Gastouders
Goede start
De Gooye in 1996
Overdenking
Oi^el vleugelconcert i^
met samenzang
Orgelconcert 'Koraalkunst uit de romantiek'
in de grote kerk te Middelharnis
uit de
Heilige Schrift
Verantwoording
'Woord Daad'
Mond en hart
Organist: Paul Kieviet
een huis
verkopen...
Makelaar Tamboer
2e Blad
VRIJDAG 19 JANUARI 1996
No. 6470
Op D.V. zaterdag 27 januari hoopt
organist Paul Kieviet het grote
Leeflang-orgel in de Hervormde
Kerk te Middelharnis te bespelen
in een concert rond bovengenoemd
thema.
In dit concert staat het koraal, het lied
centraal. Vooral in Duitsland zijn in de
reformatorische traditie veel schitterende
en veelzeggende kerkliederen ontstaan.
We mogen die liederen rekenen tot het
meest waardevolle van wat de kerk der
eeuwen heeft voortgebracht. Vele daar
van zijn ook nu nog zeer bekend en ge
liefd. De eerste tijd na de Reformatie is
op dit gebied een heel vruchtbare tijd ge
weest. Deze liederen blijken nog steeds,
in het zicht van het jaar 2000, een gewel
dige zeggingskracht te hebben!
Ook in de vorige en het begin van deze
eeuw waren ze wijd verbreid en werden
ze alom gezongen. Allerlei orgelcompo
nisten uit die tijd hebben het vaandel van
de koraalkunst dan ook hoog gehouden.
Ze benutten daarvoor de romantische
styl van hun tijd. Het is déze muziek die
in dit concert zal klinken. Organist Paul
Kieviet zocht daartoe een programma uit,
dat is gebaseerd op vooral bekende liede
ren, zodat het ook een 'feest der herken
ning' zal zijn.
Het programma ziet er als volgt uit:
1Sonate III in A grote terts (Opus 65
nr. 3) van Felix Mendelssohn-Bar-
tholdy (1809-1847). In dit fraaie
werk, één van Mendelssohns beroem
de sonates, staat het lied 'Aus tiefer
Not schrei ich zu Dir' centraal, een
oer-reformatorisch lied, gemaakt door
Maarten Luther als berijming van
Psalm 130. Het stuk bestaat uit twee
delen, waarvan de eerste de hele me
lodie verwerkt. Het slotdeel is een
verstild 'lied zonder woorden' als me
ditatieve afsluiting.
2. Choralvorspiel 'Vater unser im
Himmelreich' (Opus 67 nr. 39) van
Max Reger (1873-1916). Een even
eens meditatieve bewerking van het
'Gebed des Heeren' uit Regers 'grote'
koralen.
3. Choral 'Was Gott tut, das ist wohl-
getan' (opus 93) van Alexandre
Guilmant (1837-1911). Dit indruk
wekkende stuk werd door de Parijse
grootmeester op 72-jarige leeftijd ge
schreven. In één van de variaties legt
de componist een direct verband met
het overlijden van zijn vrouw (23 ok
tober 1908). Een diepzinnige ver
klanking van het gezang 'Wat God
doet, dat is welgedaan'.
4. Choralvorspiel 'Herzlich tut mich
verlangen' (Opus 122 nr. 10) van Jo
hannes Brahms (1833-1897). Helaas
heeft de grote Brahms maar erg wei
nig voor orgel geschreven. Zijn ko-
raalvoorspelen zijn van een hoog
dichterlijk gehalte. U herkent hier het
schone lijdenslied 'O hoofd vol bloed
en wonden'.
5. Fantasie über die Choralmelodie
'Wer nur den lieben Gott lasst wal-
ten' (Opus 84) van Robert Schwalm
(1845-1912). De weinig bekende
Schwalm componeerde vooral voor
mannenkoren, maar ook pianomu
ziek, oratoria en liederen. Deze fanta
sie is een uitgebreid, virtuoos werk op
het bekende 'Wie maar de goede God
laat zorgen'.
6. Marche Triomphale 'Nun danket
alle Gott' (Opus 65 nr. 13) van Sig-
frid Karg-Elert (1877-1933). Karg-
Elerts 'Choralimprovisationen' be
horen tot de hoogtepunten van de
laatromantische koraalkunst. Deze
'triomfmars' is een bijzonder fees
telijk gewaad voor het 'Dankt,
dankt nu allen God'.
7. Choral mit Variationen 'Wie
gross ist des Allmacht'gen Güte'
van Felix Mendelssohn-Bartholdy.
Dit variatiewerk ontstond in de
jaren 1821-1823. Het is één van de
vroegste werken van de in 1809 ge
boren Mendelssohn. We horen naast
invloed van Bach warempel ook al
een romantische invalshoek... Een
passende afsluiting: "k Wil U, o
God, mijn dank betalen, U prijzen
in mijn avondlied'.
U bent hartelijk welkom op het con
cert! De aanvang is om 20.00 uur.
Toegang gratis. Kollekte bij de uitgang.
Dringend gezocht:
Pax Christi Kinderhulp zoekt ook
dit jaar weer gastouders om kans
arme Berlijnse kinderen een paar
weken een fljne vakantie in een
gewoon Nederlands gezin te bezor
gen!
Om welke kinderen gaat het?
Meisjes en jongens, in de leeftijd van 6
tot 14 jaar. Soms is het een kind uit een
kindertehuis, een andere keer weer eens
een kind dat zijn vertier moet zoeken op
een mistroostige binnenplaats van een
'huurkazeme', waarvan er zoveel zijn in
Berlijn. Vaak zijn het ook kinderen uit
een éénouder-gezin.
Voor veel van deze kinderen is het nor
male gezinsleven vreemd en het is dan
ook een verademing als ze hier eens een
paar weken op verhaal kunnen komen.
In de ruim dertig jaar dat deze aktie al
loopt hebben duizenden Nederlandse ge
zinnen ondervonden wat een paar weken
vakantie voor een Berlijns kind bij hen
thuis kan betekenen. Als een ander mens,
bewuster en sterker gaat het kind terug
naar de wereldstad Berlijn.
Hoewel in de Duitse hoofdstad nu, zes
jaar na het weghalen van 'De Muur'
bijna niets meer te zien is van de voor
malige grens, wil dit niet zeggen, dat de
leefomstandigheden in het oostelijk- en
westelijk deel van Berlijn hetzelfde zijn!
De sociale omstandigheden van kinderen
zijn vaak verre van optimaal. Bovendien
krijgen ze steeds weer te maken met de
gevolgen van de werkloosheid van de
ouders; met agressiviteit en .niet te verge
ten de vreemdelingenhaat.
Uit welk deel van Berlijn ze ook komen.
Pax Christi Kinderhulp wil ook dit jaar
weer zo'n 800 kinderen die het zó hard
nodig hebben een fijne vakantie geven.
Belangstelling gewekt?
Als u er iets voor voelt om Berlijns kind
een onvergetelijke vakantie te bezorgen,
bel ons dan even!
Een medewerker van Pax Christi Kinder
hulp maakt graag een afspraak om een en
ander met u te bespreken. En... vragen
staat vrij en zo'n gesprek verplicht u tot
niets. De vakantieperiode is dit jaar van:
7 juli t/m 3 augustus 1996.
Uw hulp als gastgezin is dringend nodig!
Voor nadere informatie kunt u kontakt
opnemen met C. Sörensen, tel. (010)
4511057 of E. Lammens, tel. (0186)
602366.
Open jeugdwerk Nieuwe Tonge
Hallo allemaal,
Op D.V. zaterdagavond 20 januari is er
weer open jeugdwerk. We hebben dan
een OPEN AVOND. De avond begint
zoals gewoonlijk om 19.30 uur. Je kan
weer spelletjes doen, tafeltennis, sjoelen,
gezellig wat praten, enz.
Om 22.00 uur hoopt de heer Van Kra
nenburg de avond af te komen sluiten.
We hopen dat jullie allemaal weer
komen.
Tot ziens in Elim. Het JWC
Zaterdag 13 januari werd er mee
gedaan aan een vierkamp in Nu-
mansdorp. Met als overige deelne
mers WVH uit Hellevoetsluis,
ZVDO 74 uit Aalburg en Numans-
dorp. Met een zilveren vloot werd
de thuisreis aanvaard. Drie-en-der-
tig persoonlijke records, negen
gouden en zilveren en twaalf bron
zen werden er genoteerd.
Lieske v.d. Polder beet het spits af op de
4x50 m wissel estafette en verbeterde
haar tijd op de rug in 36.4. Met Frank,
Jenny en Christian werd deze estafette
overmigend gewonnen in 2.26.1.
Derde werd Tirza Konings op de 100 m
vrij in een pr van 1.34.7 en voor Irony
Ramalho en Leander Jongejan werd
eveneens een pr genoteerd in 1.39.9 en
1.29.9 voor laatstgenoemde was het een
zilveren plak. Jeroen Vroegindewei tikte
aan in 1.42.3.
Goud was er voor Jacqueline Nelisse op
de 50 m vlinder in 34.1 en brons en een
pr voor Lieske v.d. Polder in 36.1. Bij de
jongens was al het eremetaal voor de
Gooye. Paul Brinkman, Johnny Jongejan
en Marco Franzen lieten 29.8, 32.6 en
34.4 noteren. Marcel Stolk finishte in
37.4, voor allen was het een pr.
Goud en een pr was er voor Annelies
Kievit op de 50 m vrij in 34.6. Jacomien
de Jong en Jacolien Terlouw verbeterden
hun tijden naar 0.36.8 en 37.7. Jamie
Visse tikte aan in 37.0. Bij de jongens
was het weer raak; Frank v.d. Voordt,
Gerben de Jong en Ronald Broeders
namen het eremetaal mee in 31.2, 31.8
en 37.8. Voor Gerben was het een pr.
Frank Franzen werd tweede op de 100 m
wissen in 1.12.8. Een pr voor Stefan v.d.
Tonnekreek in 1.17.0. Johan van Driel
tikte aan in 1.26.1.
Jenny Jongejan werd tweede op de 100
m vrij in 1.10.8 in een b-tijd. Maartje de
Jong zwom evenals Jenny een pr in
1.15.7. Maaike van Driel tikte aan in
1.31.9. Voor alle jongens werd er een pr
genoteerd en, het verhaal wordt eento
nig, alle ereprijzen werden meegenomen.
Ingmar Brinkman, Christian Velgersdijk,
Wietse v.d. Polder en Kevin Makkes
noteerden 1.02.1, 1.02.7, 1.03.6 en
1.11.0.
Jacqueline Nelisse werd tweede op de
100 m school in 1.28.8, Chantal Keuker
liet 1.46.0 noteren. Ook hier was het bij
de jongens weer raak. Paul Brinkman,
Marcel Stolk, Marco Franzen en Stefan
v.d. Tonnekreek noteerden 1.17.6,
1.24.6,1.26.1 en 1.31.1.
Goud en brons was er voor Lieske v.d.
Polder en Margriet Koningswoud op de
100 m rug in 1.21.8 en 1.31.7. Pr's wer
den bijgeschreven voor Jacomien de
Jong en Jacolien Terlouw in 1.32.7 en
1.34.3. Bij de jongens werd het weer een
feestje. Frank v.d. Voordt, Gerben de
Jong en Ronald Broeders lieten 1.14.1,
1.26.4 en 1.37.0 noteren. Voor Frank en
Ronald een pr.
Een pr was er voor Annelies Kievit op de
50 m rug in 41.9 en Jamie Visser tikte
aan in 45.1, Bij de heren werd er zilver
meegenomen door Johnny Jongejan in
33.1 en brons voor Wietse v.d. Polder in
„Laat de redenen mijns monds en
de overdenking mijns harten wel-
behagelijk zijn voor Uw aange
zicht, o Heere!, mijn Rotssteen en
mijn Verlosser". (Ps. 19:15)
Hoe schoon is Gods schepping!
Wie oog kreeg voor de schoonheid van
de natuur, kan veel genieten.
Van de stralende zon; maan en sterren;
de ruisende zee en blinkende duinen.
Kan geboeid kijken naar een bospad in
de nevel, van sneeuw die vers op de
aarde gevallen, maar ook naar glinsteren
de dauwdroppels op een spinneweb.
De dic^iter Guido Gezelle schreef er
over
„Mij spreekt de blomme een tale.
Mij is het kruid beleefd.
Mij spreekt het alte male.
Wat Godgeschapen heeft".
Of, om het bijbels te zeggen: „Hoe groot
zijn Uwe werken, o Heere, Gij hebt ze
alle met wijsheid gemaakt" (Psalm
104:24).
De dichter van psalm 19 heeft vol ontzag
naar de hemel gekeken.
„De hemelen vertellen Gods eer en het
uitspansel zijner handen werk" (vers 2).
Nacht en dag vertellen de majesteit van
God (vers 3).
En als glanzend middelpunt van de
schepping, ziet hij de zon.
Ze is als een bruidegom op zijn trouw
dag, die als een held voor de strijd, de
dagloop begint.
Hoe klein voelt zich de dichter tegenover
de Schepper van hemel en aarde.
Maar hoe schoon de natuur ook moge
zijn, Gods Woord is meer dan de natuur.
Haar heerlijkheid gaat die van de natuur
te boven.
„Des Heeren Wet nochtans, verspreidt
volmaakter glans".
Dat Woord toch spreekt tot het hart.
Geeft wijsheid aan mensen, die zonder
dat Woord de weg niet weten.
Dat Woord, die Wet, onderwijst hen over
Gods geboden. Over wat God van Zijn
schepsel vraagt.
De dichter ziet zichzelf in het licht van
Gods Wet.
En dan wéét hij... de Wet van God is
voor de mens niet te volbrengen. Ook hij
staat schuldig aan al de geboden van
God.
Er zijn zoveel afdwalingen. Wie zal ze
verstaan? De bekende, maar ook de ver
borgene? Zonden die buiten zijn bewust
zijn vallen.
Overtuigd van die zonden, vraagt hij om
vergeving.
Vooral moge de Heere hem bewaren
voor hoogmoed, de eigenlijke bron van
iedere overtreding. En zo komt hij tot de
bede, die als tekst boven deze meditatie
staat: „Laat de redenen mijns monds en
de overdening mijns harten, welbehage-
lijk zijn voor Uw aangezicht, o Heere,
mijn Rotssteen en Verlosser".
Tussen mond en hart is samenhang.
Woorden hebben in het hart hun oor
sprong. Wat het hart overlegt, komt naar
buiten in woord en daad.
De „redenen mijns monds".
Wat zeggen we veel.
Er zijn gefluisterde gesprekken, die een
ander niet mag horen.
Er zijn brallende redevoeringen, die
mensen in extase brengen.
Er zijn: onware woorden, valse woorden,
verdraaide woorden.
Er wordt wat geroddeld, ook door kerk
mensen!
Roddelen dat is: kwaadspreken, lasteren.
Lelijke dingen van de medemens vertel
len zonder enig bewijs.
Hoeveel reputaties zijn er door in de ver
nieling geraakt.
Achterklap en laster is een kanker voor
de samenleving.
Neen... de redenen des monds zijn niet
zo fraai!
En dan de „overdenkingen des harten".
We kunnen zo van alles denken. Onze
gedachten staan nooit stil.
De mensen zien wel onze daden; horen
wel onze woorden, maar hebben geen
idee van wat we denken.
Wat kan er een tegenstelling zijn tussen
wat men zégt en het hart dénkt.
Dan zeggen we tegen mensen die ons be
zoeken, dat we het fijn vinden hen weer
eens te zien, maar denken in ons hart
heel andere dingen.
Door de zonde zit het met ons hart niet
goed.
De Schrift stelt de scherpe diagnose:
„Arglistig is het hart".uit het hart ko
men voort: „boze bedenkingen" „over
denkingen".
Als onze diepste gedachten bekend zou
den worden, wat zouden we ons tegen
over de mensen schamen.
En eens komen wij voor God, en Hij
weet alle dingen.
Van elk ijdel woord zal rekenschap ge
geven moeten worden op de dag van het
oordeel. We hebben nodig hartvemieu-
wende genade, dat is... bekering, omke
ring. Bidt daar om, smeekt daar om.
„Verenig mijn hart tot de vrees van Uw
Naam".
De Heere is machtig om de redenen van
onze mond en de overdenking van ons
hart. Hem welbehagelijk te doen zijn.
Als we ontdekt aan de zonde, ons voor
God verootmoedigen; als de liefde van
God in Jezus Christus ons hart vervult,
dan wordt alles anders. Dan worden we
eerlijk voor God en de mensen.
Dan is ons „ja", „ja" en ons „neen",
„neen".
Roddelen is dan verleden tijd.
Dan wachten we er ons voor kwaad te
spreken, maar is het onze lust, de eer en
goede naam van onze naaste te bevorde
ren.
Dan gaan we leven uit het wonder van de
vergeving. Dan wordt alles in ons leven
genadegave van God.
Dan zien we de heerlijkheid in de natuur.
Dan zien we bovenal de heerlijkheid van
Zijn Woord en Wet.
Dan vragen wij: „maak in Uw Woord,
mijn gang en treden vast".
God, onze Rotssteen, onze Verlosser is
waard, dat onze tong en mond en 's har
ten diepste grond Hem welbehagelijk
zij".
B.
H.H.
Aanstaande zaterdag, 20 januari, wordt
er in de Ned. Herv. kerk te Sommelsdijk
een bijzonder concert georganiseerd
m.m.v. Loek v. d. Leeden, vleugel en de
organist Jaap Hollaar.
De bekende pianist Loek v. d. Leeden
(1941) volgde zijn opleiding aan het
Utrechts Conservatorium, heeft een
eigen muziekschool en is dirigent van
diverse grote koren.
Hij ontving een gouden LP en werkte, als
pianist, jaren lang mee aan de Kerstcon
certen in 'De Doelen' met het koor 'Deo
Cantemus'. Tevens maakt hij elk jaar di
verse buitenlandse concertreizen.
De twee muzikanten spelen te samen be
werkingen van beroemde klassieke melo-
diën, psalmen en geestelijke liederen. Zij
doen dit op het orgel en de vleugel tege
lijk. Ook zal de virtuoze pianist enkele
solo's op de vleugel geven en de organist
improviserend op het orgel!
Tevens wordt door hen een aantal zeer
speciale improvisaties uitgevoerd met
aansluitend samenzang.
Voor deze avond is een boeiend en af
wisselend programma samengesteld
zodat u ongetwijfeld zult genieten van
deze twee enthousiaste muzikanten.
Orgel en vleugel is een mooie combina
tie die maar zelden in deze omgeving te
beluisteren is.
De grote vleugel zal voor in de kerk wor
den geplaatst, zodat u de pianist van
dichtbij zijn instrument kunt zien bespe
len.
De aanvang is 20.00 uur. Toegang 6,-
3,-. Allen hartelijk welkom.
33.5 voor beiden een pr. Frank Franzen
finishte in 34.4.
Irony Ramalho werd derde op de 50 m
vlinder in-57.8.
Jenny Jongejan werd derde met een pr
op de 50 m rug in 40.8; Maartje de Jong
en Maaike van Driel tikten aan in 41.0
en 46.5. Goud en zilver was er voor
Christian Velgersdijk en Ingmar Brink
man in 33.1 en 34.9. Een pr was er voor
Johan van Driel in 40.7. Kevin Makkes'
eindtijd was 38.9.
met optimaal resultaat
Tel. (0187)483477
De penningmeester van 'Woord Daad'
ontving tijdens het 2e halfjaar van 1995:
Oliebollenaktie, netto8.881,00
Zang D'lands Mannenkoor2.081,05
Meisjesver. Stellendam234,35
Bazar Refugium S'dijk481,75
Verkopen7.029,85
Cred.rente bank/giro24,82
Diakonie N.H. gemeenten320,00
Kerstkoll. Gr. v. Pr.school519,55
Spaarglobes2.440,55
Part. giften230,00
Rommelmarkt fam. Grinwis../ 19.215,00
Bollenmarkt fam. Grinwis3.460,00
Fietstocht fam. Pikaart1.755,00
46.672,92
Totale ontvangsten in 1995 zijn:
Ie halfjaar21.579,62
2e halfjaar46.672,92
Totaalƒ68.252,54
U hebt er in 1995 samen voor gezorgd
dat we het t^ovenstaande bedrag mogen
verantwoorden. Naast God, Die uw har
ten wilde neigen tot milddadigheid, dank
aan allen die ons mooie werk op eniger
lei wijze hebben gesteund. Ook voor
1996 willen we het wetk van onze stich
ting in uw aller belangstelling en voorbe
de aanbevelen.
De penningmeester
W&D Goeree-Overflakkee
Midden op de Twentse heide, op
de Duitse grens aan, ligt Zand-
wierde. Het is een gat, een
klein dorp, met een kerk en een kerkhof,
met een barbier, die elke zaterdagavond
druk werk heeft om zijn klanten te sche
ren voor de zondag en met een café, waar Driek
Munsters de eigenaar van is. En enkele boerderij
en, die buiten het dorp op de ontgonnen veengrond
liggen.
Ziedaar Zandwierde. Er wonen een paar families,
zoals de Silvius, de Meulmans, hier Kleinsmans
geheten; de Mulders (Boksejan heten die, als men
ze eens wil bezoeken) wonen hier al generaties
lang. Ze krabben in de grond, wroeten in het veen
en ze leven als echte heidebewoners, arm als de
luizen; de borrel is de enige ontspanning.
Maar ze houden van hun heide, die grote uitge
breide vlek, daar vlak bij Duitsland. De wereld is
daar dichtgeplakt met krantepapier, zeggen de
stadslui verachtelijk. Ze zijn daar honderd jaar
achter.
Honderd jaar achter, vertel dat niet in het café van
Driek Munsters.
Jaren geleden was er eens zo'n snuiter uit Holland,
die het allemaal zo goed wist. Die zat daar met een
kom koffie voor zich aan het wankele tafeltje en
schetterde tegen het jongvolk: „Jullie zijn gek om
hier te blijven! In Holland kunnen jullie geld ver
dienen. Wat doen jullie hier? Ze zijn hier honderd
jaar achter".
Het werd toen stil in de herberg van Driek Mun
sters. Het jongvolk dronk zijn glas leeg en keek
vijandig naar de vreemdeling en men kneep de lip
pen op elkaar.
Toen klapte de deur open en de dominee stapte
binnen. In die tijd hadden ze hier een dominee, die
van origine nog uit deze streken kwam, een beste
dominee, maar gauw op zijn teentjes getrapt, dat
moet men maar eens aan Hendriks Kromnagel vra
gen. =1= =f
De dominee ging zitten en bestelde een ouwe klare Als men hier eens komt en men zwerft over die
met suiker, dat dronk hij veel, daarom had hij ook
zo'n indringende stem, die zondags galmend door
het kleine kerkje klonk. Over die dominee zijn
boeken te schrijven, maar daar hebben we het nou
niet over. Hij kreeg dus zijn ouwe klare met suiker
en knikte eens vriendelijk naar de vreemdeling, die
nog steeds het hoogste woord voerde over Hol
land. Als je hem moest geloven, leefden ze daar in
het paradijs.
Dominee hoorde dat zo eens even aan en vroeg
toen: „Waar woont u ergens?"
„In Holland, in Amsterdam", schetterde de man.
„Juist", zei de dominee.
„Ze zijn hier honderd jaar achter", zei de man. „In
het Westen..."
„Ja, dat zei u net ook al", viel de dominee hem in
de rede. „Maar hier gebeuren evenveel zonden als
bij u in Amsterdam".
Ja, dat wist'de dominee heel goed. Zondags op de
preekstoel, dan vlogen de vonken eraf. Dan
schreeuwde hij 'veur gek en onwies', daarom was
Hendrikus Kromnagel ook zo dol op de dominee.
Hendrikus houdt verschrikkelijk veel van donder
preken.
„Ja, u hebt gelijk", zei die man uit Holland. „De
wereld is slecht. Wat denkt u, dominee, zou de
aarde nog wel lang bestaan? Overal is oorlog,
alleen hier niet. Ik geloof dat de wereld weldra zal
vergaan".
De dominee zette zijn glaasje neer en keek over
zijn lorgnet, want zo'n ding droeg hij altijd. „Man,
zei hij. „Mag ik u een goede raad geven? Als de
wereld vergaat, moet u hier komen. Dan hebt u
nog honderd jaren tegoed".
grote heide, als men de kriebels voelt bij het zien
van die zwoegende mannen in de veenputten,
omdat men zó wel mee zou willen aanpakken, als
men heeft gestaan bij de vennen, die daar mon
sterlijk diep en gevaarlijk liggen, als het verrader
lijke water door de dure schoenen sopte en men
haastig achteruitsprong, dan heeft men het mis
schien begrepen. Dan snapt men waarom dat volk
hier niet weggaat. We zijn hier vrij. Wij nemen
hier geen pet van het hoofd, zoals men dat doet
voor de rijke fabriekseigenaren, wij nemen hem
nog niet van het hoofd voor de rijkste boer van
heel Overijssel, ook al woont hij naast ons dorp.
We zijn de dikste vrienden met Bart Heringa, die
stroeve Groninger, die hier jaren geleden kwam.
Hij was op doorreis naar Holland, met een schop
over de schouder en een buil vol geld in de zak.
Hij zag de heide en hij was verloren.
Hij wilde vechten met die zure grond, vechten en
winnen.
Hij kocht een onbeschoft groot stuk land en begon.
Werken, krabben in de grond tot hij geen nagels
meer had. Dag en nacht groef die Groninger in zijn
grond, stak de heide weg, gezweet heeft hij, ge
ploeterd en misschien ook wel eens gehuild, als
bleek dat hij een jaar lang voor niets had gewerkt.
Maar hij heeft het gered, die stroeve man, die zo
wonderlijk wel aardde op die Overijsselse heide
tussen al die ruwe heidemensen.
Hij was al ruim in de dertig toen hij trouwde met
Aaltje Munsters, een nicht van Driek de caféhou
der. En jaren hebben die twee gezwoegd op de
zure heide, op die ondankbare grond, maar hun
zware arbeid begon eindelijk vruchten af te wer
pen. Het vele moeizame werk was niet vergeefs
geweest.
Toen Treeske, het oudste wicht van Heringa, ge
boren werd, was hij al zowat veertig. Toen sprak
men al met een zeker respect over Bart Heringa,
die men eerst een beetje uitgelachen had.
Zelfs in de stad, waar men heen moet om een klei
ne aan te geven, had men al van hem gehoord en
de burgemeester schreef zelf het borelingske in.
De boerderij groeide, maar het was zwaar werken,
ledere graankorrel is gegroeid uit een traan, zei de
oude Silvius eens.
Heringa begon mensen te huren voor de oogst en
men was blij in Zandwierde. Nu waren er mannen
die niet meer de Pruis introkken of nog erger, naar
Holland.
De veners groeven hun turf af voor de Groninger
boer en verzekerden zich van een vast inkomen en
hij stond naast hen en stak er evenveel als zij. Ze
verkochten de turf in de stad en de vraag werd
ieder jaar groter. Vooral in de oorlog, toen ook de
rijken bijna geen kolen meer hadden, deed Heringa
goede zaken.
Drie jaar na Treeske kwam Bram, een blond ven
tje, dat opgroeide tot een stevige geziene kerel, op
wie alle meiden een oogje hebben.
Men zegt dat Bram bij zijn vader werkt voor vier
gulden daags en hij schijnt er tevreden mee te zijn.
Zijn ouders zuster Treeske is heel anders. Daar zit
een aard in, die Heringa noch zijn stille, rustige
vrouw begrijpt. Hooghartig tot en met, vroeger op
school al: ze wilde niet met de gewone kinderen
naar school.
Het doet de stroeve boer verdriet, meer verdriet
dan iemand vermoedt en hij waarschuwt het hoog
hartige wicht herhaaldelijk. „Hoogmoed, mien
wicht, kump veur de val", maar hij praat tegen een
muur. (wordt vervolgd)
4: 4:
Mond en hart.
„Leer mij, o füer', de wtg door 11 èepaaU,
Van zaCik^die ten einde toe Bewaren;
Qeefmij verstand, met Qodd'tijiiCidit èestraald;
Van zal mijn oog op uive wetten staren;
(Dan houdik^die, hoe licht mijn zidook^dwaaCt;
"Dan zal zich 't hart met mijne daden paren".
i
NVM
MAKHAAfl