KNRM Biz. 2 EILANDEN-NIEUWS VRIJDAG 22 AUGUSTUS 19 Hemelvaartsdag 1983. Aanvankelijk begint de dag met mooi weer, maar geheel onverwacht barst aan het begin van de middag een verschrikkelijk noodweer los. De op het water verke rende surfers en plezierjachten worden door het weer overvallen. De beman ning van de 'Griend' wordt al spoedig door de vuurtoren opgepiept... "surfer in moeilijkheden op de Noordzee". Kwart over één is de reddingboot op weg naar de in nood verkerende sur fer. Het is verschrikkelijk weer. De windkracht bereikt zo nu en dan ork aankracht en de hoge zee maakt het de 'Griend' niet gemakkelijk. Enorme zeeën komen over de boot heen, zodat de redders meer onder dan boven water vertoeven. De surfer wordt al gauw gevonden en in slechte toestand aan de wal gebracht, waar de politie inmiddels de noodzakelijke medische hulp heeft laten oproepen. "Het was me wel een middag", herinnert Jan Flohil -destijds schipper van de 'Griend'- zich. "Iedereen werd verrast door het noodweer!" Nauwelijks was de reddingboot aan de wal, of men kreeg bericht dat er weer surfers in moeilijkheden waren, nu op de Middelplaat. In zéér zwaar weer werd de reis gemaakt. De wind gierde over het water en de golven sloegen met geweld tegen de snelle reddingboot aan. Het zicht was soms maar enkele meters. Water en lucht waren voor het oog dikwijls één geheel. Na een klein half uur tevergeefs gezocht te hebben, werd de terugreis aanvaard. Aan de wal gekomen bleek dat alle vermiste surfers terecht waren. Tegen drie uur kwam er op de marifoon een bericht door, dat op de Grevelingen een jacht was gekapseisd. De Rijkspolitie te water had op dat moment geen boot beschikbaar, zodat de bemanning van de 'Griend' in no time de reddingboot uit de Noordzee haalde en lanceerde in de Grevelingen. De twee 50 pk motoren werden op vol vermogen gezet. De boot scheerde met een enorme snelheid over het water. Om drie uur kwam men op de plaats des onheils, aan de zuidkant van de Hompelvoet. Bij het langszij komen braken de kabels naar de motoren, waardoor er maar één motor meer bruikbaar was. De twee dames, die op het jacht waren, werden door de bemanning van de 'Griend' aan wal gebracht. De motor van de reddingboot bleek niet eenvoudig te repareren te zijn, zodat de thuisreis werd aanvaard. Om vijf uur was de boot met z'n bemanning weer terug in de loods. Snelle boot "Door de jaren heen gaat de reddingmaatschappij steeds meer over op de aanschaf van snelle boten", zegt Willem van Sighem, bemanningslid en tevens PR medewerker van de reddingpost Ouddorp. Ouddorp werd in 1972 voorzien van een dergelijke boot. De toen in gebruik zijnde motorreddingvlet 'Prinses Marijke' werd verplaatst naar Breskens en de Zodiac rubberboot, die men had voor het uitvoeren van snelle reddingen op korte afstand, werd uit de vaart genomen. De afsluiting van de zeegaten had destijds voor de reddingmaatschappij grote consequenties. Vanaf het Haringvliet tot aan de Westerschelde ontstond een kusdijn van ca. 40 mijl, zonder een mogelijke uitvalbasis voor de reddingboten. Ook de post Ouddorp werd van open zee afgesloten. De reddingmaatschappij bedacht naar Engels voorbeeld, een bruikbare oplossing, die door de jaren heen een goede zet bleek te zijn geweest. De 'Griend' deed zijn intrede! Deze 6,5 meter lange en zéér snelle reddingboot is van het type Atlantic 21, ontwikkeld in Engeland en daar reeds jaren in gebruik bij de Engelse reddingmaatschappij R.N.L.I.. Deze zusterorganisatie zorgde dan ook voor de levering van de boot. De 'Griend' heeft een polyester casco met, om de contouren van de boot, een opgeblazen rubberen ring. Deze verhoogt het drijfvermogen en daardoor ook de veiligheid. De originele motoren uit Engeland werden omgebouwd en ook aan de boot is veel 'gesleuteld' om deze beter geschikt te maken voor het gebruik in onze wateren. Inmiddels is de oorspronkelijke reddingboot reeds jaren vervangen door één van hetzelfde type, welke ook weer de naam 'Griend' draagt. Twee jaar geleden is de boot in revisie geweest en toen weer voorzien van de motoren die men in Engeland ook gebruikt. De motoren zijn trimbaar, zodat ze bij geringe diepte elektrisch naar boven kunnen worden gebracht en toch hun werk nog kunnen verrichten. De twee motoren van ieder 70 pk, stuwen de boot gemakkelijk met een snelheid van 60 km/u door het water, bij ideale omstandigheden. Daardoor kan men snel op de plaats des onheils komen. Willem: "Dat is erg gunstig, want dikwijls raken de drenkelingen onderkoeld. Des te eerder wij ter plaatse zijn, des te meer kans op overleving heeft de drenkeling." Uitrusting Aanvankelijk was de boot niet uitgerust met een zgn. kantelzak. Die is er pas later opgebouwd. Achter op de boot is daarvoor een verhoging gemaakt, waarop een opblaasbare rubberen zak is bevestigd. Wanneer de boot omslaat, slaan automatisch de -waterdichte motoren af en gaat er verlichting in de boot branden. Allereerst wordt dan bezien of alle redders zich onder de boot bevinden. Op bevel van de schipper gaat men gelijktijdig onder de tube door -de opgeblazen rubberen ring-, en probeert men naast de boot te komen. Aan de achterzijde zit een handel waarmee de kantelzak in werking gesteld kan worden. Indien deze handel wordt omgezet, wordt uit een cilinder lucht in de zak geblazen, waarna de boot uit zichzelf omdraait. Vervolgens kan de bemanning weer aan boord klauteren. De reddingboot is voorts voorzien, naast allerlei kleine materialen, van een vloeistofkompas, een dieptemeter, een marifoon, een radioverbinding op de 26 Mhz band voor de sportvisserij en het GPS systeem (satelliet navigatiesysteem). De 'Griend' staat sinds 1994 gestationeerd in het boothuis 'Evert van der Eist' aan de Stoofweg. Dit boothuis is gefinancierd door mevrouw J. van der Eist-Pol uit Amsterdam -voor ingewijden Tante Jo- die de reddingmaatschappij een warm hart toedraagt en deze regelmatig voorziet van geldelijke steun. Het onderkomen is genoemd naar haar overleden echtgenoot. Ook de huidige boothuizen van 'De Zeemanspot' en de 'John Stegers' te Stellendam zijn mede met haar financiële steun gerealiseerd. de bemanning naar huis terug. In de vroege morgenuren zag de vuurtorenwachter van Haamstede bij het beklimmen van de toren, mensen lopen op een zandbank in zee. Het weer was slecht en er stonden hoge golven. Onmiddellijk sloeg hij alarm. Samen met de 'De Zeemanspot' en de 'Koningin Beatrix' rukte de 'Griend' uit om hulp te bieden. Voor de kust van Burgh Haamstede zocht men de zee af Dat was niet gemakkelijk want vanwege de hoge golven en de enorme branding was het zicht erg slecht. Uiteindelijk zag de 'Koningin Beatrix' twee personen op een plaat staan, welke aan boord werden genomen. Het bleken opvarenden te zijn van een Duitse zeilboot, die van de Roompotsluizen op weg was naar Stellendam. Vermoedelijk heeft men lichtopstand O.S. 14 voor de kust van Burgh Haamstede, aangezien voor de vuurtoren van Ouddorp en daar op af gekoerst. Vervolgens liep men ter hoogte van de lichtopstand aan de grond. Uit informatie van de geredden bleek dat er nog twee personen aan boord van het jacht hadden gezeten. Deze twee mensen hadden besloten om, gezien de geringe afstand tussen de zandplaat en de kust, naar de kust te zwemmen om hulp te gaan halen, niet wetende dat die ------------------------------------------------------- ^^- „n.teti van de Koninklijke Nederlandse ReddinX Dit is de vierde aflevering van een artikelenreeks over de '■^""'"*r de 'Griend' en Willem van Sighem, p' Maatschappij (KNRM) op de kop van Goeree. Jan Flohil, oud-schipper reddingboot 'Griend'. Ze nemen u mi medewerker van de Ouddorpse reddingpost, vertellen in dit artikel over met verschillende reddingacties die in de achterliggende jaren zijn gepasseera. eerste bemanningslid onderging hij destijds de kantelproef, wanneer men zittend op de boot onderste boven gaat en middels de zgn. kantelzak de boot weer in z'n normale positie moet krijgen. Hij weet als geen ander dat de boot uitermate geschikt is voor het reddingwerk. Door de snelheid is men gauw ter plaatse en vanwege de geringe diepgang kan men bijna overal komen. Daar men in de beginjaren nog geen eigen truc had, werd het transport verzorgt door de terreinwagen van Jan zelf. In 1974 oefende men voor het eerst met de Marine Luchtvaartdienst op het opsporen van drenkelingen en het redden daarvan. "Dat was altijd oppassen", zegt hij. "Men probeerde je altijd een loer te draaien. De katrol van de lijn die neer werd gelaten, bevond zich net onder de rotoren. Deze lijn gebruikt men om personen omhoog te takelen, etc. Door de voortdurende draaibeweging van de rotoren raakte de stalen lijn elektrisch geladen. Om deze te ontladen liet men de De 'Griend' staat op een trailer, die destijds speciaal is vervaardigd door smid van Damme en vandaag de dag nog steeds de reddingboot op de plaats van bestemming brengt. De trailer wordt getrokken door een Unimog, een terreinwagen die uitermate geschikt is voor het rijden in de duinen en op het strand. Voor acties op zee lanceert men de boot vanaf de Brouwersdam en moet men op de Grevelingen in actie komen, dan gebruikt men een trailerhelling bij de haven van Ouddorp. Groot belang De bemanningen van de reddingboten van Ouddorp en Stellendam worden opgeroepen via piepers door de kustwachtpost Ouddorp (vuurtoren). "Deze is voor ons van heel groot belang", benadrukt Willem. "Juist doordat we hier een bemande vuurtoren hebben -met plaatselijk bekende vuurtorenwachters-, die tevens onze alarmcentrale is, kunnen diverse situaties veel beter worden ingeschat dan elders in den lande. Wij zijn volgens mij de enige die via een kustwachtpost alarm krijgen. Elders gaat dat meestal via de alarmcen trale van de brandweer. We zijn er ontzettend blij mee dat het hier zo kan. Ook bij de acties zelf hebben we veel voordeel van de toren. Op de radar ziet de torenwachter dikwijls het object waar wij naar zoeken en dan loodst hij ons er naar toe. Het is dan ook niet voor niets dat de KNRM, toen enige jaren geleden de regering, uit bezuinigingsoverwegingen, over wilde gaan naar onbemande vuurtorens, heeft aangedrongen op het bemand houden van de toren van Ouddorp." Het aantal acties stijgt ieder jaar. Waren er begin tachtiger jaren slechts enkele meldingen per jaar, door het explosief toenemen van de recreatie steeg dit aantal tot een record van 71 vorig jaar. Ook in 1997 is de 'Griend' er al ruim 30 keer uit geweest. De drukste tijd is in voor- en najaar. Dan gebeuren de meeste incidenten. Voor hulp- en reddingacties nabij het strand, draagt 's zomers de Ouddorpse Redding Brigade zorg. Deze brigade wordt dikwijls verward met de Redding Maatschappij, maar is een op zichzelf staande organisatie, die met name in de zomermaanden waakt over de veiligheid van badgasten en andere watertecreanten nabij het strand. "Als zij er 's zomers niet waren, zouden we hele dagen in de reddingboot zitten", zegt Willem dankbaar voor het vele werk wat de brigade doet. Dat de 'Griend' hoofdzakelijk uitvaart voor het redden van surfers, wimpelt hij af als onzin. Van de 71 acties vorig jaar, waren er slechts 15 surferteddingen. De rest was hulp aan recreatie- en beroepsvaart. Tweederde van de acties vindt plaats op de Grevelingen, éénderde op zee. De bemanning is bij actie voorzien van overlevingspakken, uitgerust met een drijflichaam en een reddingvest. In elk overlevingspak zitten tevens nog reddingmiddelen, zoals o.a. handstakellichten, die in geval van nood door de redder gebruikt kunnen worden. De bemanning oefent minimaal eens per maand met de reddingboot en volgt regelmatig cursussen. Duitsers Het zal een jaar of vijf geleden zijn, vertelt Willem, dat de bemanning van de 'Griend' op een avond werd opgepiept, daar er door een voor de kust varend jacht, een rode lichtkogel was waargenomen. Na een urenlange zoekactie, welke niets opleverde, keerde inmiddels reeds onderweg was. Na een urenlange zoektocht viste een helikopter uiteindelijk, een heel eind de zee op, één van de Duitsers uit het water, die er zeer slecht aan toe bleek te zijn en direct werd overgevlogen naar het ziekenhuis te Goes. Nadat nog geruime tijd zonder resultaat gezocht was naar de andere drenkeling, werd de actie afgeblazen. Later spoelde deze persoon levenloos aan op het strand bij Duinkerken. Het jacht was totaal kapot geslagen toen het aan de grond liep en het was dan ook niet verwonderlijk dat de vuurtorenwachter geen boot, maar wél mensen signaleerde op de zandplaat, wat een vreemde gewaarwording is. In totaal had men, zoals later bleek, 12 rode lichtkogels verschoten, waarvan er slechts één is gesignaleerd. Na ongeveer 24 uur in touw te zijn geweest, keerde de 'Griend' weer terug naar Ouddorp. Betrokkenheid De huidige schipper van de 'Griend' is Willy Flohil, die vanaf 1988 het roer overgenomen heeft van zijn broer Jan. Jan Flohil kwam in 1973 bij de reddingmaatschappij. Als kind was hij altijd al bij het water te vinden en hij zegt er zelf van: "Ik ben als het ware op het strand geboren". Na verschillende jaren als stuurman op de grote vaart gevaren te hebben, zocht hij vanwege omstandigheden de wal op en 'runde' jaren een strandtent te Ouddorp. In die hoedanigheid zag hij regelmatig de reddingboot uitvaren en besloot uiteindelijk Maart Bezuyen -die destijds schipper was- eens aan te klampen, of er niet een plaatsje open was en dat bleek het geval. Jan heeft zich vanaf die tijd met heel z'n hart ingezet voor het reddingwerk. In 1978 werd hij schipper. Vanwege het bereiken van de 55-jarige leeftijd moest hij in 1988 z'n functie neerleggen. "De dacht daar kom ik nooit overheen, want het reddingwerk betekende alles voor me. Toch is het meegevallen. In die tijd werd ik beheerder van 'Dorpstienden' en dat gaf veel werk, waardoor ik de reddingboot niet zo miste." Jan heeft, gedurende zijn tijd bij de reddingmaatschappij, op de snelle reddingboot de 'Griend' gevaren. Als lijn eerst in het water zakken, alvorens je hem beet kon pakken. Men probeerde natuurlijk om je de lijn te laten vastpakken als die nog geladen was en dan sprong je wel twee meter de lucht in. Verschrikkelijk!" Onder het vertellen schiet hem nog een leuke gebeurtenis te binnen. "We hebben hier een wippertoestel. Met een kanon kan je vanaf de wal een lijn overschieten naar een schip dat in nood zit vlak voor de kust. Langs die lijn kunnen dan de schipbreukelingen in veiligheid gebracht worden. We hadden losse zakjes met kruit om het kanon te kunnen laten schieten. Tijdens een oefening loopt Paul Bezuyen met zo'n zakje naai het kanon en laadt deze. Het zakje was echter kapot en er was een heel kruitspoor ontstaan op de grond. Paul staat te kijken hoe het kanon tot ontploffing wordt gebracht, heeft intussen z'n sigaret op en gooit hem achteloos op de grond. Whoemmm! Z'n broek werd hem bijna van het lijf gerukt, 't Is een wonder dat hij niets overkomen is, maar we hebben vreselijk gelachen!" In de beginjaren was de 'Griend' met bemanning een gewilde gast op allerlei festiviteiten. Zo is men in heel wat havens geweest tijdens havendagen, braderieën, etc. Men deed dat graag, mede omdat men daarmee ook het werk van de reddingmaatschappij onder de aandacht van het publiek bracht. In 1976 is Jan samen met broer Willy op eigen kosten naar Engeland geweest om daar eens te kijken hoe men bij de R.N.L.L met de snelle boten werkte. Acties Datje met de 'Griend' overal kan komen bewees wel de actie op 3 januari 1977. Een jong doktersgezin uit Rotterdam, bestaande uit de 33-jarige dokter met zijn 29-jarige vrouw en twee kinderen van 7 en 9 jaar, wordt tijdens een wandeling in het natuurgebied 'De Kwade Hoek' overvallen door de vloed, die zeer snel opkwam en mede versterkt werd door de storm die er op dat moment woedde. Het gezin stond uiteindelijk op een duintopje, omgeven door water waar men niet doorheen kon waden. Enkele boeren hadden het voorval zien gebeuren en sloegen alarm. Een reddingpoging met een vissersboot mislukte en ook 'de Zeemanspot' moest het af laten weten. omdat het te ondiep water was. Na ruim drie uren werd het gezin in veiligheid gebracht door de 'Griend', die vanwege z'n geringe diepgang op de plaats des onheils kon komen. "Een vreemde gewaarwording", zegt Jan, "Je zat op een gegeven moment midden tussen de duinen. Ik heb zoiets nooit meer meegemaakt." Vele keren is Jan ook betrokken geweest bij acties waarbij doden te betreuren waren. Zo herinnert hij zich nog goed de I9e maart 1979, toen drie mensen op zee verdronken. Een 22-jarige man was met z'n 20-jarige verioofde en z'n broertje van 11 jaar op zondagmorgen naar Ouddorp gekomen om op zee te gaan vissen. In de namiddag stond de auto met trailer nog steeds onbeheerd op de Brouwersdam. De politie werd ervan in kennis gesteld, die de 'Griend' verzocht een zoekactie te houden. Van omstreeks half zeven tot over acht uur zocht men de zee af, zonder enig resultaat. Even later voer 'de Zeemanspot' uit die eveneens niets vernam van de boot noch z'n opvarenden. Ook werden de reddingboten 'Pres. Jan Leis' uit Burgh Haamstede en de 'Koningin Juliana' uit Hoek van Holland, samen met enkele vaartuigen en een helikopter van de Marine bij de zoekactie ingezet. Een fregat van de Marine vond uiteindelijk 's maandagsmorgens het stoffelijk overschot van het jongetje. Het ingezette vliegtuig vond korte tijd later het bootje, wat lek geslagen bleek te zijn. De andere twee moesten als vermist worden beschouwd. "Hoewel je er regelmatig mee te maken krijgt, vind ik het steeds weer aangrijpend", zegt Flohil. Redders redden redders Dikwijls gebeuren de ongelukken door onbekwaamheid van de mensen. "Je staat er versteld van hoe mensen de zee opgaan", vertelt Jan. "Zo werden we eens opgepiept door de toren dat er ergens voor de kust een bootje lag wat in moeilijkheden verkeerde. Positie was niet exact bekend. Wij zoeken natuurlijk. Het was gissen, want het was mistig weer en een plaatsbepaling hadden we niet. Uiteindelijk na lang zoeken vonden we ze. Het bleken Belgen te zijn, die met hun bootje stillagen en zo te zien was er niets aan de hand. "Ons kompas deugt niet", gaf de schipper aan. "Ik durf zo niet verder te varen." Zeekaarten bleken ze wel te hebben. Ik had al gauw in de gaten, dat er niets aan dat kompas mankeerde, ze wisten gewoon totaal niets van varen af, dus helemaal al niets van zeekaarten en kompassen." In oktober 1983 werd door de redding- ploeg van Ouddorp experimenten genomen met een Ultra Licht vliegtuigje. De maatschappij dacht op deze wijze de veel voorkomende grootschalige, dure zoekacties te kunnen beperken. De 'luchtbrommer' bleek uiteindelijk toch geen succes te zijn en het experiment werd stopgezet. Wat Jan niet licht vergeet is de hulp aan collega redders. Op 7 oktober 1982 hield de 'Griend' gezamenlijk een oefening met de 'Tuimelaar' uit Cadzand, de 'Bruinvis' uit Terheijden en de 'Dolfijn' uit Burghsluis, allen snelle reddingboten. Van de gezamenlijke actie zou een reportage gemaakt worden. Vanaf 'De Zeemanspot' werden de snelle boten op de gevoelige plaat vastgelegd. Nog tijdens de oefening verslechterde het weer en kwam er een zware onweersbui opzetten. Nadat de reportage was afgerond, was er voor de deelnemende bemanningen een etentje in een horeca gelegenheid aan de Ouddorpse haven. Schipper A. Roon van de 'Dolfijn' zag echter hoe het weer steeds slechter werd. De wind trok aan tot kracht 7 met uitschieters naar 8. De regen viel gestadig neer en deed het zicht aanzienlijk verminderen. Op zijn aandringen werd het gezellig samenzijn afgebroken en ieder keerde huiswaarts. De 'Dolfijn' en de 'Tuimelaar' voeren met elkaar mee. In het Brouwershavense Gat stond een wilde zee die de boten ruw MOTORPECH OP HET WATER KAN GROTE GEVOLGEN HEBBEN. NEEM UW VOORZORGEN. op en neer deed dansen. Om vanuit hei 1 Brouwershavense Gat het Krabbegat inl te varen oriënteerde de bemanning van de 'Dolfijn' zich altijd op de vuurtoren Westschouwen. Het vaargebied voor deze kust was dusdanig -dichtbij lag de 1 grote zandplaat de Banjaard- dat men met zorg de juiste vaargeul moest zien il te varen. Door het weer kon men pas na| enige tijd zoeken de vuurtoren onderscheiden. Men begon de boot in dJ juiste positie ten opzichte van de toren tl manoeuvreren, teneinde de vaargeul in tl kunnen varen. De 'Dolfijn' werd plotsklaps door een breker de hoogte in 1 geduwd en kwam even later met een klap weer op het water terecht. Onmiddellijk daarna perste de woeste zee zich onder de kiel van de ranke reddingboot samen. De boot werd rechtstandig omhoog geduwd, kreeg een| zee achter in het schip en sloeg om. De drie bemanningsleden sloegen overboord. De 'Tuimelaar' was niet in staat om te helpen, de handen vol hebbend aan zichzelf. Ook één van hun bemanningsleden sloeg overboord, welke echter al vrij gauw weer kon worden opgepikt. De 'Tuimelaar' zag wel kans alarm te slaan op de marifoon. Schipper Roon liet zich door de brekers over de Banjaard heen sleuren, zich vasthoudend aan de reddingboot. Ook de| twee andere bemanningsleden kwamen zonder ongelukken op deze wijze door de branding heen. Eenmaal door de woeste zee op de Banjaard heen, zette men de kantelzak in werking waardoor de reddingboot weer normaal in het water kwam te liggen en de bemanning aan boord kon klauteren. De motoren deden echter niets meer en ook de radio had het opgegeven. Zo'n driehonderd meter uit de kust ging men voor anker. Op het alarm van de 'Tuimelaar' gingen 'De Zeemanspot' en de 'Griend' varen en ook de tweede reddingboot van Burghsluis 'President Jan Leis' voer uit. Door een misverstand werd door de 'Tuimelaar' op een gegeven moment vial de radio bericht gegeven dat de bemanning van de 'Dolfijn' op het strand| zat, waarop de collega reddingboten omkeerden en terug voeren naar hun basis. De 'Griend' arriveerde weer bij de| Brouwersdam, de bemanning ging van boord en reed met de truc met trailer naar het strand bij Renesse om de bemanning van de 'Dolfijn' op te pikken. Schipper Jan Flohil zette de 'Griend' op het strand. Net aan de wal gekomen, vernam hij middels de radio dat de bemanning van de 'Dolfijn' toch nog op de boot zat en voor anker voor de kust lag omdat de motoren het niet meer deden. Jan was echter nu maar alleen -de rest van de bemanning was inmiddels al met de truc vertrokken naar Renesse- en kon dus zo niet uitvaren. De op de Brouwersdam staande patatboer wilde wel helpen en samen brachten ze de 'Griend' weer in het water en voeren door een wilde zee naar de plaats des onheils. Het was verschrikkelijk slecht weer en er stond een hoge golfslag. Toen Jan al een behoorlijk eind onderweg was. vernam hij dat de 'Dolfijn' met haar bemanning inmiddels behouden op het strand was aangekomen. Voor de tweede keer draaide hij om en keerde terug naar Ouddorp. Een normale landing bleek niet mogelijk, zodat Jan gewacht heeft op een hoge zee om de boot op het strand te zetten. De bemanning van de 'Dolfijn' is veilig aan de wal gekomen. Vuurtorenwachters zagen de boot liggen maar konden geen contact met de bemanning krijgen. De radio van de 'Dolfijn' deed het niet en armseinen werden niet begrepen. Uiteindelijk probeerde men zwemmend de reddingboot te bereiken, wat pas bij de tweede poging gelukte. Van de torenwachter kreeg de bemanning te horen dat er hulp onderweg was en dat men de boot naar het strand moest laten drijven. Dat gebeurde en even later stonden de drie redders behouden aan de wal, waar korte tijd daarna de truc met trailer van de 'Griend' arriveerde om bemanning en reddingboot naar huis te brengen. Henk Koppelaar Volgende week: 'De Zeemanspot' al bijna 25 Jaar een 'redder' in nood. v^ Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. Voor 130,- bent u donateur. Postbank 26363. Telefoon 0255-520501.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1997 | | pagina 4