KNRM
Biz. 2
EILANDEN-NIEUWS
VRIJDAG 22 AUGUSTUS 19
Hemelvaartsdag 1983. Aanvankelijk
begint de dag met mooi weer, maar
geheel onverwacht barst aan het begin
van de middag een verschrikkelijk
noodweer los. De op het water verke
rende surfers en plezierjachten worden
door het weer overvallen. De beman
ning van de 'Griend' wordt al spoedig
door de vuurtoren opgepiept... "surfer
in moeilijkheden op de Noordzee".
Kwart over één is de reddingboot op
weg naar de in nood verkerende sur
fer. Het is verschrikkelijk weer. De
windkracht bereikt zo nu en dan ork
aankracht en de hoge zee maakt het de
'Griend' niet gemakkelijk. Enorme
zeeën komen over de boot heen, zodat
de redders meer onder dan boven
water vertoeven. De surfer wordt al
gauw gevonden en in slechte toestand
aan de wal gebracht, waar de politie
inmiddels de noodzakelijke medische
hulp heeft laten oproepen.
"Het was me wel een middag", herinnert
Jan Flohil -destijds schipper van de
'Griend'- zich. "Iedereen werd verrast
door het noodweer!" Nauwelijks was de
reddingboot aan de wal, of men kreeg
bericht dat er weer surfers in
moeilijkheden waren, nu op de
Middelplaat. In zéér zwaar weer werd de
reis gemaakt. De wind gierde over het
water en de golven sloegen met geweld
tegen de snelle reddingboot aan. Het
zicht was soms maar enkele meters.
Water en lucht waren voor het oog
dikwijls één geheel. Na een klein half
uur tevergeefs gezocht te hebben, werd
de terugreis aanvaard. Aan de wal
gekomen bleek dat alle vermiste surfers
terecht waren. Tegen drie uur kwam er
op de marifoon een bericht door, dat op
de Grevelingen een jacht was
gekapseisd. De Rijkspolitie te water had
op dat moment geen boot beschikbaar,
zodat de bemanning van de 'Griend' in
no time de reddingboot uit de Noordzee
haalde en lanceerde in de Grevelingen.
De twee 50 pk motoren werden op vol
vermogen gezet. De boot scheerde met
een enorme snelheid over het water. Om
drie uur kwam men op de plaats des
onheils, aan de zuidkant van de
Hompelvoet. Bij het langszij komen
braken de kabels naar de motoren,
waardoor er maar één motor meer
bruikbaar was. De twee dames, die op
het jacht waren, werden door de
bemanning van de 'Griend' aan wal
gebracht. De motor van de reddingboot
bleek niet eenvoudig te repareren te zijn,
zodat de thuisreis werd aanvaard. Om
vijf uur was de boot met z'n bemanning
weer terug in de loods.
Snelle boot
"Door de jaren heen gaat de
reddingmaatschappij steeds meer over op
de aanschaf van snelle boten", zegt
Willem van Sighem, bemanningslid en
tevens PR medewerker van de
reddingpost Ouddorp. Ouddorp werd in
1972 voorzien van een dergelijke boot.
De toen in gebruik zijnde
motorreddingvlet 'Prinses Marijke' werd
verplaatst naar Breskens en de Zodiac
rubberboot, die men had voor het
uitvoeren van snelle reddingen op korte
afstand, werd uit de vaart genomen. De
afsluiting van de zeegaten had destijds
voor de reddingmaatschappij grote
consequenties. Vanaf het Haringvliet tot
aan de Westerschelde ontstond een
kusdijn van ca. 40 mijl, zonder een
mogelijke uitvalbasis voor de
reddingboten. Ook de post Ouddorp
werd van open zee afgesloten. De
reddingmaatschappij bedacht naar
Engels voorbeeld, een bruikbare
oplossing, die door de jaren heen een
goede zet bleek te zijn geweest. De
'Griend' deed zijn intrede! Deze 6,5
meter lange en zéér snelle reddingboot is
van het type Atlantic 21, ontwikkeld in
Engeland en daar reeds jaren in gebruik
bij de Engelse reddingmaatschappij
R.N.L.I.. Deze zusterorganisatie zorgde
dan ook voor de levering van de boot.
De 'Griend' heeft een polyester casco
met, om de contouren van de boot, een
opgeblazen rubberen ring. Deze verhoogt
het drijfvermogen en daardoor ook de
veiligheid. De originele motoren uit
Engeland werden omgebouwd en ook
aan de boot is veel 'gesleuteld' om deze
beter geschikt te maken voor het gebruik
in onze wateren. Inmiddels is de
oorspronkelijke reddingboot reeds jaren
vervangen door één van hetzelfde type,
welke ook weer de naam 'Griend'
draagt. Twee jaar geleden is de boot in
revisie geweest en toen weer voorzien
van de motoren die men in Engeland ook
gebruikt. De motoren zijn trimbaar,
zodat ze bij geringe diepte elektrisch
naar boven kunnen worden gebracht en
toch hun werk nog kunnen verrichten.
De twee motoren van ieder 70 pk,
stuwen de boot gemakkelijk met een
snelheid van 60 km/u door het water, bij
ideale omstandigheden. Daardoor kan
men snel op de plaats des onheils komen.
Willem: "Dat is erg gunstig, want
dikwijls raken de drenkelingen
onderkoeld. Des te eerder wij ter plaatse
zijn, des te meer kans op overleving
heeft de drenkeling."
Uitrusting
Aanvankelijk was de boot niet uitgerust
met een zgn. kantelzak. Die is er pas
later opgebouwd. Achter op de boot is
daarvoor een verhoging gemaakt, waarop
een opblaasbare rubberen zak is
bevestigd. Wanneer de boot omslaat,
slaan automatisch de -waterdichte
motoren af en gaat er verlichting in de
boot branden. Allereerst wordt dan
bezien of alle redders zich onder de boot
bevinden. Op bevel van de schipper gaat
men gelijktijdig onder de tube door -de
opgeblazen rubberen ring-, en probeert
men naast de boot te komen. Aan de
achterzijde zit een handel waarmee de
kantelzak in werking gesteld kan
worden. Indien deze handel wordt
omgezet, wordt uit een cilinder lucht in
de zak geblazen, waarna de boot uit
zichzelf omdraait. Vervolgens kan de
bemanning weer aan boord klauteren. De
reddingboot is voorts voorzien, naast
allerlei kleine materialen, van een
vloeistofkompas, een dieptemeter, een
marifoon, een radioverbinding op de 26
Mhz band voor de sportvisserij en het
GPS systeem (satelliet
navigatiesysteem). De 'Griend' staat
sinds 1994 gestationeerd in het boothuis
'Evert van der Eist' aan de Stoofweg. Dit
boothuis is gefinancierd door mevrouw
J. van der Eist-Pol uit Amsterdam -voor
ingewijden Tante Jo- die de
reddingmaatschappij een warm hart
toedraagt en deze regelmatig voorziet
van geldelijke steun. Het onderkomen is
genoemd naar haar overleden
echtgenoot. Ook de huidige boothuizen
van 'De Zeemanspot' en de 'John
Stegers' te Stellendam zijn mede met
haar financiële steun gerealiseerd.
de bemanning naar huis terug. In de
vroege morgenuren zag de
vuurtorenwachter van Haamstede bij het
beklimmen van de toren, mensen lopen
op een zandbank in zee. Het weer was
slecht en er stonden hoge golven.
Onmiddellijk sloeg hij alarm. Samen met
de 'De Zeemanspot' en de 'Koningin
Beatrix' rukte de 'Griend' uit om hulp te
bieden. Voor de kust van Burgh
Haamstede zocht men de zee af Dat was
niet gemakkelijk want vanwege de hoge
golven en de enorme branding was het
zicht erg slecht. Uiteindelijk zag de
'Koningin Beatrix' twee personen op een
plaat staan, welke aan boord werden
genomen. Het bleken opvarenden te zijn
van een Duitse zeilboot, die van de
Roompotsluizen op weg was naar
Stellendam. Vermoedelijk heeft men
lichtopstand O.S. 14 voor de kust van
Burgh Haamstede, aangezien voor de
vuurtoren van Ouddorp en daar op af
gekoerst. Vervolgens liep men ter hoogte
van de lichtopstand aan de grond. Uit
informatie van de geredden bleek dat er
nog twee personen aan boord van het
jacht hadden gezeten. Deze twee mensen
hadden besloten om, gezien de geringe
afstand tussen de zandplaat en de kust,
naar de kust te zwemmen om hulp te
gaan halen, niet wetende dat die
------------------------------------------------------- ^^- „n.teti van de Koninklijke Nederlandse ReddinX
Dit is de vierde aflevering van een artikelenreeks over de '■^""'"*r de 'Griend' en Willem van Sighem, p'
Maatschappij (KNRM) op de kop van Goeree. Jan Flohil, oud-schipper reddingboot 'Griend'. Ze nemen u mi
medewerker van de Ouddorpse reddingpost, vertellen in dit artikel over
met verschillende reddingacties die in de achterliggende jaren zijn gepasseera.
eerste bemanningslid onderging hij
destijds de kantelproef, wanneer men
zittend op de boot onderste boven gaat
en middels de zgn. kantelzak de boot
weer in z'n normale positie moet krijgen.
Hij weet als geen ander dat de boot
uitermate geschikt is voor het
reddingwerk. Door de snelheid is men
gauw ter plaatse en vanwege de geringe
diepgang kan men bijna overal komen.
Daar men in de beginjaren nog geen
eigen truc had, werd het transport
verzorgt door de terreinwagen van Jan
zelf. In 1974 oefende men voor het eerst
met de Marine Luchtvaartdienst op het
opsporen van drenkelingen en het redden
daarvan. "Dat was altijd oppassen", zegt
hij. "Men probeerde je altijd een loer te
draaien. De katrol van de lijn die neer
werd gelaten, bevond zich net onder de
rotoren. Deze lijn gebruikt men om
personen omhoog te takelen, etc. Door
de voortdurende draaibeweging van de
rotoren raakte de stalen lijn elektrisch
geladen. Om deze te ontladen liet men de
De 'Griend' staat op een trailer, die
destijds speciaal is vervaardigd door
smid van Damme en vandaag de dag nog
steeds de reddingboot op de plaats van
bestemming brengt. De trailer wordt
getrokken door een Unimog, een
terreinwagen die uitermate geschikt is
voor het rijden in de duinen en op het
strand. Voor acties op zee lanceert men
de boot vanaf de Brouwersdam en moet
men op de Grevelingen in actie komen,
dan gebruikt men een trailerhelling bij de
haven van Ouddorp.
Groot belang
De bemanningen van de reddingboten
van Ouddorp en Stellendam worden
opgeroepen via piepers door de
kustwachtpost Ouddorp (vuurtoren).
"Deze is voor ons van heel groot
belang", benadrukt Willem. "Juist
doordat we hier een bemande vuurtoren
hebben -met plaatselijk bekende
vuurtorenwachters-, die tevens onze
alarmcentrale is, kunnen diverse situaties
veel beter worden ingeschat dan elders in
den lande. Wij zijn volgens mij de enige
die via een kustwachtpost alarm krijgen.
Elders gaat dat meestal via de alarmcen
trale van de brandweer.
We zijn er ontzettend blij mee dat het
hier zo kan. Ook bij de acties zelf
hebben we veel voordeel van de toren.
Op de radar ziet de torenwachter dikwijls
het object waar wij naar zoeken en dan
loodst hij ons er naar toe. Het is dan ook
niet voor niets dat de KNRM, toen enige
jaren geleden de regering, uit
bezuinigingsoverwegingen, over wilde
gaan naar onbemande vuurtorens, heeft
aangedrongen op het bemand houden
van de toren van Ouddorp."
Het aantal acties stijgt ieder jaar. Waren
er begin tachtiger jaren slechts enkele
meldingen per jaar, door het explosief
toenemen van de recreatie steeg dit
aantal tot een record van 71 vorig jaar.
Ook in 1997 is de 'Griend' er al ruim 30
keer uit geweest. De drukste tijd is in
voor- en najaar. Dan gebeuren de meeste
incidenten. Voor hulp- en reddingacties
nabij het strand, draagt 's zomers de
Ouddorpse Redding Brigade zorg. Deze
brigade wordt dikwijls verward met de
Redding Maatschappij, maar is een op
zichzelf staande organisatie, die met
name in de zomermaanden waakt over
de veiligheid van badgasten en andere
watertecreanten nabij het strand. "Als zij
er 's zomers niet waren, zouden we hele
dagen in de reddingboot zitten", zegt
Willem dankbaar voor het vele werk wat
de brigade doet. Dat de 'Griend'
hoofdzakelijk uitvaart voor het redden
van surfers, wimpelt hij af als onzin. Van
de 71 acties vorig jaar, waren er slechts
15 surferteddingen. De rest was hulp aan
recreatie- en beroepsvaart. Tweederde
van de acties vindt plaats op de
Grevelingen, éénderde op zee. De
bemanning is bij actie voorzien van
overlevingspakken, uitgerust met een
drijflichaam en een reddingvest. In elk
overlevingspak zitten tevens nog
reddingmiddelen, zoals o.a.
handstakellichten, die in geval van nood
door de redder gebruikt kunnen worden.
De bemanning oefent minimaal eens per
maand met de reddingboot en volgt
regelmatig cursussen.
Duitsers
Het zal een jaar of vijf geleden zijn,
vertelt Willem, dat de bemanning van de
'Griend' op een avond werd opgepiept,
daar er door een voor de kust varend
jacht, een rode lichtkogel was
waargenomen. Na een urenlange
zoekactie, welke niets opleverde, keerde
inmiddels reeds onderweg was.
Na een urenlange zoektocht viste een
helikopter uiteindelijk, een heel eind de
zee op, één van de Duitsers uit het water,
die er zeer slecht aan toe bleek te zijn en
direct werd overgevlogen naar het
ziekenhuis te Goes. Nadat nog geruime
tijd zonder resultaat gezocht was naar de
andere drenkeling, werd de actie
afgeblazen.
Later spoelde deze persoon levenloos
aan op het strand bij Duinkerken.
Het jacht was totaal kapot geslagen toen
het aan de grond liep en het was dan ook
niet verwonderlijk dat de
vuurtorenwachter geen boot, maar wél
mensen signaleerde op de zandplaat, wat
een vreemde gewaarwording is. In totaal
had men, zoals later bleek, 12 rode
lichtkogels verschoten, waarvan er
slechts één is gesignaleerd. Na ongeveer
24 uur in touw te zijn geweest, keerde de
'Griend' weer terug naar Ouddorp.
Betrokkenheid
De huidige schipper van de 'Griend' is
Willy Flohil, die vanaf 1988 het roer
overgenomen heeft van zijn broer Jan.
Jan Flohil kwam in 1973 bij de
reddingmaatschappij. Als kind was hij
altijd al bij het water te vinden en hij
zegt er zelf van: "Ik ben als het ware op
het strand geboren". Na verschillende
jaren als stuurman op de grote vaart
gevaren te hebben, zocht hij vanwege
omstandigheden de wal op en 'runde'
jaren een strandtent te Ouddorp. In die
hoedanigheid zag hij regelmatig de
reddingboot uitvaren en besloot
uiteindelijk Maart Bezuyen -die destijds
schipper was- eens aan te klampen, of er
niet een plaatsje open was en dat bleek
het geval. Jan heeft zich vanaf die tijd
met heel z'n hart ingezet voor het
reddingwerk. In 1978 werd hij schipper.
Vanwege het bereiken van de 55-jarige
leeftijd moest hij in 1988 z'n functie
neerleggen. "De dacht daar kom ik nooit
overheen, want het reddingwerk
betekende alles voor me. Toch is het
meegevallen. In die tijd werd ik
beheerder van 'Dorpstienden' en dat gaf
veel werk, waardoor ik de reddingboot
niet zo miste."
Jan heeft, gedurende zijn tijd bij de
reddingmaatschappij, op de snelle
reddingboot de 'Griend' gevaren. Als
lijn eerst in het water zakken, alvorens je
hem beet kon pakken. Men probeerde
natuurlijk om je de lijn te laten
vastpakken als die nog geladen was en
dan sprong je wel twee meter de lucht in.
Verschrikkelijk!" Onder het vertellen
schiet hem nog een leuke gebeurtenis te
binnen. "We hebben hier een
wippertoestel. Met een kanon kan je
vanaf de wal een lijn overschieten naar
een schip dat in nood zit vlak voor de
kust. Langs die lijn kunnen dan de
schipbreukelingen in veiligheid gebracht
worden. We hadden losse zakjes met
kruit om het kanon te kunnen laten
schieten. Tijdens een oefening loopt Paul
Bezuyen met zo'n zakje naai het kanon
en laadt deze. Het zakje was echter kapot
en er was een heel kruitspoor ontstaan op
de grond. Paul staat te kijken hoe het
kanon tot ontploffing wordt gebracht,
heeft intussen z'n sigaret op en gooit
hem achteloos op de grond. Whoemmm!
Z'n broek werd hem bijna van het lijf
gerukt, 't Is een wonder dat hij niets
overkomen is, maar we hebben vreselijk
gelachen!"
In de beginjaren was de 'Griend' met
bemanning een gewilde gast op allerlei
festiviteiten. Zo is men in heel wat
havens geweest tijdens havendagen,
braderieën, etc. Men deed dat graag,
mede omdat men daarmee ook het werk
van de reddingmaatschappij onder de
aandacht van het publiek bracht. In 1976
is Jan samen met broer Willy op eigen
kosten naar Engeland geweest om daar
eens te kijken hoe men bij de R.N.L.L
met de snelle boten werkte.
Acties
Datje met de 'Griend' overal kan komen
bewees wel de actie op 3 januari 1977.
Een jong doktersgezin uit Rotterdam,
bestaande uit de 33-jarige dokter met
zijn 29-jarige vrouw en twee kinderen
van 7 en 9 jaar, wordt tijdens een
wandeling in het natuurgebied 'De
Kwade Hoek' overvallen door de vloed,
die zeer snel opkwam en mede versterkt
werd door de storm die er op dat moment
woedde. Het gezin stond uiteindelijk op
een duintopje, omgeven door water waar
men niet doorheen kon waden. Enkele
boeren hadden het voorval zien gebeuren
en sloegen alarm. Een reddingpoging
met een vissersboot mislukte en ook 'de
Zeemanspot' moest het af laten weten.
omdat het te ondiep water was. Na ruim
drie uren werd het gezin in veiligheid
gebracht door de 'Griend', die vanwege
z'n geringe diepgang op de plaats des
onheils kon komen. "Een vreemde
gewaarwording", zegt Jan, "Je zat op een
gegeven moment midden tussen de
duinen. Ik heb zoiets nooit meer
meegemaakt."
Vele keren is Jan ook betrokken geweest
bij acties waarbij doden te betreuren
waren. Zo herinnert hij zich nog goed de
I9e maart 1979, toen drie mensen op zee
verdronken. Een 22-jarige man was met
z'n 20-jarige verioofde en z'n broertje
van 11 jaar op zondagmorgen naar
Ouddorp gekomen om op zee te gaan
vissen. In de namiddag stond de auto met
trailer nog steeds onbeheerd op de
Brouwersdam. De politie werd ervan in
kennis gesteld, die de 'Griend' verzocht
een zoekactie te houden. Van omstreeks
half zeven tot over acht uur zocht men de
zee af, zonder enig resultaat. Even later
voer 'de Zeemanspot' uit die eveneens
niets vernam van de boot noch z'n
opvarenden. Ook werden de
reddingboten 'Pres. Jan Leis' uit Burgh
Haamstede en de 'Koningin Juliana' uit
Hoek van Holland, samen met enkele
vaartuigen en een helikopter van de
Marine bij de zoekactie ingezet. Een
fregat van de Marine vond uiteindelijk 's
maandagsmorgens het stoffelijk
overschot van het jongetje. Het ingezette
vliegtuig vond korte tijd later het bootje,
wat lek geslagen bleek te zijn. De andere
twee moesten als vermist worden
beschouwd. "Hoewel je er regelmatig
mee te maken krijgt, vind ik het steeds
weer aangrijpend", zegt Flohil.
Redders redden redders
Dikwijls gebeuren de ongelukken door
onbekwaamheid van de mensen. "Je
staat er versteld van hoe mensen de zee
opgaan", vertelt Jan. "Zo werden we
eens opgepiept door de toren dat er
ergens voor de kust een bootje lag wat in
moeilijkheden verkeerde. Positie was
niet exact bekend. Wij zoeken natuurlijk.
Het was gissen, want het was mistig
weer en een plaatsbepaling hadden we
niet. Uiteindelijk na lang zoeken vonden
we ze. Het bleken Belgen te zijn, die met
hun bootje stillagen en zo te zien was er
niets aan de hand. "Ons kompas deugt
niet", gaf de schipper aan. "Ik durf zo
niet verder te varen." Zeekaarten bleken
ze wel te hebben. Ik had al gauw in de
gaten, dat er niets aan dat kompas
mankeerde, ze wisten gewoon totaal
niets van varen af, dus helemaal al niets
van zeekaarten en kompassen."
In oktober 1983 werd door de redding-
ploeg van Ouddorp experimenten
genomen met een Ultra Licht vliegtuigje.
De maatschappij dacht op deze wijze de
veel voorkomende grootschalige, dure
zoekacties te kunnen beperken. De
'luchtbrommer' bleek uiteindelijk toch
geen succes te zijn en het experiment
werd stopgezet.
Wat Jan niet licht vergeet is de hulp aan
collega redders. Op 7 oktober 1982 hield
de 'Griend' gezamenlijk een oefening
met de 'Tuimelaar' uit Cadzand, de
'Bruinvis' uit Terheijden en de 'Dolfijn'
uit Burghsluis, allen snelle reddingboten.
Van de gezamenlijke actie zou een
reportage gemaakt worden. Vanaf 'De
Zeemanspot' werden de snelle boten op
de gevoelige plaat vastgelegd. Nog
tijdens de oefening verslechterde het
weer en kwam er een zware onweersbui
opzetten. Nadat de reportage was
afgerond, was er voor de deelnemende
bemanningen een etentje in een horeca
gelegenheid aan de Ouddorpse haven.
Schipper A. Roon van de 'Dolfijn' zag
echter hoe het weer steeds slechter werd.
De wind trok aan tot kracht 7 met
uitschieters naar 8. De regen viel
gestadig neer en deed het zicht
aanzienlijk verminderen. Op zijn
aandringen werd het gezellig samenzijn
afgebroken en ieder keerde huiswaarts.
De 'Dolfijn' en de 'Tuimelaar' voeren
met elkaar mee. In het Brouwershavense
Gat stond een wilde zee die de boten ruw
MOTORPECH
OP HET WATER
KAN GROTE
GEVOLGEN HEBBEN.
NEEM UW
VOORZORGEN.
op en neer deed dansen. Om vanuit hei 1
Brouwershavense Gat het Krabbegat inl
te varen oriënteerde de bemanning van
de 'Dolfijn' zich altijd op de vuurtoren
Westschouwen. Het vaargebied voor
deze kust was dusdanig -dichtbij lag de 1
grote zandplaat de Banjaard- dat men
met zorg de juiste vaargeul moest zien il
te varen. Door het weer kon men pas na|
enige tijd zoeken de vuurtoren
onderscheiden. Men begon de boot in dJ
juiste positie ten opzichte van de toren tl
manoeuvreren, teneinde de vaargeul in tl
kunnen varen. De 'Dolfijn' werd
plotsklaps door een breker de hoogte in 1
geduwd en kwam even later met een
klap weer op het water terecht.
Onmiddellijk daarna perste de woeste
zee zich onder de kiel van de ranke
reddingboot samen. De boot werd
rechtstandig omhoog geduwd, kreeg een|
zee achter in het schip en sloeg om. De
drie bemanningsleden sloegen
overboord. De 'Tuimelaar' was niet in
staat om te helpen, de handen vol
hebbend aan zichzelf. Ook één van hun
bemanningsleden sloeg overboord,
welke echter al vrij gauw weer kon
worden opgepikt. De 'Tuimelaar' zag
wel kans alarm te slaan op de marifoon.
Schipper Roon liet zich door de brekers
over de Banjaard heen sleuren, zich
vasthoudend aan de reddingboot. Ook de|
twee andere bemanningsleden kwamen
zonder ongelukken op deze wijze door
de branding heen. Eenmaal door de
woeste zee op de Banjaard heen, zette
men de kantelzak in werking waardoor
de reddingboot weer normaal in het
water kwam te liggen en de bemanning
aan boord kon klauteren. De motoren
deden echter niets meer en ook de radio
had het opgegeven. Zo'n driehonderd
meter uit de kust ging men voor anker.
Op het alarm van de 'Tuimelaar' gingen
'De Zeemanspot' en de 'Griend' varen
en ook de tweede reddingboot van
Burghsluis 'President Jan Leis' voer uit.
Door een misverstand werd door de
'Tuimelaar' op een gegeven moment vial
de radio bericht gegeven dat de
bemanning van de 'Dolfijn' op het strand|
zat, waarop de collega reddingboten
omkeerden en terug voeren naar hun
basis. De 'Griend' arriveerde weer bij de|
Brouwersdam, de bemanning ging van
boord en reed met de truc met trailer
naar het strand bij Renesse om de
bemanning van de 'Dolfijn' op te
pikken. Schipper Jan Flohil zette de
'Griend' op het strand. Net aan de wal
gekomen, vernam hij middels de radio
dat de bemanning van de 'Dolfijn' toch
nog op de boot zat en voor anker voor de
kust lag omdat de motoren het niet meer
deden. Jan was echter nu maar alleen -de
rest van de bemanning was inmiddels al
met de truc vertrokken naar Renesse- en
kon dus zo niet uitvaren. De op de
Brouwersdam staande patatboer wilde
wel helpen en samen brachten ze de
'Griend' weer in het water en voeren
door een wilde zee naar de plaats des
onheils. Het was verschrikkelijk slecht
weer en er stond een hoge golfslag. Toen
Jan al een behoorlijk eind onderweg was.
vernam hij dat de 'Dolfijn' met haar
bemanning inmiddels behouden op het
strand was aangekomen. Voor de tweede
keer draaide hij om en keerde terug naar
Ouddorp. Een normale landing bleek niet
mogelijk, zodat Jan gewacht heeft op een
hoge zee om de boot op het strand te
zetten.
De bemanning van de 'Dolfijn' is veilig
aan de wal gekomen. Vuurtorenwachters
zagen de boot liggen maar konden geen
contact met de bemanning krijgen. De
radio van de 'Dolfijn' deed het niet en
armseinen werden niet begrepen.
Uiteindelijk probeerde men zwemmend
de reddingboot te bereiken, wat pas bij
de tweede poging gelukte. Van de
torenwachter kreeg de bemanning te
horen dat er hulp onderweg was en dat
men de boot naar het strand moest laten
drijven. Dat gebeurde en even later
stonden de drie redders behouden aan de
wal, waar korte tijd daarna de truc met
trailer van de 'Griend' arriveerde om
bemanning en reddingboot naar huis te
brengen.
Henk Koppelaar
Volgende week:
'De Zeemanspot' al bijna
25 Jaar een 'redder' in nood.
v^
Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij.
Voor 130,- bent u donateur. Postbank 26363.
Telefoon 0255-520501.