EIÜVIIDEtl-tllEUWS Expositie Arno van Iperen in gemeenteliuis Middeliiarnis Overdenking ":kijkvenster [B Regionale zendingsavond uit de Heilige Schrift Werkgroep Ned. Hartstichting HET Oliebollenactie Oostfiakkee En het was nacht spullen voor de rommelmarkt 2e Blad VRIJDAG 6 MAART 1998 No. 6685 Blik op kerk -yP en samenleving tj - Het Leidse onderzoek - Wie is aansprakelyli - Inziciit of feiten? De Leidse eerstejaars-studenten hebben geen beste beurt gemaakt. Bij een onder zoek dat Dr Kohnstam liet instellen naar hun parate kennis bleek dat sommigen de meest elementaire dingen niet wisten, of de vragen beantwoordden op een manier die nergens op sloeg.Zo was Marinus van der Lubbe, die ooit de Rijksdag in brand stak, volgens één van hen een be roemd schaatser. En een ander wist over het Paasfeest niets te vertellen dan dat er op die dagen eieren worden gezocht... Nog enkele van deze blunders haalden uiteraard de dagbladen. Nog niet zo lang geleden werden Neder landse parlementariërs getest op hun kennis van de vaderlandse geschiedenis. De resultaten van dat onderzoek waren ook al niet om naar huis te schrijven. Het is een nationale blamage, wanneer volksvertegenwoordigers, respectievelijk toekomstige wetenschappers, een derge lijk peil van algemene ontwikkeling aan de dag leggen. Voor mijn geest kwam de uitspraak die één van mijn leraren op de middelbare school in de mond placht te nemen wanneer een leerling met z'n ant woord tè ver naast de roos schoot... „Wat moet er toch van de wereld terecht komen?" Om terug te keren naar de Sleutelstad, die in 1575 de eerste Universiteit kreeg, als dank voor het zo moedig doorstane beleg, het onderzoek aldaar was gericht op eerstejaars. Dat wil zeggen: jongeren van een jaar of achttien, die enkele maanden geleden het diploma van een middelbare onderwijsinstelling hebben veroverd. De verantwoordelijkheid voor hun onvoldoende algemene ontwikkeling zou dan liggen bij de middelbare scholen die zij vorig jaar achter zich hebben gela ten. Het onderwijs staat te ver van mij af om te kunen beoordelen of die scholen aan sprakelijk moeten worden gesteld. Wel heb ik de indruk dat op school - en dat geldt zowel van de basisscholen als van het middelbaar onderwijs - weinig waar de hechten aan parate kennis. Men is druk met werkweken en er worden aller lei projecten op touw gezet, maar intus sen weten de leerlingen niet of ze een be paalde werkwoordsvorm met een d of met een t moeten schrijven, weten ze niet in welke provincie een stad of een dorp ligt, en kennen ze vrijwel geen jaartallen meer.Dat zou nog niet het ergste zijn, wanneer ze daarin niet werden gestijfd door leraren die zeggen dat ook niet be langrijk te vinden. Het gaat, volgens hen, om inzicht, niet zozeer om feitenkennis. Het is, denk ik, een belangrijk taak van de scholen, om belangstelling aan te kweken. Want natuurlijk kan niet al dat feitenmateriaal in het onderwijspakket worden opgenomen. Maar worden de jongeren van school uit ook gestimuleerd om de krant te lezen en bijvoorbeeld de politiek in hoofdlijnen te volgen? Want het kan toch niet zo zijn dat iemand straks misschien een bekwaam ingenieur of een kundig arts is, maar niets weet over levensbeschouwing, geschiedenis of politiek? Een academische vorming heeft noodwendig iets eenzijdigs, maar dient toch gepaard te gaan met een zekere eru ditie. Waarnemer Autobedrijf Jan van Dijk De gemengde zangvereniging 'Advendo' is voornemens volgende week woensdag een oliebollenactie te organiseren in heel de gemeente Oostfiakkee, ten bate van het kledingfonds. De dames komen vanaf 9.00 uur langs de deur en de smakelijke bollen zijn ook af te halen in de garage van M. Kreeft in de Pieter Biggestraat. OOLTGENSPLAAT - Op D.V. donder dagavond 12 maart zal de jaarlijkse regionale zendingsavond in Ooltgens- plaat worden gehouden. Uitgenodigd is de heer Bert Haanschoten om zijn ervaringen uit Afrika in woord en beeld aan ons door te geven. De heer Haanschoten heeft eerst als 'ker- kenwerker' in Kenya (Pokot) ervaring opgedaan. Daarna is hij, samen met zijn vrouw, als 'bruggenbouwer' betrokken geweest bij de ontwikkeling van scholen en kerken en bij het opleiden van leraren in Oeganda. Het belooft een interessante avond te worden voor jong en oud. Voor de pauze worden dia's vertoond, waarbij ook de jeugd vanaf 9 jaar hartelijk welkom is. Na de pauze zal er wat dieper worden ingegaan op het zendingswerk in Afrika. De avond begint om 19.30 uur in Elthato en zal door ds. J. B. ten Hove worden afgesloten. Iedereen is hartelijk welkom. Drie appels, een enkele tak of een paar flessen, Eenvoudige voorstellingen die bij de kunste naar Amo van Iperen een eigen leven gaan lei den; een 'stil'leven. Het stilleven, dat al zo'n lange traditie kent, heeft nog niet afgedaan, integendeel. Zijn aquarellen die tot begin mei in het gemeentehuis van Middelhamis te zien zijn, getuigen van groot vakmanschap. Een aquarel behoort met veel water neergezet te worden en dat kun je bij deze werken goed zien. Het wit van het papier dat de subtiele nuances van de dunne kleurlagen helder laat oplichten verbindt zich met de donkere partij en waar zich de diepste tinten bevinden. Met krachtige penseelstreken krijgen de voorstel lingen hun vorm en kleur. Amo van Iperen laat zich goed plaatsen in de traditie van het Impressionisme. Bij de kunste naars van het Impressionisme ging het immers niet alleen om het weergeven van de dingen om hen heen, maar was het juist de werking van het licht dat zo'n belangrijke rol speelde in hun kunsL Zoals de Nederlandse kunstenaar Willem Maris aan het eind van de vorige eeuw antwoordde toen men hem zei dat hij zo prachtig koeien kon schilderen: „Koeien?" ,Jk schilder helemaal geen koeien, ik schilder het licht op koeien". Dat spel van licht en kleur op alledaagse dingen is ook voor Amo van Iperen aanleiding om zijn kunst te maken. Het is niet het onderwerp dat het werk interessant maakt, maar de manier waarop het is gemaakt. Bij hem is zo'n uitspraak van Marcel Proust van toepassing wanneer hij een beschrijving geeft van de Franse impressionist Claude Monet „Alle waarde ligt in de blik van de schilder". Amo van Iperen (Rotterdam 1942) volgde zijn opleiding aan de academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam (1960-1965). Belangrijke leermeesters voor zijn ontwikkeling waren Wim Zwiers en Otto Dicke. Naast de serie aquarellen laat de kunstenaar in Middelhamis etsen en tekeningen zien. De etsen voorbeelden uit een grotere serie, gemaakt in Italië. De prenten van Sienna laten zijn liefde voor een groot licht/donker contrast duidelijk zien. Het heldere licht van Toscane maakt diepe schaduwen in de smalle straatjes van deze middeleeuwse stad. Door deze wer king van licht en donker ontstaat er in deze etsen een grote mimtelijkheid. De tekeningen, in houtskool en krijt, zijn zijn meest recente werkstukken en worden in Middelhamis voor het eerst getoond. Het is een verrassende tentoonstelling, zeker een bezoekje waard. Amo van Iperen is ook met enkele werken vertegenwoordigd in de kunstuitleen van Middelhamis. De expositie wordt vrijdag 6 maart a.s. geo pend door de heer Wim Adema uit Spijkenisse om 16.30 uur en duurt tot 6 mei. Openingstij den: maandag t/m vrijdag 9.00 tot 16.30 uur. (Johannes 13:30b) Met grote ontroering heeft Johannes gedreven door de Heilige Geest, deze woorden neergeschreven. Het is al heel wat geleden als hij dit optekent, maar opnieuw zal hij doorleefd hebben, dat moment van het heengaan van Judas uit de kring van de apostelen in die Paaszaal. Het was allemaal zo teer, zo ontroerend geweest en zijn ziel was geraakt, door alles wat er gebeurde. En en moest het nu zo eindigen? Moet hij aan het einde van alles nu neer schrijven: ....en het was nacht. Ze waren samengekomen rond de Paasmaaltijd. De Heere Jezus met zijn discipelen. De Heere Jezus had, omdat kennelijk niemand van de anderen dat wilde, hen de voeten gewassen. Hij was niet te hoog om dat eenvoudige slavenwerk te doen. Ook hier liet Hij zien, dat Hij gekomen was als een die dient. Het was voor hen een geweldige les geweest. In een wereld van zelfzucht en egoisme moesten zij iets laten zien van de gestalte van Christus. Die gekomen was om Zijn ziel te geven tot een rant soen van velen. We mogen er wel aandenken, dat dit ook vandaag de dag nog geldt. Ook vandaag zullen wij, die ons naar Zijn naam laten noemen, daar iets van moeten laten zien. Maar goed we keren terug naar de maal tijd. Als de Heere Jezus deze spreekt, dan kijkt Hij de kring rond. Zou Zijn blik toen zijn blijven rusten op die ene? Ik weet het niet, maar dit weet ik wel. Als Hij deze woorden gesproken heeft, dan wordt Hij ontroerd in de geest. Een hevige gemoedsbeweging grijpt Hem aan en op een aangrijpende wijze klinkt het: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, dat een van ulieden Mij zal verraden. Ik denk dat een blikseminslag niet meer teweeg had kunnen brengen. Een van u... Dat is als een vlam, die de boel in brand zet. En ze zien onwillekeurig elkaar eens aan, wie zou dat nu kunnen doen? Ze durven het niet van elkaar te denken. Ook van Judas niet, o nee, zeker niet. Judas had immers de taak gekregen om de beurs te beheren, dus die was zeker te vertrouwen, anders had hij dat nooit mogen doen van de Heere Jezus. Nee Judas niet en dandan gaan ze zich zelf onderzoeken. Ze vragen vol droefheid en ontzetting: Ben ik het Heere? Deze discipelen, die een kind des Heeren mogen zijn, voelen zich daar niet te goed voor. Een godsdienstig mens, die denkt meest al in zijn opgeblazenheid, dat de Heere nog blij mag zijn dat er zulke mensen zijn op deze wereld als hij. En ze denken nog: als wij er niet waren, dan kwam er niets van Gods Koninkrijk terecht. Een van u..... Daarom vragen ze het allemaal, uitge zonderd Judas die al onderhandeld heeft met het Sanhedrin over de prijs die Jezus hen waard was. De Heere Jezus noemt de naam van de verrader niet. Nee. En toch... toch klopt Hij nog op de deur van Judas hart, zonder hem openlijk te schande te maken. Wat een lankmoedig heid van de Heiland. Het klinkt als een ernstige waarschu wing: Judas, Judas De weet alles. Ik weet wat er leeft in uw hart. En tegelijkertijd is daar de roepstem: Judas Kom toch terug. Wat heb Ik u gedaan? Bekeer u toch. Maar Judas wil niet horen Hij zWijgt en hij blijft zwijgen. Hij verhardt zich tegen alles in. Zult u er aan denken, dat de Heere ook vandaag weet alles wat er in uw en jouw en mijn hart omgaat. Hij kent al die verborgen gedachten, die ons zo gevangen kunnen houden. Al die hartstochten, die ons bij Hem vandaan houden en noem maar. Ook vandaag wordt het gezegd tegen u en jou en mij: Bekeert u toch. Daar moeten ook wij antwoord opgeven. Het gaat immers om een eeuwig wel of een eeuwig wee. Nog een roepstem komt er op Judas af. Nog een uitnodiging om toch maar terug te keren van die heilloze weg Dat gebeurt als de Heiland het Paasbrood neemt en het in de schotel doopt en geeft aan Judas. Judas, Judas, maar Judas heeft niet gewild. Hij wil geen genade. Judas wil niet buigen. Zeker hij weet zich ontdekt. Hij heeft het fluisteren van Johannes gehoord en begrepen, maar in plaats van onder de ogen van de Heere Jezus weg te smelten in schaamte en berouw, maakt hij zijn rug recht. Het hamert door hem heen. Ze kunnen me wat. Ik ben eigen baas en ik laat me door niemand tegenhouden. Schaamteloos neemt hij de bete die Jezus hem biedt en hij eet haar. De hemel en de hel houden de adem in, als Judas Iskarioth de bete neemt en de maat vol maakt. En wanneer hij dan eet, dan en wie het leest merke daarop, dan staat eren toen voer de Satan in hem. Judas die meende met de duivel te kun nen spel, wordt nu een volkomen en wil loze prooi in de handen van Satan. De Satan voer in hem. Huiveringwek kend. In dit gezelschap rond het Paaslam daar vaart de Satan in een van Jezus discipelen. Huiveringwekkend, want waar is de dui vel niet? Dan waarschuwt de Heiland Judas niet meer. Hij treedt tegen hem op, als tegen een die bij de duivel behoort. En Judas vraagt u Judas haast zich om zijn duivelswerk te doen. Niemand kan hem daar meer van afbrengen. Met duivelse drift jaagt hij voort door de smalle straatjes van Jeruzalem. Dit is zijn uur, dit is het uur van de macht der duisternis. En het was nacht. Wie zou niet huiveren? Wie zou niet hui veren voor de nacht van Judas? Wie zou niet huiveren over Judas? Judas een man, die zoveel heeft mogen ontvangen. Een man die geroepen was door de Heiland. Iemand die onder de beste prediking gezeten had. Die wonde ren gedaan had. Die de Heere Jezus gevolgd was. Die onder de discipelen een plaats van eer en vertrouwen had. Hij was Jezus gaan volgen, omdat hij eerst veel voor Hem voelde en veel van Hem verwachtte. Hij verwachtte aards gewin en grootheid voor de wereld. Hij wilde de Heiland wel volgen, als zijn eigen ik,maar niet hoefde te sterven. En zo volgde hij de Heere Jezus met een onge broken hart. Ondanks al zijn godsdienst bleef zijn hart koud voor de Heere Jezus Christus. Zo kwam de vervreemding en de teleur stelling. Judas wilde een kroon, maar geen kruis. Maar denk nu niet, dat het bij die andere discipelen zoveel beter was. O nee, zeker niet. Maar weet u wat het verschil is? Zij heb ben zich laten gezeggen door de Heiland Judas niet. Hij moest van het onderwijs van de Heiland niets hebben. En elke roep van de Heiland deed hem niets. Elke liefelijke nodiging liet hij aan zich voorbijgaan. Hij moest er niets van hebben. En genade? Met genade kon hij niets beginnen, daarom stal hij nog stie kem uit de beurs om nog maar wat over te houden van die failliete boedel van Jezus. Daarom verkocht hij de Heiland voor dertig zilverlingen, dan had hij in ieder geval nog iets verdiend aan die ver loren jaren van dat wandelen met Jezus. Vindt u het niet huiveringwekkend en ontroerend? Maar hoe zit het met u en met jou en met mij? Is daar bij ons een hartelijke begeerte om Hem wel te dienen? Hebben wij ons laten gezeggen? Hebben wij in Christus verzoening gevonden? Kijk als we vreemd zijn en blijven aan deze lijdende Middelaar, dan zal het ook voor ons nacht zijn en eeuwig nacht blij ven. Maar vandaag worden we nog geroepen en genodigd door Hem, om het alleen van Hem te verwachten. Leg die dingen maar neer aan de troon van Gods genade. Belijdt uw schuld toch voor Hem. Bekeer u toch van uw schadelijke weg en haast u om uws levenswil. Toe doe het eens, want als je nu zonder Christus moet sterven, wat is dan uw toe komst? Dan blijft het eeuwig duister. Dan klinkt het: En het was nacht. Een nacht om te huiveren, maar ook een nacht om te aanbidden. Maar daarover de volgende keer. AS afd. M'rnisIS'dijk De werkgroep van de Nederlandse Hart stichting afdeling Middelharnis/Som- melsdijk organiseerde weer verschillende reanimatie-cursussen, dat is uitwendige hartmassage en mond-op-mond of mond- op-neus beademing. De cursussen wer den gegeven in verpleeghuis 'De Sama ritaan' te Sommelsdijk. De eerste cursus was op 8 en 15 december 1997. De geslaagden zijn: Greet van As, Sommelsdijk; John Bree- man, Sommelsdijk; Anja van Es, Som melsdijk; Cobi Grootenboer, Middelhar- nis; Erica Hollaar, Nieuwe Tonge; mevr. A. Kamps, Middelhamis; Els Kievit, Nieuwe Tonge; Arianne Lagendijk, Oude Tonge; mevr. A. v. d. Linden, Middelhamis; dhr. P. Poppelaars, Mid delhamis; mevr. M. C. Poppelaars, Mid delhamis; Peter Prinsen, Middelhamis; Linda Prinsen, Middelhamis; Greta Prin sen, Middelhamis; Rianda van Wijk, Dirksland. De tweede cursus was op 8 en 22 decem ber 1997. De geslaagden zyn: Dhr. L. Albregts, Middelhamis; mevr. C. Baart, Middelhamis; dhr. G. van Drim- melen, Middelhamis; Lies Hochem, Oude Tonge; Hans Knops, Dirksland; Arja Knops, Dirksland, dhr. A. Stougje, Middelhamis; Lies Vroegindeweij, Som melsdijk. Heeft u ook belangstelling voor deze Brassband Concordia vraagt: OUDDORP - Brassband Concordia vraagt spullen voor de rommelmarkt (29 juli en 12 augustus, toeristendagen). Bel even naar Marjanne, tel. (0187) 683209 of naar Gerie, tel. (0187) 683311 cursus, dan kunt u zich nu aanmelden of inlichtingen krijgen bij: Fam. Dijkgraaf, Pr. Beatrixlaan 5, Mid delhamis, tel. (0187) 483311 of bij Jan- nie Joppie, Berkenlaan 21, Middelhamis, tel.(0187)482318. De cursus wordt gegeven op 30 maart en 6 april 1998. De kosten bedragen ƒ25,- p.p. Voor herhalingen kunt u nog komen op maandag 9,16 of 23 maart 1998. -40- Als Rina ging trouwen, had hij geen huis meer nodig, want dan zou hij bij Van Bemmel als knecht kunnen gaan inwo nen, al deed hij dit veel liever niet. En dan - hij voelde er in deze omstandighe den niets voor te mogen leven bij de gunst van een vijftal boeren, die hem na zoveel jaren arbeid op het eerste verzoek van een predikant ontslagen hadden. En tenslotte was er nog een andere reden, maar daar zou hij niet over kunnen spreken als hij niet uitge lachen wilde worden. Hij had vanmiddag gezien, dat dominee Kuilman niet langer dan een paar dagen te leven had, en hij herinnerde zich de woorden van de zieke: „Je gaat het winnen. Berg man". En deze woorden waren het, die het hem onmogelijk maakten koster te blijven. Hij wilde zijn innerlijk zuiver houden, hij wilde niet de kans lopen ook maar eenmaal te kunnen denken: ik heb het dan toch werkelijk gewonnen. Want dat zou betekenen, dat hij blij zou zijn met de dood van een mens. Met een mens, met wie hij als een broe der gesproken had, deze dag. Hij vreesde de ver zoeking. Maar dit zou hij nooit kunnen zeggen. Het dorp zou, als het hoorde, dat hij voor de herbenoeming bedankte, kunnen denken, dat hij zich een beledig de majesteit voelde, en van zo'n heldenrol kon een gewezen koster alleen maar een lachwekkende vertoning maken, dacht hij. Hij had, als uitvlucht, tegen mevrouw Kuilman gezegd, dat hij er over na zou denken. Dat was dan in elk geval geen leugen geweest, al had het er eerst veel op geleken. Maar hoe hij ook dacht, hij vond geen oplossing. De stil te had nu blijkbaar lang genoeg geduurd, want daar begon Barend Versloot te praten. „Ik heb jullie gevraagd vanavond hier te komen, omdat ik iets te vertellen heb. Maar jij hebt mis schien eerst iets te zeggen. Steven?" ,,Dat is goed", zei de koster. „Luister dan. De kerkvoogdij heeft vanavond werkelijk vergaderd, en wel op verzoek van de dominee. En het is ook op verzoek van de dominee dat ik opnieuw tot koster werd benoemd". Hij zag, dat ze er alle drie blij verrast om waren. maar om elke uiting van blijdschap te voorkomen zei hij: „Maar ik verzoek jullie me geen geluk te wensen". „Dat is ook wat moois", zei Rina. „Is dit dan geen reden om blij te zijn?" „Ja", zei Bergman. „Maar om iets dat niemand vermoeden en ik nooit vertellen zal. Ik weet, dat jullie er niets van begrijpen als ik zeg, dat ik geen koster blijf. Maar ondhoud het, Rina: er kunnen dingen zijn in het leven, waar je met niemand over spreekt. En dit is een van die dingen". „Gelukkig zijn er ook geheimen, die een mens graag vertelt", zei Versloot. Bergman knikte hem dankbaar toe. Hij kon zich niet herinneren ooit in zo'n innerlijk-verwarde toe stand te hebben verkeerd als deze dag, en daarom voelde hij het als een opluchting, dat de woorden van Versloot de aandacht van Gijsbert en Rina op iets anders richtten. En niet alleen de aandacht van die twee, maar ook van hemzelf. Want toen de zin van Versloots woorden tot hem doordrong voelde hij zich ook nieuwsgierig worden. Wat zou Barend hebben? Hij zag er zo bijna jongensachtig opge wonden uit en het scheen, dat hij moeite had de juiste woorden te vinden. „De geloof', begon Versloot, „dat ik een boerderij voor Gijsbert en Rina gevonden heb. Het is zelfs zo, dat je er recht op hebt een keus te doen uit twee boerderijen, Gijsbert". „Hier in het dorp?" vroeg Gijsbert ademloos. „Ja. En ze heten Hovenhof en Het Einde". Bergman was de eerste die het begreep. Hij stond op en liep op Versloot toe. Hij greep diens had en zei: „Is het werkelijk. Barend? Ga je trouwen?" „Ja". „Met weduwe Damstee?" „Ja". „Als ik nu ergens blij mee ben...", zei Bergman. En toen keerde hij zich om en ging weer zitten. Hij stopte zijn pijp, zoog de brand er in en pufte grote rookwolken uit. „Wat zeg je er van?" vroeg Versloot. „Dat de dag waarop je dat besluit nam, de dag van je verlossing is, de eerste dag van je werkelijke leven; ik weet niet wat ik zeggen moet". „De denk er al meer dan een week over en ik weet het ook nog niet". Toen het ook tot Gijsbert en Rina doordrong, werd het een ogenblik druk in de keuken. Er werd ge praat en gelachen en handen gedrukt. Het was Ba rend Versloot, die de stilte weer deed teragkeren door te vragen: „En welke boerderij kies je, Gijs bert?" „De kies niet", zei Gijsbert. „Want er is geen keus. Maar als ik Het Einde zou kunnen huren, dan erg graag". „Je kunt de boerderij kopen. En over de koopprijs zullen we het eens worden". Daar werd toen lang en breed over gepraat. Tot Bergman het gesprek onderbrak door aan Gijsbert te vragen: „En houd jij Lambert Krijns als daggel der als het eenmaal zover is?" „O, daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht. Er zijn ook zoveel dingen tegelijk om aan te denken. Nee, natuurlijk niet, ik ga het zonder daggelder doen. Maar mischien kan hij ergens anders werk vinden en in het huisje blijven wonen". „En ik zal een nieuwe knecht moeten hebben", zei Versloot. „Want de mijne gaat vertrekken. Wacht even, dan is dat probleem ook alweer opgelost: ik hoorde Marie zeggen..." „Marie?" „Ja, Marie!" „O, natuurlijk. Dat is waar ook. Ze heet Marie". „Marie zei, dat Lambert een goede werkman was. Hij kan dan blijven wonen in het daggeldershuis van Het Einde en bij mij komen werken". „Dat is dan ook alweer klaar", zei Gijsbert. „Bijna", zei Bergman. Hij lachte. „Nu heb ik de oplossing gevonden. Als jullie het tenminste goed vinden. Ik vraag de kerkvoogden of zij Lambert Krijns tot koster willen benoemen. Hij kan dan even goed op Hovenhof knecht worden. En ik ver huis naar de woning van Lambert". „Dus u wilt werkelijk geen koster blijven?" „Nee", zei Bergman. „Ik woon graag naast mijn dochter. Dèt is nu de reden". „Maar dat kon u straks nog niet weten". „Ik zei ook: dat is nu de reden. Over dat andere zouden we niet meer praten". „Dan vind ik het nli ook goed, dat u geen koster blijft", zei Rina. Er naderden voetstappen over de deel en Jaantje kwam binnen. Ze keek de kring rond, en het leek, dat haar toon even verwijtend was toen ze zei: „Er wordt hier dmk gepraat. Weten jullie dan nog niet, dat dominee Kuilman vanavond om half acht is overleden?" Tijdens de rouwdienst zat Bergman in de kerkeka mer. Hij had de deur op een kier open laten staan en zo kon hij horen wat er in de kerk gesproken werd. Toen het laatste lied, tijdens het zingen waarvan de kist de kerk uitgedragen zou worden, werd opgegeven, ging Bergman naar buiten. Hoe verder hij het kerkhof op ging, hoe zwakker het geluid van het orgel werd. (wordt vervolgd) OFFICIEEL DEALER Brielle Slagveld 19 Tel. (0181)413777 Spijkenisse Kelvinweg 13 Tel. (0181)624900 Honda-dealer voor de Z-Hollandse eilanden

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1998 | | pagina 3