EIIAtlDEil-niEUWS Nieuwe Boeken en CD's ten behoeve van Tongeren' M Overdenking D'n tied van d'n elektriek uit de Heilige Schrift Bijeenkomst verzorgende beroepen De blijdschap van de gelovige Publicatie van 'De Motte' over Industrieel Erfgoed VERVOLGVERHAAL MiMmii Dam- en Schaakver. 'Dirksland' Uitslagen van 17 november Dammen, afdeling 1, beker: Autobedrijf Jan van Dijk De elektrificatieplannen hervat nemen. Straatverlichting ,i^'' Huisjes onder spanning 2e Blad VRIJDAG 21 NOVEMBER 1997 No. 6656 Enkele weken geleden werden door het hele land heen weer de Reforma tieherdenkingen gehouden. Veelal gebeurt dat immers op of rond de datum 31 oktober. Veel van die bijeen komsten worden georganiseerd door de Stichting In de Rechte Straat, een stichting die zich beijvert voor het getuigend gesprek met Rome. Namens deze stichting is in België werkzaam evangelist T. Vanhuysse. De heer Van- huysse is een gewezen priester die enige jaren geleden uit gewetensnood zijn ambt heeft neergelegd, gegrepen als hij was (en nog is!) door de bood schap van het evangelie, zoals heront dekt door de gezegende Reformatie. Inmiddels vormt zich in Tongeren rond om zijn persoon en zijn evangelisatie activiteiten een jonge gemeente. Omdat de Stichting In de Rechte Straat zich ver antwoordelijk voelt voor deze gemeente vorming wordt getracht gelden te verga ren om deze gemeente van een kerkge bouw te voorzien. De desbetreffende plannen bevinden zich in een vergevor derd stadium. Onder meer het comité Goeree-Overflakkee spant zich in om aan deze actie een substantieel aandeel te leveren; het eilandelijke streefbedrag is f. 50.000 ten behoeve van de bouwkosten. Diverse recente activiteiten op Goeree- Overflakkee stonden al in dit teken. Ongeveer de helft van die halve ton is nu binnen. Onlangs bracht de Stichting IRS enkele speciale uitgaven uit die het werk van de Stichting, en in het bijzonder van de kerkbouw te Tongeren, bedoelen te steu nen. Allereerst wijzen wij u op het vol gende boek; J.W.N, van Dooijeweert, Koop maar een kat. De worsteling van pastoor Van Maasdijk. Paperback. 111 pag. Prijs 14,75. In dit boek ver telt de heer Van Dooijeweert, directeur/ evangelist van IRS, de bijzondere weg waarlangs pastoor Van Maasdijk Gods Woord leerde kennen - tot zijn eeuwige zegen. Henri van Maasdijk leefde in de vorige eeuw. Hij was een toegewijd geestelijke. Maar toen de Heere zijn hart had aangeraakt, leerde hij pas echt de waarheid verstaan. Dit boek is samenge steld op basis van 's mans eigen getuige nis en van anderen die hem van nabij hebben gekend. Het bijzondere van dit Postbus 13] - 6880 AC Velp boek is dat het zich afspeelt in de directe omgeving van Tongeren, de plaats waar evangelist Toon Vanhuysse nu werken mag. Eveneens is opvallend dat zowel destijds Van Maasdijk als recenter Van huysse Gods Woord bij Geesteslicht ging lezen in de directe omgeving van Bilzen in Oost-België. Juist dit geschrift is dan ook uitstekend geschikt om als actieboek voor de kerkbouw te Tongeren te dienen. 'Koop maar een kat' [de achtergrond van deze vreemde titel leest u in het boek zelf!] is geïllustreerd met een tiental afbeeldingen van de leefomgeving van pastoor Van Maasdijk. Een heel andere actie-uitgave is een tweetal heel instructieve CD-Roms, op de markt gebracht door uitgeverij Oos- terbaan Le Cointre te Goes. Deze CD- Roms laten zich als volgt omschrijven: CD-Rom 1: Bijbel in Statenvertaling met zoekprogramma, over te zetten naar uw document, met mogelijkheid van toe voeging van eigen aantekeningen. Per sonen uit de Bijbel. Bijbelse kernwoor den. Tijdbalken van Richteren en Koningen. Heidelbergse Catechismus met alle tekstverwijzingen. Reizen van Paulus.Prijs/150,-. CD-Rom 2: Bijbel in Statenvertaling met heel uitgebreid kanttekeningenpro gramma. Ongelooflijk veel mogelijkhe den om te zoeken en over te zetten naar uw werkdocument. 50.000 trefwoorden om aan te klikken en verder te zoeken. Uniek voor eigen bijbelstudie, voorberei ding van lezing of preek. Prijs 200,-. De systeemeisen zijn de volgende: Alle IBM of IBM-compatible PC's met een draaiende Windowsversie (3.1 of hoger), een kleurenscherm (resolutie 640 X 480) en een harddisk met minimaal 4 Mb vrije schijfruimte, alsmede natuurlijk een CD- Romspeler. Gebruik van een muis wordt aanbevolen. Bestellingen kunnen gericht worden aan het Comité Goeree-Overflakkee van de Stichting IRS, p/a de heer A. Moelijker, Halsjuk 6, 3245 DB Sommelsdijk [tel. 0187 485511]. De nieuwe kerk voor de gemeente in Tongeren D.V. donderdag 27 november a.s. zal de eerste bijeenkomst gehouden worden die georganiseerd wordt door de commissie verzorgende beroepen regio Goeree- Overflakkee. De heer L. Terlouw, pasto raal medewerker van 'Salem' te Ridder kerk, hoopt dan te spreken over 'Demen tie, omgang en pastoraat'. De bijeen komst wordt gehouden in het vereni gingsgebouw van de Geref. Gemeente in Dirksland. Aanvang 19.30 uur. Tijdens deze avond zal er een collecte worden gehouden ter bestrijding van de onkosten. Een ieder is van harte welkom. C. van Prooyen - M. van 't Geloof ...3 - O J. Stolk - G. SmitsO - 3 H. Keuvelaar - J. Knöps3 - O C. van Welie - Joh. Wolfert3 - O Afdeling 2, beker: C. V. d. Kroon - A. van RossumO - 3 H. de Munck - M. Poortvliet3 - O W. Nieuwland - J. v. d. Groef3 - O A. Los - W. StolkO - 3 Schaken: H. W. A. Knöps - A. van Rossum....O -1 W. de Vos - J. C. de Jongf1 - O J. Trommel - W. L. KnöpsO - 1 W. Zorge - W. StolkVi - Vi OFFICIEEL DEALER Brielle Slagveld 19 Tel. (0181)413777 Spijkenisse Kelvinweg 13 Tel. (0181)624900 Honda-dealer voor de Z-Hoilandse eilanden Eén van de eerste trafohuisjes kort na de bouw "Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en hun most vermenig vuldigd zijn" (Psalm 4:8) Hebt u dat ook wel eens? Zo'n voldaan gevoel als u uw volle boodschappenwa- gentje ziet, en als u uw volle voorraad kast thuis inruimt? Iets wat een akker bouwer herkent wanneer de oogst van het land is binnengehaald, en de volle schuren een lust zijn voor het oog. Zeker wanneer alles een redelijke prijs mag opbrengen. Wanneer wij het goed hebben, kunnen we daar van genieten, ons erover verheu gen. Iets wat iedereen herkent, mensen die opgaan in de wereld en mensen die leven met de Heere. Maar David spreekt hier ook over een heel andere vreugde. Dat is een blijd schap die de wereld niet kent. Dat is het kostbare geheim van Gods kinderen. Over aards geluk en weelderige over vloed weten Davids vijanden mee te pra ten. Meer nog dan de man naar Gods hart zelf. Zijn vijanden hebben het goed. Terwijl David een verdrevene is van huis en haard. En toch: De Heere heeft David verder leren zien. Nee, niet dat het verboden is van aardse zegeningen te genieten. Ook dat zijn gaven van de Heere. Maar als het in ons leven daarbij blijft, is het zo leeg, zo hol, zo ijdel. We zien David als het ware denken: "Al had ik nog meer koren en most dan mijn achtervolgers, al had ik nog veel meer overvloed, als het zou zijn zonder de Heere dan was ik niet meer dan een arme dwaas". Misschien hebt u het zelf wel eens gemerkt. Dat het geluk van ons geld zo tegen valt. Wat hebben we aan al ons voedsel als we te ziek zijn om te eten? Wat hebben we aan onze spaarrekening als we moeten sterven? Voor Gods heili ge rechterstoel verschijnen? Iemand zei eens: "Als er eeuwigheids- licht over ons leven valt, gaat alles er zo heel anders uitzien". Wanneer David de overvloed van zijn vijanden ziet, wordt hij niet jaloers. Nee, het brengt hem enkel tot verwondering over die andere rijkdom die hij zelf in zijn leven heeft ontvangen. Temidden van zijn zorgen. Hij verheugt zich in de Heere: "Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en hun most vermenigvuldigd zijn". Mét Christus hebben we genoeg in de grootste armoede, maar zonder Christus is er leegheid in de grootste rijkdom. Kent u iets van die vreugde in uw hart? Die blijde verwondering in Christus: Hij is mij alles geworden? Omdat de Heere Jezus u van al uw zon den en schuld heeft bevrijd? Omdat u zich veilig weet onder Gods vaderlijke hoede? Omdat de Heilige Geest u de troost van Gods beloften doet ervaren? Dat is niet de vreugde van een 'voor- spoedsgeloof'. Dat is de blijdschap van een arme zondaar die alles in zijn Zaligmaker heeft gevonden. Vreugde die soms danig onder vuur genomen wordt. Wanneer Davids vijan den hem op de hielen zitten. Op wat voor wijze die bestrijding er ook is. Wanneer we in financiële zorgen komen. Wanneer we met ziekte en met lijden geconfron teerd worden. Hoe vaak ook niet door eigen schuld. Door toe te geven aan die zonde. Door ons in beslag te laten nemen door het aardse goed. Wanneer we lauw worden in het geestelijke leven. Dan moet dat veranderen. Opnieuw bekering. Ons uitleveren aan Christus. Opdat het weer gaat leven: "Gij hebt vteugde in mijn hart gegeven..." Door te zien op Christus. Met ogen van het geloof. Betraand en beschaamd. Als een onwaar dige. Maar dan toch: zien naar omhoog, naar Hem, mijn Liefste... Wat een troost geeft het zien op Christus. Buiten Hem is er geen leven... Maar deze Jezus is mijn leven. Wat een vrede bloeit er dan op in ons hart. Ja, soms juist wanneer de tegensla gen ons treffen, juist wanneer we aange vochten worden, juist op dat ziekbed, op dat sterfbed- De vrede van het kruis. De vreugde van Gods kind. In kinderlijke overgave zien op de Gekruisigde. Misschien wel een halve nacht onrustig liggen woelen. De slaap niet kuimen vat ten. Zoveel vragen, zoveel angsten. "Verhef Gij over mij het licht Uws aan- schijns, o HEERE!" Wat een zegen. Wat een genade: "Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en hun most vermenigvuldigd zijn. Ik zal in vrede te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE, alleen zult mij doen zeker wonen". O-JBtH Het werd in de jaren twintig een poos stil rond de elektrificatieplannen, totdat in het voorjaar van 1927 de landbouwver- eniging 'Ons Belang' te Melissant van zich liet horen. Voorzitter van 'Ons Belang' was de heer P.D. Sieling, een man die zich bijzonder inzette voor de elektrificatie van het eiland. Volgens de landbouwvereniging was een eigen cen trale te duur. De voorkeur ging uit naar het afnemen van elektriciteit van het Elektriciteitsbedrijf 'Voorne en Putten' of van het Elektriciteitsbedrijf Dordrecht. Hiertoe moesten kabels door het Haring vliet worden gelegd, waarvoor op 22 maart 1927 aan de Minister van Waters taat om vergunning werd verzocht. Ver der gaf de heer Sieling op 28 maart opdracht aan het adviesbureau Nagtglas Versteeg tot het ontwerpen van een plan voor de voorziening van West-Flakkee en Goeree van elektriciteit, dit keer niet met een eigen centrale, maar door voe- dingskabels door het Haringvliet. In mei was het plan gereed en werd aan de betreffende gemeenten toegezonden. Inmiddels liet ook de Elektriciteitscom missie weer van zich horen. Zij verstrek ten opdracht aan het adviesbureau Boom-Biezeveld te Haarlem om een der gelijk plan op te stellen. Dit Bureau stel de voor een eigen centrale te stichten in Dirksland en het kantoorgebouw te vesti gen in Middelhamis. Waarom een eigen centrale: 'Immers het leggen van water- kabels door het Haringvliet zal niet alleen met hoge aanlegkosten gepaard gaan, doch de bedrijfszekerheid met der gelijke hoogspanningsverbindingen weegt in de verste verte niet op tegen die van een goed ingerichte, moderne eigen centrale met stroomvermogen.' Als bedrijfsvorm werd de voorkeur gegeven aan een Naamloze Vennootschap met de gemeenten als aandeelhoudsters. Beide rapporten werden naar de provincie gestuurd. In Den Haag was men een groot voorstander van elektrificatie, maar men vond het wel te veel van het goede dat twee partijen zich met deze kwestie bezighielden. Er werd voorgesteld om de heer Sieling toe te voegen aan de Elektri citeitscommissie. Aldus geschiedde. De plannen gingen nu serieuze vormen aannemen en het werd tijd om beslissin gen te nemen. Daartoe was de vergade ring van 5 april 1928 van groot belang. Hierbij waren naast de Elektriciteitscom missie ook aanwezig twee leden van Gedeputeerde Staten, de provinciaal adviseur en burgemeester en wethouders van alle gemeenten. Het rapport Boom werd hier nader besproken. De provinci aal adviseur was geen voorstander van een eigen centrale. De commissie, met uitzondering van twee leden, wilden wèl een eigen centrale. Uiteindelijk deelde het provinciebestuur enkele weken later mede, dat zij geen vergunning zouden verlenen voor een eigen centrale. Nu er enige duidelijkheid was, werden het GEB Dordrecht en het GEB Rotter dam uitgenodigd een aanbieding te doen voor de levering van elektriciteit aan het eiland. Bureau Boom-Biezeveld kreeg opdracht een definitief plan op te stellen voor de oprichting van een elektriciteits bedrijf. Op 28 maart 1929 verscheen dit uitgebreide rapport. Omstreeks april 1929 besloten de gemeenteraden van West-Flakkee en Goeree daadwerkelijk over te gaan tot elektrificatie en een gemeenschappelijk elektriciteitsbedrijf te stichten in de vorm van een Naamloze Vennootschap: de N.V. Elektriciteits maatschappij Goeree-Overflakkee (EMGO) was een feit. Het Adviesbureau stelde voor over te gaan tot inkoop van elektriciteit volgens het zogenaamde engros-stelsel. Aangezien dat Rotterdam alleen een aanbieding had gedaan vol gens het concessiestelsel, werd besloten in zee te gaan met het GEB Dordrecht. En zo werden er twee hoogspanningska bels door het Haringvliet, aansluitende op het hoogspanningsnet in de Hoekse \Vaard, gelegd. In april 1930 werd startte men met het leggen van de kabels en het bouwen van de transformatorstations. De totale aanlegkosten van de hoog- en laagspanningsnetten werden begroot op 640.000,-. Reeds op 2 oktober 1930 kon de elektriciteitslevering in alle gemeenten gelijktijdig een aanvang De aandeelhoudende gemeenten maakten goede reclame voor 'hun' bedrijf, daar over te gaan op elektrische straatverlich ting. Dirksland was hierop een uitzonde ring, daar vond de overschakeling van gas naar elektrische straatverlichting eerst in 1950 plaats. De eerste elektrische straatverlichting bestond uit eenvoudige ijzeren masten, voorzien van gloeilamp armaturen. In de crisisjaren (jaren dertig) gingen diverse gemeenten, door bezuini gingen gedwongen, over tot inkrimping van de straatverlichting, maar in 1939 brandden alle lantaarns weer. Straatver lichting is steeds aan veranderingen onderhevig. In de afgelopen decennia hebben dan ook diverse typen straatlan taarns langs onze straten en wegen gestaan. Regelmatig worden de 'verou derde' lantaarnpalen vervangen door nieuwe (modernere) exemplaren. Oude lantaarnpalen zijn hierdoor een zeld zaamheid geworden. Een bijzondere lan- taampaal staat op het Zweosplein te Her kingen. Deze paal annex bankje dateert zo te zien nog uit de jaren vijftig/zestig. Lantaarnpaal Zweosplein te Herkingen De aanwezigheid van elektriciteit in de openbare ruimte wordt onder meer dui delijk door de straatverlichting en de tra fohuisjes; buiten het dorp veelal door hoogspanningsmasten. Bij de komst van de EMGO werden 13 transformatorsta tions (trafohuisjes) gebouwd. Hierin werd de hogere spanning omgezet in 220/380 Volt voor het dagelijks gebruik. Deze witte huisjes waren voorzien van een tentdakje. Later zijn deze dakjes ver wijderd en werden ze voorzien van een plat dak. De huisjes hebben een zeer functioneel uiterlijk. Inmiddels loopt het aantal trafo's op het eiland in de honder den. De meeste van de eerste 13 trafo huisjes staan er nog. Ze zijn danwei niet uitgedost met fraai metselwerk en andere sierlijke detailleringen. Toch zijn ze ook zonder tentdakje, door hun heldere een voud en strakke vormgeving, gebouwtjes waarvan een bepaalde bekoring uitgaat. Dit in tegenstelling tot de latere, met name na 1960, geplaatste trafo's. Jan Both - bestuurslid van 'De Motte' -12- De mannen zouden wel op hem letten. Zij vertrouwde hem niet meer de laatste tijd. Dat was begonnen op die vreemde middag in mei. Ze wist het nu zeker, dat hij elke dag opnieuw op Rina loerde. En het meisje scheen het niet te merken. Maar voor haar bleef het niet verborgen. Ze zag het aan de manier waarop hij naar Rina keek. Hij bleef soms uren om haar heen draaien en hij trachtte, met heel zijn vreselij ke onhandigheid, haar al het zware werk uit de handen te nemen. Ze moest Rina waarschuwen voor het te laat was. Maar nu waren zij in het land en zij behoefde niet op Hannes te letten. Langzaam voelde ze de rust in zich neerdalen, soms aarzelde haar hand boven het werk, haar hoofd knikte. Dankbaar stond ze op, trok de zwarte sok van haar hand en borg het stop werk weg. Ze ging door de keuken en zocht de slaapkamer op. Ze zaten in de keuken te eten. Vroeger dan ze ver wacht hadden, waren ze met twee voeren hooi thuisgekomen. Vóór het melken nog was er een wagen gelost. Toen ze klaar waren met eten, zei Bergman: „Er staan nog twee voer op het land. Als de lucht sterk was, zou ik zeggen, dat komt morgen wel goed. Maar ik geloof, Idat er vannacht onweer komt en wie weet wanneer we het hooi dan binnen kunnen halen. Als we vlug het laatste voer lossen, moesten we de rest ook maar binnenhalen vanavond". Hannes keek Bergman aan. Hij begreep niet alles wat er gezegd werd. Even meende hij echter te kunnen begrijpen, dat ze opnieuw naar het land zouden gaan. Hij ging mee. Hij stond maar vast op en ging naar buiten. Want als hij niet maakte dat hij er bij was, zouden ze hem vergeten. Als Rina meeging, zou hij wel zorgen ook op de wagen te komen. Van Bemmel knikte bedachtzaam. „Het wordt wel een lange dag, maar het is veel waard als je hooi goed binnenkomt. Als jullie er niet tegen opzien, moesten we het maar doen". Ze dankten en gingen naar buiten. Ze klommen op de nog volle hooiwagen. Rina ging de berg in, Van Bemmel ook en Bergman bleef op de wagen staan. Hij gooide het touw los, liet de boom zakken en begon het hooi op te steken. De boer wierp het hooi midden in de berg en Rina spreidde het uit langs de kanten. Hannes zat achter op de lege wagen het zware werk aan te zien. Hij keek schuin omhoog en zag Rina bezig met de hooivork en hij lachte zacht voor zich heen. Hij wist er geen naam voor te vin den wat hem de laatste maanden beroerde. Het was nooit tot hem doorgedrongen, dat hij anders was dan andere mensen, dat hij veel minder werk te en alles erg langzaam deed. Wel had hij, nog niet zo lang geleden, er een ogenblik over nage dacht, dat het vreemd was dat Rina alles zó kon zeggen, dat hij het begreep. Soms begreep hij wat zij wilde voor zij iets had gezegd. Hij speelde met de hooizaadjes, die op de bodem van de wagen lagen, zonder ze duidelijk te zien. Hij was niet verbaasd over de gevoelens, die zijn hart bestormden, nu al maanden lang. Hij voelde zich gelukkig en bijna volkomen tevreden. Rina. Zijn vochtige lippen iets vaneen geweken, staarde hij doodstil voor zich heen. Hij zag geen kleuren en geen vormen, hij hoorde niet het zoete, late gefluit van de merel, er was alleen een helderheid en die helderheid groeide en steeg en omgaf de boerderij en de hooiberg en de wagen waarin hij zat, die helderheid doordrong hem en hij wist, dat, als hij met Rina zou zijn, zonder moeder die hem altijd naliep en afloerde, hij dan in een staat zou verkeren van enkel zachtheid; dan zou een leven beginnen van... er waren geen woorden. Hij lag nu op zijn knieën, het hoofd gebogen. Hij zag haar voorhoofd, haar ogen, die donker waren en haar mond en plotseling sprong hij van de wagen vlak voor de voeten van zijn moeder, die hem al een paar maal geroepen had wat hij daar toch uitvoer de, maar die hij niet had gehoord. Ze deed hevig geschrokken van de wilde, onverwachte beweging een stap achteruit, en slofte toen weer naar binnen. „Het leek net of hij me boos aankeek", dacht ze. Hannes greep een hark en begon zo fors het bij de wagen neergevallen hooi bijeen te schuiven, dat de hark er van kraakte. Ze reden wat later het land in en zagen hoe in de zuiderlucht een donkerblauwe wolkenbank steeds hoger klom. Toen ze in het hooiland kwamen, greep Van Bemmel een handvol hooi en hij genoot van de kruidige geur. Zo zou het hooi in de berg komen, sterk en voedzaam, onbedorven door de regen. Die wetenschap gaf de vermoeide lichamen kracht om aan het late werk te beginnen. Het begon al donker te worden toen het paard, zwaar in het tuig hangend, de twee vrachten voort- zeulde in de richting van de boerderij. Bergman liep naast het paard en Van Bemmel hield de dis sel van de tweede wagen vast. Hannes zat tussen het hooi ineengedoken. Voor hem schonkelde een volgeladen wagen, en daar liep zijn vader. Meer was er niet te zien; het werd donker. Achter zijn rug moest een vreselijke lucht zijn, waar hij bang voor was, maar het hooi beschermde hem. En Rina was er bij. Ze liep achter de wagens aan. Waarom kwam ze niet hier? Hier zou ze veilig zijn voor de dreigende lucht. Er mocht niets met haar gebeuren. Hij dacht niet meer aan zichzelf, hij werd bang om Rina. Waarom kwam ze nu niet? Er was gevaar, hij voelde het. „Die koeien weten het", dacht hij, „die staan bij de sloten, die willen naar huis. Ik wil ook naar huis, maar Rina is er niet". Hij begon zich steeds onrustiger te gedragen. Hij mompelde in zichzelf, duwde zich dieper weg in het hooi, trok een paar lokken uit het voer en spreidde die uit over zijn knieën. Maar het hielp niet. Hij liet zich voorzichtig van de wagen glijden en gaf zijn vader, die hem vroeg wat hij ging doen, geen antwoord. Hij moest Rina halen, dat was toch duidelijk. Zij mocht daar niet alleen blijven, zo dicht bij die donkere lucht. Hij ging wat op zij staan en liet de wagen voorbij schonkelen. Geluk kig, ze was er nog, ze liep vlak achter de wagen. Maar de lucht achter haar was zwart. O, daar was het al, daar laag aan de horizon vlamde even een blauwig licht. Hij wist wel, dat er gevaar was, hij wilde dat licht niet zien, en zij mocht het ook niet zien. Met een paar onregelmatige stappen was hij bij haar. Rina schrok niet toen ze hem zo onverwacht naar zich toe zag komen. Ze kende zijn hevige angst voor onweer. Hoe vaak had vrouw Van Bemmel niet gezegd, dat Hannes uren eerder dan een ge woon mens wist, dat er zwaar weer op til was. Hij kwam zeker bescherming zoeken. „Zo, Hannes", zei ze opgewekt. „Kom je bij me lopen, dat is goed". Hij bromde een onverstaanbaar woord. Ze moest mee, tussen de twee wagens in, ze moesten dicht naast elkaar zitten, weggedoken in het hooi, dan zou er niets gebeuren. Hier mocht ze niet blijven lopen. Daar was het weer; hij zag, tegen het hooi op de voor hen rijdende wagen, de blauwe gloed schemeren. „Pas op", zei hij, „kom mee". Maar zij bleef rustig doorlopen, ze begreep zeker niets van het gevaar. Doch hij zou haar brengen waar het veilig was. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1997 | | pagina 3