EIÜVtlDEII-IIIEUWS
^£et lumMenaarsgeslacfiJb
De schilder ^die spitte^ in het plattelandsleven
j"
met vele werken in musea
4e Blad
VRIJDAG 20 DECEMBER 1996
No. 6563
deell
'pat sommige kunsiBnmts meer zin
;dan a/feöD mooie 'piaaCfesmakers'
b&wipm Éj ctoor hBt g&A/on& dage-
Hjkse gebeuren net iets meer te
gevert of, ;ix?afs de hier beschreven
«cft/Wers, cfe eotlvft^en vast te leg
gen waar de plattelandsbevo{t<ing
Jaren ktng hun brood in verdienden.
De landbouw well<e nu 20 mtioneel
en intensief is dat er bijna geen
mensen meer aan te pas komen
wat voor 50 jaren nog een zeer
^tmdstntensieve bezlgh&d was die
aan vele tienden (en ruggen) werk
iv&'schafte
Jaren geleden, toen wij op een kunst
veiling in het Gooi mooie etsen ont
dekten van een kunstenaar waar we
nog niet zo veel van gehoord hadden,
maar door dat werk werd onze nieuws
gierigheid geprikkeld om de kunste
naar nader te leren kennen.
Volgens de boeken van Pieter Scheen
had de kunstenaar o.a. in Zeeland ge
woond en na onderzoek bleek dat deze
kunstenaar op vele plaatsen gewoond
en gewerkt had, zelfs was hij in Gor-
kum raadslid die het instand houden
van onze monumenten met verve ver
dedigde en stimuleerde, kortom een
interessante kunstenaar genaamd
Waalko Jans Dingemans zoals zijn ge
hele doopnaam luidde.
Na heel wat gezoek en gesnuffel werd
ik door een bevriende kunstenaar en te
vens lijstenmaker, attent gemaakt op
het feit dat Waalko nog leefde en in het
Zeeuwse land moest wonen en wel in
Westenschouwen, een vacantiedorpje
aan de Zeeuwse stranden. Uiteindelijk
kreeg ik een telefoonnummer in han
den en bij contact werd de hoorn opge
nomen door Waalko Dingemans jur.
geboren 1912, toen reeds in de zeven
tig jaren oud. Deze uiterst vriendelijke
en enigszins mondain klinkende stem
nodigde mij uit om een interview bij
hem thuis te houden wat ik natuurlijk
met beide handen aangreep.
Op een mooie voorjaarsdag werd dus
de rit gemaakt, naar het Zeeuwse Wes-
terschouwen, waar het adres van Din
gemans zou moeten zijn en jawel, toen
ik eenmaal het huisnummer had ont
dekt viel ik van de ene verbazing in de
andere.
Toen ik voor het huisje stond van de
kunstschilder Dingemans zag dat er
zeker zo schilderachtig uit met een oud
poortje, oud metselwerk en ingemet
selde oude gevelsteen en een smeedij-
zeren uithangbord.
Ik werd door de kunstenaar binnen ge
nood en toen ik daar rondkeek was dat
zeker de moeite waard daar er vele
kunstwerken in de oude ruimten tegen
de gestucte muren hingen. De kunste
naar stelde mij voor aan zijn vrouw en
dochter welke laatste ook het pad der
kunstzinnigen bewandelde door mooie
frisse aquarellen te maken in een eigen
uitvoering die de jongeren van deze
tijd zeker zullen aanspreken.
Al snel werd duidelijk dat de etsen die
wij eerder gekocht hadden, van zijn
vader afkomstig waren. Zijn vader was
niet alleen kunstenaar maar ook zijn
moeder was in haar tijd een bekend
stilleven-schilderes. Hij, Waalko jr.,
heette net als zijn vader, schilderde
portretten waar hij dan ook een zekere
bekendheid in genoot. Een paar recente
kinderportretjes in pastelkrijt uitge
voerd gaven een uitstekend specimen
van zijn kunnen dat wij echter door
zijn leeftijd, en wetende dat de kunste
naar al hersteld was van een beroerte
en met een stok moest lopen, zeker niet
verwacht hadden.
Toen we na verloop van tijd in zijn
uiterst schilderachtig gebouwde atelier
zaten met het grote raam op het noor
den in een omlijsting van uit hout ge
sneden guirlandes en muziekinstru
menten en uitkeken op een rustgeven
de binnentuin, begon Waalko het ver
haal van zijn kunstzinnige familie.
Vader Dingemans, geboren 16 juni
1873 te Lochem, bezocht in Groningen
de academie 'Uinerva' en in Den Haag
die van de Beeldende Kunsten. Na zijn
examen tot belasting-ambtenaar woon
de hij in Heiloo, Aardenburg, Nieuw
koop en Gorkum.
Naast zijn drukke bezigheden als be
lastingontvanger werd nog tijd gevon
den om zich aan zijn geliefde etskunst
te wijden. In de vacanties werden er
hele schilder en teken-reizen onderno
men en de drang om dit te blijven doen
als zijn dagelijks werk werd groter en
sterker hoewel zijn gesteldheid hem
dwong te kiezen, want kunstenaar zijn
naast de dagelijkse werkzaamheden
vergde van hem te veel. Vader Waalko
betaalde nogal eens uit eigen zak een
vervanger die zijn werkzaamheden
deed, wat natuurlijk ook geen oplos
sing was. Uiteindelijk gaf hij het ont
vangerschap der belastingen op en gaf
zich met hart en ziel over aan de kunst.
De vrienden welke vanaf het begin met
hem exposeerden waren de latere be
kende kunstenaars als Albert Roelofs,
Simon Maris, Frans Slager, J. J. Aarts
en H. J. Haverman welke natuurlijk
onderling de nodige competitie aangin
gen.
In 1903 trouwt Waalko met Henriëtte
Gesina Numans, geboren Sintang
(Ned. Indië) op 15 augustus 1877, die
dan bezig is aan een tekenopleiding
aan de Teeken-akademie in Den Haag
en die later nog les krijgt van H. O.
van Thol en J. E. H. Akkeringa die ook
uit Indië afkomstig is.
Het jonge gezin zal dan ook nogal wat
rondreizen door Noord- en Zuid-Hol
land zich ondertussen bekwamend in
het vak waar beiden zo'n grote liefde
voor hebben. Voordat Waalko jr. ge
boren wordt in 1912 zullen er nog twee
broers hem voorgegaan zijn in 1905 en
1910.
In die dagen waren er nogal wat loka-
ties waar kunstenaars de nodige inspi
ratie vonden, zoals Laren, Domburg,
Katwijk, Den Haag en Noorden/
Nieuwkoop.
Vader en moeder Dingemans hebben
dan ook nogal eens in die plaatsen ge
woond of gelogeerd en zodoende ken
den ze het waterrijke landschap rond
om Noorden als hun broekzak. We
spreken dan over de periode 1895-
1910 als er nog verschillende begaafde
kunstenaars zijn die dat beroep uitoefe
nen. Namen als de gebroeders Vree-
denburg, Kees en Herman, zoons van
een Woerdense huisschilder. Roer
meester, Wijsmulier, Segaar, en vele
anderen hebben dan ook een bekende
klank en als vader Waalko dan ook nog
over een etspers beschikt komen ver-
schllende van deze kunstenaars hun
etsen bij Waalko afdrukken, waar Kees
Vreedenburg graag gebruik van maakt
daar deze dan op een tjalk woont.
Gerard Altmann, de Rotterdamse
kunstschilder met wie Vreedenburgh
lange tijd optrekt om zo van en met
elkaar te leven zal daar dan zeker zo
bekend zijn als de Leidenaars Alex
Rosemaar, Arend Jan van Driesten,
Willem Weissenbruck, Chris v. d.
Windt en Willem v. d. Nat.
Eigenlijk is het een aan elkaar bekend
zijnde groep schilders die vooral het
sappige Hollandse landschap in al zijn
facetten als onderwerp en motief op
hun schilderslinnen en panelen schilde
ren. Als Dingemans na Den Haag en
Scheveningen, waar op de stranden
dan nog de bom-schuiten aanlandden
en op het strand liggen, het groene hart
rondtrekt en met de Haagse schilders,
voorop gegaan door Mesdag, de kon
takten heeft en net als die de impres
sies op de etsplaat brengt.
Vader Waalko heeft dan al jaren de ge
woonte om in voor- en najaar er schil
derend en tekenend opuit te trekken
zoals naar Friesland, Brabant, Utrecht,
Leiden of Groningen waar zijn ouders,
een artsenfamilie uiteindelijk vandaan
kwamen. Deze studies als aquarel, pas
tel of tekening werden later gebruikt
om als onderwerp te dienen voor schil
derijen of etsen. Zo worden er ook
mappen samengesteld met etsen van
verschillende steden zoals in 1908
twaalf etsen van Groningen uitgegeven
bij Scholtens en Zoon waarbij de sfeer
een belangrijke rol speelt zoals daar
zijn 'de Brugstraat' in de morgenzon
en 'de nieuwe kerk' bij avondzon die
door een criticaster als 'gemoedelijk en
rustig' worden beschreven. Later zal er
zo van een zestigtal steden diverse et
sen soms in dikke of dunne mappen
worden uitgegeven die door de verza
melaars werden gezocht en ook nu nog
de nodige liefhebbers kennen.
In 1905 neemt hij nog deel aan 'de
Biënnale' te Venetië met verschillende
etsen o.a. 'Korenraapstertjes' en
'schaften op de deel'. In de jaren daar
op volgend krijgt hij steeds beter en
lovender critieken die de naam Dinge
mans een steeds bekender klank geven
in het wereldje van etsende en schilde
rende kunstenaars.
Hij weet zich in uitstekend gezelschap
want bekende namen als Pieter Du-
pont, M. V. d. Valk en Storm van 's
Gravenzande behoren tot de mededin
gers naar de dan nog te verdienen ere
medailles, echter wanneer wij het
nagelaten oevre overzien ontkomen we
niet aan de uitgesproken liefde voor
het boerenland wat voor hem eigenlijk
niet zo nieuw is, daar z'n ouders reeds
op het platteland woonden.
In 1919 gaat er een goede bekende van
de Dingemans, werken in Zeeland als
president van de rechtbank in Zierik-
zee wat voor Waalko de aanleiding is
om het Zeeuwse te gaan bezoeken.
Waalko is dan in het bezit van een
'stoomfiets' waardoor hij uiterst mo
biel is en op grotere afstanden kan
gaan werken wat in die dagen nogal
wat wil zeggen. Dat het vervoeren van
natte schildersdoeken zeker niet mak
kelijk is op de motorfiets zal het schil
deren hier en daar dus wel beperkt
hebben, maar geeft hem echter wel de
vrijheid om zijn onderwerpen en mo
tieven elders te zoeken.
Tot dan toe is er vanuit Gorkum waar
Dingemans sinds 1911 woont nogal
eens naar Rotterdam gereist om de sle
perspaarden en het levendige haven
bedrijf op de etsplaat en het schilders-
doek vast te leggen. In 1915 doen bei
den, vader en moeder mee aan een
groepententoonstelling in Vlaardingen
waarbij reeds de liefde voor het paard
opvalt in de vroege sfeervolle tijdstip
pen welke een rol spelen in het werk
van de kunstenaar en als dan de ge
zondheid van Dingemans zo frêle
wordt dat hij in 1917 wordt afgekeurd
zodat ook om andere zwaar wegende
redenen er meer geëxposeerd moet
worden. Wel wordt de kunstenaar
steeds meer de vertolker van 'de psy
chologie van het zwoegende paard'
zoals Dr. Ritter jr. het dan noemt.
Moeder Dingemans is dan de schilde
res die vrolijke en uitbundige schilde
rijen maakt van de in vele kleuren sa
mengestelde boeketten bloemen die
aan de beschouwer veelal de tinteling
teweeg brengt welke dergelijke schil
derijen zo blijmoedig vertolken.
(wordt vervolgd)
Com. G. van der Sluijs
Voorstudie voor de ets 'rust bij het ploegen'. Potlood 33x9,5 cm. Get. r.o. w.d.. 1902.
'Spilters'. Ets 24x18 cm.
Vroeger werden er kleine, maar soms ook grote stukken land 'met de hand' omgespit,
er waren dan ook (beroeps)spitters.
Het atelier met echtpaar Dingemans 1906
Voorstudie voor de ets 'hooiharkers'. Potlood, 17x 12,5 cm.
'Terug van het werk' 1904 (droge naald). 24x19 cm.