EIÜVnDEII-tllEUWS Overdenking Keer op keer uit de Heilige Schrift Gaat in uw binnenkamer Meer veiligheid HET rjKUkVENSTER komt met gevarieerd cursusaanbod met BOVAG-onderhoudsbeurt voor caravans VERVOLGVERHAAL 2e Blad VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1998 No. 6741 Blik op kerk ^^y en samenleving tj - Het nieuwe boek van Kuitert - Het moderne denken - Water bij de wijn Dat Professor Kuitert weer een boek heeft geschreven kan voor kerkmensen geen nieuws meer zijn. Alle media - ook de seculiere, die anders geen belangstel ling hebben voor het kerkelijk leven - hebben er aandacht aan besteed, en de eerste week na de verschijning stond het al nummer één in de top-tien. In 'Jezus, de nalatenschap van het chris tendom', rekent de hooggeleerde af met de laatste 'heilige huisjes' die nog over eind stonden. Christus is niet de Zoon van God, want Jezus was een Jood, en naar Joodse begrippen kan God geen Zoon hebben... Dat Hij God en Mens zou zijn in één Persoon is een ketterij, evenals natuurlijk de Drieëenheid. Het dagblad Trouw sloeg de spijker op de kop - al had de inhoud van het verhaal een andere tendens - met het opschrift: 'Kuitert onttakelt de Christusfiguur'. Overigens zijn deze nieuwste opvattin gen van de hooggeleerde emeritus nu ook weer niet zó nieuw. Er is al van ver schillende kanten op gewezen dat de vrijzinnigen in de vorige eeuw precies hetzelfde hebben beweerd. Dat het nu komt uit de hoek van hen die zich eind vorige eeuw van de Hervormde Kerk af scheidden wegens de vrijzinnigheid is typerend voor de ontwikkelingen in die kerken... Wat voor Kuitert pleit, zo hoor ik van links en rechts beweren, is dat hij ten minste, in tegenstelling tot zijn Kampen- se collega Den Heijer, de verzoening onaangetast laat. Ik denk dat dat maar schijn is. Inderdaad spreekt Kuitert over de verzoening tussen God en mens, maar dat wordt toch heel anders ingevuld. De mens staat schuldig tegenover God en wil dat op de een of andere manier goed maken. Daarom had Israël z'n Grote Verzoendag en hebben de christenen hun Goede Vrijdag. Maar 'alles wat we van Boven weten komt van beneden', aldus Kuitert. Dat wil dus zeggen dat wij, mensen, dat zoenmiddel hebben bedacht, in de hoop dat God daar genoegen mee zal nemen. Hij speelt, om zo te zeggen, het spelletje méé. Dat is toch wel iets anders dan de klassieke verzoeningsleer, zoals die door de Kerk der eeuwen is geloofd en bele den... Wat beweegt Kuitert, en wat motiveert anderen, die zo menen te moeten afreke nen met datgene wat de eeuwen door de leer van de kerk is geweest? Naar mijn inzicht willen ze het christelijk geloof toegankelijk maken en aannemelijk maken voor de postmoderne mens. Zoals in de vorige eeuw alles werd geschrapt wat niet in overeenstemming was met 'de rede', zo wordt ook nu doorgestreept wat voor de mensen van deze tijd niet acceptabel is. Niet de openbaring van God die naar ons toekomt is maatge vend, maar mijn ervaring, wat ik kan on dervinden en geloven. Vraag dan maar niet watje nog overhoudt! Vorige week zaterdag werd in Haarlem bisschop Romers begraven, die zo onver wacht op 62-jarige leeftijd was overle den. Een man die binnen de Nederlandse kerkprovincie, waar ook alles op losse schroeven wordt gezet, vasthield aan de klassieke leer van Rome. Tijdens de uit vaartdienst sprak zijn broer een woord ter gedachtenis. Zelf ook priester en be horend tot dezelfde orde. Ik werd getrof fen door wat hij van zijn broer vertelde. Als ze tegen hem zeiden: „Henny, moet je nu zo star aan het oude vasthouden? Kun je nu ook niet eens wat water bij de wijn doen?" - dan was zijn antwoord: „Maar dan is het geen wijn meer!" Waarnemer U, Heere, weet precies de maat, maar ook het einde van mijn lijden. En zijn er dikwijls zware tijden, 't gaat alles naar Uw wil en raad. Dit troost mij: 'k ben steeds in Uw hand, al rijzen soms ook wel de vragen. Geef dat ik mij niet zal beklagen, niet door verdriet word overmand. Komt soms de toekomst op mij aan, bewaar mij toch voor angstig vrezen. U wilt dan ook mijn Helper wezen, als ik door dieper dal moet gaan. Leer bij de dag mij leven. Heer', niet zuchtend voor de dag van morgen. Ook dan wilt U weer voor me zorgen. U redt mij immers, keer op keer. Uit: M.A. Groeneweg-de Reuver. Opklimmend uit de woestijn. Uitgeverij Frits Hardeman, Ede. Paperback. 48pag. Prijs f. 12,95. VMBO Sommelsdijk Op het VMBO Groen Sommelsdijk kunt u vanaf dit cursusjaar terecht voor cursussen op het gebied van techniek, keramiek, groene ruimte, bloemsierkunst en dierverzorging. Het gaat om cursussen voor hobby isten, dus wellicht zit er iets voor u bij. 'Groene cursussen' Als u altijd al hebt willen weten wat de namen van de planten in uw tuin zijn, dan is er de cursus 'groene ruimte'. Of de cursus 'dode materialen' om te leren werken met bestratingsmaterialen. Wilt u graag zelf een mooie herfstschikking maken, of juist een kerstschikking, dan kunt u kiezen uit 4 mini-cursussen bloemsierkunst. Direct kiezen voor de hele serie van 4 mini-cursussen kan uiteraard ook. 'Technische cursussen' Op het gebied van techniek kunt u vanaf dit seizoen de lascursus voor hobby-isten volgen. Deze cursus is korter dan de 'be roepscursus' en zonder examen. Daar door is de prijs van de hobbycursus aan zienlijk lager dan van de cursussen die opleiden tot het NIL-diploma (NIL Ne derlands Instituut voor Lastechniek). Voor deze laatstgenoemde groep cursus sen geldt dat u voor zowel elektrode als MIG/MAG lassen de cursus kunt volgen tot en met niveau 3. Voor mensen die meer van de techniek in en om het huis willen weten en ook meer zelf willen doen, is er de cursus 'techniek in en om het huis'. 'Vormen in klei' Voor de meer creatieve mensen zijn er 2 keramiek-cursussen. Een introductie-cur sus 'vormen in klei' en een vervolgcur sus. In deze cursussen leert u bijvoor beeld een pot, emmer of iets dergelijks op te bouwen uit ringen. Onderwerpen als boetseren, werken met plaat en glazu ren komen aan bod. Het zijn beide korte cursussen van 8 avonden. 'Dierverzorging Op het gebied van dierverzorging is er dit seizoen de cursus 'verloskunde bij het schaap'. Een cursus, die als basis een stuk theorie bevat, maar daarnaast leert u het een en ander in praktijk. Andere cursussen op dit terrein zijn in ontwikkeling. Bij voldoende belangstel ling kunt u op termijn cursussen ver wachten over 'de hond' en 'kleine huis dieren'. Cursusfolder Heeft u belangstelling voor één van deze cursussen, dan kunt u de cursusfolder aanvragen bij het VMBO Groen Som melsdijk, telefoon (0187) 471010. Ook als u meer informatie wilt hebben over de cursussen kunt u bellen. De docenten die de cursussen verzorgen zijn altijd bereid uw vragen te beantwoorden. "Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergel den". (Matth.6: 6) Deze tekst begint met: Maar gij. Daar zit een tegenstelling in. Jezus verfoeit het bidden van de geveinsden. Dat is geen bidden. We hebben dat vorige week gezien. Van de Zijnen vraagt Hij een ander bidden. Niet voor het aangezicht van de mensen,maar voor het aangezicht van God,onder vier ogen met Hem. Jezus heeft het hier over het persoonlijk gebed. De woorden van vs.6 zijn in het enkelvoud gesproken. We zouden dit woord ook zo mogen lezen: maar gij alleen, wanneer gij alleen bidt, gaat alleen in uw binnenkamer. Voor alle dui delijkheid: Dit persoonlijk gebed sluit het gemeenschappelijk gebed uiteraard niet uit. Wat kan er een zegen uitgaan van het eendrachtig bidden. Lees er het boek Handelingen maar op na. Maar naast het gebed aan tafel, het gebed als gemeente in Gods huis, hebben we ook het persoonlijk gebed nodig. De binnenkamer, wat is dat? Mogelijk denkt Jezus hier aan de provisiekamer in de Oosterse huizen. Het enige vertrek in huis dat kan worden afgesloten en dat geen venster naar buiten had,zodat de warmte zoveel mogelijk werd terugge drongen. U begrijpt dat in ons leven de binnenkamer elke rustige plaats kan zijn. Jezus bedoelt dat we van tijd tot tijd de eenzaamheid zoeken,waar die dan ook is.Dat zal voor de een de slaapkamer zijn, voor een ander de zolder, en voor een derde... Izak ging het veld in om te bidden. Daniël had zijn opperzaal en Jezus Zelf zocht in de nacht het gebergte op. Weet u, als we een levende omgang met de Heere mogen kennen, kunnen we niet meer zonder de binnenkamer. Ik hoop dat u daar van harte ja op zegt. Want dat is een teken van Leven. Leven uit de Heilige Geest. Het geloof heeft de gees telijke ademhaling die het gebed wil zijn, nodig. Om de zonden en de zorgen uit te ademen. En om Gods genade en het geloofsvertrouwen in te ademen. In de binnenkamer is er het gesprek met God. Is er de worsteling om het houvast aan Zijn beloften te vinden. Is er het gevecht om Zijn weg te mogen gaan en niet de eigen weg. In de binnenkamer mag ik mijn nood voor Hem uitstorten. Ik mag Hem ook vinden wanneer het wonder van de vergeving opengaat. In de binnen kamer wordt de klacht gehoord, maar ook de aanbidding. Het leven met God in al zijn gestalten, zoals we dat in de psal men aantreffen, de binnenkamer van het Oude Testament. Gods verborgen omgang vinden immers zielen waar Zijn vrees in woont! In de binnenkamer wor den we ook toegerust om dienst te doen in het Koninkrijk der hemelen. Want- de binnenkamer ontslaat ons nooit van onze roeping in het leven van elke dag. Wie veel in de binnenkamer verkeert, zal ook daarbuiten een levend lidmaat van Christus zijn. Het één mag niet ten koste van het ander gaan. De omgang met God mag zich nooit beperken tot de binnenka mer, maar omvat het hele leven, geen vierkante centimeter uitgezonderd. Als ik het geheim van de binnenkamer ken, zal mijn omgeving dat kunnen merken. Nu zegt Jezus er nog iets bij: uw deur gesloten hebbende. Dat onderstreept de afzondering. Het gaat er om dat wij stil worden voor God. Kennen wij dat nog? Die stilte die een gevulde stilte is, in de omgang met de Heere? Waarin de stem men van deze wereld verstommen en alleen Zijn stem overblijft? Bidden is dikwijls haastwerk geworden. Even..! Wat kun je daar mee tobben, juist als we de zegen van de binnenkamer hebben leren kennen. Wie krijgt de deur dicht als God hem Zelf niet sluit? We nemen de jacht van het leven mee de binnenkamer in. En het kontakt met God krijgen we niet(meer). Het is in het verkeer met de Heere net als in het verkeer tussen men sen onderling. Om tot een gesprek te komen zijn tijd en rust nodig. Een gesprek krijg je niet in het voorbijgaan. Bidden wordt pas spreken met God, als we onze deur hebben gesloten en we alleen zijn met Hem. Bij de Heere op het spreekuur. Die dag en nacht bereikbaar is, alle tijd voor ons heeft en altijd uit komst weet. Is dat niet de nood van velen van ons? dat de deur niet dicht wil? Weet u wat u dan nodig hebt? Dat u juist des te meer de bin nenkamer zoekt. Want daar blaast de Heilige Geest het gebedsleven nieuw leven in. Daar vuurt de Geest het geloof weer aan. Daar komt de hoop tot leven en gaat de liefde weer gloeien. Bidden wordt in de binnenkamer geleerd. Dan zult u ook merken dat de Heilige Geest het anders maakt. Zodat de opening er komt en de woorden uit uw hart komen. Nee, geen mooie woorden. Als de Geest ons bidden leert, is het nogal eens gedaan met de mooie gebeden. Dan wordt het een stame len en een roepen. Erg? Welnee! Want de Heere houdt niet van mooie gebeden.maar van echte gebeden die komen uit een hart dat voor Hem gebroken is. Nu een heel persoonlijke vraag. En ik hoop dat u daar voor uzelf een heel per soonlijk antwoord op geeft. Hebben wij een binnenkamer? Als de muren van ons huis eens konden spreken, zouden we dan horen van plaatsen waar God door ons wordt gezocht? Waar ouders worste len om het behoud van hun gezin? Waar jongeren hun knieën buigen om de dag met God te beginnen en te beëindigen? Waar gewaakt en volhard wordt in de gebeden? Stille tijd noemen de jongeren dat vandaag. Wat mooi gezegd. Want dat is het nu helemaal: mijn ziel is immers stil tot God. Wie zonder de persoonlijke omgang met de Heere kan, mag zichzelf wel eens ern stig onderzoeken of er wel geestelijk leven is. Hoe kunnen wij Hem eenmaal ontmoeten als we Hem nu nooit in de binnenkamer ontmoeten. Wee degene voor wie de Heere een Vreemde is. Het kan ook zijn dat we achterop zijn geraakt. Er is een tijd geweest dat u dichtbij de Heere God leefde. Maar nu? Het is doods en dor geworden. Hoe komt dat? Bidt u wel? Nee, ik vraag niet of u de handen vouwt en de ogen sluit. Ik neem aan van wel. Maar houdt u ook aan in het gebed? Worstelt u zich steeds weer naar de Heere toe? Of hebt u het eigen lijk maar opgegeven? Dan wil dit woord van Jezus een nieuwe injektie zijn: gaat in uw binnenkamer. Het is niet tevergeefs. Want uw Vader ziet in het verborgen, zegt Jezus. Is dat niet vertroostend? Hij weet van alle strijd en biddeloosheid. Ook al lijkt de hemel van koper. Hij kijkt er dwars doorheen. Wij kunnen Hem uit het oog verliezen,maar Hij de Zijnen niet. Al dat tobben van ons is Hem bekend. Daar mag u Hem op aanspreken. Hij zal u niet laten staan. Want Hij is het ook Die u in het openbaar vergelden zal. De geveins den ontvingen hun loon van de mensen. Maar de levende Kerk ontvangt het loon van God,genadeloon dat Hij vergelden zal. Nu al en straks op de jongste dag. Wie twijfelt aan de kracht van het gebed? Gaat in uw binnenkamer en u zult het ervaren dat de Heere de Hoorder van het gebed is. Omwille van Hem Die Zelf Zijn leven lang de binnenkamer heeft gezocht, Christus Jezus. Hij is het Die de hemel heeft opengebeden. Die ook voor de zonden in het gebed Zijn bloed gegeven heeft. Maar Die tegelijk de biddende Hogepriester is. Die het gebed van Zijn Kerk draagt. Waar ons oog voor Hem geopend wordt, gaat bidden over in aanbidden. Daar daalt in de binnenkamer een stukje hemel op aarde neer. Zodat we met ons hele hart belijden:" Van U is het koninkrijk en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid, amen". Nieuwerkerk a.d.IJssel ds.M.B.van den Akker De bij de BOVAG aangesloten caravan- bedrijven gaan, tijdens de BOVAG-on derhoudsbeurt, extra aandacht schenken aan een zeer belangrijk veiligheidsas pect: banden. Met ingang van het onder- houdsjaar 1999 (dus dit najaar al) wordt s - opticiens (WO) Zandpad 2-4. 3241 GX Middelharnis Register Vakbekwaam Opticien Kwaliteit en service onder een dak. daartoe een nieuw inspectieschema ge hanteerd. Vorig jaar werd de onderhoudsbeurt al met een vochtmeting en een stabilisator controle uitgebreid. Het laten uitvoeren van een BOVAG-caravanonderhouds- beurt blijft zeer noodzakelijk nu de over heid vooralsnog geen APK voor cara vans zal invoeren. Elke caravan waaraan een volledige BOVAG-onderhoudsbeurt is uitgevoerd krijgt, mits goedgekeurd, de BOVAG keuringssticker 1999. Met deze sticker wil de BOVAG vooral de veiligheid van de caravangebruikers en alle medeweggebruikers bevorderen. De sticker wordt pas op de caravan ge plakt wanneer alle noodzakelijke repara ties en onderhoudswerkzaamheden op onderstel, opbouw, gas en elektra zijn uitgevoerd. Om misbruik te voorkomen zal de dealer de sticker altijd zelf op de caravan plakken. Voor het oordeel over de caravanbanden zijn de regels duidelijker geworden. Zo wel profieldiepte (2 mm) en productie jaar van de banden worden nu in het keu ringsrapport vermeld. Als een band ouder is dan 6 jaar, maar geen zichtbare verouderings- of uitdrogingsverschijnse len (scheurtjes, slijtage, beschadigingen) van betekenis vertoont is vervanging weliswaar niet noodzakelijk, maar toch adviseert de BOVAG in het algemeen voor alle zekerheid een caravanband na zes jaar te vervangen. Omdat een cara van veel minder kilometers per jaar aflegt dan een auto, en de banden ook niet op sturende of aangedreven wielen zijn gemonteerd, zullen de banden veel minder snel slijten. Dit neemt niet weg dat zes jaar een leeftijd is waarop banden wel degelijk verslechterd kunnen zijn, al is dat niet altijd duidelijk te zien. Het risico van een klapband is dan aanzien lijk groter. Tijdens de aanstaande Kampeer en Ca- ravanRAI, die gehouden wordt van 22 t/m oktober 1998, kunt u in de BOVAG- stand (standnummer 719) alles over de nieuwe onderhoudsbeurt aan de weet komen. Met de prijsvraag 'Veilig op va kantie? Pak de BOVAG onderhouds beurt', kunnen bezoekers de vernieuwde BOVAG-onderhoudsbeurt voor hun ca ravan winnen. ,,Je bent een aardig goeie kapitein, Hiddo", vervolgde zijn vader op bescher mende toon, „maar van zaken doen heb je geen kaas gegeten. Het is gelukkig dat ik de touwtjes nog in handen heb". Bemhard werd de naam van het nieuwe schip. Johannes vond het aardig dat hij die naam kon geven, nu de Prinses juist met Prins Bernhard was verloofd. Het was een mooie schuit, veel groter dan de Wilhel- mina en de Juliana. Voor zijn vrouw had Johannes goed gezorgd. In plaats van een kajuit had het nieuwe schip een kamer bovenop het achterdek. Zittend in haar stoel zou Riek door grote ramen over het dek en over zee kunnen zien. Toen de Bemhard bemand moest worden, kreeg Johannes moeite. De een na de ander die zich op zijn oproep aanbood, weigerde te monsteren voor het loon, dat hij wou geven. En Kees, die tegelij kertijd volk voor de Wilhelmina zoeken moest, kon ook geen mensen vinden voor dat geld. Daar kwam nog bij dat de zeelui ook bezwaar maakten te varen met zo weinig volk als Johannes zich had voorgesteld. Zij hadden geen zin in een hondenle ven, zeiden ze. Johannes hield zijn been lang stijf, maar toen het hem niet gelukte om goed volk te krijgen - verlopen zeelui wou hij niet - verhoog de hij de gages en nam een man meer aan dan hij van plan geweest was. Aan Kees gaf hij verlof het zelfde te doen en tot Hiddo zei hij de eerste keer, waarop ze elkaar weer zagen, dat hij de gages van zijn mensen met zoveel mocht verhogen. Hiddo zei enkel: „Zo". Hij zinspeelde er niet eens op dat Johannes nu zelf deed wat hij hem kort geleden had gevraagd en wat hem toen geweigerd was. Dit viel Johannes mee. Maar op de eerstvolgende kwartaalstaat, die Hiddo stuurde, ontdekte Johan nes dat zijn zoon al vèr voordat hij het had toege staan een hogere gage had betaald. Toen trok zijn kin weer strak. Omdat hij hem destijds inzake die matroos had toegegeven, moest Hiddo niet denken dat hij nu over hem heen kon lopen! Johannes voer fortuinlijk op zijn nieuwe schip. Hij kon het dubbele laden van voorheen en aan vracht was geen gebrek. Zijn verwachting kwam precies uit. Er zat weer leven in de scheepvaart. Die zomer voer hij geregeld naar de Oostzee om hout; de daarop volgende winter vast op Engeland met ijze roer of strokarton, en staal of steenkool als retour vracht. Het waren korte reisjes, die telkens eindig den in het vaderland, gewoonlijk te Delfzijl of Harlingen. En de beide jongens voeren ongeveer dezelfde routes, zodat ze elkaar nogal eens ont moetten. Als dat op zee was, wisselden ze een verre groet, maar in een haven hadden ze gelegen heid tot buurten en soms hielden ze tezamen zon dag, boord aan boord geankerd in een baai. Wat Johannes bij die ontmoetingen van zijn zoons zag, stemde hem tot voldoening. Hiddo voer met de oude energie en goed beleid, en Kees beantwoord de geheel aan de verwachtingen, die hij van hem gekoesterd had. Hij droeg goede zorg voor het schip, waakte zorgvuldig over de lading, en kon het met de bevrachters redelijk vinden, al vond Johannes dat hij tegen die heren wel eens wat kort af was. In deze tijd van stijgende vraag naar scheepsruimte was dat niet zo erg, maar als het anders werd, moest je bij de verladers met de pet in de hand staan, en het was altijd van belang als je goede maatjes met hen was. Dat diende Kees wel te beseffen. Hiddo kon best met die heren omspringen. Hij sloot wel eens contracten af, waar Johannes van opkeek. Dit verzoende hem er mee dat Hiddo soms wat eigenmachtig handelde. Johannes begreep dat hij een zo ervaren en ge wiekst kapitein wat ruimer armslag laten moest dan feitelijk toekwam aan een zetkapitein. Uit de kwartaalstaten van de Juliana bleek dat hij daar zelf wel bij voer. Daar zijn drie schepen zo goed voeren, besloot Johannes tot het laten bouwen van het vierde schip. Riek vroeg, toen hij daarover naar Van Dijk wou, of hij het wel zou doen, want er gebeurden vreemde dingen in de wereld. De mensen praatten dat er misschien een nieuwe oorlog komen zou. Johannes zei echter dat hij er wat in zag, juist omdat het een rare wereld was. Er zat nu muziek in, meende hij. Riek vond dat lelijke muziek, maar zij weerstreefde hem niet. Zij wist dat Johannes een scherp inzicht had in zaken en het deed haar genoegen dat hun jongste zoon nu ook een eigen schip zou krijgen. Roelof had sinds kort een meisje, Lena Bor, de dochter van een kapitein-eigenaar, die wel wat in de melk te brokken had, en toen Johannes praatte over een nieuw schip en de jongelui over trouwen, kwam Lena's vader bij Johannes om eens te over leggen hoe dat moest. Bor scheen er wel wat voor te voelen om te doen zoals het vroeger de gewoon te was: botje bij botje leggen en zo het paar helpen aan een eigen schip. Hij kon wel voor de helft staan, al waren de schepen thans vele malen duur- der4 dan de koffen dertig jaar geleden, en hij vroeg Johannes of die voor de andere helft kon zorgen. Johannes liet in het midden wat hij kon of niet kon, maar Bor moest inzien dat het voor hem niet aanging zijn jongste zoon anders te behande len dan hij zijn beide oudsten had gedaan en dat Roelof derhalve ook zetkapitein moest worden. Bor pruttelde. Hij scheen het zich in het hoofd gezet te hebben dat zijn dochter met een kapitein eigenaar moest trouwen. Hij ging weg zonder dat ze het eens geworden waren. Maar later kwam hij erop terug. Nu kon hij inzien dat gelijke monniken gelijke kappen moesten hebben. „Mooi zo", zei Johannes. Hij was er daardoor van ontslagen tegen Bor te moeten zeggen dat hij vooral bij Roelof, minder zelfstandig dan zijn broers, de touwtjes graag in handen hield. En nog minder behoefde Bor te weten dat de regeling, die hij ontworpen had: hij reder en zijn zonen in zijn dienst, hem veel beter aanstond dan dat wat oudtijds de gewoonte was. Op de dag van de proefvaart van de Beatrix - zo had Johannes het nieuwe schip kunnen noemen, omdat er alweer een nieuwe naam in het Oranje huis gekomen was - lagen al de vier schepen van Johannes in Delfzijl. Hij had het er op gezet dat de gasten bij de proefvaart niet alleen zijn nieuwe schip, maar zijn gehele vloot zouden zien en dit was gelukt. De Juliana was juist van de helling gekomen, waar ze een grote beurt had vóór Roelof en Lena er op kwamen. De Bemhard, met Hiddo en Janna reeds aan boord, lag in lossing in de bui- tenhaven en Kees kwam met de Wilhelmina die zelfde dag te Delfzijl binnen. Johannes' hart zwol toen de Beatrix, na de tocht op de Eems met zijn redersvlag - blauw met een oranje bol in het mid den - de haven binnenvarend, begroet werd door zijn drie andere schepen, die aan de kade lagen, ook gepavoiseerd en met dezelfde vlag in top. Met één klein scheepje was hij op het Wad begon nen. Nu reedde hij dit viertal fikse kusters. Nadat de gasten vertrokken waren, stonden Johan nes en Riek samen op het hoge sloependek van de Beatrix. Zij had er straks niet veel van gezien, omdat zij zich rustig moest houden wegens haar hart. Nu toonde hij zijn vrouw zijn vloot. „De Heere heeft ons rijk gezegend", zei Riek. Johannes knikte. O, hij erkende hoger zegen. Hij wist heel goed dat een man in alles afhankelijk van God en uit zichzelf niets is. (wordt vervolgd) ISVO

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1998 | | pagina 5