EIIAI1DEI1-I1IEUW5
Overdenking
Rommelmarkt
in De Samaritaan
Ëcamen perikelen
uit de
Heilige Schrift
De Kwade Hoek
verkennen
Cursus een eigen
bedrijf beginnen
Qfl
Sasruiters op concours
in merkkleding j
HETI
,KIJKVENSTER
Dirkslands Mannenkoor
de juiste
taxatie-
Makelaar Tamboer
f
De Heere roept
2e Blad
VRIJDAG 18 AUGUSTUS 1995
No. 6427
Blouses pullovers t-shirts
Blik op kerk "^P
en samenleving ij
- Twee atoombon^hnen
- De onafhankelijkheid
van Indonesië
Bij hen die het meegemaakt hebben
komt het dezer dagen allemaal weer bo
ven: de atoombommen op Hirosjima en
Nagasaki, en - kort daarop - de onafhan
kelijkheidsverklaring van Indonesië.
Ik kan me nog herinneren hoe vrijwel
iedereen met ontzetting vervuld was. Na
tuurlijk, de televisie was er nog niet, en
lang niet iedereen beschikte over een ra
diotoestel, we waren aangewezen op de
krant, die zo kort na de oorlog nog
slechts in beperkte oplagen verscheen.
Maar langzamerhand drong het toch
door welk een verschrikking die éne bom
op een Japanse stad had aangericht.
En toch was vrijwel iedereen ervan over
tuigd dat de Amerikaanse president Tru
man geen andere keuze had gehad om
het land van de rijzende zon op de
knieën te krijgen.
Toen na de bom op Hirosjima de capitu
latie van Japan nög uitbleef, werd drie
dagen later, op 9 augustus. Nagasaki
door de tweede bom getroffen. De vraag
was, en die is ook dezer dagen opnieuw
gesteld, of dat niet erg prematuur was.
Of Amerika aan de Japanse keizer niet
een tè korte bedenktijd had gegeven.
Maar we bevonden ons aan het begin
van de koude oorlog, en Truman durfde
tegenover Stalin geen risico's meer te
nemen, uit vrees dat deze de Russische
invloedssfeer in het Verre Oosten zou
uitbreiden.
En inderdaad, Japan besloot tot een
onvoorwaardelijke capitulatie en dat
betekende het einde van de Tweede We
reldoorlog.
Het was maar een week na deze ver
schrikkelijke berichten toen ons uit Indo
nesië het nieuws bereikte dat Soekarno
de onafhankelijkheid had uitgeroepen.
De Nederlandse regering had de Indone
sische roep om zelfstandigheid kennelijk
niet zo serieus genomen en daarmee
stonden we voor het voldongen feit.
Maar iedereen was het erover eens: dat
mochten we niet op ons laten zitten,
want op deze manier zou 'ons Indië'
worden uitgeleverd aan het communis
me.
Het zou de hedendaagse politieke com
mentatoren tot eer strekken wanneer ze
eens probeerden zich in de situatie van
toen te verplaatsen, en niet de zaak te be
kijken vanuit onze situatie. Want dat
laatste gebeurt vrijwel dagelijks. Men
maakt de regering van toen het verwijt
dat ze onze militairen naar Indië heeft
gestuurd om daar te doen wat de
Duitsers nog zo kort daarvoor met ons
hadden gedaan. En men doet z'n best om
de Nederlanders in Indië allerlei wreed
heden in de schoenen te schuiven, alsof
de Indonesiërs nog zulke lieverdjes wa
ren...
Bij dat alles wordt totaal uit het oog ver
loren dat 'onze jongens' vrijwel onvoor
bereid op Indië werden losgelaten.
Jongemannen van het platteland, meestal
rond de twintig jaar oud, die in vele ge
vallen nooit verder hadden gekeken dan
de grenzen van hun dorp, werden van het
ene moment op het andere in de rimboe
neergezet om te vechten tegen een vijand
die ze nooit hadden gezien, en tegenover
wie ze moesten zien hun eigen leven te
redden.
Dat daarbij ontsporingen hebben plaats
gehad, wie zal het tegenspreken? In elke
oorlog gebeuren zulke wreedheden.
Maar dan wel van twee kanten!
Het is daarom hoogst-onbillijk, en een
slag in het gezicht van de veteranen, die
nu allemaal de 70 jaar gepasseerd zijn,
om dat alles nog eens breed uit te meten.
Velen van hen hebben het al moeilijk
genoeg met het feit dat Hare Majesteit
juist in deze maand een bezoek aan Indo
nesië brengt.
Waarnemer
P.S. Waarschijnlijk zal inzake de evolu
tieleer als verplichte examenstof -
waarover ik vorige week schreef -
de soep minder heet gegeten wor
den dan opgediend. Het is althans,
zoals later bleek, de vraag of er een
kamermeerderheid voor te vinden
zal zijn.
Het is niet bepaald de juiste tijd om nu
grote schoonmaak te houden, maar we
wijzen u toch graag op de grote rommel
markt die gehouden wordt tijdens de ba
zar in De Samaritaan op vrijdag 29 en
zaterdag 30 september.
De grote rommelmarkt trekt elk jaar dui
zenden bezoekers die kunnen kiezen uit
een zaal vol kleine en grote spullen, van
een bloemenvaasje tot kleurentelevisie,
van kinderspeelgoed tot gereedschap.
Naast de rommelmarkt is er tijdens de
bazar altijd een grote boekenmarkt. Sta
pels boeken, romannetjes, kinderboeken,
studieboeken etc.
Deze rommelmarktspullen en boeken
worden elk jaar gebracht bij De Samari
taan. Ook nu wil de organisatie weer een
oproep doen voor deze spullen. Komt u
in huis nog iets tegen waar u niets mee
doet of 'dat er al zo lang staat' dan kunt
u dit afgeven bij de receptie van het ver
pleeghuis De Samaritaan, Kon. Juliana-
weg 59 in Sommelsdijk.
Zijn de spullen te groot of is er helemaal
geen vervoer, belt u dan (01870) 88200.
Op D.V. zaterdag 26 augustus hervat het
koor zijn tweewekelijkse repetitie-avon-
'den. We vragen alle leden ook het ko
mende seizoen de avonden trouw te be
zoeken.
Tevens maken we van de gelegenheid
gebruik om alle eventuele toekomstige
leden uit te nodigen. Bezoek gerust eens
vrijblijvend één van onze repetitie-avon
den.
We oefenen op zaterdagavond van 5.45
tot 7.45 uur (tweewekelijks) in het ver
enigingsgebouw naast de kerk van de
Geref. Gemeente te Dirksland.
in het doolhof van prijskaartjes
Tel. (01870) 8 34 77
Ingezonden:
(II)
Wat men gelooft, of niet gelooft, dat is
de vraag niet. Het gaat erom, dat ieder
mens, jong en oud, kennis neemt van de
verschillende godsdiensten, wetenschap
pelijke theorieën en filosofieën.
De ellende begint pas, als men denkt, dat
de overtuiging die men zelf heeft, de
enig juiste is. Voorbeelden genoeg in de
Algemene en Nederlandse geschiedenis.
Ik hoef alleen het twaalfjarig bestand in
de tachtigjarige oorlog te noemen. Dat
was iets waar ik me op school maar niet
in kon verplaatsen.
Hebben we een adempauze in een lang
durige ooriog, gaan we ruzie maken, wie
wat moet geloven en waarom!
Laten we dus Joegoslavië er buiten hou
den, want er zijn gedurende de menselij
ke ontwikkeling genoeg oorlogen ge
voerd.
ledere partij met God aan zijn zijde! Na
zisme, kolonialisme, apartheid, inquisitie
enz. enz.
Ik zou zo graag willen, dat iedereen ken
nis neemt van allerlei geestelijke stro
mingen en wetenschappelijke theorieën
en daar voor zichzelf of als groep, de
waarden uithaalt, die overeenkomen met
zijn of haar levensovertuiging. Daar
hoeft men toch niet bang voor te zijn?
Daarom vind ik het van belang dat er op
het schriftelijk examen vragen worden
gesteld.
Iedereen weet nl. wat niet wordt ge
vraagd, wordt niet geleerd!
P.S. Aardse ruimte is beperkt.
Geestelijke ruimte is oneindig.
Nelly van der Maas-v an der Heijden-
Dirksland 'i
Zaterdag 12 augustus jongstleden namen
de Sasruiters uit Dirksland deel aan het
Veronica concours wat in samenwerking
werd georganiseerd met de Landelijke
Rijvereniging Scheldestad uit Vlissin-
gen.
Door onder andere het zeer warme weer,
de harde grond en de vele vliegen, kwa
men veel combinaties niet goed of niet
voldoende uit de verf.
De uitslagen luiden als volgt:
M-dressuur:
Esther Bogerman met Bastion144 pnt.
Liesbeth de Jong met Isha146 pnt.
Z-dressuur:
Tjarda van der Wal
met Handsom178 pnt. (3e prijs)
De volgende wedstrijd is 26 augustus op
het Dirkslandse Sas. Iedereen die een
paard of pony ter beschikking heeft kan
hier aan deelnemen in zowel dressuur als
springen. Tot ziens.
,X>e Heere nu had totAbram gezegd:
„Ga gij uit uw land en uit uw maag
schap en uit uws vaders huis naar
het land, dat Ik u wijzen zal"
(Genesis 12 vers 1)
Abram wie was hij? Waar had hij het aan
verdiend dat de Heere tot hem kwam en
hem riep? Was het omdat hij zo'n goed
mens was? Om op deze vragen het ant
woord te vinden slaan we Gods Woord
open en hier lezen we dat Abram een na
komeling was van Sem, een zoon van
Noach. Na de zondvloed ging de Heere
met Noach en de zijnen verder. Maar wat
bleek, dat ook na de zondvloed de mens
op geen enkele wijze verbeterd was. Het
gedichtsel van 's mensen hart bleef boos
en verkeerd. In plaats dat het nieuwe ge
slacht van Noach na alles wat er gebeurd
was de Heere gehoorzaamde, week het
weer heel snel van de Heere af. Het was
al weer zo ver gekomen dat in het huis
van Terah, Abram's vader, vreemde go
den werden gediend. Jozua zegt hiervan
in zijn afscheidsrede tot Israël: „Alzo
zegt de Heere de God Israels: 'Over gene
zijde der rivier hebben uw vaders van
ouds gewoond, namelijk Terah, de vader
van Abraham en de vader van Nahor en
zij hebben andere goden gediend" (Jozua
24:2).
Als de Heere ook toen niet, zo kort na de
zondvloed, tussenbeide gekomen was,
dan zou de Heere weer door het gehele
menselijke geslacht vergeten zijn ge
weest. Maar daarom haalt Hij er één uit,
met wie Hij grote dingen voor heeft.
Het is Abram. Zijn naam betekent: „Ver
heven vader". En wie zijn verheven
Vader is dat zal later blijken en dan zal
zijn naam veranderd worden in Abra
ham, dat is: vader der menigte. De Heere
riep Abram uit zijn land en uit zijns
vaders huis om te gaan naar een vreemd
land, een land dat God hem wijzen zal.
Met deze man gaat de Heere opnieuw
beginnen. Abram wordt door de Heere
geroepen, opdat hij en zijn nakomelingen
afgezonderd zouden worden van alle
andere volken. Het volk uit Abram
voortgekomen zal de Heere toebehoren.
Dit volk zal Hem dienen en uit dit volk
zal de Messias geboren worden. En als
Hij gekomen zal zijn dan zal Gods heil
weer tot alle volkeren der aarde uitgaan.
Abram woonde in Ur der Chaldeeën.
Daar werden de afgoden gediend, daar
werd met name de maangod Sin aange
beden. Ook Abram zal in zijn jonge jaren
deze afgod gediend hebben. Maar dan
vindt er iets geweldigs plaats. De Heere
roept Abram. Hij gaat tot hem spreken.
Wat een wonder van Gods opzoekende
zondaarsliefde. Abram zoekt de Heere
niet, maar de Heere zoekt hem. Het gaat
allemaal van Hem uit. Niet Abram
begint, nee de Heere begint. Dat is nu het
grote wonder van Gods liefde. Dat Hij
Zich ontfermt over het verlorene, het
weggedrevene.
Abram had verdiend dat God in Zijn
toorn tot hem ging spreken. Maar in
plaats hiervan mag hij horen van Gods
genade, dat Hij Zich laat vinden door
degenen die Hem eerst niet zochten.
Zo is het nog. Wij hebben het niet ver
diend dat de Heere tot ons spreekt. Wij
zijn immers allen van Hem afgeweken.
In zonde ontvangen en geboren. Het
streelt ons niet dit te horen. Ons hart ver
zet zich ertegen. Maar het is nodig om
door de Heilige Geest aan ons zelf ont
dekt te worden, om in die weg te ontdek
ken hoe groot Gods genade in Christus
is.
De roeping van een zondaar ook van
daag, is een machtig wonder van God.
Het zegt ons dat de Heilige God nog met
zulke zondaren als wij zijn, van doen wil
hebben. Waar die roepstem wordt ge
hoord, niet alleen met het oor, maar bo
venal met het hart, daar gaan mensen
hun afgoden verlaten; hun zondige leven
vaarwel zeggen. Zo nam de Heere ook
redenen uit Zichzelf om tot Abram te
spreken. Er lag in Abram niet iets dat
aanspraak maakte op Gods genade. Maar
zo vraagt hier iemand: „Wist Abram Wie
de Heere was?" Ging hij zo maar een
onbekende volgen? Nee dat niet, de
Heere had Zich eerst aan hem bekend
gemaakt: Wie Hij is en Wie Hij voor
Abram wilde zijn. „De God der heerlijk
heid verscheen aan onze vader Abram
nog zijnde in Mesopotanië", zo sprak
Stefanus van Abram's roeping in Hande
lingen 7.
Abram wist dat hij op God aan kon. Hier
wil de Heere ook ons van overtuigen,
door middel van Zijn Geest. Gods
Woord, daar kun je van op aan, daar kun
je staat op maken. Dit is nu het geloof
dat Gods Geest werkt door de verkondi
ging van het Evangelie, dat je je hele
maal gaat verlaten op Gods Woord.
Dat zien we nu zo duidelijk bij de roe
ping van Abram. De Heere had zijn hart
bewerkt, zodat hij gehoor gaf aan Zijn
roepstem. Hebt u Gods roepstem al ge
hoord? Hij roept u op tot geloof en beke
ring, dat doet Hij door middel van de
prediking. Wat is het daarom een voor
recht, dat we Gods Woord zondag aan
zondag mogen horen. Niemand van ons
kan zeggen: „ik heb het niet geweten".
De Heere laat ons nog horen van Zijn ge
nade in Christus. De God der heerlijk
heid verscheen aan Abram. Maar zo ver
schijnt Hij ook nog aan ons. Wij hebben
niet te doen met een zwijgend God, maar
met een roepend God. Als Gods Geest
uw hart hier voor opent, dan horen we de
Heere roepen, net zoals Abram dat hoor
de en dan gebeurt er ook wat, dan zet het
ons in beweging, dan kunnen we het niet
meer vinden op de wegen die we eerst
gingen, de wegen van God af. Dan blijft
er maar één weg over, de weg die de
Heere ons wijst, de weg naar Hem toe.
Gods Geest werkt onweerstandelijk, dat
wil zeggen, die is niet te weerstaan. Dan
wordt de Heere ons te sterk. Hebt u zo de
roepstem des Heeren al eens gehoord in
de prediking van het Evangelie of laat u
zich nog leiden door de roepstemmen
van de wereld? En wat roepen die: „Laat
ons eten, laat ons drinken en laat ons
vrolijk zijn, want morgen sterven wij".
Maar als u zich door deze roepstemmen
zult blijven laten leiden, dan zult u voor
eeuwig omkomen. Daarom, het is een
ernstige levensvraag of u de roepstem
van de Heere al ter harte hebt genomen.
Dat u Hem hoorde spreken van de gena
de die er is in Zijn Zoon Jezus Christus.
Dat u Christus Zelf hoorde spreken: „Er
is alleen redding doorMij, want Mijn
bloed dat Ik gestort heb op Golgotha, dat
reinigt van alle zonde.
We moeten Christus als onze Zaligmaker
ontmoet hebben, wil het straks wel zijn
voor de eeuwigheid. De Heilige Geest
wil u tot Hem leiden.
Daarom hoort Gods stem. Welmenend
nodigt Hij u tot Hem te komen.
Gelukkig de mens die zijn verzet leerde
opgeven. Dan komt er een vluchten tot
die verkondigde en aangeboden Christus.
Hij kan en wil zondaren zalig maken.
Wie in Hem gelooft, die heeft het eeuwi
ge leven en dan zingen zij in God ver
blijd van 's Heeren wegen:
„Hij trok mij uit en bracht m'in
ruimer wegen.
Want Hij had lust aan mij. Zijn knecht,
gekregen"
Sommelsdijk
G. Mulder
Buiten de dijken en de duinen ligt op
Goeree natuurgebied Kwade Hoek. Bij
extra hoog water zoekt het zeewater er
zijn weg. Daarom groeien er veel zout-
minnende planten. Wie een kijkje wil
nemen kan in augustus nog mee met de
wekelijkse excursies. Iedereen is wel
kom. Omdat het terrein heel kwetsbaar
is, is het bezoekersaantal gelimiteerd.
Om zelf op pad te gaan moet je lid zijn
van Vereniging Natuurmonumenten.
Kaartje kopen
Mensen die mee willen met een excursie
moeten van te voren een kaartje kopen
bij VVV Ouddorp. Er zijn nog excursies
op iedere dinsdagavond in augustus
om 19.00 uur.
De excursies worden begeleid door gid
sen van het IVN. Het vertrekpunt is de
parkeerplaats aan de Oostdijkseweg tus
sen Havenhoofd en Ouddorp (aan de
kant van Havenhoofd).
Dynamisch buiten de Deltawerken
De zee heeft veel invloed op het terrein.
Bij extra hoog water lopen grote delen
Zelfstandig ondernemer worden? Maar
dan wel verantwoord!
Voor hen die het voornemen hebben om
een eigen onderneming te beginnen en
dit idee al in een basisplan hebben uitge-
onder water. Op het brede strand kun je
zien hoe zich honderden nieuwe duintjes
vormen. Bij storm veranderen ze vaak
van vorm of worden ze volledig wegge
spoeld door het zeewater. Achter de dui
nen liggen strandvlaktes en prachtig be
groeide duinvalleien. Op een deel van
het terrein grazen koeien. Ze houden de
begroeiing kort, waardoor er hier veel
bijzondere soorten planten kunnen blij
ven voorkomen.
Zoet en zout
Ook de verschillen in 'zoet en zout' in de
bodem zorgen voor een rijke plantenwe
reld. Melkkruid, zeekraal en lamsoor
houden juist van zoute bodems, duinvi
ooltje, geel walstro en nachtsilene heb
ben net zo lief geen zout.
werkt, wordt er een praktijkgerichte cur
sus georganiseerd, waarin een groot aan
tal facetten van het ondernemerschap uit
gebreid worden behandeld. Het eigen
plan neemt tijdens de cursus een centrale
plaats in. De deelnemers gaan hun plan
nen uitbouwen totdat het 'af' is. Daarbij
worden ze natuurlijk begeleid en krijgen
de nodige adviezen aangereikt. Na af
loop van de cursus hebben ze dan een
kompleet plan op papier staan, zodat ge
fundeerd de beslissing genomen kan
worden: voer ik dit plan uit, of zie ik van
dit plan af? Die beslissing moeten de
deelnemers zelf nemen.
De cursus is bestemd voor startende on
dernemers met een omlijnd onderne
mingsplan.
De cursus vindt plaats op 16 en 30 sep
tember, 7, 14 en 28 oktober, 11 novem
ber 1995 van 10.00 tot 16.00 uur in een
hotelaccomodatie in of rondom Dor
drecht en wordt in samenwerking met de
Kamer van Koophandel georganiseerd.
Uiterste inschrijfdatum is 1 september
1995.
Nadere informatie kan worden verkregen
bij de heer J. P. F. C. van den Ameele
van het IMK Zuidwest-Nederland, tele
foon (078) 337249.
De boerin hield de sauspan naar haar op
geheven. En deze zei: „Het is goed!"
Daarna gaf ze het paard de sporen en
reed in draf naar de ruiterstoet.
Je begrijpt Mota, hoe gauw of vrouw Ha
vikhorst de juspan weer op tafel had
staan".
„Zou dat allemaal wel waar zijn, oom
Arnold?"
„Als dit het ergste maar geweest was, zouden de
geschiedboeken niet zo vol met nare dingen staan.
Toen de verhoudingen anders werden, was er van
de eigenaars veel goeds te beleven. Hoeveel dor
pen floreerden niet door de mildheid en de organi
satie van de landheer?"
„Maar dit was toch wel een beetje gortig, is het
niet?"
„Ja, wat dacht je! Maar die juffrouw zal wel een
'pekel' geweest zijn. Dit was zeker een uitzonde
ring".
Arnold rende het bouwval af en liep met Mota
langs de bosrand verder.
„Weet je zo ongeveer waar we zijn?"
„Ja oom Arnold, wij lopen er zo heen".
Toen ze een eindje verder gewandeld waren, kwa
men ze bij een hoge houtwal.
„Nu schieten we op.
„Ja", lachte Arnold, „ik zie hem!"
Ze kwamen bij een enorme mierenhoop. Duizen
den mieren waren in koortstempo aan het werk.
„Mag ik de schotel even vasthouden?" vroeg oom
Arnold. Hij lachte. Nu zou het gebeuren. Hij liep
ermee naar de mierenhoop en schepte pardoes de
kop eraf.
„Ik zie ze al", roept Mota. „Wat een grote zijn
het!"
In het midden van de wriemelende massa lagen de
eieren voor het opscheppen. Arnold schepte diep
in de hoop, honderden miereneieren kwamen er
mee. Maar vanzelf ook veel mieren. En die moch
ten wel thuis blijven.
Hij zette de schotel enkele passen van de mieren
hoop vandaan en tikte met zijn mes tegen de rand.
Telkens vielen de mieren naar beneden. Toen er
bijna geen mier meer bij de eieren te bekennen
was, haalde Arnold een blauwe zakdoek uit zijn
kiel.
„Hier", zegt hij, „spreid hem even uit op de
grond".
Mota doet het. Dan kiept oom Arnold de blikken
schaal boven de zakdoek om.
„Zo daar heb je al een aardige portie".
„Ja oom, dat is zo. Maar er zitten mij nog te veel
mieren bij".
„Laat maar even liggen. Ze lopen wel weg. Dan
gaan we nu nog wat anders proberen".
Oom Arnold liep met de schaal weer naar de mie
renhoop. Onderwijl vatte hij een dood stukje hout
van de grond, legde daar de schaal ondersteboven
op en zei: „Deze vangst komt morgen pas".
„Wat gaat er dan gebeuren, oom Arnold?"
„Onder die schaal brengen de mieren de rest van
de eieren. Die kun je dan morgen meteen opschep
pen".
„Dat is handig".
„Zeker, dat is het!"
Arnold loopt naar de zakdoek, haalt de vier uitein
den bij elkaar en zegt: „Voor jullie de eieren weer
wegsleept, neem ik ze mee. Ga je mee naar je
moeder, Mota?"
„Ja, ik ga mee. Sjonge, wat zijn die mieren bedrij
vig!"
„Zeker, daar kunnen een heleboel mensen van
leren".
„Vooral zij, die een beetje lui zijn", lachte Mota.
Als ze wat voortgewandeld zijn, zegt Arnold: „Je
moeder zal wel denken: waar blijven de heren?
Nu, we staan er aan te komen".
Zo nu en dan kriebelt er wat aan zijn pols. Dan is
er een mier bezig, toch maar een goed heenkomen
te zoeken. „Ga weg, rooie", bromt Arnold dan en
geeft hem een tik met de vinger.
Onderwijl zijn zijn gedachten bij Klaartje, de moe
der van Mota, de weduwe van zijn gestorven neef
Andries.
Hij heeft haar glimlach gezien. Ze is anders ge
worden. Het donkere floers boven haar ogen is
weggetrokken. Zal ze nu voortaan voor hem gaan
leven? Hij herinnert zich als de dag van gisteren,
dat hij en Andries vrienden waren; gezworen ka
meraden. Maar toen kwam Klaartje in het leven
van Andries en meteen was het gedaan met hun
vriendschap. Dat was wel een bittere pil voor hem
geweest en toch eigenlijk ook niet nodig. Maar het
was zo en naar zijn gevoel was hij zijn vriend toen
kwijtgeraakt.
„Jouw vader was een neef van mij, dat weet je, hè
Mota?"
„Ja oom, dat weet ik".
„Maar hij was ook zijn vriend. We waren altijd
samen. Totdat jouw moeder in zijn leven kwam.
Toen was het net of ik niet meer voor hem be
stond".
„Dat is raar!"
„Als ik toen ook maar een meisje gehad had, dan
zou ik het niet zo gevoeld hebben. Maar nu bleef
ik zonder vriend achter en dus alleen".
„Ik kan dat begrijpen oom. Hoe oud was je toen?"
„Ik was toen twee-en-twintig jaar".
„En waaromzag je toen ook niet naar een meisje
om? Dan was je toch niet meer alleen geweest".
„Dat kan ik je gauw vertellen, Mota. Er was er
geen, die mijn weg kruiste".
„Nu ook nog niet.
Oom Arnold stond stil. Hij begreep Mota en een
lichte glimlach speelde om zijn mond.
„Jou snaak, die je bent! Heb je iets aan je moeder
gemerkt?"
„O ja, allang!"
„Hoe zo?"
„Moeder had voorheen altijd een stil verdriet en de
meeste avonden gingen wij naar de zee, om aan
vader te denken. Maar al een hele tijd is dat veran
derd. Ze praat ook vaak over jou en dat deed ze
vroeger nooit".
„Dan gaat vanavond de kogel door de kerk".
„Hoe bedoel je dat, oom?"
„Ik wil weten of je moeder van mij houdt. Want ik"*
heb ook veel over haar gedacht. Dat is dan zo. Dat
gaat zo, als je om de twintig bent en ook als je om
de dertig bent.
„Hoe oud ben je dan nu, als ik vragen mag, oom
Arnold?"
„Al vijf-en-dertig!"
„Al vijf-en-dertig, oom!"
„Maar hoe zou jij het vinden als ik met je moeder
trouwde?"
„Eerst had ik het er niet op begrepen, maar sinds
ik weet dat moeder aan jou denkt, heb ik er niets
op tegen. Dat begrijp je wel. Ik zou het zelfs fijn
vinden. Al wat moeder graag wil, wil ik ook".
Oom Arnold zei een poosje niets. Hij was blij, dat
de jongen alles zo gewoon en vriendelijk opvatte.
„Mota, het is niet goed wanneer een mens altijd
verdriet heeft. We mogen de doden wel herden
ken, maar ons daarna tot de levenden richten. Ik
hield heel veel van mijn oude moeder, maar toen
de Heere haar oproep om voor Hem te verschij
nen, hebben wij het dode omhulsel waarin zij ge
leefd had, begraven.
(wordt vervolgd)
INVM,