EIUVtlDEII-tllEUWS
Inzamelen goederen
Overdenking
Loslopend hert
Wintersport
voor beginners
uit de
Heilige Schrift
Boeldiandel Vroegindeweij
en Gemeensciiapsbibliotheel(
verzorgen een literaire avond
Rommelmarkt
'De Goede Ree'
HET
,KIjk VENSTER
AN\
Luthers strijd tegen
satans aanvechtingen
2e Blad
VRIJDAG 31 OKTOBER 1997
No. 6650
Blik op kerk -j?
en samenleving Cj
- Evangelisatie
- Hoe het (niet) moet
- Beschamend
Zending en evangelisatie hoeven niet zo
nodig, 't Is maar dat u het weet, dan kunt
u het collectegeld voor deze doeleinden
beter voor andere, nuttiger zaken reser
veren. Jouw weg aanprijzen aan een
ander, dat is immers maar ordinaire ge-
lijkhebberij? Het is bovendien ook niet
nodig, want alle godsdiensten hebben
een venster op de hemel.
Deze en dergelijke klanken waren te
horen, zondagmiddag (sic!) tijdens een
ontmoeting van het Hervormd Evangeli-
satorisch Beraad, dat 25 jaar bestaat, en
het Gereformeerd Missionair werk, dat al
een halve eeuw heeft volgemaakt. Dat
moest samen gevierd worden met een
pittig debat over het nut en de methode
van evangelisatiewerk. En daarbij waren
onder andere uitgenodigd Aleid Schilder,
die New-Age-ideeën aanhangt en uit
draagt; Abdus Sattar als vertegenwoordi
ger van de Islam in ons land; Bram Gran-
dia, IKON-pastor, en de orthodoxe rab
bijn Lody van de Kamp. Ze deden alle
maal hun zegje over de boodschap, of
die überhaupt moet worden gebracht, en
zo ja, hoe dat moet gebeuren.
Dat is er dus overgebleven van de groot
se gedachten van na de oorlog over het
apostolaat. De kerken moesten toen hun
bijdrage leveren aan de herkerstening
van de Nederlandse samenleving. In de
Kerkorde van de Nederlandse Hervorm
de Kerk werd het apostolaat zelfs vóór
het belijden gesteld. Dat gaf intern grote
problemen, onder andere met de Gere
formeerde Bond die de omgekeerde
volgorde voorstond. Nu, nog geen halve
eeuw later, weten de kerken niet goed
raad meer met hun eigen boodschap. De
organisator van de conferentie, de Ge
reformeerde dominee Piet Schelling, zei
het niet nodig te vinden dat christenen
aan anderen vertellen Wie Jezus voor
hen is, want dat vindt hij 'uit de hoogte'.
De kerk moet natuurlijk haar bijdrage
leveren aan de maatschappelijke discus
sie. Daarover waren de aanwezigen het
wel unaniem eens. Over het armoedede-
bat, zoals dat gevoerd wordt sinds de ge
ruchtmakende uitlatingen van bisschop
Muskens, en over het tentenkamp voor
asielzoekers heerst kerkbreed overeen
stemming. Maar zodra de enige Naam
tot zaligheid aan de orde komt, dan gaan
de wegen uiteen. Als je die Naam ver
kondigt, dat komt te opdringerig over.
Onlangs is de brochure 'Levensbelang
rijke vragen' in alle 6 miljoen Neder
landse brievenbussen gevallen. Daarin
werd tenminste de boodschap van het
Evangelie helder en duidelijk verwoord
- hoewel er op détailpunten natuurlijk
altijd kritische opmerkingen te maken
zijn. Maar voor deze actie, die uitging
van de 'Ondergrondse Kerk', hadden de
kerken weinig goede woorden over. Hoe
het dan wèl moet? Daarop blijven ze ook
het antwoord schuldig.
Naar aanleiding van genoemde brochure
kwam het Reformatorisch Dagblad met
een bijlage over Evangelisatie. Wat mij
opviel was dat woordvoerders van de
uiterste rechterzijde (Ger. Gem. in Ned.
of Oud Ger. Gem.) van mening waren
dat buitenkerkelijken eigenlijk wel
moesten worden benaderd met het Evan
gelie, maar omdat in het evangelisatie
werk de boodschap zo vaak wordt aange
past, daarom waren zij er nog maar niet
aan begonnen... Dat is natuurlijk óók
een opvatting.
Wat we nu zien gebeuren is dat de uiter
sten elkaar raken. Rechts weet niet hoe
het moet, en doet het daarom maar niet.
Links vindt dat het eigenlijk nieteens
moet...
Beschamend dat een jood op bovenge
noemde conferentie - rabbi Van de
Kamp - tegen Hervormden en Gerefor
meerden moest zeggen: „Zolang jullie
Mattheus 28 serieus nemen (Gaat dan
heen, onderwijst alle volken...) moet je
zending bedrijven, tot het einde der tij
den". Waarnemer
Gaat u maar rustig
slapen. Wij verhuizen
uw meubelen als eieren.
flakkee verhuizingen b.v.
Oost Europa werkgroep 'Middelharnis'
Het transport waar we jl. 4 oktober voor
hebben ingezameld is donderdag 9 okto
ber richting Roemenië vertrokken en
mocht veilig op de bestemde plaats aan
komen en zo weer vele mensen blij ma
ken, veel is er weer meegegaan zoals:
Bijbels, kinderbijbels, kleding, dekens,
fietsen, rolstoelen, kinderwagens, school
materiaal enz.
Dankzij u mocht dit weer gebeuren, maar
we hopen door te gaan met hulp verle
nen, er is weer plaats voor allerlei goede
ren en we doen weer een beroep op u of
u ons wilt blijven helpen, zodat dit werk
door mag blijven gaan.
Zaterdag 1 november is er weer inzame
len van 9.30 tot 11.30 uur bij Dijkers en
Pijl, Kon. Julianaweg te Middelharnis.
Mocht u uw spullen zelf niet kunnen
brengen, belt u gerust tel. 486377 en we
maken een afspraak om het op te komen
halen.
U kunt en mag ons ook financieel steu
nen, ook daar zijn we erg blij mee. Rabo
bank nr. 34.20.07.408.
Oost Europa werkgroep 'Middelharnis'
SOMMELSDIJK - De politie van het
district De Eilanden heeft dinsdagmorgen
de handen vol gehad aan het vangen van
een loslopend hert, omdat het dier voor
problemen met het verkeer zou kunnen
zorgen. De eerste njelding kwam vanuit
Nieuwe Tonge, daarna vanuit de wijk in
Sommelsdijk. Het hert werd opgespoord,
waarna met gebruikmaking van een ver
dovingsgeweer geprobeerd werd het dier
te vangen. In plaats van een verdoving,
leek het erop dat het beest meer energie
kreeg, want het ging er opnieuw vandoor.
Na enige tijd werd het weer gesignaleerd,
waarna een achtervolging te voet werd
ingesteld. Een politieman kon de achter
poten van het dier grijpen, maar moest na
enige wilde trappen van het dier loslaten.
Pas in de middaguren lukte het uiteinde
lijk met een dubbel verdovingsschot het
dier te vangen. Het loopt nu veilig in de
kinderboerderij.
agentschap
Wanneer in de bergen de eerste sneeuw
valt, is het weer zover. Dan maken zowat
een miljoen Nederlanders zich op voor
de jaarlijkse wintersportvakantie. Ze
kennen de weldaad van één of twee
weken er helemaal uit zijn, ver weg van
de dagelijkse routine en stress. De grau
we winterdagen in Nederland maken
plaats voor gezonde berglucht en een
flinke portie sneeuw en zon. Een ieder
beleeft de winterspot op zijn eigen
manier: met skiën, snowboarden, lang
laufen of een heerlijke wandeling door
de sneeuw. En de ontspanning heeft,
ondanks alle inspanning, de overhand.
Als u voor 't eerst plannen voor een
sneeuwvakantie hebt zult u veel plezier
hebben aan de ledenwijzer 'Wintersport
voor beginners', die een beknopte hand
leiding is voor de debuterende winter
sporter. Dankzij de informatie en nuttige
tips komt u goed voorbereid aan de start
van uw eerste winterspotvakantie.
Een citaat uit deze ledenwijzer:
„Het is onverstandig om direct na aan
komst te gaan wintersporten. Na de reis
is het beter eerst even aan de hoogte te
wennen. De ijle lucht vraagt toch wat
meer inspanning. Gebruik de eerste uren
om alles aan te trekken. Probeer het ski-
pak uit, trek de skischoenen aan en stap
eens in de skibinding. En dan iets over
de beruchte 'derde dag'. Als winterspor
ter hoor je daar vaak over praten. Is het
waar dat op deze dag de meeste been
breuken en ongelukken voorkomen of is
het een fabeltje? De eerste dag voelt de
skiër zich meestal erg fit, soms zelfs fit
ter dan normaal. Waarschijnlijk komt dat
door de prikkelende berglucht en het
heerlijke vakantiegevoel. Maar na twee
dagen van intensief bewegen raken de
brandstoffen op en begint men de ver
moeidheid te merken. Het gevolg is dat
de ski's niet meer willen en er menige
valpartij volgt. De statistieken tonen aan
dat er op de derde dag meer ongelukken
gebeuren dan op andere dagen. Met de
juiste verdeling van de krachten en voor
al een goede voeding blijft u op het juiste
spoor". Zo bestaat de ledenwijzer uit
ruim 30 pagina's vol tips en wetenswaar
digheden.
De 'Wintersport voor beginners' is, evenals
vele andere ledenwijzers over de winterspot
(zoals: 'Wintersport in de VS en Canada',
'Wintersport in Oost Europa', 'Aankoop en
onderhoud skimateriaal', 'Snowboarden'
en informatie over de bekende wintersport
gebieden) voor ANWB-leden gratis ver
krijgbaar, o.a. bij VVV/ANWB Overflak-
kee. Kade 9, Middelhamis.
Op 31 oktober 1517 sloeg Maarten
Luther zijn bekende 95 stellingen aan de
deur van de slotkapel te Wittenberg.
Vandaag mogen we dat feit herdenken.
God heeft de monnik Luther gebruikt om
tal van misstanden aan de orde te stellen
en om de Bijbel voor ons te openen.
Rechtvaardig
Na veel strijd en aanvechting heeft
Luther God leren kennen. Toen werd
duidelijk wat het betekende dat God Zijn
Zoon Jezus Christus gezonden had. Dit
is de rechtvaardigheid Gods, dat Hij Zijn
Zoon de straf heeft laten ondergaan die
wij mensen verdienen. Hoe is er dan ver
lossing en bevrijding? Door het geloof in
deze Zoon van God. Toen brak voor
Luther het licht door en vond hij de
zekerheid van het heil in Christus.
Voor Luther betekende deze zekerheid
niet een gearriveerdheid, want hij was
ervan overtuigd dat de satan aanvallen
doet op Gods kinderen. Zelf heeft hij
veel aanvechting en strijd meegemaakt
en was meer dan eens heel depressief.
Dat zal voor een deel met zijn karakter
en zijn opvoeding te maken hebben
gehad. Maar in veel aanvechtingen zag
Luther de satan aan het werk, die het
werk Gods probeert verdacht te maken
en af te breken. Depressiviteit en moede
loosheid zorgen ervoor dat we God niet
meer vertrouwen.
Raadgevingen
Maar hoe doen we dat tegen zo'n mach
tige tegenstander? Hierin willen we bij
Luther in de leer gaan.
1. Blijf niet alleen, maar zoek gezel
schap van anderen. Een eenzaam
mens gaat veel eerder piekeren.
2. Richt je gedachten op iets fijns en
moois. Oefen jezelf hierin.
3. Blijf niet tobben en piekeren, maar ga
aan het werk. 'Een goede manier om
de duivel te verdrijven is het paard
inspannen en mest naar het land rij
den'.
4. Ga muziek maken en zingen tot eer van
God. 'Wanneer wij psalmen en geeste
lijke liederen zingen, of de Bijbel
lezen, zal satan van ons vluchten of
anders schroeit hij zijn vleugels'.
5. Roepen tot God. In zijn preken over
het boek Jona schrijft Luther: 'Daar
zien we, dat we voor alle dingen naar
God moeten vluchten en tot Hem roe
pen. Daar hangt alles vanaf, dat we
roepen en schreeuwen om Hem. Kunt
u roepen en schreeuwen, dan is het
ergste geleden. Maar niemand kan
geloven, hoe moeilijk dat is. Want het
boze geweten en de zonde knijpen
ons de keel toe, de zekerheid dat God
toornig is. Roep de Heere aan in uw
angst en u zult ruimte krijgen. Alleen
maar roepen en niets anders.'
6. We moeten in de Bijbel nagaan wat
God beloofd heeft. In zulk lezen,
nazeggen en overdenken is de Heilige
Geest aanwezig en geeft Hij steeds
meer licht en inzicht. Het is een ster
ke hulp tegen de duivel, tegen de
wereld, het vlees en alle boze gedach
ten wanneer men met Gods Woord
omgaat.
7. Het gebed waarin God aan Zijn belof
ten herinnerd wordt. Het gebed dat
aan God Zijn Woord teruggeeft. Zo
heeft Luther gebeden: 'Gij hebt
gezegd dat u mij helpen wilt. Uw
woorden geloof ik. Daarop verlaat ik
mij en daarbij wil ik blijven, wat er
ook gebeurt. Ach mijn God en Heer,
ik heb een vrolijk en troostrijk woord
van U gehoord, daaraan hang ik. U
zult tegenover mij niet tot leugenaar
worden, dat weet ik. U kunt U houden
zoals U wilt, maar wat U beloofd
hebt, dat zult U volbrengen, dat en
niets anders.'
8. Luther had in het bijzonder 's nachts
last van de aanvechtingen van de dui
vel. Hij wendde zich dan tot zijn
vrouw Kathe en zei: 'Vrouw, verbied
me zulke aanvechtingen te hebben en
roep me weg van dat ellendig
geplaag'. Luther sprak zelf ook de
duivel aan en zei: 'Duivel, ik moet nu
slapen, want dat is Gods gebod: over
dag werken en 's nachts slapen. Ga
dus weg!'
Als hij dan nog niet ophield en Luther
zijn zonden voorhield, zei Luther: 'Ik heb
het hele register gehoord en ik heb nog
meer zonden gedaan, maar het bloed van
Jezus Christus reinigt van alle zonden!
Rouwkleding
Zo heeft Luther zijn theologie in de prak
tijk gebracht. Luther was geen man bij
wie het allemaal alleen maar theorie was.
In aanvechting en strijd heeft hij geleerd
wat hij aan zijn God had. Daarom kun
nen we zoveel van hem leren als wij bes
treden en aangevochten worden.
Eigenlijk kunnen we het hiermee samen
vatten: Bedenk toch Wie God is in Zijn
Zoon Jezus Christus. Wij verliezen dat
zo gemakkelijk uit het oog. Dat is bij
Luther ook wel gebeurd. Hij wist het met
zijn verstand, maar hij had er zo weinig
troost van.
Gelukkig had hij een verstandige vrouw.
Kathe trok eens zwarte kleding aan. Op
de verwonderde vraag van Luther waar
om ze rouwkleding aantrok, was het ant
woord: 'Je gedraagt je alsof God gestor
ven is. Je doet alsof God niet meer leeft.
Daarom draag ik rouwkleding.' Dit trof
Luther diep. Ineens besefte hij het weer:
God is niet dood.
We hebben een levende God, ook al
ervaar ik Hem niet. Ook al lijkt Hij de
afwezige God, Hij weet van mij af. Zo
ging hij getroost zijn weg.
Vandaag herdenken we de Refonnatie.
Herdenken betekent: zien hoe God
Luther gebruikte. En het betekent: hem
navolgen in het vertrouwen op God.
Navolgen in de strijd tegen het kwade.
'Een vaste burcht is onze God, een toe
vlucht voor de Zijnen.'
M.J. Paul
Op donderdag 27 november komt
de auteur Jan Brokken naar de
Gemeenschapsbibliotheek te Mid
delharnis om te vertellen over zijn
werk. Jan Brokken werd in 1949
geboren te Leiden. Zijn jeugd
bracht hij door te Rhoon waar zijn
vader Nederlands Hervormd pre
dikant was.
Rond zijn zestiende jaar raakte Jan Brok
ken onder de indruk van de Zweedse ci
neast Ingmar Bergman en wilde hij naar
de Filmacademie te Amsterdam. Zijn
ouders wilden deze studie echter finan
cieel niet ondersteunen en Jan Brokken
ging in 1967 naar de School voor Jour
nalistiek te Utrecht. Vervolgens studeer
de hi jenkele jaren politieke wetenschap
pen te Bordeaux.
Weer in Nederland trad hij als journalist
in dienst van het dagblad Trouw. In 1975
stapte Brokken over naar de Haagse Post.
Voor dit blad maakte hij onder andere
portretten van tal van Nederlandse en
buitenlandse schrijvers en musici (later
gebundeld in Het volle literaire leven.
Schrijven en Met musici).
Als schrijver debuteerde Brokken met
verhalen in het literaire tijdschrift Maat
staf. In 1984 verscheen zijn eerste ro
man. De provincie. In 1986 werd hij full
time schrijver. Voor de verhalenbundel
De zee van vroeger ontving hij in 1988
de Lucy B. en de C. W. van der Hoogt-
prijs.
In De provincie keert de hoofdpersoon
terug naar zijn geboorteplaats (een plaats
op een Zuidhollands eiland), dat door de
gesloten dorpsgemeenschap en de stren
ge protestantse geloofsbeleving een be
nauwde indruk maakt. De reden voor zijn
terugkeer is de moord op een jeugd
vriendin van de hoofdpersoon. De pro
vincie werd in 1991 verfilmd, met Thom
Hoffman en Pierre Bokma in de hoofd
rollen.
Net als in De provincie probeert de
hoofdpersoon in De zee van vroeger zich
aan de wurgende banden van zijn jeugd
te ontworstelen.
De roman Zaza en de president speelt in
West-Afrika. Andere boeken die in Afri
ka spelen zijn het dagboek De moorde
naar van Ouagadougou en De regenvo-
gel. In De regenvogel wisselt Brokken
het verslag van zijn eigen ervaringen af
met dat van vroegere reizigers. Deze drie
'Afrikaanse' boeken werden wisselend
besproken.
Persreacties op De regenvogel: 'Dit is
een meesterwerk. Knap van constructie,
spannend en informatief. Het ideale lite
raire reisboek' (Boudewijn Buch).
In 1992 verscheen Goedenavond, mrs.
Rhys, waarin de schrijver zijn fascinatie
voor de schrijfster Jean Rhys en haar
laatste roman Wide Sargasso Sea onder
woorden brengt. Brokken onderzocht de
achtergronden van deze roman, die op
het eiland Dominica speelt.
Martien Kappers (VN) noemt deze ro
man 'boeiend en informatief', maar vindt
de nadrukkelijke aanwezigheid van de
auteur in zijn verhaal te constructief.
In 1993 verschenen de verhalenbundel
Vulkanen vanaf zee en de bundel literaire
interviews en reportages Spiegels, die
door Carel Peeters (VN) zeer lovend
werd besproken. In 1995 verscheen de
lijvige roman De blinde passagiers, die al
snel in de HP-de Tijd top-10 terecht
kwam. Begin november zal zijn nieuwste
boek De laatste kampioen verschijnen.
De lezing, die door Boekhandel Vroegin
deweij en de Gemeenschapsbibliotheek
gezamenlijk wordt georganiseerd, vindt
plaats in de Gemeenschapsbibliotheek,
Kerkepad II te Middelhamis en begint
om 20.00 uur.
De boekhandel zal aanwezig zijn met
boeken van Jan Brokken zodat geïnteres
seerden een exemplaar kunnen laten sig
neren door de schrijver. Kaartjes a 7,50
kunt u afhalen bij de bibliotheek en bij
Boekhandel Vroegindeweij.
Tijdens de bazar van 'De Goede Ree', 21
en 22 november aanstaande wordt er een
grote rommelmarkt georganiseerd.
Voor deze rommelmarkt zoeken wij nog
bruikbare spullen.
U kunt deze spullen afgeven bij de recep
tie van 'De Goede Ree' of bellen naar
tel.(0187)484510.
-6~
Wat was dat nu? Stapte ze daar van haar
fiets af? Zou ze een lekke band hebben?
Nee, nee, er was iets anders aan de hand!
Ze praatte met iemand! Hij moest oppas
sen en een stapje teruggaan tussen de
struiken, anders zouden ze hem kunnen
zien. Natuurlijk, wie kon het anders zijn!
Het was Gijsbert, die een praatje met
haar maakte. Was hij daarom tegenwoor
dig zo vroeg aan de Achterdijk! Het viel toch ook
niet mee om geheimen geheim te houden.
Was dat wel zoals het hoorde om een paar jonge
mensen af te loeren? Hij had wel iets weg van Tijs
van Hemert, en die gedachte was niet bepaald vlei
end voor zijn zelfgevoel. Maar... Tijs van Hemert
of niet, hier moest hij toch eerst het zijne van heb
ben.
Gijsbert deed een stap naar Rina. Ze stonden nu
vlak bij elkaar; hij sloeg zijn arm om haar heen, de
fiets viel, maar dat was blijkbaar geen bezwaar, zij
gebruikte haar vrijgekomen hand om zijn omar
ming te beantwoorden. Maar nu scheen ze toch te
schrikken, ze pakte haar fiets en reed snel verder.
En Gijsbert wipte over het hek en pakte luid flui
tend een melkemmer.
Barend Versloot stak de Achterdijk over en ging
zijn land in.
„Hoor zo'n jongen blij zijn", zuchtte hij in verwar
ring. ,,Dat ik nooit in mijn leven zo heb kunnen
fluiten. Nee, nee, ik wil niet opstandig worden.
Waarom denk ik altijd zulke dingen als ik het ge
luk van anderen zie?"
Hij sloeg een spantouw om al de poten van een
koe en dacht: Zouden Katrien en Hein al iets
weten van Gijsbert en Rina?"
Een nieuwe zomerdag was begonnen.
Ze zaten met zijn drieën in de kamer van de
kosterswoning: Bergman, Rina en Gijsbert.
Het raam stond wijd open en tussen de
bloeiende struiken door zagen ze hoe de oude
kerkmuren licht werden gekleurd door de wonder
lijke schijn van de late, lage zon.
„Het is een prachtige voorzomer", zei Bergman.
„Het komt goed uit, dat ik morgen weer met mijn
werk mag gaan beginnen, nu de hooibouw voor de
deur staat".
Gijsbert knikte en zei: „Dat betekent dus, dat ik
vanavond voor het laatst op ziekenbezoek ben ge
weest".
Zowel Bergman als Rina keken hem verrast aan,
omdat hij zo sterk de nadruk op 'zieken' had ge
legd, en beiden begrepen ze zijn bedoeling. Rina
stond op om koffie in te schenken. Ze probeerde
Gijsberts aandacht te trekken, maar hij luisterde
naar Bergman, die zei: „Als ik je goed begrijp, be
doel je, datje evengoed op bezoek wilt blijven ko
men, ook al ben ik beter. Ik waardeer het erg als
iemand mijn gezelschap zoekt".
Slechts even was er een kleine schittering in zijn
ogen, maar Gijsbert had het toch gemerkt. Zou hij
nu toch nog naar zijn woorden moeten zoeken?
„Nee, koster", dacht hij, „je mag nog zo snel zijn
met je mond, je vangt me niet". Hij antwoordde
vlug: „Ik zou hier graag blijven komen, al moet ik
u teleurstellen, want het is niet alleen voor u".
„Natuurlijk vind ik het goed", zei Bergman. „Al
begrijp ik dan nu, dat je ziekenbezoeken niet hele
maal zuiver waren".
Gijsbert lachte, maar toen hij naar Rina keek, zag
hij, dat zij niet meelachte. Later in de avond, toen
Bergman al naar bed was gegaan, en de zware
schemering in de kamer alleen gebroken werd
door het lichtje onder de koffiepot, zaten Rina en
Gijsbert zacht met elkaar te praten.
„Is er iets, Rina?"
„Nee, wat zou er zijn? Waarom vraag je dat?"
„Omdat je zo stil bent, de hele avond al. Het is of
je over iets nadenkt. Je houdt toch van me?"
Ze zweeg.
„Waarom zeg je nu niets?"
Ze haalde de schouders op en toen zei ze: Waar
om vroeg je aan vader of het goed was dat je bleef
komen?"
„Had ik dat dan niet moeten vragen?"
„Och", zei ze, „ik weet niet. Heb je het er al eens
met je moeder over gehad?"
„Nee".
Waarom niet?"
„Ik begrijp niet waarom je dat vraagt. Ben je daar
om zo stil geweest?"
„Je geeft geen antwoord op wat ik vroeg".
Toen was hij het die zweeg.
„Het is tijd voor je om naar huis te gaan. Er moet
morgen weer gewerkt worden".
„Je bent bedroefd", zei hij. „En ik weet niet waar
om. Ik zal gaan, maar ik kom morgenavond weer".
„Nee, het is beter van niet. Het is niet zo erg, we
kunnen nog zeggen, dat het toch ziekenbezoeken
waren".
Door de warme, donkere, zomeravond reed hij
langzaam naar huis. Hij voelde zich diep ongeluk
kig. Hij klemde de tanden opeen en zocht in zijn
gedachten naar de fout die hij gemaakt had. Hij
had haar lief, zij met haar donkere ogen, waarbo
ven zich zo wonderlijk en verleidelijk de wenk-
brauwbogen welfden. Er was bitterheid in hem,
teleurstelling en verlangen. Een sterker verlangen
dan hij ooit gekend had. „Ik wil haar hebben, zij
hoort bij mij, ik houd van haar, zij is lief, nog deze
avond was ze lief. En toen werd ze stil en vroeg,
waarom ik het nog niet aan mijn moeder vertelde.
Waarom heb ik er eigenlijk nog niet met moeder
over gepraat?"
Hij schrok toen hij zichzelf deze vraag stelde. Hij
had het nog niet aangedurfd er met zijn moeder
over te spreken. Want hij wist nu, dat zij het niet
zou goedkeuren. Hij hoorde haar reeds overredend
praten om dat uit zijn hoofd te stellen. Hoe zou je
een flinke boer kunnen worden als een vrouw niets
inbracht? Hij kende de bezwaren van buiten, zo
vaak had hij ze genoemd. Zou ze dat gedaan heb
ben om hem te onderwijzen?
Rina had gelijk. Hij meende het niet ernstig met
haar als hij er met zijn moeder niet over sprak.
Rina kende de mensen van het dorp goed; ze wist,
dat zijn vader het hen niet moeilijk zou maken.
Morgenochtend zou hij het aan zijn moeder vertel
len en morgenavond ging hij weer naar Rina toe.
Of zou ze dit gebruikt hebben om van hem af te
komen? Hoe meer hij hieraan dacht, hoe dieper hij
er van overtuigd raakte, dat dit laatste de waarheid
was, en hoe meer hij er naar verlangde weer bij
haar te zijn, haar stem te horen, haar ogen te zien,
die wonderlijke ogen, die mooier waren dan iets
anders op de wereld.
Hij naderde de boerderij en zag tussen de bomen
door, dat er niet alleen in de keuken, maar ook in
de kamer, waar vader en moeder sliepen, nog licht
brandde. Zou er iets gebeurd zijn? Anders lagen ze
allemaal reeds op bed als hij om deze tijd thuis
kwam. Behalve dan wanneer Willem van Hemert
op bezoek was bij Stijntje. Maar die waren ook
wel tevreden met een lichtje onder de koffie. Doch
nu brandden de grote lampen, terwijl de luiken
niet gesloten waren.
Hij gooide zijn fiets tegen de klamp hooi, die van
het vorige jaar was overgebleven, en juist toen hij
naar binnen wilde gaan, werd de deur opengetrok
ken. Stijntje kwam naar buiten: „O, Goddank dat
je er bent. Wil jij de luiken even sluiten? Het is
niets goed met moeder". (wordt vervolgd)
m'^
-'fBlKENDE Middelhamis Hellevoetsluis Zierikzee Oud-Beijerland
VFPHIMTH» Tel. (0187)482188 Tel. (0181)320016 Tel. (0111)413163 Tel. (0186) 613624