f
Wie schrijft er mee
van en over Flakltee?
GBS en CBB geven Bijbel
voor blinden en slechtzienden uit
Potermaaltijd
Ooitgensplaat
PROJECTWEEK
Biz. 2
EILANDEN-NIEUWS
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1996
Pubiikaiie Streekmuseum Goeree-Övêrfktkkee
Over de Flakkeese Joden is eigen
lijk weinig bekend. Ouderen onder
u hebben wellicht nog een aantal
Joodse mensen gekend, maar her
inneringen aan hen vervagen en
gaan op den duur verloren. Het
hart van de Flakkeese Joodse ge
meenschap was de synagoge (sjoel)
op het Zandpad te Middelharnis.
De 'belangrijkste' man binnen de
Joodse gemeente was de voorgan
ger of godsdienstleraar (rabbi). Hij
stond in hoog aanzien, zowel bin
nen als buiten de Joodse gemeen
schap.
Het was zondag 7 oktober 1934 voor de
Joodse gemeente op Goeree-Overflakkee
een blijde feestdag. Op die dag mocht
haar voorganger, David Slager, de dag
gedenken, waarop hij veertig jaar daar
vóór in zijn ambt werd bevestigd.
Die zondagmiddag werd er in de synago
ge op het Zandpad te Middelharnis onder
grote belangstelling een godsdienstoefe
ning gehouden, waarin dit feit herdacht
werd.
Toen de jubilaris de synagoge binnentrad
werd hem als welkomstgroet door een
mannenkoor toegezongen Psalm 118:26-
29: „Gezegend is hij, die binnenkomt, in
naam des Heeren. Die eeuwige is onze
God Hij heeft ons licht verschaft, bindt
het feestoffer, met touwen aan de horens
van het altaar. Mij God, zijt Gij, U wil ik
huldigen, mijne Godheid, U wil ik ver
heffen. Dankt den Eeuwige, want Hij is
goed, want eeuwig duurt Zijne welwil
lendheid". Vervolgens zong de heer Sal
de Haas uit Rotterdam het Hebreeuwse
middaggebed, waarna de broer van de
heer Slager uit Den Haag Psalm 116:12-
19 ten gehore bracht.
Hierna werd hij toegesproken door Rab
bijn Cohen. Hij zei onder andere:
Geachte heer Slager, Uw optreden als
voorganger en leraar hebben U nader ge
bracht tot de mensheid. Niet alleen door
Uw geloofsgenoten, ix)k door andersden
kenden wordt gij geëerd! Wat gij ook
nog te vervullen zult hebben, moge God
het U gunnen, dat ge dat zult mogen
doen in volle blijmoedigheid
Vervolgens zong de heer De Haas in het
Hebreeuws het gebed voor het Konin
klijk Huis.
De heer Slager hield de volgende toe
spraak: „Geloofd zijt Gij, Eeuwige Ko
ning der wereld die mij het leven ver
leent en behouden heeft om dit tijdstip te
bereiken. Mijne Geliefden. Het is de lof-
zegging die iedere Israëliet uitspreekt,
telkens weer wanneer hem het voorrecht
wordt geschonken een belangrijk tijdstip
te bereiken. Kort, maar veelzeggend,
weinig woorden, maar rijk van inhoud.
Zo wil ik thans daarmede aanvangen en
den Algoede dank brengen en hulde voor
hel bereiken van dezen dag. Veertig ja
ren lang was Hij mij tot stut, tot steun,
tot kracht en sterkte om deze gemeente
voor te gaan en te leiden. De goede God
was met mij en ik behoefde niet te vre
zen. Hij stond mij bij in moeilijke tijden,
wees mij den weg gedurende veertig
jaren opdat tijden van vreugde mij niet
zouden verblinden. En ondanks het klim
men der jaren gevoel ik mij nog sterk en
vol goeden moed. Voorwaar een reden
tot innige dankbaarheid. Deze veertig
jaren was God met mij. Ja, het zijn nu
veertig jaren, die God mij schonk om in
Uwe gemeente het heilige werk te ver
richten, dat de plicht mij oplegde.
Als vanzelfsprekend gaan mijn gedach
ten terug naar den dag toen ik voor het
eerst voor U stond. Een voor mij eervolle
benoeming door den toenmalige kerke-
raad gaf mij hoop en vertrouwen. Ik zou
nu voortaan Uw leraar zijn. Maar toen de
dag naderde, dat ik mijn functie mocht
aanvaarden, was het niet geheel zonder
vrees. Ik was immers zo jong en had
weinig ervaring. 'Ik ben een jongeling'
zo riep ik U toe, zo riep den profeet na.
maar het goddelijke woord van dienzelf-
den profeet, zeg niet "Ik ben een jonge
ling', maar de plicht die Ik U op de
schouderen leg, zult gij volbrengen.
'Waarheen Ik U zend, zult gij Uwe roe
ping bewust zijn en het woord spreken,
dat Ik U gebied'. Thans, na zovele jaren,
komt de vraag in mij op: 'Hebt ge aan
die roeping gehoor gegeven?'
Vooraleer ik U het antwoord op deze
vraag schenk, zult U mij veroorloven
eerst een wijle bij het verleden stil te
staan. Ik denk dan in de eerste plaats aan
die mannen, die mij toenmaals tot het
heilige ambt hebben geroepen. Het wa
ren de heren L. Schooning, Sam en B.
Haagens, die helaas uit het aardse leven
zijn gescheiden, de heer I. Ph. Gazan. die
zich spoedig in Amsterdam ging vesti
gen en met onzen grijzen voorzitter, de
heer M. Rood, die nog een flinke gezond
heid genieten, ondanks beider hogen leef
tijd.
Een dankbare herinnering gaat uit naar
den heer David Haagens, die zoal niet tot
den kerkeraad behorende, als voorzitter
van het toenmalige schtxilbestuur, ijverig
voorstander als hij was van goed gcxls-
dienstonderwijs, mij gewillig bijstond
om de voorkomende moeilijkheden te
overwinnen. Helaas, ook hij werd spoe
dig naar betere gewesten opgeroepen. En
wanneer ik ons kerkhof betreed en de
vele grafheuvels aanschouw, die zijn
verrezen, dan denk ik met weemoed
terug aan de velen die ons zijn ontvallen,
waarvan wij kunnen getuigen: zij waren
onze geliefden bij hun leven. Ouders,
echtgenoten en kinderen, allen te zamen
rusten daar. Uw vaders en mtxïders, maar
ix)k mijne nabestaanden en vrienden. Het
waren mijn broeders en zusters. Ja, zelfs
meer dan dat. Naast mij en met mij heb
ben zij de belangen der gemeente ge
diend en hun taak tot eer van God vol
bracht. Hun verdriet deed mij leed, hun
vreugde was de mijne. Ach, hoe vol dee-
mcx;d stortten zij de gebeden uit, die man
nen als Marcus Hartogs, Leizer Haagens,
Mozes Polak en zovele anderen. Ja, hex;
gingen hun echtgenoten in vrome onder
worpenheid voor in het oefenen van
Gode welgevallige werken. Och, hoe
ootnuxïdig betraden zij het bedehuis, om
naar mijn voordracht te luisteren, hoe
beschouwden zij mij als hun leraar en
vriend, nu eens raadgevend, maar ook
raadvragend, in geestelijke of algemene
aangelegenheden.
En wanneer het in deze heilige stonde
niet mogelijk is alle namen te noemen,
met weemoed, maar met onderworpen
heid en berusting denken we aan het
drietal, dat ons nog zo kort geleden is
ontvallen, de heren Jacob Polak, Mozes
Hammelburg en mevrouw Rood, die aan
het praktische leven in onze kleine om
geving op hun wijze deelnamen. Bij hun
leven waren zij, evenals die velen die
voor hen uitgingen. Uwe en onze bemin
den. Zij allen hebben een goeden naam
nagelaten, zodat over hun het woord van
koning David bewaarheid wordt: Ook na
hun dood niet gescheiden. Hun goede na
men zijn onuitwisbaar gegrifd in de har
ten van ons allen. Vergeten kunnen en
willen wij ze niet.
Nog zien wij voor ons, die van heilig
vuur en ijver blakendcn kerkbestuurder,
den heer Benjamin Haagens. Zijn figuur
kan niet van ons scheiden. Bijna een
halve eeuw stond hij op de bres om de
belangen onzer Joodse gemeente te die
nen. In het kerkelijk leven heeft hij be
langrijk deelgenomen. Onbaatzuchtig in
zijn streven heeft hij met anderen de ge
meente tot groten bloei gebracht. Hij is
ons te vroeg ontvallen, maar laten we
God danken, dat wij hem nog zo'n lange
tijd mochten bezitten. Met de blijden kon
hij jubelen, met de treurenden bedroefd
zijn. Hij en die velen, welke zijn heenge
gaan, zullen lichtend voorbeeld blijven
voor het tegenwoordige geslacht, dat
thans de gemeentebelangen als taak op
de schouders is gelegd. Het aandenken
der braven blijft ten zegen.
Wanneer het verleden ons voor enkele
ogenblikken bezig houdt dan denken we
met blijdschap in het hart aan het heden,
aan dat wat nu is. Het belangrijke verle
den bracht ons de vrucht van het ogen
blik. Of dan reeds al het werk is vol
bracht? O, neen, verre van dat. Rusteloos
zullen we voortarbeidcn aan den godge-
wijden arbeid. Gelukkig, het tegenwoor
dige bestuur is met dezelfde liefde be
zield om met een onverbreekbaren wil,
ondanks meningsverschil en geestesrich
ting, de orthodoxe richting in onze ge
meenschap te behouden en haar peil te
houden, niettegenstaande de tegenwoor
dige tijd de zorgen vermeerdert en zwaar
doet zijn. Met onverdroten ijver en met
ijzeren wilskracht bezield, spoort het
haar leden aan, de gemeente omhoog te
heffen, waarvoor noch financiële offers
te groot, noch tijd, noch geduld te veel
zijn. De oude, grijze voorzitter, onze
nestor, jeugdig in zijn streven, waardig
trots als hij is nog steeds te behoren tot
hen, die de belangen van de gemeen
schap trouw en eerlijk behandelen, de
wakkere praeses onder zijn mede-leden,
siert de bestuursfunctie reeds meer dan
een halve eeuw en stevig houdt hij de
teugels van het bewind in handen, rem
mend voor al te veel ijver, aansporen4 zo
het nodig is.
Vrede en aandacht schrijven zij, de leden
van het bestuur, in hun vaandel en dit
maakt hun sterk en doet hen, naast ach
ting de medewerking verlenen der trou
we gemeentenaren. Hoc schoon is het als
'Broeders' in eendracht samenwerken,
daard(X)r gebiedt God Zijn zegen. Onze
wijzen leraren. Zonder vrede, zonder
eendracht is niets volkomen. Zoo werd
de zware taak van den leraar verlicht.
Het werk vergemakkelijkt, door de
goede geest, die in de gemeente heerst,
zo blijvc hel. Laat mij dan thans verant
woorden de vraag die ik daarstraks stel
de, of ik aan de gestelde eisen van den
leraar heb voldaan? Het zou zeer zeker
van zelfverheerlijking en van zelfver
heffing getuigen, wanneer ik daarop een
beslist bevestigend antwoord gaf. Ik ben
mij mijn kleinheid, mijn nietigheid maar
al te bewust. Wellicht waren mijn tekort
komingen vele, maar toch zie ik in Uw
aller tegenwoordigheid, het bewijs, dat
de veertig jiu'en van mijn arbeid onder U
niet onvruchtbaar zijn gebleven. Maar
wanneer ik dan op enige resultaten kan
wijzen, dan is het naast de goddelijke
bijstand, zeer zeker de welwillendheid
van dit en vroeger bestuur, waarmede
men mij is tegemoet getreden. De royale
wijze waarop ge aan mijn verlangens te
gemoet kwaamt, zij sieren Uw college en
de leden onzer gemeente!
Zij zijn het die het aanzien onzer kleine
gemeente overal heeft doen rijzen. Zo
heb ik gedurende deze veertig jaren,
mede verzekerd van Uw aller onmisba-
ren steun en geleid door den gcxïdcn wil
van U allen, beschermd dcxir den hogen
hemelsen bijstand, mijn omvangrijke
taak kunnen volbrengen en de drie
grondzuilen van het ware Jodendom, le
ring, verheffing van den eredienst en de
weldadigheid mogen bevorderen. En ben
ik niet ten volle lot het doel gekomen,
dat ik mij gesteld heb, dan is dit niet
mijn onwil, maar mijn onmacht geweest.
Niet licht liet ik mij ontmoedigen. God
was die veertig jaren mij lol hulpe. Op
de goddelijke hulp vertrouwend bouwde
ik steeds voort en zocht te dcx;n wal de
plicht mij voorschreef.
Door de jaren heen gevoelde ik mij
steeds krachtiger worden. Mocht ik niet
geslaagd zijn in mijn pogingen: wie
bereikt zijn d(x:l ten volle? Tcx-h blijf ik
vertrouwen op de goddelijke almacht en
uwe medewerking. Dat gij dat niet zoudt
doen, daaraan twijfel ik geen ogenblik.
Dat gij mij dezen dag tol een feestdag
wilt maken, dat gij mijn werk, al heeft
het geen wcreld-vcrmaardhcid, ten hoog
ste waardeert, ben ik dankbaar, dankbaar
jegens God, dankbaar jegens U allen, dat
gij Uw tevredenheid toont.
Het is een dag van dankbaarheid, ook
voor de ouden en jongen van dagen.
Vooral gij jongeren! Niet altijd zullen
wij Uw leidslieden kunnen blijven. Wan
neer gij eenmaal onze plaats zult inne
men doe het dan met dezelfde liefde en
opoffering als de ouderen. Wij moeten in
de toekomst werken ter verheerlijking
van Gods naam. Ik blijf het zeggen: dit is
mijn God, Hem wil ik verheffen. De drie
grondzuilen voor het Jodendom waren
zoals ik U zei: lering, eredienst en wel
dadigheid!
Tevens leraren onze wijzen: bidt voor de
welvaart van de regering! Wanneer den
Israëliet dit reeds wordt bevolen in lan
den, waar de verdrukking hen kwelt, hoe
veel te meer reden is hiervoor dan niet in
een land, dal rechtvaardigheid en liefde
tot stempel draagt. Wij leven in een klein
land, dat echter groot is in zijn grote on
gekunstelde vrijheid. Wij hebben lief het
land der Oranjes, van onze geliefde vor
stin, die hun onderdanen hierin vcx)rgin-
gen. De Oranjes regeerden dit land met
een trouw hun onderdanen waardig.".
Spreker merkte vervolgens op, dat hij
steeds met groot genoegen gewerkt had
onder opperrabbijn Dr. Ritler. „Hij was
mij steeds een vaderlijk vriend, moge
God hem een goede grijsheid blijven
schenken. Ook is het mij een voorrecht
geweest de laatste jaren met opperrabbijn
Davids samen Ie mogen werken. Hel zal
hem leed d(x;n heden niet persoonlijk in
mijn vreugde te kunnen delen. Hij stelt
steeds veel belang in de zaken van onze
gemeente. Ook aan U, geachte heer rab
bijn Cohen, dank voor Uw welwillend
heid om den opperrabbijn hier te willen
vertegenwoordigen. Gij waart mij sedert
jaren een trouw vriend, een waardig
leraar. Geve God U de kracht om steeds
het Jodendom te dienen, opdat gij niet
alleen in naam, maar ook inderdaad den
Allerhoogste als priester zult mogen die
nen. Ik dank U tevens vcx^r den lof, zeer
verdiend, door U mijn vrouw toege
zwaaid. Sprekers' gedachten gaan nog
even terug naar zijn prilste jeugd, naar
zijn oude onderwijzer: de heer Stokvis
uit Steenwijk, die de negentig jaren reeds
bereikt heeft. God geve hem de honderd!
Aan u, geachte heer en vriend Anton Ga
zan, een woord van dank. In die vele
jaren hebt gij mij altijd zo trouw en be
langeloos bijgestaan. Een woord van
dank is van deze plaats zeer verdiend.
Wanneer ik verhinderd was, mijn dien
sten te vervullen, wilde gij steeds mijn
plaats innemen. En U hebt de goedkeu
ring weggedragen van de gemeente.
Ook dank aan U allen, die van verre zijt
gekomen. Dank aan U oud-leerlingen.
God schenke U Zijn milden zegen! Ook
U talrijke aanwezigen, andersdenkenden,
aan U dank voor Uw grote belangstel
ling. Moge Hij aan U en ons het woord
van den Psalmist bevestigen: ziet, dat de
God van mijn hulp, waarop ik blijf be
trouwen, want Gcxl is mijn macht en sna
renspel. Zo zal het blijven lot in de eeu
wigheid! Amen".
Tenslotte zong de heer Sal. de Haas het
dankgebed. Na aflcxip van deze plechtig
heid werd deze dag in intieme kring in
het huis van de heer Slager - naast de
Joodse school op het Zandpad - verder
gevierd. Daar kreeg de jubilerende voor
ganger prachtige geschenken, waaronder
een gouden horloge, een stofzuiger en
een foto van het interieur van de synago
ge met de jubihu-is in ambtsgewaad (zie
foto). Diep ontroerd zegde de heer Slager
dank voor al het schone hem t(x;gedacht
en geschonken.
Van officiële zijde (de gemeente) werd
helaas geen gevolg gegeven aan de vrien
delijke uitnodiging om deze voor de
Joodse gemeenschan en voor de heer
Slager zo belangrijke plechtigheid bij te
wonen.
Het voorgaande is een uniek verslag
van een feestelijke plechtigheid in de
synagoge te Middelharnis. Nog geen
tien jaren later was er van de Joodse
gemeenschap op ons eiland bijna nie
mand meer in leven. Ook David Slager
werd vermoord. Op 71-jarige leeftijd
vond hij in 1943 de dood in het vernie
tigingskamp Sobibor. Hij was de laat
ste rabbi op Goeree-Overflakkee. Het
zou bijzonder mooi zijn als er in de
toekomst in Middelharnis een straat
naar deze beminnelijke en zeer ge
waardeerde plaatsgenoot wordt ver
noemd.
Jan Both,
Secretaris Streekmuseum
„^^et ^inttènliMk
LEERDAM/ERMELO - Het Nieuwe
Testament van de Bijbel in de Statenver
taling (editie Gereformeerde Bijbelstich
ting) is sinds kort ook beschikbaar in ge
sproken vorm. Deze uitgave omvat 37
cassettebandjes en is bedoeld voor ieder
een die niet op de gebruikelijke manier
kan lezen. De gesproken Bijbel wordt in
samenwerking met de Gereformeerde
Bijbelslichting (GBS) te Leerdam door
de Christelijke Bijbelslichting (GBS) te
Leerdam door de Christelijke Biblio
theek voor Blinden en Slechtzienden
(CBB) uil Ermelo vervaardigd.
Oude Testament
De CBB werkt nu hard aan het inspreken
van het Oude Testament. De verwachting
is, dat dit deel van de Bijbel in het najaar
van 1996 gereed zal zijn. De kom-plete
Bijbel (editie GBS) zal bestaan uil onge
veer 108 cassettes.
Te leen of te koop
De gesproken editie van de Bijbel is bij
de CBB kosteloos te leen voor blinden,
slechtzienden en anderen die niet op de
gebruikelijke manier kunnen lezen. Ook
is de Bijbel te koop: per boek, per testa
ment of kompleet (voor 75,-). „De
prijs is bewust laag gehouden, zodat dat
voor slechtzienden en blinden geen be
lemmering hoeft te vormen om de ge
sproken uitgave te kunnen kopen", aldus
de heer J. de Koning, algemeen mede
werker van de GBS.
„Overigens, naast de gesproken Bijbel
blijft de grootletter-edilie van de GBS
ook beschikbaar".
Niet vergeten
De heer H. Pierik, directeur van de CBB,
vult aan: „Als Christelijke Bibliotheek
voor Blinden en Slechtzienden zijn wij
erg blij met dit project. De nauwe sa
menwerking lussen de GBS en de CBB
onderstreept weer eens, dat de visueel
gehandicapte niet vergeten mag worden,
zeker niet als hel om het lezen van de
Bijbel gaat".
Dinsdag 13 februari a.s. wordt er een po
termaaltijd gehouden in Fort Prins Fre-
derik.
Aanvang 17.00 uur, kosten ƒ7,50.
Deze avond is uitsluitend voor 55-plus-
sers uit Ooitgensplaat.
Na de maaltijd wordt een verloting
gehouden. De loten kosten 4 voor 1,-.
Aanmelden bij mevr. A. Huijer, tel.
631676.
OUDE TONGE
Leerlingen 'De Bron' werken aan het
projekt 'Voeding'. In deze week wordt er
heel wat afgekneed, geroerd, geklutst,
geknutseld, gelezen, bekeken, bezocht
door de leeriingen van 'De Bron', omdat
ze bezig zijn met het genoemde projekt.
De bakkerijen, slagerij, veehouderijen,
land- en tuinbouwbedrijven e.d. in de
omgeving worden bezocht, de hoogste
groep mag zelfs zijn kookkunst uitprobe
ren op de consumptief-afdeling van de
technische school.
Om u in de gelegenheid te stellen hier
van het een en ander met eigen ogen te
bewonderen, wordt u uitgenodigd op
maandagavond 5 februari a.s., 's
avonds van 7 tot 9. De hele school is
dan voor het publiek toegankelijk.
Ook u en jij bent dus van harte welkom.
De leerlingen en leerkrachten zullen
u/jou dan laten zien, wat ze zoal gedaan
hebben.
Ik leze geregeld aok de slikjes in de krante van 'Wie schrijft er mee van en
over Flakkee', in toen docht ik zo: Kiek, dat staet er noe net as un vriendelijke
uulnoadiging. In daerom wil ik oak nog'es prebere of ik wat uut mun duum kan
zuge van vroeger. Ik hope allean mar dat je mun de fouten vergeve wil, want
hoewel ik al 43 jaer van Flakkee weg binne, Flakkees praete dat gaet nog best,
mar Flakkees schrieve, dat is nog wat aores.
Mar, nae 43 jaer ofwezigheid kom ik toch in de stikjes van Han Wolfert nog
verscheie bekende tegen. Ik mag zegge dat m'n geheugen nog aerdig goed is, al
bin ik dan haesl 76, teminsten wat de diengen van vroeger angaet, want voor
noe, as m'n vrouwe tegen m'n zeil: „Briengt us groente mee uut tun tuun as je
om een bakje komt, of haelt us een emmertje aerpels voor mun, laet ik ut dan
mar trek doeë, want 2 minuten laeter bin ik ut vergele.
Mar cêrsl hao ik al us zitle puzzele wie dien Han Wolfert noe eigenlijk precies
is. Want vroeger kwam ik oak nog al us in de Ouwe Weie, omdat ik kamme-
racxl was mil Piel Wolfert. Piet van Hen zogezeid. As je van de B. C. Zaaijer-
laan de Ouwe Weie in kwam, had je eerst Piet Wolfert Sr. in daer neffen Hen
Wolfert, in der tegenover een andere zeune van den Ouwen Piet, Diengeman
Wolfert. Klopt ut, Han? Ik bedoele noe de 30er in de 40er jaeren. Dus vraeg ik
ncx; an Han op z'n Dirkslands, „van wie bei joe der noe êên?" Geheimhouding
verzekerd!! Ik hao al lange jaeren niks geen contact meer mil Dirksland gehad.
Dal is pas de leste jaeren weer biegekomme toen Arie van der Vliet us bie ons
op bezoek kwam. In laeter is Arie (in Jannie) oak nog een keer of wat bie ons
geweest, in sinds hao mun altoos ut contact weer onderhouwe.
Van Han z'n verhaelen over dal ongedierte weel ik dus niks of, want dat is
geweest toen ik al lange in Canada was. Mar van de pleenemmer in 't mispilje,
dat dce wiele oak al. Want de ouwe Dirkslanders zalle ut nog wel wete datte
m'n in de middelste steeg weunende (De Tuunstraete). In daer was voor alle
beweuners een plekje voor een schuurtje of un verkeskot. In daer hadde wiele
oak ons mispilje. Andere mensen uut ut durp moste naer Spuie as ze een verke
wouwe mesle in daer zalle der toen heal wat. In zo is un keer gebeurd dat
iemand de volle nemmer achter op de fiets naer Spuie wou brienge in midden
op de Heule viel un dur of. Wie de man was zal ik mar voor mun houwe, want
hie is al jaeren uut den lied, mar ut was wel wat lekkers, dat ke je wel begriepe.
Ik kan me nog herinner dal ut in de krante slong (E.N.), mar daer schreve ze
deftig over een ongelok mil een nemmer vicaliën!
Voor die mensen die gean mispilje hadde wiere ze eens in de weke opgehaeld.
Dirk van Bnx:khoven in Leen Tamboer deeje dal, dan hadde ze un grote tank
op de auto stae, in daer wiere ze ingestort, dat kostte un dubbeltje per kear. In
as de tankdan vol was gieng ut nae de karremispit, in de pit. Vanzelf was dal
een baenlje voor de laete naevend, want je kon ut een ure in de wind ruke.
Mar in de oorlogsjaeren moch je dichte saevens niet buten komme, in dus mos
ut overdag gebeure, in dat was healemaele wat lekkers. Zo mot us un keer
gebeurd weze dat de ean of aore grapjes midden op de Voorstraete de kleppe
opetrok, want un toestand was dal!
Un ander verhaeltje is gebeurd in '29, toen was tur een joon die docht wel dat
ie over de bevrore pit kon loape op de karremispit, in hie zakkende der tot an
zun harte in. Ut was een flienke kuier naer huus, in 't nieuws was al vooruut
bie zun thuus gebrcxrht. In zodoende wier un thuus al verwelkomd. „Mar m'n
jongen, wal heije noe toch gedae!" Hie wier rond ut huus naer achter geslierd,
in daer kon je wal aores hoare! M'n hadde voorheen noail gewete dat buvrouw
zo welbespraekl was! Een ander verhael is tur nog dal er een emmer uut un
butcnplce gehaeld is, in bie un N.S.B.'er in huus gegoaid. Mar m'n verhael
gaet te veul sticnke, dus genog over Hollands roem!
Och as je alles us naegaet dan komme nog wel genog diengen op van vroeger
jaeren. Zo kan ik mun eige nog goed herinnere dat ik op de Kae liep in vlak bie
ut voetbruggetje over d'n Buzum ree Pauw Koppelman mun achterop. Hie was
op pad nae 't voetballerrein, dat was toen nog bie Dirk Poortvliet. Afijn, ik
Slappe opzieë om Pauw verbie te laelen, in hie wou netjes ut bruggetje opdra-
oie. Daer was mar eene leuning an in daer bleef Pauw net mil zun trapper ach-
terhaeke, in zo schoot tun mil fiets in al den Buzum in.
Ut was niet diep in Pauw kwam op zun voelen terecht, in 't waeter. Ik hao eerst
Pauw z'n fiets angepakl, in toen Pauw zelf op de kante gelrokke. Hie had z'n
eige gelokkig geen zear gedaen, in is rustig gae voetballe, in omdat ut un waar-
me zcumeraevend was, dienk ik dat zun broek weer al un ende droag was toen
un naer huus gieng. Pauw is oak weer al heal wat jaeren weg, in of zun vrouwe
nog leeft weel ik niet. Mil Annie Walraven 'Kan ik zegge dal ik oak de kruuk-
plaetjes lekker vond, mar ik hao ze al zeker in gien 55 jaer meer geprove, in ik
houwe m'n eige anbevole voor 't recept.
Dan las ik in de krante van 29 september 1995 een stikje van A. Brooshoofd
uut Nieuw 2k;eland. Ik vond al gauw uut dal dat Bram van Lauw Brooshoofd
mos weze, allean wist ik niet dat un in Nieuw Zeeland zat. Ik hao allied ge
docht van in Australië. Mar ik dienke dat Bram mien nog wel zal kenne herin
nere want mun speulende veul mil mekaore op 't schoolplein. Daer binne in die
omgeving al heal wat ouwe speulmakkers weggevalle.
Nog even inhaeke op 't stikj van die vrouwe uut Dirksland. Die haelende oak
nog un slik of wat ouwe bekende naemen op. Onder andere m'n opoe, Janne
Meurs. Ik hao 't stikje nog uut de krante dal ze 60 jaer getrouwd waz'ze, dat
was in mei '48. Mar toen was ut baekeren allange van de baen.
Job Lumc weunende oak in de Kapoenslraete. Wiele noemende ut geweun de
Papoene. Twee kleine huusjes, in naest Job weunende Bouwen mil de vrouwe
van Snecuwiije. De man z'n waere naem was Krien Westdiek. Voor zovare ik
wete was 't gien Dirkslander van geboorte. Mar hie is al jong geslurve in als ik
ut goed voor hao was un nog mar 44 jaer oud, in toen weunende hie op
Melissant als ik 't goed hao. Bouwen gieng allied de Internationale staen zien-
ge as un dominee Van der Wal an zag komme. Job Lume raokende nog al
graeg, in in den ooriog was ter niet veul meer. Toen kon je nog wel een soort
sun-ogaet sigaortjcs koape zonder bon, in die paffende Jog nog al. Wat er in zat
weel ik niet, mar de heale Papoene stonk er nae, of dat er een hok mil ouwe
Ion-e in brand stoeng. De huusjes wazze zo klein dat de kachel zowat tegen de
bedstee anstong. Ik hoare 't Job nog zegge: „Ik hao un makkelijk huusje oor ik
kan kofje schienke als 'k op bed legge!" Job was ofkomstig uut Ouddurp' in
daer was un in zun jongen tied bekend dat un goed kon voordraege op brul'of-
ten in zo. Vader za 'k noe niet op 't stikje van 'de Vrouwe uut Dirksland'
ingae, mar ik hao wel zitle dienke wie of 't weze kon. Ze schreef dat ze mil
kranten liep, mar daer wier ik oak al niet wiesder van. Daervoor bin ik zeker al
te lange uut Dirksland weg. Je mag mien naem wete, want die staet hier onder
mil m'n volledige adres der bie, in wie 't wil kan mun telefoonnummer oak nog
wel kriege. Houd er dan allean rekenieng mee, dat ut hier 9 uren vroeger is as
in Holland. Een volgende kear hoop ik us in te haeken op 'een straetje om in
Dirksland', al ken ik dan Cathy Westdurp niet.
S. Bal, 101-8920, Broadway Str, Chilliwack B.C., Canada, V2P 5Wi
ifc rifc ai I
Het jubUeum
van David Slager
DE BETERE WONINGINRICHTING SINDS 1920
Zandpad 36 Middelharnis Tel. (0187)482784