EIIAtlDEII-IIIEUWS
m
Overdenking
'Mee op Goeree'
1998 is uit
VOGELBEURS
Groei Bloei
uit de
Heilige Schrift
Zwangerschapsgymnastiek
organiseert bezoek aan
Hortus en Rozenkwekerij
Vrouwvolk aan boord
HET
":KIJkVENSTER
VERVOLGVERHAAL
2e B]ad
VRIJDAG 15 MEI 1998
No. 6704
Blik op kerk -^i
en samenleving [j
- Eeuwigheldsbesef
- Beroep op de Schrift?
- De schuld van de kerken
Het is al enkele weken geleden dat ik via
de redactie een brief ontving uit Ouddorp.
De afzender had mijn stukje gelezen over
de plannen van de regering om de eutha-
nasie-regels wat te versoepelen. Ik had
daarin betoogd dat het gevaar van de ge
wenning ons bedreigt. Dat we het min of
nieer normaal gaan vinden wanneer pa
tiënten 'uit hun lijden worden verlost'.
Mijn briefschrijver was het verder wel met
me eens, maar, zo schreef hij, euthanasie is
toch een fatsoenlijke moord? Maar het
wordt, evenmin als abortus, door velen
niet als moord beschouwd. Zelfs in eigen
kring kun je soms mensen horen opmer
ken, in geval van een overlijden: „Het is
maar beter zo, hij of zij is voor veel pijn en
ellende gespaard gebleven".
Dat brengt mijn correspondent uit Oud
dorp tot de vraag of de mensen nog wel
beseffen dat het leven een vervolg heeft. De
denk dat hij daar een gevoelige snaar aan
raakt.
Naarmate de secularisatie voortgaat, naar
die mate verdwijnt ook het eeuwighelds
besef.
Mijn briefschrijver merkt op dat, wanneer
een mens sterft zoals hij geboren is, het lij
den hier altijd nog kan worden verlicht,
maar als de boom gevallen is, dan blijft hij
liggen.
Met het oog daarop mogen we de genade
tijd niet verkorten. Wat dat betreft ben ik
het van harte met hem eens. Zelfs wanneer
een patiënt niet meer bereikbaar is voor
ons, betekent dat nog niet dat hij of zij ook
onbereikbaar is voor de Heere, Die zelfs
bij het naderen van de dood volkomen uit
komst kan geven.
Met het slot van de brief had ik wat meer
moeite. De afzender is van mening dat,
wanneer deze dingen aan de hand van
Gods Woord naar voren zouden worden
gebracht, de mensen aan het denken zou
den worden gezet, en misschien ook over
tuigd van het verkeerde van euthanasie.
En dat laatste, daar ben ik nu niet zo zeker
van. Natuurlijk, ik geloof in de kracht van
het Woord, dat alle tegenstand en tegen
spraak kan overwinnen. Maar laten we
vooral niet onderschatten het ongeloofs-
denken dat velen in z'n greep heeft.
Er is een tijd geweest waarin de Bijbel, ook
bij rand- en buitenkerkelijken, nog een
zeker gezag had. Wanneer je dan met de
stukken kon aantonen dat iets in de Bijbel
stond, dan was dat het einde van alle tegen
spraak, en gaven ze zich gewonnen. Maar
die tijd is absoluut voorbij. Als je je op de
Bijbel beroept, dan krijg je al gauw te
horen: „Dat is toch ook maar een gewoon
boek, door gewone mensen geschreven?"
De grote massa laat zich echt niet meer
door het Woord van God overtuigen of ge
zeggen.
En laten we dan de schuld van dit alles
maar niet te ver zoeken. Want wat mag je
verwachten van mensen buiten de kerk,
wanneer kerkmensen, theologen, het ge
zag van de Schrift op allerlei manieren
ondermijnen?
Eerst heeft men oog gekregen voor de
menselijke factor in de Schrift. De Heilige
Geest heeft zich immers bediend van men
sen die onderling verschillend waren?
Daar is op zich niet veel tegenin te bren
gen. Maar toen is men verder gegaan.
Mensen hebben opgeschreven hoe zij God
zagen, wat zij van God ondervonden, in
die bepaalde tijd en in die bepaalde situ
atie... En tenslotte is de Bijbel een boek
geworden met geloofsgetuigenissen van
mensen, gebonden aan een bepaalde tijd,
maar zeker niet relevant voor de tijd waar
in wij nu leven.En daarmee is de enige
instantie waarop we ons konden beroepen
weggevallen.
Dat de kerken deze Schriftbeschouwing
hebben gepropageerd, en daarmee het ge
zag van de Schrift hebben aangetast - dat
is nog het meest zorgwekkende. Maar des
ondanks blijft het van kracht: „zo zij niet
spreken naar het Woord, het zal zijn dat ze
geen dageraad zullen hebben".
Waarnemer
Alle informatie
over natuurexcursies
De folder 'Mee op Goeree' is weer uit en
staat boordevol natuurexcursies. De gratis
excursiefolder is te verkrijgen bij de
VVV's in de regio.
Excursie-overzicht
In de folder 'Mee op Goeree' is een com
pleet overzicht opgenomen van de excur
sies die op Goeree worden georganiseerd
tussen april en november 1998. Wie eens
mee wil om een kijkje te nemen in natuur
gebieden als de Kabbelaarsbank, Kwade
Hoek, Preekhilpolder of de Westduinen is
van harte welkom! Wanneer de excursies
precies gehouden worden, wat de vertrek
punten zijn, welke kosten aan deelname
zijn verbonden enzovoort kunt u allemaal
lezen in de brochure.
Praktisclie informatie
Wie zelf eens een excursie wil organise
ren in een bepaald gebied op Goeree vindt
de benodigde informatie in de folder. Ver
der staan er gegevens in over uitgezette
wandelroutes en de toegankelijkheid van
de gebieden. Dus: Houd je van de natuur,
dan haal je de folder op!
Op zaterdag 16 mei a.s. houdt de Eerste
Flakkeese Vogel Vereniging weer een
vogelbeurs in he-t Dienstencentrum aan de
Doetinchemsestraat 27 te Middelhamis.
Iedereen is welkom van 13.30 tot 16.30
uur. Er is een handelaar aanwezig. Toe
gang gratis!
Zorg en Welzijn Groep organiseert
in diverse plaatsen op Goeree-Over-
flakkee zwangerschapsgymnastiek.
Zwangerschapsgymnastiek helpt u de
zwangerschap en de bevalling zo optimaal
mogelijk te laten verlopen. U kunt deel
nemen vanaf de 5e maand in uw zwanger
schap.
De cursus bestaat uit 10 bijeenkomsten.
Tijdens één van de bijeenkomsten wordt
ook de partner uitgenodigd.
Kosten: Gratis voor leden van Zorg en
Welzijn Groep. Indien u bij aanvang van
de cursus korter dan 3 maanden lid bent,
geldt een toegangsbijdrage.
Informatie en aanmelden bij Zorg en Wel
zijn Groep, ma t/m vr tussen 09.00 en
12.00 uur op tel. (0181) 626226.
Koninklijke Maatschappij
Tïiinbouw Plantkunde
Afdeling Goeree-Overflakkee
Op zaterdag 20 Juni willen wij een
bezoek gaan brengen aan de Hortus
Botanicus Utrecht (De Uithof) en
aan Rozenkwekerij De Wilde te
Bussum. De Uithof
De botanische tuinen van de universiteit
van Utrecht zijn sinds 1963 gevestigd in
en op Fort Hoofddijk, een voormalig mili
tair bolwerk van de Hollandse Waterlinie.
Zo zijn de hellingen van de remives ge
bruikt voor de rotstuinen. De ruim 10.000
plantensoorten in de botanische tuinen
komen uit de hele wereld. Ze zijn in de
loop van meer dan 350 jaar tijdens expe
dities verzameld, onderling (met andere
hortussen) geniild en zoveel mogelijk van
natuurlijke herkomst. Zonder planten zou
er geen leven zijn zoals we dat nu kennen.
Onderzoek, behoud van plantensoorten in
en buiten de tuinen en het geven van voor
lichting en educatie is de taak van botani
sche tuinen. In de thematuin vertellen
planten het verhaal van bijvoorbeeld:
Kleuren als Signaal, Medicinale Planten
of Planten in Magie en Religie.
In de rotstuin ziet u hoe planten zich aan
passen aan het harde klimaat van hun
natuurlijke omgeving. En waarom bepaal
de planten eikaars familie zijn, ziet u in de
systeemtuin. Dan de tropische kassen die
u naar Zuid-Amerika brengen en het bui
tenfort, waar u tussen de Nederlandse
(heem-)planten loopt.
Rozenkwekerij De Wilde
Na ons bezoek met rondleiding (van 1,5 a
2 uur), vanaf 11.00 uur) vertrekken we
naar Bussum, naar de Rozenkwekerij van
'De Wilde', een begrip voor rozenliefheb-
bers. Eind juni kunt u zeer veel rozen in
volle bloei zien, volledig uitgegroeid en
zo een goed idee krijgen welke soorten in
uw tuin passen.
De tuinen zijn ook 's avonds open. De ver
koop stopt om 17.00 uur. Bekijk eventu
eel de catalogus van te voren (enkele
exemplaren gaan mee op reis) als u wilt
kopen, maar de opzet is vooral: Kijken en
enieten. Reisinformatie
U kunt zich, liefst, voor deze reis opgeven
bij het secretariaat: Elvire Theeier, tel,
486926, tot 10 juni!
We vertrekken per bus, vanaf Mijnders
Transportbedrijf te Melissant om 8.15
uur. Om ongeveer 20.00 uur hopen we
weer terug te zijn. U dient zelf een lunch
pakket mee te nemen.
De kosten, met entree, koffie-plus en
rondleiding in de Botanische Tuinen, zijn
45,00 voor leden en 50,00 voor niet-
leden.
Nu uzelf al opgeven en die dag op uw ka
lender reserveren! Als de bus vol is hebt u
pech...
Autobedrijf Jan van Dijk
Tel. (0181)413777
"Maar deze zijn geschreven, opdat gij
gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone
Gods; en opdat gij, gelovende, het leven
hebt in Zijn naam"(Johannes 20:31)
Is dit niet het zwaartepunt van het evan
gelie? Is dit niet de boodschap van het
Woord Gods? Thomas die als voorbeeld
voor velen zoniet allen wordt aange
haald, hij komt op dat Woord tot die
geweldige belijdenis "Mijn Heere en
mijn God". Want zo gaat dat toch wel
bij de meesten van ons: eerst zien en dan
geloven. Maar is dat nu de weg om te
komen tot de kennis van de Levende
Christus en tot de kracht van Zijn
opstanding? Neen, want de Heere Jezus
wijst een andere weg tot het levende
geloof, de enige weg, de weg van het
Woord: "Zalig zijn zij die niet zullen
gezien hebben, en nochtans zullen
geloofd hebben". Hoe zal zich dat dan
voltrekken? Dat krijgen ze als ze de pre
diking van de Levende Heere horen en in
hun harten bewaren. Het Woord, het
enige middel tot het geloof en de enige
grond van het geloof in de Levende
Heere. Dat is de kracht die de Heere Zelf
gegeven heeft in de Woorden van het
eeuwige leven. Met deze tekst geeft
Johannes een voorlopige afsluiting van
van zijn evangelie. In den beginne was
het woord en aan het einde is en blijft het
Woord. Het Woord van de Levende,
waarin Hij Zelf is en dat geschreven is
en verkondigd wordt overal "opdat gij
gelooft dat Jezus is de Christus de Zone
Gods, en dat gij gelovende het leven hebt
in Zijn Naam". Het Woord wil het geloof
werken. Het Woord wil niet geheel vol
ledig zijn in de weergave van alles wat
Jezus gezegd en gedaan heeft, want dat
laat Johannes ook nog weten in vs. 30.
Niet alles staat er in en dat hoeft ook
niet. Hoewel er mensen zijn die die zich
gemakkelijk druk maken over wat er niet
staat en wat er volgens hen had moeten
staan. Want als ze alles zouden weten
dan zouden ze overtuigd zijn. Maar zou
dat wel waar zijn? Bovendien mogen wij
zo met het Levende Woord niet omgaan.
Het Woord wil niet onze nieuwsgierig
heid tegemoet komen, het wil het geloof
werken. De vraag is namelijk niet: wat
wil ik lezen, maar wat staat er. Wat
wordt mij van Godswege gezegd. De
Heere heeft niet gevraagd wat wij wilden
of wat wij nodig vonden toen Hij ons
Zijn evangelie gaf. Maar Hij geeft wat
tot onze vrede is dienende. En dat is
blijkbaar een andere weg dan wij willen.
Maar de weg tot ons eeuwig heil, daar
gaat het om, dat wij komen tot het geloof
en tot bekering en leven.
Het Woord zegt inderdaad niet alles,
maar wel ruim voldoende om daaruit de
zaligheid te putten, zegt Calvijn. Wat
zoeken wij dan nog? Genoeg is toch ook
alles? De vraag is dus ook naar ons toe
of wij daar dan ook genoeg aan hebben.
Want daar komt het toch op aan.
Als de Heere zegt: door dit Woord wil De
leven wekken en geloof werken, wie zou
dan nog durven zeggen dat het niet
genoeg is? Dat er nog aan toegevoegd
zou moeten worden voor het zo betrouw
baar is dat het geloofd kan worden?
Johannes zegt nog duidelijk: "Deze zijn
geschreven opdat gij gelooft". Wie aan
deze Schriften niet genoeg heeft, die zal
niet geloven al waren er nog vele verha
len aan toe gevoegd. Deze Schriften zijn
ruim voldoende om zich daaraan gewon
nen te geven en er in aanbiddelijke ver
wondering onder te buigen. Geloof, dat
is het enige antwoord daarop.
Maar geloof, hoe zal dat zijn? Dat is zo
moeilijk, zuchten wij zo vaak. Dat gaat
zomaar niet. Dat kunnen en willen wij
niet. Dat is zeker waar, maar u denkt
toch niet dat de Heere daar niet vanaf
weet? Als er Een is Die de hardheid van
onze harten kent en Die weet hoe onze
weerstand moet worden verbroken, dan
is Hij dat wel. Maar juist daarom heeft
Hij het Levende Woord gegeven, omdat
dit het enige middel is om de hardheid en
het verzet te breken. Waar de Geest dit
Woord toe past, daar komt het tot over
gave. Dat Woord is dan zo sterk, dat
doden de stem van de Zoon van God
horen. En die horen, zullen leven. Alleen
wie die stem hoort, wordt van dood tot
het leven gewekt. Dat woord is het dat
harde harten verbreekt.
Opdat gij gelooft. Wat geloven? Dat ik
zo sterk sta en dat ik geloof dat ik
geloof? Nee, geloven dat Hij het is, Jezus
de Christus de Zonen Gods. Je kunt niet
zalig worden met wat je van jezelf
gelooft. Maar wel met wat je van Hem
gelooft en wat je van Hem hoort, dat Hij
is de Christus de Zoon van de Levende
God. Hij is nu Kind Gods in mijn plaats,
ik had me daar uitgezondigd. En met
alles wat ik van mijzelf weet, kan ik de
zonden niet wegwassen. Maar het bloed
van Christus wast en reinigt van alle zon
den.
Johannes heeft met zijn beschrijving van
het evangelie maar een ding willen zeg
gen; Hij is de Christus, de Levende.
Hoort Hem en ge zult leven. Bij Hem
mag u het zoeken in al uw nood, uw
schuld en zonde. De zaligheid buiten
mijzelf zoeken in Hem, van Wie het
Woord getuigt. En wie Hem vindt, die
houdt maar een over: Hem, in leven en in
sterven. Al het andere leert men dan om
Christus wil schade achten. Alleen in
Zijn Naam vind ik het leven. Alles wat
daar buiten ligt, dat brengt de dood.
Alleen Zijn Naam. Opdat gij het leven
hebt in Zijn Naam, verzekert Johannes
nog eens. En dan mag men ook weten in
het geloof dat Hij het is Die vasthoudt,
want in Zijn Naam is het vast en zeker
voor tijd en eeuwigheid. In Hem, die
leeft en leven geeft.
D.B.
A. Vos.
De heer Groen (r) geeft fietsenhandelaar Groenendijk uitleg over z'n vélo
Toen jl. zaterdag de Nationale fietsdag werd gehouden heeft dat heel
wat pedalen in beweging gebracht, ook op Goeree-Overflakkee. Zater
dagochtend om 9 uur zette zich vanaf het V.V.V. Kantoor aan de Kaai
te Middelhamis een wat zonderlinge stoet in beweging, aangevoerd
door Simon Groen uit Sommelsdijk, verwoed verzamelaar van histo
rische fietsen. Hij had in z'n vriendenkring wat deelnemers gecharterd
om een van z'n ouwe karretjes te bestijgen, de een gekleed in militair
tenue, de ander in een wat luchter outfit De stoet die een aantal reser-
vefietsen meevoerde heeft veel bekijks gehad, ook van fietsenhande
laar Groenendijk uit Sommelsdijk die z'n zaak vlakbij de molen heeft.
Het was ook Molendag waarom de fietsers daar even afstegen om de
molen te bekijken en om even bij te komen, want zo'n ouwetje bleek
heel wat zwaarder te trappen dan de lichtgewichten die de heer Groe
nendijk in de etalage heeft.
K.Norei
-J6-
De zwakke motor gaf met al zijn lawaai
aan het zwaar geladen schip nu het tegen
de wind voer slechts een geringe vaart.
De schoener scheerde dubbel zo snel
dwars uit. Maar toen die schoener na een
lange slag weer opkwam, lag hij toch
achter. En Hiddo stelde vast dat zij met
dat gekuchel en gekruip toch aardig op
schoten.
Jaap gromde. Wat kon dat opschieten hem sche
len? Wat gaf het of een reis tien, veertien dagen
duurde of een maand? Was het op zee niet goed?
Hij was er liever dan aan wal.
Zij koersten door de Kalmar Sont en daarna door
de Scheren van Stockholm. Die Scheren waren
nieuw vaarwater voor Johannes, hoeveel hij in de
laatste jaren ook in de Oostzee gevaren had. Op de
zeilen ging hij altijd om de Scheren heen, want
tussen al die hoge en zwaarbeboste, dikwijls heel
nauw bij elkaar gelegen eilandjes had je nooit een
goede zeilwind.
Nu zocht hij het beschutte water in plaats van dat
hij het meed en dat te liever omdat de vaarweg
door de Scheren korter was. Johannes zou geen
Groninger schipper zijn als hij er niet tuk op was
om ieder mijltje, dat gespaard kon worden, uit te
winnen.
Er was geen wind toen ze in de Scheren voeren.
De sparren stonden roerloos op de hellingen en op
de kammen van de rotsen; het water was als een
gladde spiegel. Dit was vreemd varen. Een zeil
schip zou nu in de haven moeten blijven, of anke
ren, of drijven als een trage zwaan. Doch hun boeg
kerfde een voor in de spiegel terwijl de schroef
woelde onder het hek en de motor luide echo's
wekte uit de rotsen. Ze voeren recht op de donkere
rotsen aan, die naar het scheen geen doortocht lie
ten, maar telkens weer kwam er een nauwe geul,
die toegang tot een volgend meertje gaf, opnieuw
omringd door hoge, met sparren overdekte rotsen.
Het licht van de zon, die helder aan een wolkenlo
ze hemel scheen, speelde door de groene dennen
en weerkaatste in het blanke water. In een nauwe
doorgang tussen hoge rotsen was het donker, maar
des te heerlijker straalde het licht, wanneer het
schip weer op de ruimte kwam. Riek stond aan het
roer tot hulp van haar man, die druk werk had
ieder volgend baken op te zoeken. Jaap was naar
kooi gegaan, nadat zijn wacht er op zat, maar
Hiddo stond nog op het dek en leunde over de ver
schansing.
„Je moest gaan slapen, Hiddo", zei zijn moeder,
„anders houd je het vannacht niet uit".
„Nog even!" zei hij. Hij was te sterk geboeid door
deze wonderlijke wereld van het Noorden en snoof
met welbehagen de pittige harsgeur van de sparren
in. Hij had geen slaap en toen hij eindelijk bedacht
dat hij toch rusten moest, was het nog maar een
uur aleer de nieuwe wacht begon. Toen vond hij
het niet meer de moeite waard te kooi te gaan. Hij
bleef trouwens ook veel liever aan dek, want ze
voeren nu, geleid door de bakens, een geheimzin
nige engte binnen tussen hoge en loodrechte rot
sen, wier wanden je haast met de handen grijpen
kon. Het was er angstig donker, maar achter deze
rotsen was weer heerlijk licht.
Na de platvoet - weer vier uur wacht en even lang
genieten van de Scheren - ging Hiddo eindelijk te
kooi en nu sliep hij zodra zijn oor het kussen raak
te.
Hij schrok wakker doordat hij onzacht werd ge
schut. Het was zijn vader die hem wekte. „Kom es
even kijken", zei die. „De kar vertikt het en ik kan
het mankement niet vinden".
Hiddo kwam. Het was een verstopte verstuiver.
Het defect was gauw verholpen en Hiddo kroop
weer haastig in zijn kooi, want hij was slaperig.
Toen hij er uit moest voor de hondenwacht, had
Jaap veel moeite hem te wekken. Slaapdronken
trok hij eindelijk buis en broek aan en wankelend
liep hij door het gangboord naar het achterschip.
De koele nachtlucht maakte hem pas goed wakker.
In de motorkamer, waar het warm was, werd hij
bij het smeren van de machine weer overmand
door slaap. Hij leunde tegen de wand, de oliekan
in de hand. Even de ogen sluiten; dan was hij aan
stonds wel weer helder.
Harde klappen deden Hiddo schrikken. De motor
hoestte onregelmatig; het vliegwiel sloeg terug,
schoot weer vooruit, en stond toen na wat heen en
weer geslinger stil.
Door de schrik was hij klaar wakker. „O, het is
niets", zei hij tot Jaap die zijn hoofd door de koe
koek stak en informeerde, „de motor is afgeslagen;
ik heb hem zo weer aan de gang".
Hij maakte de verstuiver schoon. Daar zou het wel
weer aan liggen. Toen hij het onderdeel weer op
zijn plaats had, riep hij naar Jaap: „Kom even hier
en gooi 'm op gang".
Jaap kwam en draaide aan de slinger, maar de
motor deed het niet. Hij zette nog een paar maal
aan. De motor hoestte telkens driemaal en stond
dan weer stil. De knecht had schik omdat de motor
het vertikte. Hiddo had gruwelijk het land. Hij
zocht naar andere mankementen en vond een los
draadje. Hij meende nu dat het daar aan lag. Nadat
het draadje vastgemaakt was, haalde hij er Jaap
weer bij. Maar hoe vaak deze ook aan de slinger
draaide, de motor weigerde halsstarrig.
Toen wist Hiddo het niet meer. Hij zocht op alle
plaatsen waar hij reeds gezocht had en zweette
omdat hij de oorzaak van het defect niet vinden
kon.
Een warrig hoofd stak door de koekoek van de
motorkamer-schacht. „Hoe lang duurt het daar?"
vroeg schipper Wigboldus ongeduldig.
„Ik weet niet wat er aan mankeert", verzuchtte
Hiddo moedeloos. Johannes liet zich zakken. Jaap
was op slag verdwenen. In zijn rood baaien hemd
stond de schipper bij de motor. Op dezelfde ma
nier als Hiddo had gedaan probeerde hij het defect
te vinden. Eerst de verstuiver, daarna de draad
voor de ontsteking. Toen dacht hij dat vergeten
was de olie in de dagtank bij te vullen. Maar deze
was voor driekwart vol. Johannes snapte evenmin
als Hiddo wat de oorzaak van de storing wezen
kon. „Hoe heb je dit nou weer gehad?" vroeg die.
„Is het mijn schuld?" vroeg die.
„Waar zat je toen de kar het vertikte?"
„Hier", antwoordde Hiddo, zonder er bij te zeggen
dat hij sliep.
„Jongenswerk", mopperde Johannes.
„Onder uw wacht heeft hij toch ook geweigerd",
verweerde Hiddo zich.
„Toen kwam hij weer op gang, nou niet".
„Toen heb ik hem weer op gang gebracht".
„Doe het nou dan ook!"
De tranen sprongen Hiddo haast in de ogen.
Johannes gooide nijdig de sleutel op de grond en
klom naar het dek. „Hijs de zeilen maar", beval hij
Jaap. „Hiddo, hier! Helpen!"
Onwillig kwam Hiddo. Hij voelde zich bezeerd,
omdat zijn vader hem de averij verweet. Het zat
hem ook dwars dat hij het defect niet vinden kon.
Op de achtergrond speelde het zelfverwijt dat hij
op wacht geslapen had en dat hij in zijn sufheid bij
het smeren misschien iets aan de machine had ver
knoeid.
Jaap was vrolijk. Hij riep: „Hallié, hallo...!" bij
het hijsen van de zeilen en dat klonk of hij een
overwinning had behaald. Toen alles bijstond en
hij het roer weer in handen had, floot hij een deun
tje, (wordt vervolgd)
OFFICIEEL DEALER
Brielle
Slagveldig
Spijkenisse
Kelvinweg 13
Tel. (0181)624900
Honda-dealer voor de Z-Hollandse eilanden