EHAiiPEri-niEüws
Ontmoeting met de heer C. van der Sluijs
NIEUWS
Overdenking
Raad Goedereede beducht voor bloemendijken
door agrarisch gebied
uit de kerken
uit de
Heilige Schrift
Vrouwvolk aan boord
2e Blad
VRIJDAG 5 JUNI 1998
No. 6709
In "Alle Volken"het informatieblad
van de Gereformeerde Zendings
bond in de Nederlandse Hen/orm-
de Kerk van mei 1998 troffen we
een artikel aan, dat gewijd is aan de
hoogbejaarde heer Van der Sluijs.
bewoner van Verzorgingshuis 'De
Goede Ree' te Sommelsdijk. We
vonden het de moeite waard om
het verhaal in ons blad over te
nemen:
"Weet u, je moet een keer een streep
trekken. Dan stopt het werk, maar je
houdt er herinneringen aan over". De
heer Van der Sluijs te Sommelsdijk blijkt
een man vol herinneringen te zijn. Dat is
aan de ene kant geen wonder: als je 96
mag worden dan is er heel wat te herin
neren. Aan de andere kant is het een
groot wonder: Zo'n hoge leeftijd te
mogen bereiken en dan nog over een hel
der geheugen te beschikken, dat is echt
buitengewoon. "Dat is geen prestatie,
maar Gods gunst en genade", zegt de
heer Van der Sluijs. Dat zegt hij ook als
het gaat over het feit dat hij 75 jaar lid is
van de GZB. Eigenlijk wil hij niet dat het
vermeld wordt. "Ik was er jong bij en ik
mocht een hoge leeftijd bereiken". En hij
vertelt hoe hij na een preek van Ds.
Lans, de toenmalige directeur van de
GZB, zó geraakt was, dat hij na de dienst
naar hem toeging en lid werd om plaatse
lijk iets voor de GZB te kunnen doen.
Alles verkeerde toen nog echt in de
opbouwfase. De reactie van Ds. Lans
was: "Fijn, maar ik wou dat je je kwam
aanmelden om naar Celebes te gaan".
Dat deed zijn bevriende collega, de heer
J. Tanis uit Ouddorp wel. Maar het ver
loofde stel Van der Sluijs zette zich hier
in voor het werk dat ze beiden zo belang
rijk vonden. Ledenwerving, contributie
innen, de GZB moest van de grond
komen in de gemeente, moest een basis
krijgen in de vorm van leden, die jaar
lijks bijdroegen voor het zendingswerk.
Later waren ze ook actief in andere
woonplaatsen.
Een bijzondere wending nam zijn betrok
kenheid bij de GZB toen hij op 77-jarige
Van linies naar rechts: ds. J. J. Poort (f), de heer Van der Sluijs en de heer Heimensen
bij de presentatie van zijn boek
leeftijd door Ds. Harkema werd
gevraagd om zijn medewerking bij het
vullen van de 'achterkantjes' van de
GZB-kalender "Een handvol Koren".
Deze bekende GZB-uitgave werd jaren
lang een belangrijke component in de
bezigheden van de heer Van der Sluijs.
Zeven jaargangen vulde hij, dat wil zeg
gen; zevenmaal 365 pagina's, ruim
2500!. Hij kon er niet alleen zijn tijd,
maar ook zijn gaven in kwijt. En die ble
ken.
"Ach, wat is nu een achterkantjes-schrij
ver? Je bent vuiler van een wegwerparti
kel", zo relativeert hij zijn werk. Maar
anderen dachten daar toch kennelijk wat
anders over.
Twee van zijn vrienden, ds. J.J. Poort en
de heer Heimensem kwamen met het
idee om een aantal van zijn bijdragen te
bundelen en als boek uit te geven. "Ik
hield eerst de boot af. Maar onder druk
heb ik tenslotte toegegeven". Dit leidde
uiteindelijk tot de verschijning van het
boek "Ontmoetingen van blijvende
Waarde", uitgever De Groot, Goudriaan-
Kampen, prijs f. 24,90.
De opbrengst van de verkoop van dit
boek komt ten goede aan het Restauratie
fonds van de Nederlandse Hervormde
Kerk te Middelharnis. De kerk, waarin
hij is gedoopt, belijdenis heeft gedaan,
getrouwd is. Daarom heeft deze kerk een
bijzondere plaats in het leven van de heer
Van der Sluijs gekregen. Hij hoopt dat
door de verkoop van dit boek een goede
bijdrage aan het restauratiefonds gege
ven zal kunnen worden. "Het is geen
boek met hoge pretenties, het is niet
wetenschappelijk, niet literair. Maar het
is wel leesbaar en het kan zijn nut heb
ben.
Er valt wat uit te leren en het kan
gebruikt worden, zodat je er door wordt
gesticht. Ik was als onderwijzer geen bij
zondere verteller. Maar 't ging gelukkig
ook niet al te slecht". Uit de bloemle
zing, die in dit boek is opgenomen, blijkt
dat de heer Van der Sluijs boeiend weet
te vertellen over een breed scala van
onderwerpen. Maar door alle verscheide
nheid loopt de gouden draad van geloof
en vertrouwen op God. Daarin ontmoe
ten we de schrijver het diepst, aldus
"Alle Volken".
Wie van het boek kennis wil nemen, kan
terecht bij boekhandel Van der Boom of
bij de heer Van der Sluys (Volkerak 008)
zelf. Hij zal een bezoekje zeer op prijs
stellen.
GOEDEREEDE
Zaterdag 6 juni a.s. is het al weer de laat
ste Open Deur-avond van dit seizoen. Je
begrijpt, dat we deze avond dan ook niet
ongemerkt voorbij willen laten gaan. We
zullen dan de film 'Verboden liefde'
draaien. Om de spanning te bewaren,
verklappen we nog niet waar het over zal
gaan, dat mag je zelf komen bekijken op
6 juni a.s.
Voor de zeskamp kun je je overigens
nog steeds opgeven bij Marike van Veen
(tel. 493164) en Annerieke van Wijk
(491839).
Het Open Deur-team
NED. HERV. KERK
Beroepen
te Scherpenisse A. Belder te Nieuwe
Tonge; te Waddinxveen (wijk zuid) K.
van Meijeren te Zwolle; te Zwijndrecht
H. J. van der Veen te Kampen.
Aangenomen
naar Benthuizen P. J. Krijgsman te Willi-
ge-Langerak; naar Den Haag (Bethle-
hemkerkgemeente) P. J. Visser te Berg
ambacht; die bedankte voor Maassluis
(wijk Groote Kerk) en voor Nieuwerkerk
aan den IJssel (wijk 2, toez.); naar Lunte-
ren (wijk zuid) A. J. Schalkoort te Haar-
ten.
Bedankt
voor Ameide-Tienhoven (toez.) W. van
den Born te Rijssen; voor Bruinisse
(toez.) W. Wagter te Capelle aan den IJs
sel; voor Herwijnen M. J. Middelkoop te
Mastenbroek.
GEREF. KERKEN
Beroepen
te Groningen-Zuid P. B. Buikema te
Scheemda; te Grijpskerke (Zld.) drds. H.
J. Ketelaar, kandidaat uit Temeuzen, die
dit beroep heeft aangenomen; te Hooge-
veen drs. J. Kooistra te Steenwijk.
NED. GEREF. KERKEN
Beroepen
te Zwolle (II) drs. A. Boshuizen te Am
sterdam-Tuinsteden-Zuid-West.
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt
voor Culemborg H. R. H. A. de Boer te
Zeewolde.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt
voor Boskoop W. Silfhout te Hendrik
Ido Ambacht: voor Haarlem en voor
Aagtekerke P. Mulder te Capelle aan den
IJ ssel-Middel watering.
Handelingen 2:3 "En van hen werden
gezien verdeelde tongen als van vuur, en
het zat op een iegelijk van hen".
Toen de Vader en de Zoon de Heilige
Geest met stromen van zegen uitgoten op
de Pinksterdag waren er drie duidelijke
tekenen. Vorige week hebt u iets kunnen
lezen over een hoorbaar teken: het geluid
als van een geweldige gedreven wind.
Nu iets over van het teken van het vuur:
een zichtbaar teken.
Op de hoofden van de discipelen en van
de andere christenen die bij elkaar
waren, werden plotseling 'tongen als van
vuur' te zien: vlammen van vuur. Geen
vuur dat hun hoofdhaar verschroeide,
maar een teken dat verwees naar de
Heilige Geest.
Dit Pinkstervuur doet ons denken aan de
vurigheid waarmee Petrus en de andere
apostelen het Evangelie van Christus de
Gekruisigde verkondigden. Hoe zij met
brandende harten het volk op het hart
bonden: "Laat u met God verzoenen".
Vuur verwarmt, maakt koude harten
warm van liefde voor Gods Vaderhart
dat brandt van liefde, voor Christus'
zaligmakershart dat gloeit van ontfer
ming. Immers: de Pinkstergeest stort de
liefde Gods uit in onze harten (Rom.5:5).
En zoals vuur 'aanstekelijk' werkt, is het
vuur van Pinksteren als een oversprin
gende brand. Pinksteren heeft een gewel
dige wervende kracht. Waar het vuur van
Pinksteren gloeit, en de Pinksterwind het
aanblaast, breidt de Heere Zijn
Koninkrijk uit. Want ook die ander moet
ingewonnen worden voor de Kruis-
koning.
En toch is daar niet alles mee gezegd.
Hoe vaak heeft het vuur in Gods Woord
niet een verterende kracht? Het vuur van
Pinksteren is heilig vuur van de heilige
God! Toen de priesters Nadab en Abihu
met 'vreemd' vuur (onheilig, tegen Gods
gebod in) wilden offeren in de taberna
kel, ging er een vuur uit van het aange
zicht des Heeren dat hen verteerde, zodat
zij stierven (Lev. 10:1,2).
Waar vuur brandend voorttrekt, laat het
ook een spoor van as achter. As van het
kaf dat met onuitblusselijk vuur verbrand
wordt (cf. Mt.3:12). Voor al wat onheilig
en onrein is, blijkt dit Geestesvuur een
verterende gloed... Een verzengende hitte
waaraan u enkel kunt ontkomen onder de
beschermende vleugels van de Heere
Jezus.
Ook in het leven van hen die mogen
schuilen in die schuilplaats van de
Allerhoogste heeft dit Pinkstervuur een
wegbrandende kracht. Bij hen niet om te
vernietigen, maar om te behouden. Zoals
het vuur van de goudsmid. Die vlammen
dienen om het goud te zuiveren. Opdat
het vuil wordt weggebrand, en het pure
goud overblijft.
Immers: wat is er ook in het leven van
Christus' gelovigen veel wat voor Hem
niet kan bestaan. Kleingeloof, lauwheid,
toegeeflijkheid aan de zonde, doodheid...
Hebt u dat Pinkstervuur ook zo nodig
gekregen in uw leven? Dat vuur dat lou
tert, reinigt, telkens weer opnieuw? Die
vurige Geest Die dagelijks bekeert, Die
steeds opnieuw brengt aan de voet van
Christus' kruis?
"O Heilige Geest, doortrek mijn hart.
Brand uit mijn leven weg wat U verdriet,
wat doods en zondig is in mij. Doorgloei
mijn leven met Uw liefdevuur, zodat ik
haat al wat U tegen staat".
O-JBtH
Toen in de raadsvergadering van vorige week donderdagavond in Goe-
rees' raadsvergadering het eindconcept Plan van Aanpak kop van Goeree
ter vaststelling voorlag is er een ongedachte kink in de kabel gekomen.
Weliswaar werd het concept vastgesteld, maar er zal nog degelijk gepraat
moeten worden over het projectvoorstel m.b.t. aan te leggen bloemen
dijken.
Het was de heer T. Human (SGP) die
daartegen heeft gewaarschuwd. Een
bloemendijk - waarop de flora ongelimi
teerd z'n gang kan gaan - achtte hij nog
denkbaar maar in het concept worden
ook bloemendijken in het open agrarisch
gebied gedacht. ,,Dat kan absoluut niet
als we de bloemzaadteelt in stand willen
houden", zo heeft de heer Human ge
waarschuwd tegen bloemendijken als
ziektehaarden en insectenbronnen die
ervoor zouden zorgen dat de bloemzaad-
telers en overige agrariërs veel meer che-
miekalieën dan voorheen zouden moeten
gaan gebruiken. En al helemaal zullen in
de omgeving ervan ecologische teelten
onmogelijk zijn.
Of de landbouw dan opnieuw de huilen
de derde zal moeten worden, was de
prangende vraag die de heer Human de
raad voorlegde.
Z'n fractiegenoot de heer Klepper stemde
geheel in met de vrees dat bloemendijken
in het open agrarische gebied de voorge
nomen 'duurzame ontwikkeling' van de
activiteiten in het gebied ernstig zouden
frustreren, bloemendijken in het open
gebied zullen de landbouw zeker scha
den", vreest ook de heer Klepper, ook
beducht tegen de zelfs 120 hectares die
worden genoemd als potentieel natuurge
bied. Het leek hem niet in het belang van
een levenskrachtige landbouw die hij dan
ook, als 't zó door zou gaan, in dit gebied
een zachte dood ziet sterven.
Vreemd werd het wel gevonden dat in
het vooroverleg dat is geweest, zelfs met
twintig deelnemende werkgroepen het
geluid van de heer Human niet is doorge
klonken, daar had het de plaats geweest,
vond o.a. de heer Peter Grinwis. Niette
min, ook al komt het ter elfder ure, acht
hij het verstandig echt deskundigen te
raadplegen in hoeverre die geuite zorg
reëel kan zijn.
Bloemendijken in open agrarisch gebied
kan niet anders dan in goed overleg met
de aangrenzende agrariërs, heette het in
het concept, maar mevrouw Mastenbroek
(VVD) vond dat die zin dient te worden
bekort en achter het woordje niet een
punt dient te worden geplaatst, 't kan
gewoon niet, vond ze.
Daarvoor vond ze bijval, o.a. van de heer
G. Moerkerk: „die mensen van de natuur
proberen maar dóór te gaan", vond hij. Hij
wilde dan ook meer prioriteit aan de land
bouw zien gegeven omdat dan de kans
bestaat dat die sector gelijk kan blijven.
De raad was het er over eens dat de drie
elementen in het gebied, natuur, recreatie
en landbouw elkaar dienen te versterken,
waarom de vrees door de heer Human tot
uitdrukking gebracht heel serieus werd
genomen.
Wat de raad betreft kan het niet, bloe
mendijken door het open agrarisch
gebied en die optie zal nadrukkelijk wor
den geanaliseerd. De kwestie bloemen
dijken krijgt dan ook de volle aandacht.
Geluidso verlast
Wel vijftienhonderd handtekeningen zijn
geplaatst op de klacht die de bewoners
van Stcllendam, voornamelijk van de
Noordwestkant, hebben gestuurd over
geluidsoverlast, veroorzaakt door het
verkeer op de nieuwe Rijksweg. Het
Stellebos blijkt nauwelijks als geluids
buffer te dienen.
De gemeente heeft de brief aan Rijkswa
terstaat voorgelegd, maar die Dienst
heeft te kennen gegeven het treffen van
maatregelen, de aanleg van een gevraag
de geluidswal, niet nodig te achten.
De raad vindt overigens dat de gemeente
zich er wat goedkoop afmaakt door zich
op die Waterstaatsbricf te beroepen,
temeer omdat de Overheid de verant
woordelijkheid toch richting gemeenten
lijkt te gaan leggen.
Het lijkt de raad dat de gemeente metin
gen zou moeten laten doen en wethouder
Visser zegde toe dat Rijkswaterstaat te
zullen vragen. De klacht van de bewo
ners blijft in elk geval niet ongehoord, zo
werd toegezegd.
Nieuw vlot
Er komt, voor 11.000,- een nieuw
zwcmvlot bij de Ouddorpse haven „een
vlot en graag een beetje vlot", zo tekende
mevrouw Mastenbroek aan, want het
zwemseizoen is bijna daar.
Alle dames raadsleden voerden een pleit
voor deze voorziening en dat had de heer
't Mannetje die zich ook als spreker had
gemeld, het gras voor de voeten wegge-
maaid waarop een mooie woordspeling
van de voorzitter burgemeester Sinke
volgde, over 't mannetje en over de
dames.
Maar 't was de heer 't Mannetje hier en
daar toch wat te ver gegaan, vooral toen
het ging over de verankering van het
vlot, aan een soort elastiek dat harde
klappen op de golven voorkomt. Op de
Zuiderzee waar de golven zoveel hoger
gaan dan op de Grevelingen zijn daar
goede ervaringen mee opgedaan, verze
kerde wethouder Visser.
„Ik heb lang genoeg op het water door
gebracht maar nog nooit heb ik een gas-
boei aan een rubberen vering vast zien
liggen", verbaasde hij zich en hij gelooft
dan ook niet aan de degelijkheid van
zo'n constructie.
Toch biedt het bedrijf 5 jaar garantie.
Aan het verankeren komt trouwens ook
een lange ketting en een betonblok te
pas.
Nu de raad instemde zal het vlot over
drie weken geleverd kunnen worden.
Restauratie
Nu uit inspectie van Monumentenwacht
Zuid Holland is gebleken dat aan Oud-
dorps dorpstoren binnen korte termijn
noodzakelijke voorzieningen moeten
worden getroffen, o.a. moet zwam in het
muurwerk bestreden worden, aarzelde de
raad niet het gevraagde krediet van
255.000,- beschikbaar te stellen.
Er ontstond nogal wat oppositie tegen
het feit dat maar één aannemer is bena
derd, maar de nieuwe wethouder T. Ba-
kelaar, zelf altijd fervent voorstander van
het benaderen van meerdere aannemers,
verklaarde nu overtuigd te zijn dat dit
keer met de ene genoemde aannemer
moet worden volstaan in verband met het
specifieke van het uit te voeren werk.
De raad had er nauwelijks vrede mee,
niet bijv. de heer v. d. Meer, maar ieder
een ging toch akkoord.
Het gevraagde bedrag bevindt zich ook
beneden de grens van 300.000,- die de
raad eerder had vastgesteld of aanbeste
dingen al dan niet openbaar zullen zijn.
K. Norel
-27-
Het koper van de lamp en de traproeden
was dof in plaats van blinkend. Er lag
stof op de ballon en op de schoorsteen
mantel.
Doch dit alles was niets in vergelijking
bij wat anders. De roef was leeg, want
moeder was er niet. Johannes had zijn
vrouw en Hiddo zijn moeder nooit zo ge
mist als nu.
En dit werd erger toen ze in Kopenhagen voor de
wal lagen en de wachten, dag en nacht, hun tijd
niet langer vulden.
Reeds de eerste avond verveelde Hiddo zich ge
ducht. Hij had geen lust in leren of in lezen en toen
zijn vader voorsloeg samen een spelletje te dam
men, schudde hij van nee. Hij wou de wal op,
zoals Jaap en Berend waren.
„En waar dan heen?" vroeg zijn vader.
Daarover had Hiddo niet nagedacht. Natuurlijk de
stad in.
„Een zeeman, die altijd de wal op wil, raakt in de
goot", zei Johannes.
Hiddo haalde zijn schouders op. Daar kon je toch
zelf op passen datje niet in de goot rolde.
Die avond, het was al nacht, werden Johannes en
Hiddo uit hun slaap gewekt door luid gestommel.
Jaap en Berend maakten herrie op het dek. Ze
waren dronken als Maastricht. De koekoek van de
roef vloog open en ze kwamen het trapje af, lal
lend en schreeuwend.
De schipper speelde duchtig op. Dat deed de dron
kelappen schrikken en verdwijnen. En daarna sloot
Johaimes de roef goed af.
„Heb je nu gezien waar je belandt bij het passagie
ren?" vroeg hij de volgende morgen aan Hiddo.
Ja, die had dat gezien. Hij zeurde niet meer om de
wal op te mogen gaan. Maar de verveling bleef
hem kwellen.
Johannes zag dat. Hij maakte wel eens een wande
ling met Hiddo. Maar het was guur najaarsweer.
Het lopen in de stad verveelde gauw. Zij aten
's avonds meest in het roefje, waar de tijd vroeger
omvloog en nu kroop, Johannes vond het geen
leven zonder vrouw aan boord. Hij dacht er over
na deze reis de zee er aan te geven en op het bin
nenwater te gaan varen zolang de oorlog duurde.
Hij schreef Riek in die geest de dag, waarop ze uit
Kopenhagen vertrokken om lading te halen in Go
thenburg.
Johannes en Hiddo reisden per spoor naar Gronin
gen, nadat zij veilig in Delfzijl binnengelopen
waren en Johannes de vracht van deze reis gebeurd
had - het was een hoge som.
Riek haalde hen van het station. Het weerzien was
gelukkig. Riek zei: „Goddank dat jullie er bent en
heerlijk datje thuisblijft!"
„Thuisblijft?" vroeg Hiddo verbaasd.
„Nu ja, gelukkig dat wij weer met elkaar gaan
varen in het binnenwater".
Hiddo keek verwonderd van zijn moeder naar zijn
vader.
Johannes zweeg, maar beet zich op de lippen.
Riek werd een tint bleker. „Je hebt toch geschre
ven, Johannes...?"
„Een mens is niet voor zijn genoegen op de we
reld", zei hij vlak en ontwijkend.
„Waar ga je heen?" vroeg zij schor.
„Ik heb een mooie lading aangenomen voor een
hoge prijs".
„Waarheen?" herhaalde zij.
„O, helemaal niet ver. Naar Londen".
Riek zuchtte diep. Een illusie was gebarsten als
een zeepbel.
Ü{iel<:s droom
Johannes en Hiddo voeren raak in oorlogstijd.
Nu naar de Oostzee, dan naar Engeland. Het
waren altijd beste reizen. De vrachten liepen
nog steeds op en aan de gevaren raakten zij
gewend, nadat ze keer op keer er veilig doorgeko
men waren. Ze praatten luchtig over mijnen, die ze
zagen drijven: als je maar paste op de voelhoorns,
deden ze je niets. Ze staken de draak met een U-
bootkapitein, die hun schip in de grond had willen
schieten, maar toen hij bezig was zijn kanon op
hen te richten, zelf in de grond geschoten werd
door een Engelse torpedoboot, die opdook uit een
donderbui. Zij dachten er niet meer aan het varen
op te geven. Zij vonden het zelfs laf van de zee te
vluchten.
Riek trachtte niet meer hen van de zee af te hou
den. Zij wist dat het een uitgemaakte zaak was en
schikte zich er in. Ze ontving de mannen - zo
praatte ze sinds Hiddo ferm uit de kluiten gewas
sen - na elke reis met vreugde en maakte het hun
gezellig thuis. En ze probeerde de angst te onder
drukken, die zij telkens weer gevoelde als ze voor
een nieuwe reis vertrokken. Ze slaagde er althans
in die angst te verbergen. Intussen deed zij voor
haar man en zoon het enige wat zij kon doen: bid
den, en verder wijdde zij zich aan haar taak: de
opvoeding van de kinderen, die niet gering was, nu
zij er alleen voor stond. Zij had gemeend dat dat
aan wal gemakkelijker zou wezen dan aan boord,
omdat zij ginds het krappe roefje had, waar zij de
kinderen nauwelijks in bergen kon, terwijl zij hier
een zee van ruimte had. En ze had gedacht dat ze
Johannes, die aan boord zijn eigen werk had en de
kinderen meest aan haar overliet, in dit opzicht
niet erg zou missen, doch zij ervoer dat zijn sterke
wil de jongens stevig in bedwang gehouden had.
Het viel haar niet gemakkelijk om vader en moe
der tegelijk te zijn en al vuriger verlangde zij naar
het einde van de oorlog en naar gezinshereniging.
Zij weerde zich echter flink en zij was dankbaar
voor haar taak, want die deed haar haar angst ver
geten. Zij hield het hoofd hoog opgericht en
kwijnde niet.
Dit duurde tot in het derde oorlogsjaar. Toen kreeg
Riek het, nadat Johannes en Hiddo vertrokken
waren voor een reis naar Schotland, uiterst moei
lijk, ofschoon er geen aanwijsbare oorzaak was
waarom zij erger ongerust moest zijn dan anders.
Zij trachtte wel, zoals anders, opgewekt te zijn,
maar slaagde daarin niet. In het bijzijn van de kin
deren schroefde ze zich op tot vrolijkheid, maar zij
hoorde zelf wel dat haar lach niet gul was en de
kinderen merkten dat ook. De kleintjes keken
soms vreemd en zelfs wel eens verschrikt op als ze
lachte. Op een avond, toen de andere kinderen
naar bed waren, vroeg Geesje: „Heeft moeder
soms verdriet?"
Het was of Riek schrok bij die vraag, maar zij ant
woordde dat ze helemaal geen reden had voor
zorg, omdat ze alles had wat ze begeren kon. Zij
hadden het zelfs rijk.
„Is u èrg ongerust over vader en Hiddo?" vroeg
Geesje, die zich niet met een kluitje in het riet liet
sturen.
Het trok even bij Rieks mond. Het schuilevinkje
spelen hield ze niet langer vol. ,,Ze kunnen nu
weer op zee zijn. Gister of vandaag zouden ze uit
Leith vertrekken. Ik ben bang dat er wat gebeurt",
bekende zij.
„Maar zij zijn op zee toch even wèl bewaard als
wij aan wal", zei het meisje.
Riek knikte. Dit had ze zelf steeds aan de kinderen
voorgehouden en ze zei het dagelijks in haar ge
bed. Zij hoefde niet bezorgd te zijn, omdat God
over haar man en Hiddo waakte. En ze zette zich
over haar onrust heen. (wordt vervolgd)
>f; ïjc
OUD GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Beroepen
te Achterberg D. Monster te Barneveld.
DE BETERE WONINGINRICHTING SINDS 1920
Zandpad 36 Middelharnis Tel. (0187) 482784