Gastouders Goede start De Gooye in 1996 Overdenking Oi^el vleugelconcert i^ met samenzang Orgelconcert 'Koraalkunst uit de romantiek' in de grote kerk te Middelharnis uit de Heilige Schrift Verantwoording 'Woord Daad' Mond en hart Organist: Paul Kieviet een huis verkopen... Makelaar Tamboer 2e Blad VRIJDAG 19 JANUARI 1996 No. 6470 Op D.V. zaterdag 27 januari hoopt organist Paul Kieviet het grote Leeflang-orgel in de Hervormde Kerk te Middelharnis te bespelen in een concert rond bovengenoemd thema. In dit concert staat het koraal, het lied centraal. Vooral in Duitsland zijn in de reformatorische traditie veel schitterende en veelzeggende kerkliederen ontstaan. We mogen die liederen rekenen tot het meest waardevolle van wat de kerk der eeuwen heeft voortgebracht. Vele daar van zijn ook nu nog zeer bekend en ge liefd. De eerste tijd na de Reformatie is op dit gebied een heel vruchtbare tijd ge weest. Deze liederen blijken nog steeds, in het zicht van het jaar 2000, een gewel dige zeggingskracht te hebben! Ook in de vorige en het begin van deze eeuw waren ze wijd verbreid en werden ze alom gezongen. Allerlei orgelcompo nisten uit die tijd hebben het vaandel van de koraalkunst dan ook hoog gehouden. Ze benutten daarvoor de romantische styl van hun tijd. Het is déze muziek die in dit concert zal klinken. Organist Paul Kieviet zocht daartoe een programma uit, dat is gebaseerd op vooral bekende liede ren, zodat het ook een 'feest der herken ning' zal zijn. Het programma ziet er als volgt uit: 1Sonate III in A grote terts (Opus 65 nr. 3) van Felix Mendelssohn-Bar- tholdy (1809-1847). In dit fraaie werk, één van Mendelssohns beroem de sonates, staat het lied 'Aus tiefer Not schrei ich zu Dir' centraal, een oer-reformatorisch lied, gemaakt door Maarten Luther als berijming van Psalm 130. Het stuk bestaat uit twee delen, waarvan de eerste de hele me lodie verwerkt. Het slotdeel is een verstild 'lied zonder woorden' als me ditatieve afsluiting. 2. Choralvorspiel 'Vater unser im Himmelreich' (Opus 67 nr. 39) van Max Reger (1873-1916). Een even eens meditatieve bewerking van het 'Gebed des Heeren' uit Regers 'grote' koralen. 3. Choral 'Was Gott tut, das ist wohl- getan' (opus 93) van Alexandre Guilmant (1837-1911). Dit indruk wekkende stuk werd door de Parijse grootmeester op 72-jarige leeftijd ge schreven. In één van de variaties legt de componist een direct verband met het overlijden van zijn vrouw (23 ok tober 1908). Een diepzinnige ver klanking van het gezang 'Wat God doet, dat is welgedaan'. 4. Choralvorspiel 'Herzlich tut mich verlangen' (Opus 122 nr. 10) van Jo hannes Brahms (1833-1897). Helaas heeft de grote Brahms maar erg wei nig voor orgel geschreven. Zijn ko- raalvoorspelen zijn van een hoog dichterlijk gehalte. U herkent hier het schone lijdenslied 'O hoofd vol bloed en wonden'. 5. Fantasie über die Choralmelodie 'Wer nur den lieben Gott lasst wal- ten' (Opus 84) van Robert Schwalm (1845-1912). De weinig bekende Schwalm componeerde vooral voor mannenkoren, maar ook pianomu ziek, oratoria en liederen. Deze fanta sie is een uitgebreid, virtuoos werk op het bekende 'Wie maar de goede God laat zorgen'. 6. Marche Triomphale 'Nun danket alle Gott' (Opus 65 nr. 13) van Sig- frid Karg-Elert (1877-1933). Karg- Elerts 'Choralimprovisationen' be horen tot de hoogtepunten van de laatromantische koraalkunst. Deze 'triomfmars' is een bijzonder fees telijk gewaad voor het 'Dankt, dankt nu allen God'. 7. Choral mit Variationen 'Wie gross ist des Allmacht'gen Güte' van Felix Mendelssohn-Bartholdy. Dit variatiewerk ontstond in de jaren 1821-1823. Het is één van de vroegste werken van de in 1809 ge boren Mendelssohn. We horen naast invloed van Bach warempel ook al een romantische invalshoek... Een passende afsluiting: "k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied'. U bent hartelijk welkom op het con cert! De aanvang is om 20.00 uur. Toegang gratis. Kollekte bij de uitgang. Dringend gezocht: Pax Christi Kinderhulp zoekt ook dit jaar weer gastouders om kans arme Berlijnse kinderen een paar weken een fljne vakantie in een gewoon Nederlands gezin te bezor gen! Om welke kinderen gaat het? Meisjes en jongens, in de leeftijd van 6 tot 14 jaar. Soms is het een kind uit een kindertehuis, een andere keer weer eens een kind dat zijn vertier moet zoeken op een mistroostige binnenplaats van een 'huurkazeme', waarvan er zoveel zijn in Berlijn. Vaak zijn het ook kinderen uit een éénouder-gezin. Voor veel van deze kinderen is het nor male gezinsleven vreemd en het is dan ook een verademing als ze hier eens een paar weken op verhaal kunnen komen. In de ruim dertig jaar dat deze aktie al loopt hebben duizenden Nederlandse ge zinnen ondervonden wat een paar weken vakantie voor een Berlijns kind bij hen thuis kan betekenen. Als een ander mens, bewuster en sterker gaat het kind terug naar de wereldstad Berlijn. Hoewel in de Duitse hoofdstad nu, zes jaar na het weghalen van 'De Muur' bijna niets meer te zien is van de voor malige grens, wil dit niet zeggen, dat de leefomstandigheden in het oostelijk- en westelijk deel van Berlijn hetzelfde zijn! De sociale omstandigheden van kinderen zijn vaak verre van optimaal. Bovendien krijgen ze steeds weer te maken met de gevolgen van de werkloosheid van de ouders; met agressiviteit en .niet te verge ten de vreemdelingenhaat. Uit welk deel van Berlijn ze ook komen. Pax Christi Kinderhulp wil ook dit jaar weer zo'n 800 kinderen die het zó hard nodig hebben een fijne vakantie geven. Belangstelling gewekt? Als u er iets voor voelt om Berlijns kind een onvergetelijke vakantie te bezorgen, bel ons dan even! Een medewerker van Pax Christi Kinder hulp maakt graag een afspraak om een en ander met u te bespreken. En... vragen staat vrij en zo'n gesprek verplicht u tot niets. De vakantieperiode is dit jaar van: 7 juli t/m 3 augustus 1996. Uw hulp als gastgezin is dringend nodig! Voor nadere informatie kunt u kontakt opnemen met C. Sörensen, tel. (010) 4511057 of E. Lammens, tel. (0186) 602366. Open jeugdwerk Nieuwe Tonge Hallo allemaal, Op D.V. zaterdagavond 20 januari is er weer open jeugdwerk. We hebben dan een OPEN AVOND. De avond begint zoals gewoonlijk om 19.30 uur. Je kan weer spelletjes doen, tafeltennis, sjoelen, gezellig wat praten, enz. Om 22.00 uur hoopt de heer Van Kra nenburg de avond af te komen sluiten. We hopen dat jullie allemaal weer komen. Tot ziens in Elim. Het JWC Zaterdag 13 januari werd er mee gedaan aan een vierkamp in Nu- mansdorp. Met als overige deelne mers WVH uit Hellevoetsluis, ZVDO 74 uit Aalburg en Numans- dorp. Met een zilveren vloot werd de thuisreis aanvaard. Drie-en-der- tig persoonlijke records, negen gouden en zilveren en twaalf bron zen werden er genoteerd. Lieske v.d. Polder beet het spits af op de 4x50 m wissel estafette en verbeterde haar tijd op de rug in 36.4. Met Frank, Jenny en Christian werd deze estafette overmigend gewonnen in 2.26.1. Derde werd Tirza Konings op de 100 m vrij in een pr van 1.34.7 en voor Irony Ramalho en Leander Jongejan werd eveneens een pr genoteerd in 1.39.9 en 1.29.9 voor laatstgenoemde was het een zilveren plak. Jeroen Vroegindewei tikte aan in 1.42.3. Goud was er voor Jacqueline Nelisse op de 50 m vlinder in 34.1 en brons en een pr voor Lieske v.d. Polder in 36.1. Bij de jongens was al het eremetaal voor de Gooye. Paul Brinkman, Johnny Jongejan en Marco Franzen lieten 29.8, 32.6 en 34.4 noteren. Marcel Stolk finishte in 37.4, voor allen was het een pr. Goud en een pr was er voor Annelies Kievit op de 50 m vrij in 34.6. Jacomien de Jong en Jacolien Terlouw verbeterden hun tijden naar 0.36.8 en 37.7. Jamie Visse tikte aan in 37.0. Bij de jongens was het weer raak; Frank v.d. Voordt, Gerben de Jong en Ronald Broeders namen het eremetaal mee in 31.2, 31.8 en 37.8. Voor Gerben was het een pr. Frank Franzen werd tweede op de 100 m wissen in 1.12.8. Een pr voor Stefan v.d. Tonnekreek in 1.17.0. Johan van Driel tikte aan in 1.26.1. Jenny Jongejan werd tweede op de 100 m vrij in 1.10.8 in een b-tijd. Maartje de Jong zwom evenals Jenny een pr in 1.15.7. Maaike van Driel tikte aan in 1.31.9. Voor alle jongens werd er een pr genoteerd en, het verhaal wordt eento nig, alle ereprijzen werden meegenomen. Ingmar Brinkman, Christian Velgersdijk, Wietse v.d. Polder en Kevin Makkes noteerden 1.02.1, 1.02.7, 1.03.6 en 1.11.0. Jacqueline Nelisse werd tweede op de 100 m school in 1.28.8, Chantal Keuker liet 1.46.0 noteren. Ook hier was het bij de jongens weer raak. Paul Brinkman, Marcel Stolk, Marco Franzen en Stefan v.d. Tonnekreek noteerden 1.17.6, 1.24.6,1.26.1 en 1.31.1. Goud en brons was er voor Lieske v.d. Polder en Margriet Koningswoud op de 100 m rug in 1.21.8 en 1.31.7. Pr's wer den bijgeschreven voor Jacomien de Jong en Jacolien Terlouw in 1.32.7 en 1.34.3. Bij de jongens werd het weer een feestje. Frank v.d. Voordt, Gerben de Jong en Ronald Broeders lieten 1.14.1, 1.26.4 en 1.37.0 noteren. Voor Frank en Ronald een pr. Een pr was er voor Annelies Kievit op de 50 m rug in 41.9 en Jamie Visser tikte aan in 45.1, Bij de heren werd er zilver meegenomen door Johnny Jongejan in 33.1 en brons voor Wietse v.d. Polder in „Laat de redenen mijns monds en de overdenking mijns harten wel- behagelijk zijn voor Uw aange zicht, o Heere!, mijn Rotssteen en mijn Verlosser". (Ps. 19:15) Hoe schoon is Gods schepping! Wie oog kreeg voor de schoonheid van de natuur, kan veel genieten. Van de stralende zon; maan en sterren; de ruisende zee en blinkende duinen. Kan geboeid kijken naar een bospad in de nevel, van sneeuw die vers op de aarde gevallen, maar ook naar glinsteren de dauwdroppels op een spinneweb. De dic^iter Guido Gezelle schreef er over „Mij spreekt de blomme een tale. Mij is het kruid beleefd. Mij spreekt het alte male. Wat Godgeschapen heeft". Of, om het bijbels te zeggen: „Hoe groot zijn Uwe werken, o Heere, Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt" (Psalm 104:24). De dichter van psalm 19 heeft vol ontzag naar de hemel gekeken. „De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel zijner handen werk" (vers 2). Nacht en dag vertellen de majesteit van God (vers 3). En als glanzend middelpunt van de schepping, ziet hij de zon. Ze is als een bruidegom op zijn trouw dag, die als een held voor de strijd, de dagloop begint. Hoe klein voelt zich de dichter tegenover de Schepper van hemel en aarde. Maar hoe schoon de natuur ook moge zijn, Gods Woord is meer dan de natuur. Haar heerlijkheid gaat die van de natuur te boven. „Des Heeren Wet nochtans, verspreidt volmaakter glans". Dat Woord toch spreekt tot het hart. Geeft wijsheid aan mensen, die zonder dat Woord de weg niet weten. Dat Woord, die Wet, onderwijst hen over Gods geboden. Over wat God van Zijn schepsel vraagt. De dichter ziet zichzelf in het licht van Gods Wet. En dan wéét hij... de Wet van God is voor de mens niet te volbrengen. Ook hij staat schuldig aan al de geboden van God. Er zijn zoveel afdwalingen. Wie zal ze verstaan? De bekende, maar ook de ver borgene? Zonden die buiten zijn bewust zijn vallen. Overtuigd van die zonden, vraagt hij om vergeving. Vooral moge de Heere hem bewaren voor hoogmoed, de eigenlijke bron van iedere overtreding. En zo komt hij tot de bede, die als tekst boven deze meditatie staat: „Laat de redenen mijns monds en de overdening mijns harten, welbehage- lijk zijn voor Uw aangezicht, o Heere, mijn Rotssteen en Verlosser". Tussen mond en hart is samenhang. Woorden hebben in het hart hun oor sprong. Wat het hart overlegt, komt naar buiten in woord en daad. De „redenen mijns monds". Wat zeggen we veel. Er zijn gefluisterde gesprekken, die een ander niet mag horen. Er zijn brallende redevoeringen, die mensen in extase brengen. Er zijn: onware woorden, valse woorden, verdraaide woorden. Er wordt wat geroddeld, ook door kerk mensen! Roddelen dat is: kwaadspreken, lasteren. Lelijke dingen van de medemens vertel len zonder enig bewijs. Hoeveel reputaties zijn er door in de ver nieling geraakt. Achterklap en laster is een kanker voor de samenleving. Neen... de redenen des monds zijn niet zo fraai! En dan de „overdenkingen des harten". We kunnen zo van alles denken. Onze gedachten staan nooit stil. De mensen zien wel onze daden; horen wel onze woorden, maar hebben geen idee van wat we denken. Wat kan er een tegenstelling zijn tussen wat men zégt en het hart dénkt. Dan zeggen we tegen mensen die ons be zoeken, dat we het fijn vinden hen weer eens te zien, maar denken in ons hart heel andere dingen. Door de zonde zit het met ons hart niet goed. De Schrift stelt de scherpe diagnose: „Arglistig is het hart".uit het hart ko men voort: „boze bedenkingen" „over denkingen". Als onze diepste gedachten bekend zou den worden, wat zouden we ons tegen over de mensen schamen. En eens komen wij voor God, en Hij weet alle dingen. Van elk ijdel woord zal rekenschap ge geven moeten worden op de dag van het oordeel. We hebben nodig hartvemieu- wende genade, dat is... bekering, omke ring. Bidt daar om, smeekt daar om. „Verenig mijn hart tot de vrees van Uw Naam". De Heere is machtig om de redenen van onze mond en de overdenking van ons hart. Hem welbehagelijk te doen zijn. Als we ontdekt aan de zonde, ons voor God verootmoedigen; als de liefde van God in Jezus Christus ons hart vervult, dan wordt alles anders. Dan worden we eerlijk voor God en de mensen. Dan is ons „ja", „ja" en ons „neen", „neen". Roddelen is dan verleden tijd. Dan wachten we er ons voor kwaad te spreken, maar is het onze lust, de eer en goede naam van onze naaste te bevorde ren. Dan gaan we leven uit het wonder van de vergeving. Dan wordt alles in ons leven genadegave van God. Dan zien we de heerlijkheid in de natuur. Dan zien we bovenal de heerlijkheid van Zijn Woord en Wet. Dan vragen wij: „maak in Uw Woord, mijn gang en treden vast". God, onze Rotssteen, onze Verlosser is waard, dat onze tong en mond en 's har ten diepste grond Hem welbehagelijk zij". B. H.H. Aanstaande zaterdag, 20 januari, wordt er in de Ned. Herv. kerk te Sommelsdijk een bijzonder concert georganiseerd m.m.v. Loek v. d. Leeden, vleugel en de organist Jaap Hollaar. De bekende pianist Loek v. d. Leeden (1941) volgde zijn opleiding aan het Utrechts Conservatorium, heeft een eigen muziekschool en is dirigent van diverse grote koren. Hij ontving een gouden LP en werkte, als pianist, jaren lang mee aan de Kerstcon certen in 'De Doelen' met het koor 'Deo Cantemus'. Tevens maakt hij elk jaar di verse buitenlandse concertreizen. De twee muzikanten spelen te samen be werkingen van beroemde klassieke melo- diën, psalmen en geestelijke liederen. Zij doen dit op het orgel en de vleugel tege lijk. Ook zal de virtuoze pianist enkele solo's op de vleugel geven en de organist improviserend op het orgel! Tevens wordt door hen een aantal zeer speciale improvisaties uitgevoerd met aansluitend samenzang. Voor deze avond is een boeiend en af wisselend programma samengesteld zodat u ongetwijfeld zult genieten van deze twee enthousiaste muzikanten. Orgel en vleugel is een mooie combina tie die maar zelden in deze omgeving te beluisteren is. De grote vleugel zal voor in de kerk wor den geplaatst, zodat u de pianist van dichtbij zijn instrument kunt zien bespe len. De aanvang is 20.00 uur. Toegang 6,- 3,-. Allen hartelijk welkom. 33.5 voor beiden een pr. Frank Franzen finishte in 34.4. Irony Ramalho werd derde op de 50 m vlinder in-57.8. Jenny Jongejan werd derde met een pr op de 50 m rug in 40.8; Maartje de Jong en Maaike van Driel tikten aan in 41.0 en 46.5. Goud en zilver was er voor Christian Velgersdijk en Ingmar Brink man in 33.1 en 34.9. Een pr was er voor Johan van Driel in 40.7. Kevin Makkes' eindtijd was 38.9. met optimaal resultaat Tel. (0187)483477 De penningmeester van 'Woord Daad' ontving tijdens het 2e halfjaar van 1995: Oliebollenaktie, netto8.881,00 Zang D'lands Mannenkoor2.081,05 Meisjesver. Stellendam234,35 Bazar Refugium S'dijk481,75 Verkopen7.029,85 Cred.rente bank/giro24,82 Diakonie N.H. gemeenten320,00 Kerstkoll. Gr. v. Pr.school519,55 Spaarglobes2.440,55 Part. giften230,00 Rommelmarkt fam. Grinwis../ 19.215,00 Bollenmarkt fam. Grinwis3.460,00 Fietstocht fam. Pikaart1.755,00 46.672,92 Totale ontvangsten in 1995 zijn: Ie halfjaar21.579,62 2e halfjaar46.672,92 Totaalƒ68.252,54 U hebt er in 1995 samen voor gezorgd dat we het t^ovenstaande bedrag mogen verantwoorden. Naast God, Die uw har ten wilde neigen tot milddadigheid, dank aan allen die ons mooie werk op eniger lei wijze hebben gesteund. Ook voor 1996 willen we het wetk van onze stich ting in uw aller belangstelling en voorbe de aanbevelen. De penningmeester W&D Goeree-Overflakkee Midden op de Twentse heide, op de Duitse grens aan, ligt Zand- wierde. Het is een gat, een klein dorp, met een kerk en een kerkhof, met een barbier, die elke zaterdagavond druk werk heeft om zijn klanten te sche ren voor de zondag en met een café, waar Driek Munsters de eigenaar van is. En enkele boerderij en, die buiten het dorp op de ontgonnen veengrond liggen. Ziedaar Zandwierde. Er wonen een paar families, zoals de Silvius, de Meulmans, hier Kleinsmans geheten; de Mulders (Boksejan heten die, als men ze eens wil bezoeken) wonen hier al generaties lang. Ze krabben in de grond, wroeten in het veen en ze leven als echte heidebewoners, arm als de luizen; de borrel is de enige ontspanning. Maar ze houden van hun heide, die grote uitge breide vlek, daar vlak bij Duitsland. De wereld is daar dichtgeplakt met krantepapier, zeggen de stadslui verachtelijk. Ze zijn daar honderd jaar achter. Honderd jaar achter, vertel dat niet in het café van Driek Munsters. Jaren geleden was er eens zo'n snuiter uit Holland, die het allemaal zo goed wist. Die zat daar met een kom koffie voor zich aan het wankele tafeltje en schetterde tegen het jongvolk: „Jullie zijn gek om hier te blijven! In Holland kunnen jullie geld ver dienen. Wat doen jullie hier? Ze zijn hier honderd jaar achter". Het werd toen stil in de herberg van Driek Mun sters. Het jongvolk dronk zijn glas leeg en keek vijandig naar de vreemdeling en men kneep de lip pen op elkaar. Toen klapte de deur open en de dominee stapte binnen. In die tijd hadden ze hier een dominee, die van origine nog uit deze streken kwam, een beste dominee, maar gauw op zijn teentjes getrapt, dat moet men maar eens aan Hendriks Kromnagel vra gen. =1= =f De dominee ging zitten en bestelde een ouwe klare Als men hier eens komt en men zwerft over die met suiker, dat dronk hij veel, daarom had hij ook zo'n indringende stem, die zondags galmend door het kleine kerkje klonk. Over die dominee zijn boeken te schrijven, maar daar hebben we het nou niet over. Hij kreeg dus zijn ouwe klare met suiker en knikte eens vriendelijk naar de vreemdeling, die nog steeds het hoogste woord voerde over Hol land. Als je hem moest geloven, leefden ze daar in het paradijs. Dominee hoorde dat zo eens even aan en vroeg toen: „Waar woont u ergens?" „In Holland, in Amsterdam", schetterde de man. „Juist", zei de dominee. „Ze zijn hier honderd jaar achter", zei de man. „In het Westen..." „Ja, dat zei u net ook al", viel de dominee hem in de rede. „Maar hier gebeuren evenveel zonden als bij u in Amsterdam". Ja, dat wist'de dominee heel goed. Zondags op de preekstoel, dan vlogen de vonken eraf. Dan schreeuwde hij 'veur gek en onwies', daarom was Hendrikus Kromnagel ook zo dol op de dominee. Hendrikus houdt verschrikkelijk veel van donder preken. „Ja, u hebt gelijk", zei die man uit Holland. „De wereld is slecht. Wat denkt u, dominee, zou de aarde nog wel lang bestaan? Overal is oorlog, alleen hier niet. Ik geloof dat de wereld weldra zal vergaan". De dominee zette zijn glaasje neer en keek over zijn lorgnet, want zo'n ding droeg hij altijd. „Man, zei hij. „Mag ik u een goede raad geven? Als de wereld vergaat, moet u hier komen. Dan hebt u nog honderd jaren tegoed". grote heide, als men de kriebels voelt bij het zien van die zwoegende mannen in de veenputten, omdat men zó wel mee zou willen aanpakken, als men heeft gestaan bij de vennen, die daar mon sterlijk diep en gevaarlijk liggen, als het verrader lijke water door de dure schoenen sopte en men haastig achteruitsprong, dan heeft men het mis schien begrepen. Dan snapt men waarom dat volk hier niet weggaat. We zijn hier vrij. Wij nemen hier geen pet van het hoofd, zoals men dat doet voor de rijke fabriekseigenaren, wij nemen hem nog niet van het hoofd voor de rijkste boer van heel Overijssel, ook al woont hij naast ons dorp. We zijn de dikste vrienden met Bart Heringa, die stroeve Groninger, die hier jaren geleden kwam. Hij was op doorreis naar Holland, met een schop over de schouder en een buil vol geld in de zak. Hij zag de heide en hij was verloren. Hij wilde vechten met die zure grond, vechten en winnen. Hij kocht een onbeschoft groot stuk land en begon. Werken, krabben in de grond tot hij geen nagels meer had. Dag en nacht groef die Groninger in zijn grond, stak de heide weg, gezweet heeft hij, ge ploeterd en misschien ook wel eens gehuild, als bleek dat hij een jaar lang voor niets had gewerkt. Maar hij heeft het gered, die stroeve man, die zo wonderlijk wel aardde op die Overijsselse heide tussen al die ruwe heidemensen. Hij was al ruim in de dertig toen hij trouwde met Aaltje Munsters, een nicht van Driek de caféhou der. En jaren hebben die twee gezwoegd op de zure heide, op die ondankbare grond, maar hun zware arbeid begon eindelijk vruchten af te wer pen. Het vele moeizame werk was niet vergeefs geweest. Toen Treeske, het oudste wicht van Heringa, ge boren werd, was hij al zowat veertig. Toen sprak men al met een zeker respect over Bart Heringa, die men eerst een beetje uitgelachen had. Zelfs in de stad, waar men heen moet om een klei ne aan te geven, had men al van hem gehoord en de burgemeester schreef zelf het borelingske in. De boerderij groeide, maar het was zwaar werken, ledere graankorrel is gegroeid uit een traan, zei de oude Silvius eens. Heringa begon mensen te huren voor de oogst en men was blij in Zandwierde. Nu waren er mannen die niet meer de Pruis introkken of nog erger, naar Holland. De veners groeven hun turf af voor de Groninger boer en verzekerden zich van een vast inkomen en hij stond naast hen en stak er evenveel als zij. Ze verkochten de turf in de stad en de vraag werd ieder jaar groter. Vooral in de oorlog, toen ook de rijken bijna geen kolen meer hadden, deed Heringa goede zaken. Drie jaar na Treeske kwam Bram, een blond ven tje, dat opgroeide tot een stevige geziene kerel, op wie alle meiden een oogje hebben. Men zegt dat Bram bij zijn vader werkt voor vier gulden daags en hij schijnt er tevreden mee te zijn. Zijn ouders zuster Treeske is heel anders. Daar zit een aard in, die Heringa noch zijn stille, rustige vrouw begrijpt. Hooghartig tot en met, vroeger op school al: ze wilde niet met de gewone kinderen naar school. Het doet de stroeve boer verdriet, meer verdriet dan iemand vermoedt en hij waarschuwt het hoog hartige wicht herhaaldelijk. „Hoogmoed, mien wicht, kump veur de val", maar hij praat tegen een muur. (wordt vervolgd) 4: 4: Mond en hart. „Leer mij, o füer', de wtg door 11 èepaaU, Van zaCik^die ten einde toe Bewaren; Qeefmij verstand, met Qodd'tijiiCidit èestraald; Van zal mijn oog op uive wetten staren; (Dan houdik^die, hoe licht mijn zidook^dwaaCt; "Dan zal zich 't hart met mijne daden paren". i NVM MAKHAAfl

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1996 | | pagina 3