een begaafd schilder die Koningin Wilhelmina leerde schilderen
Corn. V, d. Sluys die regelmatig het penseel-, maar ook de pen hanteert
heeft nevenstaand artikel geschreven nadat hij ontdekte dat van Louis
van Soest een schHderij hangt in het gemeentehuis van Middelharnis.
Prachtig i$ het te lezen hoe de gewone man ten paleize ontvangen werd
en z'n en/aringen daar verrukt te boek heeft gesteld, zelfs dat HM hem
als 'collega' heeft betiteld, heeft daar een plaatsje in gevonden, 't Moet
voor de man een prachtige belevenis zijn geweest!
Zif rT^^- ^-^ (donder
dag) heb Ik vanmorgen thuis gewerkt en
s middags wat m het Park geteekend. Ik
Cor
Biz. 2
EILANDEN-NIEUWS
VRIJIl
Louis van Soest
^»«5-9Me.^*r^»*i^wa.5»?^»«S^naJ?T^T
In ons moderne gemeentehuis in
Middelharnis hangt reeds sinds
jaar en dag een fraai schilderij van
de kunstschilder Louis van Soest
(1867-1948) die, oorspronlielijk
ingenieur, de aantrekkingskracht
van palet en penseel niet kon weer
staan en die in z'n loopbaan als
kunstschilder veel waardering
heeft geoogst. Hij behoorde tot de
nabloei van de Haagse School en
talrijk zijn dan ook de verstilde
winterse taferelen, soms het eerste
dooien van de sneeuw welke ook in
ons gemeentehuis prijkt op de
afdeling waar het archief is geves
tigd.
Het verstilde winterse landschap geeft
een wat ingetogen en behoudend coloriet
te zien welke door eigentijdse beoorde
laars worden omschreven als intiem en
gevoelig van karakter. Van Soest schil
derde met zorg het licht in zijn winter
landschappen die eenzaamheid en rust
uitstralen en de impressies van de soms
pas gevallen sneeuw werden op tentoon
stellingen dan ook alom bewonderd. Zijn
onderwerpen werden veelal in de omge
ving van zijn woonplaatsen zoals Laag
Soeren en Oosterbeek (waar de oude Bil-
ders (1811-1890) zijn machtige bossen
schilderde), Velp en Dieren geschilderd.
Er is echter een zijde van de kunstenaar
die veelal niet zo is belicht en wel de
leraar of mentor en raadgever in Van
Soest die ook, op haar eigen verzoek,
onze Koningin Wilhelmina die als schil
deres bekendheid heeft verworven maar
die ook nog van andere kunstenaars
zoals Frits Jansen, Willy Shuter, Arnold
Gorter, Albert Roelofs en Willem van
Konijnenburg, hulp en advies heeft ge
kregen.
Van Soest, gehuwd met Han Smit heeft
in een briefwisseling met thuis daar over
geschreven. Hij is inmiddels 45 jaar en
schildert dan al 31 jaar.
Als een gelukkig huisvader richt hij zich
in z'n brieven niet alleen aan zijn vrouw
maar ook aan zijn zoon Johan, de latere
Delftse professor Johannes Leendert van
Soest (1889-1993). Deze Johan, en later
diens dochter Viola hebben in 1995 het
archief over hun vader en grootvader,
Louis van Soest, aan het Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documentatie ge
schonken waarover Jhr. Drs. W. F. Rap-
pard een artikel heeft geschreven waar
van wij met zijn toestemming het nodige
mogen gebruiken.
Koningin Wilhelmina, beschermvrouwe
en werkend lid van diverse kunstenaars
verenigingen, nodigt Van Soest uit om
haar met raad en daad terzijde te staan en
medio augustus 1922 op het paleis Het
Loo te willen logeren om zodoende de
Koningin behulpzaam te zijn bij het schil
deren.
Hoe het in die dagen toe ging met logé's
op het paleis en hoe Hare Majesteit zich
met de kunstenaar onderhield komen we
te weten uit de brieven die Van Soest
naar huis schreef, leest u maar!
'Winter in de tuin'. doorH. M. Koningin Wilhelmina, in warme tinten geschilderd
(particuliere collectie)
(Paleis Het Loo, 8 augustus 1922)
„Even een woordje om je te vertellen,
dat ik hier in den besten welstand ben
aangekomen. Aan het station werd ik met
een hofauto afgehaald en ontvangen
door de heer Ruijsch.
Een heerlijk dejeuner stond in mijn zitka
mer op mij te wachten. Naast mijn zitka
mer bevindt zich aan den enen kant mijn
slaapkamer met badkamer en aan den
anderen mijn atelier, dus beter en rijker
kan ik het niet wenschen. Om drie uur
werd ik reeds door de koningin ontvan
gen en het gesprek, dat wij voerden was
buitengewoon huiselijk en prettig. Ik
voelde mij dan ook dadelijk op mijn ge
mak. De koningin is zelf druk aan het
schilderen en is er vol van. Na den ont
vangst gaf de koningin persoonlijk bevel
aan den heer Ruijsch om met mij een
autotocht te maken langs de verschillen
denten die zij aangaf en waar zij heeft
geschilderd"
Paleis Het Loo, 9 augustus 1922
„'s Morgens 7 uur opgestaan, ontbijten
op mijn salon. Een keurig ontbijt met
veel vruchten. Half negen uitgereden met
de hofauto. die steeds te mijner beschik
king staat en naar Leuvenum gereden,
waar ik tot twee uur heb gewerkt. Ik had
mijn twaalfuurtje bij me en maakte een
studie van een boerderij, een plekje dat
de koningin had aangewezen en waar ik
de vorige dag reeds met de adjudant, de
Heer Ruijsch was geweest. Twee uur
naar huis gereden gauw gewaschen en
omgekleed in jacket, want een half uur
later wenschte de koningin mij te spre
ken. Audiëntie van een halfuur.
Om half vier met den Heer Ruijsch per
auto een heerlijke tocht gemaakt naar
Garderen, Putten etc. en overal opge
houden op punten die de koningin had
aangewezen. Zes uur teruggekomen en
weer verkleed in rok om te dineeren aan
de maarschalkstafel met de hofhouding
(7 uur). Onmiddellijk na tafel, terwijl wij
nog bezig waren héél gezellig onze koffij
te gebruiken in een prachtige zaal, waar
in de haard een lekker vuurtje brandde,
kwam een adjudant om mede te delen,
dat de koningin om half tien mij wensch
te te ontmoeten en mij verzocht werd
mijn werk mede te nemen. Van half tien
tot twaalf uur ben ik bij de koningin
geweest. Een avond die ik nooit zal ver
geten en de Heer Ruijsch en Freule van
Pallandt de hofdame zeiden mij later dat
ze de koningin nooit zo opgewekt hadden
gezien. Eerst mijn werk besproken en
toen haalde de koningin op mijn verzoek
Van Soest in zijn atelier, circa 1935, als echte huisvader op zijn pantoffels (foto collectie RKD, Den Haag, archief Louis W. van Soest)
hare porte-feuille. Het ging er oprecht
huiselijk en gezellig toe, het was net of
ik op mijn atelier bezig was. Wat wij
allemaal besproken hebben vertel ik je
wel later. Om twaalf uur nog even bij de
Heeren wat gezeten en toen naar bed.
Vandaag (woensdag) heb ik op mijn ate
lier naast mijn salon gewerkt, omdat de
koningin gaarne zou zien, hoe ik van de
studie van de boerderij, een winter kon
maken. Ik heb dit dus vanmorgen ge
maakt. Om 1 uur aan de maarschalksta
fel koffij gedronken (een compleet diner).
Ik was gekleed in jacket. Onmiddellijk na
tafel kwam bericht dat ik bij de koningin
moest komen. Ik bracht de studie van de
vorige dag en de winter mede, zoodat de
koningin beide kon vergelijken. Ik moest
de koningin nog uitleggen hoe ik op car
ton schilderde en met één van mijn onge
bruikte cartons is de koningin dadelijk er
op uitgegaan om te schilderen. Ze treft
het niet, want het regent hard.
Vanmiddag ben ik op de thee gevraagd
en waarschijnlijk zal ik vanavond wel
weer bij de koningin moeten verschijnen.
Je ziet het H.M. is vol van het werk".
Paleis Het Loo, 11 augustus 1922
„Nu gauw iets over den dag van giste
ren, want er staat weer zoo'n prachtke-
rel voor mijn deur om mij mee te deelen,
dat de auto kwart over acht klaar zal
staan om mij in gezelschap van den Heer
von Heyden, de ordonnance-officier
naar de Ysel te brengen. Gisteren mor
gen half negen met de auto naar Leuve
num, even schoven geschilderd, veel
regen, dus telkens moeten ophouden. De
hofdame Barones van Pallandt was ook
meegegaan om te werken, ze schildert
ook aardig en is er dol op. Ik ben aan het
werk gebleven tot 4 uur 's middags. Toen
naar huis, gauw verkleed, om half 5 in
het Park thee tot 5 uur, toen met Barones
van Pallandt in het Park geteekend tot
halfzeven. Gauw in rok, om 7 uur gedi
neerd met gasten o.a. Baron Bentinck,
een alleraardigste man, stalmeester etc.
Na het diner om half tien bijeenkomst en
een kaartje. Ik zat tusschen Meneer van
Hardenbroek en Mevrouw van Wasse
naar en wij hebben buitengewoon gezel
lig de avond gepasseerd. Ik was op mijn
praatstoel en voor mijn doen nogal grap
pig, zodat de dames braaf gelachen heb
ben. Ik vergat te vertellen dat ik onmid
dellijk na het diner bij de koningin moest
komen die mij weer wenken vroeg voor
het schilderen buiten. Ik denk dat ik mor
gen (zaterdag) met H.M. buiten zal wer
ken".
Paleis Het Loo, 14 augustus 1922
„Dadelijk na het noenmaal kreeg ik de
boodschap, dat HM mij om half drie
wachtte om in gezelschap van de hofda
me Freule van Pallandt per auto naar
buiten te rijden om ergens te schilderen.
Daar de koningin het geheel aan mij
overliet om de plek uit te zoeken, reden
wij naar Leuvenum waar ik bekend ben.
In de auto reeds ontspon zich een druk
gesprek met de koningin over het schil
deren. Echt, een hoogstaangenaam en
prettig discours, waarin ik mij geheel
kon geven. In Leuvenum zocht ik een
plek op en op verzoek van de koningin
heb ik een paar oude schuren geschil
derd, terwijl de koningin achter mij op
een schildersstoeltje zat en freule van
Pallandt iets verder ook tekende.
Onder het schilderen sprak de koningin
voortdurend met mij over alles en telkens
als ik een gelukkige kleur opzette, zeide
HM: „Goed, heel goed, het is wel heel
prettig U te zien schilderen". Dit heeft ze
in het paleis ook aan de Hofdames ver
teld. Ik werkte gemakkelijk, spelender
wijs en voelde mij zeer op mijn gemak
ofschoon ik liever iets zou hebben ge
schilderd wat in mijn lijn ligt. Enfin het
ging goed! Een uur later zeide de konin
gin: „Nu ga ik voor U een kopje koffij
inschenken, blijft Ugerust doorwerken".
De hofdame moest ook blijven zitten en
persoonlijk heeft de koningin mij een
grote kroes met koffij gebracht met sand
wiches en fruit. Denk eens aan die een
voud, bediend door de koningin. Na een
uur was ik gereed of liever ik zeide dat ik
de rest wel thuis kon afmaken, want ik
merkte dat de koningin zat te popelen om
ook eens wat te werken. Ik heb toen ach
ter de koningin gezeten en zo nu en dan
het palet overgenomen om het voor te
doen, dus ook heel gewoon, zoals ik dit
deed met mijn leerlingen. Ik moet deze
brief nu eindigen want de adjudant komt
mij halen om de koninklijke stallen te
zien. Om 1 uur genoenmaald en
daarna met de auto naar Gortel om een
oud vrouwtje op te zoeken, waarover de
koningin had gesproken en die ik zou
schilderen. Dus morgen plotseling aan
het figuur (je moet hier van alles kun
nen). Ik had eigenlijk liever gewoon
landschappen geschilderd, maar ik kan
moeilijk anders"
Herman Mees. Portret H. M. de Koningin, schilderij 84
dan mijn slaapkamer binnen en maakt in
mijn badkamer mijn bad klaar. Eiken
morgen precies het zelfde liedje. Ik moet
dus of ik wil of niet uit de veren, maar
het is nodig ook, want de koningin is
zeer matineus en men kan nooit weten of
ze mij niet laat roepen om heel vroeg uit
te rijden ten einde ergens een vroege
morgennevel te schilderen. Gisteravond
was ik bij de koningin om half negen ge
vraagd, het onderhoud duurde tot tien
uur. De koningin liet weer veel werk zien
o.a. nachten, waar ze mee dweept. Ze
spraak weer over dien maannacht (die
van ons) welke in Pulchri had gehangen.
Ik geloof dat dit ding alleen de aanlei
ding is geweest, dat de koningin mij te
logeren heeft gevraagd.
Ik bracht de laatste studies mee en de
koningin zeide telkens: ,Als ik zóó vlug
kon werken en zulk mooi resultaat kon
bereiken, dan zou ik het heerlijk vinden".
Tusschen twee haakjes, de koningin
spreekt over mij met haar hofdames van
'collega' en noemt zich zelf 'leerling'.
Het was een buitengewone avond, die ik
gisterenavond met de koning mocht
doorbrengen. HM was erg opgewekt en
druk en vroeg mij van alles. Zij zeide mij
op een mislukte tekening wijzend: „Deze
teekening is mislukt, maar dat komt
omdat ik toen ontstemd was en zulken
buien heb ik wel meer". Maar daarvan
heb ik tot heden niets gemerkt, integen
deel, de koningin is voor mij meer dan
vriendelijk! Nu even over hetgeen ik gis
teren heb uitgevoerd,
's Morgens acht uur moest ik dadelijk op
mijn atelier aan het werk, om iets aan de
studie te doen, die ik maandag had ge
maakt in Gortel. Ik weet niet of ik je
schreef dat het oude vrouwtje ongesteld
was en daarom niet kon poseeren. Ik heb
toen twee studies gemaakt van haar hutje
en van een korenveld daar achter.
Na het bezoek van de heer Von Steyn'
J. A. van Steyn, rentmeester en intendant
van Paleis en Domein Het Loo), kwam
de auto voor en heb ik met de adjudant
getoerd. Ik ontmoette de koningin met de
Princes, die in een allerliefst klein
wagentje door een ponnij getrokken in
een der laanen reed. Onze auto stond te
voren stil en wij stonden met het hoofd
ontbloot recht op. Toen de koningin mij
voorbij kwam riep zij hard op, met de
zweep groetende: ,,Dag meneer van
Soest", en de Princes lachte mij vriende
lijk toe. De Princes zag er in haar witte
jurkje en de groote strooien hoed met
witte bloem allerliefst uit. Na het dejeu
ner, of liever noenmaal heb ik mij gauw
verkleed en reed met de auto naar Gor
tel, naar het oude vrouwtje. Ik heb haar
binnen geschilderd, daar zij het buiten te
koud vond. Het woei dan ook nog al.
Jammer, liever deed ik het buiten, maar
dit interieur is toch ook wel heel typisch.
De koningin had mij gisterenavond
gevraagd of ze mocht komen, als ik aan
het werk was en nu zal ze heden middag
met mij naar Gortel gaan
Paleis Het Loo, 16 augustus 1922
„'t Is nu acht uur en heb ik reeds mijn
ontbijt gebruikt. Je zult wel lachen als je
hoort, dat ik eiken morgen om 7 uur
wordt gewekt. De kamerdienaar komt
Paleis Het Loo, 18 augustus 1922
,,Ik ging om drie uur naar het oude
vrouwtje. De koningin kwam om 5 uur
naar mijn werk zien en verzocht mij in
haar auto te stappen om naar Vierhouten
te gaan. Daar stapten wij uit en wandel
den over de heide naar Elspeet, een wan-
de/mg van 2 uur. en flink doorgestapt
hoor! In Elspeet wachtte weer de auto en
om half acht thuis. Ik verzocht op mijn
kamer te mogen eten, daar ik 's avonds
half negen op de thee bij den intendant
had een beetje hooft
over. Morgen ga ik i
uur buiten in Gortel
het laatst".
Aan het eind van 1
bleef Van Soest no]
Het Loo maar daar
verplichtingen had w
ondanks aandringen
om langer te blijven.
Van Soest echter ach
bij afwezigheid van
keren naar zijn eige
ving mede daar hij
opkomende steenpui
Dat Wilhelmina He
Koningin der Neder
Oranje-Nassau, Her
burg, geboren op 3
Den Haag en overlec
1962 op Het Loo, v
kunstbeoefenende v
geslacht Oranje-Na
geen betoog. Zelfs h
huidige Koningin
gave behebt hoew
beeldhouwen is.
In de Oranje-Nassa
Anna, Prinses van
Ierland tegen, gebo
1709 en overleden
Den Haag, welke ge
lem IV, Prins van
schilderde en tekend
tretten.
Ook Frederica Louis
ses van Oranje-Nass
geboren is op 28
overleden aldaar op
was gehuwd met Ca
Erfprins van Brunsw
ook zij tekende en se
dienstelijk.
Frederica Louisa Wil
Pruisen die geboren
november 1774 en
Haag 1837 op 12 ol
was met Willem, Ei
later Willem I, Konii
(na 1815) en ook zij
de portretten en figuu
Zelfs de Grootvorstin
Paulowna, geboren
Sint Petersburg en
Haag op 1 maart 186.
lem. Prins van Oran
Koning der Nederla
ook zij tekende en sch
Waarschijnlijk de m
Frederica Sophia W
van Pruisen, geboren
overleden op Het Loo
huwde in 1767 met
Oranje Nassau.
Zij echter tekende en
tel, krijt en sepia mee
en was erelid van de
dende kunsten te Be
met Willem V in het
den. In 1813 kwam zi
Willem V, Prins van
Erfstadhouder, gebo
niet achter blijven bi
vrouw en nam aldus
nen en graveren onder
stel J.Czn. (1726-1798
Met een dergelijke
Konmgin Wilhelmina
in zich dragen en als v
ogen krijgen zult u he
verdienstelijk vinden
Daarbij heeft Louis
'Wintergezicht' hange
van de gemeente Mid
zijn steentje bijgedrag