EIUVtlDEII-tllEUWS Inzamelen goederen Overdenking Loslopend hert Wintersport voor beginners uit de Heilige Schrift Boeldiandel Vroegindeweij en Gemeensciiapsbibliotheel( verzorgen een literaire avond Rommelmarkt 'De Goede Ree' HET ,KIjk VENSTER AN\ Luthers strijd tegen satans aanvechtingen 2e Blad VRIJDAG 31 OKTOBER 1997 No. 6650 Blik op kerk -j? en samenleving Cj - Evangelisatie - Hoe het (niet) moet - Beschamend Zending en evangelisatie hoeven niet zo nodig, 't Is maar dat u het weet, dan kunt u het collectegeld voor deze doeleinden beter voor andere, nuttiger zaken reser veren. Jouw weg aanprijzen aan een ander, dat is immers maar ordinaire ge- lijkhebberij? Het is bovendien ook niet nodig, want alle godsdiensten hebben een venster op de hemel. Deze en dergelijke klanken waren te horen, zondagmiddag (sic!) tijdens een ontmoeting van het Hervormd Evangeli- satorisch Beraad, dat 25 jaar bestaat, en het Gereformeerd Missionair werk, dat al een halve eeuw heeft volgemaakt. Dat moest samen gevierd worden met een pittig debat over het nut en de methode van evangelisatiewerk. En daarbij waren onder andere uitgenodigd Aleid Schilder, die New-Age-ideeën aanhangt en uit draagt; Abdus Sattar als vertegenwoordi ger van de Islam in ons land; Bram Gran- dia, IKON-pastor, en de orthodoxe rab bijn Lody van de Kamp. Ze deden alle maal hun zegje over de boodschap, of die überhaupt moet worden gebracht, en zo ja, hoe dat moet gebeuren. Dat is er dus overgebleven van de groot se gedachten van na de oorlog over het apostolaat. De kerken moesten toen hun bijdrage leveren aan de herkerstening van de Nederlandse samenleving. In de Kerkorde van de Nederlandse Hervorm de Kerk werd het apostolaat zelfs vóór het belijden gesteld. Dat gaf intern grote problemen, onder andere met de Gere formeerde Bond die de omgekeerde volgorde voorstond. Nu, nog geen halve eeuw later, weten de kerken niet goed raad meer met hun eigen boodschap. De organisator van de conferentie, de Ge reformeerde dominee Piet Schelling, zei het niet nodig te vinden dat christenen aan anderen vertellen Wie Jezus voor hen is, want dat vindt hij 'uit de hoogte'. De kerk moet natuurlijk haar bijdrage leveren aan de maatschappelijke discus sie. Daarover waren de aanwezigen het wel unaniem eens. Over het armoedede- bat, zoals dat gevoerd wordt sinds de ge ruchtmakende uitlatingen van bisschop Muskens, en over het tentenkamp voor asielzoekers heerst kerkbreed overeen stemming. Maar zodra de enige Naam tot zaligheid aan de orde komt, dan gaan de wegen uiteen. Als je die Naam ver kondigt, dat komt te opdringerig over. Onlangs is de brochure 'Levensbelang rijke vragen' in alle 6 miljoen Neder landse brievenbussen gevallen. Daarin werd tenminste de boodschap van het Evangelie helder en duidelijk verwoord - hoewel er op détailpunten natuurlijk altijd kritische opmerkingen te maken zijn. Maar voor deze actie, die uitging van de 'Ondergrondse Kerk', hadden de kerken weinig goede woorden over. Hoe het dan wèl moet? Daarop blijven ze ook het antwoord schuldig. Naar aanleiding van genoemde brochure kwam het Reformatorisch Dagblad met een bijlage over Evangelisatie. Wat mij opviel was dat woordvoerders van de uiterste rechterzijde (Ger. Gem. in Ned. of Oud Ger. Gem.) van mening waren dat buitenkerkelijken eigenlijk wel moesten worden benaderd met het Evan gelie, maar omdat in het evangelisatie werk de boodschap zo vaak wordt aange past, daarom waren zij er nog maar niet aan begonnen... Dat is natuurlijk óók een opvatting. Wat we nu zien gebeuren is dat de uiter sten elkaar raken. Rechts weet niet hoe het moet, en doet het daarom maar niet. Links vindt dat het eigenlijk nieteens moet... Beschamend dat een jood op bovenge noemde conferentie - rabbi Van de Kamp - tegen Hervormden en Gerefor meerden moest zeggen: „Zolang jullie Mattheus 28 serieus nemen (Gaat dan heen, onderwijst alle volken...) moet je zending bedrijven, tot het einde der tij den". Waarnemer Gaat u maar rustig slapen. Wij verhuizen uw meubelen als eieren. flakkee verhuizingen b.v. Oost Europa werkgroep 'Middelharnis' Het transport waar we jl. 4 oktober voor hebben ingezameld is donderdag 9 okto ber richting Roemenië vertrokken en mocht veilig op de bestemde plaats aan komen en zo weer vele mensen blij ma ken, veel is er weer meegegaan zoals: Bijbels, kinderbijbels, kleding, dekens, fietsen, rolstoelen, kinderwagens, school materiaal enz. Dankzij u mocht dit weer gebeuren, maar we hopen door te gaan met hulp verle nen, er is weer plaats voor allerlei goede ren en we doen weer een beroep op u of u ons wilt blijven helpen, zodat dit werk door mag blijven gaan. Zaterdag 1 november is er weer inzame len van 9.30 tot 11.30 uur bij Dijkers en Pijl, Kon. Julianaweg te Middelharnis. Mocht u uw spullen zelf niet kunnen brengen, belt u gerust tel. 486377 en we maken een afspraak om het op te komen halen. U kunt en mag ons ook financieel steu nen, ook daar zijn we erg blij mee. Rabo bank nr. 34.20.07.408. Oost Europa werkgroep 'Middelharnis' SOMMELSDIJK - De politie van het district De Eilanden heeft dinsdagmorgen de handen vol gehad aan het vangen van een loslopend hert, omdat het dier voor problemen met het verkeer zou kunnen zorgen. De eerste njelding kwam vanuit Nieuwe Tonge, daarna vanuit de wijk in Sommelsdijk. Het hert werd opgespoord, waarna met gebruikmaking van een ver dovingsgeweer geprobeerd werd het dier te vangen. In plaats van een verdoving, leek het erop dat het beest meer energie kreeg, want het ging er opnieuw vandoor. Na enige tijd werd het weer gesignaleerd, waarna een achtervolging te voet werd ingesteld. Een politieman kon de achter poten van het dier grijpen, maar moest na enige wilde trappen van het dier loslaten. Pas in de middaguren lukte het uiteinde lijk met een dubbel verdovingsschot het dier te vangen. Het loopt nu veilig in de kinderboerderij. agentschap Wanneer in de bergen de eerste sneeuw valt, is het weer zover. Dan maken zowat een miljoen Nederlanders zich op voor de jaarlijkse wintersportvakantie. Ze kennen de weldaad van één of twee weken er helemaal uit zijn, ver weg van de dagelijkse routine en stress. De grau we winterdagen in Nederland maken plaats voor gezonde berglucht en een flinke portie sneeuw en zon. Een ieder beleeft de winterspot op zijn eigen manier: met skiën, snowboarden, lang laufen of een heerlijke wandeling door de sneeuw. En de ontspanning heeft, ondanks alle inspanning, de overhand. Als u voor 't eerst plannen voor een sneeuwvakantie hebt zult u veel plezier hebben aan de ledenwijzer 'Wintersport voor beginners', die een beknopte hand leiding is voor de debuterende winter sporter. Dankzij de informatie en nuttige tips komt u goed voorbereid aan de start van uw eerste winterspotvakantie. Een citaat uit deze ledenwijzer: „Het is onverstandig om direct na aan komst te gaan wintersporten. Na de reis is het beter eerst even aan de hoogte te wennen. De ijle lucht vraagt toch wat meer inspanning. Gebruik de eerste uren om alles aan te trekken. Probeer het ski- pak uit, trek de skischoenen aan en stap eens in de skibinding. En dan iets over de beruchte 'derde dag'. Als winterspor ter hoor je daar vaak over praten. Is het waar dat op deze dag de meeste been breuken en ongelukken voorkomen of is het een fabeltje? De eerste dag voelt de skiër zich meestal erg fit, soms zelfs fit ter dan normaal. Waarschijnlijk komt dat door de prikkelende berglucht en het heerlijke vakantiegevoel. Maar na twee dagen van intensief bewegen raken de brandstoffen op en begint men de ver moeidheid te merken. Het gevolg is dat de ski's niet meer willen en er menige valpartij volgt. De statistieken tonen aan dat er op de derde dag meer ongelukken gebeuren dan op andere dagen. Met de juiste verdeling van de krachten en voor al een goede voeding blijft u op het juiste spoor". Zo bestaat de ledenwijzer uit ruim 30 pagina's vol tips en wetenswaar digheden. De 'Wintersport voor beginners' is, evenals vele andere ledenwijzers over de winterspot (zoals: 'Wintersport in de VS en Canada', 'Wintersport in Oost Europa', 'Aankoop en onderhoud skimateriaal', 'Snowboarden' en informatie over de bekende wintersport gebieden) voor ANWB-leden gratis ver krijgbaar, o.a. bij VVV/ANWB Overflak- kee. Kade 9, Middelhamis. Op 31 oktober 1517 sloeg Maarten Luther zijn bekende 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg. Vandaag mogen we dat feit herdenken. God heeft de monnik Luther gebruikt om tal van misstanden aan de orde te stellen en om de Bijbel voor ons te openen. Rechtvaardig Na veel strijd en aanvechting heeft Luther God leren kennen. Toen werd duidelijk wat het betekende dat God Zijn Zoon Jezus Christus gezonden had. Dit is de rechtvaardigheid Gods, dat Hij Zijn Zoon de straf heeft laten ondergaan die wij mensen verdienen. Hoe is er dan ver lossing en bevrijding? Door het geloof in deze Zoon van God. Toen brak voor Luther het licht door en vond hij de zekerheid van het heil in Christus. Voor Luther betekende deze zekerheid niet een gearriveerdheid, want hij was ervan overtuigd dat de satan aanvallen doet op Gods kinderen. Zelf heeft hij veel aanvechting en strijd meegemaakt en was meer dan eens heel depressief. Dat zal voor een deel met zijn karakter en zijn opvoeding te maken hebben gehad. Maar in veel aanvechtingen zag Luther de satan aan het werk, die het werk Gods probeert verdacht te maken en af te breken. Depressiviteit en moede loosheid zorgen ervoor dat we God niet meer vertrouwen. Raadgevingen Maar hoe doen we dat tegen zo'n mach tige tegenstander? Hierin willen we bij Luther in de leer gaan. 1. Blijf niet alleen, maar zoek gezel schap van anderen. Een eenzaam mens gaat veel eerder piekeren. 2. Richt je gedachten op iets fijns en moois. Oefen jezelf hierin. 3. Blijf niet tobben en piekeren, maar ga aan het werk. 'Een goede manier om de duivel te verdrijven is het paard inspannen en mest naar het land rij den'. 4. Ga muziek maken en zingen tot eer van God. 'Wanneer wij psalmen en geeste lijke liederen zingen, of de Bijbel lezen, zal satan van ons vluchten of anders schroeit hij zijn vleugels'. 5. Roepen tot God. In zijn preken over het boek Jona schrijft Luther: 'Daar zien we, dat we voor alle dingen naar God moeten vluchten en tot Hem roe pen. Daar hangt alles vanaf, dat we roepen en schreeuwen om Hem. Kunt u roepen en schreeuwen, dan is het ergste geleden. Maar niemand kan geloven, hoe moeilijk dat is. Want het boze geweten en de zonde knijpen ons de keel toe, de zekerheid dat God toornig is. Roep de Heere aan in uw angst en u zult ruimte krijgen. Alleen maar roepen en niets anders.' 6. We moeten in de Bijbel nagaan wat God beloofd heeft. In zulk lezen, nazeggen en overdenken is de Heilige Geest aanwezig en geeft Hij steeds meer licht en inzicht. Het is een ster ke hulp tegen de duivel, tegen de wereld, het vlees en alle boze gedach ten wanneer men met Gods Woord omgaat. 7. Het gebed waarin God aan Zijn belof ten herinnerd wordt. Het gebed dat aan God Zijn Woord teruggeeft. Zo heeft Luther gebeden: 'Gij hebt gezegd dat u mij helpen wilt. Uw woorden geloof ik. Daarop verlaat ik mij en daarbij wil ik blijven, wat er ook gebeurt. Ach mijn God en Heer, ik heb een vrolijk en troostrijk woord van U gehoord, daaraan hang ik. U zult tegenover mij niet tot leugenaar worden, dat weet ik. U kunt U houden zoals U wilt, maar wat U beloofd hebt, dat zult U volbrengen, dat en niets anders.' 8. Luther had in het bijzonder 's nachts last van de aanvechtingen van de dui vel. Hij wendde zich dan tot zijn vrouw Kathe en zei: 'Vrouw, verbied me zulke aanvechtingen te hebben en roep me weg van dat ellendig geplaag'. Luther sprak zelf ook de duivel aan en zei: 'Duivel, ik moet nu slapen, want dat is Gods gebod: over dag werken en 's nachts slapen. Ga dus weg!' Als hij dan nog niet ophield en Luther zijn zonden voorhield, zei Luther: 'Ik heb het hele register gehoord en ik heb nog meer zonden gedaan, maar het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden! Rouwkleding Zo heeft Luther zijn theologie in de prak tijk gebracht. Luther was geen man bij wie het allemaal alleen maar theorie was. In aanvechting en strijd heeft hij geleerd wat hij aan zijn God had. Daarom kun nen we zoveel van hem leren als wij bes treden en aangevochten worden. Eigenlijk kunnen we het hiermee samen vatten: Bedenk toch Wie God is in Zijn Zoon Jezus Christus. Wij verliezen dat zo gemakkelijk uit het oog. Dat is bij Luther ook wel gebeurd. Hij wist het met zijn verstand, maar hij had er zo weinig troost van. Gelukkig had hij een verstandige vrouw. Kathe trok eens zwarte kleding aan. Op de verwonderde vraag van Luther waar om ze rouwkleding aantrok, was het ant woord: 'Je gedraagt je alsof God gestor ven is. Je doet alsof God niet meer leeft. Daarom draag ik rouwkleding.' Dit trof Luther diep. Ineens besefte hij het weer: God is niet dood. We hebben een levende God, ook al ervaar ik Hem niet. Ook al lijkt Hij de afwezige God, Hij weet van mij af. Zo ging hij getroost zijn weg. Vandaag herdenken we de Refonnatie. Herdenken betekent: zien hoe God Luther gebruikte. En het betekent: hem navolgen in het vertrouwen op God. Navolgen in de strijd tegen het kwade. 'Een vaste burcht is onze God, een toe vlucht voor de Zijnen.' M.J. Paul Op donderdag 27 november komt de auteur Jan Brokken naar de Gemeenschapsbibliotheek te Mid delharnis om te vertellen over zijn werk. Jan Brokken werd in 1949 geboren te Leiden. Zijn jeugd bracht hij door te Rhoon waar zijn vader Nederlands Hervormd pre dikant was. Rond zijn zestiende jaar raakte Jan Brok ken onder de indruk van de Zweedse ci neast Ingmar Bergman en wilde hij naar de Filmacademie te Amsterdam. Zijn ouders wilden deze studie echter finan cieel niet ondersteunen en Jan Brokken ging in 1967 naar de School voor Jour nalistiek te Utrecht. Vervolgens studeer de hi jenkele jaren politieke wetenschap pen te Bordeaux. Weer in Nederland trad hij als journalist in dienst van het dagblad Trouw. In 1975 stapte Brokken over naar de Haagse Post. Voor dit blad maakte hij onder andere portretten van tal van Nederlandse en buitenlandse schrijvers en musici (later gebundeld in Het volle literaire leven. Schrijven en Met musici). Als schrijver debuteerde Brokken met verhalen in het literaire tijdschrift Maat staf. In 1984 verscheen zijn eerste ro man. De provincie. In 1986 werd hij full time schrijver. Voor de verhalenbundel De zee van vroeger ontving hij in 1988 de Lucy B. en de C. W. van der Hoogt- prijs. In De provincie keert de hoofdpersoon terug naar zijn geboorteplaats (een plaats op een Zuidhollands eiland), dat door de gesloten dorpsgemeenschap en de stren ge protestantse geloofsbeleving een be nauwde indruk maakt. De reden voor zijn terugkeer is de moord op een jeugd vriendin van de hoofdpersoon. De pro vincie werd in 1991 verfilmd, met Thom Hoffman en Pierre Bokma in de hoofd rollen. Net als in De provincie probeert de hoofdpersoon in De zee van vroeger zich aan de wurgende banden van zijn jeugd te ontworstelen. De roman Zaza en de president speelt in West-Afrika. Andere boeken die in Afri ka spelen zijn het dagboek De moorde naar van Ouagadougou en De regenvo- gel. In De regenvogel wisselt Brokken het verslag van zijn eigen ervaringen af met dat van vroegere reizigers. Deze drie 'Afrikaanse' boeken werden wisselend besproken. Persreacties op De regenvogel: 'Dit is een meesterwerk. Knap van constructie, spannend en informatief. Het ideale lite raire reisboek' (Boudewijn Buch). In 1992 verscheen Goedenavond, mrs. Rhys, waarin de schrijver zijn fascinatie voor de schrijfster Jean Rhys en haar laatste roman Wide Sargasso Sea onder woorden brengt. Brokken onderzocht de achtergronden van deze roman, die op het eiland Dominica speelt. Martien Kappers (VN) noemt deze ro man 'boeiend en informatief', maar vindt de nadrukkelijke aanwezigheid van de auteur in zijn verhaal te constructief. In 1993 verschenen de verhalenbundel Vulkanen vanaf zee en de bundel literaire interviews en reportages Spiegels, die door Carel Peeters (VN) zeer lovend werd besproken. In 1995 verscheen de lijvige roman De blinde passagiers, die al snel in de HP-de Tijd top-10 terecht kwam. Begin november zal zijn nieuwste boek De laatste kampioen verschijnen. De lezing, die door Boekhandel Vroegin deweij en de Gemeenschapsbibliotheek gezamenlijk wordt georganiseerd, vindt plaats in de Gemeenschapsbibliotheek, Kerkepad II te Middelhamis en begint om 20.00 uur. De boekhandel zal aanwezig zijn met boeken van Jan Brokken zodat geïnteres seerden een exemplaar kunnen laten sig neren door de schrijver. Kaartjes a 7,50 kunt u afhalen bij de bibliotheek en bij Boekhandel Vroegindeweij. Tijdens de bazar van 'De Goede Ree', 21 en 22 november aanstaande wordt er een grote rommelmarkt georganiseerd. Voor deze rommelmarkt zoeken wij nog bruikbare spullen. U kunt deze spullen afgeven bij de recep tie van 'De Goede Ree' of bellen naar tel.(0187)484510. -6~ Wat was dat nu? Stapte ze daar van haar fiets af? Zou ze een lekke band hebben? Nee, nee, er was iets anders aan de hand! Ze praatte met iemand! Hij moest oppas sen en een stapje teruggaan tussen de struiken, anders zouden ze hem kunnen zien. Natuurlijk, wie kon het anders zijn! Het was Gijsbert, die een praatje met haar maakte. Was hij daarom tegenwoor dig zo vroeg aan de Achterdijk! Het viel toch ook niet mee om geheimen geheim te houden. Was dat wel zoals het hoorde om een paar jonge mensen af te loeren? Hij had wel iets weg van Tijs van Hemert, en die gedachte was niet bepaald vlei end voor zijn zelfgevoel. Maar... Tijs van Hemert of niet, hier moest hij toch eerst het zijne van heb ben. Gijsbert deed een stap naar Rina. Ze stonden nu vlak bij elkaar; hij sloeg zijn arm om haar heen, de fiets viel, maar dat was blijkbaar geen bezwaar, zij gebruikte haar vrijgekomen hand om zijn omar ming te beantwoorden. Maar nu scheen ze toch te schrikken, ze pakte haar fiets en reed snel verder. En Gijsbert wipte over het hek en pakte luid flui tend een melkemmer. Barend Versloot stak de Achterdijk over en ging zijn land in. „Hoor zo'n jongen blij zijn", zuchtte hij in verwar ring. ,,Dat ik nooit in mijn leven zo heb kunnen fluiten. Nee, nee, ik wil niet opstandig worden. Waarom denk ik altijd zulke dingen als ik het ge luk van anderen zie?" Hij sloeg een spantouw om al de poten van een koe en dacht: Zouden Katrien en Hein al iets weten van Gijsbert en Rina?" Een nieuwe zomerdag was begonnen. Ze zaten met zijn drieën in de kamer van de kosterswoning: Bergman, Rina en Gijsbert. Het raam stond wijd open en tussen de bloeiende struiken door zagen ze hoe de oude kerkmuren licht werden gekleurd door de wonder lijke schijn van de late, lage zon. „Het is een prachtige voorzomer", zei Bergman. „Het komt goed uit, dat ik morgen weer met mijn werk mag gaan beginnen, nu de hooibouw voor de deur staat". Gijsbert knikte en zei: „Dat betekent dus, dat ik vanavond voor het laatst op ziekenbezoek ben ge weest". Zowel Bergman als Rina keken hem verrast aan, omdat hij zo sterk de nadruk op 'zieken' had ge legd, en beiden begrepen ze zijn bedoeling. Rina stond op om koffie in te schenken. Ze probeerde Gijsberts aandacht te trekken, maar hij luisterde naar Bergman, die zei: „Als ik je goed begrijp, be doel je, datje evengoed op bezoek wilt blijven ko men, ook al ben ik beter. Ik waardeer het erg als iemand mijn gezelschap zoekt". Slechts even was er een kleine schittering in zijn ogen, maar Gijsbert had het toch gemerkt. Zou hij nu toch nog naar zijn woorden moeten zoeken? „Nee, koster", dacht hij, „je mag nog zo snel zijn met je mond, je vangt me niet". Hij antwoordde vlug: „Ik zou hier graag blijven komen, al moet ik u teleurstellen, want het is niet alleen voor u". „Natuurlijk vind ik het goed", zei Bergman. „Al begrijp ik dan nu, dat je ziekenbezoeken niet hele maal zuiver waren". Gijsbert lachte, maar toen hij naar Rina keek, zag hij, dat zij niet meelachte. Later in de avond, toen Bergman al naar bed was gegaan, en de zware schemering in de kamer alleen gebroken werd door het lichtje onder de koffiepot, zaten Rina en Gijsbert zacht met elkaar te praten. „Is er iets, Rina?" „Nee, wat zou er zijn? Waarom vraag je dat?" „Omdat je zo stil bent, de hele avond al. Het is of je over iets nadenkt. Je houdt toch van me?" Ze zweeg. „Waarom zeg je nu niets?" Ze haalde de schouders op en toen zei ze: Waar om vroeg je aan vader of het goed was dat je bleef komen?" „Had ik dat dan niet moeten vragen?" „Och", zei ze, „ik weet niet. Heb je het er al eens met je moeder over gehad?" „Nee". Waarom niet?" „Ik begrijp niet waarom je dat vraagt. Ben je daar om zo stil geweest?" „Je geeft geen antwoord op wat ik vroeg". Toen was hij het die zweeg. „Het is tijd voor je om naar huis te gaan. Er moet morgen weer gewerkt worden". „Je bent bedroefd", zei hij. „En ik weet niet waar om. Ik zal gaan, maar ik kom morgenavond weer". „Nee, het is beter van niet. Het is niet zo erg, we kunnen nog zeggen, dat het toch ziekenbezoeken waren". Door de warme, donkere, zomeravond reed hij langzaam naar huis. Hij voelde zich diep ongeluk kig. Hij klemde de tanden opeen en zocht in zijn gedachten naar de fout die hij gemaakt had. Hij had haar lief, zij met haar donkere ogen, waarbo ven zich zo wonderlijk en verleidelijk de wenk- brauwbogen welfden. Er was bitterheid in hem, teleurstelling en verlangen. Een sterker verlangen dan hij ooit gekend had. „Ik wil haar hebben, zij hoort bij mij, ik houd van haar, zij is lief, nog deze avond was ze lief. En toen werd ze stil en vroeg, waarom ik het nog niet aan mijn moeder vertelde. Waarom heb ik er eigenlijk nog niet met moeder over gepraat?" Hij schrok toen hij zichzelf deze vraag stelde. Hij had het nog niet aangedurfd er met zijn moeder over te spreken. Want hij wist nu, dat zij het niet zou goedkeuren. Hij hoorde haar reeds overredend praten om dat uit zijn hoofd te stellen. Hoe zou je een flinke boer kunnen worden als een vrouw niets inbracht? Hij kende de bezwaren van buiten, zo vaak had hij ze genoemd. Zou ze dat gedaan heb ben om hem te onderwijzen? Rina had gelijk. Hij meende het niet ernstig met haar als hij er met zijn moeder niet over sprak. Rina kende de mensen van het dorp goed; ze wist, dat zijn vader het hen niet moeilijk zou maken. Morgenochtend zou hij het aan zijn moeder vertel len en morgenavond ging hij weer naar Rina toe. Of zou ze dit gebruikt hebben om van hem af te komen? Hoe meer hij hieraan dacht, hoe dieper hij er van overtuigd raakte, dat dit laatste de waarheid was, en hoe meer hij er naar verlangde weer bij haar te zijn, haar stem te horen, haar ogen te zien, die wonderlijke ogen, die mooier waren dan iets anders op de wereld. Hij naderde de boerderij en zag tussen de bomen door, dat er niet alleen in de keuken, maar ook in de kamer, waar vader en moeder sliepen, nog licht brandde. Zou er iets gebeurd zijn? Anders lagen ze allemaal reeds op bed als hij om deze tijd thuis kwam. Behalve dan wanneer Willem van Hemert op bezoek was bij Stijntje. Maar die waren ook wel tevreden met een lichtje onder de koffie. Doch nu brandden de grote lampen, terwijl de luiken niet gesloten waren. Hij gooide zijn fiets tegen de klamp hooi, die van het vorige jaar was overgebleven, en juist toen hij naar binnen wilde gaan, werd de deur opengetrok ken. Stijntje kwam naar buiten: „O, Goddank dat je er bent. Wil jij de luiken even sluiten? Het is niets goed met moeder". (wordt vervolgd) m'^ -'fBlKENDE Middelhamis Hellevoetsluis Zierikzee Oud-Beijerland VFPHIMTH» Tel. (0187)482188 Tel. (0181)320016 Tel. (0111)413163 Tel. (0186) 613624

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1997 | | pagina 3