EIIAI1DEI1-I1IEIJW5 i-Shtrts ^mimü 20 tot 25% korting Historie Sommelsdijicse Kericgraclit rw-t rif mmüekkdake^ Zomerzangdienst te Goedereede Bloementeler bewaart warmte in opslagtank Een feest of receptie in het "Fort'! Véél leul<er. Niet duurder. 'FORT PRINS FREDERIK'- VAN St. VICTOR G HET ^KIJkVENSTER Publikatie Stichting Kerkgracht Sommelsdijk: VERVOLGVERHAAL 2e Blad VRIJDAG 14 JULI 1995 No. 6417 toen na een paar uurtjes maar afgeblazen. Dat probleem is dus opgelost, maar niet dat van de tippelzone, dat Amsterdam nu al zo lang bezig houdt. Het gaat om een honderdtal heroïnehoertjes, die het vak uitoefenen om aan geld voor drugs te komen. Meisjes die in veel gevallen besmet zijn met het aidsvirus en dus een gevaar opleveren voor de volksgezond heid. Zij moeten een gebied hebben waar ze hun klanten kunnen vinden en een zogenaamde "afwerkplek". De gemeente Amsterdam heeft nu al diverse buurten aangewezen als tippelzo ne, maar telkens stuitte dat op protest van de omwonenden. Geen wonder, je zal kinderen hebben en dat bedrijf voor je deur zien uitoefenen. Of 's morgens vroeg de condooms en de spuiten op het trottoir of in het portiek vinden. Het is zoals ik een Amsterdammer treffend hoorde zeggen: "Iedereen is ervan over tuigd dat er een tippelzone moet komen, waar dan ook. Het mag alleen niet in mijn straat zijn". Overigens is het de grote vraag of die tippelzone er moet komen. En het is zeker de vraag of het de taak van de overheid is, die zone aan te wijzen. Men kan daar uiteraard tegen inbrengen dat het kwaad nu eenmaal onuitroeibaar is, en dat de overheid daarom beter regule rend kan optreden, in het belang van de burgers. Maar is de overheid niet geroe pen te waken over de goede zeden? Is het de taak van de gemeente Amsterdam - in dit geval - om op te treden als bor deelhoudster? Daar komt nog bij dat we in het geval van de heroïnehoeren te maken hebben met zieken, die medische hulp nodig hebben. Zou het niet beter zijn, ook met het oog op de volksgezondheid, dat deze meisjes van de straat werden gehaald en dat de gezondheidszorg wat extra geld voor hen uitü-ok? Waarnemer Blik op kerk -^ en samenleving ij - Mannelijke prostituees - De tippelzone Zou het nu nog gekker kunnen? denk je dan weleens.... Afgelopen weekend was in Amsterdam een experiment op touw gezet in de rosse buurt. Voor de verande ring zouden nu eeris mannelijke prosti tuees achter de horretjes zitten om vrou welijke klandizie uit te lokken. Kijk, dat er in de grote steden - en niet alleen daar - bepaalde buurten zijn, waar de liefde - nou ja, liefde! - voor geld te koop is, dat is niet van vandaag of giste ren. Hoeren gaan er prat op dat ze "het oudste beroep ter wereld" uitoefenen. Vroeger deed iedereen daar een beetje geheimzinnig over, maar in onze tijd, waarin vrijwel alle taboes overboord worden gezet, wordt daar heel openhar tig over gesproken en geschreven. De vrouwtjes van plezier hebben zich zelfs georganiseerd in een vakbond met de bij belse naam "het scharlaken koord". Maar goed, in Amsterdam moesten dan de rollen maar eens omgekeerd worden. Een stukje emancipatie, denk ik. Alleen, het experiment is, zo las ik maandagmor gen al in de krant, volledig mislukt. Bekijks hadden ze genoeg, de mannen, maar klandizie, nee. Alleen van enkele vrouwelijke collega's, die weleens wil den zien of de jongens het werk "vak kundig" uitoefenden. Ze hebben de proef leuke van een zeer bekende j ti merkeft met mooie prints, Vi^ Donderdag 20 juli is er in de Herv. Kerk te Goedereede een zomerzangdienst, aanvang 19.30 uur. Medewerking verlenen: J. Hollaar, orgel; C. v. d. Velde, panfluit; S. van Broekhoven, trompet. Er zal een korte meditatie gehouden worden door ds. Emaus uit IJzendoom. U bent allen van harte welkom. N. A. VAN KEMPEN makelaar o.z., beëdigd taxateur VOOR AL UW TAXATIES Rozenteler Johan Meeuwisse uit Zevenhuizen beschikt over een op slagtank waarin hij warmte kan bewaren. Meeuwisse is niet de enige. Steeds meer snijbloemente- lers zien in de toepassing ervan grote voordelen. Warmte-opslag- tanks zijn niet alleen voordelig voor het energieverbruik maar leveren ook een besparing op voor het milieu. Als Meeuwisse zijn rozen optimaal wil opkweken dan heeft hij minimaal twee ingrediënten nodig. Hij heeft overdag kooldioxide (CO2) nodig voor de groei van de rozen en 's nachts heeft hij warm te nodig en juist geen CO2. Volgens de oude methode moest Meeu wisse zowel overdag als 's nachts de ver warmingsketel laten draaien. Zo'n ketel produceert behalve warmte ook CO2. Kooldioxide is een bijprodukt dat vrij komt bij het verbrandingsproces in de ketel. Door de installatie van een warm- te-opslagtank hoeft hij alleen nog maar overdag zijn verwarmingsketel te laten draaien voor de broodnodige CO2. Alle warmte die hij niet gebruikt, slaat hij op in de warmte-opslagtank die gevuld is met duizenden liters water. Deze warm- tebuffer wordt 's nachts gebruikt om de kas te verwarmen. Lager energieverbruik Meeuwisse vangt dus voor de warmte- opslagtank twee vliegen in één klap. Op deze manier heeft hij minder energie nodig. Tevens is het een voordeel dat hij 's nachts zijn ketel niet meer hoeft te ge bruiken en dat houdt automatisch in dat er 's nachts ook geen CO2 meer in de lucht terecht komt. Kooldioxide zorgt ervoor dat de kwali teit van alle bloemengewassen omhoog gaat. Hoewel het effekt bij de verschil lende bloemsoorten variabel is. Vooral rozentelers maken veelvuldig gebruik van CO2. Doordat steeds meer telers van bloemen en kamerplanten kiezen voor het geven van kooldioxide, neemt ook de toepassing van warmte-opslagtanks toe. Afhankelijk van de bloemensoort en de bedrijfsituatie kan de besparing van het energieverbruik oplopen tot tien procent. (7) In 1887 kwam men dus tot de kon- klusie dat waterverversing door het water uit de haven niet moge lijk was, daar men met een hoogte verschil van 30 cm. bleef zitten. De plaatselijke huisarts Dr. Teunis Breesnee had een op zich simpele oplossing om dit euvel op te lossen. Alvorens we lezen wat zijn visie was, wil ik eerst nog even iets ver melden over Dr. Breesnee. Dr. T. Breesnee Laatstgenoemde werd op 3 juni 1845 ge boren te Nieuwe Tonge. Hij studeerde aanvankelijk wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Hij slaagde op 2 oktober 1865 voor het candidaats- examen ('met hoogste lof') en op 7 okto ber 1867 voor het doctoraalsexamen wis- en natuurkunde. Op 6 maart 1868 slaag de hij voor de onderwijsbevoegdheid zoölogie en kreeg op 14 maart 1868 de verklaring dat hij botanie, geologie en mineralogie met vrucht had bestudeerd. In oktober 1868 legde hij 'magna cum laude' het kandidaatsexamen medicijnen af en verkreeg op 24 september 1870 de akte van bevoegdheid als arts. Promo veerde 'magna cum laude' op 6 decem ber 1970 op dissertatie: 'Bijdrage tot de kennis der Hydromeningocele'. Hij was van 1872-1897 huisarts te Sommelsdijk toen hij zijn praktijk overdeed aan dr. Simon Knöps. Dr. Breesnee vertrok naar Den Haag, alwaar hij op 30 oktober 1928 overleed. Plan Dr. Breesnee In een brief van 11 augustus 1888 ont vouwde dr. Breesnee zijn plan ten aan zien van de verversing van het water in de kerkgracht: Bij het onderzoek van het in het vorige jaar ingediende plan, is door waterpassen gebleken, dat de waterspiegel van de kerkgracht ±30 cm hooger ligt dan de waterspiegel in de Kaai bij g,ewoon hoog water. Hieruit scheen dus de onmogelijkheid te blijken, om door middel van een riool de kerk gracht van uit de Kaai geregeld van versch water te voorzien. Dit is ook vol komen juist als men als bepaalde eisch stelt, dat de waterspiegel in de kerk gracht op dezelfde hoogte moet blijven, zooals die thans daarin bestaat. Zeer goed is evenwel het plan uitvoerbaar in geval men de waterspiegel in de kerk gracht 30 cm lager laat worden. Alsdan kan men lederen dag, of zoo dikwijl als men dat wil, door hetzelfde riool bij ebbe het water uit de kerkgracht in de Kaai doen stroomen, en bij den daaropvolgen- den vloed, de kerkgracht weder vanuit de Kaai van versch water voorzien. Tegen dit lager doen worden van den waterspie gel in de kerkgracht bestaat geen enkel bezwaar. Het eenige bezwaar, dat er tegen zou kunnen bestaan, zoude zijn, indien de gemetselde kerkgrachtmuren langs de Ring niet diep genoeg in den vasten bodem waren gemetseld. Bij on derzoek is gebleken, dat die kerkgracht muren echter zeer diep in den bodem zijn geplaatst. Eveneens bleek bij onder zoek, dat de tegenwoordige diepte van de kerkgracht vanaf den waterspiegel tot aan den vasten bodem een meter 30 cm bedraagt. De laag modder die zich op den vaste bodem bevindt is op verschil lende plaatsen zeer ongelijk. Werd nu dit plan uitgevoerd, en dan tevens de mod der uit de kerkgracht verwijderd, dan zoude men eene minstens even groote watermassa in de kerkgracht houden. Het verschil zoude daarin bestaan, dat men, in plaats van vuil stinkend water, helder en frisch water had. Ter verduidelijking is hierbij eene een voudige schets gevoegd, waaruit terstond de juistheid van het voorgestelde plan zal blijken. De wijdte van het riool is op 30 cm genomen; daar deze wijdte waar schijnlijk voldoende mag gerekend wor den, om de noodige hoeveelheid water in den bepaalden tijd door te laten. Het plaatsen van het rioool op slechts 10 cm boven den vasten bodem der kerkgracht zal maken, dat de zich vormende dunne modder geregeld door het riool in de Kaai wordt gevoerd, zoodat de kerk gracht, eens van modder bevrijd zijnde* steeds schoon zal blijven. Het is duide lijk, dat aan beide einden van het riool een rooster en een val moet worden gemaakt. De roosters dienen om te ver hinderen dat er stroo, houtjes of andere voorwerpen in het riool komen, die het zouden kunnen verstoppen. De vallen moeten dienen om het loopen van het water van de kerkgracht naar de Kaai of omgekeerd te regelen. Ofschoon adres sant meen dat hiermede zijn plan vol doende is toegelicht is hij gaarne bereid mondeling nadere inlichtingen te geven In de raadsvergadering van 14 augustus 1888 zegt de voorzitter dat dit ver zoek ook in de vergadering van burge meester en wethouders is behandeld en rijpelijk besproken, dat ook dat collegie overtuigd is, dat ter voorkoming van de ondragelijke stank die de kerkgracht geeft middelen in het werk dienen te worden gesteld en wel allereerst het totaal zuiveren van modder en het niet meer toestaan van het wateren van hout daarin door de wagenmakers; dat zij ech ter nog niet overtuigd zijn en de gemeen te-architect evenmin, dat het voorgestel de rioleren naar de Kaai afdoende zoude zijn wat de stank betreft en ook dat de werking zoo gunstig zouden zijn als adressant voorsteld; dat men toch alvo rens dergelijk werk te ondernemen zeker dient te zijn van den goeden uitslag; dat de voorzitter mede tot wegneming der stank willende medewerken, zijn ge dachten heeft laten gaan en zich de vraag heeft gesteld waarvoor dient de kerk gracht, waarop het antwoord gemakke- Als u uitgekeken bent op de geijkte locatie voor uw feest of receptie, moet u eens aan Fort Prins Frederik denken! Stel u voor: uw feest onder de prachtige gewelven van het eeuwenoude fort. Culinair kunt u alle kanten uit: barbecue, diner, koud buffet, koffiemaaltijd of wat u maar wilt. En weet u wat nou zo leuk is: u betaalt geen cent méér voor 20'n unieke locatie! rekreatlecentrum lijk is te geven, dit namelijk om het ach tergedeelte van het dorp bij eventueelen brand met water te kunnen helpen, en dientengevolge bij hem het denkbeeld is gerezen of door het slaan van twee nor- tonpompen daarin niet zou kunnen wor den voorzien en zoo ja alsdan de kerk gracht te dempen, om het kerkhof een hek te plaatsen en op de gedempte kerk gracht plantsoen te planten, waardoor men van de ondraaglijke stank ware be vrijd en de Ring door het plantsoen zou de worden verfraaid. Dat hij echter uit een finantieel oogpunt dit idee heeft moeten laten varen, aange zien hem de verzekering is gegeven dat dit nog veel meer zou kosten dan het plan door adressant aangegeven; dat dit plan, door met de wethouders te bespre ken aanleiding is geweest tot het idee in dat collegie, of het niet mogelijk zoude zijn door het slaan van twee nortonpom- pen, de kerkgracht van zuiver water te voorzien, nadat hij zal zijn schoonge maakt en dan ook zuiver te houden; dat dit plan natuurlijk minder zal kosten en ook gemakkelijker te beproeven is, meende de voorzitter dit alvorens dit ver zoek te bespreken in het midden te moe ten brengen en thans gaarne het onder- werpelijke verzoek besproken zag. Uit deze bespreking blijkt, dat enkele leden het bezwaar deelen, dat men niet verze kerd is wanneer als overeenkomstig het plan van Dr. Breesnee gedoleerd werd, dit goed zoude werken en de waterstand in de kerkgracht op het verlangde peil zoude kunnen worden gebracht, alsmede of de stankbij het spuijen nog niet erger en na-deeliger zoude zijn, alsmede dat de riolen nu zooveel dieper dienen te wor den gelegd, dat vooral op de Kaai nogal bezwaar zoude opleveren, waarom men ook met het oog op de finiantiën liever tot goedkooper en minder risico's onder hevige middelen wenschte over te gaan overtuigd dat in dezen toch naar verbete ring dient te worden gestreefd en daarom meer het gevoelen van het dagelijksch bestuur is toegedaan, allereerst door min der kostbare middelen de kerkgracht te zien te verbeteren, wordende daarom met eenparige stemmen het dagelijksch be stuur gemachtigd met deskundigen in onderhandeling te treden omtrent het slaan van een of twee nortonpompen om dan later na de betrekkelijk ingewonnen berichten met een vast plan en opgaaf van kosten ter tafel te komen ten einde hierop te beslissen (wordt vervolgd). Jan Both, secretaris St. Kerkgracht Ben verhaal uit het iBvert van Calvijn j door R de Zemm JOzn. -14- „Och een koopman komt overal en hoort altijd wat. Ik kom ook aan het paleis met m'n mars. De hertogin is natuurlijk geen klant van me, maar de bedienden zijn het wel en één hunner is ook Gereformeerd, 't Is een vriend van me en hij heeft me in vertrouwen een en ander verteld". „Maar men gewone mensen daar niet ko men, Antoine? Ik bedoel nu mensen zoals wij, wij zijn toch ook Gerefor meerd". „Weineen, dat gaat niet. Je begrijpt, dat het geheim dan spoedig uitgelekt zou zijn, maar als je er nu eens graag één keertje bij wilde zijn, misschien is het wel mogelijk. Je kunt het proberen. Weet je wat, Jean? Schrijf een brief aan meneer d'Espeville en dan zal ik die gaan be zorgen". Het denkbeeld lachte den wijnboer buitengewoon toe. Hier in Ferrara had hij nog geen enkele gods dienstoefening kunnen bijwonen. Hij las met z'n gezin geregeld de Bijbel en heel zacht zongen ze ook wel eens een psalm, maar verder kwam het niet. En nu een samenkomst bijwonen, waar Cal- vijn sprak, 't Leek de man haast te mooi. Maar toch zou hij het proberen. En met bevende hand schreef hij aan meneer Cal- vijn een uitvoerige brief. Hij vertelde daarin alles haarfijn: van zijn vlucht naar Italië, om de vervol ging te ontgaan, van Antoine, die trouwe jongen, die eens met Calvijn naar Bazel was gereisd en hem met z'n geld had voortgeholpen, toen Lex alles had gestolen, en eindelijk kwam hij met z'n verzoek voor de dag. Hij eindigde met vele harte lijke groeten van zichzelf en z'n vrouw. Met een hoopvol hart zag hij Antoine vertrekken met de brief. „Daar komt niets van terecht, vrouw", zei hij al, als om zich op een teleurstelling voor te bereiden. Maar er kwam wel wat van terecht. Antoine deed z'n boodschap goed en eerder dan Jean verwacht had, was de marskramer terug. Uit zijn hoed haalde hij een klein briefje, waarop in het Frans enkele woorden geschreven waren. De ondertekening luidde: Charles d'Espeville. „'t Is zo klein geschreven", zei Jean, „ik kan het bijna niet lezen". Hij stond op en liep naar het raam. „Ah, nu gaat het beter, wacht eens, nu be grijp ik het: Beste vriend Cavier, ik verwacht u donderdagavond om acht uur aan het paleis. An toine weet wel welke deur ge hebben moet". „Nu vrouw, wat zeg je er van?" „Wie had nu kunnen denken", zei Madeleine, „dat we hier in het vreemde land meneer Calvijn nog zouden zien en spreken?" Nog lang zaten de mensen bij elkaar en spraken over alles en nog wat. Antoine moest vertellen over Lex, de nieuwbakken wijnboer, en over Ba zel, maar telkens kwamen de gesprekken toch weer terecht op Calvijn en op wat de wijnboer en z'n vrouw te wachten stond. Op de aangegeven tijd klopten ze aan de deur, die Antoine hun gewezen had. 't Was al donker, en dat was maar goed ook; als 't licht was geweest, had het mogelijk argwaan kun nen wekken, dat twee zulke eenvoudige mensen aan het paleis kwamen. Een bediende deed open en vroeg of daar Jean Ca vier en z'n vrouw waren. Toen ging hij hun voor door gangen en zalen, om eindelijk aan te kloppen aan een kleine binnenkamer. Op een toestemmend antwoord, waarin ze de stem van Calvijn meenden te herkennen, traden ze bin nen, en ja, daar zat de jeugdige hervormer. Met de hand vooruit liep hij op hen toe en vroeg hoe het ging. Maar de vrolijke wijnboer, die anders altijd zoveel praatjes had, kon nu geen woord zeggen. De aan doening overmeesterde hem en hij zei alleen maar, wat zijn vrouw had gezegd, toen Antoine het nieuws vertelde: Wie had dat kunnen denken? Cal vijn vroeg overal naar en Jean, die langzamerhand op z'n gemak begon te komen, vertelde alles. Ook van de kommervolle omstandigheden, waarin ze verkeerden. „Misschien kan ik je helpen", zei Calvijn. „Voor jou en Pierre is er misschien werk genoeg in de prachtige tuinen van de Hertogin, ik zal er haar over spreken". Eer ze het wisten, hadden ze een paar uur met Cal vijn zitten praten. Tot een samenkomst kon hij hen niet uitnodigen, dat zou te gevaarlijk zijn. Maar in elk geval hadden ze nu elkaar toch nog eens ge zien en dat was een hele verkwikking. De wijnboer en z'n vrouw konden die nacht geen oog dicht doen. Zo vol waren ze over hun ontmoe ting met Calvijn. Ze lagen op bed nog telkens de gesprekken te herhalen, die de Hervormer met hen had gevoerd en ze dankten God voor de onver wachte zegen, die Hij hen had geschonken. Tegen de morgen viel Jean eindelijk in slaap, maar toen duurde de pret kort, want al gauw beduidde z'n vrouw hem, dat het tijd was om op te staan. „Kijk nou", zei Jean spijtig, „nu was ik net onder- zeil en nu moet ik er uit. Dat is een kort nachtje geweest, maar allo, dat heb ik graag voor meneer Calvijn over". HOOFDSTUK 11 Het gevaar ontsnapt 'alvijn had woord gehouden. Hij was bij de Hertogin de voorspraak geweest van de Franse wijnboer en werkelijk waren Jean en Pierre kort daarop in de tuinen van hertogelijk paleis te werk gesteld. Dat was een vreugde ge weest in de kleine woning buiten de poort. Men had de Heere gedankt voor de ongedachte uit komst, waardoor men nu geen zorgen meer kende voor het dagelijks brood. Zo verliepen er verscheidene maanden. Van Calvijn zagen of hoorden de Caviers niets meer: 't kwam wel uit zoals Antoine gezegd had, dat de Hervormer zich steeds schuil hield. Antoine was natuurlijk allang weer op pad. „Ik moet de wereld maar weer door zwerven", had hij gezegd. „Als men overal komt, hoort en ziet men veel en je begrijpt, dat ik af en toe eens in St. Victor aanwip, want ik moet een oogje houden op m'n vriend Lex". 't Was zeker al maanden geleden, dat hij uit Fer rara vertrokken was, toen hij op een avond onver wacht de deur kwam binnenstappen. De hele fa milie Cavier was juist bezig het avondbrood te ge bruiken. „Schuif bij en eet mee, man", zei Jean hartelijk. „Graag, want ik heb honger. Wil je wel geloven, dat een marskramer altijd honger heeft?" Zo babbelde Antoine voort, 't was nog dezelfde vrolijke gezellige kerel en al de huisgenoten zaten dan ook met genoegen naar hem te luisteren. „Zit Lex nog in m'n huis?" vroeg Jean opeens. „Hebt u óók een huis in St. Victor?" vroeg An toine met een quasi ernstig gezicht. „Hé, dat wist ik niet". „Nu dan zal het anders vragen: woont Lex nog in uw huis, meneer Antoine? Is 't nu goed?" „Nu is het tenminste overeenkomstig de waarheid; maar zeg, Jean, heb je de laatste maanden nog van Calvijn gehoord?" Niets, helemaal niets. Nu zou je toch zeggen. Pierre en ik werken alle dagen in de tuinen van het paleis, maar nog nooit hebben we een tipje van hem gemerkt". „Weet je dat de Hertog thuis gekomen is?" vroeg Antoine plotseling. (wordt vervolgd) BENEDEN ZANDPAD 3 MIDDELHARNIS (01870) 89065 GEERLAAN RIDDERKERK (01804)30574 Postbus 7, 3248 ZG Melissant Tel. (01877) 2614 Fax 3904 Tel. 01873-162B. Fax 01873-2477 GEEN ZAALHÜÜR Havendijk 16, Postbus 32,32S7 ZG Ooltgensplaat Dr. T. Breesnee (1845-1928)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1995 | | pagina 5