EIUVriDEtl-tllEUWS Overdenking mn uit de Heilige Schrift Ere-diploma voor De Hoop Winterse maaltijd Oude Tonge kleding en speelgoedbeurs HET ,KIJKVENSTER Geestelijke duisternis flakkee verhuizingen b.v. OUDDORP VERVOLGVERHAAL 2e Blad VRIJDAG 27 FEBRUARI 1998 No. 6683 Blik op kerk -^ en samenleving cy - Raadsverkiezingen - Locale partyen - Geen graadmeter De letterlijke tekst kan ik me niet meer herinneren, maar in mijn agenda kwam ik laatst een spreuk tegen van ongeveer deze inhoud: "Verkiezingen zijn nuttig om te zien of de prognoses kloppen". Nu ja, volgende week zullen we het weten in hoeverre de vele peilingen overeenko men met de werkelijkheid. Volgens mij - maar die gedachte is niet origineel - worden de verkiezingen voor de gemeenteraden te veel gezien in het licht van de landelijke politiek. Op locaal niveau liggen de verhoudingen vaak heel anders dan wanneer er verkiezingen zijn voor de Tweede Kamer. En in een gemeenteraad zijn soms ook partijen die landelijk niet eens bestaan. De kranten meldden ons dat er juist een onderzoek is ingesteld - wat wordt er tegenwoordig niet onderzocht? - naar de functie van de locale partijen. Ongeveer zestien procent van alle kiezers zouden hun stem geven aan plaatselijke groepe ringen. In werkelijkheid zou dat percen tage echter hoger zijn. Niet iedereen wil bij een enquête z'n politieke keuze bekendmaken, bovendien verwachten de locale partijen een toeloop van zoge naamde "zwevende kiezers", en dat zijn er vandaag de dag nogal wat... Mensen die tot het laatste moment toe niet weten aan welke partij ze hun stem zullen geven. Plaatselijke partijen - meestal heten ze "Gemeentebelangen", "Progressief Lut jebroek" of "Moddergat Voorwaarts" - ontstaan dikwijls uit onvrede met het beleid van de andere politieke groeperin gen. Soms is er een directe aanleiding om zo'n locale groep op te richten: ver zet tegen uitbreiding, of tegenwerking van de middenstand, of autovrij maken van de kom der gemeente, en zo zijn er nog wel enkele dwarsstraten te noemen. Het probleem is dan wel, dat alles op die ene kaart wordt gezet, en dat men slechts politieke invloed zoekt om voor dat ene belang op te komen. In de praktijk echter moet er geregeerd worden en zijn er zoveel meer problemen waar men zich in moet verdiepen. Daarvoor blijkt dan niet zelden de kennis ontoereikend of het kader niet aanwezig, en dan kan dikwijls het verschijnsel worden waargenomen dat zo'n partij geen levensvatbaarheid heeft en bij de volgende verkiezingen weer van het toneel verdwenen is. Het komt ook voor dat een partij wel kans ziet zich vrij snel in te leven in de plaatselijke politiek, vooral wanneer er één of meer charismatische leiders aan de top staan. Mensen die, zoals we dat tegenwoordig zeggen, een bepaalde uit straling hebben, en daardoor kiezers aan zich weten te binden. In de gemeenlepo- litiek staan de volksvertegenwoordigers nu eenmaal dichter bij de kiezers dan op landelijk niveau en daardoor krijgen bur gers ook eerder het gevoel dat hun belan gen goed behartigd worden. Intussen kijken we belangstellend uit naar de 4e maart. Maar een landelijke graadmeter - nee, daar geloof ik eigen lijk niet in. Waarnemer Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-NieuwSj Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragen-rubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. inaicE Kaas Hoe oud kan kaas worden alvorens ze niet lekker meer is? Wanneer wordt de gewone kaas belegen en wanneer wordt ze oud genoemd? Wat wil de term extra belegen feitelijk vertellen, dat ze bijna - of al over - de grens van oude kaas heen is? En wanneer wordt ze volgens de han delaren overjarig? Antwoord: Kaas moet tenminste vier weken oud zijn vóór ze verkocht mag worden. Dan spreekt men van jonge Edammer, jonge Goudse, jonge KoUu- mer, (enzovoorts). Gebruikelijk zijn de benamingen: jong belegen voor kaas die 8 weken oud is, belegen als ze 4 maan den is, extra belegen als ze minstens 7 maanden is, en oud wordt ze genoemd als er tien maanden om zijn. Als het éér ste levensjaar verstreken is, spreken we van overjarige kaas. Die is vaak droog en brokkelig. De korst wordt zwart geverfd, soms spreekt men van "Amsterdamse kaas" of een andere plaats waar men geen kaas maakt MSaaSEfl CIFTIG7 Is het waar, dat je rabarber niet meer mag plukken na de langste dag van 't jaar, omdat de planten dan giftig wor den? Antwoord: Rabarber bevat nóóit vergif, maar door het vele plukken put men de plant uit en daarom is het een goede regel, om er na 31 juli niets meer af te halen. In droge zomers moet u trouwens al eerder ophouden. De langste dag is daar beslist te vroeg voor. Misschien is u verteld dat het oxaalzuur in de rabarber vooral bij oudere mensen kalk aan 't lichaam onttrekt en de vorming van nier stenen kan bevorderen. Dat kan men tegengaan door er een eetlepel koolzure kalk per ons rabarber aan toe te voegen. Apotheker en drogist verkopen tabletten voor dit doel. Enkele dagen geleden werd het bestuur van Fanfareorkest De Hoop uit Stellendam door de KNFM, de overkoepelende muziekorganisatie waarvan de vereniging lid is, verblijd met de mededeling dat men wederom het ere-diploma Vaandelafdeling sek- tie Fanfare had gewonnen, ditmaal voor het jaar 1997. Dit betekent dat De Hoop het afgelopen jaar in de hoogste afdeling het hoogste aantal punten heeft behaald op een KNMF-concours en eigenlijk kon dat ook niet anders: op het in j.l. november te Enschede gehouden concours scoor den Arie Stolk en zijn De Hoop niet min der dan 343,5 punten, een unicum in de geschiedenis van de Nederlandse blaas muziek. De in Enschede uitgevoerde werken logen er trouwens niet om: Diversions on a Bass theme van George Lloyd en Composition VIII van Leon Vliex zijn werken waarvoor men de muzikale mouwen meer dan moet opstr open. De prestaties van de Stellendamse vereniging krijgt er des te meer glans door. Ondertussen is men al weer druk bezig met de voorbereidingen voor het topconcours te Arnhem op zaterdag 14 maart a.s., waar De Hoop haar begin 1997 behaalde landstitel moet gaan ver dedigen. Ze gaat dat doen met het uit voeren van Sagas van de Nederlandse componist Henk Badings. Noviteit daar bij is dat de Stellendammers versterkt zullen worden door de aanwezigheid van een vijftal klarinetten, nodig voor de uit voering van dit "sprookjesachtige" werk van ruim twintig minuten. f/f)E VIOÜO IE KONINKWU? Hoe komt een onderneming of zaak aan de eretitel "koninklijk" Wat heeft dat bedrijf daarvoor betaald, of moeten doen of laten? Antwoord: Dat predikaat is niet te koop en het wordt niet zomaar weggegeven. In principe beslist de koningin over de toe kenning van het eervolle toevoegsel aan de naam van een vereniging of bedrijf. Dat de zaak precies honderd jaar moet bestaan is een sprookje. De K.L.M, is van de eerste dag van haar bestaan een Koninklijke Luchtvaart Maatschappij en de A.N.W.B. werd al vóór de oorlog Koninklijke Toeristenbond genoemd. Ook landelijke bekendheid is niet nood zakelijk want de muziekvereniging Sop hia's Lust en het Zaltbommels Mannen koor werd de eretitel eveneens toege kend. De aanvraag kan geschieden bij de burgemeester, de commissaris der konin gin, of haar particulier secretaris. Natuur lijk volgt een nader onderzoek, want ze moet over een onberispelijk blazoen beschikken! man SOTTEN GEZOCHT Waar komt toch de uitdrukking "botje bij botje leggen" vandaan? Ik weet wel de betekenis: allemaal wat geld bijdragen voor een bepaald doel, maar waarom werd zo'n klein bedrag een "botje" of "bodje" genoemd? Antwoord: Die uitdrukking dateert uit ons eerste muntstelsel. Dat begon met de kleinste munt, de penning. Twee pennin gen waren een duit waard en vier duiten vormden een halve stuiver, die "bot" genaamd werd. Men zei "botje bij botje" al voor ieders geringe aandeel aan een 'Wat maakt gij hier, Elia?" (1 Kon. 19:9) Een diepe moedeloosheid heeft Elia be vangen. De sterke held wankelt. Hij die niet bang was voor Achab en voor hon derden Baaipriesters, vreest voor Izebel. Hoe komt dat? Wat is er gebeurd? Elia had in de naam des Heeren de strijd aangebonden tegen de Baaipriesters. De God Die door vuur zou antwoorden, zou de ware God zijn. Elia had een geweldi ge overwinning behaald. Het volk riep uit: „De Heere is God!" De afgodspries ters werden gedood. En op het gebed van de profeet kwam er eindelijk weer regen. Het kon niet beter! Maar thuis in haar paleis wachtte Izebel. En wanneer zij hoort van de nederlang van haar god en haar priesters, stuurt ze Elia een bood schap: morgen zult u hetzelfde lot onder gaan als mijn priesters. De trouwe pro feet hoort het en deze sterke held vlucht de woestijn in. Teleurstelling Hoe kan dat? Wel, hij had gedacht dat nu alles voorbij was. Het volk had openlijk gekozen voor de Heere. Maar nu blijkt dat er in het paleis nog een geduchte te genstander is overgebleven. Zij liet zich niet imponeren door vuur uit de hemel of door een langdurige droogte. De profeet had zo gehoopt, dat de strijd nu voorbij was. Moest hij nu weer ten strijde trek ken? Het werd hem te veel. Op de Karmel had hij een grote krachtsinspan ning moeten leveren. Niet lichamelijk; maar een geestelijke strijd kan het lichaam ook zeer afmatten. In het dage lijks leven komen wij dit ook tegen. We kunnen toeleven naar een belangrijke dag: een examen of bruiloft. Als alles achter de rug is voelen we ons leeg en moe. Wie naar een hoogtepunt toeleeft, moet niet verbaasd staan als hij daarna weer naar beneden gaat! Nu Elia zo vermoeid is, lichamelijk en geestelijk, verliest hij het juiste zicht op de zaken. Wij kunnen nu rustig onze gedachten hierover laten gaan en de feiten op ons laten inwerken. En dan zijn we van me ning dat Elia zich niet zo bezorgd hoefde te maken. Immers Izebel dreigde alleen maar. Als zij werkelijk de profeet wilde doden, had ze dat beter direkt kunnen laten doen. Het zenden van een waar schuwing was in dat geval niet verstan dig. Izebel was ongetwijfeld bang voor de grote aanhang die de profeet had onder het volk. En zou ze misschien toch nog bevreesd zijn geweest voor de God van Elia, Die zulke wonderen deed? Elia beseft dit allemaal niet. Slechts één ding staat hem voor ogen: nu is alles toch nog tevergeefs geweest. Geestelijke kracht Misschien hebt u die dit leest, geestelijke hoogtepunten meegemaakt. Momenten dat u geen twijfel en aanvechting kende: de Heere is met mij, wie zou ik vrezen? Toen David zo was zong hij: „Met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur". (Ps. 18:30). Dezelfde taal laat Paulus horen in zijn zegelied in Romeinen 8: niets zal ons kurmen scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus onze Heere. Maar het kan zijn dat alles nu geheel anders is. U voelt zich dan nu meer thuis bij de Elia die de woestijn in vlucht, dan bij de Elia die op de Karmel staat. Soms is er maar een kleinigheid nodig om de vreugde en zekerheid weg te nemen. Een kleine tegenslag op het werk, wat moeilijkheden met de kinde ren, een nacht erg slecht geslapen. Het kan ook een bepaalde zonde zijn die we blijkbaar nog niet overwonnen hebben. Hoe kan dan ineens onze stemming omslaan en alle vertrouwen ontbreken. Schaamte en vrees komen tevoorschijn. De duivel fluistert ons in: waar is nu je geloof? Waar is nu je God op wie je ver trouwde? Hij zou je toch niet in de steek laten? Zo blijft er niets meer over van de vroegere geestelijke kracht. Twee reacties De vraagt rijst wat we hiermee moeten doen. Over het algemeen worden er twee soorten reacties gegeven. De ene reactie is geruststellend. Men zegt: het is eigen aan het ware geloof om bestreden te wor den. We leven nog niet in het volmaakte. De dagen der duisternis zijn vele. Na tuurlijk is het niet goed om de Heere te wantrouwen, maar alles is hier slechts 'ten dele'. De duivel gaat om als een briesende leeuw en vandaar dat er zoveel bestrijding is. Deze reactie is geruststel lend en een beetje vergoelijkend. Er wordt ook wel een geheel andere reactie gegeven: de nadruk wordt gelegd op het zondige van de twijfel. Men zegt: ver trouw op God, geloof toch in Hem. Laat die verkeerde gedachten niet toe in je leven. Je moet geloven en je mag dat ook doen. Dit tweede is niet zo geruststel lend. Integendeel zelfs: bestraffend en vermanend. De heb de indruk dat in beide redenerin gen veel goeds te vinden is, maar dat beide ook eenzijdig zijn. In het eerste geval bestaat het gevaar om de ingezon kenheid en het ongeloof goed te praten. En in het tweede geval bestaat het gevaar om barmhartig te zijn tegenover elkaar en om de macht van de vorst der duister nis te onderschatten. Twijfel is geen onzin of een gemakkelijk te overwiimen zwakheid! Voor ons Wat kunnen wij leren van de geschiede nis van Elia in dit opzicht? Zojuist heb ik reeds genoemd, dat Elia de zaken niet helder meer kon onderschei den vanwege zijn grote vermoeidheid. Wanneer wij erg vermoeid zijn, is het eerste wat wij hebben te doen, zorgen dat wij goed uitgerust zijn. Anders halen we allerlei dingen door elkaar. Het kan ook nuttig zijn om onze zorgen eens met een ander door te spreken. Alleen al het onder woorden brengen kan ons helpen een beter zicht te krijgen op onze situ atie. U vindt dit misschien een advies dat wei nig geestelijk is, terwijl het toch om geestelijke problemen gaat. Het geestelij ke is echter veel meer met het lichamelij ke en natuurlijke verbonden dan wij vaak denken. Door z'n verwarring gaat Elia zelfs verkeerd bidden! Hij denkt dat hij alleen is overgebleven en vraagt of hij mag sterven. Het valt op dat de Heere Zijn knecht niet bestraft, maar rustig de tijd neemt, vele dagen lang en hem dan bij Horeb uit laat praten. „Wat maakt gij hier, Elia?" Wat heeft de Heere een geduld, om zo doende de profeet langzamerhand weer op het rechte spoor te brengen. Hij weet wat van Zijn maaksel is te verwachten. Door de zachte stilte leert de Heere hem, dat Hij niet altijd zo opzienbarend werkt, maar vaak in het verborgene. Hij gaat echter door met Zijn werk! Bij alle aan vechting zouden wij ook graag zien, dat de Heere direkt de vorst der duisternis het zwijgen oplegt. Zo werkt Hij echter meestal niet. Als laatste moet hier genoemd worden, dat de Heere Zijn knecht nieuwe op drachten geeft. Hij mag niet bij de pak ken neerzitten, maar moet weer aan de slag. Ook ons kan het veel helpen om weer aan het werk te gaan, en niet steeds met onze gedachten er mee bezig te zijn. Dezelfde! Natuurlijk zou hier nog veel meer over te zeggen zijn. Van harte hoop ik, dat de aanvechting u niet vreemd is. Want als wij daar nooit last van hebben, is het de vraag waarom de duivel ons nooit lastig valt. Heeft hij dan niets aan te vallen? Voor allen die soms moedeloos zijn mag de geschiedenis van Elia tot bemoedi ging zijn. Het geloof van Elia wisselt, maar de God van Elia blijft Dezelfde! Door Zijn Zoon kan en wil Hij allen die verzocht worden te hulp komen. M. J. Paul Gaat u maar rustig slapen. Wij verhuizen uw meubelen als eieren. primitieve maaltijd, waarbij vroeger alle stukjes vlees met been - dus ook botten met een klein stukje vlees eraan - wel kom waren. Het woord bot had trouwens vele betekenissen: behalve een vis, het uiteinde van een touw (daar vandaan komt bot vieren), een poosje, een plat steentje (bot vangen), onbeleefd (een bot antwoord), dom (botte kinderen), opeens (bot zweeg hij), kapitaalkrachtig (bot geld), dat is erg jammer ('t is te bot), kort en bondig (botaf), enz. Sla de Grote Van Dale er maar op na. Op dinsdag 10 maart organiseert de SWO weer een winterse maaltijd in het Infocentrum te Oude-Tonge, Bemhard- straat 27. Dit keer staat op het menu "sla-stamp" en een verrassingstoetje. De maaltijd begint zoals altijd om 12.00 uur en de kosten bedragen 6,— per persoon. U kunt zich opgeven bij de SWO, tel. 641344. Peuterspeelzaal de Gornet organiseert op zaterdag 4 april 1998 zijn jaarlykse De beurs wordt gehouden in M.F.G. Dorpstienden aan de Dorpstienden 3 te Ouddorp en duurt van 09.00 tot 12.00 uur. Om 10.30 uur worden de prijswin naars bekend gemaakt van de loterij die De Gornet georganiseerd heeft. Verder kan er o.a. meegespeeld worden met ons Rad van Avontuur. Wie spullen aan te bieden heeft, kan deze op woensdag 1 april of vrijdag 3 april a.s. tussen 19.30 en 20.30 uur inle veren bij PSZ de Gornet, Dorpstienden 3 te Ouddorp. Speelgoed is bijzonder wel kom! Een deel van de opbrengst is bestemd voor de peuterspeelzaal en een deel voor de aanbieder. Voor evt. verdere informatie kunt U con tact opnemen met de volgende telefoon nummers: 0187-683997 of 0187-681855. tteloili® -38- „En wat denkt u er van?" ,,Uw man, mevrouw Kuilman, is een zware hartpatiënt, dat wist u natuuriijk. En het spijt me erg dat ik het zeggen moet, maar ik meen te moeten aanne men, dat het hart na de hevige aanval van gisteren over zeer weinig reserves meer beschikt. Dat neemt natuurlijk niet weg..." „Och nee, dokter, laat maar. Moet ik de familie waarschuwen?" „Liever niet. Rust is een allereer ste vereiste. Tenzij er iemand is, die hij nog nood zakelijk spreken moet". „Zegt u toch alles gerust, dokter. De heb er de hele nacht mijzelf al op voorbereid, dat dit met enkele dagen het einde kan betekenen". „Dat is goed, mevrouw. Ek meen ook, dat het niet lang meer duren kan. De wens u sterkte toe". De dokter stond op en mevrouw Kuilman liep mee naar de gang. „Ik bedenk nu, dat de kerkeraad ook gewaar schuwd dient te worden, om voor een andere voor ganger te zorgen voor de aanstaande Zondag", zei ze zacht. Ze opende de deur en liet de dokter uit. Hij drukte haar de hand, maar zei niets meer. Ze wilde de deur sluiten, toen ze Van Kralingen voorbij zag gaan. Ze wenkte hem. Hij zette zijn fiets tegen het hek en kwam naar haar toe. „Is het waar, mevrouw, dat dominee ernstig ziek is? Ik hoorde het juist in het dorp vertellen". „Ja, Van Kralingen. Komt u even binnen". Ze waren nog maar juist in de kamer of er klonk het gedempt geluid van een schel. Mevrouw Kuil man haastte zich de kamer uit. Toen ze weer terug kwam, zei ze: „Mijn man vroeg of u bij hem wilde komen. Ik durfde hem niet te zeggen, dat de dokter hem volstrekte rust voorschreef. Maakt u het heel kort, want het is ernstig, veel ernstiger dan hijzelf vermoedt". Ze bracht Van Kralingen naar de ziekenkamer en deed de deur achter hem toe. „Kom verder, Van Kralingen", zei dominee Kuil man zacht. Van Kralingen schrok meer van de stem dan van het zieke gelaat van de predikant. Die stem, die doodvermoeide klank, had hij meer gehoord. Hij herinnerde zich hoe zijn vrouw gesproken had de dag voor zij stierf. Hij stond naast het ledikant en luisterde. „Wil je twee dingen voor me doen? De broeders van de kerkeraad waarschuwen? Zeg ze, dat het einde komt. En. Hij keerde moeilijk het hoofd af. Hein van Kralingen was niet geschrokken. Na de dood van zijn vrouw was hij nog meer tot zichzelf ingekeerd dan vroeger. Hij voelde zich steeds meer losgemaakt van de dingen van de aarde. Hij geloofde steeds dieper, dat God het leven leidt. Vaak dacht hij: als God er niet was, was er niets. Alleen als het niet anders kon, sprak hij. En nu kon het niet anders. Hij zag de moeite van de dominee. Van Kralingen zei: „Wie aan het einde is, nadert het nieuwe begin. God maakt alles nieuw. Het kla gen verstomt, onze nieuwe stem zal zingen, einde lijk zingen". Hij zweeg en luisterde. „De poort is eng", hoorde hij. De woorden klon ken als een zucht. „Maar de Heer zal uitkomst geven", zei Van Kra lingen. „Niet een mens, maar God". Dominee Kuilman draaide het hoofd naar Van Kralingen en zei: „Ik deed verkeerd. Vraag of Bergman bij me komt. Vandaag nog". „Ik zal er voor zorgen. Ik ga nu". „Ik zie je niet meer, Van Kralingen. We spraken te weinig met elkaar". „U moet niet meer aan u zelf denken. U moet rus ten. Rusten in God". De oude boer ging. Bij de deur keek hij nog eens om. De zieke iag met gesloten ogen. Zijn adem ging kort en onregelmatig. De zon scheen door de ramen. Buiten lachten een paar kinderen. Hij ging de trap af, praatte nog even met mevrouw Kuilman en reed weg. Onderweg vertelde hij aan een der leden van de kerkeraad hoe het er op de pastorie voor stond. Toen reed hij door naar Hovenhof. Van Jaantje hoorde hij, dat Versloot en Gijsbert aan het maaien waren op het kleine kampje voorbij de boerderij. Hij zocht ze op en vroeg of Gijsbert even naar Bergman kon fietsen om hem te vragen dadelijk op Welgelegen te komen. „Wat moet dat betekenen? Heeft de kerkvoogdij spijt gekregen?" „Nee, nee", zei Van Kralingen. „Dat is het niet". Maar wat het wel was zei hij niet. „Dat komt goed uit, Gijsbert", zei Versloot. „Dan kun je meteen vragen of Rina en haar vader van avond bij ons komen. Ik moet jullie drieën iets vertellen". „Het wordt blijkbaar een belangrijke dag", zei Gijsbert. Maar Versloot en Van Kralingen gaven hem geen antwoord. Hij nam de zeis op zijn schouder en even later zagen de twee mannen hem het land infietsen, in de richting van Oudervreugd. In de afgelopen maanden had het ontslag van Bergman dominee Kuilman voortdurend bezigge houden. Hij had ervaren, dat twee dagen na de ver gadering het hele dorp wist wat er die avond be sproken was - niet-tegenstaande zijn verzoek om alles geheim te houden. Het was duidelijk, dat hiermee de aanklacht tegen Bergman, als zou hij iets aan Balder verteld hebben, verviel. Bovendien had de dominee voorzichtig inlichtin gen ingewonnen over Bergman en diens jongge storven vrouw. Maar iedereen had daar met respect en medelijden over gesproken. Terwijl iedereen de schouders ophaalde over Tijs van Hemert. „Ik ben weer eens te voorbarig geweest, deze kwestie al zo spoedig aan de orde te stellen op die vergadering", beschuldigde dominee Kuilman zichzelf. „En had die Bakker mij maar niet geïrri teerd, dan was alles nog goed afgelopen. Maar nu dien ik... nu dien ik ongelijk te bekennen, ik, maar o, dat harde hart. Tweemaal had hij een briefje van Bakker ontvan gen voor een vergadering van de kerkvoogdij, die nodig was om een nieuwe koster te benoemen. En tweemaal had hij verzocht deze vergadering nog wat te willen uitsteUen. En nu? Bergman ging zitten op de stoel, die naast het ledi kant geschoven stond. „De dokter is een half uur geleden weer geweest en hij heeft me verboden iemand bij mijn man toe te laten. Maar hij wilde je spreken. Bergman. Kom je zo gauw als je weg kunt gaan terug?" had me vrouw Kuilman gezegd voor zij hem in de slaap kamer liet. De dominee opende zijn ogen en zag Bergman zit ten. „Je gaat het winnen. Bergman". Bergman wist niet wat hij zeggen moest, dus zweeg hij. ,,lk kan niet alles vertellen. Je werd ontslagen omdat ik het wilde winnen - op die vergadering". Weer zweeg de dominee. Toen begon Bergman te praten. Laten we daarover zwijgen, en verder praten zoals we het in de kerk deden op een zaterdagmor gen, dominee. (wordt vervolgd) DE BETERE WONINGINRICHTING SINDS 1920 Zandpad 36 Middelharnis Tel. (0187)482784 \^ERKBiK Middelharnis Hellevoetsluis Zieriluee Oud-Beijerland VBiHUIZBtS Tel. (0187)482188 Tel. (0181)320016 Tel. (0111)413163 Tel. (0186)613624

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1998 | | pagina 5