eiiahdeii-iiieuws Uitvoering expansieplannen Neeltje Jans begint Overdenking OPEN HUIS De Vijverberg/Felua uit de Heilige Schrift >iOO/? Christelijke H^il^ol Barokconcert door het Riaitti Kwartet Commissaris der Koningin in Zeeland geeft startsein Waterspeelplaats WATERSPEELPLAATS: een spannende plek om te ontdekken flakkee verhuizingen b.v. WATERPAVIUOEN: water in al zijn gedaanten vormgeven Niet tellen, maar strijden zaterdag 17 februari 10.00-14.00 uur 2e Blad VRIJDAG 9 FEBRUARI 1996 No. 6476 NEELTJE JANS - De Commissa ris der Koningin in de provincie Zeeland, de lieer W. van Gelder, heeft jl. maandagmiddag op Neeltje Jans de eerste spade in de grond gezet voor de nieuwe Wa terspeelplaats van Delta Expo. Daarmee gaf hij het officiële start sein voor een reeks initiatieven die de aantrekkelijkheid van Delta Expo aanzienlijk zullen vergroten. De aanleg van de Waterspeelplaats vloeit voort uit het Masterplan Neeltje Jans, ontwikkeld om de aantrekkingskracht van een van Nederlands toonaangevende dagattracties te vergroten. Modernisering van bestaande faciliteiten en uitbreiding van het aantal attracties van Delta Expo vormen de kern van dat plan. Daarvoor zijn dit en volgend jaar investeringen voorzien ter grootte van 16 miljoen gul- Waterpaviljoen De meest in het oog springende nieuwe attractie van Delta Expo op Neeltje Jans is het Waterpaviljoen, dat in het voorjaar van 1997 zijn deuren opent. In opdracht van Rijkswaterstaat en het ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt een specta culair vormgegeven gebouw neergezet waarin een permanente tentoonstelling komt over 'integraal Waterbeheer'. Uit gangspunt voor gebouw en expositie is de kringloop van het water, in al zijn verschijningsvormen: zoet, brak en zout, ijs en stoom, grondwater, beken, rivieren en zeeën. Doelstelling van de vormgevers van het paviljoen is 'niet allereerst te informe ren', maar vooral 'via zintuigelijke bele venissen fascinatie op te roepen'. Oren, ogen, reuk- en tastzintuigen worden op de gang door het Waterpaviljoen be proefd. Men hoort water klateren, regen ruisen, mist beneemt het zicht, zilte zee lucht en slib prikkelen de neus. Reservepijler Als onderdeel van het genoemde Mas terplan zal ook de 25 meter hoge reserve- pijler in het bouwdok bij Neeltje Jans een nieuwe functie krijgen. Het bouw werk wordt van netten voorzien, waar door bezoekers van april tot oktober on der begeleiding van instructeurs de pijler kunnen beklimmen om te genieten van het panorama over Oosterschelde en Westhoek. Bezoekers Delta Expo ontving vorig jaar ruim 310.000 bezoekers uit binnen- en buiten land. Daarmee bleek Delta Expo/Neeltje Jans opnieuw verreweg de grootste en belangrijkste dagattractie in Zeeland. Veel belangstelling trok het in 1995 ge opende dolfijnenstation op Neeltje Jans, waar in samenwerking met het Dolfina rium te Harderwijk bruinvis Tjitske werd voorbereid op terugkeer naar zee. In 1996 zullen twee bruinvissen te gast zijn. Eind 1995 kwam ook de promenade rond de kop van de stormvloedkering aan de Schouwse kant gereed. Deze 'wandel route' beidt ongehinderd zicht op de ke ring. De Waterspeelplaats op Neeltje Jans, waarvan de bouw in april 1996 voltooid zal zijn, is een attractie waar kinderen van alle leeftijden water kunnen 'bele ven'. Ze kunnen erin rondspartelen, ze kunnen het water ook naar hun hand zet ten. De speelplaats bestaat uit een ronde kuil, met een doorsnee van veertig meter, om ringd door een dijkje. Op die dijk stroomt water in een goot. Via waterval letjes en riviertjes kunnen kinderen de stromingen en de loop van het water zelf veranderen. De Waterspeelplaats bevat attributen die hun fantasie prikkelen: van een schroef van Archimedes, via een wa- terrad, tot een watertunnel met grotten. Blikvanger en herkenningspunt van de Waterspeelplaats wordt een acht meter hoge windmolen. Bij het stukje Water speelplaats dat bestemd is voor de aller kleinsten komt een onder architectuur te bouwen horeca-gelegenheid. Ouders kunnen vanaf het bijbehorende terras hun kinderen gemakkelijk in de gaten houden. Spannende plekken Ontwerper van de Waterspeelplaats is de Amsterdamse architect ir. Sybolt W. Meindertsma (Ontwerpbureau van speel- omgevingen). Nadat hij in 1985 zijn stu die bouwkunde in Delft afsloot, maakte Meindertsma van het ontwerpen van speeltuinen, schoolpleinen, kinderdag verblijven en andere gebouwen voor jeugdigen zijn specialisme. Ontwerpen van een speelplaats is vol gens hem meer dan een paar speeltoe stellen neerzetten. „Mijn uitgangspunt is in ieder geval heel anders. Elk kind weet blindelings de spannende plekken te vin den in zijn buurt. Kinderen willen altijd overal opklimmen, op een glasbak bij voorbeeld. Dat mag niet, en het is boven dien gevaarlijk. Maar dat vormt nu juist de attractie van zo'n ding. Die inzichten verwerk ik in mijn ontwerpen. Door hier weer met kinderen over te praten, scherp ik mijn ideeën aan". Ook voor de Waterspeelplaats werd het oor te luister gelegd bij kinderen. Leer lingen van de bovenbouw van de Theo Thijssenschool, een basisschool in Vlis- singen, maakten werkstukken over 'speel- elementen', die ten grondslag lagen aan het uiteindelijke ontwerp. Gaat u maar rustig slapen. Wij verhulzen uw meubelen als eieren. Verstoppen en ontdekken Meindertsma vindt dat de kinderen op een goede speelplaats verstoppertje moe ten kunnen spelen. „Het is de kunst een speelplaats te ontwerpen die een duide lijk herkenbare structuur heeft, maar toch heel veel spannende plekjes waar je zo maar ineens weg kunt zijn". Tegelijk dient die zelfde omgeving kin deren ertoe aan te zetten ontdekkingen te doen. „Je kan op zo'n plek van alles ver stoppen dat een bijzondere betekenis krijgt op het moment dat een kind het ont dekt". De bouw van de Waterspeelplaats is in handen van aannemingsbedrijf Zinkcon Dekker, onderdeel van Boskalis. Ver burg Colijnsplaat levert de technische installaties. Het Waterpaviljoen dat Delta Expo en het ministerie van Verkeer en Waterstaat (Rijkswaterstaat) realiseren is de meest in het oog springende vernieuwing op Neeltje Jans. In het voorjaar van 1997 zullen het spectaculair vormgegeven ge bouw en een fascinerende expositie over 'Integraal waterbeheer' voor het publiek toegankelijk zijn. Het Waterpaviljoen, waarvan de bouw op korte termijn begint, ziet er met zijn zwart-glimmende huid uit als een ge strande walvis wiens kop meters boven de Oosterschelde uitsteekt. Kop en (on dergrondse) staart markeren respectieve lijk het zout- en zoetwaterdeel van de ex positie. Voor het ontwerp van de 'staart' tekende NOX architecten, ontwerper van de 'kop' is Kas Oosterhuis Architecten. BRS Premsela Vonk is verantwoordelijk voor de vormgeving van de tentoonstel ling. Oneindige kringloop Het Waterpaviljoen, aldus Kas Ooster huis, vertegenwoordigt water in al zijn gedaanten. „Soms is het gletsjer, soms mist, soms damp, soms stromend water, soms zoet, soms zout, soms zee, soms bron, soms golf, soms pool, soms regen boog, soms H2O, soms ijs, soms geiser, soms helder, soms vervuild, maar altijd oneindig. Water vergaat niet, het veran dert alleen van gedaante, water is steeds onderweg in een kringloop". Al die beelden en associaties zijn terug te vinden in zowel als expositie. Wanden en vloeren gaan naadloos in elkaar over, de vloer golft, als in een natuurlijke bed ding stromen bezoekers straks door het Waterpaviljoen. Het traject maakt een grote lus; in het zoutwaterdeel neemt het tenslotte de vorm aan van de lemniscaat, het wiskundige oneindigheidsteken. Breuk met tradities De exposities begint bij smeltend gletsje rijs en eindigt op de pool. Daartussen komt het water in al zijn andere verschij ningsvormen aan bod, en met zijn func ties als voedselverschaffer, transportweg, drink- en koelwaterleverancier. Aan de orde komen thema's als vervuiling, kli maatverandering en zeespiegelstijging. De tentoonstelling breekt met tradities. Het waterpaviljoen wil geen doods mu seum zijn, maar boeit zijn bezoekers door een beroep te doen op hun zintui gen. Ze ondergaan de koelte van de glet sjers, flarden mist, ze horen regen klette ren, de branding ruisen. Ze zien hoe zuur zure regen is, hoe vegetatie verdroogt, ruiken de zilte zee en vervuild slib. De gang van de waterdruppel maakt zichtbaar en tastbaar hoe mensen het wa ter gebruiken, misbruiken en naar hun hand zetten; het hedendaagse waterbe heer. Voor bouw en inrichting van het Water paviljoen hebben Delta Expo en Verkeer en Waterstaat 8 miljoen gulden uitge trokken. De tentoonstelling blijft eigen dom van het Rijk, Delta Expo draagt zorg voor de exploitatie. „En er zeide een tot Hem: Heer e, zijn er ook weinigen die zalig wor den? En Hij zeide tot hen: strijdt om in te gaan door de enge poort". (Lukas 13:23,24a) Opeens is hij er - deze man met zijn vraag. „Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden?" We weten helemaal niet hoe hij deze vraag bedoelt. Is het nieuwsgierigheid? Of bewogenheid met zijn naaste? Om zich heen ziet hij velen aan Christus voorbij gaan. En dat brengt hem tot deze vraag. Zoals wij dat ook wel eens kun nen hebben als je midden in een drukke stad loopt en je ziet al die mensen hun weg gaan. Of als je denkt aan allen die nog nooit van het Evangelie hoorden. Of die er niet meer van horen. Wie worden er zalig? Hoeveel wel en hoeveel niet? Het kan ook zijn dat er achter zijn vraag persoonlijke nood zit. Hij is bezig geraakt met de geestelijke dingen. De zonde is hem tot zonde geworden. En zou het nu ook voor hem kunnen? Als hij maar wist dat het Koninkrijk van God voor velen openstaat, nu, dan is er hoop. Maar - als er weinigen zalig worden dan wordt het voor hem toch wel heel moei lijk. Weet u wat zo opvallend is? Dat Jezus niet op de vraag ingaat. Daarmee veroor deelt Hij deze vraag, verklaart hem onge oorloofd. Met deze vraag komen we niet verder. Stel dat wij het getal, de grootte van de Kerk die zalig wordt zouden weten, zou dat dan ook betekenen dat we zelf het Rijk binnengaan? Jezus snijdt deze vraag af. Daarmee zegt Hij als het ware: Laat dat nu maar aan Mijn Vader over. Begin daar toch geen discussie over. We kunnen daar uren over spreken: voor wie de genade wel is en voor wie niet. En ondertussen kunnen we met een grote boog om de Heere Jezus heen gaan. En zelf buiten schot blijven. Een groot gevaar! Jezus komt in dit woord heel direkt naar ons toe. Het treffende is dat Zijn ant woord niet tot de vraagsteller gericht is, maar tot allen die om Hem heen staan. „En Hij zeide tot hen..." De vraag van deze man is voor Christus aanleiding om een breed appèl te laten uitgaan. Een appèl dat opnieuw in het meervoud staat: Strijdt om in te gaan door de enge poort". Niet tellen en rekenen dus, maar strijden. Daar komt het voor ons allen, jongeren en ouderen, op aan. Het Koninkrijk der hemelen, de zalig heid, wordt hier voorgesteld als een huis met maar één toegang, die opvallend nauw is. Op zichzelf een wonder dat er een poort is. Wat zou het verdiend zijn als het Koninkrijk Gods hermetisch gesloten was. We hebben zelf de deur immers in het slot getrokken. Maar de Heere heeft in Zijn onverdiende goed heid toch een toegang geopend. In Christus Die ten diepste Zelf die poort is. Een enge poort. Neen, dat zit 'm niet zo zeer in de poort, als wel in ons. Niet de poort is allereerst nauw en laag, maar wij zijn te hoog en te breed. Hoe komt het als we niet door deze poort kunnen? Als we telkens weer vastlopen? Omdat we nog zoveel van onszelf willen meene men. Door deze poort kun je alleen op de knieën, in diepe ootmoed voor de Heere. Maar wij willen ons oude leven vasthou den, voor God recht overeind blijven staan. En we zijn bepakt met eigen-ge- rechtigheid. Zoals Paulus voordat hij werd stilgezet. Voor zijn bekering droeg hij van alles mee. Een paar zware, brede koffers zogezegd, boordevol gevuld met het zijne. In Fil. 3 laat hij ons een blik werpen op de inhoud: zijn ijver, zijn wetsbetrachting, zijn besnijdenis. Alles waarmee hij voor God meende te kunnen bestaan. Maar ondertussen kon Paulus niet door de enge poort. Weet u, deze poort is zó gemaakt dat een goddeloze, een mens klein gemaakt door de Heilige Geest, er door kan. Voor wie zijn schuld belijdt is deze poort precies pas. En daar ligt nu juist de strijd in ons leven. Om ons leven te verliezen en het waarachtig aan de Heere over te geven. Om alleen op Zijn genade aan te houden en niet heimelijk de zaligheid in onszelf te zoeken. Zonder strijd kunnen we Gods Koninkrijk niet binnengaan. Vergeet u alle vijanden niet die ons tegenwerken. De wereld die ons wil inpalmen. De satan die ons een dwaalweg wijst, opdat we maar niet naar de enge poort worden toegetrokken. Ons eigen hart dat niet wil. Vijanden genoeg. Geesteloosheid en ver slapping. Een tijd geleden streden we nog wel maar we hebben de strijd gestaakt. Geldt dat van u? Strijd om in te gaan. Dat zegt Jezus tegen u die altijd beweert dat u er zelf niets aan kunt doen en ondertussen leeft u rustig voort. Tegen u die er niet zo zwaar aan tilt en het wel gelooft. Tegen jou die telkens weer kiezen moet welke weg je gaat. Strijd...! Christus gebruikt een woord dat uit de wedstrijdwereld stamt. Dat wil zeggen: doe daar uw uiter ste best voor. Span u tot en met in. Strijd alsof uw leven er van af hangt. En dat hèngt er ook van af. Na de tekst laat Christus ons weten dat er een dag komt dat de poort gesloten zal zijn. En dat er velen zijn die willen bin nengaan maar niet meer kunnen. Ze zijn te laat. Ze hebben tijdens hun leven de kans voorbij laten gaan. En het aangrij pende is, dat daar mensen bij zijn die in de buurt van Jezus hebben geleefd. Kerkmensen. En toch.buiten. Eeuwig. Daarom strijdt! Nu! De poort staat nog open. Nog wel! Leef bij het Woord. Worstel in het gebed om er zelf tussenuit te gaan en alleen de Heere Jezus over te houden. Het is geen onbegonnen werk - deze strijd. Want God vangt Zijn strij ders op. Hij doet ze ingaan. Zodat het niet aan ons strijden te danken is maar aan Zijn genade. U gaat belijden, door genade: „"Wij Stefan 't hoojdomhoog, en zuCkn d'eerf^joon dragen, 'Door 11, door 11 alleen, om 't eeuziAg welbefmgen; 'Want Qodis ons ten scfiiCdin 't strijdperli van dit leven, 'En onze ÜQming is van IsreCs Qodgegeven. Nieuwerkerk a.d Ussel, ds. M. B. van den Akker OPLEIDINGEN: Op zaterdag 10 februari, 's avonds om 8 uur is er een Barokconcert in de Ned. Herv. kerk aan de Smitsweg in Nieuw Heivoet. Het concert wordt gegeven door het Rianti kwartet. De naam Rianti is ontstaan uit de voornamen van de drie vrouwelijke leden van het ensemble: Rita Lammers, cello; Annelies Breen, hobo en Tineke Polen, dwarsfluit. De Basso Continuo wordt verzorgd door Ed van Weerd op een kopie van een clave- cimbel uit 1600, van de beroemde clave- cimbelbouwer Ruckers uit Antwerpen. De akoestiek van de kerk is ideaal, juist voor de klankkleur van barokmuziek en de instrumenten waarop wordt gespeeld. De stralend zangerige klank van de fluit vloeit schitterend samen met de pastorale heldere tonen van de hobo, het zilveren geluid van het clavecimbel wordt lyrisch versterkt door het sonore timbre van de cello. Het ensemble treedt al sinds 1988 op in allerlei lokaties in de regio en daarbuiten. Het programma bevat werken van Johann Joachim Quantz, hofcomponist van Frederik de Grote, die zelf een vaardig fluitist was; Carl Heinrich Graun, die in dezelfde tijd leefde; Antonio Vivaldi, een Italiaan met iets vroegere muziek, een triosonate met Zuidelijke warmte en tem perament; een sonate van Handel, die weer wat later leefde en een virtuoze trio sonate van Johann Sebastian Bach, hoewel diens auteurschap niet helemaal zeker is. Al met al een programma dat, mede omdat het niet erg lang is, ook voor kinderen heel geschikt is. De toegang is gratis! Ze hadden zich van tevoren nog goed wat moed ingedronken bij Driek Mun sters en toen waren ze gegaan, dicht bij mekaar, want ze knepen hem as ouwe dieven. En toen ze bie het huussien van Hendrikus kwamen, toen kroop Bram op het dak en hie zette een dreigende, som bere stem op. „Hendrikus", klonkt het in de smalle schoorsteen, en Hendrikus, die dicht bie het vuur zat vanwege het slechte weer, was dodelijk verschrikt opgevlo gen. En die opgeschoten lummels hadden zo'n plezier, ze proestten het uut van het lachen. En toen waren ze hem gesmeerd en de volgende dag hadden ze zich nog slap gelachen um dat gekke Hendrikus- sien. Maar het muussien kreeg een staartje. Veur Hendrikus 'n plezierig staartje, veur de belhamels een vervelend staartje. Hendrikus vertelde de volgende dag in het durp over het vreemde avontuur dat hem overkomen was en ook Driek Munsters hoorde ervan. Die kreeg ineens een helder ogenblik en dacht an die blagen, die daar den avond van teveuren zoveul hadden zitten pumpelen. En hie werd razend. Hoe konden die doerakken er nou toe kommen um dat armen Hendrikusje, dat nog gien nagel had um het gat te krabben, zo op te jutten? Die stumper moest met sien hele fermilie in de winter honger- lieden. Hie gaf de schuldigen er net van langs toen die Bram sien vader binnenkwam. En de olde Heringa kon het helemale neet waarderen. Hie sliep er 'n nachien over en greep toen de jon gens in de kladden en zette ze an de arbeid. Net zolang tot ze een mooie nieuwe sik veur Hendrikus verdiend hadden. Heringa bracht hem naar Hendrikus toe, samen met de kwajongens. „Ja", zee Heringa. „Ik heb ook 'n vreumde stem gebeurd, neet deur de schoorsteen, maar in 't café. En die stem vertelde mie dat deze lummels oe 'n nieuwe sik moesten geven. Daar heb ie hem dan". Hendrik van Botterdiene herinnert zich deze ge schiedenis nog zuurzoet lachend. Het is nog niet donker bij Heringa. Het licht schijnt al van ver over de heide en het nodigt uit om dichterbij te komen. Volk, ie hoeft neet bange te wezen, komt maar gerust dichterbie, lijkt het te zeggen. Toch kijkt Heringa vreemd op als daar ineens twee jongkerels uit het dorp op de deel staan. „Zo, Sil- levius en Veldman, nog late op pad". Hij wenkt hen met de hand en ze volgen hem. Zijn forse, nog rechte gestalte laat een brede schaduw op de muur achter en de twee jongkerels lopen hem wat onder de indruk na. „Wie wollen oen nog effen sprekken, ast kon", zegt Silvius. „Dat kan", zegt de boer verbaasd. „Komt maar met. De vrouwe zal nog wel 'n bettien koffie heb ben, denk ik". De vrouwe staat bij het fornuis en zet daar wat kopjes op. Nu het midzomer is en het fornuis toch niet brandt wordt het gebruikt om brood op klaar te maken. Er legt een brede handdoek overheen. „Vrouwe, wie zitten effen in de veurkamer. Heb ie nog wat koffie veur ons?" Aaltje kijkt wat verschrikt van de een naar de an der. Wat doen die twee hier nog zo late? Maar ze knikt hen niet onvriendelijk toe. De jongkerels laten hun klompen bij de keuken deur staan, vegen nogmaals hun voeten en lopen achter de boer aan naar de deftige voorkamer. Wat verdwaasd kijkt Gerrit om zich heen. De zware eikehouten meubels glanzen in het vale licht van de net ontstoken lampen. Op het zware dres soir staat een foto van het gezin Heringa. De boer in het beste zondagse pak, de vrouwe in het netste jak en de helderste knipmuts, Bram in zijn goede pak. Gek, zo kennen ze Bram helemaal niet. En daar is ook Treeske. Treeske, het oudste wicht van Heringa, dat al sinds maanden in Groningen logeert bij een rijke tante. „Gaat maar zitten", glimlacht Heringa, die de ver legenheid van de twee jongkerels ziet. Ze gaan elk heel voorzichtig, alsof ze over eieren lopen, naar een zware stoel en zetten zich op het puntje van de dikke bekleding ervan. De deur vliegt ineens open en Bram komt binnen- stommelen. „De heurde dat Gerrit en Hendrik hier waren..." Heringa kijkt even boos op. Zijn hand tast naar een pijp en wil net beginnen te stoppen. „Ben ie klaar, Bram?" „Blieft er maar bie. Bram, ie heurt het toch een dezer dagen", komt Gerrit haastig. Heringa knikt even en de jongen valt in een van de eikehouten stoelen. „Zo, Gerrit", zegt de boer enkel. „Het geet over Minke van moeder Merije", begint Gerrit meteen. Heringa houdt even op. „Wat zeg ie, Minke? Dat wicht is hier een paar uur geleden nog vrolijk weg gegaan". Gerrit slikt even, maar dan gooit hij er ineens uit: „Harmen den sosjalist heeft Minke angegrepen". De stenen pijp van de boer valt kletterend op de grond. De witte kalksplinters vliegen alle kanten op. Zijn ruwe knuisten, die zo duidelijk bewijzen hoe hard Heringa altijd heeft gewerkt, klemmen zich om de stevige stoelleuning. Zijn ogen kijken de jongkerel ongelovig aan. Zijn laarzen schuiven onophoudelijk over het dure kar pet en vermorzelen de kop van de Goudse pijp. Hij merkt het niet eens. „Verkracht wol ie zeggen, Sil- levius?" Bram springt al overeind. Driftige jongkerel, die hij is, slaat hij meteen met de vuist op de grote, ronde tafel en schreeuwt: „Va, dat nemmen wie neet". „Gaat zitten", zegt de boer. Het wordt ineens muisstil in de kamer, lange tijd zitten ze daar met zijn drieën elkaar aan te staren. Zo stil is het, dat het vrouwe Aaltje opvalt en een beetje ongerust kom ze even kijken. „Wat maakt jullie? Jullie bent zo stille". „Gaat zitten, vrouwe", gebiedt Heringa vriende lijk, bijna vragend, maar intussen geen tegen spraak duldend. Aaltje gaat zitten, een klein vrouwtje, mager door het zware werk dat ze aan de zijde van haar man heeft verzet, mager ook misschien van de zorgen om haar oudste, dat trotse wicht. Treeske is nu al wekenlang bij Barts zuster in Gro ningen. Straks als ze terugkom, zal er geen land meer met haar te bezeilen wezen. Dan heeft ze op merkingen over alles en iedereen, dan deugt er niets meer, alles is ouderwets, bekrompen, klein- zielig en ze heeft niet door dat zij degene is, die kleinzielig en bekrompen is. Zolang Treeske daarginds in Groningen blijft, is hjer in huis vrede; als ze terugkomt, zijn de rust en de stilte, die zo verkwikkend zijn na een zware dag, ver te zoeken. Dan gaat Bram zijn vertier bui tenhuis zoeken, dan loopt hij naar Silvius of naar het café. Dan zit vrouwe Aaltje met een opgekropt gemoed te werken bij de tafel onder de lamp en dan bijt Heringa zijn lippen stuk om zijn volwas sen dochter geen oorvijg te geven, die ze zo drin gend verdient. (wordt vervolgd) K>^BlKBfl)E Middelhamis Hellevoetsluis Zierikzee Oud-Beijerland VEfÜiUIZBlS Tel. (0187) 482188 Tel. (0181) 320016 Tel. (0111) 413163 Tel. (0186)613624 - Leraar Basisonderwijs - Maatschappelijk Werk en Dienstverlening* - Sociaal PetJagogisciie Hulpverlening* - Personeel en Arbeid -CWIV; Kerkelijk Werk* - Journalistiek en Voorlicliting (ESJ) - Verpleegkunde* «(ookindeeitijd) - Ook voorbij- en nascholing, KaderaplefiMng Gezondheidszorg. Informatie: Postbus 80, 6710 BB Ede Tel. (0318) 639750 Bezoek: - Pr. Bernhardlaan 25, Ede (Leraar Bastsoii^rwijs) - Oude Kerkweg 100, Ede (alle overige opÉdtngen]

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1996 | | pagina 5