De „LOKO" bakkers
Chr. Gem. Zangverg.
SOLI DEO GLORIA'
VANRUMPT
A. J. van Rumpt b.v.
Fa. M. J. van Brussel
„HET TREFPUNT"
Fa. L. Huizer Zn.
J. Mackloet Zn.
Ramoco bv
Fa. G. Kamp
f
v.o.f. Bakker-Nanninga
Gezegende JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
Gezegende JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
B.V. Int. Transportbedrijf
Vettige JCerstdagen
en een gelukkig nieuwjaar
Gezegende JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
Gezegende JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
wensen u Gezegende JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
prettige feestdagen
en een voorspoedig 1996 toe
RENAULT
wenst u prettige JCerstdagen
en een voorspoedig 1996
prettige JCerstdagen en een
voorspoedig 1996 toegewenst.
VRIJDAG 22 DECEMBER 1995
EILANDEN-NIEUWS
Blz.3
autobussen. Vele autobusondememingen
reden in die tijd met dit merk.
Vooral door de afmetingen, maar ook
door de moeilijke bediening was het een
weinig handelbaar voertuig. Het ding gaf
ook nog al eens de geest. Er werd dan
ook weinig gebruik van gemaakt en
raakte dus niet versleten, zodanig dat
deze bus ook na de oorlog nog heeft ge
reden. Maar daarover later meer.
De machtige, veel lawaai makende mo
tor hing voor de vooras. Het was een
voorwielaandrijver, dus je zou zeggen de
tijd ver vooruit. De achteras was uitge
voerd als simpele dubbellucht sleepas.
Alleen al het aan de gang brengen van de
weinig handelbare motor vergde veel
krachtsinspanning en dat bij herhaling
met de gebruiksklaar achter de bumper
hangende slinger, na het nodige gemani-
puleer met handgas en voor- en na-ont-
stekingverstelling, Kortom een slechte
starter.
Het was dan ook geen lolletje met het
bakbeest weg te moeten, denk daarbij
ook eens aan de passage van reeds ge
noemde knelpunten zoals bij de haven
van Middelhamis en de spiegel in Goe-
dereede. Het remmen diende te gebeuren
niet alleen met de voetrem, doch ook met
de handrem, toen nog allemaal mechani
sche remmen. Het was met de rauwe ver
snellingsbak en geen stuur- en rembe-
krachtiging dan ook hard werken gebla
zen.
Vanwege het vele lawaai dat de motor
produceerde was er een scheidingswand
met schuifdeur gemaakt tussen chauf
feurscompartiment en passagiersruimte.
Ook deze bus was uitgerust met een dak
imperiaal met aan de achterzijde (waar
zich ook een grote nooddeur bevond) een
laddertje, dat voor de jeugd mogelijkhe
den bood gratis mee te rijden.
Met dit beschreven materieel ging v. d.
Klundert van start en dit busbestand
werd later door Buijsse overgenomen.
Na enige jaren, ongeveer 1936-37 waren
de veel gebruikte Citroëns tot op de
draad toe versleten en aan vervanging
toe.
In die tijd waren de Duitse diesels in op
komst, dus werd voor nieuwkoop daar de
aandacht op gericht. En zo werd een
Mercedes aangeschaft en verscheen de
bekende ster op de Flakkeese wegen.
Deze^prachtige autobus, opgebouwd
döór gebr. den Oudsten te Woerden, had
niet alleen veel bekijks maar daardoor
veel klandizie. Voor die tijd werkelijk
alle luxe, in de vorm van schemerlamp
jes, drukbel naar de chauffeur om uit te
stappen, zachte stoelen, veel chroom,
goed sluitende schuiframen, zelfs een
schuifdak, verwarming en ruitontdooiers.
Aan de achterzijde was de bus uitgerust
met een fietsenrek, hetgeen voor de
chauffeurs een hele verbetering was. Het
waren echter langzame starters met een
lange voorgloeitijd en diesels liepen op,
wat men toen zei, ruwe olie, waar echt
alles naar stonk.
De tweede vervanging was ook een diesel,
van het merk Bussing, met de typische
kenmerken die deze bedrijfswagens van
de Berlijnse fabriek hadden, t.w. een mas
sale motork^ en een hoog stuur en daar
mede dus een hoge zit van de bestuurder.
Ook deze bus was uitgerust met alle luxe
en comfort van die tijd. Beide diesels wer
den ingezet op de beide lijnen.
Voor passagiers en bestuurders was daar
mede een geweldige verbetering geko
men, al was het alleen al vanwege het
verbeterde veercomfort, de verwarming
en het missen van de altijd in de oude
wagens aanwezige tocht.
hl die tijd kwam ook in ontwikkeling het
reizen naar de 'o verkan te', mede ook
omdat de mogelijkheden daartoe waren
verruimd met de komst van de autoboten
te Sluishaven en te Den Bommel.
Reden ook waarom werd aangekocht,
weliswaar tweedehands, doch zo goed
als nieuw, een Chevrolet bij de Brabant
se Autobusdiensten als reisbus. Nog
meer luxe en zitcomfort met prachtige
roze en rode bekleding uitgevoerde zit
plaatsen met veel ruimte, want in tegen
stelling met de tot nu toe beschreven
bussen, die ook op B-wegen waren toe
gestaan met de beperkte breedte van 2.10
m, was deze bus 2.30 m. Door de sterke
benzinemotor was dit een zeer snelle bus
en daarom voor het reizen bestemd.
Het land verkeerde in die tijd in een uit
bundige stemming met de geboorte van
kroonprinses Beatrix. Zo werden veel
boten Beatrix gedoopt, zelfs autobussen,
en u raadt het al, ook deze Chevrolet was
in Brabant de naam Beatrix gegeven,
hetgeen met grote letters op de achter
kant stond. Er werd dan ook niet gespro
ken van 'de Chevrolet', maar van 'de
Beatrix'. Zo werd zelfs bij een simpel
autobusbedrijfje het Koningshuis geëerd.
De eerste, slechts korte tijd waren de
bussen citroengeel van kleur met blauwe
belettering. Op de flanken werd namelijk
geen twijfel gelaten dat het de E.F.A.O.
betrof. Ook ontbrak niet de route-aandui
ding 'Ouddorp-Middelhamis haven v.v.'
en bij de 'Haarkense bus' ter onderschei
ding 'Dirksland-Herkingen v.v.'. Al snel
werden de kleuren gewijzigd in rood met
donker groen. De twee diesels waren uit
gevoerd in de kleuren crème met licht
groen. De Brabantse Chevrolet was
marine en lichtblauw, hetgeen aanleiding
gaf ook de twee diesels aldus over te
schilderen.
Personeel en
arbeidsomstandigheden
Reeds werd opgemerkt dat het uitgebrei
de personeelsbestand uit de tijd van v. d.
Klundert met de overdracht van de
E.F.A.O. aan Buijsse uit economische
overwegingen moest worden vermin
derd. We beperken ons tot het kleine per
soneelsbestand uit die tijd voor enkele
beschrijvingen.
Zo was daar Es v. d. Velde; hij woonde
in het huis naast de garage na het verstek
van de familie v. d. Klundert. Hij was de
chef, de regelaar, de monteur, kortom hij
was alles, en daarbij ook nog gewoon
chauffeur die z'n normale diensten draai
de. Wat deze man voor de E.F.A.O. heeft
betekend, ook na de oorlog, is niet te be
schrijven. Een rustige man, zonder merk
bare emoties, een op en top vakman.
Dan Toon v. d. Klundert, een broer van
de vorige eigenaar. Toon kon geweldig
met het rollend materieel omgaan en
stond bekend dat hij hem nog wel eens
'op z'n staart' durfde te trappen, echter -
en het dient gezegd - daarbij bracht hij
passagiers en bus nimmer in onveilig
heid. Nu moet men over snelheid in die
tijd niet een grote voorstelling hebben,
want als de Citroëns 80 hooguit 85 km
per uur haalden was alles geprezen.
was de conducteur en regelde alles, tijdig
stoppen, helpen bij uitstappen, het ver
voer van pakjes, enz. Hij wist van de ene
rijdende bus in de andere te springen,
zonder dat deze stopten, wat met de
openstaande klapdeuren van de Citroëns
nog denkbaar is, maar later met de nor
maal sluitende deuren ingewikkelder.
Het is echter nooit verkeerd afgelopen.
Joapje was met z'n jeugd maar een
'schruil vaantje', maar dat kwam hem
goed van pas, want de gangpaden waren
smal en soms vol staande passagiers als
het druk was, zodat hij toch zo'n kaartjes
wist te verkopen.
Hoewel buiten het bestek van dit onder
werp hebben in de na-oorlogse perioden
velen hun goede krachten aan de
E.F.A.O. gewijd. Zonder anderen te kort
te doen verdient één naam genoemd en
wel die van Piet van Tiggelen, een ge
weldig mens.
Met dit eerder beschreven krappe perso
neelsbestand moesten per dag vier dien
sten worden uitgevoerd. Zo kende de
hoofdlijn een vroege en een avonddienst,
waarbij de ene chauffeur het om twee
uur half drie van de andere overnam.
Ook voor het lijntje op Herkingen had
men een vroege en late dienst, waarbij de
bus half de morgen terugkeerde naar de
Willem van 't Hof kwam uit een Dirks-
landse familie die nagenoeg allemaal
met auto's van doen hadden. Zijn vader
Teun van 't Hof, evenals zijn broers,
waren toen bekende vrachtrijders. Zijn
vader viel wel eens in bij de E.F.A.O.
(Wanneer er een chauffeur ziek was, hoe
wel daarvoor toen niet veel tijd was, of
naar de overkant. Teun zat dan met de
gewone pet op achter het stuur van de
bus of het z'n normale werk was en dat
was het ook.
Dan als vierde Kees van Putten, de enige
die na de oorlog met v. d. Velde weer bij
de E.F.A.O. terugkeerde. De naam Van
Putten is dan ook lange tijd met de
E.F.A.O. verbonden geweest, want na de
oorlog kwam ook broer Arjaon bij de
onderneming. En zelfs de jongste broer
Wullem, beter bekend van de Melissant-
se voetbal, werd later inval-chauffeur bij
het arbeidersvervoer naar de Rotterdam
se havens. Ook heeft na de oorlog een
aantal jaren als chauffeur gewerkt Krien
van Putten uit Dirksland; hij was echter
geen familie.
En dan tot slot wordt genoemd Jaap
Troost, toen beter bekend als 'Joapje van
de bus', de jongste in het gezelschap. Hij
garage en deze chauffeur dan garage-
dienst had. De chauffeur van de avond
dienst begon half de middag.
De bus van het lijntje naar Herkingen
werd veelal ook ingelegd als tweede bus
op de hoofdlijn wanneer het druk was.
Dat was zo zes dagen per week, met op
de zondagen op de hoofdlijn ochtend en
avonddiensten.
Daarbij kwam verder dat het onderhoud
in eigen beheer werd uitgevoerd, hoofd
zakelijk neerkomend op de schouders
van V. d. Velde. Ook het schoonhouden,
zelfs het schilderen (met de kwast) be
hoorde daaronder.
Dan dienen genoemd de extra diensten
wanneer het druk was op bepaalde tijd
stippen, b.v. de middagdienst vanaf Mid
delhamis (met inkopend publiek uit het
eiland), maar vooral de middagritten
naar het strand op de zomerdag, waarbij
op sommige momenten zelfs alle vier
bussen moesten worden ingezet.
Kortom lange dagen en veel overwerk.
Overwerk dat toen niet betaald werd,
want men was 24 uur buschauffeur. De
gewone chauffeur ontving daarvoor toen
ƒ20,- per week, zij het harde toenmalige
guldens, plus 'verval'; doch dat was
gering, want de dubbeltjes waren toen
duur.
Ook de werkomstandigheden waren wei
nig ideaal. Stuur- en rembekrachtiging
waren onbekend. Bij de eerste bussen
diende men te slingeren, en de slechte
starters werden reeds genoemd. Hoewel
de chauffeur was uitgerust met een dik
manchester pak, lange onderbroek en in
de winter leren beenkappen (schaften),
zat hij toch zowat te vernikkelen met
allen tocht en kou. Daarom veel kleren
aan gelet op het toen veel toegepaste ge
zegde: 'wie z'n lief bewaert, bewaert
geen rotte peren'.
Dan niet alleen smalle wegen en wan
neer het donker was weinig straatverlich
ting, slechts eigen verlichting, geen weg-
belijning of bermplanken, scherpe boch
ten en veel 'oprellen', die vooral met
vorst en sneeuw een ergernis waren.
Daarbij vroren de ramen veelal dicht en
behielp men zich met een fles glicerine
om de voorruit enigermate doorzichtig te
houden; een enkele kleine ruitenwisser
die het bij het minste of geringste liet af
weten was voor het uitzicht eveneens
niet bevorderlijk.
Elke bus was dan uitgerust met schoppen
en een bezem, wat bij sneeuwval bittere
noodzak was, want in die tijd werd er
niet gepekeld of sneeuw geschoven. Alle
chauffeurs zijn dan ook menig keer laat
of zelfs vroeg teruggekeerd, na zich her
haaldelijk te hebben uitgegraven, meest
al gevolgd door meerdere auto's die de
bus als een soort sneeuwploeg vooruit
lieten gaan.
Samenvattend betekent dat dus weinig
ideale werkomstandigheden, zeker
gezien op dit moment, doch men was het
gewend. En één ding was een voordeel,
aan de belading behoefden ze niets te
doen, dan alleen een kaartje te verkopen.
Passagiers reisden in die tijd met de wei
nig luxe biedende bussen niet comforta
bel zoals we dat heden gewend zijn.
Maar er werd wel veel service geboden.
Men kon overal in- en uitstappen. Alles
kon mee, niet alleen fietsen en kinderwa
gens, maar ook pakken, kisten en kof
fers. Èn vele pakjes, afkomstig van de
middenstand in Middelhamis, reisden
voor een enkel kwartje alleen 'het eiland
in' om daar afgehaald te worden en
soms, wanneer op de route gelegen, zelfs
afgegeven.
En dat al voor een luttel bedrag. Men
had de keus uit een enkele reis (biljet uit
gevoerd in gele kleur) of een retour met
een extra afscheurstrook voor de temg-
reis (uitgevoerd in blauw). Dag- of
weekretours kende men niet; retours ble
ven mits niet afgescheurd immer geldig.
Aan de linkerkant van het biljet bevond
zich de rij plaatsnamen, die door de
chauffeurs werden aangestreept met een
groot blauw of rood potlood, welk pot
lood ongebmikt zich immer bevond tus
sen uniformpet en het oor. De uniform
pet diende ook om gekregen sigaretten
en sigaren (de laatsten uiteraard minder
in getal) tijdelijk in op te bergen, want de
chauffeurs mochten niet roken onder de
Tijdelijk einde E.FA.O.
Toen brak in 1940 de Tweede Wereld
oorlog uit.
Met de komst van de Duitse overheer
sing werd dit het einde op dat moment
van de aktiviteiten van de E.F.A.O.,
want de drie nieuwe blauwe bussen wer
den al snel gevorderd en zullen wellicht
de weg op zijn gegaan richting oostfront
en mogelijk in de Russische sneeuw uit
eindelijk zijn verroest.
Wie zal het zeggen, in elk geval keerden
ze niet meer op hun basis terug. De enige
bus die nog resteerde was de Latil. Hoe
wel bij herhaling bekeken door de
Duitsers vonden ze dit toch merkwaardi
ge voertuig niet voor hun oorlogsdoel
einden bruikbaar, ofwel durfden ze de
Wehrmacht daarmede niet te belasten.
Daarbij komt dat v. d. Velde er steeds
meer vanaf sloopte, zodat het ding als
voertuig nauwelijks meer te herkennen
was. Onttakeld overleefde de Latil de
oorlog.
Direkt na de oorlog had v. d. Velde het
geval weer snel rijvaardig en kon ten
gunste van de zich toen voordoende ko
lossale behoefte aan openbaar vervoer
middelen worden aangewend. Als
gevolg van de inundatie was het oostelijk
deel van het eiland voor de tram nog niet
direkt bereikbaar.
De Latil heeft in R.T.M.-dienst een deel
van het openbaar vervoer mede kunnen
opvangen en reed van Achthuizen via
Oude en Nieuwe Tonge naar Middelhar—
nis. Het kon daarbij voorkomen dat deze
oude bus met 31 zitplaatsen 's morgens
in Middelhamis aankwam (vooml. met
scholieren voor de middelbare scholen)
met soms meer dan 100 passagiers.
Hiermede zijn we buiten de vooroorlog
se periode van de E.F.A.O. geraakt. De
E.F.A.O. die na de oorlog weer terug zou
keren en hoe. Doch dat is een heel ander
verhaal.
en gezinnen
wensen alle familie, vrienden, kennissen
Bestuur, leden en dirigent van de
wensen donateurs en vrienden
STAD AAN 'T HARINGVLIET, december 1995
L. Vr. Poldersedgk 8 Postbus 3
STAD AAN 'T HARINGVLIET - Holland
Fax. (0187) 6118 96 Telefoon (0187) 6112 67
Wy wensen at onze cCiëntèCe, vrienden en Beleenden
prettige ü(erstdagen en een voorspoedig nieuzvjaar.
Autobedrijf
Jachthaven Atlantica
Familie Bakker
Zeedijk 54-56
3253 ZG Stad aan 't Haringvliet
Telefoon (0187) 61 2524
Schildersbedrijf
Voorstraat 7, telefoon (0187) 611412
Stad aan 't Haringvliet
Wij wensen alle mensen
De correspondenten van de NCRV
op Goeree-Overflakkee
Bestuur en medewerkers van het
Verenigingsgebouw
te Stad aan 't Haringvliet, Oranjelaan 14
wenst alle mensen
prettige üf^rstdqgen en eengezondl996 toe.
Inl.: (0187) 611555
Voor al uw bruiloften en vergaderingen
Handel in Landbouwprodukten
Stad aan 't Haringvliet Tel. (0187) 611419 6112 58
wenst alle bekenden
Onderhoud- Tegelwerken - Open haarden
wenst clientèle, vrienden en bekenden
Qezegende ÓQTStdagen en een voorspoedig 1996
Achterdijk 22,3243 AA Stad aan 't Haringvliet
Telefoon (0187) 6117 80 Fax (0187) 6117 80
Molendgk 85
Stad aan 't Haringvliet
Postbus 9
Tel. (0187) 611662
Molendijk 11, Stad a/h Haringvliet, tel. (0187) 611214
Rijwielen, bromfietsen; BP benzinestation
Vrienden en clientèle
Een Citroen op weg 'het eiland in' op de Oudelandsedijk, toen (1930) nog met smal wegdek
en zonder bomen, met op de achtergrond Sommelsdijk.
Een Citroen onder aan de duinen in Ouddorp met chauffeur Kees van Putten en Hein Hoek,
die aan het einde van het 'Stuvertjeswegje' een auto- en fietsenstalling
voor badgasten exploiteerde.
De twee Citroëns op het havenhoofd, wachtend op passagiers van de tramboot.
De tram was kennelijk ook al gearriveerd, want een locomotief is aan het rangeren.
De twee chauffeurs zijn Kees van Putten (rechts) en Willem v. d. Laan uit Rotterdam.
Willem V. d. Laan werd later marktkoopman in vloerbedekking op de markt in Rotterdam-Zuid.
Daaruit is ontstaan de in en rondom Rotterdam bekende winkelketen in vloerbedekking
en woningstoffering van zijn zoon Aad v. d. Laan.
»f
tt
Molendijk 85
Stad aan 't Haringvliet
Postbus 4
Tel. (0187) 6115 53
[W^W^ W W ^.i* ^im ^W^ïl* W W ^t^^'^i^^:* *!'.W ^.l*