zeggen dat hij vooral bij Roelof,
minder zelfstandig dan zijn broers, de touwtjes
graag in handen hield. En nog minder behoefde
Bor te weten dat de regeling, die hij ontworpen
had: hij reder en zijn zonen in zijn dienst, hem
veel beter aanstond dan dat wat oudtijds de
gewoonte was.
Op de dag van de proefvaart van de Beatrix - zo
had Johannes het nieuwe schip kunnen noemen,
omdat er alweer een nieuwe naam in het Oranje
huis gekomen was - lagen al de vier schepen van
Johannes in Delfzijl. Hij had het er op gezet dat de
gasten bij de proefvaart niet alleen zijn nieuwe
schip, maar zijn gehele vloot zouden zien en dit
was gelukt. De Juliana was juist van de helling
gekomen, waar ze een grote beurt had vóór Roelof
en Lena er op kwamen. De Bemhard, met Hiddo
en Janna reeds aan boord, lag in lossing in de bui-
tenhaven en Kees kwam met de Wilhelmina die
zelfde dag te Delfzijl binnen. Johannes' hart zwol
toen de Beatrix, na de tocht op de Eems met zijn
redersvlag - blauw met een oranje bol in het mid
den - de haven binnenvarend, begroet werd door
zijn drie andere schepen, die aan de kade lagen,
ook gepavoiseerd en met dezelfde vlag in top.
Met één klein scheepje was hij op het Wad begon
nen. Nu reedde hij dit viertal fikse kusters.
Nadat de gasten vertrokken waren, stonden Johan
nes en Riek samen op het hoge sloependek van de
Beatrix. Zij had er straks niet veel van gezien,
omdat zij zich rustig moest houden wegens haar
hart. Nu toonde hij zijn vrouw zijn vloot.
„De Heere heeft ons rijk gezegend", zei Riek.
Johannes knikte. O, hij erkende hoger zegen. Hij
wist heel goed dat een man in alles afhankelijk van
God en uit zichzelf niets is. (wordt vervolgd)
ISVO