EIIAtlDEtl-niEUVS
IS
3e Blad
VRIJDAG 27 FEBRUARI 1998
Nö. 6683
Scheelhoek was tot half de jaren zestig
een zandplaat, liggende in de monding
van het Haringvliet, dicht onder de
kust van Stellendam. Eb en vloed had
den er vrij spel en grote delen van de
plaat liepen geregeld onder water. De
drassige bodem bood een ideale condi
tie voor een weelderige rietgroei. De
plaat was er dan ook voor een belang
rijk deel mee bedekt. Wanneer in het
najaar het rietland kleurde, leek het
net een groot donzen tapyt. Nachtvor
sten bespoedigden het afstervingspro-
ces en deden de bladeren van de sten
gels vallen. Soms hielpen de najaars-
stormen een handje mee. Tegen het
einde van het jaar, als de weersom
standigheden gunstig waren, kreeg het
eiland voor enige tijd menselijk
bezoek. De rietsnijders betrokken hun
eenzame verblijf 'Nova Zembla'.
Deze naam had het eenvoudige houten
verblijf te danken aan de mannen, die er
in de wintermaanden woonden. Het was
gebouwd op een, in het midden van de
plaat gelegen, heuvel. Rondom zag men
niets anders dan wuivende riethalmen.
De enige mogelijkheid om op Scheel-
hoek te komen was over het water. Iede
re dag met een boot heen en weer kostte
echter veel te veel tijd. Vandaar dat men
van maandag tot en met zaterdag op de
plaat bleef.
Die zes dagen werd er keihard gewerkt.
Het riet moest met de hand, of met een
voudige maaimachines afgesneden wor
den. Met het op bossen binden van het
riet, werden planten, die er niet tussen
hoorden, direct verwijderd. De bossen
werden vervolgens naar een plaats aan
het water vervoerd, waar ze in een schip
geladen konden worden, die de vracht
naar de vaste wal transporteerde. Zo
gauw de zon 's morgens het rietveld
bescheen, waren de snijders aan het
werk. De hele dag baggerden ze door de
drassige grond. Naast de zware arbeid in
het uiterst vochtige klimaat, had men
ook aan ongedierte geen gebrek. Ratten
brachten van tijd tot tijd een bezoek aan
het verblijf van de snijders.
In het vroege voorjaar was het rietveld
geoogst en keerde de rust op de plaat
terug.
Waterhuishouding
Op een prachtige februarimorgen bezien
we vanaf de historische heuvel het
omliggende rietveld. Het houten
gebouwtje, waar voorheen de rietsnijders
bivakkeerden, is reeds jaren geleden
afgebroken. Slechts enkele sporen getui
gen er nog van, dat hier ooit mensen een
tijdelijke verblijfplaats hadden. Veel is er
veranderd in de achterliggende decennia.
De Plaat van Scheelhoek is al lang geen
eiland meer. De dam, die het Haringvliet
aan het einde van de zestiger jaren van
de Noordzee afsloot, verbond Scheel
hoek met de vaste wal van Goeree-Over-
flakkee. Door de aanleg van de zeeke-
ring, verviel de getijdenwerking. Met
vloed zou er voortaan geen water meer
over de plaat stromen. Bovendien werd
aan de noordzijde van Scheelhoek een
dam langs het Haringvliet aangelegd, die
het achterland voor overstromingen
moest behoeden. Voor de watervoorzie
ning werd het gebied nu geheel afhanke
lijk van het Zuiderdiep. Deze watergang
begrenst de Plaat van Scheelhoek aan de
zuidkant. Het peil in het Zuiderdiep was
echter veel te laag, om van enige beteke
nis te kunnen zijn voor de waterhuishou
ding van de Plaat van Scheelhoek. Ver
droging leek dus het lot te worden van
het gebied. Daardoor zou het uitgestrekte
rietveld verdwijnen. Het unieke natte ter
rein, waar vele vogelsoorten hun plaatsje
hadden gevonden om te broeden of te
foerageren, dreigde verloren te gaan.
Gelukkig liet men het zover niet komen.
In 1965 werd er een vijzelgemaal
gebouwd, waarmee de waterstand in het
terrein beheerst kon worden. Dit gemaal
vijzelde het water vanuit het Zuiderdiep
in een gegraven watergang. Deze liep
voor een groot gedeelte om het gebied
heen. De bestaande kreken, welke het
rietgebied doorsneden, sloten hierop aan.
De moerasachtige conditie van het ter
rein, waarvan een goede rietgroei afhan
kelijk is, bleef behouden. Zodoende kan
vandaag de dag de rietsnijder nog steeds
zijn werk doen op Scheelhoek. Vele
vogelsoorten, die van oudsher op de
zandplaat te vinden waren, vertoeven
nog steeds graag in het natuurgebied.
Tezamen met de aan de, zuidkant van het
rietveld gelegen weilanden, vormt de
Plaat van Scheelhoek één van de belang
rijkste vogelreservaten van Zuidwest
Nederland.
weer voor deze tijd van het jaar. Ook
vanmorgen schijnt de zon uitbundig en
haar verwarmende stralen beschijnen de
duizenden riethalmen om ons heen. Heel
zachtjes wiegt het riet heen en weer in de
wind. In de verte trekt een vlucht ganzen
langs. Het zijn net kleine vliegtuigjes.
Op het grasland langs het Zuiderdiep
stappen de kieviten al bedrijvig heen en
weer. Ook de grutto is weer terug van
weggeweest. De leeuwerik hebben we al
verschillende keren zijn pijlsnelle vlucht
naar het luchtruim zien maken. Toen we
daarstraks het gebied binnen reden,
waren de eksters in de bosschages nabij
de dienstingang van de Scheelhoek, druk
aan het slepen met takjes. Enkele meer
koeten, die we in een kreek ontdekten,
waren eveneens bezig met het bouwen
van een nest. Niet alleen de mens waant
zich door het heerlijke weer reeds in het
voorjaar te zijn beland, ook het dieren
rijk heeft kennelijk dat gevoel. Het
vogelleven maakt zich reeds op voor de
komende broedtijd. Staande op onze een
zame post in het rietland, is de bedrijvige
spanning in de natuur bijna tastbaar. Als
de longen de frisse buitenlucht inade
men, proefje als het ware het voorjaar.
Rietsnijders
Opeens wordt de rust ruw verstoord door
motorgeronk. De muur van riet voor ons
breekt open en een op rupsbanden rijden
de maaimachine wordt zichtbaar. De
De machine waar het riet mee wordt gemaaid duikt het rietveld in.
Voorjaar
Vanaf de verhoging in het terrein, staan
we geruime tijd naast opzichter Sieb
Kuiper van Natuurmonumenten, te
genieten van het schitterende uitzicht
over het rietveld. Vorst hebben we deze
winter nog nauwelijks gehad en het is al
weken achtereen uitzonderlijk zacht
rietoogst is in volle gang en om dat eens
van nabij mee te maken, waren we deze
morgen te gast bij de vereniging Natuur
monumenten. De Plaat van Scheelhoek
is ruim 330 ha groot en bestaat voor
ongeveer 150 ha uit rietland. Tweederde
gedeelte daarvan wordt ieder jaar
gemaaid. Het resterende deel blijft staan.
Rietsnijders aan het werk op de Scheelhoek
om als broedgelegenheid en dekking te
zorgen voor de vogels en zoogdieren, die
in dit gebied leven.
Het riet wordt op stam verkocht aan riet-
snijdersbedrijf Brasjen uit Heerde. Wan
neer zo in de maand november voor het
eerst overleg tussen Brasjen en Kuiper
wordt gevoerd over het te maaien riet
land, luidt zijn eerste vraag hoe het met
het blad staat. Dat is bepalend, want als
het blad is afgevallen, kan de rietsnijder
zijn werk komen doen. Om te kunnen
maaien moet het droog weer zijn. Nat
riet gaat namelijk broeien. Door het rot
tingsproces wat daarop volgt, wordt het
waardeloos. Wanneer het weer mee
werkt, begint men in december met
maaien. Vaak is de maand maart al aan
gebroken, voordat het werk is geklaard.
Voor het rietsnijden gebruikt men een
vernuftige machine. Als we even later
een rondje meerijden, zien we met eigen
ogen hoe een en ander in zijn werk gaat.
Om in het natte terrein te kunnen rijden
en toch niet te veel beschadigingen te
veroorzaken, is de machine voorzien van
rupsbanden. Ronkend gaat het op het riet
aan. Wanneer de voorkant van de machi
ne het riet induikt, zorgen grijparmen
ervoor, dat het riet tegen het maaigami-
tuur wordt aangedrukt. Deze snijdt het
af, duwt de rietstengels vervolgens op
een bos en legt er gelijk een touwtje
omheen. Aan de linkervoorzijde staat
een rietsnijder, die de bos keurt. Is de
kwaliteit van het riet niet voldoende, dan
gooit hij het terug in het veld. Wanneer
de kwaliteit wel in orde is, legt hij de
rietbos op een transportbandje, die voor
het transport zorgt naar de laadvloer aan
de achterzijde van de machine. Daar sta
pelt een collega de bossen op elkaar, tot
dat de laadvloer vol is. Met een ijzeren
bandje wordt de hele stapel bij elkaar
gebonden, de laadvloer kantelt en een rol
riet van ongeveer twee meter hoog blijft
in het terrein achter. Later haalt een bull
dozer, eveneens voorzien van rupsban
den, de rol op en brengt deze naar een
centrale plaats bij de waterkering langs
het Haringvliet. De grote rollen met riet-
bossen zullen later worden opgeladen
door een vrachtwagen en naar het
Noord-Veluwse dorp vervoerd worden.
Ondanks alle hulpmiddelen blijft het een
zwaar beroep en maken de mannen lange
dagen. ledere dag rijdt men op en neer,
dus het kan niet anders of omstreeks een
uur of vijf in de morgen loopt bij de riet
snijders de wekker af. Als de Stellen-
damse torenklok acht uur slaat, rijdt de
maaimachine al door het rietland heen.
Veel tijd voor koffie en een boterham
gunnen ze zich niet. Tegen de avond
bergt men het materiaal op en gaat het op
huis aan. Voor onderhoud en eventuele
reparaties heeft het bedrijf een complete
werkplaats bij zich, welke is gehuisvest
in een afzetcontainer. Ook de noodzake
lijke brandstof wordt in deze container
opgeslagen. De dieseltank staat in een
bak, teneinde lekkage in het natuurter
rein te voorkomen.
Roerdomp
De maaimachine wordt bestuurd door
een ervaren rietsnijder. Met vaste hand
manoeuvreert hij het apparaat door het
terrein heen. We bevinden ons al gauw
midden in het rietland en zien niets
anders meer dan riet en nog eens riet.
Soms worden we door elkaar geschud als
de machine onverwacht in een kuil of
een greppel duikt. Voor ons hapt het
maaigamituur zich gretig een weg door
de duizenden rietstengels.
Plotseling vliegt, enkele tientallen meters
voor ons, een bruinachtige vogel op. "De
roerdomp!" zegt Kuiper, terwijl hij zijn
kijker paJct. Deze gedrongen, reigerachti
ge moerasvogel is een liefhebber van
rietlandschappen. Doorgaans beweegt hij
zich behoedzaam door het riet heen. Bij
gevaar neemt de vogel een 'paalhouding'
aan met steil naar boven gerichte kop en
snavel. Heel kenmerkend is zijn roep tij
dens de broedtijd. Het 'woemp' kliiJct
als een heuse misthoorn in de vroege
morgen. Vanwege zijn verscholen leef
wijze, is de roerdomp niet zo gemakke
lijk waar te nemen. Nu "/e hem echter
onverwacht overrompelen, gaat hij op de
vleugels. Geruime tijd laat de vogel zich
zien, totdat hij ver van ons vandaan weer
neerstrijkt en het riet hem opslokt.
Later in de morgen laat Kuiper ons zien
hoe de nieuwe rietstengels, die het
komende seizoen de Plaat van Scheel
hoek zullen bedekken, reeds in ontwik
keling zijn. In de bodem ligt een com
pleet netwerk van wortels waarop het riet
groeit. Met een mesje maakt hij de grond
wat los en peutert een stengel bloot. Een
groene scheut blijkt al klaar te staan, om
over enkele weken een nieuw rietstengel-
tje het daglicht te laten zien. Nog een
paar maanden en er zullen weer duizen
den nieuwe rietstengels wuiven in de
wind. Wanneer het najaar wordt, sterven
ze weer af en de cirkel is rond, als de
rietsnijder het riet volgende winter weer
komt oogsten. Zo gaat het jaar in jaar uit.
De opzichter wijst ons ook op hogere
plaatsen in het veld, waar het riet niet zo
best wil groeien. De rietsnijders zouden
het liefst zien, dat het hele rietland gedu
rende een groot deel van het jaar onder
water zou staan. Op zich begrijpt Natuur
monumenten dat best, want daardoor zal
het riet de meest ideale condities krijgen
om te groeien. Om dit te realiseren zou
echter het huidige waterpeil in het gebied
omhoog moeten. Dit heeft helaas tot
gevolg, dat naast het gedeelte van de
Scheelhoek waar het riet groeit, ook
grote delen van het grasland onder water
zouden komen te staan. Voor een zo
groot mogelijke variatie in planten- en
dierenleven is dit nadelig. De weidevo
gels, die in grote getale op het grasland
vertoeven, zouden hun plaatsje kwijt
raken. Het beheer is er daarom op
gericht, een zo goed mogelijk evenwicht
tussen de meerdere belangen te zoeken.
TRAMWEG 33 ÖÜDË tÖNGË
Dakbedekking
Teruglopend naar de auto wijst de
opzichter ons nog op de gevolgen, van
het niet voldoende onder water staan van
enkele hogere gedeelten in het terrein.
Zo gauw een stuk grond niet onder water
staat, begint de groei van grassen. Dit is
ook hier en daar duidelijk waar te
nemen.
"Dit is de schrik van iedere rietteler"
wijst Kuiper naar een stuk riet, wat hele
maal plat op de grond ligt gedrukt. De
haagwinde blijkt de boosdoener te zijn.
Deze plant kruipt meterslang door het
jonge riet en trekt het naar beneden. Een
eindje verder vinden we wilgenroosje en
heemst. Meestal gaat het maar om kleine
stukjes in het veld waar dit soort 'onge
rechtigheden' tussen het riet te vinden
zijn. Voor Natuurmonumenten zijn zulke
variaties in het rietlandschap waardevol,
maar de rietsnijder gruwt ervan.
Nog een aantal weken en de rietoogst zit
er weer op. De Veluwse rietsnijders kun
nen dan op het bedrijf in Heerde aan het
werk met het uitzoeken van het gemaai
de riet. Alle bossen worden uit elkaar
gehaald en grondig nagezien. Het riet
wordt gesorteerd en vervolgens verkocht
aan een rietdekkersbedrijf. Het is dus
goed mogelijk, dat verschillende fraaie
landhuizen in het land, of juist die
typisch Veluwse boerderijtjes, die half
verscholen tussen de bomen staan, voor
zien zijn met een oer-Flakkees product:
het riet van de Scheelhoek.
Henk Koppelaar
Grote bossen riet blijven in het landschap liggen totdat
een bulldozer ze ophaalt.
Het rietlandschap is uitermate boeiend.
TELEFOON (0187) 6418 42 Fax 64 35 95