eiiahdeii-iiieuws
Uitvoering expansieplannen
Neeltje Jans begint
Overdenking
OPEN HUIS
De Vijverberg/Felua
uit de
Heilige Schrift
>iOO/?
Christelijke H^il^ol
Barokconcert door
het Riaitti Kwartet
Commissaris der Koningin in Zeeland geeft startsein
Waterspeelplaats
WATERSPEELPLAATS:
een spannende plek
om te ontdekken
flakkee verhuizingen b.v.
WATERPAVIUOEN:
water in al zijn
gedaanten vormgeven
Niet tellen, maar strijden
zaterdag 17 februari 10.00-14.00 uur
2e Blad
VRIJDAG 9 FEBRUARI 1996
No. 6476
NEELTJE JANS - De Commissa
ris der Koningin in de provincie
Zeeland, de lieer W. van Gelder,
heeft jl. maandagmiddag op
Neeltje Jans de eerste spade in de
grond gezet voor de nieuwe Wa
terspeelplaats van Delta Expo.
Daarmee gaf hij het officiële start
sein voor een reeks initiatieven die
de aantrekkelijkheid van Delta
Expo aanzienlijk zullen vergroten.
De aanleg van de Waterspeelplaats vloeit
voort uit het Masterplan Neeltje Jans,
ontwikkeld om de aantrekkingskracht
van een van Nederlands toonaangevende
dagattracties te vergroten. Modernisering
van bestaande faciliteiten en uitbreiding
van het aantal attracties van Delta Expo
vormen de kern van dat plan. Daarvoor
zijn dit en volgend jaar investeringen
voorzien ter grootte van 16 miljoen gul-
Waterpaviljoen
De meest in het oog springende nieuwe
attractie van Delta Expo op Neeltje Jans
is het Waterpaviljoen, dat in het voorjaar
van 1997 zijn deuren opent. In opdracht
van Rijkswaterstaat en het ministerie van
Verkeer en Waterstaat wordt een specta
culair vormgegeven gebouw neergezet
waarin een permanente tentoonstelling
komt over 'integraal Waterbeheer'. Uit
gangspunt voor gebouw en expositie is
de kringloop van het water, in al zijn
verschijningsvormen: zoet, brak en zout,
ijs en stoom, grondwater, beken, rivieren
en zeeën.
Doelstelling van de vormgevers van het
paviljoen is 'niet allereerst te informe
ren', maar vooral 'via zintuigelijke bele
venissen fascinatie op te roepen'. Oren,
ogen, reuk- en tastzintuigen worden op
de gang door het Waterpaviljoen be
proefd. Men hoort water klateren, regen
ruisen, mist beneemt het zicht, zilte zee
lucht en slib prikkelen de neus.
Reservepijler
Als onderdeel van het genoemde Mas
terplan zal ook de 25 meter hoge reserve-
pijler in het bouwdok bij Neeltje Jans
een nieuwe functie krijgen. Het bouw
werk wordt van netten voorzien, waar
door bezoekers van april tot oktober on
der begeleiding van instructeurs de pijler
kunnen beklimmen om te genieten van
het panorama over Oosterschelde en
Westhoek.
Bezoekers
Delta Expo ontving vorig jaar ruim
310.000 bezoekers uit binnen- en buiten
land. Daarmee bleek Delta Expo/Neeltje
Jans opnieuw verreweg de grootste en
belangrijkste dagattractie in Zeeland.
Veel belangstelling trok het in 1995 ge
opende dolfijnenstation op Neeltje Jans,
waar in samenwerking met het Dolfina
rium te Harderwijk bruinvis Tjitske werd
voorbereid op terugkeer naar zee. In
1996 zullen twee bruinvissen te gast zijn.
Eind 1995 kwam ook de promenade rond
de kop van de stormvloedkering aan de
Schouwse kant gereed. Deze 'wandel
route' beidt ongehinderd zicht op de ke
ring.
De Waterspeelplaats op Neeltje Jans,
waarvan de bouw in april 1996 voltooid
zal zijn, is een attractie waar kinderen
van alle leeftijden water kunnen 'bele
ven'. Ze kunnen erin rondspartelen, ze
kunnen het water ook naar hun hand zet
ten.
De speelplaats bestaat uit een ronde kuil,
met een doorsnee van veertig meter, om
ringd door een dijkje. Op die dijk
stroomt water in een goot. Via waterval
letjes en riviertjes kunnen kinderen de
stromingen en de loop van het water zelf
veranderen. De Waterspeelplaats bevat
attributen die hun fantasie prikkelen: van
een schroef van Archimedes, via een wa-
terrad, tot een watertunnel met grotten.
Blikvanger en herkenningspunt van de
Waterspeelplaats wordt een acht meter
hoge windmolen. Bij het stukje Water
speelplaats dat bestemd is voor de aller
kleinsten komt een onder architectuur te
bouwen horeca-gelegenheid. Ouders
kunnen vanaf het bijbehorende terras
hun kinderen gemakkelijk in de gaten
houden.
Spannende plekken
Ontwerper van de Waterspeelplaats is de
Amsterdamse architect ir. Sybolt W.
Meindertsma (Ontwerpbureau van speel-
omgevingen). Nadat hij in 1985 zijn stu
die bouwkunde in Delft afsloot, maakte
Meindertsma van het ontwerpen van
speeltuinen, schoolpleinen, kinderdag
verblijven en andere gebouwen voor
jeugdigen zijn specialisme.
Ontwerpen van een speelplaats is vol
gens hem meer dan een paar speeltoe
stellen neerzetten. „Mijn uitgangspunt is
in ieder geval heel anders. Elk kind weet
blindelings de spannende plekken te vin
den in zijn buurt. Kinderen willen altijd
overal opklimmen, op een glasbak bij
voorbeeld. Dat mag niet, en het is boven
dien gevaarlijk. Maar dat vormt nu juist
de attractie van zo'n ding. Die inzichten
verwerk ik in mijn ontwerpen. Door hier
weer met kinderen over te praten, scherp
ik mijn ideeën aan".
Ook voor de Waterspeelplaats werd het
oor te luister gelegd bij kinderen. Leer
lingen van de bovenbouw van de Theo
Thijssenschool, een basisschool in Vlis-
singen, maakten werkstukken over 'speel-
elementen', die ten grondslag lagen aan
het uiteindelijke ontwerp.
Gaat u maar rustig
slapen. Wij verhulzen
uw meubelen als eieren.
Verstoppen en ontdekken
Meindertsma vindt dat de kinderen op
een goede speelplaats verstoppertje moe
ten kunnen spelen. „Het is de kunst een
speelplaats te ontwerpen die een duide
lijk herkenbare structuur heeft, maar toch
heel veel spannende plekjes waar je zo
maar ineens weg kunt zijn".
Tegelijk dient die zelfde omgeving kin
deren ertoe aan te zetten ontdekkingen te
doen. „Je kan op zo'n plek van alles ver
stoppen dat een bijzondere betekenis
krijgt op het moment dat een kind het ont
dekt".
De bouw van de Waterspeelplaats is in
handen van aannemingsbedrijf Zinkcon
Dekker, onderdeel van Boskalis. Ver
burg Colijnsplaat levert de technische
installaties.
Het Waterpaviljoen dat Delta Expo en
het ministerie van Verkeer en Waterstaat
(Rijkswaterstaat) realiseren is de meest
in het oog springende vernieuwing op
Neeltje Jans. In het voorjaar van 1997
zullen het spectaculair vormgegeven ge
bouw en een fascinerende expositie over
'Integraal waterbeheer' voor het publiek
toegankelijk zijn.
Het Waterpaviljoen, waarvan de bouw
op korte termijn begint, ziet er met zijn
zwart-glimmende huid uit als een ge
strande walvis wiens kop meters boven
de Oosterschelde uitsteekt. Kop en (on
dergrondse) staart markeren respectieve
lijk het zout- en zoetwaterdeel van de ex
positie.
Voor het ontwerp van de 'staart' tekende
NOX architecten, ontwerper van de
'kop' is Kas Oosterhuis Architecten.
BRS Premsela Vonk is verantwoordelijk
voor de vormgeving van de tentoonstel
ling.
Oneindige kringloop
Het Waterpaviljoen, aldus Kas Ooster
huis, vertegenwoordigt water in al zijn
gedaanten. „Soms is het gletsjer, soms
mist, soms damp, soms stromend water,
soms zoet, soms zout, soms zee, soms
bron, soms golf, soms pool, soms regen
boog, soms H2O, soms ijs, soms geiser,
soms helder, soms vervuild, maar altijd
oneindig. Water vergaat niet, het veran
dert alleen van gedaante, water is steeds
onderweg in een kringloop".
Al die beelden en associaties zijn terug
te vinden in zowel als expositie. Wanden
en vloeren gaan naadloos in elkaar over,
de vloer golft, als in een natuurlijke bed
ding stromen bezoekers straks door het
Waterpaviljoen. Het traject maakt een
grote lus; in het zoutwaterdeel neemt het
tenslotte de vorm aan van de lemniscaat,
het wiskundige oneindigheidsteken.
Breuk met tradities
De exposities begint bij smeltend gletsje
rijs en eindigt op de pool. Daartussen
komt het water in al zijn andere verschij
ningsvormen aan bod, en met zijn func
ties als voedselverschaffer, transportweg,
drink- en koelwaterleverancier. Aan de
orde komen thema's als vervuiling, kli
maatverandering en zeespiegelstijging.
De tentoonstelling breekt met tradities.
Het waterpaviljoen wil geen doods mu
seum zijn, maar boeit zijn bezoekers
door een beroep te doen op hun zintui
gen. Ze ondergaan de koelte van de glet
sjers, flarden mist, ze horen regen klette
ren, de branding ruisen. Ze zien hoe zuur
zure regen is, hoe vegetatie verdroogt,
ruiken de zilte zee en vervuild slib.
De gang van de waterdruppel maakt
zichtbaar en tastbaar hoe mensen het wa
ter gebruiken, misbruiken en naar hun
hand zetten; het hedendaagse waterbe
heer.
Voor bouw en inrichting van het Water
paviljoen hebben Delta Expo en Verkeer
en Waterstaat 8 miljoen gulden uitge
trokken. De tentoonstelling blijft eigen
dom van het Rijk, Delta Expo draagt
zorg voor de exploitatie.
„En er zeide een tot Hem: Heer e,
zijn er ook weinigen die zalig wor
den? En Hij zeide tot hen: strijdt
om in te gaan door de enge poort".
(Lukas 13:23,24a)
Opeens is hij er - deze man met zijn
vraag. „Heere, zijn er ook weinigen die
zalig worden?"
We weten helemaal niet hoe hij deze
vraag bedoelt. Is het nieuwsgierigheid?
Of bewogenheid met zijn naaste? Om
zich heen ziet hij velen aan Christus
voorbij gaan. En dat brengt hem tot deze
vraag. Zoals wij dat ook wel eens kun
nen hebben als je midden in een drukke
stad loopt en je ziet al die mensen hun
weg gaan. Of als je denkt aan allen die
nog nooit van het Evangelie hoorden. Of
die er niet meer van horen. Wie worden
er zalig? Hoeveel wel en hoeveel niet?
Het kan ook zijn dat er achter zijn vraag
persoonlijke nood zit. Hij is bezig
geraakt met de geestelijke dingen. De
zonde is hem tot zonde geworden. En
zou het nu ook voor hem kunnen? Als hij
maar wist dat het Koninkrijk van God
voor velen openstaat, nu, dan is er hoop.
Maar - als er weinigen zalig worden dan
wordt het voor hem toch wel heel moei
lijk.
Weet u wat zo opvallend is? Dat Jezus
niet op de vraag ingaat. Daarmee veroor
deelt Hij deze vraag, verklaart hem onge
oorloofd. Met deze vraag komen we niet
verder. Stel dat wij het getal, de grootte
van de Kerk die zalig wordt zouden
weten, zou dat dan ook betekenen dat we
zelf het Rijk binnengaan? Jezus snijdt
deze vraag af. Daarmee zegt Hij als het
ware: Laat dat nu maar aan Mijn Vader
over. Begin daar toch geen discussie
over. We kunnen daar uren over spreken:
voor wie de genade wel is en voor wie
niet. En ondertussen kunnen we met een
grote boog om de Heere Jezus heen
gaan. En zelf buiten schot blijven. Een
groot gevaar!
Jezus komt in dit woord heel direkt naar
ons toe. Het treffende is dat Zijn ant
woord niet tot de vraagsteller gericht is,
maar tot allen die om Hem heen staan.
„En Hij zeide tot hen..." De vraag van
deze man is voor Christus aanleiding om
een breed appèl te laten uitgaan. Een
appèl dat opnieuw in het meervoud staat:
Strijdt om in te gaan door de enge
poort". Niet tellen en rekenen dus, maar
strijden. Daar komt het voor ons allen,
jongeren en ouderen, op aan.
Het Koninkrijk der hemelen, de zalig
heid, wordt hier voorgesteld als een huis
met maar één toegang, die opvallend
nauw is. Op zichzelf een wonder dat er
een poort is. Wat zou het verdiend zijn
als het Koninkrijk Gods hermetisch
gesloten was. We hebben zelf de deur
immers in het slot getrokken. Maar de
Heere heeft in Zijn onverdiende goed
heid toch een toegang geopend. In
Christus Die ten diepste Zelf die poort is.
Een enge poort. Neen, dat zit 'm niet zo
zeer in de poort, als wel in ons. Niet de
poort is allereerst nauw en laag, maar wij
zijn te hoog en te breed. Hoe komt het
als we niet door deze poort kunnen? Als
we telkens weer vastlopen? Omdat we
nog zoveel van onszelf willen meene
men. Door deze poort kun je alleen op de
knieën, in diepe ootmoed voor de Heere.
Maar wij willen ons oude leven vasthou
den, voor God recht overeind blijven
staan. En we zijn bepakt met eigen-ge-
rechtigheid. Zoals Paulus voordat hij
werd stilgezet. Voor zijn bekering droeg
hij van alles mee. Een paar zware, brede
koffers zogezegd, boordevol gevuld met
het zijne. In Fil. 3 laat hij ons een blik
werpen op de inhoud: zijn ijver, zijn
wetsbetrachting, zijn besnijdenis. Alles
waarmee hij voor God meende te kunnen
bestaan. Maar ondertussen kon Paulus
niet door de enge poort.
Weet u, deze poort is zó gemaakt dat een
goddeloze, een mens klein gemaakt door
de Heilige Geest, er door kan. Voor wie
zijn schuld belijdt is deze poort precies
pas. En daar ligt nu juist de strijd in ons
leven. Om ons leven te verliezen en het
waarachtig aan de Heere over te geven.
Om alleen op Zijn genade aan te houden
en niet heimelijk de zaligheid in onszelf
te zoeken. Zonder strijd kunnen we Gods
Koninkrijk niet binnengaan. Vergeet u
alle vijanden niet die ons tegenwerken.
De wereld die ons wil inpalmen. De
satan die ons een dwaalweg wijst, opdat
we maar niet naar de enge poort worden
toegetrokken. Ons eigen hart dat niet wil.
Vijanden genoeg. Geesteloosheid en ver
slapping. Een tijd geleden streden we
nog wel maar we hebben de strijd
gestaakt. Geldt dat van u?
Strijd om in te gaan. Dat zegt Jezus
tegen u die altijd beweert dat u er zelf
niets aan kunt doen en ondertussen leeft
u rustig voort. Tegen u die er niet zo
zwaar aan tilt en het wel gelooft. Tegen
jou die telkens weer kiezen moet welke
weg je gaat. Strijd...! Christus gebruikt
een woord dat uit de wedstrijdwereld
stamt. Dat wil zeggen: doe daar uw uiter
ste best voor. Span u tot en met in. Strijd
alsof uw leven er van af hangt. En dat
hèngt er ook van af.
Na de tekst laat Christus ons weten dat er
een dag komt dat de poort gesloten zal
zijn. En dat er velen zijn die willen bin
nengaan maar niet meer kunnen. Ze zijn
te laat. Ze hebben tijdens hun leven de
kans voorbij laten gaan. En het aangrij
pende is, dat daar mensen bij zijn die in
de buurt van Jezus hebben geleefd.
Kerkmensen. En toch.buiten. Eeuwig.
Daarom strijdt! Nu! De poort staat nog
open. Nog wel! Leef bij het Woord.
Worstel in het gebed om er zelf tussenuit
te gaan en alleen de Heere Jezus over te
houden. Het is geen onbegonnen werk -
deze strijd. Want God vangt Zijn strij
ders op. Hij doet ze ingaan. Zodat het
niet aan ons strijden te danken is maar
aan Zijn genade. U gaat belijden, door
genade:
„"Wij Stefan 't hoojdomhoog,
en zuCkn d'eerf^joon dragen,
'Door 11, door 11 alleen, om 't eeuziAg
welbefmgen;
'Want Qodis ons ten scfiiCdin 't strijdperli
van dit leven,
'En onze ÜQming is van IsreCs Qodgegeven.
Nieuwerkerk a.d Ussel,
ds. M. B. van den Akker
OPLEIDINGEN:
Op zaterdag 10 februari, 's avonds om 8
uur is er een Barokconcert in de Ned.
Herv. kerk aan de Smitsweg in Nieuw
Heivoet. Het concert wordt gegeven door
het Rianti kwartet. De naam Rianti is
ontstaan uit de voornamen van de drie
vrouwelijke leden van het ensemble:
Rita Lammers, cello; Annelies Breen,
hobo en Tineke Polen, dwarsfluit. De
Basso Continuo wordt verzorgd door Ed
van Weerd op een kopie van een clave-
cimbel uit 1600, van de beroemde clave-
cimbelbouwer Ruckers uit Antwerpen.
De akoestiek van de kerk is ideaal, juist
voor de klankkleur van barokmuziek en de
instrumenten waarop wordt gespeeld. De
stralend zangerige klank van de fluit vloeit
schitterend samen met de pastorale heldere
tonen van de hobo, het zilveren geluid van
het clavecimbel wordt lyrisch versterkt
door het sonore timbre van de cello.
Het ensemble treedt al sinds 1988 op in
allerlei lokaties in de regio en daarbuiten.
Het programma bevat werken van Johann
Joachim Quantz, hofcomponist van
Frederik de Grote, die zelf een vaardig
fluitist was; Carl Heinrich Graun, die in
dezelfde tijd leefde; Antonio Vivaldi, een
Italiaan met iets vroegere muziek, een
triosonate met Zuidelijke warmte en tem
perament; een sonate van Handel, die
weer wat later leefde en een virtuoze trio
sonate van Johann Sebastian Bach, hoewel
diens auteurschap niet helemaal zeker is.
Al met al een programma dat, mede omdat
het niet erg lang is, ook voor kinderen heel
geschikt is. De toegang is gratis!
Ze hadden zich van tevoren nog goed
wat moed ingedronken bij Driek Mun
sters en toen waren ze gegaan, dicht bij
mekaar, want ze knepen hem as ouwe
dieven. En toen ze bie het huussien van
Hendrikus kwamen, toen kroop Bram op
het dak en hie zette een dreigende, som
bere stem op.
„Hendrikus", klonkt het in de smalle schoorsteen,
en Hendrikus, die dicht bie het vuur zat vanwege
het slechte weer, was dodelijk verschrikt opgevlo
gen.
En die opgeschoten lummels hadden zo'n plezier,
ze proestten het uut van het lachen. En toen waren
ze hem gesmeerd en de volgende dag hadden ze
zich nog slap gelachen um dat gekke Hendrikus-
sien. Maar het muussien kreeg een staartje. Veur
Hendrikus 'n plezierig staartje, veur de belhamels
een vervelend staartje.
Hendrikus vertelde de volgende dag in het durp
over het vreemde avontuur dat hem overkomen
was en ook Driek Munsters hoorde ervan. Die
kreeg ineens een helder ogenblik en dacht an die
blagen, die daar den avond van teveuren zoveul
hadden zitten pumpelen. En hie werd razend.
Hoe konden die doerakken er nou toe kommen um
dat armen Hendrikusje, dat nog gien nagel had um
het gat te krabben, zo op te jutten? Die stumper
moest met sien hele fermilie in de winter honger-
lieden. Hie gaf de schuldigen er net van langs toen
die Bram sien vader binnenkwam. En de olde
Heringa kon het helemale neet waarderen.
Hie sliep er 'n nachien over en greep toen de jon
gens in de kladden en zette ze an de arbeid. Net
zolang tot ze een mooie nieuwe sik veur
Hendrikus verdiend hadden.
Heringa bracht hem naar Hendrikus toe, samen
met de kwajongens.
„Ja", zee Heringa. „Ik heb ook 'n vreumde stem
gebeurd, neet deur de schoorsteen, maar in 't café.
En die stem vertelde mie dat deze lummels oe 'n
nieuwe sik moesten geven. Daar heb ie hem dan".
Hendrik van Botterdiene herinnert zich deze ge
schiedenis nog zuurzoet lachend.
Het is nog niet donker bij Heringa. Het licht
schijnt al van ver over de heide en het nodigt uit
om dichterbij te komen. Volk, ie hoeft neet bange
te wezen, komt maar gerust dichterbie, lijkt het te
zeggen.
Toch kijkt Heringa vreemd op als daar ineens twee
jongkerels uit het dorp op de deel staan. „Zo, Sil-
levius en Veldman, nog late op pad".
Hij wenkt hen met de hand en ze volgen hem. Zijn
forse, nog rechte gestalte laat een brede schaduw
op de muur achter en de twee jongkerels lopen
hem wat onder de indruk na.
„Wie wollen oen nog effen sprekken, ast kon",
zegt Silvius.
„Dat kan", zegt de boer verbaasd. „Komt maar
met. De vrouwe zal nog wel 'n bettien koffie heb
ben, denk ik".
De vrouwe staat bij het fornuis en zet daar wat
kopjes op. Nu het midzomer is en het fornuis toch
niet brandt wordt het gebruikt om brood op klaar
te maken. Er legt een brede handdoek overheen.
„Vrouwe, wie zitten effen in de veurkamer. Heb ie
nog wat koffie veur ons?"
Aaltje kijkt wat verschrikt van de een naar de an
der. Wat doen die twee hier nog zo late? Maar ze
knikt hen niet onvriendelijk toe.
De jongkerels laten hun klompen bij de keuken
deur staan, vegen nogmaals hun voeten en lopen
achter de boer aan naar de deftige voorkamer.
Wat verdwaasd kijkt Gerrit om zich heen. De
zware eikehouten meubels glanzen in het vale licht
van de net ontstoken lampen. Op het zware dres
soir staat een foto van het gezin Heringa. De boer
in het beste zondagse pak, de vrouwe in het netste
jak en de helderste knipmuts, Bram in zijn goede
pak. Gek, zo kennen ze Bram helemaal niet.
En daar is ook Treeske. Treeske, het oudste wicht
van Heringa, dat al sinds maanden in Groningen
logeert bij een rijke tante.
„Gaat maar zitten", glimlacht Heringa, die de ver
legenheid van de twee jongkerels ziet.
Ze gaan elk heel voorzichtig, alsof ze over eieren
lopen, naar een zware stoel en zetten zich op het
puntje van de dikke bekleding ervan.
De deur vliegt ineens open en Bram komt binnen-
stommelen. „De heurde dat Gerrit en Hendrik hier
waren..."
Heringa kijkt even boos op. Zijn hand tast naar een
pijp en wil net beginnen te stoppen. „Ben ie klaar,
Bram?"
„Blieft er maar bie. Bram, ie heurt het toch een
dezer dagen", komt Gerrit haastig.
Heringa knikt even en de jongen valt in een van de
eikehouten stoelen.
„Zo, Gerrit", zegt de boer enkel.
„Het geet over Minke van moeder Merije", begint
Gerrit meteen.
Heringa houdt even op. „Wat zeg ie, Minke? Dat
wicht is hier een paar uur geleden nog vrolijk weg
gegaan".
Gerrit slikt even, maar dan gooit hij er ineens uit:
„Harmen den sosjalist heeft Minke angegrepen".
De stenen pijp van de boer valt kletterend op de
grond. De witte kalksplinters vliegen alle kanten
op. Zijn ruwe knuisten, die zo duidelijk bewijzen
hoe hard Heringa altijd heeft gewerkt, klemmen
zich om de stevige stoelleuning.
Zijn ogen kijken de jongkerel ongelovig aan. Zijn
laarzen schuiven onophoudelijk over het dure kar
pet en vermorzelen de kop van de Goudse pijp. Hij
merkt het niet eens. „Verkracht wol ie zeggen, Sil-
levius?"
Bram springt al overeind. Driftige jongkerel, die
hij is, slaat hij meteen met de vuist op de grote,
ronde tafel en schreeuwt: „Va, dat nemmen wie
neet".
„Gaat zitten", zegt de boer.
Het wordt ineens muisstil in de kamer, lange tijd
zitten ze daar met zijn drieën elkaar aan te staren.
Zo stil is het, dat het vrouwe Aaltje opvalt en een
beetje ongerust kom ze even kijken. „Wat maakt
jullie? Jullie bent zo stille".
„Gaat zitten, vrouwe", gebiedt Heringa vriende
lijk, bijna vragend, maar intussen geen tegen
spraak duldend.
Aaltje gaat zitten, een klein vrouwtje, mager door
het zware werk dat ze aan de zijde van haar man
heeft verzet, mager ook misschien van de zorgen
om haar oudste, dat trotse wicht.
Treeske is nu al wekenlang bij Barts zuster in Gro
ningen. Straks als ze terugkom, zal er geen land
meer met haar te bezeilen wezen. Dan heeft ze op
merkingen over alles en iedereen, dan deugt er
niets meer, alles is ouderwets, bekrompen, klein-
zielig en ze heeft niet door dat zij degene is, die
kleinzielig en bekrompen is.
Zolang Treeske daarginds in Groningen blijft, is
hjer in huis vrede; als ze terugkomt, zijn de rust en
de stilte, die zo verkwikkend zijn na een zware
dag, ver te zoeken. Dan gaat Bram zijn vertier bui
tenhuis zoeken, dan loopt hij naar Silvius of naar
het café. Dan zit vrouwe Aaltje met een opgekropt
gemoed te werken bij de tafel onder de lamp en
dan bijt Heringa zijn lippen stuk om zijn volwas
sen dochter geen oorvijg te geven, die ze zo drin
gend verdient.
(wordt vervolgd)
K>^BlKBfl)E Middelhamis Hellevoetsluis Zierikzee Oud-Beijerland
VEfÜiUIZBlS Tel. (0187) 482188 Tel. (0181) 320016 Tel. (0111) 413163 Tel. (0186)613624
- Leraar Basisonderwijs
- Maatschappelijk Werk
en Dienstverlening*
- Sociaal PetJagogisciie
Hulpverlening*
- Personeel en Arbeid
-CWIV; Kerkelijk Werk*
- Journalistiek en Voorlicliting (ESJ)
- Verpleegkunde* «(ookindeeitijd)
- Ook voorbij- en nascholing, KaderaplefiMng Gezondheidszorg.
Informatie: Postbus 80, 6710 BB Ede Tel. (0318) 639750
Bezoek: - Pr. Bernhardlaan 25, Ede (Leraar Bastsoii^rwijs)
- Oude Kerkweg 100, Ede (alle overige opÉdtngen]