EIIAtlDEII-IIIEUWS m Overdenking 'Mee op Goeree' 1998 is uit VOGELBEURS Groei Bloei uit de Heilige Schrift Zwangerschapsgymnastiek organiseert bezoek aan Hortus en Rozenkwekerij Vrouwvolk aan boord HET ":KIJkVENSTER VERVOLGVERHAAL 2e B]ad VRIJDAG 15 MEI 1998 No. 6704 Blik op kerk -^i en samenleving [j - Eeuwigheldsbesef - Beroep op de Schrift? - De schuld van de kerken Het is al enkele weken geleden dat ik via de redactie een brief ontving uit Ouddorp. De afzender had mijn stukje gelezen over de plannen van de regering om de eutha- nasie-regels wat te versoepelen. Ik had daarin betoogd dat het gevaar van de ge wenning ons bedreigt. Dat we het min of nieer normaal gaan vinden wanneer pa tiënten 'uit hun lijden worden verlost'. Mijn briefschrijver was het verder wel met me eens, maar, zo schreef hij, euthanasie is toch een fatsoenlijke moord? Maar het wordt, evenmin als abortus, door velen niet als moord beschouwd. Zelfs in eigen kring kun je soms mensen horen opmer ken, in geval van een overlijden: „Het is maar beter zo, hij of zij is voor veel pijn en ellende gespaard gebleven". Dat brengt mijn correspondent uit Oud dorp tot de vraag of de mensen nog wel beseffen dat het leven een vervolg heeft. De denk dat hij daar een gevoelige snaar aan raakt. Naarmate de secularisatie voortgaat, naar die mate verdwijnt ook het eeuwighelds besef. Mijn briefschrijver merkt op dat, wanneer een mens sterft zoals hij geboren is, het lij den hier altijd nog kan worden verlicht, maar als de boom gevallen is, dan blijft hij liggen. Met het oog daarop mogen we de genade tijd niet verkorten. Wat dat betreft ben ik het van harte met hem eens. Zelfs wanneer een patiënt niet meer bereikbaar is voor ons, betekent dat nog niet dat hij of zij ook onbereikbaar is voor de Heere, Die zelfs bij het naderen van de dood volkomen uit komst kan geven. Met het slot van de brief had ik wat meer moeite. De afzender is van mening dat, wanneer deze dingen aan de hand van Gods Woord naar voren zouden worden gebracht, de mensen aan het denken zou den worden gezet, en misschien ook over tuigd van het verkeerde van euthanasie. En dat laatste, daar ben ik nu niet zo zeker van. Natuurlijk, ik geloof in de kracht van het Woord, dat alle tegenstand en tegen spraak kan overwinnen. Maar laten we vooral niet onderschatten het ongeloofs- denken dat velen in z'n greep heeft. Er is een tijd geweest waarin de Bijbel, ook bij rand- en buitenkerkelijken, nog een zeker gezag had. Wanneer je dan met de stukken kon aantonen dat iets in de Bijbel stond, dan was dat het einde van alle tegen spraak, en gaven ze zich gewonnen. Maar die tijd is absoluut voorbij. Als je je op de Bijbel beroept, dan krijg je al gauw te horen: „Dat is toch ook maar een gewoon boek, door gewone mensen geschreven?" De grote massa laat zich echt niet meer door het Woord van God overtuigen of ge zeggen. En laten we dan de schuld van dit alles maar niet te ver zoeken. Want wat mag je verwachten van mensen buiten de kerk, wanneer kerkmensen, theologen, het ge zag van de Schrift op allerlei manieren ondermijnen? Eerst heeft men oog gekregen voor de menselijke factor in de Schrift. De Heilige Geest heeft zich immers bediend van men sen die onderling verschillend waren? Daar is op zich niet veel tegenin te bren gen. Maar toen is men verder gegaan. Mensen hebben opgeschreven hoe zij God zagen, wat zij van God ondervonden, in die bepaalde tijd en in die bepaalde situ atie... En tenslotte is de Bijbel een boek geworden met geloofsgetuigenissen van mensen, gebonden aan een bepaalde tijd, maar zeker niet relevant voor de tijd waar in wij nu leven.En daarmee is de enige instantie waarop we ons konden beroepen weggevallen. Dat de kerken deze Schriftbeschouwing hebben gepropageerd, en daarmee het ge zag van de Schrift hebben aangetast - dat is nog het meest zorgwekkende. Maar des ondanks blijft het van kracht: „zo zij niet spreken naar het Woord, het zal zijn dat ze geen dageraad zullen hebben". Waarnemer Alle informatie over natuurexcursies De folder 'Mee op Goeree' is weer uit en staat boordevol natuurexcursies. De gratis excursiefolder is te verkrijgen bij de VVV's in de regio. Excursie-overzicht In de folder 'Mee op Goeree' is een com pleet overzicht opgenomen van de excur sies die op Goeree worden georganiseerd tussen april en november 1998. Wie eens mee wil om een kijkje te nemen in natuur gebieden als de Kabbelaarsbank, Kwade Hoek, Preekhilpolder of de Westduinen is van harte welkom! Wanneer de excursies precies gehouden worden, wat de vertrek punten zijn, welke kosten aan deelname zijn verbonden enzovoort kunt u allemaal lezen in de brochure. Praktisclie informatie Wie zelf eens een excursie wil organise ren in een bepaald gebied op Goeree vindt de benodigde informatie in de folder. Ver der staan er gegevens in over uitgezette wandelroutes en de toegankelijkheid van de gebieden. Dus: Houd je van de natuur, dan haal je de folder op! Op zaterdag 16 mei a.s. houdt de Eerste Flakkeese Vogel Vereniging weer een vogelbeurs in he-t Dienstencentrum aan de Doetinchemsestraat 27 te Middelhamis. Iedereen is welkom van 13.30 tot 16.30 uur. Er is een handelaar aanwezig. Toe gang gratis! Zorg en Welzijn Groep organiseert in diverse plaatsen op Goeree-Over- flakkee zwangerschapsgymnastiek. Zwangerschapsgymnastiek helpt u de zwangerschap en de bevalling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. U kunt deel nemen vanaf de 5e maand in uw zwanger schap. De cursus bestaat uit 10 bijeenkomsten. Tijdens één van de bijeenkomsten wordt ook de partner uitgenodigd. Kosten: Gratis voor leden van Zorg en Welzijn Groep. Indien u bij aanvang van de cursus korter dan 3 maanden lid bent, geldt een toegangsbijdrage. Informatie en aanmelden bij Zorg en Wel zijn Groep, ma t/m vr tussen 09.00 en 12.00 uur op tel. (0181) 626226. Koninklijke Maatschappij Tïiinbouw Plantkunde Afdeling Goeree-Overflakkee Op zaterdag 20 Juni willen wij een bezoek gaan brengen aan de Hortus Botanicus Utrecht (De Uithof) en aan Rozenkwekerij De Wilde te Bussum. De Uithof De botanische tuinen van de universiteit van Utrecht zijn sinds 1963 gevestigd in en op Fort Hoofddijk, een voormalig mili tair bolwerk van de Hollandse Waterlinie. Zo zijn de hellingen van de remives ge bruikt voor de rotstuinen. De ruim 10.000 plantensoorten in de botanische tuinen komen uit de hele wereld. Ze zijn in de loop van meer dan 350 jaar tijdens expe dities verzameld, onderling (met andere hortussen) geniild en zoveel mogelijk van natuurlijke herkomst. Zonder planten zou er geen leven zijn zoals we dat nu kennen. Onderzoek, behoud van plantensoorten in en buiten de tuinen en het geven van voor lichting en educatie is de taak van botani sche tuinen. In de thematuin vertellen planten het verhaal van bijvoorbeeld: Kleuren als Signaal, Medicinale Planten of Planten in Magie en Religie. In de rotstuin ziet u hoe planten zich aan passen aan het harde klimaat van hun natuurlijke omgeving. En waarom bepaal de planten eikaars familie zijn, ziet u in de systeemtuin. Dan de tropische kassen die u naar Zuid-Amerika brengen en het bui tenfort, waar u tussen de Nederlandse (heem-)planten loopt. Rozenkwekerij De Wilde Na ons bezoek met rondleiding (van 1,5 a 2 uur), vanaf 11.00 uur) vertrekken we naar Bussum, naar de Rozenkwekerij van 'De Wilde', een begrip voor rozenliefheb- bers. Eind juni kunt u zeer veel rozen in volle bloei zien, volledig uitgegroeid en zo een goed idee krijgen welke soorten in uw tuin passen. De tuinen zijn ook 's avonds open. De ver koop stopt om 17.00 uur. Bekijk eventu eel de catalogus van te voren (enkele exemplaren gaan mee op reis) als u wilt kopen, maar de opzet is vooral: Kijken en enieten. Reisinformatie U kunt zich, liefst, voor deze reis opgeven bij het secretariaat: Elvire Theeier, tel, 486926, tot 10 juni! We vertrekken per bus, vanaf Mijnders Transportbedrijf te Melissant om 8.15 uur. Om ongeveer 20.00 uur hopen we weer terug te zijn. U dient zelf een lunch pakket mee te nemen. De kosten, met entree, koffie-plus en rondleiding in de Botanische Tuinen, zijn 45,00 voor leden en 50,00 voor niet- leden. Nu uzelf al opgeven en die dag op uw ka lender reserveren! Als de bus vol is hebt u pech... Autobedrijf Jan van Dijk Tel. (0181)413777 "Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn naam"(Johannes 20:31) Is dit niet het zwaartepunt van het evan gelie? Is dit niet de boodschap van het Woord Gods? Thomas die als voorbeeld voor velen zoniet allen wordt aange haald, hij komt op dat Woord tot die geweldige belijdenis "Mijn Heere en mijn God". Want zo gaat dat toch wel bij de meesten van ons: eerst zien en dan geloven. Maar is dat nu de weg om te komen tot de kennis van de Levende Christus en tot de kracht van Zijn opstanding? Neen, want de Heere Jezus wijst een andere weg tot het levende geloof, de enige weg, de weg van het Woord: "Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben". Hoe zal zich dat dan voltrekken? Dat krijgen ze als ze de pre diking van de Levende Heere horen en in hun harten bewaren. Het Woord, het enige middel tot het geloof en de enige grond van het geloof in de Levende Heere. Dat is de kracht die de Heere Zelf gegeven heeft in de Woorden van het eeuwige leven. Met deze tekst geeft Johannes een voorlopige afsluiting van van zijn evangelie. In den beginne was het woord en aan het einde is en blijft het Woord. Het Woord van de Levende, waarin Hij Zelf is en dat geschreven is en verkondigd wordt overal "opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus de Zone Gods, en dat gij gelovende het leven hebt in Zijn Naam". Het Woord wil het geloof werken. Het Woord wil niet geheel vol ledig zijn in de weergave van alles wat Jezus gezegd en gedaan heeft, want dat laat Johannes ook nog weten in vs. 30. Niet alles staat er in en dat hoeft ook niet. Hoewel er mensen zijn die die zich gemakkelijk druk maken over wat er niet staat en wat er volgens hen had moeten staan. Want als ze alles zouden weten dan zouden ze overtuigd zijn. Maar zou dat wel waar zijn? Bovendien mogen wij zo met het Levende Woord niet omgaan. Het Woord wil niet onze nieuwsgierig heid tegemoet komen, het wil het geloof werken. De vraag is namelijk niet: wat wil ik lezen, maar wat staat er. Wat wordt mij van Godswege gezegd. De Heere heeft niet gevraagd wat wij wilden of wat wij nodig vonden toen Hij ons Zijn evangelie gaf. Maar Hij geeft wat tot onze vrede is dienende. En dat is blijkbaar een andere weg dan wij willen. Maar de weg tot ons eeuwig heil, daar gaat het om, dat wij komen tot het geloof en tot bekering en leven. Het Woord zegt inderdaad niet alles, maar wel ruim voldoende om daaruit de zaligheid te putten, zegt Calvijn. Wat zoeken wij dan nog? Genoeg is toch ook alles? De vraag is dus ook naar ons toe of wij daar dan ook genoeg aan hebben. Want daar komt het toch op aan. Als de Heere zegt: door dit Woord wil De leven wekken en geloof werken, wie zou dan nog durven zeggen dat het niet genoeg is? Dat er nog aan toegevoegd zou moeten worden voor het zo betrouw baar is dat het geloofd kan worden? Johannes zegt nog duidelijk: "Deze zijn geschreven opdat gij gelooft". Wie aan deze Schriften niet genoeg heeft, die zal niet geloven al waren er nog vele verha len aan toe gevoegd. Deze Schriften zijn ruim voldoende om zich daaraan gewon nen te geven en er in aanbiddelijke ver wondering onder te buigen. Geloof, dat is het enige antwoord daarop. Maar geloof, hoe zal dat zijn? Dat is zo moeilijk, zuchten wij zo vaak. Dat gaat zomaar niet. Dat kunnen en willen wij niet. Dat is zeker waar, maar u denkt toch niet dat de Heere daar niet vanaf weet? Als er Een is Die de hardheid van onze harten kent en Die weet hoe onze weerstand moet worden verbroken, dan is Hij dat wel. Maar juist daarom heeft Hij het Levende Woord gegeven, omdat dit het enige middel is om de hardheid en het verzet te breken. Waar de Geest dit Woord toe past, daar komt het tot over gave. Dat Woord is dan zo sterk, dat doden de stem van de Zoon van God horen. En die horen, zullen leven. Alleen wie die stem hoort, wordt van dood tot het leven gewekt. Dat woord is het dat harde harten verbreekt. Opdat gij gelooft. Wat geloven? Dat ik zo sterk sta en dat ik geloof dat ik geloof? Nee, geloven dat Hij het is, Jezus de Christus de Zonen Gods. Je kunt niet zalig worden met wat je van jezelf gelooft. Maar wel met wat je van Hem gelooft en wat je van Hem hoort, dat Hij is de Christus de Zoon van de Levende God. Hij is nu Kind Gods in mijn plaats, ik had me daar uitgezondigd. En met alles wat ik van mijzelf weet, kan ik de zonden niet wegwassen. Maar het bloed van Christus wast en reinigt van alle zon den. Johannes heeft met zijn beschrijving van het evangelie maar een ding willen zeg gen; Hij is de Christus, de Levende. Hoort Hem en ge zult leven. Bij Hem mag u het zoeken in al uw nood, uw schuld en zonde. De zaligheid buiten mijzelf zoeken in Hem, van Wie het Woord getuigt. En wie Hem vindt, die houdt maar een over: Hem, in leven en in sterven. Al het andere leert men dan om Christus wil schade achten. Alleen in Zijn Naam vind ik het leven. Alles wat daar buiten ligt, dat brengt de dood. Alleen Zijn Naam. Opdat gij het leven hebt in Zijn Naam, verzekert Johannes nog eens. En dan mag men ook weten in het geloof dat Hij het is Die vasthoudt, want in Zijn Naam is het vast en zeker voor tijd en eeuwigheid. In Hem, die leeft en leven geeft. D.B. A. Vos. De heer Groen (r) geeft fietsenhandelaar Groenendijk uitleg over z'n vélo Toen jl. zaterdag de Nationale fietsdag werd gehouden heeft dat heel wat pedalen in beweging gebracht, ook op Goeree-Overflakkee. Zater dagochtend om 9 uur zette zich vanaf het V.V.V. Kantoor aan de Kaai te Middelhamis een wat zonderlinge stoet in beweging, aangevoerd door Simon Groen uit Sommelsdijk, verwoed verzamelaar van histo rische fietsen. Hij had in z'n vriendenkring wat deelnemers gecharterd om een van z'n ouwe karretjes te bestijgen, de een gekleed in militair tenue, de ander in een wat luchter outfit De stoet die een aantal reser- vefietsen meevoerde heeft veel bekijks gehad, ook van fietsenhande laar Groenendijk uit Sommelsdijk die z'n zaak vlakbij de molen heeft. Het was ook Molendag waarom de fietsers daar even afstegen om de molen te bekijken en om even bij te komen, want zo'n ouwetje bleek heel wat zwaarder te trappen dan de lichtgewichten die de heer Groe nendijk in de etalage heeft. K.Norei -J6- De zwakke motor gaf met al zijn lawaai aan het zwaar geladen schip nu het tegen de wind voer slechts een geringe vaart. De schoener scheerde dubbel zo snel dwars uit. Maar toen die schoener na een lange slag weer opkwam, lag hij toch achter. En Hiddo stelde vast dat zij met dat gekuchel en gekruip toch aardig op schoten. Jaap gromde. Wat kon dat opschieten hem sche len? Wat gaf het of een reis tien, veertien dagen duurde of een maand? Was het op zee niet goed? Hij was er liever dan aan wal. Zij koersten door de Kalmar Sont en daarna door de Scheren van Stockholm. Die Scheren waren nieuw vaarwater voor Johannes, hoeveel hij in de laatste jaren ook in de Oostzee gevaren had. Op de zeilen ging hij altijd om de Scheren heen, want tussen al die hoge en zwaarbeboste, dikwijls heel nauw bij elkaar gelegen eilandjes had je nooit een goede zeilwind. Nu zocht hij het beschutte water in plaats van dat hij het meed en dat te liever omdat de vaarweg door de Scheren korter was. Johannes zou geen Groninger schipper zijn als hij er niet tuk op was om ieder mijltje, dat gespaard kon worden, uit te winnen. Er was geen wind toen ze in de Scheren voeren. De sparren stonden roerloos op de hellingen en op de kammen van de rotsen; het water was als een gladde spiegel. Dit was vreemd varen. Een zeil schip zou nu in de haven moeten blijven, of anke ren, of drijven als een trage zwaan. Doch hun boeg kerfde een voor in de spiegel terwijl de schroef woelde onder het hek en de motor luide echo's wekte uit de rotsen. Ze voeren recht op de donkere rotsen aan, die naar het scheen geen doortocht lie ten, maar telkens weer kwam er een nauwe geul, die toegang tot een volgend meertje gaf, opnieuw omringd door hoge, met sparren overdekte rotsen. Het licht van de zon, die helder aan een wolkenlo ze hemel scheen, speelde door de groene dennen en weerkaatste in het blanke water. In een nauwe doorgang tussen hoge rotsen was het donker, maar des te heerlijker straalde het licht, wanneer het schip weer op de ruimte kwam. Riek stond aan het roer tot hulp van haar man, die druk werk had ieder volgend baken op te zoeken. Jaap was naar kooi gegaan, nadat zijn wacht er op zat, maar Hiddo stond nog op het dek en leunde over de ver schansing. „Je moest gaan slapen, Hiddo", zei zijn moeder, „anders houd je het vannacht niet uit". „Nog even!" zei hij. Hij was te sterk geboeid door deze wonderlijke wereld van het Noorden en snoof met welbehagen de pittige harsgeur van de sparren in. Hij had geen slaap en toen hij eindelijk bedacht dat hij toch rusten moest, was het nog maar een uur aleer de nieuwe wacht begon. Toen vond hij het niet meer de moeite waard te kooi te gaan. Hij bleef trouwens ook veel liever aan dek, want ze voeren nu, geleid door de bakens, een geheimzin nige engte binnen tussen hoge en loodrechte rot sen, wier wanden je haast met de handen grijpen kon. Het was er angstig donker, maar achter deze rotsen was weer heerlijk licht. Na de platvoet - weer vier uur wacht en even lang genieten van de Scheren - ging Hiddo eindelijk te kooi en nu sliep hij zodra zijn oor het kussen raak te. Hij schrok wakker doordat hij onzacht werd ge schut. Het was zijn vader die hem wekte. „Kom es even kijken", zei die. „De kar vertikt het en ik kan het mankement niet vinden". Hiddo kwam. Het was een verstopte verstuiver. Het defect was gauw verholpen en Hiddo kroop weer haastig in zijn kooi, want hij was slaperig. Toen hij er uit moest voor de hondenwacht, had Jaap veel moeite hem te wekken. Slaapdronken trok hij eindelijk buis en broek aan en wankelend liep hij door het gangboord naar het achterschip. De koele nachtlucht maakte hem pas goed wakker. In de motorkamer, waar het warm was, werd hij bij het smeren van de machine weer overmand door slaap. Hij leunde tegen de wand, de oliekan in de hand. Even de ogen sluiten; dan was hij aan stonds wel weer helder. Harde klappen deden Hiddo schrikken. De motor hoestte onregelmatig; het vliegwiel sloeg terug, schoot weer vooruit, en stond toen na wat heen en weer geslinger stil. Door de schrik was hij klaar wakker. „O, het is niets", zei hij tot Jaap die zijn hoofd door de koe koek stak en informeerde, „de motor is afgeslagen; ik heb hem zo weer aan de gang". Hij maakte de verstuiver schoon. Daar zou het wel weer aan liggen. Toen hij het onderdeel weer op zijn plaats had, riep hij naar Jaap: „Kom even hier en gooi 'm op gang". Jaap kwam en draaide aan de slinger, maar de motor deed het niet. Hij zette nog een paar maal aan. De motor hoestte telkens driemaal en stond dan weer stil. De knecht had schik omdat de motor het vertikte. Hiddo had gruwelijk het land. Hij zocht naar andere mankementen en vond een los draadje. Hij meende nu dat het daar aan lag. Nadat het draadje vastgemaakt was, haalde hij er Jaap weer bij. Maar hoe vaak deze ook aan de slinger draaide, de motor weigerde halsstarrig. Toen wist Hiddo het niet meer. Hij zocht op alle plaatsen waar hij reeds gezocht had en zweette omdat hij de oorzaak van het defect niet vinden kon. Een warrig hoofd stak door de koekoek van de motorkamer-schacht. „Hoe lang duurt het daar?" vroeg schipper Wigboldus ongeduldig. „Ik weet niet wat er aan mankeert", verzuchtte Hiddo moedeloos. Johannes liet zich zakken. Jaap was op slag verdwenen. In zijn rood baaien hemd stond de schipper bij de motor. Op dezelfde ma nier als Hiddo had gedaan probeerde hij het defect te vinden. Eerst de verstuiver, daarna de draad voor de ontsteking. Toen dacht hij dat vergeten was de olie in de dagtank bij te vullen. Maar deze was voor driekwart vol. Johannes snapte evenmin als Hiddo wat de oorzaak van de storing wezen kon. „Hoe heb je dit nou weer gehad?" vroeg die. „Is het mijn schuld?" vroeg die. „Waar zat je toen de kar het vertikte?" „Hier", antwoordde Hiddo, zonder er bij te zeggen dat hij sliep. „Jongenswerk", mopperde Johannes. „Onder uw wacht heeft hij toch ook geweigerd", verweerde Hiddo zich. „Toen kwam hij weer op gang, nou niet". „Toen heb ik hem weer op gang gebracht". „Doe het nou dan ook!" De tranen sprongen Hiddo haast in de ogen. Johannes gooide nijdig de sleutel op de grond en klom naar het dek. „Hijs de zeilen maar", beval hij Jaap. „Hiddo, hier! Helpen!" Onwillig kwam Hiddo. Hij voelde zich bezeerd, omdat zijn vader hem de averij verweet. Het zat hem ook dwars dat hij het defect niet vinden kon. Op de achtergrond speelde het zelfverwijt dat hij op wacht geslapen had en dat hij in zijn sufheid bij het smeren misschien iets aan de machine had ver knoeid. Jaap was vrolijk. Hij riep: „Hallié, hallo...!" bij het hijsen van de zeilen en dat klonk of hij een overwinning had behaald. Toen alles bijstond en hij het roer weer in handen had, floot hij een deun tje, (wordt vervolgd) OFFICIEEL DEALER Brielle Slagveldig Spijkenisse Kelvinweg 13 Tel. (0181)624900 Honda-dealer voor de Z-Hollandse eilanden

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1998 | | pagina 5