EIIAtlDEil-niEUWS
Nieuwe Boeken en CD's
ten behoeve van Tongeren'
M
Overdenking
D'n tied van d'n elektriek
uit de
Heilige Schrift
Bijeenkomst
verzorgende beroepen
De blijdschap
van de gelovige
Publicatie van 'De Motte' over Industrieel Erfgoed
VERVOLGVERHAAL
MiMmii
Dam- en Schaakver. 'Dirksland'
Uitslagen van 17 november
Dammen, afdeling 1, beker:
Autobedrijf Jan van Dijk
De elektrificatieplannen hervat
nemen. Straatverlichting
,i^''
Huisjes onder spanning
2e Blad
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1997
No. 6656
Enkele weken geleden werden door
het hele land heen weer de Reforma
tieherdenkingen gehouden. Veelal
gebeurt dat immers op of rond de
datum 31 oktober. Veel van die bijeen
komsten worden georganiseerd door
de Stichting In de Rechte Straat, een
stichting die zich beijvert voor het
getuigend gesprek met Rome. Namens
deze stichting is in België werkzaam
evangelist T. Vanhuysse. De heer Van-
huysse is een gewezen priester die
enige jaren geleden uit gewetensnood
zijn ambt heeft neergelegd, gegrepen
als hij was (en nog is!) door de bood
schap van het evangelie, zoals heront
dekt door de gezegende Reformatie.
Inmiddels vormt zich in Tongeren rond
om zijn persoon en zijn evangelisatie
activiteiten een jonge gemeente. Omdat
de Stichting In de Rechte Straat zich ver
antwoordelijk voelt voor deze gemeente
vorming wordt getracht gelden te verga
ren om deze gemeente van een kerkge
bouw te voorzien. De desbetreffende
plannen bevinden zich in een vergevor
derd stadium. Onder meer het comité
Goeree-Overflakkee spant zich in om aan
deze actie een substantieel aandeel te
leveren; het eilandelijke streefbedrag is f.
50.000 ten behoeve van de bouwkosten.
Diverse recente activiteiten op Goeree-
Overflakkee stonden al in dit teken.
Ongeveer de helft van die halve ton is nu
binnen.
Onlangs bracht de Stichting IRS enkele
speciale uitgaven uit die het werk van de
Stichting, en in het bijzonder van de
kerkbouw te Tongeren, bedoelen te steu
nen. Allereerst wijzen wij u op het vol
gende boek; J.W.N, van Dooijeweert,
Koop maar een kat. De worsteling van
pastoor Van Maasdijk. Paperback.
111 pag. Prijs 14,75. In dit boek ver
telt de heer Van Dooijeweert, directeur/
evangelist van IRS, de bijzondere weg
waarlangs pastoor Van Maasdijk Gods
Woord leerde kennen - tot zijn eeuwige
zegen. Henri van Maasdijk leefde in de
vorige eeuw. Hij was een toegewijd
geestelijke. Maar toen de Heere zijn hart
had aangeraakt, leerde hij pas echt de
waarheid verstaan. Dit boek is samenge
steld op basis van 's mans eigen getuige
nis en van anderen die hem van nabij
hebben gekend. Het bijzondere van dit
Postbus 13] - 6880 AC Velp
boek is dat het zich afspeelt in de directe
omgeving van Tongeren, de plaats waar
evangelist Toon Vanhuysse nu werken
mag. Eveneens is opvallend dat zowel
destijds Van Maasdijk als recenter Van
huysse Gods Woord bij Geesteslicht ging
lezen in de directe omgeving van Bilzen
in Oost-België. Juist dit geschrift is dan
ook uitstekend geschikt om als actieboek
voor de kerkbouw te Tongeren te dienen.
'Koop maar een kat' [de achtergrond van
deze vreemde titel leest u in het boek
zelf!] is geïllustreerd met een tiental
afbeeldingen van de leefomgeving van
pastoor Van Maasdijk.
Een heel andere actie-uitgave is een
tweetal heel instructieve CD-Roms, op
de markt gebracht door uitgeverij Oos-
terbaan Le Cointre te Goes. Deze CD-
Roms laten zich als volgt omschrijven:
CD-Rom 1: Bijbel in Statenvertaling
met zoekprogramma, over te zetten naar
uw document, met mogelijkheid van toe
voeging van eigen aantekeningen. Per
sonen uit de Bijbel. Bijbelse kernwoor
den. Tijdbalken van Richteren en
Koningen. Heidelbergse Catechismus
met alle tekstverwijzingen. Reizen van
Paulus.Prijs/150,-.
CD-Rom 2: Bijbel in Statenvertaling
met heel uitgebreid kanttekeningenpro
gramma. Ongelooflijk veel mogelijkhe
den om te zoeken en over te zetten naar
uw werkdocument. 50.000 trefwoorden
om aan te klikken en verder te zoeken.
Uniek voor eigen bijbelstudie, voorberei
ding van lezing of preek. Prijs 200,-.
De systeemeisen zijn de volgende: Alle
IBM of IBM-compatible PC's met een
draaiende Windowsversie (3.1 of hoger),
een kleurenscherm (resolutie 640 X 480)
en een harddisk met minimaal 4 Mb vrije
schijfruimte, alsmede natuurlijk een CD-
Romspeler. Gebruik van een muis wordt
aanbevolen.
Bestellingen kunnen gericht worden aan
het Comité Goeree-Overflakkee van de
Stichting IRS, p/a de heer A. Moelijker,
Halsjuk 6, 3245 DB Sommelsdijk [tel.
0187 485511].
De nieuwe kerk voor de gemeente in Tongeren
D.V. donderdag 27 november a.s. zal de
eerste bijeenkomst gehouden worden die
georganiseerd wordt door de commissie
verzorgende beroepen regio Goeree-
Overflakkee. De heer L. Terlouw, pasto
raal medewerker van 'Salem' te Ridder
kerk, hoopt dan te spreken over 'Demen
tie, omgang en pastoraat'. De bijeen
komst wordt gehouden in het vereni
gingsgebouw van de Geref. Gemeente in
Dirksland. Aanvang 19.30 uur.
Tijdens deze avond zal er een collecte
worden gehouden ter bestrijding van de
onkosten. Een ieder is van harte welkom.
C. van Prooyen - M. van 't Geloof ...3 - O
J. Stolk - G. SmitsO - 3
H. Keuvelaar - J. Knöps3 - O
C. van Welie - Joh. Wolfert3 - O
Afdeling 2, beker:
C. V. d. Kroon - A. van RossumO - 3
H. de Munck - M. Poortvliet3 - O
W. Nieuwland - J. v. d. Groef3 - O
A. Los - W. StolkO - 3
Schaken:
H. W. A. Knöps - A. van Rossum....O -1
W. de Vos - J. C. de Jongf1 - O
J. Trommel - W. L. KnöpsO - 1
W. Zorge - W. StolkVi - Vi
OFFICIEEL DEALER
Brielle
Slagveld 19
Tel. (0181)413777
Spijkenisse
Kelvinweg 13
Tel. (0181)624900
Honda-dealer voor de Z-Hoilandse eilanden
Eén van de eerste trafohuisjes kort na de bouw
"Gij hebt vreugde in mijn hart
gegeven, meer dan ten tijde als
hun koren en hun most vermenig
vuldigd zijn" (Psalm 4:8)
Hebt u dat ook wel eens? Zo'n voldaan
gevoel als u uw volle boodschappenwa-
gentje ziet, en als u uw volle voorraad
kast thuis inruimt? Iets wat een akker
bouwer herkent wanneer de oogst van
het land is binnengehaald, en de volle
schuren een lust zijn voor het oog. Zeker
wanneer alles een redelijke prijs mag
opbrengen.
Wanneer wij het goed hebben, kunnen
we daar van genieten, ons erover verheu
gen. Iets wat iedereen herkent, mensen
die opgaan in de wereld en mensen die
leven met de Heere.
Maar David spreekt hier ook over een
heel andere vreugde. Dat is een blijd
schap die de wereld niet kent. Dat is het
kostbare geheim van Gods kinderen.
Over aards geluk en weelderige over
vloed weten Davids vijanden mee te pra
ten. Meer nog dan de man naar Gods
hart zelf. Zijn vijanden hebben het goed.
Terwijl David een verdrevene is van huis
en haard.
En toch: De Heere heeft David verder
leren zien. Nee, niet dat het verboden is
van aardse zegeningen te genieten. Ook
dat zijn gaven van de Heere. Maar als het
in ons leven daarbij blijft, is het zo leeg,
zo hol, zo ijdel. We zien David als het
ware denken: "Al had ik nog meer koren
en most dan mijn achtervolgers, al had ik
nog veel meer overvloed, als het zou zijn
zonder de Heere dan was ik niet meer
dan een arme dwaas".
Misschien hebt u het zelf wel eens
gemerkt. Dat het geluk van ons geld zo
tegen valt. Wat hebben we aan al ons
voedsel als we te ziek zijn om te eten?
Wat hebben we aan onze spaarrekening
als we moeten sterven? Voor Gods heili
ge rechterstoel verschijnen?
Iemand zei eens: "Als er eeuwigheids-
licht over ons leven valt, gaat alles er zo
heel anders uitzien".
Wanneer David de overvloed van zijn
vijanden ziet, wordt hij niet jaloers. Nee,
het brengt hem enkel tot verwondering
over die andere rijkdom die hij zelf in
zijn leven heeft ontvangen. Temidden
van zijn zorgen. Hij verheugt zich in de
Heere: "Gij hebt vreugde in mijn hart
gegeven, meer dan ten tijde als hun
koren en hun most vermenigvuldigd
zijn".
Mét Christus hebben we genoeg in de
grootste armoede, maar zonder Christus
is er leegheid in de grootste rijkdom.
Kent u iets van die vreugde in uw hart?
Die blijde verwondering in Christus: Hij
is mij alles geworden?
Omdat de Heere Jezus u van al uw zon
den en schuld heeft bevrijd?
Omdat u zich veilig weet onder Gods
vaderlijke hoede?
Omdat de Heilige Geest u de troost van
Gods beloften doet ervaren?
Dat is niet de vreugde van een 'voor-
spoedsgeloof'. Dat is de blijdschap van
een arme zondaar die alles in zijn
Zaligmaker heeft gevonden.
Vreugde die soms danig onder vuur
genomen wordt. Wanneer Davids vijan
den hem op de hielen zitten. Op wat voor
wijze die bestrijding er ook is. Wanneer
we in financiële zorgen komen. Wanneer
we met ziekte en met lijden geconfron
teerd worden.
Hoe vaak ook niet door eigen schuld.
Door toe te geven aan die zonde. Door
ons in beslag te laten nemen door het
aardse goed. Wanneer we lauw worden
in het geestelijke leven.
Dan moet dat veranderen. Opnieuw
bekering.
Ons uitleveren aan Christus. Opdat het
weer gaat leven: "Gij hebt vteugde in
mijn hart gegeven..." Door te zien op
Christus. Met ogen van het geloof.
Betraand en beschaamd. Als een onwaar
dige. Maar dan toch: zien naar omhoog,
naar Hem, mijn Liefste...
Wat een troost geeft het zien op Christus.
Buiten Hem is er geen leven...
Maar deze Jezus is mijn leven.
Wat een vrede bloeit er dan op in ons
hart. Ja, soms juist wanneer de tegensla
gen ons treffen, juist wanneer we aange
vochten worden, juist op dat ziekbed, op
dat sterfbed-
De vrede van het kruis.
De vreugde van Gods kind.
In kinderlijke overgave zien op de
Gekruisigde.
Misschien wel een halve nacht onrustig
liggen woelen. De slaap niet kuimen vat
ten. Zoveel vragen, zoveel angsten.
"Verhef Gij over mij het licht Uws aan-
schijns, o HEERE!"
Wat een zegen. Wat een genade: "Gij
hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer
dan ten tijde als hun koren en hun most
vermenigvuldigd zijn. Ik zal in vrede te
zamen nederliggen en slapen; want Gij, o
HEERE, alleen zult mij doen zeker
wonen".
O-JBtH
Het werd in de jaren twintig een poos stil
rond de elektrificatieplannen, totdat in
het voorjaar van 1927 de landbouwver-
eniging 'Ons Belang' te Melissant van
zich liet horen. Voorzitter van 'Ons
Belang' was de heer P.D. Sieling, een
man die zich bijzonder inzette voor de
elektrificatie van het eiland. Volgens de
landbouwvereniging was een eigen cen
trale te duur. De voorkeur ging uit naar
het afnemen van elektriciteit van het
Elektriciteitsbedrijf 'Voorne en Putten'
of van het Elektriciteitsbedrijf Dordrecht.
Hiertoe moesten kabels door het Haring
vliet worden gelegd, waarvoor op 22
maart 1927 aan de Minister van Waters
taat om vergunning werd verzocht. Ver
der gaf de heer Sieling op 28 maart
opdracht aan het adviesbureau Nagtglas
Versteeg tot het ontwerpen van een plan
voor de voorziening van West-Flakkee
en Goeree van elektriciteit, dit keer niet
met een eigen centrale, maar door voe-
dingskabels door het Haringvliet. In mei
was het plan gereed en werd aan de
betreffende gemeenten toegezonden.
Inmiddels liet ook de Elektriciteitscom
missie weer van zich horen. Zij verstrek
ten opdracht aan het adviesbureau
Boom-Biezeveld te Haarlem om een der
gelijk plan op te stellen. Dit Bureau stel
de voor een eigen centrale te stichten in
Dirksland en het kantoorgebouw te vesti
gen in Middelhamis. Waarom een eigen
centrale: 'Immers het leggen van water-
kabels door het Haringvliet zal niet
alleen met hoge aanlegkosten gepaard
gaan, doch de bedrijfszekerheid met der
gelijke hoogspanningsverbindingen
weegt in de verste verte niet op tegen die
van een goed ingerichte, moderne eigen
centrale met stroomvermogen.' Als
bedrijfsvorm werd de voorkeur gegeven
aan een Naamloze Vennootschap met de
gemeenten als aandeelhoudsters. Beide
rapporten werden naar de provincie
gestuurd. In Den Haag was men een
groot voorstander van elektrificatie, maar
men vond het wel te veel van het goede
dat twee partijen zich met deze kwestie
bezighielden. Er werd voorgesteld om de
heer Sieling toe te voegen aan de Elektri
citeitscommissie. Aldus geschiedde.
De plannen gingen nu serieuze vormen
aannemen en het werd tijd om beslissin
gen te nemen. Daartoe was de vergade
ring van 5 april 1928 van groot belang.
Hierbij waren naast de Elektriciteitscom
missie ook aanwezig twee leden van
Gedeputeerde Staten, de provinciaal
adviseur en burgemeester en wethouders
van alle gemeenten. Het rapport Boom
werd hier nader besproken. De provinci
aal adviseur was geen voorstander van
een eigen centrale. De commissie, met
uitzondering van twee leden, wilden wèl
een eigen centrale. Uiteindelijk deelde
het provinciebestuur enkele weken later
mede, dat zij geen vergunning zouden
verlenen voor een eigen centrale.
Nu er enige duidelijkheid was, werden
het GEB Dordrecht en het GEB Rotter
dam uitgenodigd een aanbieding te doen
voor de levering van elektriciteit aan het
eiland. Bureau Boom-Biezeveld kreeg
opdracht een definitief plan op te stellen
voor de oprichting van een elektriciteits
bedrijf. Op 28 maart 1929 verscheen dit
uitgebreide rapport. Omstreeks april
1929 besloten de gemeenteraden van
West-Flakkee en Goeree daadwerkelijk
over te gaan tot elektrificatie en een
gemeenschappelijk elektriciteitsbedrijf te
stichten in de vorm van een Naamloze
Vennootschap: de N.V. Elektriciteits
maatschappij Goeree-Overflakkee
(EMGO) was een feit. Het Adviesbureau
stelde voor over te gaan tot inkoop van
elektriciteit volgens het zogenaamde
engros-stelsel. Aangezien dat Rotterdam
alleen een aanbieding had gedaan vol
gens het concessiestelsel, werd besloten
in zee te gaan met het GEB Dordrecht.
En zo werden er twee hoogspanningska
bels door het Haringvliet, aansluitende
op het hoogspanningsnet in de Hoekse
\Vaard, gelegd. In april 1930 werd startte
men met het leggen van de kabels en het
bouwen van de transformatorstations. De
totale aanlegkosten van de hoog- en
laagspanningsnetten werden begroot op
640.000,-. Reeds op 2 oktober 1930
kon de elektriciteitslevering in alle
gemeenten gelijktijdig een aanvang
De aandeelhoudende gemeenten maakten
goede reclame voor 'hun' bedrijf, daar
over te gaan op elektrische straatverlich
ting. Dirksland was hierop een uitzonde
ring, daar vond de overschakeling van
gas naar elektrische straatverlichting
eerst in 1950 plaats. De eerste elektrische
straatverlichting bestond uit eenvoudige
ijzeren masten, voorzien van gloeilamp
armaturen. In de crisisjaren (jaren dertig)
gingen diverse gemeenten, door bezuini
gingen gedwongen, over tot inkrimping
van de straatverlichting, maar in 1939
brandden alle lantaarns weer. Straatver
lichting is steeds aan veranderingen
onderhevig. In de afgelopen decennia
hebben dan ook diverse typen straatlan
taarns langs onze straten en wegen
gestaan. Regelmatig worden de 'verou
derde' lantaarnpalen vervangen door
nieuwe (modernere) exemplaren. Oude
lantaarnpalen zijn hierdoor een zeld
zaamheid geworden. Een bijzondere lan-
taampaal staat op het Zweosplein te Her
kingen. Deze paal annex bankje dateert
zo te zien nog uit de jaren vijftig/zestig.
Lantaarnpaal Zweosplein te Herkingen
De aanwezigheid van elektriciteit in de
openbare ruimte wordt onder meer dui
delijk door de straatverlichting en de tra
fohuisjes; buiten het dorp veelal door
hoogspanningsmasten. Bij de komst van
de EMGO werden 13 transformatorsta
tions (trafohuisjes) gebouwd. Hierin
werd de hogere spanning omgezet in
220/380 Volt voor het dagelijks gebruik.
Deze witte huisjes waren voorzien van
een tentdakje. Later zijn deze dakjes ver
wijderd en werden ze voorzien van een
plat dak. De huisjes hebben een zeer
functioneel uiterlijk. Inmiddels loopt het
aantal trafo's op het eiland in de honder
den. De meeste van de eerste 13 trafo
huisjes staan er nog. Ze zijn danwei niet
uitgedost met fraai metselwerk en andere
sierlijke detailleringen. Toch zijn ze ook
zonder tentdakje, door hun heldere een
voud en strakke vormgeving, gebouwtjes
waarvan een bepaalde bekoring uitgaat.
Dit in tegenstelling tot de latere, met
name na 1960, geplaatste trafo's.
Jan Both - bestuurslid van 'De Motte'
-12-
De mannen zouden wel op hem letten.
Zij vertrouwde hem niet meer de laatste
tijd. Dat was begonnen op die vreemde
middag in mei. Ze wist het nu zeker, dat
hij elke dag opnieuw op Rina loerde. En
het meisje scheen het niet te merken.
Maar voor haar bleef het niet verborgen.
Ze zag het aan de manier waarop hij naar
Rina keek. Hij bleef soms uren om haar
heen draaien en hij trachtte, met heel zijn vreselij
ke onhandigheid, haar al het zware werk uit de
handen te nemen. Ze moest Rina waarschuwen
voor het te laat was.
Maar nu waren zij in het land en zij behoefde niet
op Hannes te letten. Langzaam voelde ze de rust in
zich neerdalen, soms aarzelde haar hand boven het
werk, haar hoofd knikte. Dankbaar stond ze op,
trok de zwarte sok van haar hand en borg het stop
werk weg. Ze ging door de keuken en zocht de
slaapkamer op.
Ze zaten in de keuken te eten. Vroeger dan ze ver
wacht hadden, waren ze met twee voeren hooi
thuisgekomen. Vóór het melken nog was er een
wagen gelost.
Toen ze klaar waren met eten, zei Bergman: „Er
staan nog twee voer op het land. Als de lucht sterk
was, zou ik zeggen, dat komt morgen wel goed.
Maar ik geloof, Idat er vannacht onweer komt en
wie weet wanneer we het hooi dan binnen kunnen
halen. Als we vlug het laatste voer lossen, moesten
we de rest ook maar binnenhalen vanavond".
Hannes keek Bergman aan. Hij begreep niet alles
wat er gezegd werd. Even meende hij echter te
kunnen begrijpen, dat ze opnieuw naar het land
zouden gaan. Hij ging mee. Hij stond maar vast op
en ging naar buiten. Want als hij niet maakte dat
hij er bij was, zouden ze hem vergeten. Als Rina
meeging, zou hij wel zorgen ook op de wagen te
komen.
Van Bemmel knikte bedachtzaam. „Het wordt wel
een lange dag, maar het is veel waard als je hooi
goed binnenkomt. Als jullie er niet tegen opzien,
moesten we het maar doen".
Ze dankten en gingen naar buiten. Ze klommen op
de nog volle hooiwagen. Rina ging de berg in, Van
Bemmel ook en Bergman bleef op de wagen staan.
Hij gooide het touw los, liet de boom zakken en
begon het hooi op te steken. De boer wierp het
hooi midden in de berg en Rina spreidde het uit
langs de kanten.
Hannes zat achter op de lege wagen het zware
werk aan te zien. Hij keek schuin omhoog en zag
Rina bezig met de hooivork en hij lachte zacht
voor zich heen. Hij wist er geen naam voor te vin
den wat hem de laatste maanden beroerde. Het
was nooit tot hem doorgedrongen, dat hij anders
was dan andere mensen, dat hij veel minder werk
te en alles erg langzaam deed. Wel had hij, nog
niet zo lang geleden, er een ogenblik over nage
dacht, dat het vreemd was dat Rina alles zó kon
zeggen, dat hij het begreep. Soms begreep hij wat
zij wilde voor zij iets had gezegd.
Hij speelde met de hooizaadjes, die op de bodem
van de wagen lagen, zonder ze duidelijk te zien.
Hij was niet verbaasd over de gevoelens, die zijn
hart bestormden, nu al maanden lang. Hij voelde
zich gelukkig en bijna volkomen tevreden. Rina.
Zijn vochtige lippen iets vaneen geweken, staarde
hij doodstil voor zich heen. Hij zag geen kleuren
en geen vormen, hij hoorde niet het zoete, late
gefluit van de merel, er was alleen een helderheid
en die helderheid groeide en steeg en omgaf de
boerderij en de hooiberg en de wagen waarin hij
zat, die helderheid doordrong hem en hij wist, dat,
als hij met Rina zou zijn, zonder moeder die hem
altijd naliep en afloerde, hij dan in een staat zou
verkeren van enkel zachtheid; dan zou een leven
beginnen van... er waren geen woorden. Hij lag
nu op zijn knieën, het hoofd gebogen. Hij zag haar
voorhoofd, haar ogen, die donker waren en haar
mond en plotseling sprong hij van de wagen vlak
voor de voeten van zijn moeder, die hem al een
paar maal geroepen had wat hij daar toch uitvoer
de, maar die hij niet had gehoord. Ze deed hevig
geschrokken van de wilde, onverwachte beweging
een stap achteruit, en slofte toen weer naar binnen.
„Het leek net of hij me boos aankeek", dacht ze.
Hannes greep een hark en begon zo fors het bij de
wagen neergevallen hooi bijeen te schuiven, dat de
hark er van kraakte.
Ze reden wat later het land in en zagen hoe in de
zuiderlucht een donkerblauwe wolkenbank steeds
hoger klom. Toen ze in het hooiland kwamen,
greep Van Bemmel een handvol hooi en hij genoot
van de kruidige geur. Zo zou het hooi in de berg
komen, sterk en voedzaam, onbedorven door de
regen. Die wetenschap gaf de vermoeide lichamen
kracht om aan het late werk te beginnen.
Het begon al donker te worden toen het paard,
zwaar in het tuig hangend, de twee vrachten voort-
zeulde in de richting van de boerderij. Bergman
liep naast het paard en Van Bemmel hield de dis
sel van de tweede wagen vast. Hannes zat tussen
het hooi ineengedoken. Voor hem schonkelde een
volgeladen wagen, en daar liep zijn vader. Meer
was er niet te zien; het werd donker. Achter zijn
rug moest een vreselijke lucht zijn, waar hij bang
voor was, maar het hooi beschermde hem. En Rina
was er bij. Ze liep achter de wagens aan. Waarom
kwam ze niet hier? Hier zou ze veilig zijn voor de
dreigende lucht. Er mocht niets met haar gebeuren.
Hij dacht niet meer aan zichzelf, hij werd bang om
Rina. Waarom kwam ze nu niet? Er was gevaar,
hij voelde het. „Die koeien weten het", dacht hij,
„die staan bij de sloten, die willen naar huis. Ik wil
ook naar huis, maar Rina is er niet".
Hij begon zich steeds onrustiger te gedragen. Hij
mompelde in zichzelf, duwde zich dieper weg in
het hooi, trok een paar lokken uit het voer en
spreidde die uit over zijn knieën. Maar het hielp
niet. Hij liet zich voorzichtig van de wagen glijden
en gaf zijn vader, die hem vroeg wat hij ging doen,
geen antwoord. Hij moest Rina halen, dat was toch
duidelijk. Zij mocht daar niet alleen blijven, zo
dicht bij die donkere lucht. Hij ging wat op zij
staan en liet de wagen voorbij schonkelen. Geluk
kig, ze was er nog, ze liep vlak achter de wagen.
Maar de lucht achter haar was zwart. O, daar was
het al, daar laag aan de horizon vlamde even een
blauwig licht. Hij wist wel, dat er gevaar was, hij
wilde dat licht niet zien, en zij mocht het ook niet
zien. Met een paar onregelmatige stappen was hij
bij haar.
Rina schrok niet toen ze hem zo onverwacht naar
zich toe zag komen. Ze kende zijn hevige angst
voor onweer. Hoe vaak had vrouw Van Bemmel
niet gezegd, dat Hannes uren eerder dan een ge
woon mens wist, dat er zwaar weer op til was. Hij
kwam zeker bescherming zoeken.
„Zo, Hannes", zei ze opgewekt. „Kom je bij me
lopen, dat is goed".
Hij bromde een onverstaanbaar woord. Ze moest
mee, tussen de twee wagens in, ze moesten dicht
naast elkaar zitten, weggedoken in het hooi, dan
zou er niets gebeuren. Hier mocht ze niet blijven
lopen. Daar was het weer; hij zag, tegen het hooi
op de voor hen rijdende wagen, de blauwe gloed
schemeren.
„Pas op", zei hij, „kom mee".
Maar zij bleef rustig doorlopen, ze begreep zeker
niets van het gevaar. Doch hij zou haar brengen
waar het veilig was. (wordt vervolgd)