EIÜVIIDEtl-tllEUWS
Expositie Arno van Iperen in gemeenteliuis Middeliiarnis
Overdenking
":kijkvenster
[B
Regionale
zendingsavond
uit de
Heilige Schrift
Werkgroep
Ned. Hartstichting
HET
Oliebollenactie Oostfiakkee
En het was nacht
spullen voor de rommelmarkt
2e Blad
VRIJDAG 6 MAART 1998
No. 6685
Blik op kerk -yP
en samenleving tj
- Het Leidse onderzoek
- Wie is aansprakelyli
- Inziciit of feiten?
De Leidse eerstejaars-studenten hebben
geen beste beurt gemaakt. Bij een onder
zoek dat Dr Kohnstam liet instellen naar
hun parate kennis bleek dat sommigen de
meest elementaire dingen niet wisten, of
de vragen beantwoordden op een manier
die nergens op sloeg.Zo was Marinus
van der Lubbe, die ooit de Rijksdag in
brand stak, volgens één van hen een be
roemd schaatser. En een ander wist over
het Paasfeest niets te vertellen dan dat er
op die dagen eieren worden gezocht...
Nog enkele van deze blunders haalden
uiteraard de dagbladen.
Nog niet zo lang geleden werden Neder
landse parlementariërs getest op hun
kennis van de vaderlandse geschiedenis.
De resultaten van dat onderzoek waren
ook al niet om naar huis te schrijven.
Het is een nationale blamage, wanneer
volksvertegenwoordigers, respectievelijk
toekomstige wetenschappers, een derge
lijk peil van algemene ontwikkeling aan
de dag leggen. Voor mijn geest kwam de
uitspraak die één van mijn leraren op de
middelbare school in de mond placht te
nemen wanneer een leerling met z'n ant
woord tè ver naast de roos schoot...
„Wat moet er toch van de wereld terecht
komen?"
Om terug te keren naar de Sleutelstad,
die in 1575 de eerste Universiteit kreeg,
als dank voor het zo moedig doorstane
beleg, het onderzoek aldaar was gericht
op eerstejaars. Dat wil zeggen: jongeren
van een jaar of achttien, die enkele
maanden geleden het diploma van een
middelbare onderwijsinstelling hebben
veroverd. De verantwoordelijkheid voor
hun onvoldoende algemene ontwikkeling
zou dan liggen bij de middelbare scholen
die zij vorig jaar achter zich hebben gela
ten.
Het onderwijs staat te ver van mij af om
te kunen beoordelen of die scholen aan
sprakelijk moeten worden gesteld. Wel
heb ik de indruk dat op school - en dat
geldt zowel van de basisscholen als van
het middelbaar onderwijs - weinig waar
de hechten aan parate kennis. Men is
druk met werkweken en er worden aller
lei projecten op touw gezet, maar intus
sen weten de leerlingen niet of ze een be
paalde werkwoordsvorm met een d of
met een t moeten schrijven, weten ze niet
in welke provincie een stad of een dorp
ligt, en kennen ze vrijwel geen jaartallen
meer.Dat zou nog niet het ergste zijn,
wanneer ze daarin niet werden gestijfd
door leraren die zeggen dat ook niet be
langrijk te vinden. Het gaat, volgens hen,
om inzicht, niet zozeer om feitenkennis.
Het is, denk ik, een belangrijk taak van
de scholen, om belangstelling aan te
kweken. Want natuurlijk kan niet al dat
feitenmateriaal in het onderwijspakket
worden opgenomen. Maar worden de
jongeren van school uit ook gestimuleerd
om de krant te lezen en bijvoorbeeld de
politiek in hoofdlijnen te volgen? Want
het kan toch niet zo zijn dat iemand
straks misschien een bekwaam ingenieur
of een kundig arts is, maar niets weet
over levensbeschouwing, geschiedenis of
politiek? Een academische vorming heeft
noodwendig iets eenzijdigs, maar dient
toch gepaard te gaan met een zekere eru
ditie.
Waarnemer
Autobedrijf Jan van Dijk
De gemengde zangvereniging 'Advendo'
is voornemens volgende week woensdag
een oliebollenactie te organiseren in heel
de gemeente Oostfiakkee, ten bate van
het kledingfonds.
De dames komen vanaf 9.00 uur langs de
deur en de smakelijke bollen zijn ook af
te halen in de garage van M. Kreeft in de
Pieter Biggestraat.
OOLTGENSPLAAT - Op D.V. donder
dagavond 12 maart zal de jaarlijkse
regionale zendingsavond in Ooltgens-
plaat worden gehouden.
Uitgenodigd is de heer Bert Haanschoten
om zijn ervaringen uit Afrika in woord
en beeld aan ons door te geven.
De heer Haanschoten heeft eerst als 'ker-
kenwerker' in Kenya (Pokot) ervaring
opgedaan. Daarna is hij, samen met zijn
vrouw, als 'bruggenbouwer' betrokken
geweest bij de ontwikkeling van scholen
en kerken en bij het opleiden van leraren
in Oeganda.
Het belooft een interessante avond te
worden voor jong en oud. Voor de pauze
worden dia's vertoond, waarbij ook de
jeugd vanaf 9 jaar hartelijk welkom is.
Na de pauze zal er wat dieper worden
ingegaan op het zendingswerk in Afrika.
De avond begint om 19.30 uur in Elthato
en zal door ds. J. B. ten Hove worden
afgesloten. Iedereen is hartelijk welkom.
Drie appels, een enkele tak of een paar flessen,
Eenvoudige voorstellingen die bij de kunste
naar Amo van Iperen een eigen leven gaan lei
den; een 'stil'leven. Het stilleven, dat al zo'n
lange traditie kent, heeft nog niet afgedaan,
integendeel. Zijn aquarellen die tot begin mei
in het gemeentehuis van Middelhamis te zien
zijn, getuigen van groot vakmanschap. Een
aquarel behoort met veel water neergezet te
worden en dat kun je bij deze werken goed
zien. Het wit van het papier dat de subtiele
nuances van de dunne kleurlagen helder laat
oplichten verbindt zich met de donkere partij
en waar zich de diepste tinten bevinden. Met
krachtige penseelstreken krijgen de voorstel
lingen hun vorm en kleur.
Amo van Iperen laat zich goed plaatsen in de
traditie van het Impressionisme. Bij de kunste
naars van het Impressionisme ging het immers
niet alleen om het weergeven van de dingen
om hen heen, maar was het juist de werking
van het licht dat zo'n belangrijke rol speelde in
hun kunsL Zoals de Nederlandse kunstenaar
Willem Maris aan het eind van de vorige eeuw
antwoordde toen men hem zei dat hij zo
prachtig koeien kon schilderen: „Koeien?" ,Jk
schilder helemaal geen koeien, ik schilder het
licht op koeien". Dat spel van licht en kleur op
alledaagse dingen is ook voor Amo van Iperen
aanleiding om zijn kunst te maken. Het is niet
het onderwerp dat het werk interessant maakt,
maar de manier waarop het is gemaakt. Bij
hem is zo'n uitspraak van Marcel Proust van
toepassing wanneer hij een beschrijving geeft
van de Franse impressionist Claude Monet
„Alle waarde ligt in de blik van de schilder".
Amo van Iperen (Rotterdam 1942) volgde zijn
opleiding aan de academie voor Beeldende
Kunst in Rotterdam (1960-1965). Belangrijke
leermeesters voor zijn ontwikkeling waren
Wim Zwiers en Otto Dicke.
Naast de serie aquarellen laat de kunstenaar in
Middelhamis etsen en tekeningen zien. De
etsen voorbeelden uit een grotere serie,
gemaakt in Italië. De prenten van Sienna laten
zijn liefde voor een groot licht/donker contrast
duidelijk zien. Het heldere licht van Toscane
maakt diepe schaduwen in de smalle straatjes
van deze middeleeuwse stad. Door deze wer
king van licht en donker ontstaat er in deze
etsen een grote mimtelijkheid. De tekeningen,
in houtskool en krijt, zijn zijn meest recente
werkstukken en worden in Middelhamis voor
het eerst getoond.
Het is een verrassende tentoonstelling, zeker
een bezoekje waard. Amo van Iperen is ook
met enkele werken vertegenwoordigd in de
kunstuitleen van Middelhamis.
De expositie wordt vrijdag 6 maart a.s. geo
pend door de heer Wim Adema uit Spijkenisse
om 16.30 uur en duurt tot 6 mei. Openingstij
den: maandag t/m vrijdag 9.00 tot 16.30 uur.
(Johannes 13:30b)
Met grote ontroering heeft Johannes
gedreven door de Heilige Geest, deze
woorden neergeschreven. Het is al heel
wat geleden als hij dit optekent, maar
opnieuw zal hij doorleefd hebben, dat
moment van het heengaan van Judas uit
de kring van de apostelen in die
Paaszaal.
Het was allemaal zo teer, zo ontroerend
geweest en zijn ziel was geraakt, door
alles wat er gebeurde. En en moest
het nu zo eindigen?
Moet hij aan het einde van alles nu neer
schrijven: ....en het was nacht.
Ze waren samengekomen rond de
Paasmaaltijd. De Heere Jezus met zijn
discipelen.
De Heere Jezus had, omdat kennelijk
niemand van de anderen dat wilde, hen
de voeten gewassen. Hij was niet te hoog
om dat eenvoudige slavenwerk te doen.
Ook hier liet Hij zien, dat Hij gekomen
was als een die dient.
Het was voor hen een geweldige les
geweest. In een wereld van zelfzucht en
egoisme moesten zij iets laten zien van
de gestalte van Christus. Die gekomen
was om Zijn ziel te geven tot een rant
soen van velen.
We mogen er wel aandenken, dat dit ook
vandaag de dag nog geldt.
Ook vandaag zullen wij, die ons naar
Zijn naam laten noemen, daar iets van
moeten laten zien.
Maar goed we keren terug naar de maal
tijd.
Als de Heere Jezus deze spreekt, dan
kijkt Hij de kring rond.
Zou Zijn blik toen zijn blijven rusten op
die ene?
Ik weet het niet, maar dit weet ik wel.
Als Hij deze woorden gesproken heeft,
dan wordt Hij ontroerd in de geest.
Een hevige gemoedsbeweging grijpt
Hem aan en op een aangrijpende wijze
klinkt het:
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, dat een
van ulieden Mij zal verraden.
Ik denk dat een blikseminslag niet meer
teweeg had kunnen brengen.
Een van u...
Dat is als een vlam, die de boel in brand
zet.
En ze zien onwillekeurig elkaar eens aan,
wie zou dat nu kunnen doen?
Ze durven het niet van elkaar te denken.
Ook van Judas niet, o nee, zeker niet.
Judas had immers de taak gekregen om
de beurs te beheren, dus die was zeker te
vertrouwen, anders had hij dat nooit
mogen doen van de Heere Jezus. Nee
Judas niet en dandan gaan ze zich
zelf onderzoeken.
Ze vragen vol droefheid en ontzetting:
Ben ik het Heere?
Deze discipelen, die een kind des Heeren
mogen zijn, voelen zich daar niet te goed
voor.
Een godsdienstig mens, die denkt meest
al in zijn opgeblazenheid, dat de Heere
nog blij mag zijn dat er zulke mensen
zijn op deze wereld als hij.
En ze denken nog: als wij er niet waren,
dan kwam er niets van Gods Koninkrijk
terecht.
Een van u.....
Daarom vragen ze het allemaal, uitge
zonderd Judas die al onderhandeld heeft
met het Sanhedrin over de prijs die Jezus
hen waard was.
De Heere Jezus noemt de naam van de
verrader niet. Nee.
En toch... toch klopt Hij nog op de deur
van Judas hart, zonder hem openlijk te
schande te maken. Wat een lankmoedig
heid van de Heiland.
Het klinkt als een ernstige waarschu
wing: Judas, Judas De weet alles. Ik weet
wat er leeft in uw hart. En tegelijkertijd
is daar de roepstem: Judas Kom toch
terug. Wat heb Ik u gedaan? Bekeer u
toch.
Maar Judas wil niet horen Hij zWijgt en
hij blijft zwijgen. Hij verhardt zich tegen
alles in.
Zult u er aan denken, dat de Heere ook
vandaag weet alles wat er in uw en jouw
en mijn hart omgaat.
Hij kent al die verborgen gedachten, die
ons zo gevangen kunnen houden. Al die
hartstochten, die ons bij Hem vandaan
houden en noem maar. Ook vandaag
wordt het gezegd tegen u en jou en mij:
Bekeert u toch.
Daar moeten ook wij antwoord opgeven.
Het gaat immers om een eeuwig wel of
een eeuwig wee.
Nog een roepstem komt er op Judas af.
Nog een uitnodiging om toch maar terug
te keren van die heilloze weg Dat
gebeurt als de Heiland het Paasbrood
neemt en het in de schotel doopt en geeft
aan Judas.
Judas, Judas, maar Judas heeft niet
gewild. Hij wil geen genade. Judas wil
niet buigen.
Zeker hij weet zich ontdekt. Hij heeft het
fluisteren van Johannes gehoord en
begrepen, maar in plaats van onder de
ogen van de Heere Jezus weg te smelten
in schaamte en berouw, maakt hij zijn
rug recht.
Het hamert door hem heen. Ze kunnen
me wat. Ik ben eigen baas en ik laat me
door niemand tegenhouden.
Schaamteloos neemt hij de bete die
Jezus hem biedt en hij eet haar.
De hemel en de hel houden de adem in, als
Judas Iskarioth de bete neemt en de maat
vol maakt. En wanneer hij dan eet, dan
en wie het leest merke daarop, dan
staat eren toen voer de Satan in hem.
Judas die meende met de duivel te kun
nen spel, wordt nu een volkomen en wil
loze prooi in de handen van Satan.
De Satan voer in hem. Huiveringwek
kend. In dit gezelschap rond het Paaslam
daar vaart de Satan in een van Jezus
discipelen.
Huiveringwekkend, want waar is de dui
vel niet?
Dan waarschuwt de Heiland Judas niet
meer. Hij treedt tegen hem op, als tegen
een die bij de duivel behoort.
En Judas vraagt u
Judas haast zich om zijn duivelswerk te
doen. Niemand kan hem daar meer van
afbrengen.
Met duivelse drift jaagt hij voort door de
smalle straatjes van Jeruzalem.
Dit is zijn uur, dit is het uur van de
macht der duisternis.
En het was nacht.
Wie zou niet huiveren? Wie zou niet hui
veren voor de nacht van Judas?
Wie zou niet huiveren over Judas?
Judas een man, die zoveel heeft mogen
ontvangen. Een man die geroepen was
door de Heiland. Iemand die onder de
beste prediking gezeten had. Die wonde
ren gedaan had. Die de Heere Jezus
gevolgd was. Die onder de discipelen
een plaats van eer en vertrouwen had. Hij
was Jezus gaan volgen, omdat hij eerst
veel voor Hem voelde en veel van Hem
verwachtte. Hij verwachtte aards gewin
en grootheid voor de wereld. Hij wilde
de Heiland wel volgen, als zijn eigen
ik,maar niet hoefde te sterven. En zo
volgde hij de Heere Jezus met een onge
broken hart. Ondanks al zijn godsdienst
bleef zijn hart koud voor de Heere Jezus
Christus.
Zo kwam de vervreemding en de teleur
stelling.
Judas wilde een kroon, maar geen kruis.
Maar denk nu niet, dat het bij die andere
discipelen zoveel beter was. O nee, zeker
niet.
Maar weet u wat het verschil is? Zij heb
ben zich laten gezeggen door de Heiland
Judas niet. Hij moest van het onderwijs
van de Heiland niets hebben.
En elke roep van de Heiland deed hem
niets. Elke liefelijke nodiging liet hij aan
zich voorbijgaan. Hij moest er niets van
hebben. En genade? Met genade kon hij
niets beginnen, daarom stal hij nog stie
kem uit de beurs om nog maar wat over
te houden van die failliete boedel van
Jezus. Daarom verkocht hij de Heiland
voor dertig zilverlingen, dan had hij in
ieder geval nog iets verdiend aan die ver
loren jaren van dat wandelen met Jezus.
Vindt u het niet huiveringwekkend en
ontroerend?
Maar hoe zit het met u en met jou en met
mij?
Is daar bij ons een hartelijke begeerte om
Hem wel te dienen? Hebben wij ons
laten gezeggen? Hebben wij in Christus
verzoening gevonden?
Kijk als we vreemd zijn en blijven aan
deze lijdende Middelaar, dan zal het ook
voor ons nacht zijn en eeuwig nacht blij
ven.
Maar vandaag worden we nog geroepen
en genodigd door Hem, om het alleen
van Hem te verwachten. Leg die dingen
maar neer aan de troon van Gods genade.
Belijdt uw schuld toch voor Hem.
Bekeer u toch van uw schadelijke weg en
haast u om uws levenswil.
Toe doe het eens, want als je nu zonder
Christus moet sterven, wat is dan uw toe
komst?
Dan blijft het eeuwig duister. Dan klinkt
het: En het was nacht.
Een nacht om te huiveren, maar ook een
nacht om te aanbidden. Maar daarover de
volgende keer.
AS
afd. M'rnisIS'dijk
De werkgroep van de Nederlandse Hart
stichting afdeling Middelharnis/Som-
melsdijk organiseerde weer verschillende
reanimatie-cursussen, dat is uitwendige
hartmassage en mond-op-mond of mond-
op-neus beademing. De cursussen wer
den gegeven in verpleeghuis 'De Sama
ritaan' te Sommelsdijk. De eerste cursus
was op 8 en 15 december 1997.
De geslaagden zijn:
Greet van As, Sommelsdijk; John Bree-
man, Sommelsdijk; Anja van Es, Som
melsdijk; Cobi Grootenboer, Middelhar-
nis; Erica Hollaar, Nieuwe Tonge; mevr.
A. Kamps, Middelhamis; Els Kievit,
Nieuwe Tonge; Arianne Lagendijk,
Oude Tonge; mevr. A. v. d. Linden,
Middelhamis; dhr. P. Poppelaars, Mid
delhamis; mevr. M. C. Poppelaars, Mid
delhamis; Peter Prinsen, Middelhamis;
Linda Prinsen, Middelhamis; Greta Prin
sen, Middelhamis; Rianda van Wijk,
Dirksland.
De tweede cursus was op 8 en 22 decem
ber 1997. De geslaagden zyn:
Dhr. L. Albregts, Middelhamis; mevr. C.
Baart, Middelhamis; dhr. G. van Drim-
melen, Middelhamis; Lies Hochem,
Oude Tonge; Hans Knops, Dirksland;
Arja Knops, Dirksland, dhr. A. Stougje,
Middelhamis; Lies Vroegindeweij, Som
melsdijk.
Heeft u ook belangstelling voor deze
Brassband Concordia vraagt:
OUDDORP - Brassband Concordia
vraagt spullen voor de rommelmarkt (29
juli en 12 augustus, toeristendagen). Bel
even naar Marjanne, tel. (0187) 683209
of naar Gerie, tel. (0187) 683311
cursus, dan kunt u zich nu aanmelden of
inlichtingen krijgen bij:
Fam. Dijkgraaf, Pr. Beatrixlaan 5, Mid
delhamis, tel. (0187) 483311 of bij Jan-
nie Joppie, Berkenlaan 21, Middelhamis,
tel.(0187)482318.
De cursus wordt gegeven op 30 maart en
6 april 1998. De kosten bedragen ƒ25,-
p.p.
Voor herhalingen kunt u nog komen op
maandag 9,16 of 23 maart 1998.
-40-
Als Rina ging trouwen, had hij geen huis
meer nodig, want dan zou hij bij Van
Bemmel als knecht kunnen gaan inwo
nen, al deed hij dit veel liever niet. En
dan - hij voelde er in deze omstandighe
den niets voor te mogen leven bij de
gunst van een vijftal boeren, die hem na
zoveel jaren arbeid op het eerste verzoek
van een predikant ontslagen hadden. En
tenslotte was er nog een andere reden, maar daar
zou hij niet over kunnen spreken als hij niet uitge
lachen wilde worden. Hij had vanmiddag gezien,
dat dominee Kuilman niet langer dan een paar
dagen te leven had, en hij herinnerde zich de
woorden van de zieke: „Je gaat het winnen. Berg
man". En deze woorden waren het, die het hem
onmogelijk maakten koster te blijven. Hij wilde
zijn innerlijk zuiver houden, hij wilde niet de kans
lopen ook maar eenmaal te kunnen denken: ik heb
het dan toch werkelijk gewonnen. Want dat zou
betekenen, dat hij blij zou zijn met de dood van
een mens. Met een mens, met wie hij als een broe
der gesproken had, deze dag. Hij vreesde de ver
zoeking.
Maar dit zou hij nooit kunnen zeggen. Het dorp
zou, als het hoorde, dat hij voor de herbenoeming
bedankte, kunnen denken, dat hij zich een beledig
de majesteit voelde, en van zo'n heldenrol kon een
gewezen koster alleen maar een lachwekkende
vertoning maken, dacht hij. Hij had, als uitvlucht,
tegen mevrouw Kuilman gezegd, dat hij er over na
zou denken. Dat was dan in elk geval geen leugen
geweest, al had het er eerst veel op geleken. Maar
hoe hij ook dacht, hij vond geen oplossing. De stil
te had nu blijkbaar lang genoeg geduurd, want
daar begon Barend Versloot te praten.
„Ik heb jullie gevraagd vanavond hier te komen,
omdat ik iets te vertellen heb. Maar jij hebt mis
schien eerst iets te zeggen. Steven?"
,,Dat is goed", zei de koster. „Luister dan. De
kerkvoogdij heeft vanavond werkelijk vergaderd,
en wel op verzoek van de dominee. En het is ook
op verzoek van de dominee dat ik opnieuw tot
koster werd benoemd".
Hij zag, dat ze er alle drie blij verrast om waren.
maar om elke uiting van blijdschap te voorkomen
zei hij: „Maar ik verzoek jullie me geen geluk te
wensen".
„Dat is ook wat moois", zei Rina. „Is dit dan geen
reden om blij te zijn?"
„Ja", zei Bergman. „Maar om iets dat niemand
vermoeden en ik nooit vertellen zal. Ik weet, dat
jullie er niets van begrijpen als ik zeg, dat ik geen
koster blijf. Maar ondhoud het, Rina: er kunnen
dingen zijn in het leven, waar je met niemand over
spreekt. En dit is een van die dingen".
„Gelukkig zijn er ook geheimen, die een mens
graag vertelt", zei Versloot.
Bergman knikte hem dankbaar toe. Hij kon zich
niet herinneren ooit in zo'n innerlijk-verwarde toe
stand te hebben verkeerd als deze dag, en daarom
voelde hij het als een opluchting, dat de woorden
van Versloot de aandacht van Gijsbert en Rina op
iets anders richtten. En niet alleen de aandacht van
die twee, maar ook van hemzelf. Want toen de zin
van Versloots woorden tot hem doordrong voelde
hij zich ook nieuwsgierig worden. Wat zou Barend
hebben? Hij zag er zo bijna jongensachtig opge
wonden uit en het scheen, dat hij moeite had de
juiste woorden te vinden.
„De geloof', begon Versloot, „dat ik een boerderij
voor Gijsbert en Rina gevonden heb. Het is zelfs
zo, dat je er recht op hebt een keus te doen uit
twee boerderijen, Gijsbert".
„Hier in het dorp?" vroeg Gijsbert ademloos.
„Ja. En ze heten Hovenhof en Het Einde".
Bergman was de eerste die het begreep. Hij stond
op en liep op Versloot toe. Hij greep diens had en
zei: „Is het werkelijk. Barend? Ga je trouwen?"
„Ja".
„Met weduwe Damstee?"
„Ja".
„Als ik nu ergens blij mee ben...", zei Bergman.
En toen keerde hij zich om en ging weer zitten. Hij
stopte zijn pijp, zoog de brand er in en pufte grote
rookwolken uit.
„Wat zeg je er van?" vroeg Versloot.
„Dat de dag waarop je dat besluit nam, de dag van
je verlossing is, de eerste dag van je werkelijke
leven; ik weet niet wat ik zeggen moet".
„De denk er al meer dan een week over en ik weet
het ook nog niet".
Toen het ook tot Gijsbert en Rina doordrong, werd
het een ogenblik druk in de keuken. Er werd ge
praat en gelachen en handen gedrukt. Het was Ba
rend Versloot, die de stilte weer deed teragkeren
door te vragen: „En welke boerderij kies je, Gijs
bert?"
„De kies niet", zei Gijsbert. „Want er is geen keus.
Maar als ik Het Einde zou kunnen huren, dan erg
graag".
„Je kunt de boerderij kopen. En over de koopprijs
zullen we het eens worden".
Daar werd toen lang en breed over gepraat. Tot
Bergman het gesprek onderbrak door aan Gijsbert
te vragen: „En houd jij Lambert Krijns als daggel
der als het eenmaal zover is?"
„O, daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht. Er
zijn ook zoveel dingen tegelijk om aan te denken.
Nee, natuurlijk niet, ik ga het zonder daggelder
doen. Maar mischien kan hij ergens anders werk
vinden en in het huisje blijven wonen".
„En ik zal een nieuwe knecht moeten hebben", zei
Versloot. „Want de mijne gaat vertrekken. Wacht
even, dan is dat probleem ook alweer opgelost: ik
hoorde Marie zeggen..."
„Marie?"
„Ja, Marie!"
„O, natuurlijk. Dat is waar ook. Ze heet Marie".
„Marie zei, dat Lambert een goede werkman was.
Hij kan dan blijven wonen in het daggeldershuis
van Het Einde en bij mij komen werken".
„Dat is dan ook alweer klaar", zei Gijsbert.
„Bijna", zei Bergman. Hij lachte. „Nu heb ik de
oplossing gevonden. Als jullie het tenminste goed
vinden. Ik vraag de kerkvoogden of zij Lambert
Krijns tot koster willen benoemen. Hij kan dan
even goed op Hovenhof knecht worden. En ik ver
huis naar de woning van Lambert".
„Dus u wilt werkelijk geen koster blijven?"
„Nee", zei Bergman. „Ik woon graag naast mijn
dochter. Dèt is nu de reden".
„Maar dat kon u straks nog niet weten".
„Ik zei ook: dat is nu de reden. Over dat andere
zouden we niet meer praten".
„Dan vind ik het nli ook goed, dat u geen koster
blijft", zei Rina.
Er naderden voetstappen over de deel en Jaantje
kwam binnen. Ze keek de kring rond, en het leek,
dat haar toon even verwijtend was toen ze zei: „Er
wordt hier dmk gepraat. Weten jullie dan nog niet,
dat dominee Kuilman vanavond om half acht is
overleden?"
Tijdens de rouwdienst zat Bergman in de kerkeka
mer. Hij had de deur op een kier open laten staan
en zo kon hij horen wat er in de kerk gesproken
werd. Toen het laatste lied, tijdens het zingen
waarvan de kist de kerk uitgedragen zou worden,
werd opgegeven, ging Bergman naar buiten. Hoe
verder hij het kerkhof op ging, hoe zwakker het
geluid van het orgel werd.
(wordt vervolgd)
OFFICIEEL DEALER
Brielle
Slagveld 19
Tel. (0181)413777
Spijkenisse
Kelvinweg 13
Tel. (0181)624900
Honda-dealer voor de Z-Hollandse eilanden