Openbare ambten te Stad
Wetjes en Weetjes
EPILOOG
EPILOOG
De Gooye derde
op eerste lustrum
Lansinghbokaal
Dagboek van een Stellendamse Indië-ganger
Dagboek van een Stellendamse Indië-ganger
Biz. 2
EILANDEN-NIEUWS
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1995
'Wetjes en weetjes' is een rubriek waarin aandacht wordt besteed aan wetge
ving, fiscaliteiten, sociale vraagstukken, arbeidsproblemen e.d. Problemen, vra
gen, onderwerpen kunnen worden aangedragen door de lezers aan de redaktie.
In het kort zullen deze onderwerpen worden besproken.
A angiftebiljetten
Velen zijn één dezer dagen weer 'verblijd' met de bekende blauwe envelop.
Een abonnement dat de meesten wellicht zouden wensen op te zeggen:
'Aangiftebiljet 1995'.
Een belangrijk deel van de Nederlanders vult het biljet zelf in: één of meerdere
avonden zwoegen en zweten staat hen te wachten. Anderen laten hun aangifte
verzorgen door een belastingconsulent of accountant.
Soorten aangiftebiljetten
Aangezien niet iedereen dezelfde vragen behoeft te beantwoorden, heeft de
belastingdienst een (groot) aantal aangiftebiljetten ontworpen.
P-biljet aangifte door partikulieren voor de inkomstenbelasting/premie
heffing volksverzekeringen
E-biljet verkorte aangifte door partikulieren voor de
inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen
O-biljet aangifte door ondernemers voor de inkomstenbelasting/premie
heffing volksverzekeringen
B-biljet aangifte door partikulieren voor de inkomstenbelasting/premie
heffing volksverzekeringen én vermogensbelasting
U-biljet aangifte door ondernemers inkomstenbelasting/premieheffing
volksverzekeringen én vermogensbelasting
T(J)-biljct aangifte door hen (J: voor jongeren t/m 27 jaar) die over 1994
teruggaaf van loonbelasting/premieheffing volksverzekering ver
wachten
C/D-biljet aangiften voor de inkomstenbelasting en eventueel vermogensbe
lasting door buitenlandse belastingplichtigen
F-biljet aangifte inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen
vanaf 1 januari 1995 tot het tijdstip van overlijden of emigratie
Q-biljet met behulp van een computer vervaardigd aangiftebiljet
Voorwaar een grote keus. Het is echter een geruststelling dat u slechts één biljet
behoeft in te vullen. Is een te beknopt biljet uitgereikt (E), of komt men voor de
eerste keer in aanmerking voor vermogensbelasting, dan is men verplicht de
belastingdienst te vragen om vervanging door een ander biljet.
Termijnen
Zoals op het aangiftebiljet is aangegeven, dient men zorg te dragen dat dit inge
vuld en ondertekend uiterlijk op 31 maart 1995 bij de Belastingdienst 'binnen'
is.
Door een (bij de meeste aangiftebiljetten bijgesloten) VA-biljet in te vullen en
te zorgen dat dit voor 31 maart 1995 bij de Belastingdienst 'binnen' is, is uitstel
voor indiening van de eigenlijke aangifte mogelijk tot 1 juli 1995. Indien de
aangifte wordt verzorgd door een belastingconsulent of accountant zal de aan
gifte in de zogenaamde uitstelregeling worden meegenomen; uitstel is dan
mogelijk tot uiterlijk 31 december 1995 of 1 maart 1996.
Teruggaafdrempel
Voor 1994 is de teruggaafdrempel voor iedereen verlaagd tot 150,-. U komt
dus gemakkerlijk dan voorheen in aanmerking voor teruggaaf van teveel betaal
de belasting en premie. Heeft u geen aangiftebiljet ontvangen en verwacht u
teruggaaf, aarzel dan niet om een T- of TJ-biljct aan te vragen.
Informatie
U kunt op diverse manieren informatie verkrijgen betreffende het (invullen van
het) biljet. Speciaal in de periode van 15 januari tot 1 april 1995 kunt u 24 uur
per dag gebruik maken van de informatiediensten van de Belastingdienst.
Op teletekst (pagina 510) vindt men dagelijks de antwoorden op de meest
gestelde vragen aan de Belasting Telefoon.
Via een pc met modem kan men informatie vinden in de videotex-dienst van de
Belastingdienst (Videotex-nct 06-7400; Digitale Stad 020-6225222).
Via de Belasting Telefoon (06-0543) kunt u meer algemene vragen aan de
Belastingdienst stellen. De Belasting Telefoon is bereikbaar tussen 08.00 en
17.(X) uur.
Uiteraard kan men ook met vragen terecht bij de accountant of de belastingcon
sulent. Wij wensen u veel succes bij het invullen.
De rubriek 'Wetjes en Weetjes' komt tot stand in samenwerking met Visser
Visser Registeraccountants te Barcndrecht en (binnenkort) Middelharnis.
Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud, aanvaardt de redaktie geen
enkele aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor de
gevolgen daarvan.
In het midden van de achttiende
eeuw waren er binnen een dorp
verschillende openbare ambten,
die wij tegenwoordig niet meer
kennen, zoals o.a.: de nachtwaker,
diender, tonder, schutter, kerk-
deurwachter, omroeper, baken-
meester en asrijder. Hoe was het
een en ander ten aanzien van deze
lieden in Stad aan 't Haringvliet
geregeld?
De nachtwaker, klokluider
en diender
De nachtwaker ging in de winter - van 1
oktober tot 1 april - alle nachten met de
klap de wacht houden van 21.00 tot 4.00
uur en 's zomers - van 1 april tot 1 okto
ber - 's avonds van 22.00 uur tot 's
morgens 3.00 uur, ieder uur het gehele
dorp door en om, roepende en klappende
wat uur de klok geslagen had ende
dat ten minsten vier reijzen in de
Voorstraat, tweemaal in de Nieuwstraat,
vijfmaal op de Molendijk, op den dijk
van de schutskooij aff tot bij den asbak
tweemaal, en aan het hek 't eijnden de
meestooff eens, welk klappen en roepen
zal men geschieden op ider eijnde van
een straat eens, en dan tussen beijde te
verdeelen, in omrent even verre distantie,
ende na 12 uuren des nagts omgaande,
zal hij ten dienste der ingezetenen, op
ider uur moeten naklappen, zoo veel sla
gen als hij geroepen heeft. Zal ook ider
uur moeten gaan, op den Westdijk tot
buijten de misput van Arent Buijtendijk,
om laag op de Kaaij tot den uijttersten
hoek van de ronduijt, op den Oostdijk tot
aan het hekken 't eijnden de meestooff,
en op den Molendijk tot 't eijnden de
schuur en misput van Johannis Nijp-
jes...".
Hij moest goed letten of er nergens
brandgevaar dreigde, want brand kon
destijds desastreuze gevolgen hebben
voor het dorp. Hij moest aldus goed kij
ken in sloppen, asbakken, mispulten en
achter de huizen. Maar niet alleen in het
dorp hield hij een oogje in het zeil, neen,
ook de boerderijen in de Oude en de
Nieuwe Stad, en na de naburige dorpen
hadden zijn aandacht. Mocht hij ergens
enig vuur ontdekken, wat hij zelf zonder
hulp kon blussen, mocht hij zulks doen,
waarna hij de volgende ochtend rapport
uitbrengt aan de schout. Doch indien er
dreigender brandgevaar kwam te ont
slaan moest hij - indien het de tijd toe
laat - de schout in kennis stellen, alvo
rens hij gaat klappen of roepen. Als de
tijd ontbrak en het gevaar te groot was,
moest hij in eerste instantie de naaste
buren wekken en vervolgens door het
ganse dorp onophoudelijk klappen en
roepen. Indien er brand in het dorp was:
„brand in 't dorp"; in een van de polders:
Brand, met bijvoeging van de polder
daar het is". Was er brand in een van de
naburige dorpen, dan diende hij direkt de
schout hiervan in kennis te stellen en
vervolgens de burgerij te wekken, het zij
door klappen en roepen, trekken van de
klok, of zoals hem opgedragen werd. De
nachtwacht opende ook de kerk om met
de klok te kleppen.
Naast het vroegtijdig signaleren van
brand was de nachtwaker ook de per
soon, die de ingezetenen moest bescher
men tegen onraad, zoals dieven en ander
gespuis.
Hij luidde alle dagen de klok om 8.00,
12.00 en 20.00 uur, iedere keer tenmin
ste een 'halff quartier uurs' lang.
De nachtwaker verdiende 90,- in het
jaar.
Hij was tevens 'des dorps dienaar', in
wiens funktie hij de rust en vrede in het
dorp moest bewaren. ,,...zoo op den
jaarlijkse kermis als andere tijden, geene
uijtgezondert...". Belangrijk onderdeel
was ook toe te zien „...op het stuk van
de jagt binnen deze jurisdictie, welke
ongequalificeert zijnde, zoude mogen
komen te jaagen. op het zetten van strik
ken, het loopen met honden en snaphaen-
nen (soort geweer JB) door het veld; op
het onbevoegt vissen in de visserijen
onder deze jurisdictie, de contraventeurs
(overtreders van de wet, JB) te weeren,
ofte helpen weeren, dezelve aan den
schout aan te geven, ten eijnde tegens
dezelve werde geprocedeert, volgens de
keuren en ordonnanticn op het stuk van
de jagt, vügelarij en visserijen...". De
dorpsdienaar was ,,...voorsien met be
hoorlijk zijdgeweer (sabel JB) of ander
geweer, zoodanig als de noodzakelijk-
heijd vereijssen, en hem geordonneert
werden zal...". Voor zijn aanwezigheid
op de kermis kreeg hij jaarlijks zes gul
den en zes stuivers. Hij mocht tevens
,,...op off omrent nieuwe jaar aan de
ingezetenen almanakken uijt te deelen op
en voor zoodanige vereeringen als een
ider van dezelve gelieven zal...", met
andere woorden: een nieuwjaarsgroet
brengen en daarvoor een tip ontvangen.
De turf- en fruittonder
De tonder moest zich bij het tonnen van
turf houden aan alle plaatselijke en lan
delijke regelgeving. Onder tonnen kan
worden verstaan: het in tonnen of vaten
doen van bepaalde produkten. Naast het
tonnen van turf moest hij ook zig
opregt en getrouwelijk te zullen gedra
gen in het tonnen en meten van fruijt,
ajuijn, aardtappelen, knollen, peen ende
alle gene hem verder te tonnen voorko
men zal...". Hij mocht den kooper
nog verkooper daarinne met voorweten,
en zulks ter quadertrouwe cenig faveur te
doen, direkt off indirekt..." Het loon
werd uitbetaald per ton (niet een één met
vijf nullen!), voor iedere ton 'twee duij-
ten als vanouds".
De schutter
Bij het beroep schutter denkt men al
gauw aan de schutterij, de schutter die
met het bovenstaande ambt wordt be
doeld, was echter belast met het schutten
van vee. Voor het schutte van vee waren
vaak in dorpskeuren en -verordeningen
hele passages opgenomen. De schutter(s)
waren beëdigde lieden, die niet zomaar
te werk konden gaan. Indien er ergens
vee was losgebroken kwam de schutter
in aktie. Eerst moest echter goedkeuring
worden gevraagd aan de schout. De schut
ter was verplicht ,,...aan den schout
opregtelijk en (des nocxls) op den eed bij
hem te doen de bruijkers der dijken,
gorssen off landen waarop het vee
gevonden is, ende ten wiens verzoeke de
schuttinge geschied is, bencveils de
qualiteijt en quantiteijt van het zelve ge
schutte vee, ende daar van behoorlijk
kennis te draagen, zonder de schutsktwij
te mogen openen off het geschutte vee
los te laten...". Het vee werd dus in de
schutskooi gedreven. De schutter mocht
het geschutte vee eerst loslaten, als hij
toestemming had verkregen van de
schout. De eigenaar van het vee moest
een boete en het zogenaamde schutgeld
betalen. De boete ging in de dorpskas en
het schutgeld was voor de schutter.
De kerkdeurwachter
De kerkdeurwachter was belast met het
toezicht op de orde bij het aan- en uit
gaan van de kerk. Hij zorgde dat de deu
ren op tijd waren geopend, en als de
dienst begon sloot hij de deuren. Boven
dien „...den schout off kerkmeester in
voorvallende gelegentheden (des Noods)
ten diensten moeten zijn..." Zijn jaar
lijks traktement: 12,-. Eens zonder
meer.
De omroeper
De omroeper ging in opdracht van de
'in- en opgezetenen, alsmede van de
buijtenluijden' door het gehele dorp het
door de opdrachtgever gewenste uit- en
omroepen. Hij diende vanzelfsprekend
de schout hierover in te lichten.
De bakenmeester
De bakenmeester moest op eigen kosten
op het grote Hoofd van de haven - als er
tenminste alreeds geen dorpsbaken stond
-op ider hooft aan de oostzijde van
de haven moeten stellen ende onderhou
den, een goed bequaam lang sussisant
baken, aan het boven eijnde, voorsien
met een bekwame mande, prikkurf, of
ander goed zigtbaar teeken door de
schippers, die genegen zoude mogen zijn
binnen de haven te loopen..." De baken
meester kreeg per schip betaald.
De asrijder
De asrijder reed tenminste tweemaal per
weekdes vcxirmiddags, als eens in de
voorweek en eens in de naweek, op vaste
daartoe te stellen dagen off zooveel
meerder als hem geordonneert zal wer
den..." door het gehele dorp met de as-
wagen aandacht trekkend door telkens te
ratelen. Hij haalde bij een ieder de as op
en bracht dit in één van de dorpsasbak
ken, waar hij het kortste bij was. Als hij
erachter kwam, dat iemand illegaal zijn
as uitgoot, bijvoorbeeld op het erf of ach
ter huis of de .schuur, dan gaf hij daarvan
terstond kennis aan de schout, en dan
zwaaide er meestal wat! Het was niet
zozeer een milieudelect, maar een kwes
tie van brandgevaar. Men was in die tijd
als de dood voor brand, er brandde dan
ook nogal eens een half dorp of stad af.
De asrijder verdiende 's jaarlijks 12,-.
Middelharnis Jan Both
In een veld van 8 ploegen werd de
Gooye zaterdag derde. In een
gezellige en ontspannen sfeer wer
den er toch goed gepresteerd in
deze goed georganiseerde wed
strijd. Met een clubrecord en der
tien persoonlijke records werd de
thuisreis aanvaard.
Er werd gestart met de Zweedse estafette
en wel de 8 x 50 m school. Jacomien de
Jong was de startzwemster, zij zwom
zich naar een pr en wel in 48.1 sec. Door
het te vroeg vertrekken van een van de
zwemmers werd de Gooye terecht gedis
kwalificeerd.
Wanda Jongejan werd op de 100 m vrij
eerste in 1.02.6. Miriam Nelisse vestigde
op deze afstand een pr en wel 1.10.2.
Antoinette Mijnders tikte in 1.15.7 aan.
Marco Franzen zwom een nieuw pr en
wel in 1.02.9 en de nestor van de Gooye
Johan Langbroek liet de klok stoppen op
58.5 sec. Peter van Gemert werd keurig
derde in 57.7 .sec, een prestatie die best
genoemd mag worden, want door zijn
werk kan hij niet zoveel trainen.
Bij de 100 m school was het Jacqueline
Nelisse die het zilver meenam en wel in
1.26.2. Jacolien Terlouw in 1.42.6 en
Chantal Keuker 1.45.4. Paul Brinkman
nam op deze afstand de gouden plak mee
in 1.18.5. Marcel Stolk houdt de stijgen
de lijn vast en finishte in een pr van
1.24.9. Johnny Jongejan liet de tijd stop
pen op 1.27.4.
De 5x50 m vrij estafette leverde voor de
meisjes onder de 14 jaar een derde plaats
op voor Tineke van Altcna, Maartje de
Jong, Lieske v.d. Polder, Annelies Kievit
en Jenny Jongejan in 2.57.9. Wietse v.d.
Polder, Christian Velgersdijk, Gerben de
Jong, Frank v.d. Voordt en Ingmar
Brinkman eisten bij de jongens de eerste
plaats op in 2.35.2. Voor Wietse bete
kende het een pr in 30.4 sec.
De 4 X 100 m wissel leverde bij de
dames een 4e plaats op in 5.14.2. De
heren werden nipt geklopt en werden dus
tweede in 4.26.3 dit was tevens de plaat
singsvolgorde.
Op de 100 m vrij miste Lieske v.d.
Polder een derde plaats omdat zij een fa-
tijd kreeg, met een pr van 1.18.5.
Annelies Kievit zwom ook, een pr en
wel in 1.23.3. Jacomien de Jong finishte
in 1.29.6. Bij de jongens was het Frank
v.d. Voordt die voor het eerst onder de
1.10.0 kwam en wel in 1.09.0 goed voor
een tweede plaats. In zijn kielzog zwom
Gerben de Jong zich naar een pr in
1.12.9.
Op de 100 m wissel zwom Jenny
Jongejan er ruim 5 sec. af en liet een tijd
noteren van 1.24.7 Tineke van Altena
finishte in 1.33.9 en Margriet
Koningswoud liet de klok stoppen na
1.37.1 en betekende een pr voor haar. Bij
de jongens was het een gevecht tussen
Christian Velgersdijk en Ingmar
Brinkman. Maar het was Christian die
aan het langste eind trok in 1.13.5 en
precies een seconde later tikte Ingmar
aan. Kevin Makkes tikte in een pr aan
van 1.31.0.
Als slotafstand werd de 8 x 50 m vrij
Zweedse estafette gezwommen. Met 10
seconden verschil werd deze afstand
door Lieske, Frank, Maartje, Wietse,
Jacqueline, Paul, Wanda en Johan
gewonnen in 4.02.4.
De Lansinghbokaal is een gezellige wed
strijd met een sportieve en ontspannen
sfeer die hopelijk nog vele lustrums mag
beleven. Misschien is het ook eens te
proberen om de Flakkeebokaal te organi
seren.
Het is nu februari 1995 en er zijn 46 jaar ver
streken vanaf het moment dat ik scheep ging
naar de vroegere kolonie Nederlands-Indië.
Zoals ik in het 'WOORD VOORAF' schreef,
bleven de dagboeken gedurende meer dan 40
jaar in een kast liggen. Bij het lezen van de
wekelijkse publikaties in het Eilanden Nieuws
heb ik bemerkt dat veel innerlijke gevoelens
werden prijsgegeven. Angst, geloof en wellicht
nog meer ongeloof. Kritiek op de toenmalige
regering en beroepspolitici. Ik hoop dat de
lezer(es) zich gerealiseerd heeft dat de aante
keningen gemaakt werden op een leeftijd van
20 jaar en onder omstandigheden die eigenlijk
alleen herkenbaar zijn voor hen die als mili
tair in Indonesië geweest zijn.
Ter afronding van alle belevenissen en ervaringen
nog het volgende:
De ontvangst
op de sombere en wat mistige maandagmorgen van
2() oktober 1950 vond de ontschcping plaats op één
van de kades te Rotterdam. We werden opgewacht in
een vochtige havenloods waar een warm drankje (kof
fie en/of chocolademelk) werd aangeboden en een
envelop werd uitgereikt met formulieren voor de aan
staande demobilisatie en de 'beloning'. Na het
afscheid van de kameraden volgde, via georganiseerd
vervoer, de laatste etappe op de reis naar huis.
De 'beloning'
Neen, dat is te veel gezegd. Het was niet meer dan
een'FOOI'...!!!
- soldij/wedde uitkering van ongeveer een maand.
- voor elke tropenmaand 10,-(maximaal 300,-)
- een bon voor schoenen en textielpunten en boven
dien naar verkiezing een kostuum of 70,- en
meer textielpunten
- een gratis treinabonnement geldig voor de eerste
maand na de terugkeer (bedoeld voor familiebe
zoek en reizen i.v.m. sollicitaties).
Na ongeveer een maand moest men zich inelden bij
een demobilisatiecentrum waar men na inlevering van
rijk.seigendommen een bewijs van Groot Verlof ont
ving. De waarde van de eventueel zoekgeraakte
.schoenen, onderkleding en overhemden werd in min
dering gebracht op de demobilisatiebonus van
100,-. In veel gevallen bleef van die bonus niet veel
over.
Voor deze fooi brachten tienduizenden een aantal
jaren van hun kostbare jonge leven door in de Gordel
van Smaragd. Veelal opgesplitst in kleine detache
menten op afgelegen en eenzame buitenposten temid
den van een schitterend maar gevaarlijk landschap
van waaruit door onzichtbare en ongrijpbare benden
'extremisten/terroristen' overvallen en aanslagen wer
den gepleegd. Nu bijna een halve eeuw na het uitroe
pen van de Republiek Indonesië (17 augustus 1945)
breekt meer en meer hel besef door dat de vaak on
zichtbare vijand niet alleen bestond uit "extremisten/
terroristen', maar ook uit echte vrijheidsstrijders die
hun leven in de waagschaal stelden om de onafhanke
lijkheid van hun paradijselijk eilandenrijk te bevech
ten. De voor-ooriogse politiek en het niet tijdig op de
juiste wijze inspelen op de vrijheidsdrang van de
Indonesische intcllektuelcn na de Japanse bezetting
heeft veel jonge levens abrupt beëindigd en veel leed
veroorzaakt onder de Indonesische burgerbevolking.
Tienduizenden jonge kerels werden een '.speelbal'
van de kortzichtigheid en onwil van toenmalige
Nederlandse regering (die zelfs internationale druk
trotseerde) en van misverstanden tussen Nederlandse
en Indonesische politici.
Opvang/begeleiding
De 'beloning' was bijzonder pover, maar wat wel
licht nog schrijnender was (zoals Tessel Pollman in
'86 in Vrij Nederland schreef)
- die 'Jan Soldaat' hel waarom van de Indië poli
tiek niet begreep en ook niet uitgelegd kreeg.
Het konflikt met Indonesië moest zo snel mogelijk
worden vergeten en verdrongen. Nederland was te
druk met de na-ooriogse wederopbouw. Van opvang
en/of begeleiding was dan ook geen sprake. Na de de
mobilisatie ontbrak elk klankbord. De cx-militairen
moesten zich maar zien te redden en zo snel mogelijk
proberen een plaats op de krappe arbeidsmarkt te ver
overen.
De waardering en erkenning
Bij de uitreiking van het 'Ereteken van Orde en
Vrede' te Soerabaja op 20 juni 1950 schreef ik in
mijn dagbcxïk:
„De vraag is of dit ereteken iets is om trots op
te zijn. Een vraag die zeer zeker in de toekomst
nogal verschillend zal worden beoordeeld"
Eerst in '88 werd er te Roermond een monument op
gericht ter nagedachtenis van de in Indonesië gesneu
velde militairen. In de zuilengalerij zijn 5843 namen
gegrift. Tijdens de bijeenkomst bij het monument op
7 september 1990 werd door de oud-minister van
defensie, de heer Ter Beek gezegd:
„Bijzondere namen toen. omdat zij in opdracht
van de Nederlandse samenleving de verschrik
king van het oorlogsgeweld ingingen. Nu.
omdat zij hij de uitvoering van die opdracht het
hoogste offer hehhcn gebracht wat een mens
gegeven is te brengen. Lang, te lang zijn zij in
ons land naamloos gebleven".
Inmiddels zijn we 5 jaar verder en wordt het idee ge
opperd een politiek debat over het Indic-beleid te
houden. Volgens de voorzitter van de Tweede Kamer,
de heer Deetman, hoeft zo'n discussie niet uit te mon
den in een afkeuring van het toendertijd gevoerde
beleid, want zo merkte hij op:
.Afkeuring is een politiek zwaar geladen term.
Wc zouden wel tot erkenning kunnen komen
dat het beter gekund had".
Dit is m.i. wel zeer eufemistisch uitgedrukt, want zeer
zeker achteraf weten wc dat het beter gekund had.
Na al het politiek geharrewar in de jaren'45/'49 kan
wat mij betreft een nieuwe politieke discussie achter
wege blijven. Het gevaar is immers niet denkbeeldig
dat er in zo'n discussie meer aandacht besteed zal
worden aan het optreden van het leger en met meer
nadruk op de excessen (die er helaas ook zijn
geweest) dan op het feit dat veel Indonesiërs, Indo-
Europeanen en niet te vergeten Chinezen hun leven te
danken hebben aan het ingrijpen van de strijdkrach
ten. Terwijl de rol van de toenmalige regering en poli
tici in zo'n debat naar alle waarschijnlijheid onvol
doende zal worden belicht. De Indicgangers van toen
lopen het gevaar als veteranen opnieuw een 'speel
bal' van politici te worden.
Weerzien met Indonesië
In 1991 bracht ik met mijn vrouw (de verloofde uit
het dagboek) een bezoek aan enkele Indonesische
eilanden, waaronder ook Java, dat we met een gepen
sioneerde Indonesische leraar en oud student-vrij-
heidsstrijder van west naar oost hebben doorkruist.
Reeds op de eerste avond in Jakarta spraken we over
de jaren '45/'49. Van rancuneuze gevoelens jegens
Nedcriandcrs was geen sprake. De kontakten met de
bevolking waren hartverwarmend, steeds weer op
nieuw werden wc getroffen door de vriendelijkheid
en hartelijkheid waarmee we werden begroet.
Tijdens de rondreis bezochten we diverse plaatsen
waar ik destijds gelegerd was. In Modjekcrto, waar
we het spoor bijster raakten, werden we op ons ver
zoek door de politie gebracht naar hel gebouw dat we
zochten.
In Tangoclangin staande voor een huis waar ik des
tijds enige maanden verbleef, werden we door de hui
dige bewoner en oud-vrijheidsstrijder uitgenodigd
voor een op koffie.
De Indonesiërs hebben blijkbaar afgerekend met het
verleden en het verwerkt.
We bezochten ook het bijzonder goed onderhouden
ereveld Kcmbang Kuning te Soerabaja. Als je daar na
zoveel jaar opnieuw staat voor de witte kruisen waar
op de namen staan van vroegere makkers, gaat er veel
door je heen. Een emotioneel bezoek. Daar in de
serene stilte op het ereveld temiddel van al die witte
kruisen is er opnieuw die vraag 'WAARTOE?' en
'WAAROIVI?' en ook op dat moment bleef het ant
woord uit.
Ik neem aan dat de oud-Indiëgangers veel herkend
zullen hebben en dat de 'story' ook veel herinnerin
gen heeft opgeroepen. Ik hoop dat het geheel ook
voor het toenmalige 'thuisfront' als informatiebron
heeft gediend en enig inzicht heeft verschaft in de
omstandigheden waaronder de 'jongens' hebben ver
keerd. Tot slot wil ik allen die mij via de telefoon
hebben benaderd hartelijk groeten en dankzeggen
voor de getoonde belangstelling.
Oud-Beijerland
C. L. V. d. Ree
Het is nu februari 1995 en er zijn 46 jaar ver
streken vanaf het moment dat ik scheep ging
naar de vroegere kolonie Nederlands-Indië.
Zoals ik in het 'WOORD VOORAF' schreef,
bleven de dagboeken gedurende meer dan 40
jaar in een kast liggen. Bij het lezen van de
wekelijkse publikaties in het Eilanden Nieuws
heb ik bemerkt dat veel innerlijke gevoelens
werden prijsgegeven. Angst, geloof en wellicht
nog meer ongeloof. Kritiek op de toenmalige
regering en beroepspolitici. Ik hoop dat de
lezer(es) zich gerealiseerd heeft dat de aante
keningen gemaakt werden op een leeftijd van
20 jaar en onder omstandigheden die eigenlijk
pen van de Republiek Indonesië (17 augustus 1945)
breekt meer en meer hel besef door dat de vaak on
zichtbare vijand niet alleen bestond uit 'extremisten/
terroristen', maar ook uit echte vrijheidsstrijders die
hun leven in de waagschaal stelden om de onafhanke
lijkheid van hun paradijselijk eilandenrijk te bevech
ten. De voor-ooriogse politiek en het niet tijdig op de
juiste wijze inspelen op de vrijheidsdrang van de
Indonesische intcllektuelcn na de Japanse bezetting
heeft veel jonge levens abrupt beëindigd en veel leed
veroorzaakt onder de Indonesische burgerbevolking.
Tienduizenden jonge kerels werden een '.speelbal'
van de kortzichtigheid en onwil van toenmalige
Nederlandse regering (die zelfs internationale druk
trotseerde) en van misverstanden tussen Nederlandse
en Indonesische politici.
Opvang/begeleiding
Dit is m.i. wel zeer eufemistisch uitgedrukt, want zeer
zeker achteraf weten wc dat het beter gekund had.
Na al het politiek geharrewar in de jaren'45/'49 kan
wat mij betreft een nieuwe politieke discussie achter
wege blijven. Hel gevaar is immers niet denkbeeldig
dat er in zo'n discussie meer aandacht besteed zal
worden aan het optreden van het leger en met meer
nadruk op de excessen (die er helaas ook zijn
geweest) dan op het feit dat veel Indonesiërs, Indo-
Europeanen en niet te vergeten Chinezen hun leven te
danken hebben aan het ingrijpen van de strijdkrach
ten. Terwijl de rol van de toenmalige regering en poli
tici in zo'n debat naar alle waarschijnlijheid onvol
doende zal worden belicht. De Indiëgangers van toen
lopen het gevaar als veteranen opnieuw een 'speel
bal' van politici te worden.
Teruggaafdrempel
Voor 1994 is de teruggaafdrempel voor iedereen veriaagd tot 150,-. U komt
dus gemakkerlijk dan voorheen in aanmerking voor teruggaaf van teveel betaal
de belasting en premie. Heeft u geen aangiftebiljet ontvangen en verwacht u
teruggaaf, aarzel dan niet om een T- of TJ-biljct aan te vragen.
Informatie
U kunt op diverse manieren informatie verkrijgen betreffende het (invullen van
het) biljet. Speciaal in de periode van 15 januari tot 1 april 1995 kunt u 24 uur
per dag gebruik maken van de informatiediensten van de Belastingdienst.
Op teletekst (pagina 510) vindt men dagelijks de antwoorden op de meest
gestelde vragen aan de Belasting Telefoon.
Via een pc met modem kan men informatie vinden in de videotex-dienst van de
Belastingdienst (Videotex-nct 06-7400; Digitale Stad 020-6225222).
Via de Belasting Telefoon (06-0543) kunt u meer algemene vragen aan de
Belastingdienst stellen. De Belasting Telefoon is bereikbaar tussen 08.00 en
17.(X) uur.
Uiteraard kan men ook met vragen terecht bij de accountant of de belastingcon
sulent. Wij wensen u veel succes bij het invullen.
De rubriek 'Wetjes en Weetjes' komt tot stand in samenwerking met Visser
Visser Registeraccountants te Barcndrecht en (binnenkort) Middelharnis.
Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud, aanvaardt de redaktie geen
enkele aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor de
gevolgen daarvan.
Naar een ander eiland, Java
Naar een ander eiland, Java
Wpprrïpn nipt 1nt1nnp<ii'p'