EIIAIIDEII-IIIEUWS
Overdenking
Veel belangstelling voor
Rabo-publikatie Cijfers Trends
Deo Cantemus
in Strijen
uit de
Heilige Schrift
BÏ3
Bejaardenmiddag CVB
de juiste
taxatie...
Makelaar Tamboer
Tweeërlei beginsel (i)
nattT mm nao
viaaa iv of Gütmi
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 13 OKTOBER 1995
No. 6443
Tijdens een druk bezochte bijeen
komst in het Grevelingenrestau-
rant werd een feestelijk tintje gege
ven aan het verschijnen van de
brochure Cijfers Trends 1995-
1996. Cijfers Trends is een jaar
lijkse publikatie over de economi
sche ontwikkelingen in 75 bran
ches in het midden- en kleinbedrijf
(MKB). De presentatie was een
gezamenlijk initiatief van de Rabo-
banken op Goeree-Overflakkee,
Schouwen-Duiveland en Tholen.
In zijn openingswoord zei de dagvoorzit
ter, de heer Coremans van de Rabobank
Middeliiarnis, dat de oplage van dit ge
zaghebbende boekwerk inmiddels is ge
stegen tot 120.000 exemplaren en dat
hiervan in toenemende mate gebruik
wordt gemaakt door accountants en on
dernemers.
De heer Coremans verzekerde zijn ge
hoor dat de Rabobank van oudsher nauw
betrokken is bij ondernemers in het
MKB. Van de 525.000 bedrijven bedrij
ven in Nederland behoort verreweg het
grootste gedeelte tot het MKB, dat in
1994 goed was voor een gezamenlijke
omzet van 630 miljard gulden.
Dat de Rabobank zich in de markt wil
onderscheiden toont zij door het ontbre
ken van valuteringsregels en het aanbie
den van steeds nieuwe en efficiëntere
bankdiensten. Als een van de weinige
banken beschikt de Rabobank over de
zogenaamde triple A-status. Daarmee is
zij in staat haar financieringsmiddelen
gunstiger in te kopen. De voordelen hier
van komen rechtstreeks ten goede aan
haar cliënten.
De heer Koehorst, sectorhoofd financie
ringen van Rabobank Nederland toonde
daarna een aantal ontwikkelingen in sek
toren zoals de industrie, de bouw en de
non-food. Per saldo zijn de vooruitzich
ten voor het MKB in 1996 positief. Wel
konstateerde de heer Koehorst de opmars
van het grootbedrijf als een blijvende be
dreiging voor de kleine zelfstandige.
Aan het begin van de lezing over 'de fi
nanciële levensloop van een bedrijf'
merkte de heer Koehorst op dat een Ne
derlands bedrijf gemiddeld 16,3 jaar oud
is. Ieder bedrijf zit in een bepaalde le
venscyclus, waarin 4 fasen worden on
derscheiden; de start, doorgroei, vol
wassen- en herorièntatiefase. De start
fase is het moeilijkst en duurt maximaal
3 jaar. Tijdens deze fase struikelen de
meeste ondernemers. In 1994 hebben
zich 55.000 startende bedrijven aange
meld, waarvan er helaas inmiddels weer
een groot aantal ter ziele zijn gegaan.
De heer Koehorst benadrukte ook de fi-
nancieringsproblematiek gedurende de
verschillende fasen. Ongetwijfeld is die
bij startende bedrijven het grootst en
worden daar ook veelal door banken de
meeste risico's gelopen. Een bedrijf in
zijn volwassenfase heeft zijn bestaans
recht al ruimschoots bewezen en vormt
dan ook een gewilde groep voor ban
kiers.
Tijdens de discussie vroeg een van de
aanwezigen zich af hoe 500.000 werklo
zen aan de slag kunnen. De heer Koe
horst merkte op dat hier sprake is van
een struktureel probleem. Wat te denken
van de lage lonen landen in het Verre
Oosten die ons zwaar beconcurreren.
Verontrustend noemde de heer Koehorst
in dit verband het nieuws dat Philips een
belangrijk deel van zijn staf wil over
plaatsen naar Singapore.
Het Nederlandse bedrijfsleven is overi
gens bijzonder dynamisch en zal het ac
cent naast kostenbeheersing vooral moe
ten leggen op kwaliteitsverbetering. Een
andere vragensteller informeerde naar de
toenemende kosten voor het milieu.
De heer Koehorst deelde mee dat dit on
vermijdelijke investeringen zijn en dat
de bedrijfsvoering, hoe moeilijk ook,
erop gericht moet zijn hieraan mee te
werken. Ook biedt deze ontwikkeling
goede perspektieven voor het bedrijfsle
ven dat zich richt op de milieutechnolo
gie. Ondanks het streven om de milieu
regels uiteindelijk integraal door te voe
ren, bespeurde de heer Koehorst overi
gens nog wel voldoende tolerantie bij de
overheid. Een transportondernemer vond
het maar niks dat er zoveel eigen rijders
komen. Ze worden door banken makke
lijk op het paard geholpen en bedreigen
tegelijk de positie van de grote(re) ver
voerders. De heer Koehorst erkende dat
de toetredingsdrempel hierbij laag is en
dat de winsten in deze sektor al jaren
zwaar onder druk staan. Hij pleitte voor
meer eenheid in de branche. Er moeten
afspraken worden gemaakt tussen de
overheid en de branche-organisaties, wat
overigens wel haaks staat op de deregu-
leringspolitiek van het huidige kabinet.
De heer Coremans benadrukte in zijn
slotwoord dat de Rabobank vooral een
partner wil zijn voor haar leden en cliën
ten. Dat geldt met name ook als het
bedrijf in woelig vaarwater terecht is ge
komen. Dan draagt de bank bij uitstek
haar coöperatieve opdracht uit door lang
achter haar leden te blijven staan en
uiterste pogingen doet om samen naar
perspektieven te zoeken.
Na afloop was er ruim voldoende gele
genheid om, onder het genot van een
lunchpakket, zakelijk kontakten uit te
wisselen.
MIDDELHARNIS/SOMMELSDIJK
De CVB afdeling Middelharnis-Som-
melsdijk nodigt u weer hartelijk uit op
woensdagmiddag 18 oktober, om 14.30
uur in 'De Hoeksteen'.
De heer T. R. Rietveld uit Stellendam
heeft dan als onderwerp 'Het gebed'.
Heeft u vervoer nodig, dan kunt u bellen
naar mevr. Beket, tel. 48 28 11
in het doolhof van prijskaartjes
Tel. (0187)48 3477
Op zaterdag 14 oktober zal het bekende
koor 'Deo Cantemus' uit Rotterdam een
concert geven in de eeuwenoude Strij-
ense dorpskerk. Het koor is onder leiding
van de vermaarde dirigent Arie Pronk
uitgegroeid tot één van de grootste koren
in ons land.
Heel bekend zijn de kerstconcerten van
uit de Doelen die elk jaar ook op de T.V.
worden uitgezonden. Hoog in het vaan
del van dit koor staat het 'eenvoudig
christelijke lied'.
Na het plotseling overlijden van Arie
Pronk is de leiding van dit koor over
genomen door Cor de Haan. Cor de
Haan, woonachtig in Strijen is in de
Hoeksche Waard geen onbekende meer
in de omgeving. Als dirigent, organist en
pianist werkt hij veelvuldig mee aan op
tredens in en buiten de Hoeksche Waard.
Het majestueuze orgel wordt bespeeld
door Adri Poortviiet, eveneens een 'be
kende Hoeksche waarder'. Adri Poort-
vliet is naast dirigent van een aantal ko
ren ook een bezield organist. Het orgel
van de Lambertuskerk heeft met name
zijn hart veroverd.
Het programma voor zaterdag 14 okto
ber bevat naast een aantal 'bekende' lie
deren van wijlen Arie Pronk, zoals:
'Heer geef ons de Kracht', 'Eens zal de
dag vol Glorie zijn' en 'Heer in de He
mel, zie ons aan' ook wat andere, iets
minder bekende liederen. Bovendien is
er volop ruimte voor samenzang inge
ruimd. De avond begint om 20.00 uur, de
kerk is vanaf 19.30 uur open. De toe
gangsprijs is slechts 5,00 p.p.
En zij zagen hem van verre; en eer
hij tot hen naderde, sloegen zij tegen
hem een listige raad, om hem te
dodere. (Genesis 37:18)
U kent ongetwijfeld de geschiedenis. Als
Jacob in het land Kanaan is teruggekeerd
met zijn twaalf zonen, dan leven en
wonen zij daarin als vreemdelingen. De
kudden groeien en de zonen hebben
daarover de zorg. Jozef, nog bij vader
thuis, wordt erop uitgestuurd om naar de
welstand te vragen. Hij wordt, als hij bij
de broers komt, door blikken van vijand
schap en nijd begroet. Hij is de meester
dromer, die zijn dromen had verteld. Van
die schoven op de akker, die hij met zijn
broers bond en waarbij hun schoven zich
voor de zijne bogen. Of van die nacht,
waarin hij stond, waarin elf sterren met
de zon en met de maan zich voor hem
bogen. Heel nauw aan zijn vader verbon
den, met een teerheid van ziel voor de
waarheid, is hij van kindsbeen af aan een
voorwerp van vijandschap. Het vuur van
die vijandschap laaide hoog op sinds zij
hoorden van zijn dromen. Die 'krans'
hangt om zijn hoofd, hij is daardoor van
de anderen onderscheiden. Ze zullen
hem dan ook doden om te zien wat er
van die dromen zal worden. Hoe dan ook
moet hij weg. Dan zal het weer vrede
zijn in het aartsvaderlijk huis.
Hier ontwaren we twee beginselen, aan
elkaar tegengesteld als licht en duister
nis. Aan de ene kant het samenspannen
tegen de Heere, Die Zijn eigen weg gaat.
Die ene lichtstraal van de hemel, die al
tijd weer hun zijn en wezen prikkelt en
in Jozef voor hen staat. Die moet weg.
Toch is er aan de andere kant het
geheimvolle licht van de openbaring en
het welbehagen des Heeren. Hier spreekt
het Woord van God ons toe in die tegen
stelling van menselijke overleggingen en
Goddelijke genade, geestelijke roeping.
Goddelijke waarheid. En die waarheid
komt. ons tegemoet in heel het Woord
van God. Altijd weer, zo zegt de apostel,
staat die uit het vlees geboren is tegen
hem die uit de Geest geboren is. Altijd
weer staat de vleselijke overlegging te
gen Goddelijke genade.
U zult er daarom acht op geven in het
Woord des Heeren, hoezeer het Gods
licht en waarheid dragend leven be
dreigd wordt door allerlei vleselijk over
leg. U voelt wel wat voor Ruben (nee,
niet aan het leven slaan, maar in de kuil).
U voelt wel wat voor Juda (komt, laat
ons hem verkopen en onze hand zij niet
aan hem). Dit geslacht is nog niet uitge
storven.
Daar zijn altijd mensen geweest die
zochten er een mouw aan te passen zon
der te breken of tegen te staan. Zonder
smaad of hoon op zich te laten komen.
Het zo veel geprezen geschipper, de al
dan niet kerkelijk geijkte diplomatie.
Aanpassen en met elkaar in overeen
stemming brengen, zodat er toch een
gleuf bleef voor de waarheid en een uit
weg voor het geval dat. Maar David
moest vluchten voor Saul, de tiran. Geen
spelonk bood hem veiligheid, omdat hij
de harp des Heeren droeg. Omdat hij
door God verkoren was, de man naar
Gods hart. Intussen bogen ze allemaal
voor Saul. En Jcrcmia ging bij de belege
ring van Jeruzalem de kuil in. En natuur
lijk hebben er wel stemmen gepleit,
sprak deze of gene een goed woord,
maar hij is opgeofferd, de drager van
Gods Woord.
En in de volheid van de tijd? Dan wordt
de gelijkenis gehoord en vervuld. En ten
laatste zond hij tot hen zijn zoon, zeg
gende: Zij zullen mijn zoon ontzien.
Maar de landlieden, de zoon ziende, zei
den onder elkander: Deze is de erfge
naam (zie, daar komt de meesterdromer),
komt, laat ons hem doden en zijn erfenis
aan ons behouden. Het is hoe dan ook
beter dat één mens sterft en niet het hele
volk verloren gaat. Ja, dat zegt de hoge
priester, één van de bouwlieden. En er
zullen er ongetwijfeld geweest zijn, die
anders hebben gesproken. Maar Christus,
Hij wordt verworpen. De steen, die door
God ten hoofd des hoeks was gelegd.
Wie eraan ontdekt werd, weet ervan.
Hoe diep de vijandschap tegen de Chris
tus zit. Tot en met in mijn eigen hart. Dat
het alleen maar genade is, wanneer er
een ander beginsel gevonden wordt. Ik in
een levend geloof Gods aangezicht zie in
Hem, de Christus Gods. Gesmaad, ge
hoond, gedood. Om zo het zuivere licht
van de waarheid op te vangen in de
bange donkerheid van de ziel en van het
leven. Om te zoeken het bedekken van
de schuld. Om afgezonderd te zijn in
deze wereld en Gode toegewijd te leven
bij het licht van Zijn Woord.
Zo komt door middel van deze regels het
appèl tot u die dit leest. Zoekt God en
Jezus Christus, Die Hij gezonden heeft.
Zoekt het Woord. Zoekt de Heilige
Geest. Zalig, wie aan de Christus Gods
niet wordt geërgerd. Wie achter Hem wil
komen, die verloochene zichzelf en
neme zijn kruis en volge Hem. KtK
i<
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer
die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied
kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA
Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragen-rubriek' vermeld.
De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen
enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek
worden gepubliceerd.
Een specialist schreef mij na hartonder-
zoek Kinidine-durettes voor. Wat voor
hartkwaal heb ik dan?
Antwoord: Dan hebt u waarschijnlijk
geen hartkwaal. Kinidine wordt vaker
voorgeschreven als er eens een enkele
onregelmatige slag werd beluisterd, maar
die kan ook zijn veroorzaakt door een
beweging van het middenrif, of een stof
die toevallig door uw gal, uw lever of
een ander orgaan in uw bloed wordt ge
bracht. Dat moet een internist uitmaken.
Het woord durette slaat op de omhulling
van de werkzame stof. Het betreft dan
een huls die ineens moet worden inge
slikt, maar die - onder invloed van het
maagzuur - de medicijn, geleidelijk doet
afscheiden, zodat het hart zo lang moge
lijk door de kinidine wordt gestimuleerd.
Die omhulling wordt later onverteerd en
ongemerkt geloosd.
U weet zo veel, kunt u mij nu eens uitleg
gen waar de ruimte van het heelal er
gens eindigt? Daar moet toch een grens
aan zijn?
Antwoord: Die vraag is al vaak aan de
astronomen gesteld. Prof. Albert Eind-
stein (1879-1955) placht dan te antwoor
den: „Het Heelal eindigt daar waar geen
stof meer is en geen krachten meer wer
ken". En als iemand doorvroeg: „Waar is
dat dan?", zei hij wel eens: „Daar is het
absolute niets en het heeft geen zin te
twisten of dit bestaat of niet bestaat,
want min nul is gelijk aan plus nul". Wij
kunnen u dus niet de weg wijzen naar het
einde. Trouwens, als er een grens is aan
het heelal, ligt die toch zó ver weg, dat u
er tijdens uw leven nooit kunt komen.
Zelfs niet met een flitstrein, een lichts
traal of een laser-raket.
mUV^GOMUWïttGi...
Hierbij een tatoeageplaatje van de
kauwgom. Veel kinderen lopen er mee op
de arm. Nou heb ik horen zeggen dat het
heel slecht is, want de stof zou direkt in
de bloedbanen komen. In Rotterdam zou
het al verboden zijn. Is dat waar of niet
waar?
Antwoord: In tegenstelling tot de échte
tatoeage, waarbij onoplosbare kleurstof
fen na een bewerking met naalden of an
dere scherpe instrumenten in de mense
lijke huid worden gebracht, zijn de plak-
plaatjes die bij deze door u bedoelde
kauwgom worden verkocht en in uw
brief zijn ingesloten, volgens onze me
disch adviseur volmaakt onschuldig. De
inkt van deze plaatjes komt op de buiten
kant van de huid terecht, en beslist niet
in een bloedbaan. De kleurstof is ook
eenvoudig af te wassen. Ze is vergelijk
baar met balpcninkt waarmee sommigen
op de huid aantekeningen maken. Derge
lijke plakplaatjes bestaan al lange tijd en
zijn niet verboden.
fiFFftf iWG imo
Broeden er wel eens vogels op IJsland?
Antwoord: Op de lijst Uslandse broed-
vogels staan 76 verschillende soorten
vermeld, zoals de aalscholver, de alk,
ganzen, sneeuwhoenders, strandlopers,
zeezwaluwen, de ijsduiker, 14 soorten
eenden en 9 soorten meeuwen. De be
langrijkste 'broeder' daar is de papegaai
duiker met zijn prachtig gekleurde sna
vel, waarmee hij de gevangen visjes eerst
sorteert voor hij ze verorbert of aan zijn
jongen voert. Verder komen er op IJs
land ook veel vogels uit Noord-Amerika
en Azië voor. De broedmaand is juni.
Anders dan menigeen denkt kent IJsland
een aangenaam zomerklimaat.
Waar komt de meisjesnaam Maud eigen
lijk vandaan?
Antwoord: Oorspronkelijk is Maud aan
het Oudfrans ontleend, maar het werd in
Engeland een afkorting en zo een soort
koosnaampje voor meisjes die Mathilde
heten (hetgeen bij de germanen 'machti
ge strijdster' betekende). Ook jonge
dochters met de naam Magdalena wor
den in Groot-Brittannië wel eens als
Maud aangesproken of geroepen, maar
hun roepnaam hoort het niet te zijn, want
zij luisteren daar al naar Maggie en dgl.
verkortingen.
iiOLi'CHaaTiCRi; UEfumoT u
Bestaan er ook rolschaatsclubs?
Antwoord: Ja. Adressen verstrekt de
Ned. Rolschaatsbond, Uitingstraat 23,
5331 EH Kerkdriel of Postbus 3222,
2280 GE Rijswijk, tel. (0418) 63 10 68.
Ml LE67 EIEREN
Onze kat verliest af en toe van deze klei
ne witte stipjes, zoals ingesloten in bij
gaand metalen doosje. Zijn dat vlooie-
eieren?
Antwoord: Had gekund, maar deze
witte eitjes komen van de tropische
worm Thelanoida strantha G. Katten
hebben vaak wormen, waarvan ze de
eieren via de anus verliezen. U moet dus
oppassen en uw poesen beslist niet op ta
fels, aanrecht, kinderstoel of bedden
laten zitten, want dan kunnen u en uw
kinderen ook last van dgl. wormen krij
gen. U kunt van die parasieten afkomen
door bij de dierenarts of - winkel tablet
jes te halen voor een jaarlijkse wormen-
kuur, geschikt voor de leeftijd van uw
kat(ten).
-24-
De mooiste ogenblikken waren voor
hem, wanneer zij hem uitnodigde haar 's
avonds voor te lezen uit de boeken van
H. J. van Lummel, die getiteld waren:
'De smidsgezel', 'De Bijlhouwer', en
'De Hopmansvrouw van Utrecht'.
Het was op één van die avonden dat
Mota weer bij het oude vrouwtje binnen-
glipte. „Br-r-r-r", zegt hij, „het is maar
guur buiten, oma!" „Ja hè? Ik hoor de
wind zo suizen in de schoorsteen. Warm
je maar lekker'. November deed zijn
intrede met de gure vlagen uit het noord
westen. De bomen staan nu bladerloos
en van al hun luister ontdaan. De berken
waren de eersten die hun pakje van zich
wierpen en toen volgden de lariks en de
wilgen. De eiken hielden nog stijf hun bladeren
vast, maar ze zouden het ook eens afleggen tegen
de koude van de hertst.
Op de tafel ligt de oude kwarto-statenbijbel.
Mota weet, dat oma daar voor zichzelf hardop uit
voorleest. Niet alleen op de gezette tijden, 's mor
gens, 's middags en 's avonds, maar ook wel eens
als zij een bijzondere tekst zoekt. Want oma Pet
was heeft een zeldzame lust om Gods Woord te
bestuderen. Het is voor haar een ware schatkamer.
De Bijbel ligt open bij Jesaja 53. Een bladwijzer
ligt op de ene helft. Het is een bedrukt stuk papier.
„Mag ik dat vers eens lezen, dat daar op staat,
oma?"
„Ja zeker! Maar lees het dan hardop voor, dan
hoor ik het ook nog eens weer, mijn jongen!"
Ze reikt het Mota aan. Dan leest hij langzaam de
twee koupletten voor. Hij weet, dat oma het graag
zo wil.
Bij 't opslaan van het Boek der boeken,
Prent sterv'ling diep in uw gemoed.
Dat, wie dit Woord wil onderzoeken.
Het als Gods Woord omhelzen moet.
Geen enkel weten kan u baten.
Geen vluchtig lezen hier volstaan.
Alle eigen wijsheid moet verlaten.
Een ander oog u opengaan.
Voordat g'u dan begeeft tot lezen.
Val need'rig uwe God te voet.
Opdat Hij u nabij moog' wezen
met Zijn gena, zo groot als goed.
Begeer Zijn Geest, die beste zegen;
Vraag een ootmoedig, leerzaam hart.
Zo komt de Heiland Zelf u tegen.
Met al Zijn heil bij vreugd' en smart!
„Ja, ik herinner mij het nog. Maar het is nuttig dat
wij er telkens bij bepaald worden".
„Als de meester de verhalen uit de Bijbel vertelt,
begrijp ik ze goed, maar als ik moeder er uit hoor
vooriezen, dan lang niet altijd", zegt Mota.
„Dat is te verstaan. De meester vertelt in zijn eigen
woorden de geschiedenis en dan aangepast aan de
bevatting van het kind".
„De Bijbel is niet een boek zoals andere boeken,
hè oma?"
„Neen, zeker niet. De Bijbel is een Goddelijk
Boek. Het is de baas over ons leven en denken.
Door de woorden van de Bijbel spreekt de Heere
tot ons. Het is geen kleine zaak om de Bijbel te
lezen. We kunnen eruit vernemen wie wij zijn en
wie God is. En dat is nodig. En daar is men ook
niet te jong voor, want de Heere zegt Zelf, dat uit
de mond der jonge kinderen Hij Zijn lof heeft toe
bereid. Denk maar aan Samuel, aan Obadja, aan
Timotheüs en zovele anderen".
Mota komt bij de tafel zitten. Hij is nu heerlijk
warm geworden. Hij legt het blaadje op zijn oude
plaats.
„Ja, de Bijbel is een heilig boek vergeleken bij de
andere boeken. Een gewoon boek kun je laten lig
gen, en als je geen zin hebt om te lezen, doe je er
geen kwaad mee. Maar met de Bijbel staat het
anders. Daar is een opdracht om de Bijbel te lezen
en die staat geschreven in de Bijbel zelf. „Onder
zoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het
eeuwige leven te hebben, en die. zijn het, die van
Mij getuigen".
Een huis zonder Bijbel is als een huis zonder licht.
Een huis zonder Bijbel, een mens zonder God.
Oma Petwas weet daarvan. Zij spreekt met de
man, die aan de deur komt om boenders te verko
pen, van de Heere Jezus, dat het geen leven is zon
der Hem! Het is haar dan aan zien, dat zij zelf
Hem heeft ontmoet in haar leven. Zij is verrukt
over de goedheid Gods, dat Hij elke dag opnieuw
Zijn handen uitbreidt naar een weerstrevig mens.
Om te schenken en te geven, om te verlichten en te
genezen.
Ook met Mota praat zij graag over de dingen van
het geloof. Zij heeft de laatste keer nog geprobeerd
hem uit te leggen hoe het geloof de hand is, die al
Gods gaven ontvangt en geniet. Zij was toen bezig
met het lezen van het elfde hoofdstuk van de brief
aan de Hebreen. Het geloof heft alle levensvragen
op, omdat het de Heere vertrouwt. Dan vindt de
ziel, onze geest en ons verlangen, alles in de Heere
en Zijn Christus. Zij weet heel goed dat als er
nooit met de kinderen en jonge mensen over deze
dingen gesproken wordt, het ook geen wonder is,
dat ze later zoveel niet begrijpen kunnen en er
vreemd tegenover staan. Er staat ook in het
Woord: „Leer de jongen de eerste beginselen naar
de eis van zijn weg, en als hij ouder geworden zal
zijn, zal hij daarvan niet afwijken".
Het is ook het lieflijke, waarmee oma Petwas de
dingen bespreekt, dat Mota graag doet luisteren.
Ze heeft de geschiedenis gelezen van de Moor
man, die op weg was van Jeruzalem terug naar het
land der Moren. Hij heeft misschien wel gelezen
van het bezoek dat eens de koningin van Scheba
aan koning Salomo bracht en dus ook geweten
heeft van de heerlijkheid van de God van Israël.
De Moorman was een man van aanzien; hij ver
zorgde de financiën aan het hof van de koning der
Moren. Zij wordt genoemd de Candacè, dat is een
zelfde titel als de farao van Egypte. Het is boeiend
er over na te denken. Deze voorname heer wist,
dat al zijn glorie in dit leven in het sterven niet kon
baten. Hij was wel rijk naar de wereld, maar in
zijn hart was een leegte gekomen, die de Heere
alleen kon vervullen. In Jeruzalem was de laatste
jaren veel gebeurd. Er was daar een volk opge
staan dat de Christus, Die in de Schriften van het
oude verbond was voorzegd, aan hun medemensen
verkondigde. Hij had ze gehoord, eenvoudige en
ongeleerde mensen, die met heel veel vuur spraken
van Hem, Waarvan de profeet Jesaja had gespro
ken in het 53ste hoofdstuk van zijn boek. De
Moorman, daardoor opgewekt, had zo'n rol van de
profeet gekocht en nu op zijn reis naar huis, met
een hart vol verlangen naar licht in deze dingen,
las hij in het heilig geschrift. En de Heerè, Die alle
dingen regeert en weet al de gedachten van het
mensenhart, zond Zijn engel tot Zijn knecht
Filippus met de boodschap: „Sta op, en ga heen
naar het zuiden op de weg, die van Je-ruzalem
afdaalt naar Gaza, welke woest is". Oma Petwas
houdt even stil, als om te bedenken, waar de Heere
haar gevonden heeft. Dat was ook op een plaats
waar het woest was en een huilende duisternis.
„De Heere vindt Zijn kinderen in woeste plaatsen,
in een wildernis van zonde", gaat ze verder.
„Wat is dat, een wildernis van zonde, oma?"
,,Ja, dat is ons van nature vreemd".
„Wij weten niet wat een wildernis van zonde is,
totdat de Heere het ons laat zien. Een mens is
blind voor zijn zonde. O ja, hij geeft wel toe dat
hij een zondaar is, maar hij weet niet dat zonde
voor God een vreselijk iets is. En wat het is, tegen
de heilige God gezondigd te hebben. Toen David
er achter gekomen was, riep hij uit: „Waar zal ik
heengaan voor Uw Geest en waar zal ik heenvlie-
den voor Uw aangezicht?" Maar ondertussen
kroop hij in de benauwd-heid zijns geestes naar de
Heere toe. Dat was oneindig gelukkig. Want daar
door vond hij een genadig en barmhartig God".
Nu is het Mota duidelijk. Ja, die wildernis van
zonde, dat is daar waar een mens buiten de Heere
leeft. „En als het vrede is, hè oma, dan is het alles
goed...!"
„Ja, jongen, dan is alles goed, omdat God zo goed
is! Dan, als de Heere overkom, heeft ons hart
vrede met alles. Vrede met de dieren van het veld
en vrede met de bomen van het woud. Waar de
vrede is, is het lieflijk, maar waar de zonde is, daar
is het de wildernis! Maar laten we nog even verder
nadenken over de Moorman. Het was inderdaad
een eenzame weg waar Filippus wandelde. Hè,
wat was daar? Voorbij gindse struiken stond een
renwagen stil. Filippus liep er naar toe, maar wat
hoorde hij? Er werd gelezen. Het waren bekende
klanken en nog bekender woorden! Hoor! Hij is
als een schaap ter slachdng geleid... en gelijk een
lam dat stemmeloos is voor die die het scheert,
alzo doet Hij Zijn mond niet open. In Zijn verne
dering is Zijn oordeel weggenomen; en wie zal
Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van
de aarde weggenomen... In het hart van Filippus
jubelt het: Dat is van de Heere Jezus Christus! En
meteen dat hij zijn blijdschap voelt aangroeien, is
er een stem van de Heilige Geest in zijn hart, die
zegt: „Verklaart het hem maar".„Broeder, mag ik
vragen: Verstaat u hetgeen u leest?"
De Moorman kijkt verbaasd op.
„Was dat eens waar! Maar ik begrijp het niet en
hoe zou ik kunnen, zo er niet iemand is, die mij
nader zou willen onderrichten? Zou u.
(wordt vervolgd)
NVM
^AKELMR