EIUVriDEtl-tllEUWS
Overdenking
mn
uit de
Heilige Schrift
Ere-diploma voor
De Hoop
Winterse maaltijd
Oude Tonge
kleding
en speelgoedbeurs
HET
,KIJKVENSTER
Geestelijke duisternis
flakkee verhuizingen b.v.
OUDDORP
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 27 FEBRUARI 1998
No. 6683
Blik op kerk -^
en samenleving cy
- Raadsverkiezingen
- Locale partyen
- Geen graadmeter
De letterlijke tekst kan ik me niet meer
herinneren, maar in mijn agenda kwam
ik laatst een spreuk tegen van ongeveer
deze inhoud: "Verkiezingen zijn nuttig
om te zien of de prognoses kloppen". Nu
ja, volgende week zullen we het weten in
hoeverre de vele peilingen overeenko
men met de werkelijkheid.
Volgens mij - maar die gedachte is niet
origineel - worden de verkiezingen voor
de gemeenteraden te veel gezien in het
licht van de landelijke politiek. Op locaal
niveau liggen de verhoudingen vaak heel
anders dan wanneer er verkiezingen zijn
voor de Tweede Kamer. En in een
gemeenteraad zijn soms ook partijen die
landelijk niet eens bestaan.
De kranten meldden ons dat er juist een
onderzoek is ingesteld - wat wordt er
tegenwoordig niet onderzocht? - naar de
functie van de locale partijen. Ongeveer
zestien procent van alle kiezers zouden
hun stem geven aan plaatselijke groepe
ringen. In werkelijkheid zou dat percen
tage echter hoger zijn. Niet iedereen wil
bij een enquête z'n politieke keuze
bekendmaken, bovendien verwachten de
locale partijen een toeloop van zoge
naamde "zwevende kiezers", en dat zijn
er vandaag de dag nogal wat... Mensen
die tot het laatste moment toe niet weten
aan welke partij ze hun stem zullen
geven.
Plaatselijke partijen - meestal heten ze
"Gemeentebelangen", "Progressief Lut
jebroek" of "Moddergat Voorwaarts" -
ontstaan dikwijls uit onvrede met het
beleid van de andere politieke groeperin
gen. Soms is er een directe aanleiding
om zo'n locale groep op te richten: ver
zet tegen uitbreiding, of tegenwerking
van de middenstand, of autovrij maken
van de kom der gemeente, en zo zijn er
nog wel enkele dwarsstraten te noemen.
Het probleem is dan wel, dat alles op die
ene kaart wordt gezet, en dat men slechts
politieke invloed zoekt om voor dat ene
belang op te komen. In de praktijk echter
moet er geregeerd worden en zijn er
zoveel meer problemen waar men zich in
moet verdiepen. Daarvoor blijkt dan niet
zelden de kennis ontoereikend of het
kader niet aanwezig, en dan kan dikwijls
het verschijnsel worden waargenomen
dat zo'n partij geen levensvatbaarheid
heeft en bij de volgende verkiezingen
weer van het toneel verdwenen is.
Het komt ook voor dat een partij wel
kans ziet zich vrij snel in te leven in de
plaatselijke politiek, vooral wanneer er
één of meer charismatische leiders aan
de top staan. Mensen die, zoals we dat
tegenwoordig zeggen, een bepaalde uit
straling hebben, en daardoor kiezers aan
zich weten te binden. In de gemeenlepo-
litiek staan de volksvertegenwoordigers
nu eenmaal dichter bij de kiezers dan op
landelijk niveau en daardoor krijgen bur
gers ook eerder het gevoel dat hun belan
gen goed behartigd worden.
Intussen kijken we belangstellend uit
naar de 4e maart. Maar een landelijke
graadmeter - nee, daar geloof ik eigen
lijk niet in.
Waarnemer
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer
die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied
kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-NieuwSj Postbus 8, 3240 AA
Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragen-rubriek' vermeld.
De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen
enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek
worden gepubliceerd.
inaicE Kaas
Hoe oud kan kaas worden alvorens ze
niet lekker meer is? Wanneer wordt de
gewone kaas belegen en wanneer wordt
ze oud genoemd? Wat wil de term extra
belegen feitelijk vertellen, dat ze bijna -
of al over - de grens van oude kaas heen
is? En wanneer wordt ze volgens de han
delaren overjarig?
Antwoord: Kaas moet tenminste vier
weken oud zijn vóór ze verkocht mag
worden. Dan spreekt men van jonge
Edammer, jonge Goudse, jonge KoUu-
mer, (enzovoorts). Gebruikelijk zijn de
benamingen: jong belegen voor kaas die
8 weken oud is, belegen als ze 4 maan
den is, extra belegen als ze minstens 7
maanden is, en oud wordt ze genoemd
als er tien maanden om zijn. Als het éér
ste levensjaar verstreken is, spreken we
van overjarige kaas. Die is vaak droog en
brokkelig. De korst wordt zwart geverfd,
soms spreekt men van "Amsterdamse
kaas" of een andere plaats waar men
geen kaas maakt
MSaaSEfl CIFTIG7
Is het waar, dat je rabarber niet meer
mag plukken na de langste dag van 't
jaar, omdat de planten dan giftig wor
den?
Antwoord: Rabarber bevat nóóit vergif,
maar door het vele plukken put men de
plant uit en daarom is het een goede
regel, om er na 31 juli niets meer af te
halen. In droge zomers moet u trouwens
al eerder ophouden. De langste dag is
daar beslist te vroeg voor. Misschien is u
verteld dat het oxaalzuur in de rabarber
vooral bij oudere mensen kalk aan 't
lichaam onttrekt en de vorming van nier
stenen kan bevorderen. Dat kan men
tegengaan door er een eetlepel koolzure
kalk per ons rabarber aan toe te voegen.
Apotheker en drogist verkopen tabletten
voor dit doel.
Enkele dagen geleden werd het
bestuur van Fanfareorkest De Hoop
uit Stellendam door de KNFM, de
overkoepelende muziekorganisatie
waarvan de vereniging lid is, verblijd
met de mededeling dat men wederom
het ere-diploma Vaandelafdeling sek-
tie Fanfare had gewonnen, ditmaal
voor het jaar 1997.
Dit betekent dat De Hoop het afgelopen
jaar in de hoogste afdeling het hoogste
aantal punten heeft behaald op een
KNMF-concours en eigenlijk kon dat
ook niet anders: op het in j.l. november
te Enschede gehouden concours scoor
den Arie Stolk en zijn De Hoop niet min
der dan 343,5 punten, een unicum in de
geschiedenis van de Nederlandse blaas
muziek. De in Enschede uitgevoerde
werken logen er trouwens niet om:
Diversions on a Bass theme van George
Lloyd en Composition VIII van Leon
Vliex zijn werken waarvoor men de
muzikale mouwen meer dan moet opstr
open. De prestaties van de Stellendamse
vereniging krijgt er des te meer glans
door. Ondertussen is men al weer druk
bezig met de voorbereidingen voor het
topconcours te Arnhem op zaterdag 14
maart a.s., waar De Hoop haar begin
1997 behaalde landstitel moet gaan ver
dedigen. Ze gaat dat doen met het uit
voeren van Sagas van de Nederlandse
componist Henk Badings. Noviteit daar
bij is dat de Stellendammers versterkt
zullen worden door de aanwezigheid van
een vijftal klarinetten, nodig voor de uit
voering van dit "sprookjesachtige" werk
van ruim twintig minuten.
f/f)E VIOÜO IE KONINKWU?
Hoe komt een onderneming of zaak aan
de eretitel "koninklijk" Wat heeft dat
bedrijf daarvoor betaald, of moeten doen
of laten?
Antwoord: Dat predikaat is niet te koop
en het wordt niet zomaar weggegeven. In
principe beslist de koningin over de toe
kenning van het eervolle toevoegsel aan
de naam van een vereniging of bedrijf.
Dat de zaak precies honderd jaar moet
bestaan is een sprookje. De K.L.M, is
van de eerste dag van haar bestaan een
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij en
de A.N.W.B. werd al vóór de oorlog
Koninklijke Toeristenbond genoemd.
Ook landelijke bekendheid is niet nood
zakelijk want de muziekvereniging Sop
hia's Lust en het Zaltbommels Mannen
koor werd de eretitel eveneens toege
kend. De aanvraag kan geschieden bij de
burgemeester, de commissaris der konin
gin, of haar particulier secretaris. Natuur
lijk volgt een nader onderzoek, want ze
moet over een onberispelijk blazoen
beschikken!
man SOTTEN GEZOCHT
Waar komt toch de uitdrukking "botje bij
botje leggen" vandaan? Ik weet wel de
betekenis: allemaal wat geld bijdragen
voor een bepaald doel, maar waarom
werd zo'n klein bedrag een "botje" of
"bodje" genoemd?
Antwoord: Die uitdrukking dateert uit
ons eerste muntstelsel. Dat begon met de
kleinste munt, de penning. Twee pennin
gen waren een duit waard en vier duiten
vormden een halve stuiver, die "bot"
genaamd werd. Men zei "botje bij botje"
al voor ieders geringe aandeel aan een
'Wat maakt gij hier, Elia?"
(1 Kon. 19:9)
Een diepe moedeloosheid heeft Elia be
vangen. De sterke held wankelt. Hij die
niet bang was voor Achab en voor hon
derden Baaipriesters, vreest voor Izebel.
Hoe komt dat? Wat is er gebeurd?
Elia had in de naam des Heeren de strijd
aangebonden tegen de Baaipriesters. De
God Die door vuur zou antwoorden, zou
de ware God zijn. Elia had een geweldi
ge overwinning behaald. Het volk riep
uit: „De Heere is God!" De afgodspries
ters werden gedood. En op het gebed van
de profeet kwam er eindelijk weer regen.
Het kon niet beter! Maar thuis in haar
paleis wachtte Izebel. En wanneer zij
hoort van de nederlang van haar god en
haar priesters, stuurt ze Elia een bood
schap: morgen zult u hetzelfde lot onder
gaan als mijn priesters. De trouwe pro
feet hoort het en deze sterke held vlucht
de woestijn in.
Teleurstelling
Hoe kan dat? Wel, hij had gedacht dat nu
alles voorbij was. Het volk had openlijk
gekozen voor de Heere. Maar nu blijkt
dat er in het paleis nog een geduchte te
genstander is overgebleven. Zij liet zich
niet imponeren door vuur uit de hemel of
door een langdurige droogte. De profeet
had zo gehoopt, dat de strijd nu voorbij
was. Moest hij nu weer ten strijde trek
ken? Het werd hem te veel. Op de
Karmel had hij een grote krachtsinspan
ning moeten leveren. Niet lichamelijk;
maar een geestelijke strijd kan het
lichaam ook zeer afmatten. In het dage
lijks leven komen wij dit ook tegen. We
kunnen toeleven naar een belangrijke
dag: een examen of bruiloft. Als alles
achter de rug is voelen we ons leeg en
moe. Wie naar een hoogtepunt toeleeft,
moet niet verbaasd staan als hij daarna
weer naar beneden gaat!
Nu Elia zo vermoeid is, lichamelijk en
geestelijk, verliest hij het juiste zicht op
de zaken.
Wij kunnen nu rustig onze gedachten
hierover laten gaan en de feiten op ons
laten inwerken. En dan zijn we van me
ning dat Elia zich niet zo bezorgd hoefde
te maken. Immers Izebel dreigde alleen
maar. Als zij werkelijk de profeet wilde
doden, had ze dat beter direkt kunnen
laten doen. Het zenden van een waar
schuwing was in dat geval niet verstan
dig. Izebel was ongetwijfeld bang voor
de grote aanhang die de profeet had
onder het volk. En zou ze misschien toch
nog bevreesd zijn geweest voor de God
van Elia, Die zulke wonderen deed?
Elia beseft dit allemaal niet. Slechts één
ding staat hem voor ogen: nu is alles toch
nog tevergeefs geweest.
Geestelijke kracht
Misschien hebt u die dit leest, geestelijke
hoogtepunten meegemaakt. Momenten
dat u geen twijfel en aanvechting kende:
de Heere is met mij, wie zou ik vrezen?
Toen David zo was zong hij: „Met U
loop ik door een bende, en met mijn God
spring ik over een muur". (Ps. 18:30).
Dezelfde taal laat Paulus horen in zijn
zegelied in Romeinen 8: niets zal ons
kurmen scheiden van de liefde Gods, die
is in Christus Jezus onze Heere. Maar het
kan zijn dat alles nu geheel anders is. U
voelt zich dan nu meer thuis bij de Elia
die de woestijn in vlucht, dan bij de Elia
die op de Karmel staat.
Soms is er maar een kleinigheid nodig
om de vreugde en zekerheid weg te
nemen. Een kleine tegenslag op het
werk, wat moeilijkheden met de kinde
ren, een nacht erg slecht geslapen. Het
kan ook een bepaalde zonde zijn die we
blijkbaar nog niet overwonnen hebben.
Hoe kan dan ineens onze stemming
omslaan en alle vertrouwen ontbreken.
Schaamte en vrees komen tevoorschijn.
De duivel fluistert ons in: waar is nu je
geloof? Waar is nu je God op wie je ver
trouwde? Hij zou je toch niet in de steek
laten? Zo blijft er niets meer over van de
vroegere geestelijke kracht.
Twee reacties
De vraagt rijst wat we hiermee moeten
doen. Over het algemeen worden er twee
soorten reacties gegeven. De ene reactie
is geruststellend. Men zegt: het is eigen
aan het ware geloof om bestreden te wor
den. We leven nog niet in het volmaakte.
De dagen der duisternis zijn vele. Na
tuurlijk is het niet goed om de Heere te
wantrouwen, maar alles is hier slechts
'ten dele'. De duivel gaat om als een
briesende leeuw en vandaar dat er zoveel
bestrijding is. Deze reactie is geruststel
lend en een beetje vergoelijkend. Er
wordt ook wel een geheel andere reactie
gegeven: de nadruk wordt gelegd op het
zondige van de twijfel. Men zegt: ver
trouw op God, geloof toch in Hem. Laat
die verkeerde gedachten niet toe in je
leven. Je moet geloven en je mag dat ook
doen. Dit tweede is niet zo geruststel
lend. Integendeel zelfs: bestraffend en
vermanend.
De heb de indruk dat in beide redenerin
gen veel goeds te vinden is, maar dat
beide ook eenzijdig zijn. In het eerste
geval bestaat het gevaar om de ingezon
kenheid en het ongeloof goed te praten.
En in het tweede geval bestaat het gevaar
om barmhartig te zijn tegenover elkaar
en om de macht van de vorst der duister
nis te onderschatten. Twijfel is geen
onzin of een gemakkelijk te overwiimen
zwakheid!
Voor ons
Wat kunnen wij leren van de geschiede
nis van Elia in dit opzicht?
Zojuist heb ik reeds genoemd, dat Elia de
zaken niet helder meer kon onderschei
den vanwege zijn grote vermoeidheid.
Wanneer wij erg vermoeid zijn, is het
eerste wat wij hebben te doen, zorgen dat
wij goed uitgerust zijn. Anders halen we
allerlei dingen door elkaar. Het kan ook
nuttig zijn om onze zorgen eens met een
ander door te spreken. Alleen al het
onder woorden brengen kan ons helpen
een beter zicht te krijgen op onze situ
atie.
U vindt dit misschien een advies dat wei
nig geestelijk is, terwijl het toch om
geestelijke problemen gaat. Het geestelij
ke is echter veel meer met het lichamelij
ke en natuurlijke verbonden dan wij vaak
denken. Door z'n verwarring gaat Elia
zelfs verkeerd bidden! Hij denkt dat hij
alleen is overgebleven en vraagt of hij
mag sterven.
Het valt op dat de Heere Zijn knecht niet
bestraft, maar rustig de tijd neemt, vele
dagen lang en hem dan bij Horeb uit laat
praten. „Wat maakt gij hier, Elia?"
Wat heeft de Heere een geduld, om zo
doende de profeet langzamerhand weer
op het rechte spoor te brengen. Hij weet
wat van Zijn maaksel is te verwachten.
Door de zachte stilte leert de Heere hem,
dat Hij niet altijd zo opzienbarend werkt,
maar vaak in het verborgene. Hij gaat
echter door met Zijn werk! Bij alle aan
vechting zouden wij ook graag zien, dat
de Heere direkt de vorst der duisternis
het zwijgen oplegt. Zo werkt Hij echter
meestal niet.
Als laatste moet hier genoemd worden,
dat de Heere Zijn knecht nieuwe op
drachten geeft. Hij mag niet bij de pak
ken neerzitten, maar moet weer aan de
slag.
Ook ons kan het veel helpen om weer
aan het werk te gaan, en niet steeds met
onze gedachten er mee bezig te zijn.
Dezelfde!
Natuurlijk zou hier nog veel meer over te
zeggen zijn. Van harte hoop ik, dat de
aanvechting u niet vreemd is. Want als
wij daar nooit last van hebben, is het de
vraag waarom de duivel ons nooit lastig
valt. Heeft hij dan niets aan te vallen?
Voor allen die soms moedeloos zijn mag
de geschiedenis van Elia tot bemoedi
ging zijn. Het geloof van Elia wisselt,
maar de God van Elia blijft Dezelfde!
Door Zijn Zoon kan en wil Hij allen die
verzocht worden te hulp komen.
M. J. Paul
Gaat u maar rustig
slapen. Wij verhuizen
uw meubelen als eieren.
primitieve maaltijd, waarbij vroeger alle
stukjes vlees met been - dus ook botten
met een klein stukje vlees eraan - wel
kom waren. Het woord bot had trouwens
vele betekenissen: behalve een vis, het
uiteinde van een touw (daar vandaan
komt bot vieren), een poosje, een plat
steentje (bot vangen), onbeleefd (een bot
antwoord), dom (botte kinderen), opeens
(bot zweeg hij), kapitaalkrachtig (bot
geld), dat is erg jammer ('t is te bot),
kort en bondig (botaf), enz. Sla de Grote
Van Dale er maar op na.
Op dinsdag 10 maart organiseert de
SWO weer een winterse maaltijd in het
Infocentrum te Oude-Tonge, Bemhard-
straat 27. Dit keer staat op het menu
"sla-stamp" en een verrassingstoetje. De
maaltijd begint zoals altijd om 12.00 uur
en de kosten bedragen 6,— per persoon.
U kunt zich opgeven bij de SWO, tel.
641344.
Peuterspeelzaal de Gornet organiseert
op zaterdag 4 april 1998 zijn jaarlykse
De beurs wordt gehouden in M.F.G.
Dorpstienden aan de Dorpstienden 3 te
Ouddorp en duurt van 09.00 tot 12.00
uur. Om 10.30 uur worden de prijswin
naars bekend gemaakt van de loterij die
De Gornet georganiseerd heeft. Verder
kan er o.a. meegespeeld worden met ons
Rad van Avontuur.
Wie spullen aan te bieden heeft, kan
deze op woensdag 1 april of vrijdag 3
april a.s. tussen 19.30 en 20.30 uur inle
veren bij PSZ de Gornet, Dorpstienden 3
te Ouddorp. Speelgoed is bijzonder wel
kom! Een deel van de opbrengst is
bestemd voor de peuterspeelzaal en een
deel voor de aanbieder.
Voor evt. verdere informatie kunt U con
tact opnemen met de volgende telefoon
nummers: 0187-683997 of 0187-681855.
tteloili®
-38-
„En wat denkt u er van?"
,,Uw man, mevrouw Kuilman, is een
zware hartpatiënt, dat wist u natuuriijk.
En het spijt me erg dat ik het zeggen
moet, maar ik meen te moeten aanne
men, dat het hart na de hevige aanval
van gisteren over zeer weinig reserves
meer beschikt. Dat neemt natuurlijk niet
weg..."
„Och nee, dokter, laat maar. Moet ik de familie
waarschuwen?" „Liever niet. Rust is een allereer
ste vereiste. Tenzij er iemand is, die hij nog nood
zakelijk spreken moet".
„Zegt u toch alles gerust, dokter. De heb er de hele
nacht mijzelf al op voorbereid, dat dit met enkele
dagen het einde kan betekenen".
„Dat is goed, mevrouw. Ek meen ook, dat het niet
lang meer duren kan. De wens u sterkte toe".
De dokter stond op en mevrouw Kuilman liep mee
naar de gang.
„Ik bedenk nu, dat de kerkeraad ook gewaar
schuwd dient te worden, om voor een andere voor
ganger te zorgen voor de aanstaande Zondag", zei
ze zacht.
Ze opende de deur en liet de dokter uit. Hij drukte
haar de hand, maar zei niets meer. Ze wilde de
deur sluiten, toen ze Van Kralingen voorbij zag
gaan. Ze wenkte hem. Hij zette zijn fiets tegen het
hek en kwam naar haar toe.
„Is het waar, mevrouw, dat dominee ernstig ziek
is? Ik hoorde het juist in het dorp vertellen".
„Ja, Van Kralingen. Komt u even binnen".
Ze waren nog maar juist in de kamer of er klonk
het gedempt geluid van een schel. Mevrouw Kuil
man haastte zich de kamer uit. Toen ze weer terug
kwam, zei ze: „Mijn man vroeg of u bij hem wilde
komen. Ik durfde hem niet te zeggen, dat de dokter
hem volstrekte rust voorschreef. Maakt u het heel
kort, want het is ernstig, veel ernstiger dan hijzelf
vermoedt".
Ze bracht Van Kralingen naar de ziekenkamer en
deed de deur achter hem toe.
„Kom verder, Van Kralingen", zei dominee Kuil
man zacht.
Van Kralingen schrok meer van de stem dan van
het zieke gelaat van de predikant. Die stem, die
doodvermoeide klank, had hij meer gehoord. Hij
herinnerde zich hoe zijn vrouw gesproken had de
dag voor zij stierf.
Hij stond naast het ledikant en luisterde.
„Wil je twee dingen voor me doen? De broeders
van de kerkeraad waarschuwen? Zeg ze, dat het
einde komt. En.
Hij keerde moeilijk het hoofd af.
Hein van Kralingen was niet geschrokken. Na de
dood van zijn vrouw was hij nog meer tot zichzelf
ingekeerd dan vroeger. Hij voelde zich steeds
meer losgemaakt van de dingen van de aarde. Hij
geloofde steeds dieper, dat God het leven leidt.
Vaak dacht hij: als God er niet was, was er niets.
Alleen als het niet anders kon, sprak hij. En nu kon
het niet anders. Hij zag de moeite van de dominee.
Van Kralingen zei: „Wie aan het einde is, nadert
het nieuwe begin. God maakt alles nieuw. Het kla
gen verstomt, onze nieuwe stem zal zingen, einde
lijk zingen".
Hij zweeg en luisterde.
„De poort is eng", hoorde hij. De woorden klon
ken als een zucht.
„Maar de Heer zal uitkomst geven", zei Van Kra
lingen. „Niet een mens, maar God".
Dominee Kuilman draaide het hoofd naar Van
Kralingen en zei: „Ik deed verkeerd. Vraag of
Bergman bij me komt. Vandaag nog".
„Ik zal er voor zorgen. Ik ga nu".
„Ik zie je niet meer, Van Kralingen. We spraken te
weinig met elkaar".
„U moet niet meer aan u zelf denken. U moet rus
ten. Rusten in God".
De oude boer ging. Bij de deur keek hij nog eens
om. De zieke iag met gesloten ogen. Zijn adem
ging kort en onregelmatig. De zon scheen door de
ramen. Buiten lachten een paar kinderen. Hij ging
de trap af, praatte nog even met mevrouw Kuilman
en reed weg. Onderweg vertelde hij aan een der
leden van de kerkeraad hoe het er op de pastorie
voor stond. Toen reed hij door naar Hovenhof.
Van Jaantje hoorde hij, dat Versloot en Gijsbert
aan het maaien waren op het kleine kampje voorbij
de boerderij. Hij zocht ze op en vroeg of Gijsbert
even naar Bergman kon fietsen om hem te vragen
dadelijk op Welgelegen te komen.
„Wat moet dat betekenen? Heeft de kerkvoogdij
spijt gekregen?"
„Nee, nee", zei Van Kralingen. „Dat is het niet".
Maar wat het wel was zei hij niet.
„Dat komt goed uit, Gijsbert", zei Versloot. „Dan
kun je meteen vragen of Rina en haar vader van
avond bij ons komen. Ik moet jullie drieën iets
vertellen".
„Het wordt blijkbaar een belangrijke dag", zei
Gijsbert. Maar Versloot en Van Kralingen gaven
hem geen antwoord. Hij nam de zeis op zijn
schouder en even later zagen de twee mannen hem
het land infietsen, in de richting van Oudervreugd.
In de afgelopen maanden had het ontslag van
Bergman dominee Kuilman voortdurend bezigge
houden. Hij had ervaren, dat twee dagen na de ver
gadering het hele dorp wist wat er die avond be
sproken was - niet-tegenstaande zijn verzoek om
alles geheim te houden. Het was duidelijk, dat
hiermee de aanklacht tegen Bergman, als zou hij
iets aan Balder verteld hebben, verviel.
Bovendien had de dominee voorzichtig inlichtin
gen ingewonnen over Bergman en diens jongge
storven vrouw. Maar iedereen had daar met
respect en medelijden over gesproken. Terwijl
iedereen de schouders ophaalde over Tijs van
Hemert.
„Ik ben weer eens te voorbarig geweest, deze
kwestie al zo spoedig aan de orde te stellen op die
vergadering", beschuldigde dominee Kuilman
zichzelf. „En had die Bakker mij maar niet geïrri
teerd, dan was alles nog goed afgelopen. Maar nu
dien ik... nu dien ik ongelijk te bekennen, ik,
maar o, dat harde hart.
Tweemaal had hij een briefje van Bakker ontvan
gen voor een vergadering van de kerkvoogdij, die
nodig was om een nieuwe koster te benoemen. En
tweemaal had hij verzocht deze vergadering nog
wat te willen uitsteUen.
En nu?
Bergman ging zitten op de stoel, die naast het ledi
kant geschoven stond.
„De dokter is een half uur geleden weer geweest
en hij heeft me verboden iemand bij mijn man toe
te laten. Maar hij wilde je spreken. Bergman. Kom
je zo gauw als je weg kunt gaan terug?" had me
vrouw Kuilman gezegd voor zij hem in de slaap
kamer liet.
De dominee opende zijn ogen en zag Bergman zit
ten. „Je gaat het winnen. Bergman".
Bergman wist niet wat hij zeggen moest, dus
zweeg hij.
,,lk kan niet alles vertellen. Je werd ontslagen
omdat ik het wilde winnen - op die vergadering".
Weer zweeg de dominee. Toen begon Bergman te
praten.
Laten we daarover zwijgen, en verder praten
zoals we het in de kerk deden op een zaterdagmor
gen, dominee. (wordt vervolgd)
DE BETERE WONINGINRICHTING SINDS 1920
Zandpad 36 Middelharnis Tel. (0187)482784
\^ERKBiK Middelharnis Hellevoetsluis Zieriluee Oud-Beijerland
VBiHUIZBtS Tel. (0187)482188 Tel. (0181)320016 Tel. (0111)413163 Tel. (0186)613624