Openbare ambten te Stad Wetjes en Weetjes EPILOOG EPILOOG De Gooye derde op eerste lustrum Lansinghbokaal Dagboek van een Stellendamse Indië-ganger Dagboek van een Stellendamse Indië-ganger Biz. 2 EILANDEN-NIEUWS VRIJDAG 17 FEBRUARI 1995 'Wetjes en weetjes' is een rubriek waarin aandacht wordt besteed aan wetge ving, fiscaliteiten, sociale vraagstukken, arbeidsproblemen e.d. Problemen, vra gen, onderwerpen kunnen worden aangedragen door de lezers aan de redaktie. In het kort zullen deze onderwerpen worden besproken. A angiftebiljetten Velen zijn één dezer dagen weer 'verblijd' met de bekende blauwe envelop. Een abonnement dat de meesten wellicht zouden wensen op te zeggen: 'Aangiftebiljet 1995'. Een belangrijk deel van de Nederlanders vult het biljet zelf in: één of meerdere avonden zwoegen en zweten staat hen te wachten. Anderen laten hun aangifte verzorgen door een belastingconsulent of accountant. Soorten aangiftebiljetten Aangezien niet iedereen dezelfde vragen behoeft te beantwoorden, heeft de belastingdienst een (groot) aantal aangiftebiljetten ontworpen. P-biljet aangifte door partikulieren voor de inkomstenbelasting/premie heffing volksverzekeringen E-biljet verkorte aangifte door partikulieren voor de inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen O-biljet aangifte door ondernemers voor de inkomstenbelasting/premie heffing volksverzekeringen B-biljet aangifte door partikulieren voor de inkomstenbelasting/premie heffing volksverzekeringen én vermogensbelasting U-biljet aangifte door ondernemers inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen én vermogensbelasting T(J)-biljct aangifte door hen (J: voor jongeren t/m 27 jaar) die over 1994 teruggaaf van loonbelasting/premieheffing volksverzekering ver wachten C/D-biljet aangiften voor de inkomstenbelasting en eventueel vermogensbe lasting door buitenlandse belastingplichtigen F-biljet aangifte inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen vanaf 1 januari 1995 tot het tijdstip van overlijden of emigratie Q-biljet met behulp van een computer vervaardigd aangiftebiljet Voorwaar een grote keus. Het is echter een geruststelling dat u slechts één biljet behoeft in te vullen. Is een te beknopt biljet uitgereikt (E), of komt men voor de eerste keer in aanmerking voor vermogensbelasting, dan is men verplicht de belastingdienst te vragen om vervanging door een ander biljet. Termijnen Zoals op het aangiftebiljet is aangegeven, dient men zorg te dragen dat dit inge vuld en ondertekend uiterlijk op 31 maart 1995 bij de Belastingdienst 'binnen' is. Door een (bij de meeste aangiftebiljetten bijgesloten) VA-biljet in te vullen en te zorgen dat dit voor 31 maart 1995 bij de Belastingdienst 'binnen' is, is uitstel voor indiening van de eigenlijke aangifte mogelijk tot 1 juli 1995. Indien de aangifte wordt verzorgd door een belastingconsulent of accountant zal de aan gifte in de zogenaamde uitstelregeling worden meegenomen; uitstel is dan mogelijk tot uiterlijk 31 december 1995 of 1 maart 1996. Teruggaafdrempel Voor 1994 is de teruggaafdrempel voor iedereen verlaagd tot 150,-. U komt dus gemakkerlijk dan voorheen in aanmerking voor teruggaaf van teveel betaal de belasting en premie. Heeft u geen aangiftebiljet ontvangen en verwacht u teruggaaf, aarzel dan niet om een T- of TJ-biljct aan te vragen. Informatie U kunt op diverse manieren informatie verkrijgen betreffende het (invullen van het) biljet. Speciaal in de periode van 15 januari tot 1 april 1995 kunt u 24 uur per dag gebruik maken van de informatiediensten van de Belastingdienst. Op teletekst (pagina 510) vindt men dagelijks de antwoorden op de meest gestelde vragen aan de Belasting Telefoon. Via een pc met modem kan men informatie vinden in de videotex-dienst van de Belastingdienst (Videotex-nct 06-7400; Digitale Stad 020-6225222). Via de Belasting Telefoon (06-0543) kunt u meer algemene vragen aan de Belastingdienst stellen. De Belasting Telefoon is bereikbaar tussen 08.00 en 17.(X) uur. Uiteraard kan men ook met vragen terecht bij de accountant of de belastingcon sulent. Wij wensen u veel succes bij het invullen. De rubriek 'Wetjes en Weetjes' komt tot stand in samenwerking met Visser Visser Registeraccountants te Barcndrecht en (binnenkort) Middelharnis. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud, aanvaardt de redaktie geen enkele aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor de gevolgen daarvan. In het midden van de achttiende eeuw waren er binnen een dorp verschillende openbare ambten, die wij tegenwoordig niet meer kennen, zoals o.a.: de nachtwaker, diender, tonder, schutter, kerk- deurwachter, omroeper, baken- meester en asrijder. Hoe was het een en ander ten aanzien van deze lieden in Stad aan 't Haringvliet geregeld? De nachtwaker, klokluider en diender De nachtwaker ging in de winter - van 1 oktober tot 1 april - alle nachten met de klap de wacht houden van 21.00 tot 4.00 uur en 's zomers - van 1 april tot 1 okto ber - 's avonds van 22.00 uur tot 's morgens 3.00 uur, ieder uur het gehele dorp door en om, roepende en klappende wat uur de klok geslagen had ende dat ten minsten vier reijzen in de Voorstraat, tweemaal in de Nieuwstraat, vijfmaal op de Molendijk, op den dijk van de schutskooij aff tot bij den asbak tweemaal, en aan het hek 't eijnden de meestooff eens, welk klappen en roepen zal men geschieden op ider eijnde van een straat eens, en dan tussen beijde te verdeelen, in omrent even verre distantie, ende na 12 uuren des nagts omgaande, zal hij ten dienste der ingezetenen, op ider uur moeten naklappen, zoo veel sla gen als hij geroepen heeft. Zal ook ider uur moeten gaan, op den Westdijk tot buijten de misput van Arent Buijtendijk, om laag op de Kaaij tot den uijttersten hoek van de ronduijt, op den Oostdijk tot aan het hekken 't eijnden de meestooff, en op den Molendijk tot 't eijnden de schuur en misput van Johannis Nijp- jes...". Hij moest goed letten of er nergens brandgevaar dreigde, want brand kon destijds desastreuze gevolgen hebben voor het dorp. Hij moest aldus goed kij ken in sloppen, asbakken, mispulten en achter de huizen. Maar niet alleen in het dorp hield hij een oogje in het zeil, neen, ook de boerderijen in de Oude en de Nieuwe Stad, en na de naburige dorpen hadden zijn aandacht. Mocht hij ergens enig vuur ontdekken, wat hij zelf zonder hulp kon blussen, mocht hij zulks doen, waarna hij de volgende ochtend rapport uitbrengt aan de schout. Doch indien er dreigender brandgevaar kwam te ont slaan moest hij - indien het de tijd toe laat - de schout in kennis stellen, alvo rens hij gaat klappen of roepen. Als de tijd ontbrak en het gevaar te groot was, moest hij in eerste instantie de naaste buren wekken en vervolgens door het ganse dorp onophoudelijk klappen en roepen. Indien er brand in het dorp was: „brand in 't dorp"; in een van de polders: Brand, met bijvoeging van de polder daar het is". Was er brand in een van de naburige dorpen, dan diende hij direkt de schout hiervan in kennis te stellen en vervolgens de burgerij te wekken, het zij door klappen en roepen, trekken van de klok, of zoals hem opgedragen werd. De nachtwacht opende ook de kerk om met de klok te kleppen. Naast het vroegtijdig signaleren van brand was de nachtwaker ook de per soon, die de ingezetenen moest bescher men tegen onraad, zoals dieven en ander gespuis. Hij luidde alle dagen de klok om 8.00, 12.00 en 20.00 uur, iedere keer tenmin ste een 'halff quartier uurs' lang. De nachtwaker verdiende 90,- in het jaar. Hij was tevens 'des dorps dienaar', in wiens funktie hij de rust en vrede in het dorp moest bewaren. ,,...zoo op den jaarlijkse kermis als andere tijden, geene uijtgezondert...". Belangrijk onderdeel was ook toe te zien „...op het stuk van de jagt binnen deze jurisdictie, welke ongequalificeert zijnde, zoude mogen komen te jaagen. op het zetten van strik ken, het loopen met honden en snaphaen- nen (soort geweer JB) door het veld; op het onbevoegt vissen in de visserijen onder deze jurisdictie, de contraventeurs (overtreders van de wet, JB) te weeren, ofte helpen weeren, dezelve aan den schout aan te geven, ten eijnde tegens dezelve werde geprocedeert, volgens de keuren en ordonnanticn op het stuk van de jagt, vügelarij en visserijen...". De dorpsdienaar was ,,...voorsien met be hoorlijk zijdgeweer (sabel JB) of ander geweer, zoodanig als de noodzakelijk- heijd vereijssen, en hem geordonneert werden zal...". Voor zijn aanwezigheid op de kermis kreeg hij jaarlijks zes gul den en zes stuivers. Hij mocht tevens ,,...op off omrent nieuwe jaar aan de ingezetenen almanakken uijt te deelen op en voor zoodanige vereeringen als een ider van dezelve gelieven zal...", met andere woorden: een nieuwjaarsgroet brengen en daarvoor een tip ontvangen. De turf- en fruittonder De tonder moest zich bij het tonnen van turf houden aan alle plaatselijke en lan delijke regelgeving. Onder tonnen kan worden verstaan: het in tonnen of vaten doen van bepaalde produkten. Naast het tonnen van turf moest hij ook zig opregt en getrouwelijk te zullen gedra gen in het tonnen en meten van fruijt, ajuijn, aardtappelen, knollen, peen ende alle gene hem verder te tonnen voorko men zal...". Hij mocht den kooper nog verkooper daarinne met voorweten, en zulks ter quadertrouwe cenig faveur te doen, direkt off indirekt..." Het loon werd uitbetaald per ton (niet een één met vijf nullen!), voor iedere ton 'twee duij- ten als vanouds". De schutter Bij het beroep schutter denkt men al gauw aan de schutterij, de schutter die met het bovenstaande ambt wordt be doeld, was echter belast met het schutten van vee. Voor het schutte van vee waren vaak in dorpskeuren en -verordeningen hele passages opgenomen. De schutter(s) waren beëdigde lieden, die niet zomaar te werk konden gaan. Indien er ergens vee was losgebroken kwam de schutter in aktie. Eerst moest echter goedkeuring worden gevraagd aan de schout. De schut ter was verplicht ,,...aan den schout opregtelijk en (des nocxls) op den eed bij hem te doen de bruijkers der dijken, gorssen off landen waarop het vee gevonden is, ende ten wiens verzoeke de schuttinge geschied is, bencveils de qualiteijt en quantiteijt van het zelve ge schutte vee, ende daar van behoorlijk kennis te draagen, zonder de schutsktwij te mogen openen off het geschutte vee los te laten...". Het vee werd dus in de schutskooi gedreven. De schutter mocht het geschutte vee eerst loslaten, als hij toestemming had verkregen van de schout. De eigenaar van het vee moest een boete en het zogenaamde schutgeld betalen. De boete ging in de dorpskas en het schutgeld was voor de schutter. De kerkdeurwachter De kerkdeurwachter was belast met het toezicht op de orde bij het aan- en uit gaan van de kerk. Hij zorgde dat de deu ren op tijd waren geopend, en als de dienst begon sloot hij de deuren. Boven dien „...den schout off kerkmeester in voorvallende gelegentheden (des Noods) ten diensten moeten zijn..." Zijn jaar lijks traktement: 12,-. Eens zonder meer. De omroeper De omroeper ging in opdracht van de 'in- en opgezetenen, alsmede van de buijtenluijden' door het gehele dorp het door de opdrachtgever gewenste uit- en omroepen. Hij diende vanzelfsprekend de schout hierover in te lichten. De bakenmeester De bakenmeester moest op eigen kosten op het grote Hoofd van de haven - als er tenminste alreeds geen dorpsbaken stond -op ider hooft aan de oostzijde van de haven moeten stellen ende onderhou den, een goed bequaam lang sussisant baken, aan het boven eijnde, voorsien met een bekwame mande, prikkurf, of ander goed zigtbaar teeken door de schippers, die genegen zoude mogen zijn binnen de haven te loopen..." De baken meester kreeg per schip betaald. De asrijder De asrijder reed tenminste tweemaal per weekdes vcxirmiddags, als eens in de voorweek en eens in de naweek, op vaste daartoe te stellen dagen off zooveel meerder als hem geordonneert zal wer den..." door het gehele dorp met de as- wagen aandacht trekkend door telkens te ratelen. Hij haalde bij een ieder de as op en bracht dit in één van de dorpsasbak ken, waar hij het kortste bij was. Als hij erachter kwam, dat iemand illegaal zijn as uitgoot, bijvoorbeeld op het erf of ach ter huis of de .schuur, dan gaf hij daarvan terstond kennis aan de schout, en dan zwaaide er meestal wat! Het was niet zozeer een milieudelect, maar een kwes tie van brandgevaar. Men was in die tijd als de dood voor brand, er brandde dan ook nogal eens een half dorp of stad af. De asrijder verdiende 's jaarlijks 12,-. Middelharnis Jan Both In een veld van 8 ploegen werd de Gooye zaterdag derde. In een gezellige en ontspannen sfeer wer den er toch goed gepresteerd in deze goed georganiseerde wed strijd. Met een clubrecord en der tien persoonlijke records werd de thuisreis aanvaard. Er werd gestart met de Zweedse estafette en wel de 8 x 50 m school. Jacomien de Jong was de startzwemster, zij zwom zich naar een pr en wel in 48.1 sec. Door het te vroeg vertrekken van een van de zwemmers werd de Gooye terecht gedis kwalificeerd. Wanda Jongejan werd op de 100 m vrij eerste in 1.02.6. Miriam Nelisse vestigde op deze afstand een pr en wel 1.10.2. Antoinette Mijnders tikte in 1.15.7 aan. Marco Franzen zwom een nieuw pr en wel in 1.02.9 en de nestor van de Gooye Johan Langbroek liet de klok stoppen op 58.5 sec. Peter van Gemert werd keurig derde in 57.7 .sec, een prestatie die best genoemd mag worden, want door zijn werk kan hij niet zoveel trainen. Bij de 100 m school was het Jacqueline Nelisse die het zilver meenam en wel in 1.26.2. Jacolien Terlouw in 1.42.6 en Chantal Keuker 1.45.4. Paul Brinkman nam op deze afstand de gouden plak mee in 1.18.5. Marcel Stolk houdt de stijgen de lijn vast en finishte in een pr van 1.24.9. Johnny Jongejan liet de tijd stop pen op 1.27.4. De 5x50 m vrij estafette leverde voor de meisjes onder de 14 jaar een derde plaats op voor Tineke van Altcna, Maartje de Jong, Lieske v.d. Polder, Annelies Kievit en Jenny Jongejan in 2.57.9. Wietse v.d. Polder, Christian Velgersdijk, Gerben de Jong, Frank v.d. Voordt en Ingmar Brinkman eisten bij de jongens de eerste plaats op in 2.35.2. Voor Wietse bete kende het een pr in 30.4 sec. De 4 X 100 m wissel leverde bij de dames een 4e plaats op in 5.14.2. De heren werden nipt geklopt en werden dus tweede in 4.26.3 dit was tevens de plaat singsvolgorde. Op de 100 m vrij miste Lieske v.d. Polder een derde plaats omdat zij een fa- tijd kreeg, met een pr van 1.18.5. Annelies Kievit zwom ook, een pr en wel in 1.23.3. Jacomien de Jong finishte in 1.29.6. Bij de jongens was het Frank v.d. Voordt die voor het eerst onder de 1.10.0 kwam en wel in 1.09.0 goed voor een tweede plaats. In zijn kielzog zwom Gerben de Jong zich naar een pr in 1.12.9. Op de 100 m wissel zwom Jenny Jongejan er ruim 5 sec. af en liet een tijd noteren van 1.24.7 Tineke van Altena finishte in 1.33.9 en Margriet Koningswoud liet de klok stoppen na 1.37.1 en betekende een pr voor haar. Bij de jongens was het een gevecht tussen Christian Velgersdijk en Ingmar Brinkman. Maar het was Christian die aan het langste eind trok in 1.13.5 en precies een seconde later tikte Ingmar aan. Kevin Makkes tikte in een pr aan van 1.31.0. Als slotafstand werd de 8 x 50 m vrij Zweedse estafette gezwommen. Met 10 seconden verschil werd deze afstand door Lieske, Frank, Maartje, Wietse, Jacqueline, Paul, Wanda en Johan gewonnen in 4.02.4. De Lansinghbokaal is een gezellige wed strijd met een sportieve en ontspannen sfeer die hopelijk nog vele lustrums mag beleven. Misschien is het ook eens te proberen om de Flakkeebokaal te organi seren. Het is nu februari 1995 en er zijn 46 jaar ver streken vanaf het moment dat ik scheep ging naar de vroegere kolonie Nederlands-Indië. Zoals ik in het 'WOORD VOORAF' schreef, bleven de dagboeken gedurende meer dan 40 jaar in een kast liggen. Bij het lezen van de wekelijkse publikaties in het Eilanden Nieuws heb ik bemerkt dat veel innerlijke gevoelens werden prijsgegeven. Angst, geloof en wellicht nog meer ongeloof. Kritiek op de toenmalige regering en beroepspolitici. Ik hoop dat de lezer(es) zich gerealiseerd heeft dat de aante keningen gemaakt werden op een leeftijd van 20 jaar en onder omstandigheden die eigenlijk alleen herkenbaar zijn voor hen die als mili tair in Indonesië geweest zijn. Ter afronding van alle belevenissen en ervaringen nog het volgende: De ontvangst op de sombere en wat mistige maandagmorgen van 2() oktober 1950 vond de ontschcping plaats op één van de kades te Rotterdam. We werden opgewacht in een vochtige havenloods waar een warm drankje (kof fie en/of chocolademelk) werd aangeboden en een envelop werd uitgereikt met formulieren voor de aan staande demobilisatie en de 'beloning'. Na het afscheid van de kameraden volgde, via georganiseerd vervoer, de laatste etappe op de reis naar huis. De 'beloning' Neen, dat is te veel gezegd. Het was niet meer dan een'FOOI'...!!! - soldij/wedde uitkering van ongeveer een maand. - voor elke tropenmaand 10,-(maximaal 300,-) - een bon voor schoenen en textielpunten en boven dien naar verkiezing een kostuum of 70,- en meer textielpunten - een gratis treinabonnement geldig voor de eerste maand na de terugkeer (bedoeld voor familiebe zoek en reizen i.v.m. sollicitaties). Na ongeveer een maand moest men zich inelden bij een demobilisatiecentrum waar men na inlevering van rijk.seigendommen een bewijs van Groot Verlof ont ving. De waarde van de eventueel zoekgeraakte .schoenen, onderkleding en overhemden werd in min dering gebracht op de demobilisatiebonus van 100,-. In veel gevallen bleef van die bonus niet veel over. Voor deze fooi brachten tienduizenden een aantal jaren van hun kostbare jonge leven door in de Gordel van Smaragd. Veelal opgesplitst in kleine detache menten op afgelegen en eenzame buitenposten temid den van een schitterend maar gevaarlijk landschap van waaruit door onzichtbare en ongrijpbare benden 'extremisten/terroristen' overvallen en aanslagen wer den gepleegd. Nu bijna een halve eeuw na het uitroe pen van de Republiek Indonesië (17 augustus 1945) breekt meer en meer hel besef door dat de vaak on zichtbare vijand niet alleen bestond uit "extremisten/ terroristen', maar ook uit echte vrijheidsstrijders die hun leven in de waagschaal stelden om de onafhanke lijkheid van hun paradijselijk eilandenrijk te bevech ten. De voor-ooriogse politiek en het niet tijdig op de juiste wijze inspelen op de vrijheidsdrang van de Indonesische intcllektuelcn na de Japanse bezetting heeft veel jonge levens abrupt beëindigd en veel leed veroorzaakt onder de Indonesische burgerbevolking. Tienduizenden jonge kerels werden een '.speelbal' van de kortzichtigheid en onwil van toenmalige Nederlandse regering (die zelfs internationale druk trotseerde) en van misverstanden tussen Nederlandse en Indonesische politici. Opvang/begeleiding De 'beloning' was bijzonder pover, maar wat wel licht nog schrijnender was (zoals Tessel Pollman in '86 in Vrij Nederland schreef) - die 'Jan Soldaat' hel waarom van de Indië poli tiek niet begreep en ook niet uitgelegd kreeg. Het konflikt met Indonesië moest zo snel mogelijk worden vergeten en verdrongen. Nederland was te druk met de na-ooriogse wederopbouw. Van opvang en/of begeleiding was dan ook geen sprake. Na de de mobilisatie ontbrak elk klankbord. De cx-militairen moesten zich maar zien te redden en zo snel mogelijk proberen een plaats op de krappe arbeidsmarkt te ver overen. De waardering en erkenning Bij de uitreiking van het 'Ereteken van Orde en Vrede' te Soerabaja op 20 juni 1950 schreef ik in mijn dagbcxïk: „De vraag is of dit ereteken iets is om trots op te zijn. Een vraag die zeer zeker in de toekomst nogal verschillend zal worden beoordeeld" Eerst in '88 werd er te Roermond een monument op gericht ter nagedachtenis van de in Indonesië gesneu velde militairen. In de zuilengalerij zijn 5843 namen gegrift. Tijdens de bijeenkomst bij het monument op 7 september 1990 werd door de oud-minister van defensie, de heer Ter Beek gezegd: „Bijzondere namen toen. omdat zij in opdracht van de Nederlandse samenleving de verschrik king van het oorlogsgeweld ingingen. Nu. omdat zij hij de uitvoering van die opdracht het hoogste offer hehhcn gebracht wat een mens gegeven is te brengen. Lang, te lang zijn zij in ons land naamloos gebleven". Inmiddels zijn we 5 jaar verder en wordt het idee ge opperd een politiek debat over het Indic-beleid te houden. Volgens de voorzitter van de Tweede Kamer, de heer Deetman, hoeft zo'n discussie niet uit te mon den in een afkeuring van het toendertijd gevoerde beleid, want zo merkte hij op: .Afkeuring is een politiek zwaar geladen term. Wc zouden wel tot erkenning kunnen komen dat het beter gekund had". Dit is m.i. wel zeer eufemistisch uitgedrukt, want zeer zeker achteraf weten wc dat het beter gekund had. Na al het politiek geharrewar in de jaren'45/'49 kan wat mij betreft een nieuwe politieke discussie achter wege blijven. Het gevaar is immers niet denkbeeldig dat er in zo'n discussie meer aandacht besteed zal worden aan het optreden van het leger en met meer nadruk op de excessen (die er helaas ook zijn geweest) dan op het feit dat veel Indonesiërs, Indo- Europeanen en niet te vergeten Chinezen hun leven te danken hebben aan het ingrijpen van de strijdkrach ten. Terwijl de rol van de toenmalige regering en poli tici in zo'n debat naar alle waarschijnlijheid onvol doende zal worden belicht. De Indicgangers van toen lopen het gevaar als veteranen opnieuw een 'speel bal' van politici te worden. Weerzien met Indonesië In 1991 bracht ik met mijn vrouw (de verloofde uit het dagboek) een bezoek aan enkele Indonesische eilanden, waaronder ook Java, dat we met een gepen sioneerde Indonesische leraar en oud student-vrij- heidsstrijder van west naar oost hebben doorkruist. Reeds op de eerste avond in Jakarta spraken we over de jaren '45/'49. Van rancuneuze gevoelens jegens Nedcriandcrs was geen sprake. De kontakten met de bevolking waren hartverwarmend, steeds weer op nieuw werden wc getroffen door de vriendelijkheid en hartelijkheid waarmee we werden begroet. Tijdens de rondreis bezochten we diverse plaatsen waar ik destijds gelegerd was. In Modjekcrto, waar we het spoor bijster raakten, werden we op ons ver zoek door de politie gebracht naar hel gebouw dat we zochten. In Tangoclangin staande voor een huis waar ik des tijds enige maanden verbleef, werden we door de hui dige bewoner en oud-vrijheidsstrijder uitgenodigd voor een op koffie. De Indonesiërs hebben blijkbaar afgerekend met het verleden en het verwerkt. We bezochten ook het bijzonder goed onderhouden ereveld Kcmbang Kuning te Soerabaja. Als je daar na zoveel jaar opnieuw staat voor de witte kruisen waar op de namen staan van vroegere makkers, gaat er veel door je heen. Een emotioneel bezoek. Daar in de serene stilte op het ereveld temiddel van al die witte kruisen is er opnieuw die vraag 'WAARTOE?' en 'WAAROIVI?' en ook op dat moment bleef het ant woord uit. Ik neem aan dat de oud-Indiëgangers veel herkend zullen hebben en dat de 'story' ook veel herinnerin gen heeft opgeroepen. Ik hoop dat het geheel ook voor het toenmalige 'thuisfront' als informatiebron heeft gediend en enig inzicht heeft verschaft in de omstandigheden waaronder de 'jongens' hebben ver keerd. Tot slot wil ik allen die mij via de telefoon hebben benaderd hartelijk groeten en dankzeggen voor de getoonde belangstelling. Oud-Beijerland C. L. V. d. Ree Het is nu februari 1995 en er zijn 46 jaar ver streken vanaf het moment dat ik scheep ging naar de vroegere kolonie Nederlands-Indië. Zoals ik in het 'WOORD VOORAF' schreef, bleven de dagboeken gedurende meer dan 40 jaar in een kast liggen. Bij het lezen van de wekelijkse publikaties in het Eilanden Nieuws heb ik bemerkt dat veel innerlijke gevoelens werden prijsgegeven. Angst, geloof en wellicht nog meer ongeloof. Kritiek op de toenmalige regering en beroepspolitici. Ik hoop dat de lezer(es) zich gerealiseerd heeft dat de aante keningen gemaakt werden op een leeftijd van 20 jaar en onder omstandigheden die eigenlijk pen van de Republiek Indonesië (17 augustus 1945) breekt meer en meer hel besef door dat de vaak on zichtbare vijand niet alleen bestond uit 'extremisten/ terroristen', maar ook uit echte vrijheidsstrijders die hun leven in de waagschaal stelden om de onafhanke lijkheid van hun paradijselijk eilandenrijk te bevech ten. De voor-ooriogse politiek en het niet tijdig op de juiste wijze inspelen op de vrijheidsdrang van de Indonesische intcllektuelcn na de Japanse bezetting heeft veel jonge levens abrupt beëindigd en veel leed veroorzaakt onder de Indonesische burgerbevolking. Tienduizenden jonge kerels werden een '.speelbal' van de kortzichtigheid en onwil van toenmalige Nederlandse regering (die zelfs internationale druk trotseerde) en van misverstanden tussen Nederlandse en Indonesische politici. Opvang/begeleiding Dit is m.i. wel zeer eufemistisch uitgedrukt, want zeer zeker achteraf weten wc dat het beter gekund had. Na al het politiek geharrewar in de jaren'45/'49 kan wat mij betreft een nieuwe politieke discussie achter wege blijven. Hel gevaar is immers niet denkbeeldig dat er in zo'n discussie meer aandacht besteed zal worden aan het optreden van het leger en met meer nadruk op de excessen (die er helaas ook zijn geweest) dan op het feit dat veel Indonesiërs, Indo- Europeanen en niet te vergeten Chinezen hun leven te danken hebben aan het ingrijpen van de strijdkrach ten. Terwijl de rol van de toenmalige regering en poli tici in zo'n debat naar alle waarschijnlijheid onvol doende zal worden belicht. De Indiëgangers van toen lopen het gevaar als veteranen opnieuw een 'speel bal' van politici te worden. Teruggaafdrempel Voor 1994 is de teruggaafdrempel voor iedereen veriaagd tot 150,-. U komt dus gemakkerlijk dan voorheen in aanmerking voor teruggaaf van teveel betaal de belasting en premie. Heeft u geen aangiftebiljet ontvangen en verwacht u teruggaaf, aarzel dan niet om een T- of TJ-biljct aan te vragen. Informatie U kunt op diverse manieren informatie verkrijgen betreffende het (invullen van het) biljet. Speciaal in de periode van 15 januari tot 1 april 1995 kunt u 24 uur per dag gebruik maken van de informatiediensten van de Belastingdienst. Op teletekst (pagina 510) vindt men dagelijks de antwoorden op de meest gestelde vragen aan de Belasting Telefoon. Via een pc met modem kan men informatie vinden in de videotex-dienst van de Belastingdienst (Videotex-nct 06-7400; Digitale Stad 020-6225222). Via de Belasting Telefoon (06-0543) kunt u meer algemene vragen aan de Belastingdienst stellen. De Belasting Telefoon is bereikbaar tussen 08.00 en 17.(X) uur. Uiteraard kan men ook met vragen terecht bij de accountant of de belastingcon sulent. Wij wensen u veel succes bij het invullen. De rubriek 'Wetjes en Weetjes' komt tot stand in samenwerking met Visser Visser Registeraccountants te Barcndrecht en (binnenkort) Middelharnis. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud, aanvaardt de redaktie geen enkele aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor de gevolgen daarvan. Naar een ander eiland, Java Naar een ander eiland, Java Wpprrïpn nipt 1nt1nnp<ii'p'

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1995 | | pagina 10