EiüvriDEii-riiEüws 1997: opnieuw een warm jaar Jkw Overdenking uit de Heilige Sckrlft ■■■■ii Tante Agaath, steun voor ondernemers Oudejaar 1997 Nieuwjaar 1998 Voorrang voor fietsers SDGO fuseert met Stichting Gemiva CVv. Wr^ VERVOLGVERHAAL 2e Blad DINSDAG 30 DECEMBER 1997 No. 6666 Onlangs organiseerden de Rabobanken Nieuwe Tonge, Oude Tonge en West- Flakkee met de Westelijke Accountants kantoren Middelharnis een informatie avond onder de titel 'Tante Agaath trak teert...?' 'Tante Agaath' is een lening van de Rabo bank, een speciale financieringsvorm voor beginnende ondernemers, door- groeiers en bedrijfsopvolgers. De over heid biedt momenteel fiscale mogelijkhe den waarop de Rabobank met 'Tante Agaath' inspeelt. De informatie-avond, die in 't Haegse Huus in Stellendam werd gehouden, stond in het teken van de agrarische jon geren op Goeree-Overflakkee, voor wie 'Tante Agaath' een belangrijke steun be tekent bij bedrijfsopvolging. Op de foto v.l.n.n: L. M. Harthoom, ac countmanager agrarische bedrijven Rabo bank West-Flakkee; F. Franzen, voorzit ter agrarsiche commissie Euro Delta Jon geren; mevrouw M. Velaart, voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt en J. van Beusichem, senior ad viseur Maatschap Westelijke Accoun tantskantoren Middelharnis. Weerkundig jaaroverzicht Nu het jaar 1997 ten einde is geraakt, is het vrijwel zeker dat het opnieuw een warm jaar is geworden. Geschat wordt dat de gemiddelde etmaaltem- peratuur gaat uitkomen op ongeveer 10.1 graden. Normaal krijgt De Bilt een etmaaltemperatuur van 9.4 gra den. Daarmee wordt de tienjarige periode 1988 tot en met 1997 met ruim 10 graden uitgesproken warm in Nederland. In een tijdvak van bijna 300 jaar is er niet een dergelijke warme periode in ons land geweest. Alleen het jaar 1996 is een buitenbeen tje in het rijtje. December 1996 verliep in eerste instan tie redelijk mild. De winter lag echter op de loer en op 20 december werd de koude lucht ons land binnengevoerd. Er kwam een ongekend felle vorstperiode op gang. Tijdens de Kerstdagen trad er enige verzachting op en dat leidde op Eerste Kerstdag lokaal tot een witte Kerst door sneeuwbuitjes in de vroege ochtend. Na de Kerstdagen stroomde ijzige lucht uit Polen naar onze omge ving en die bereikte ons land in de laatste nacht van het jaar. In sneltreinvaart schoot het kwik omlaag en op Oudejaars dag was het bitter koud met op veel plaatsen overdag strenge vorst. Januari zette met felle kou in en het ijs op de vaarwegen werd almaar dikker. De Elfstedentocht naderde en de verlossende woorden 'It geht oan' werden op 2 janu ari in de ochtend uitgesproken. Op 4 ja nuari werd de Elfstedentocht verreden onder moeilijke omstandigheden, immers er stond een pittige noord-oosten wind. De vorst hield aan tot 12 januari en toen werd het zachter. De 'Antoonlente' meld de zich, de temperaturen stegen overdag (door Jan Versteegt) soms tot 10 graden. Toch leek het stro mingspatroon rijp voor een terugkeer van de winter, het gebeurde echter niet. Februari werd een zeer zachte maand. De winter als geheel werd mede door de koude januari ook te koud. Vooral janu ari was erg droog. Het voorjaar werd gekenmerkt door veel nachtvorsten in april, soms vroor het zelfs nog matig. Eigenlijk keerde de win ter wel terug, alleen erg laat. De zomer werd een regelrechte topper. Het seizoen van 1997 veroverde een ge deelde derde plaats in het klassement van warmste zomers in deze eeuw. De aan loop verliep stroef, na wat warmte begin juni kwam de klad erin. Op 7 juni trok een gebied met zeer zware buien over het westen en zuidwesten van het land en leverde windhozen op. Op 29 juni vielen er zeer zware buien, daarbij werd in Lut telgeest in Flevoland maar liefst 116 mm neerslag in krap zes uur tijd opgevangen. Juli leverde zeer bruikbaar zomerweer op, de temperaturen lagen veelal boven de 20 graden en er viel op zijn tijd neer slag. De natuur zag er dan ook blakend van gezondheid uit. Toen kwam augus tus, de thermische registers werden wa genwijd opengezet. Het werd de warmste oogstmaand sinds tenminste 1706. Enke le records sneuvelden, andere werden geëvenaard. De herfst werd gekenmerkt door vrij veel zon en juist weinig neerslag. Vooral no vember werd een zeer droge maand. Stormen kwamen niet of nauwelijks voor, hogedrukgebieden waren veelal aan zet. De westelijke hoogtestroming bleef ook in het laatste seizoen geblok keerd. Op 1 januari 1998 fuseert de Stich ting Dagverblijven op Goeree- Overnakkee (SDGO) in Middel harnis met de Stichting Gemiva in Gouda. Vanaf die datum zullen kinderdagcentrum De Regenboog en activiteitencentrum D'n Duyt, de locaties van SDGO, deel uitma ken van de Stichting Gemiva. Al vanaf 1 januari 1995 bestaat er een in tensieve samenwerking tussen de twee stichtingen, die beide zorg- en dienstver lening bieden aan mensen met een ver standelijke handicap. Kinderdagcentrum De Regenboog en activiteitencentrum D'n Duyt hebben vanaf die datum de status 'als waren zij' Gemiva-locaties. Dit betekende dat de SDGO-locaties de afgelopen drie jaar gebruik konden maken van de facilitei ten en deskundigheid die een grotere or ganisatie als Stichting Gemiva in huis heeft. De samenwerking is van beide kanten goed bevallen en heeft geleid tot de fusie per 1 januari 1998. Versterken en uitbouwen „Door de fusie met Gemiva kunnen de locaties van SDGO hun aanbod van zorg- en dienstverlening hier in de regio versterken en uitbouwen", vertelt de heer C. Zuidwijk over het waarom van de fusie. De heer Zuidwijk is voorzitter en secretaris van het huidige bestuur van SDGO. Hij vertelt dat hij verder geen ingrijpen de veranderingen verwacht als gevolg van de fusie. ,,Mede dankzij de intensie ve samenwerking van de afgelopen drie jaar, sluit de werkwijze in de SDGO-lo caties goed aan bij die van Gemiva". Hij vervolgt: „Het bestuur, de ouders en medewerkers hebben er alle vertrouwen in dat de zorg- en dienstverlening kan worden voortgezet op een manier dat er voldoende aandacht blijft voor de cul- tuuraspecten van ons werkgebied". SDGO De Stichting Dagverblijven op Goeree- Overflakkee (SDGO) is in 1983 opge richt. De stichting beheert in Middelhar nis activiteitencentrum D'n Duyt, kin derdagcentrum De Regenboog en kaarse- natelier/cadeauwinkel Het Ambacht. Deze locaties bieden zorg- en dienstver lening aan 68 cliënten. Daarvan bezoe ken er 17 het kinderdagcentrum. SDGO heeft 35 medewerkers in dienst. Stichting Gemiva Vanaf 1 januari worden alle activiteiten van SDGO voortgezet door Stichting Gemiva. Deze stichting biedt zorg- en dienstverlening aan ongeveer vijftien honderd mensen met een verstandelijke handicap en is daarmee een van de grote re zorgaanbieders in Nederland. Gemiva biedt haar diensten in en vanuit een groot aantal locaties in Zuid-Holland en een locatie in Amsterdam. Het Cen traal Bureau van Gemiva bevindt zich in Gouda. Gebr. de Waal Drukkerij Een stem zegt: Roep. En Hij Zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. (Jesaja 40:6) Het is goed als op oudejaarsavond de aandacht wordt gevestigd op de kortstondigheid van het leven. Niet alleen omdat het voorbijgevlogen jaar wijst op de lege plaatsen in het gezin, in de familie, in onze samenle ving; maar bijzonder, omdat de Heere Zelf ons daarbij bepaalt. Het oogmerk Gods is om te leren ons levens einde te overdenken. Het is de goddelijke opdracht aan Jesaja om het te roepen. Het moet bekend gemaakt wor den, gepredikt, zodat ieder het hoort. De boodschap mag niet verborgen blijven. "Alle vlees is gras." Op oudejaarsavond wordt niemand overgeslagen. Alle vlees moet het horen. Alle mensen moeten het beluisteren. Wie wij ook zijn, welke plaats dat wij ook innemen in de wereld, allen worden wij door de boodschap aangespro ken. Tot ieder klinkt Gods Woord: U bent gelijk gras! Met gras wordt niet bedoeld het gras van onze weiden of plantsoenen. Hier wordt gewezen naar woestijngras. Dat gras is ijl, spichtig en dor. Het groeit in de woestijn. Het klemt zich met de wortels vast aan het droge woes tijnzand. Zo wordt het leven van de mens getekend. Met alle ver mogens tracht de mens in het woestijnleven houvast te krijgen en tracht alzo in het leven te blijven. Dat beeld van het leven wordt door Jesaja geprofeteerd. Zijn goedertierenheid is als een bloem des velds. Zelfs het goede dat de mens nog mag doen staat in het teken van de vergankelijkheid. Als een kleed zal 't al verouden; Niets kan hier zijn stand behouden; Wat uit stof is, neemt een end Door de tijd, die alles schendt. Ons leven is als een veldbloem. Het is te vinden op het open veld. Als een veldbloem valt het op. Het leeft in een kleurloze wereld. Het groeit in het wild. Het is nie tig in de omgeving waar het leeft. Zie, dat is een eerlij ke boodschap over ons kort en toch zo verantwoordelijk leven. Zien wij op oudejaarsavond terug naar het voorbijge vlogen jaar. Dan ontdekken wij de waarheid. Ons leven is broos en kort. Wat voor gedachten geeft het ons? Het vaststellen dat het zo is, zal niet de gewenste vrucht geven. Met deze wetenschap rustig verder leven, is gelijk als iemand die slaapt temidden van grote stor men. Gods oogmerk is om ons de kortheid van het leven te leren en de verlorenheid van ons bestaan te doen kennen. Dat wij zouden zoeken wat eeuwig en bestendig is. Elke jaarkring is een boodschap. Mens bereid uw huis. Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen. Davids bede mocht de onze zijn: "O HEER', ontdek mijn levenseind aan mij." Gaat niet de mens, als in een beeld daarheen. Gelijk een schaduw, die verdwijnt? Men woelt vergeefs, men brengt met zorg bijeen Al wat op aard' begeerlijk schijnt; En niemand is verzekerd, wie eens al Die goed'ren naar zich nemen zal. Maar het Woord onzes Gods, bestaat in der eeuwigheid. (Jesaja 40:8b) Een nieuwe jaarkring ligt weer voor ons. Bij het ingaan van het nieuwe jaar hebben elkander, naar oud gebruik, veel heil en zegen toegewenst. Welk heil en zegen werd daarmee bedoeld? Het zal voor velen onbekend zijn. Zonder dat wij het wisten, hebben wij uit Gods Woord gesproken. Heil en zegen zijn onmisbaar voor ons tijdelijk en eeu wig leven. De vastigheid van dat heil is in Gods Woord duidelijk omschreven. Tegen het vergankelijke van ons leven, stelt de Heere de onvergankelijke boodschap van Zijn Woord. Juist in onze tijd verliezen wij zoveel vas- tigheden waarop wij hoopten en betrouwden. Hoe wordt het vertrouwen in velen geschokt en het vertrou wen op velerlei beschaamd. Hoe onzeker is ons leven als wij alleen op het aardse betrouwen. Tegen alle vergankelijkheid, stelt de Heere Zijn onvergankelijk Woord. Alles wat niet is naar dat Woord, zal geen dageraad hebben. Het Woord moet het fundament zijn van het dagelijks leven. Maar ook van het eeuwig leven. De mens, met het door de zonde verduisterde verstand, heeft dat Woord bespot en aangetast. "Maar de natuur lijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want ze zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet ver staan, omdat ze geestelijk onderscheiden moeten wor den." Luther zong temidden van de strijd: "GODS WOORD HOUDT STAND IN EEUWIGHEID EN ZAL GEEN DUIMBREED WIJKEN." Gods Woord geeft ook in de nieuwe jaarkring antwoord op alle levensvragen en levensverwachting. Gods Woord getuigt van zonde en schuld. Van straf en van oordeel. Maar ook van zondevergeving, van uitdelging van de schuld, van ontheffing van de straf en vrijspraak in het oordeel. Ook in 1998 zegt de boodschap van Gods Woord; "Vest op prinsen geen betrouwen, Waar men nimmer heil bij vindt." 1998 zegt ons naar Gods Woord; "Zalig hij, die, in dit leven, Jakobs God ter hulpe heeft!" Door Zijn Woord wil God Zijn verborgen wil bekend maken. Op dat Woord heeft de ontelbare schare gehoopt en geloofd. Ze zijn niet beschaamd geworden. Dat het ook uw sterkte mag zijn temidden van veel wat wankelt en teleur stelt. De begeerte van de dichter ver tolkt het verlangen van velen. HEER'ai maak mij Uwe wegen Door Uw woord en Geest, bekend; Leer mij, hoe die zijn gelegen. En waarheen 'G Uw treden wendt. ds.B Kwb. Fietsverkeer van rechts krijgt met ingang van 1999 voorrang op ver keer van links. Dat hebben de weg- beheerders afgesproken in het Startprogramma Duurzaam Veilig. Op dit moment geldt deze voor- rangsregel alleen voor gemotori seerd snelverkeer. Deze nieuwe algemene voorrangsregel is een afspraak die wegbeheerders en het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben gemaakt in het Startprogramma Duurzaam Veilig. Het doel van dit pro gramma is het verkeer veiliger te maken. De ondertekenaars willen dit onder meer bereiken door uniformiteit verder door te voeren op het Nederlandse wegennet. In de toekomst zal alle verkeer op door gaande wegen voorrang hebben. Of er sprake is van een doorgaande weg moet de wegbeheerder aangeven met borden, haaietanden of door een zijweg de vorm van een uitrit te geven. Wanneer geen van deze maatregelen is getroffen, geldt de algemene regel. Alle verkeer van rechts, ook fietsers en bromfietsers, heeft dan voorrang. Met deze voorrangswijziging komt een einde aan de uitzonderingspositie die Nederland kreeg tijdens de Tweede We reldoorlog. Omdat er zoveel fietsers in Nederland waren, besloot de Duitse be zetter fietsverkeer uit de voorrangsrege ling te halen. Na de oorlog is deze regel niet teruggedraaid, ondanks de uitzonde ringspositie die Nederland hierdoor innam in Europa. In alle andere landen hebben fietsers van rechts altijd al voor rang gehad. Verder bepaalt het startprogramma dat bromfietsers over het algemeen gebruik zullen moeten maken van de rijbaan. Alleen wanneer dat is aangegeven, mogen bromfietsers gebruik maken van het fietspad. Bergman antwoordde: ,,Ik verwachtte een vervolg op het gesprek van vanmor gen. Maar het is goed". „Dat komt straks ook nog. Je kunt dus ook, achter de deur, de besprekingen vol gen?" ,,Ha", zei Bergman. ,,Nu heb ik het". „Wat heb je?" „Ik heb de oplossing gevonden". „De oplossing... waarvan?" „Van deze raadselachtige ondervraging. Tijs van Hemert is bij u geweest. Het is me nu helemaal duidelijk. Ik word er van beschuldigd geluisterd te hebben toen er vergaderd werd. Daarna heb ik het aan Balder verteld, en toen wilde de vee-arts de varkens niet inenten; en zo maar door. Zo heeft Tijs van Hemert het u, vermoedelijk iets uitvoeri ger, meegedeeld". „Hoe weet je dat?" „Omdat ik hier langer woon dan drie jaar". „En is het zo gegaan als Van Hemert mij vertel de?" „Zo is het niet gegaan". „Hoe dan wel?" „Dat moet u aan Balder vragen". ,,Hoe kan iemand als Balder het te weten komen wat er in de kerkekamer besproken wordt? Iemand zal het hem toch verteld moeten hebben". „En dat moet uitgerekend de koster zijn?" „Wie anders". Bergman lachte smakelijk. „Het is jammer", zei hij, „dat een mens soms niet alles tegelijk kan zien en horen. Anders zou men, na een vergadering van de kerkvoogdij, van het volgende schouwspel kun nen genieten: negen boeren komen laat thuis. Ze komen in de slaapkamer. De boerinnen liggen al in de bedstee. Door het gestommel worden ze wak ker. Terwijl de boeren zich ontkleden, vertellen ze alle negen wat er op de vergadering is besproken. De boerinnen komen half overeind en luisteren. Acht boerinnen zeggen: ,,Is die halve gek van een Tijs van Hemert weer eens bezig geweest, en wat zei de dominee wel?" En de negende boerin zegt: „'t Is weer mooi geweest, Tijs. Kom er nou maar gauw in en houd je mond, ik wil slapen". „Het is niet onvermakelijk en ondertussen heb jij je straatje schoon geveegd". „Daarvoor miste ik twee dingen". „Welke dingen?" „Het straatje en het vuil". Beide mannen zwegen. Dominee Kuilman wist, dat hij voort moest maken, want straks zouden Gijsbert en Rina weer terugkomen. Maar hij wist nog steeds niet goed hoe hij het moest aanpakken; alles wat hij zei stuitte af op de lichte ironie van de koster. Reeds enkele maanden nadat hij in dit dorp predikant was geworden, had hij de koster niet goed kunnen zetten om zijn onafhankelijke hou ding en zijn antwoorden, die zich bewogen tussen bijna hooghartige spot en een kinderlijk-openharti- ge eerlijkheid. En het ergste was geweest, dat hij de grens tussen de spot en de eerlijkheid nooit had kunnen vaststellen. Het laatste half jaar had hij vaak aan de koster moeten denken, en hij had een groeiend respect voor de man in zich waargenomen. Na het gesprek van vanmorgen had hij zijn laatste wantrouwen prijsgegeven. Maar nu was, juist op het goede ogenblik, Tijs van Hemert verschenen, weliswaar een dwaze rekel van een vent, maar die, doordat hij de koster al van jongsaf kende, toch kans had gezien in een uur tijds een grondige verandering aan te brengen in het beeld dat hij zich van Berg man had ontworpen. Het heiligenbeeld was ont luisterd. Dominee Kuilman vroeg: „Mag ik een zeer intie me vraag stellen?" en zonder te wachten zei hij. „Je vrouw was, voor haar huwelijk, in betrekking op Hovenhof. Als jij er niet gekomen was, met wie zou ze dan getrouwd zijn, denk je?" „Niet met Tijs van Hemert, daar had zij te weinig geld en hij te weinig verstand voor". „Ik vroeg niet met wie zij niet, mar met wie zij wel getrouwd zou zijn". De dominee merkte, dat Bergman bleek geworden was en zijn uiterste best deed om zich te beheer sen. „Nu, Bergman, wat antwoord je?" Bergman stond op en nam een zakje tabak van een kastje, dat tegen de muur stond. Terwijl hij zich omkeerde, zei hij: „Ik weet het niet, ik ben niet al wetend. Ik begrijp niet waar u op doelt, en ik wil het zelfs niet begrijpen. Op deze manier praat ik niet over hen, die mij lief zijn - hoort u, dominee? Ik zeg niet: waren, maar zijn. Ik hoopt, dat u mij wèl begrijpt. En mag ik nu enkele vragen stellen?" Hij bleef staan en wachtte op het antwoord, dat de dominee met „Ga je gang" bijna vrolijk gaf. „Dank u", zei Bergman. „Maar ik zal er geen ge bruik van maken. Deed ik dat wel, dan zou ik u kunnen vragen of u vanavond niet te lichtgelovig bent geweest - nee, het is genoeg, ik zeg niets meer; ik zal alleen vragen of u mijn huis wilt ver laten". Met een donkerrood gezicht stond dominee Kuil man op. Bij de deur gekomen, keerde hij zich om en zei tegen Bergman, die weer aan tafel was gaan zitten en rustig zijn pijp stopte: „Dat mensen ver dorven zondaren zijn, is iets waar jij niet aan wilt. Bergman. Maar nu heb ik je in de klem. Vanmor gen nog praatte je vanuit een blanke heiligheid, maar ik weet dat de mogelijkheid er is, dat onze koster achter de deur luisterde; ik weet nu, dat er mensen zijn die menen, dat de koster zijn vrouw niet op eerlijke wijze kreeg; en ik weet zeker, dat de koster zijn predikant het huis uitjaagt. Ha, ha, je moet de mensen eerst maar leren kennen, dan val len ze niet gauw mee". Er klonken voetstappen op het pad naar de voordeur. Toen Gijsbert de deur opende, vertrok dominee Kuilman zonder te groeten. Grijs was de lucht, en grijs was de regen, die kalm en eentonig neerviel op het land. Het vee stond kleumend aan een slootrand; soms hief een koe de kop op en loeide; het geluid klonk ver onder de lage wolken. Maar niemand luisterde er naar. Ook Gijsbert niet, die bezig was de sloten schoon te maken. Eerst had hij een slootrand kaarsrecht afgesneden en nu gooide hij de beugel in het water om de warrige, half-vergane waterplanten op de kant te trekken. In het begin had hij het, als ieder najaar, een mooi werk gevonden om door de grau we landen de zilveren voren te trekken. Als hij het gereedschap liet neerplonzen, spetterde het water hoog en wit op. In geen enkel jaargetijde schitter de het water zo doorzichtig als in de herfst. Maar later in de middag, toen de mist nog dichter werd, zodat hij zelfs het vee niet meer zien kon, trok Gijsbert zonder er bij na te denken het sloot- vuil met korte schokbewegingen op de kant. „Het is de laatste keer", dacht hij, „dat ik de sloten van Welgelegen schoonmaak. Waar zal ik het vol gend jaar hetzelfde werk doen? Op Hovenhof. of ergens anders?" Een week geleden waren Stijntje en Willem ge trouwd. Het meest opwindende van de bruiloft - een bmiloft zonder enige feestelijkheid - was het feit geweest, dat Tijs van Hemert kans had gezien geen tien woorden te zeggen. (wordt vervolgd) /erlovingskaarten Ceboortekaarten Jubileumkaarten Trouwkaanen Visitekaartjes Enveloppen Briefpapier Lange weg 13 3245 KE Sommelsdijk Brociïures Fakturen Postbus 27 3240 AA Middelharnis Boeken Tel. (0187) 4827 29 Fax (0187) 48 57 36 Folders Posters

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1997 | | pagina 5