cwm^ zeergrmit reddmgacdmy EILANDEN-NIEUWS VRUDAG 19 SEPTEMBER 1997 De laatste tientallen jaren legt de reddingmaatschappij steeds meer de nadruk op snelheid. Oudere reddingboten worden door de jaren heen vervangen door snelle boten. Op Goeree-Overflakkee is vanaf 1972 de post Ouddorp reeds voorzien van een dergelijk type, nml. de 'Griend'. Door het hele land zijn op diverse plaatsen soortgelijke boten geplaatst. Naast deze vrij lichte boten, was er langs de gehele Nederlandse kust een aantal zwaardere boten gestatio neerd, die bij elke weersituatie konden uitvaren, maar wel aanzienlijk langzamer voeren. De laatste jaren is de KNRM druk bezig om de gehele vloot geleidelyk aan te voorzien van verschillende snelle reddingboten, die sterk verbeterd zijn ten opzichte van eerdere types. Op een aantal punten laten ze de oersterke en uiterst betrouwbare reddingboten van het type 'De Zeemanspot' ver achter zich. "Snelheid is voor de reddingmaatschappij van ontzet tend groot belang", zegt Sipke Wiebenga, directeur van de KNRM. Hij verwacht dan ook dat nog deze eeuw de post Stellendam, naast de sinds 1995 gestationeerde 'John Stegers' voor het Haringvliet, een nieuwe snelle boot zal krijgen als vervanging van de huidige 'De Zeemanspot'. Ook Ouddorp wordt binnen een aantal jaren voorzien van een nieuwe reddingboot. De heer Wiebenga is vanaf 1984 bij het werk van de Reddingmaatschappij betrokken. Na een opleiding tot stuurman Koopvaardij ging hij voor zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine, waar hij na het voltooien van de opleiding 14 jaren heeft gevaren. Toen in 1984 de adjunct-directeurszetel bij de Noordhollandse Reddingmaatschappij vrij kwam, solliciteerde hij naar deze functie. De reeds 17 jaar donateur van de maatschappij zijnde marineman, werd benoemd. Vier jaar later werd hij directeur. Met véél inzet en plezier wierp hij zich op z'n nieuwe baan. Fusie Vanaf het ontstaan (in 1824) van een georganiseerd reddingwezen in Ne derland, is dat steeds in handen geweest van twee afzonderlijke maatschappijen. Noord- en Zuid-Holland hadden ieder hun eigen reddingmaatschappij. Het loodswezen was ook voor beide delen van Holland gescheiden en men vond het prettig om voor het reddingwezen eenzelfde gebiedsverdeling te hand haven. Het was Koning Willem I die al vrij kort na de oprichting aandrong op eenwording. Dit hielp echter niets. Diverse malen is er in de loop der jaren getracht te fuseren, maar telkens mislukte dit vanwege de controverse tussen Rotterdam en Amsterdam. Wiebenga trad aan als directeur op een historische hoogtepunt. In die tijd waren de besturen van beide maatschappijen inmiddels zover dat er behoefte ging ontstaan tot fuseren. Met veel inzet heeft Wiebenga getracht alles in de strijd te gooien om beide besturen definitief over 'de streep te trekken'. "De was er vanaf m'n komst bij de maatschappij al van overtuigd dat alle neuzen, of het nu in de Zuid of de Noord was, dezelfde richting op wezen. Iedereen had dezelfde blik in de ogen en had maar één doel: mensen in nood redden! Het verheugde mij dan ook bijzonder dat op 23 mei 1991 de twee maatschappijen samen gingen in de nieuwe opgerichte Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM)." Wiebenga bleef directeur en vanuit de voormalige Zuid werd inspecteur De Jonge als adjunct benoemd. Bij de haven van IJmuiden werd een nieuw kantoor gebouwd met een werkplaats. Vanuit deze centrale plaats wordt leiding gegeven aan de 700 vrijwilligers die zich langs de gehele Nederlandse kust inzetten voor hun in nood verkerende medemens op het water. besteedt aan PR, fondsenwerving en het trachten te creëren van een hecht donateursbestand. Heel belangrijk is ook de grote werkplaats met ter zake kundige monteurs die in hetzelfde pand als het kantoor gevestigd is. Daar worden grotere reparaties verricht aan de boten. Vanuit IJmuiden gaan ook regelmatig monteurs naar de reddingposten, indien de reparaties ter plaatse kunnen worden uitgevoerd. Overigens is het wel zo dat wanneer bepaalde reparaties lokaal goedkoper kunnen worden gedaan, dat ook zoveel mogelijk gebeurt. Hoewel de KNRM financieel geheel op zichzelf is aangewezen, valt ze onder verantwoor delijkheid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Knninkliike Nederlandse Redding Dit is de achtste aflevering van een artikelenreeks over de reddingposten van ^f^""' f^ Sipke Wiebenga, directeur Maatschappij (KNRM) op de kop van Goeree. In deze laatste aflevering een Se^P^eKm" ^j^j^^^ ^n in het van de KNRM. U leest over de organisatie van de Reddingmaatschappij '""Z'Znrden vervangen dooreen snelle redding, reddingwezen. Nog deze eeuw zal de befaamde Stellendamse 'De Zeemanspot woraen veryung s boot en ook de 'Griend' van Ouddorp zal plaats moeten maken voor een nieuwer type. goed opgeleid personeel. Door de maatschappij worden er dan ook jaarlijks honderdduizenden guldens aan besteed. Hij verwacht door de uitbreiding van het aantal snelle boten, dat dit de komende jaren nog verder zal toenemen. Voor deze boten moet het personeel opgeleid worden, maar tevens dient men van tijd tot tijd bijgeschoold te worden. De KNRM maakt al 19 jaar gebruik van het opleidingscentrum voor snelle boten Organisatie Nederland telt 37 reddingstations met in totaal zo'n 60 reddingboten. Naast de 700 vrijwilligers die deze posten bemannen, heeft de KNRM nog twaalf personen in vaste dienst voor de vloot en 26 mensen in vaste dienst op het kantoor te IJmuiden. Het beleid wordt bepaald door het bestuur van de KNRM en de directie geeft uitvoering daaraan. De reddingposten staan onder leiding van een -uit enkele personen bestaande- plaatselijke commissie. Deze commissie bestuurt tot op zekere hoogte de dagelijkse gang van zaken. Ieder station heeft een redelijk grote vrijheid hoe de organisatie ter plaatse wordt geregeld. Kleine uitgaven mogen zonder goed keuring van de directie worden verricht en ook personeel mag door de commissie in dienst worden genomen. De schipper mag worden voorgedragen, maar wordt benoemd door de directie van de KNRM. Ook voor grotere uitgaven is goedkeuring van de directie nodig. Door het hebben van plaatselijke commissies kan dikwijls beter ingespeeld worden op specifieke situaties. Ook voor de schipper is het prettig op lokaal niveau overleg te kunnen voeren met plaatselijk bekende personen. Overigens is er iemand van het hoofdkantoor 24 uur per dag bereikbaar voor het geven van advies of het nemen van beslissingen. Vanaf 1996 wordt er ook naar gestreefd om op ieder reddingstation een PR functionaris te hebben om de media in de regio's beter te voorzien van informatie. Het hoofdkantoor te IJmuiden verzorgt de ondersteuning van de stations. Naast de directie bevindt zich daar een actieve PR afdeling, een afdeling die zich bezig houdt met fondsenwerving en een donateursadministratie. Deze drie zaken zijn van levensbelang voor de KNRM, want de organisatie werkt geheel zonder enige subsidie en moet het dus hebben van opbrengsten uit donaties, legaten en schenkingen. Als men dan bedenkt dat er 10 miljoen per jaar nodig is voor de exploitatie en ook nog eens 4 miljoen per jaar voor nieuwbouw, dan is het begrijpelijk dat de KNRM veel aandacht Uitbreiding Wiebenga vertelt dat in 1992 een dringend verzoek aan de KNRM werd gedaan om ook te gaan redden op binnenwateren. Specifiek op het Haring vliet, Grevelingen, Wester- en Ooster- schelde en Veerse Meer gebeurden regelmatig ongevallen, waarbij niemand bereid werd gevonden handelend op te treden. De KNRM heeft hier in bewilligd en voor al deze wateren zijn inmiddels reddingboten beschikbaar of bestaande reddingposten opereren vanuit hun basis ook op deze wateren. Derhalve is in 1995 de 'John Stegers' in de binnen haven van Stellendam gestationeerd en deze heeft inmiddels z'n plaats al dubbel en dwars veroverd. Hoewel de posten van Ouddorp en Stellendam de laatste jaren met een stijgend aantal acties worden geconfronteerd is volgens Wiebenga landelijk gezien het aantal acties wat teruggelopen. Dit is te danken aan het feit dat op het IJsselmeer en de Waddenzee bergers patrouilleren. Over het algemeen heeft de maatschappij goede contacten met de bergers in den lande. Helaas is er door enkele bergers onlangs een proces aangespannen tegen de KNRM, daar zij ten onrechte ber gingswerk zou uitvoeren. Wiebenga geeft echter aan dat de scheidingslijn niet altijd even goed te trekken is wat onder bergingswerk en wat onder de taak voor de KNRM gerekend kan worden. De rechter heeft inmiddels tot twee keer toe de KNRM hierin in het gelijk gesteld. Wiebenga betreurt het dat op dit ogenblik de verhouding tussen de maatschappij en de bergers met name op het Haringvliet en Grevelingen wat verstoord is. Toch vindt hij dat dit zo snel mogelijk moet opgelost worden en de maatschappij zal er dan ook alles aan doen de 'lucht zo snel mogelijk op te doen klaren'. "Het moet mogelijk zijn om op een correcte wijze met elkaar samen te werken. Bovendien zijn bergers niet weg te denken. Ons werk heeft zijn grenzen. Zij zijn en blijven onmisbaar!" Veiligheid Wiebenga hecht zeer veel waarde aan 'Maritime Rescue International' in Schotland. Gedurende één week wordt men daar gedrild in een helemaal voor de KNRM op maat gemaakte cursus. Het personeel wat op de snelle boten vaart moet eens in de twee jaar een herhalingscursus volgen in Den Helder. Daar oefent men op het ontsnappen uit een onderwaterpositie met simulaties, maar ook met het daadwerkelijke omslaan van een boot. "Juist die geoefendheid is zo enorm belangrijk", zegt Wiebenga. "Wat is nu het produkt van de KNRM? Niet een geslaagde redding, maar een op en top geoefend korps mensen door heel Nederland, die weten wat ze kunnen en moeten doen als het nodig is. Geoefendheid en veiligheid dat zijn de produkten! Veiligheid niet alleen voor ons zelf, maar middels voorlichtingsmateriaal proberen we ook de waterrecreant en de beroepsvaart de noodzakelijkheid van veiligheid op het water onder ogen te brengen." Vervanging reddingboten De KNRM werkt hard aan de vervanging van alle oudere en langzamere boten. "Snelheid is een must!", zegt Wiebenga. De laatste decennia hebben de snelle boten bij beide reddingmaatschappijen al hun intrede gedaan. Op Goeree- Overflakkee is Ouddorp de eerste post die een dergelijke boot kreeg. Sinds 1995 is Stellendam voorzien van een kleine boot voor het Haringvliet. Daarnaast ligt in de buitenhaven van Stellendam de oersterke all-weather boat- 'De Zeemanspot'Deze is een begrip op het eiland geworden en heeft zeker een bepaalde faam verworven. De KNRM streeft er naar ook deze boten te vervangen door snelle boten. Boten van het type 'De Zeemanspot' varen maximaal 11 knopen, terwijl de snelle 30 tot 34 knopen kunnen varen. De ontwikkelingen in de maatschappij en het toenemende gebruik van het water voor beroeps- maar ook voor re creatievaart, dwingen de redding maatschappij om alle oudere types te vervangen door deze snelle redding boten. Immers, was het vroeger voorna melijk de beroepsvaart waar men meestal De heer S. Wiebenga, directeur van de KNRM: "Snelheid bij hedendaagse reddingoperaties is een must!" met erg slechte weersomstandigheden voor in actie moest komen, vandaag de dag is daar een scala aan acties -dikwijls bij schitterend weer- bijgekomen, zoals het zoeken naar een vermiste surfer, het redden van personen van zeiljachten, etc. Noord Nederiand was qua vloot het hardst toe aan vervanging, zodat deze voorrang heeft gekregen. Inmiddels is de KNRM in Zuid Nederland bezig met het vervangen van de oudere types en Wiebenga verwacht dat 'De Zeemans pot' nog deze eeuw door een snelle boot van het type 'Johannes Frederik' (van Ameland) vervangen zal worden. Dit type boot is vervaardigd van aluminium en heeft om de contouren van het schip een rubberen tube. De boot is 15 meter lang, 5 meter breed en heeft een diepgang van 95 cm en is voorzien van zeer sterke motoren. Evenals 'De Zeemanspot' heeft dit type een gesloten stuurhuis. De reddingboot biedt maximaal plaats aan 75 personen. Als voordeel ten opzichte van de huidige boot ziet Wiebenga als eerste de snelheid. De boot is véél sneller en kan met gemak een snelheid van ongeveer 60 km/uur bereiken. Daarnaast is het gemakkelijker langszij te komen bij een in nood verkerend schip en door de rubberen tube kan dat ook met veel minder schade dan nu het geval is. Ook heeft de boot een veel vriendelijker zeegedrag. De zelfrichtendheid is sterk verbeterd en uiteraard beschikt de boot over alle nieuwe technologische 'snuf jes' en de modernste apparatuur. De hulpverlening aan kotters zoals 'De Zeemanspot' dat nu doet, kan volgens Wiebenga met de nieuwe boot ook, zij het dat er andere methodes moeten toegepast worden. Ouddorp Bij de post Ouddorp zullen ook ver anderingen komen. Evenals 'De Zeemanspot' staat de 'Griend' op de nominatie vervangen te worden. Dit zal mogelijk een boot worden van het type 'Valentijn' welke een halfopen stuurhuis heeft, ongeveer 10 meter lang en 4 meter breed is en een diepgang heeft van 85 cm. Zoals de nieuwe boot voor Stellendam, is ook deze reddingboot onder elk weertype geschikt om uit te varen. In tegenstelling tot de Stellendamse boot ligt deze niet afgemeerd in een haven, maar blijft deze gestationeerd op een trailer in een boothuis. Dit is noodzakelijk omdat de boot zowel in de Grevelingen als op de Noordzee dienst moet kunnen doen. Het huidige boothuis ligt niet zo gunstig om snel -in de Noordzee- te kunnen lanceren, zodat de KNRM op zoek is naar een idealere uitrukbasis. Biedt de 'Griend' aan slechts twaalf personen plaats, op de nieuwe boot kunnen maximaal 60 personen. Grote capaciteit Goedereede mag zich verheugen op het feit drie reddingboten op zeer korte afstand van elkaar gestationeerd te hebben. De vraag kan zich aandienen, wat het nut is van een uitbreiding van snelle boten, die op betrekkelijk korte afstand van elkaar liggen. Wiebenga is daar zeer duidelijk over. "Op dit moment is hel héél zeker dat alle reddingposten op Goeree gehandhaafd blijven. De 'John Stegers' doet op het Haringvliet schitterend werk en is daar niet meer weg te denken. Dat we zowel de 'Griend' als 'De Zeemanspot' vervangen door snelle boten met een grote capaciteit komt omdat we in een zeegebied zitten waar veel gebeurt. Deze posten liggen temidden van twee zeer belangrijke aanvaar routes naar zeehavens. Aan de noordkant de wereldhaven Rotterdam en aan de zuidkant de havens van Vlissingen en Antwerpen. Daarnaast zijn de wateren voor de kust van Goeree zeer geliefd bij de watersport en moet de reddingboot van Ouddorp zeer regelmatig de Grevelingen op, zodat er op dat moment maar één boot beschikbaar is voor de Noordzee. Met zoveel activiteiten is het gewoon noodzakelijk in deze regio een grote reddingcapaciteit te hebben." Dit was het laatste artikel van de serie over de reddingposten van de K.N.R.M. op de kop van Goeree. Een ieder die op wat voor wijze dan ook heeft meegeholpen aan het tot stand komen van deze artikelenreeks, wil ik langs deze weg hartelijk dank zeggen. In het bijzonder wil ik de heer J. van Wezel uit Stellendam (PR medewerker van de reddingpost Stellendam) bedanken voor zijn fantastische hulp. Hij is mij tot grote steun geweest in het opzetten van deze serie. Henk Koppelaar De hulp die de Redding Maatschappij biedt is gratis, ongeacht de omstandigheden waaronder deze plaats vindt en de tijd die er mee gemoeid is. De jaarlijkse exploitatie-kosten om het materiaal in goede conditie en de redders optimaal paraat en getraind te houden, zijn erg hoog. De KNRM is daarbij geheel afhankelijk van vrijwillige bijdragen, jaarlijkse donaties, erfenissen, legaten en schenkingen, want de maatschappij wordt niet gesubsidieerd! Ook u kunt de Maatschappij helpen haar werk te kunnen blijven doen. Alleen indien er voldoende donateurs zijn kan de KNRM tot in lengte van jaren onafhankelijk blijven doen waarvoor zij is opgericht, n.l. het verienen van hulp aan mensen in problemen op zee. Voor minimaal 30,- is het al mogelijk donateur te worden. Vul onderstaande bon in en steun op deze wijze het werk van de KNRM Nieuwe donateur Ondergetekende Q wil 'Redder aan de wal' worden en op die wijze de KNRM jaarlijks steunen met een bijdrage van 0/30,- Q/SO,- □ƒ75,- Ü/IOO,- een ander bedrag dan hierboven nl. is wel/geen actief watersporter. (minimum bijdrage 30,-) De heer/mevrouw: Adres: Postcode: Plaats: Bank/Gironummer Handtekening: U krijgt binnenkort van de KNRM een introductiepakket en een acceptgiro toegezonden conform uw opgave op deze kaart ïxT^x^.'^n^^ u"""" "P'^"^" hoofdkantoor van de KNRM te IJmuiden: KNRM, Postbus 434, 1970 AK IJmuiden. ïfs^'Ti'^S 'f^^-^%^, T^^r^ ^*J J- Wezel, Raadhuisplein 1 3251 AV STELLENDAM, Tel. 0187-491663 of bij de heer W van Sichem Bekaf 5, 3252 AC GOEDEREEDE, tel. 0187-493237 Biz. 2

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1997 | | pagina 8