EHAiiPEri-niEüws Ontmoeting met de heer C. van der Sluijs NIEUWS Overdenking Raad Goedereede beducht voor bloemendijken door agrarisch gebied uit de kerken uit de Heilige Schrift Vrouwvolk aan boord 2e Blad VRIJDAG 5 JUNI 1998 No. 6709 In "Alle Volken"het informatieblad van de Gereformeerde Zendings bond in de Nederlandse Hen/orm- de Kerk van mei 1998 troffen we een artikel aan, dat gewijd is aan de hoogbejaarde heer Van der Sluijs. bewoner van Verzorgingshuis 'De Goede Ree' te Sommelsdijk. We vonden het de moeite waard om het verhaal in ons blad over te nemen: "Weet u, je moet een keer een streep trekken. Dan stopt het werk, maar je houdt er herinneringen aan over". De heer Van der Sluijs te Sommelsdijk blijkt een man vol herinneringen te zijn. Dat is aan de ene kant geen wonder: als je 96 mag worden dan is er heel wat te herin neren. Aan de andere kant is het een groot wonder: Zo'n hoge leeftijd te mogen bereiken en dan nog over een hel der geheugen te beschikken, dat is echt buitengewoon. "Dat is geen prestatie, maar Gods gunst en genade", zegt de heer Van der Sluijs. Dat zegt hij ook als het gaat over het feit dat hij 75 jaar lid is van de GZB. Eigenlijk wil hij niet dat het vermeld wordt. "Ik was er jong bij en ik mocht een hoge leeftijd bereiken". En hij vertelt hoe hij na een preek van Ds. Lans, de toenmalige directeur van de GZB, zó geraakt was, dat hij na de dienst naar hem toeging en lid werd om plaatse lijk iets voor de GZB te kunnen doen. Alles verkeerde toen nog echt in de opbouwfase. De reactie van Ds. Lans was: "Fijn, maar ik wou dat je je kwam aanmelden om naar Celebes te gaan". Dat deed zijn bevriende collega, de heer J. Tanis uit Ouddorp wel. Maar het ver loofde stel Van der Sluijs zette zich hier in voor het werk dat ze beiden zo belang rijk vonden. Ledenwerving, contributie innen, de GZB moest van de grond komen in de gemeente, moest een basis krijgen in de vorm van leden, die jaar lijks bijdroegen voor het zendingswerk. Later waren ze ook actief in andere woonplaatsen. Een bijzondere wending nam zijn betrok kenheid bij de GZB toen hij op 77-jarige Van linies naar rechts: ds. J. J. Poort (f), de heer Van der Sluijs en de heer Heimensen bij de presentatie van zijn boek leeftijd door Ds. Harkema werd gevraagd om zijn medewerking bij het vullen van de 'achterkantjes' van de GZB-kalender "Een handvol Koren". Deze bekende GZB-uitgave werd jaren lang een belangrijke component in de bezigheden van de heer Van der Sluijs. Zeven jaargangen vulde hij, dat wil zeg gen; zevenmaal 365 pagina's, ruim 2500!. Hij kon er niet alleen zijn tijd, maar ook zijn gaven in kwijt. En die ble ken. "Ach, wat is nu een achterkantjes-schrij ver? Je bent vuiler van een wegwerparti kel", zo relativeert hij zijn werk. Maar anderen dachten daar toch kennelijk wat anders over. Twee van zijn vrienden, ds. J.J. Poort en de heer Heimensem kwamen met het idee om een aantal van zijn bijdragen te bundelen en als boek uit te geven. "Ik hield eerst de boot af. Maar onder druk heb ik tenslotte toegegeven". Dit leidde uiteindelijk tot de verschijning van het boek "Ontmoetingen van blijvende Waarde", uitgever De Groot, Goudriaan- Kampen, prijs f. 24,90. De opbrengst van de verkoop van dit boek komt ten goede aan het Restauratie fonds van de Nederlandse Hervormde Kerk te Middelharnis. De kerk, waarin hij is gedoopt, belijdenis heeft gedaan, getrouwd is. Daarom heeft deze kerk een bijzondere plaats in het leven van de heer Van der Sluijs gekregen. Hij hoopt dat door de verkoop van dit boek een goede bijdrage aan het restauratiefonds gege ven zal kunnen worden. "Het is geen boek met hoge pretenties, het is niet wetenschappelijk, niet literair. Maar het is wel leesbaar en het kan zijn nut heb ben. Er valt wat uit te leren en het kan gebruikt worden, zodat je er door wordt gesticht. Ik was als onderwijzer geen bij zondere verteller. Maar 't ging gelukkig ook niet al te slecht". Uit de bloemle zing, die in dit boek is opgenomen, blijkt dat de heer Van der Sluijs boeiend weet te vertellen over een breed scala van onderwerpen. Maar door alle verscheide nheid loopt de gouden draad van geloof en vertrouwen op God. Daarin ontmoe ten we de schrijver het diepst, aldus "Alle Volken". Wie van het boek kennis wil nemen, kan terecht bij boekhandel Van der Boom of bij de heer Van der Sluys (Volkerak 008) zelf. Hij zal een bezoekje zeer op prijs stellen. GOEDEREEDE Zaterdag 6 juni a.s. is het al weer de laat ste Open Deur-avond van dit seizoen. Je begrijpt, dat we deze avond dan ook niet ongemerkt voorbij willen laten gaan. We zullen dan de film 'Verboden liefde' draaien. Om de spanning te bewaren, verklappen we nog niet waar het over zal gaan, dat mag je zelf komen bekijken op 6 juni a.s. Voor de zeskamp kun je je overigens nog steeds opgeven bij Marike van Veen (tel. 493164) en Annerieke van Wijk (491839). Het Open Deur-team NED. HERV. KERK Beroepen te Scherpenisse A. Belder te Nieuwe Tonge; te Waddinxveen (wijk zuid) K. van Meijeren te Zwolle; te Zwijndrecht H. J. van der Veen te Kampen. Aangenomen naar Benthuizen P. J. Krijgsman te Willi- ge-Langerak; naar Den Haag (Bethle- hemkerkgemeente) P. J. Visser te Berg ambacht; die bedankte voor Maassluis (wijk Groote Kerk) en voor Nieuwerkerk aan den IJssel (wijk 2, toez.); naar Lunte- ren (wijk zuid) A. J. Schalkoort te Haar- ten. Bedankt voor Ameide-Tienhoven (toez.) W. van den Born te Rijssen; voor Bruinisse (toez.) W. Wagter te Capelle aan den IJs sel; voor Herwijnen M. J. Middelkoop te Mastenbroek. GEREF. KERKEN Beroepen te Groningen-Zuid P. B. Buikema te Scheemda; te Grijpskerke (Zld.) drds. H. J. Ketelaar, kandidaat uit Temeuzen, die dit beroep heeft aangenomen; te Hooge- veen drs. J. Kooistra te Steenwijk. NED. GEREF. KERKEN Beroepen te Zwolle (II) drs. A. Boshuizen te Am sterdam-Tuinsteden-Zuid-West. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Culemborg H. R. H. A. de Boer te Zeewolde. GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor Boskoop W. Silfhout te Hendrik Ido Ambacht: voor Haarlem en voor Aagtekerke P. Mulder te Capelle aan den IJ ssel-Middel watering. Handelingen 2:3 "En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen". Toen de Vader en de Zoon de Heilige Geest met stromen van zegen uitgoten op de Pinksterdag waren er drie duidelijke tekenen. Vorige week hebt u iets kunnen lezen over een hoorbaar teken: het geluid als van een geweldige gedreven wind. Nu iets over van het teken van het vuur: een zichtbaar teken. Op de hoofden van de discipelen en van de andere christenen die bij elkaar waren, werden plotseling 'tongen als van vuur' te zien: vlammen van vuur. Geen vuur dat hun hoofdhaar verschroeide, maar een teken dat verwees naar de Heilige Geest. Dit Pinkstervuur doet ons denken aan de vurigheid waarmee Petrus en de andere apostelen het Evangelie van Christus de Gekruisigde verkondigden. Hoe zij met brandende harten het volk op het hart bonden: "Laat u met God verzoenen". Vuur verwarmt, maakt koude harten warm van liefde voor Gods Vaderhart dat brandt van liefde, voor Christus' zaligmakershart dat gloeit van ontfer ming. Immers: de Pinkstergeest stort de liefde Gods uit in onze harten (Rom.5:5). En zoals vuur 'aanstekelijk' werkt, is het vuur van Pinksteren als een oversprin gende brand. Pinksteren heeft een gewel dige wervende kracht. Waar het vuur van Pinksteren gloeit, en de Pinksterwind het aanblaast, breidt de Heere Zijn Koninkrijk uit. Want ook die ander moet ingewonnen worden voor de Kruis- koning. En toch is daar niet alles mee gezegd. Hoe vaak heeft het vuur in Gods Woord niet een verterende kracht? Het vuur van Pinksteren is heilig vuur van de heilige God! Toen de priesters Nadab en Abihu met 'vreemd' vuur (onheilig, tegen Gods gebod in) wilden offeren in de taberna kel, ging er een vuur uit van het aange zicht des Heeren dat hen verteerde, zodat zij stierven (Lev. 10:1,2). Waar vuur brandend voorttrekt, laat het ook een spoor van as achter. As van het kaf dat met onuitblusselijk vuur verbrand wordt (cf. Mt.3:12). Voor al wat onheilig en onrein is, blijkt dit Geestesvuur een verterende gloed... Een verzengende hitte waaraan u enkel kunt ontkomen onder de beschermende vleugels van de Heere Jezus. Ook in het leven van hen die mogen schuilen in die schuilplaats van de Allerhoogste heeft dit Pinkstervuur een wegbrandende kracht. Bij hen niet om te vernietigen, maar om te behouden. Zoals het vuur van de goudsmid. Die vlammen dienen om het goud te zuiveren. Opdat het vuil wordt weggebrand, en het pure goud overblijft. Immers: wat is er ook in het leven van Christus' gelovigen veel wat voor Hem niet kan bestaan. Kleingeloof, lauwheid, toegeeflijkheid aan de zonde, doodheid... Hebt u dat Pinkstervuur ook zo nodig gekregen in uw leven? Dat vuur dat lou tert, reinigt, telkens weer opnieuw? Die vurige Geest Die dagelijks bekeert, Die steeds opnieuw brengt aan de voet van Christus' kruis? "O Heilige Geest, doortrek mijn hart. Brand uit mijn leven weg wat U verdriet, wat doods en zondig is in mij. Doorgloei mijn leven met Uw liefdevuur, zodat ik haat al wat U tegen staat". O-JBtH Toen in de raadsvergadering van vorige week donderdagavond in Goe- rees' raadsvergadering het eindconcept Plan van Aanpak kop van Goeree ter vaststelling voorlag is er een ongedachte kink in de kabel gekomen. Weliswaar werd het concept vastgesteld, maar er zal nog degelijk gepraat moeten worden over het projectvoorstel m.b.t. aan te leggen bloemen dijken. Het was de heer T. Human (SGP) die daartegen heeft gewaarschuwd. Een bloemendijk - waarop de flora ongelimi teerd z'n gang kan gaan - achtte hij nog denkbaar maar in het concept worden ook bloemendijken in het open agrarisch gebied gedacht. ,,Dat kan absoluut niet als we de bloemzaadteelt in stand willen houden", zo heeft de heer Human ge waarschuwd tegen bloemendijken als ziektehaarden en insectenbronnen die ervoor zouden zorgen dat de bloemzaad- telers en overige agrariërs veel meer che- miekalieën dan voorheen zouden moeten gaan gebruiken. En al helemaal zullen in de omgeving ervan ecologische teelten onmogelijk zijn. Of de landbouw dan opnieuw de huilen de derde zal moeten worden, was de prangende vraag die de heer Human de raad voorlegde. Z'n fractiegenoot de heer Klepper stemde geheel in met de vrees dat bloemendijken in het open agrarische gebied de voorge nomen 'duurzame ontwikkeling' van de activiteiten in het gebied ernstig zouden frustreren, bloemendijken in het open gebied zullen de landbouw zeker scha den", vreest ook de heer Klepper, ook beducht tegen de zelfs 120 hectares die worden genoemd als potentieel natuurge bied. Het leek hem niet in het belang van een levenskrachtige landbouw die hij dan ook, als 't zó door zou gaan, in dit gebied een zachte dood ziet sterven. Vreemd werd het wel gevonden dat in het vooroverleg dat is geweest, zelfs met twintig deelnemende werkgroepen het geluid van de heer Human niet is doorge klonken, daar had het de plaats geweest, vond o.a. de heer Peter Grinwis. Niette min, ook al komt het ter elfder ure, acht hij het verstandig echt deskundigen te raadplegen in hoeverre die geuite zorg reëel kan zijn. Bloemendijken in open agrarisch gebied kan niet anders dan in goed overleg met de aangrenzende agrariërs, heette het in het concept, maar mevrouw Mastenbroek (VVD) vond dat die zin dient te worden bekort en achter het woordje niet een punt dient te worden geplaatst, 't kan gewoon niet, vond ze. Daarvoor vond ze bijval, o.a. van de heer G. Moerkerk: „die mensen van de natuur proberen maar dóór te gaan", vond hij. Hij wilde dan ook meer prioriteit aan de land bouw zien gegeven omdat dan de kans bestaat dat die sector gelijk kan blijven. De raad was het er over eens dat de drie elementen in het gebied, natuur, recreatie en landbouw elkaar dienen te versterken, waarom de vrees door de heer Human tot uitdrukking gebracht heel serieus werd genomen. Wat de raad betreft kan het niet, bloe mendijken door het open agrarisch gebied en die optie zal nadrukkelijk wor den geanaliseerd. De kwestie bloemen dijken krijgt dan ook de volle aandacht. Geluidso verlast Wel vijftienhonderd handtekeningen zijn geplaatst op de klacht die de bewoners van Stcllendam, voornamelijk van de Noordwestkant, hebben gestuurd over geluidsoverlast, veroorzaakt door het verkeer op de nieuwe Rijksweg. Het Stellebos blijkt nauwelijks als geluids buffer te dienen. De gemeente heeft de brief aan Rijkswa terstaat voorgelegd, maar die Dienst heeft te kennen gegeven het treffen van maatregelen, de aanleg van een gevraag de geluidswal, niet nodig te achten. De raad vindt overigens dat de gemeente zich er wat goedkoop afmaakt door zich op die Waterstaatsbricf te beroepen, temeer omdat de Overheid de verant woordelijkheid toch richting gemeenten lijkt te gaan leggen. Het lijkt de raad dat de gemeente metin gen zou moeten laten doen en wethouder Visser zegde toe dat Rijkswaterstaat te zullen vragen. De klacht van de bewo ners blijft in elk geval niet ongehoord, zo werd toegezegd. Nieuw vlot Er komt, voor 11.000,- een nieuw zwcmvlot bij de Ouddorpse haven „een vlot en graag een beetje vlot", zo tekende mevrouw Mastenbroek aan, want het zwemseizoen is bijna daar. Alle dames raadsleden voerden een pleit voor deze voorziening en dat had de heer 't Mannetje die zich ook als spreker had gemeld, het gras voor de voeten wegge- maaid waarop een mooie woordspeling van de voorzitter burgemeester Sinke volgde, over 't mannetje en over de dames. Maar 't was de heer 't Mannetje hier en daar toch wat te ver gegaan, vooral toen het ging over de verankering van het vlot, aan een soort elastiek dat harde klappen op de golven voorkomt. Op de Zuiderzee waar de golven zoveel hoger gaan dan op de Grevelingen zijn daar goede ervaringen mee opgedaan, verze kerde wethouder Visser. „Ik heb lang genoeg op het water door gebracht maar nog nooit heb ik een gas- boei aan een rubberen vering vast zien liggen", verbaasde hij zich en hij gelooft dan ook niet aan de degelijkheid van zo'n constructie. Toch biedt het bedrijf 5 jaar garantie. Aan het verankeren komt trouwens ook een lange ketting en een betonblok te pas. Nu de raad instemde zal het vlot over drie weken geleverd kunnen worden. Restauratie Nu uit inspectie van Monumentenwacht Zuid Holland is gebleken dat aan Oud- dorps dorpstoren binnen korte termijn noodzakelijke voorzieningen moeten worden getroffen, o.a. moet zwam in het muurwerk bestreden worden, aarzelde de raad niet het gevraagde krediet van 255.000,- beschikbaar te stellen. Er ontstond nogal wat oppositie tegen het feit dat maar één aannemer is bena derd, maar de nieuwe wethouder T. Ba- kelaar, zelf altijd fervent voorstander van het benaderen van meerdere aannemers, verklaarde nu overtuigd te zijn dat dit keer met de ene genoemde aannemer moet worden volstaan in verband met het specifieke van het uit te voeren werk. De raad had er nauwelijks vrede mee, niet bijv. de heer v. d. Meer, maar ieder een ging toch akkoord. Het gevraagde bedrag bevindt zich ook beneden de grens van 300.000,- die de raad eerder had vastgesteld of aanbeste dingen al dan niet openbaar zullen zijn. K. Norel -27- Het koper van de lamp en de traproeden was dof in plaats van blinkend. Er lag stof op de ballon en op de schoorsteen mantel. Doch dit alles was niets in vergelijking bij wat anders. De roef was leeg, want moeder was er niet. Johannes had zijn vrouw en Hiddo zijn moeder nooit zo ge mist als nu. En dit werd erger toen ze in Kopenhagen voor de wal lagen en de wachten, dag en nacht, hun tijd niet langer vulden. Reeds de eerste avond verveelde Hiddo zich ge ducht. Hij had geen lust in leren of in lezen en toen zijn vader voorsloeg samen een spelletje te dam men, schudde hij van nee. Hij wou de wal op, zoals Jaap en Berend waren. „En waar dan heen?" vroeg zijn vader. Daarover had Hiddo niet nagedacht. Natuurlijk de stad in. „Een zeeman, die altijd de wal op wil, raakt in de goot", zei Johannes. Hiddo haalde zijn schouders op. Daar kon je toch zelf op passen datje niet in de goot rolde. Die avond, het was al nacht, werden Johannes en Hiddo uit hun slaap gewekt door luid gestommel. Jaap en Berend maakten herrie op het dek. Ze waren dronken als Maastricht. De koekoek van de roef vloog open en ze kwamen het trapje af, lal lend en schreeuwend. De schipper speelde duchtig op. Dat deed de dron kelappen schrikken en verdwijnen. En daarna sloot Johaimes de roef goed af. „Heb je nu gezien waar je belandt bij het passagie ren?" vroeg hij de volgende morgen aan Hiddo. Ja, die had dat gezien. Hij zeurde niet meer om de wal op te mogen gaan. Maar de verveling bleef hem kwellen. Johannes zag dat. Hij maakte wel eens een wande ling met Hiddo. Maar het was guur najaarsweer. Het lopen in de stad verveelde gauw. Zij aten 's avonds meest in het roefje, waar de tijd vroeger omvloog en nu kroop, Johannes vond het geen leven zonder vrouw aan boord. Hij dacht er over na deze reis de zee er aan te geven en op het bin nenwater te gaan varen zolang de oorlog duurde. Hij schreef Riek in die geest de dag, waarop ze uit Kopenhagen vertrokken om lading te halen in Go thenburg. Johannes en Hiddo reisden per spoor naar Gronin gen, nadat zij veilig in Delfzijl binnengelopen waren en Johannes de vracht van deze reis gebeurd had - het was een hoge som. Riek haalde hen van het station. Het weerzien was gelukkig. Riek zei: „Goddank dat jullie er bent en heerlijk datje thuisblijft!" „Thuisblijft?" vroeg Hiddo verbaasd. „Nu ja, gelukkig dat wij weer met elkaar gaan varen in het binnenwater". Hiddo keek verwonderd van zijn moeder naar zijn vader. Johannes zweeg, maar beet zich op de lippen. Riek werd een tint bleker. „Je hebt toch geschre ven, Johannes...?" „Een mens is niet voor zijn genoegen op de we reld", zei hij vlak en ontwijkend. „Waar ga je heen?" vroeg zij schor. „Ik heb een mooie lading aangenomen voor een hoge prijs". „Waarheen?" herhaalde zij. „O, helemaal niet ver. Naar Londen". Riek zuchtte diep. Een illusie was gebarsten als een zeepbel. Ü{iel<:s droom Johannes en Hiddo voeren raak in oorlogstijd. Nu naar de Oostzee, dan naar Engeland. Het waren altijd beste reizen. De vrachten liepen nog steeds op en aan de gevaren raakten zij gewend, nadat ze keer op keer er veilig doorgeko men waren. Ze praatten luchtig over mijnen, die ze zagen drijven: als je maar paste op de voelhoorns, deden ze je niets. Ze staken de draak met een U- bootkapitein, die hun schip in de grond had willen schieten, maar toen hij bezig was zijn kanon op hen te richten, zelf in de grond geschoten werd door een Engelse torpedoboot, die opdook uit een donderbui. Zij dachten er niet meer aan het varen op te geven. Zij vonden het zelfs laf van de zee te vluchten. Riek trachtte niet meer hen van de zee af te hou den. Zij wist dat het een uitgemaakte zaak was en schikte zich er in. Ze ontving de mannen - zo praatte ze sinds Hiddo ferm uit de kluiten gewas sen - na elke reis met vreugde en maakte het hun gezellig thuis. En ze probeerde de angst te onder drukken, die zij telkens weer gevoelde als ze voor een nieuwe reis vertrokken. Ze slaagde er althans in die angst te verbergen. Intussen deed zij voor haar man en zoon het enige wat zij kon doen: bid den, en verder wijdde zij zich aan haar taak: de opvoeding van de kinderen, die niet gering was, nu zij er alleen voor stond. Zij had gemeend dat dat aan wal gemakkelijker zou wezen dan aan boord, omdat zij ginds het krappe roefje had, waar zij de kinderen nauwelijks in bergen kon, terwijl zij hier een zee van ruimte had. En ze had gedacht dat ze Johannes, die aan boord zijn eigen werk had en de kinderen meest aan haar overliet, in dit opzicht niet erg zou missen, doch zij ervoer dat zijn sterke wil de jongens stevig in bedwang gehouden had. Het viel haar niet gemakkelijk om vader en moe der tegelijk te zijn en al vuriger verlangde zij naar het einde van de oorlog en naar gezinshereniging. Zij weerde zich echter flink en zij was dankbaar voor haar taak, want die deed haar haar angst ver geten. Zij hield het hoofd hoog opgericht en kwijnde niet. Dit duurde tot in het derde oorlogsjaar. Toen kreeg Riek het, nadat Johannes en Hiddo vertrokken waren voor een reis naar Schotland, uiterst moei lijk, ofschoon er geen aanwijsbare oorzaak was waarom zij erger ongerust moest zijn dan anders. Zij trachtte wel, zoals anders, opgewekt te zijn, maar slaagde daarin niet. In het bijzijn van de kin deren schroefde ze zich op tot vrolijkheid, maar zij hoorde zelf wel dat haar lach niet gul was en de kinderen merkten dat ook. De kleintjes keken soms vreemd en zelfs wel eens verschrikt op als ze lachte. Op een avond, toen de andere kinderen naar bed waren, vroeg Geesje: „Heeft moeder soms verdriet?" Het was of Riek schrok bij die vraag, maar zij ant woordde dat ze helemaal geen reden had voor zorg, omdat ze alles had wat ze begeren kon. Zij hadden het zelfs rijk. „Is u èrg ongerust over vader en Hiddo?" vroeg Geesje, die zich niet met een kluitje in het riet liet sturen. Het trok even bij Rieks mond. Het schuilevinkje spelen hield ze niet langer vol. ,,Ze kunnen nu weer op zee zijn. Gister of vandaag zouden ze uit Leith vertrekken. Ik ben bang dat er wat gebeurt", bekende zij. „Maar zij zijn op zee toch even wèl bewaard als wij aan wal", zei het meisje. Riek knikte. Dit had ze zelf steeds aan de kinderen voorgehouden en ze zei het dagelijks in haar ge bed. Zij hoefde niet bezorgd te zijn, omdat God over haar man en Hiddo waakte. En ze zette zich over haar onrust heen. (wordt vervolgd) >f; ïjc OUD GEREF. GEMEENTEN IN NED. Beroepen te Achterberg D. Monster te Barneveld. DE BETERE WONINGINRICHTING SINDS 1920 Zandpad 36 Middelharnis Tel. (0187) 482784

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1998 | | pagina 5