EIIAIIDEII-IIIEmi/S
Natuurontwikkeling
in de praktijk
Een kerkgracht in Sommelsdijk zal uit
particulier initiatief moeten komen
Natuurontwikkelingsplan (deel 4)
FNV Belastingservice
DE GAPENDE
AFGROMI
Studiedagen over
'Grenze(n)loze veiligheid'
Raad gaat ernst maken met de kerntaken-discussie
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
DINSDAG 7 FEBRUARI 1995
No. 6374
In oktober 1994 heeft de Vereniging
voor Natuur- en Landschapsbescherming
Goeree-Overflakkee haar natuurbeleids
plan voor Goeree-Overflakkee gepresen
teerd en aangeboden aan de bestuurders
van het eiland.
Op donderdag 16 februari a.s. geeft de
vereniging hieraan een vervolg door
middel van een forum-diskussieavond in
'het Prieel' (De Staver) te Middelhamis.
Iedereen die geïnteresseerd is in dit
onderwerp kan deze avond bijwonen en
zelf aan de diskussie over natuurontwik
keling op Goeree-Overflakkee meedoen.
In een aantal artikelen geeft de vereni
ging uitleg over wat met natuurontwik
keling bedoeld wordt en wat er allemaal
aan vast zit. Dit artikel over natuuront
wikkeling in de praktijk is het laatste
artikel in een serie van vier. De voor
gaande artikelen behandelden achtereen
volgens het Landschapsbeleidsplan, de
Ecologische Infrastruktuur en natuuront
wikkeling bij Dirksland.
De grondverwerving
Over het algemeen vindt natuurontwik
keling plaats op percelen die momenteel
in landbouwkundig gebruik zijn. De
mogelijkheden hangen dan ook mede af
van de bereidheid van de betreffende
landbouwer om zijn grond te verkopen.
Indien de natuurontwikkelingsgebieden
liggen binnen een landinrichtingsprojekt
zijn er ook mogelijkheden om door mid
del van grondruil de percelen vrij te
maken voor de natuur. De landbouwer
krijgt dan op een andere plek een perceel
toegedeeld. Zo'n ruil kan voor beide par
tijen aantrekkelijk zijn. Op Goeree-
Overflakkee is het landinrichtingsprojekt
Flakkee volop in uitvoering en wordt in
de omgeving van Ouddorp het landin
richtingsprojekt Ouddor-West voorbe
reid. Binnen deze projekten worden
diverse natuurontwikkelingsgebieden
gerealiseerd.
Voor de ontwikkeling van natuurwaar
den is het niet altijd noodzakelijk om
specifieke natuurontwikkelingsgebieden
aan te leggen. Vaak kunnen natuurwaar
den simpelweg tot ontwikkeling komen
door het achterwege laten of aanpassen
van handelingen. Een verminderd ge
bruik van chemische bestrijdingsmidde
len; het verarmen van wegbermen door
het afvoeren van het gemaaide gras; het
creëren van flauwe oevers langs water
gangen. Bij de uitvoering van kavelin-
richtingswerken en de aanleg van wegen
en waterlopen kan hiermee rekening
worden gehouden. Op deze manier is het
niet altijd nodig om extra grond te ver
werven.
De inrichting
Bij de inrichting van een natuurontwik
kelingsgebied worden de omstandighe
den gecreëerd waarbinnen de gewenste
natuurwaarden optimaal tot ontwikkeling
kunnen komen.
De inrichtingsmaatregelen kunnen sterk
uiteenlopen. Bouwland kan worden
omgevormd tot grasland. De voedselrij-
ke bovengrond kan worden afgegraven
waardoor een kruidenrijke vegetatie kan
ontstaan. Door herstel van oude kreek
tracés en verlaging van de oevers ont
staan waterrijke stroken. Het waterpeil
kan worden aangepast aan de eisen van
de natuur. Door het aanbrengen van
hoogteverschillen ontstaan lage natte
delen en meer droge plekken, waardoor
veel variatie in plant- en diersoorten ont
staat. In het open polderlandschap van
Flakkee worden natuurontwikkelingsge
bieden over het algemeen niet ingeplant
met bos, zoals vaak gedacht wordt.
Naast de funktie natuur kunnen er binnen
het natuurontwikkelingsgebied of de
daaraan grenzende gebieden andere
gebiedsfunkties voor komen die eisen
stellen aan de inrichting. Een kreek die
door een natuurgebied loopt, kan een
belangrijke funktie hebben voor de afwa
tering van de omliggende gebieden. Het
waterpeil kan gebonden zijn aan een
maximale hoogte om overlast te voorko
men voor omliggende landbouwkavels
of bebouwing. Soms moeten maatrege
len genomen worden om wederzijdse
overlast tussen landbouw en natuur te
voorkomen. Goed overleg tussen de
diverse belanghebbenden is noodzakelijk
om tot een evenwichtige inrichting te
komen.
Een ander belangrijk aspekt bij de inrich
ting is de mate waarin het gebied wordt
opengesteld voor bijvoorbeeld wande
laars en fietsers. Afhankelijk van de
funktie van het gebied en de kwetsbaar
heid van de aanwezige natuurwaarden,
kunnen hier voorzieningen voor worden
aangelegd. Gedacht kan worden aan het
plaatsen van informatieborden en de aan
leg van fiets-, wandel- en ruiterpaden. In
gebieden waar veel vogels voorkomen
kan een zogenaamde vogelkijkhut wor
den gemaakt.
Het eigendom en beheer
Een namurontwikkelingsgebied inrichten
is niet meer dan het scheppen van voor
waarden waarbinnen de natuur tot ont
wikkeling kan komen. Het zou mooi zijn
als er na het scheppen van de gewenste
voorwaarden niet meer ingegrepen hoeft
te worden in het ontwikkelingsproces. In
de praktijk blijkt echter dat enige vorm
van beheer noodzakelijk is om de
gewenste waarden te verkrijgen en te
handhaven.
Wanneer er plannen voor natuurontwik-
kelingsprojekten worden gemaakt is het
uiteraard van belang dat van te voren
geregeld is wie het eigendom en het
beheer van deze gebieden op zich zal
nemen.
Als natuurontwikkeling wordt gekombi-
neerd met andere werken, zoals de aan
leg van wegen en waterlopen, mag wor
den aangenomen dat de eigenaar van de
weg of de waterloop het beheer zodanig
zal aanpassen dat de aanwezige natuur
waarden tot ontwikkeling kunnen komen
en worden gehandhaafd. Indien grotere
gebieden van funktie veranderen omwil
le van natuurontwikkeling is het wense
lijk dat het eigendom en het beheer van
die gebieden in handen komt van een
natuurbeherende instantie, zoals het
Zuidhollands Landschap, de Vereniging
Natuurmonumenten of het Staatsbosbe
heer.
Het beheer is er in de eerste plaats op
gericht om de voor dat gebied ten doel
gestelde natuurwaarden te ontwikkelen.
Gaandeweg kan het nodig zijn om het
beheer aan te passen. De natuur laat zich
echter niet zomaar sturen. Soms is het
daarom nodig dat de doelstelling wordt
bijgesteld.
De beheersmaatregelen kunnen worden
uitgevoerd door de inzet van mensen en
machines. In een natuurlij proces ligt het
echter meer voor de hand om te zoeken
naar de mogelijkheden voor de inzet van
dieren. Voor Goeree-Overflakkee is dat
niet nieuw meer. In de buitendijkse
natuurgebieden worden al geruime tijd
runderen en paarden ingezet om het
gebied te begrazen. Ook schapen kunnen
voor dit doel worden gebruikt.
Evenals bij de inrichting dient ook bij
het beheer van de gebieden rekening
gehouden te worden met andere funkties
in en om het natuurontwikkelingsgebied.
De inzet van runderen ten behoeve van
begrazing geeft beperkingen voor fiet
sers en wandelaars. Kreken die een
belangrijke funktie behouden voor de
water aan- en afvoer, zullen periodiek
moeten worden uitgediept. Het is daarbij
wenselijk dat het waterschap en de
natuurbeheerder gezamenlijk zoeken
naar een uitvoeringswijze waarbij de
natuur gespaard blijft.
De voorlichting
De ruime aandacht die natuurontwikke
ling momenteel krijgt is ondermeer een
gevolg van een maatschappelijke wense.
Kennelijk vinden veel mensen het
belangrijk d^t de natuur een onderdeel
moet blijven vormen van het landelijk
gebied. Het is dan ook de bedoeling om
de Flakkeese bevolking nadrukkelijk te
betrekken bij de planvorming rond
natuurontwikkeling op Goeree-Overflak
kee.
De Vereniging voor Natuur- en Land
schapsbescherming nodigt u daarom uit
om op 16 februari a.s. voor een forum-
diskussieavond in 'het Prieel', een ont
vangstruimte in het recreatiecentrum 'De
Staver', Olympiaweg 32 te Middelhar-
nis, aanvang 20.00 uur.
Leden van de bij de FNV aangeslo
ten bonden kunnen ook dit jaar
weer hun belastingformulieren
gratis laten invullen.
Jaarlijks maken enkele honderden leden
op Goeree-Overflakkee van deze gele
genheid gebruik.
De formulieren worden ingevuld door
deskundige leden van de FNV. Deze in
vullers doen hun werk op vrijwillige
basis. Om goed op de hoogte te blijven
van de regelmatige 'vereenvoudigingen'
in het belastingstelsel ontvangen de in
vullers jaarlijks in de wintermaanden een
intensieve bijscholing.
Zij, die gebruik willen maken van deze
FNV-service worden verzocht kontakt
op te nemen met de heer A. Stadhouders,
coördinator voor de belastingservice.
Met de heer Stadhouders kunt u dage
lijks tussen 10.00 en 20.00 uur een af
spraak maken voor het bezoeken van een
invulavond.
De invulavonden worden in maart geor
ganiseerd in zeven plaatsen op het
eiland.
Het telefoonnummer van de heer Stad
houders is (01870) 83493 (tussen 10.00
en 20.00 uur).
Op 14 februari houdt de Gereformeerde
Vrouwenbond (GVB) haar jaarlijkse stu
diedag in de provincie Zuid-Holland.
Deze wordt gehouden in het CJMV-ge-
bouw. Burg. de Raadtsingel 25 te Dor
drecht. De bedoeling van deze dag is om
met elkaar in gesprek te komen over het
onderwerp van de inleiding.
Dit houdt verband met het landelijke
werkthema: 'Grenze(n)loze veiligheid'.
Het onderwerp in Dordrecht is 'Jona,
duif of douane.en wordt ingeleid door
mevr. H. Pasma.
De studiedag begint om 10.30 uur en
wordt om 15.30 uur beëindigd. Alle be
langstellenden, zowel leden als niet-
leden van de GVB, zijn op 14 februari
van harte welkom in Dordrecht.
Niet dat wethouder mevr. van Eek de aanbieding al deze week tegemoet
ziet, zó stevig gelooft ze d'r nou ook weer niet in, maar 't zou toch kunnen
zijn dat zich ergens ter wereld een oud-Sommelsdijker herinnert hoe hij
vroeger, aan de bretels van z'n korte broek, uit de kerkgracht is gevist en
dat'ie 't maar niks vindt dat die mooie gracht nadien gedempt is?
Dat'ie zelfs een cheque uitschrijft om dat
sfeervolle dorpsbeeld terug te halen;
alleen bij zo'n mirakel kan dat werkelijk
heid worden. "Wie weet welk rijk per
soon daarvoor geld-, misschien wel het
hele bedrag beschikbaar stelt", zo
droomde, donderdagavond ter raadsver
gadering, mevr. van Eek haar droom.
Het weer aanleggen van de kerkgracht
die ergens in de twintiger jaren werd
gedempt, is technisch mogelijk, de res
tanten van de muren zijn gevonden en 't
zou een vervolmaking zijn van de dorps
vernieuwing die in maart gaat beginnen,
maar het geld ontbreekt ervoor.
Bij geruchte heeft mevr. van Eek
gehoord dat er uit de bevolking mis
schien aktie komt, het zou de raad in elk
geval zeer plezieren, 't Moet een illusie
worden beschouwd dat er uit het
beschikbare krediet nog geld over zou
schieten. De P.v.d.A-fractie zou het ook
dan niet aan de kerkgracht willen beste
den: "We zijn overigens niet tegen het
weer terug brengen van de kerkgracht,
wel tegen het besteden van geld daar
aan", maakte dhr. du Pree duidelijk.
Vastgesteld
Het dorpsvernieuwingsplan werd deze
avond door de raad vastgesteld. Over een
aantal zaken zal - in werkgroepverband
- nog met de bewoners worden gespro
ken, over het parkeren b.v. en over de
inbreilocaties, het bouwen van woningen
op lege hoeken, maar de mogelijkheid
daartoe zal sterk afhangen van de mede
werking van belanghebbenden, er zal in
geen geval grond onteigend worden.
De te vormen werkgroep, met uit elk van
de straten één lid, zal op 24 februari door
gedeputeerde mevr. Blok worden geïn
stalleerd.
Nader zal ook nog gesproken worden
over de suggestie met name op de W.
Achterweg een 30 km zone in te stellen
en sommigen, onder wie dhr. v. d.
Ketterij, vroegen zich af of de raad daar
wel voldoende bij betrokken zal worden.
Dhr. W. v. d. Kamp (lijst Hoogzand)
vond het allemaal te vrijblijvend. Hij had
gewild dat door het College anders was
gereageerd op de bezorgdheid en hier en
daar zelfs de afkeuring die uit de bevol
king was gehoord maar hij trof daar in
het college weinig van terug: "typisch de
handelswijze van dit college", mokte
dhr. V. d. Kamp en hij vond het "heel
treurig", zo treurig dat de fractie besloot
niet met dit voorstel accoord te gaan:
"hoe graag we ook aan het dorpsvemieu-
wingsplan meewerken", liet dhr. v. d.
Kamp weten.
Wat vraagtekens ook bij dhr. L.
Vroegindeweij, ook hij zag in het voor
stel weinig van de bedenkingen uit de
burgerij terug, al begreep hij dat het
gesprokene op de informatieavond niet
als bezwaarschriften behoeven aange
merkt, maar dhr. Vroegindeweij ver
klaarde z'n fractie niettemin accoord.
Programma/diskussiepunten zijn aan de
zaal verkrijgbaar, men dient een Bijbel,
liedboek en lunchpakket mee te nemen.
Koffie/thee en eventueel soep zijn voor
eigen rekening.
Aanmelding zo mogelijk tot twee weken
vóór de studiedag bij het landelijke bu
reau van de GVB te Baarn, tel. (02154)
13366 (maandag tot donderdag van 9 tot
12 uur). Hier kan men ook informatie
over de andere studiedagen krijgen.
't Was tijd voor wat meer optimisme en
daar zorgde dhr. v. d. Berg (VDB) voor.
Hij was er wél van overtuigd dat het col
lege bij de uitvoering rekening houdt met
de uit de burgerij gehoorde bezwaren.
Dhr. V. d. Berg zag geen enkele reden
om te twijfelen aan een goede uitvoering
en onbegrijpelijk vond hij het dat
iemand, een fractie, geen medewerking
zou verlenen, maar toch gebeurde dat.
Dhr. V. d. Kamp had in het voorstel lie
ver meer definitieve elementen gezien, 't
lijkt hem nu dat teveel aan 't goed ver
trouwen op het college moet worden
overgelaten. Geen verschil van mening
b.v. over het vernieuwen van de riole
ring, maar dat acht v. d. Kamp ook veel
meer een zaak van achterstallig onder
houd dan van dorpsvernieuwing te zijn.
"Heel erg jammer", vond mevr. van Eek
het dat lijst Hoogzand z'n medewerking
onthield, de Raadspartij die toch erg
betrokken is op Sommelsdijk.
Reg. hulpverlening
De begroting '95 én de meerjarenbegro-
ting van de gemeenschappelijke regeling
Regionale Hulpverleningsdienst Rotter
dam-Rijnmond joeg de raad nogal wat
schrik aan.
„'t Wordt toch niet een tweede Binnen
hof?" waagde het dhr. v. d. Berg te zeg
gen n.a.v. het miljoenentekort dat door
de deelnemende gemeenten zal moeten
worden bijgepast. Het jaarlijks bedrag
per inwoner wordt van 2,20 naar 3,30
verhoogd en die verhoging lijkt structu
reel te zijn. "Een diep treurige situatie",
zei dhr. C. Quist ervan en kwalijk vond
hij het dat het bestuur zo weinig zicht
heeft gehad op de actuele situatie dat
deze overschrijding plaats kon vinden.
"Bezorgdheid" werd ook door dhr.
Hutink (CDA) uitgesproken en zo deed
dhr. Hooijman (PvdA), daarin gevolgd
door dhr. L. Vroegindeweij waarna dhr.
V. d. Berg de terminologie wat verzwaar
de en z'n "ongenoegen" uitsprak.
"Zorgwekkend" werd het door de voorz.
burg. mevr. Sleurink genoemd, en na
tuurlijk had er een betere controle moe
ten zijn.
Beide direkteuren werden vorig jaar juni
op nonactief gesteld en in de nieuwe
opzet komt de leiding in één hand.
Dhr. Quist zou 't voor 't vervolg wel
weten, elke begrotingswijziging die een
nieuwe verhoging zou veroorzaken vol
ledig afwimpelen, maar daarin ziet dhr.
Quist voorbij aan de verplichtingen die
deelname aan een gemeenschappelijke
regeling aan de deelnemers stelt. De ver
hoging moest dan ook worden geslikt.
Kerntaken-discussie
Om vast te stellen wat wél en wat niet tot
de wezenlijke taken van de gemeente
dient te worden gerekend dient een kern
taken-discussie te worden gehouden.
Het krapper worden van de financieele
middelen heeft daar alles mee te maken.
De raad was het helemaal eens met het
instellen van een commissie kerntaken
die niet het college, maar die de raad
gaat adviseren. Weth. Slootweg stelde
dat nadrukkelijk vast, het is de raad die
de discussie zal voeren. "Het wordt snij
den in eigen vlees", voorzag dhr. v. d.
Ketterij met het vermoeden dat dat pijn
lijk zal zijn.
Tot leden van de commissie werden
benoemd, weth. Slootweg, dhr. Hol-
leman, Hutink, Quist, Vroegindeweij,
Hooijman ("Ik sta te popelen") en dhr.
V. d. Berg.
Gem. regeling "Binnenhof"
De nieuwe gemeenschappelijke regeling
voor het Werkvoorzieningsschap
"Binnenhof', door de overige 3 eilande-
lijke gemeenten al vastgesteld, kreeg in
Middelhamis' raad nogal wat bespreking,
daarom ook omdat het college had ver
zuimd de nieuwe regeling in de
betreffende raadscommissie te bespre
ken: "ongehoord", verweet dhr. Rijvers,
„een minachting van de raad". In de
nieuwe regeling ontdekte dhr. Rijvers
geen enkele garantie dat het voortaan
bestuurlijk beter zal gaan en hij had in de
regeling dan ook geen enkel vertrouwen.
Zo dacht ook dhr. Hooijman, „geen en
kele waarborg om verliezen te voorko
men", vond ook hij en hij durfde er dan
ook nauwelijks politieke verantwoorde
lijkheid voor te nemen.
Toch zou het alleen VDB blijken te zijn
die tenslotte niet met de regeling in zou
stemmen. Met 15-2 werd die aangeno
men.
Nieuwe Prutweg
Een krediet van 200.000,- werd gevo-
teerd voor de aanleg van een nieuwe, 6
mtr. brede weg, naast de Prutweg te
Sommelsdijk.
Laatstgenoemde zal in het kader van de
uitvoering van de ruilverkaveling 'Flak
kee' aan het verkeer worden onttrokken,
maar dan zal de nieuwe weg gereed zijn.
Waterschap en ruilverkaveling betalen
140.000,- mee aan de nieuwe weg.
Tot dusver was het de bedoeling dat het
landbouwverkeer naar en van de West-
plaatpolder gebruik maakt van de
Kraaijensteinsedijk, bereikbaar langs de
Kaai van Sommelsdijk, maar nu er wo
ningbouw zal komen in de Westplaat en
de Everdinapolder dient zwaar verkeer
daaruit te worden geweerd. Ook de gang
van veel groot- en landbouwverkeer door
het historisch centrum van Sommelsdijk
dient vermeden, waarom de aanleg van
een nieuwe weg langs de af te sluiten
Prutweg voor de hand ligt. De nieuwe
weg zal aansluiten op de aan te leggen
Buitenlaan, de rondweg om het bestem
mingsplan Westplaat.
Landbouwverkeer past niet alleen niet in
de nieuwe woonwijken, evenmin passen
de brede en zware machines en voertui
gen in de nieuwe profielen van de Kaai
en de beide Krakeelstraten waarin voor
zieningen komen die het verkeer tot
matiging zullen dwingen.
De raad onderschreef de argumenten die
voor de aanleg van de nieuwe weg plei
ten, weth. Tiggelman was de enige die
zich niet met het voorstel kon verenigen.
Dhr. Hutink (CDA) was een van de in-
stemmers: ,,zo'n kans krijg je nooit
meer", zei hij over de bijdrage van
Waterschap en ruilverkaveling en na
vraag door het College had inderdaad ge
leerd dat het aanbod éénmalig is.
Instemming ook van de fraktie lijst Hoog
zand, hoezeer ook gekant tegen bebou
wing in de Everdinapolder. Ook geen be
wonderaar van de Westplaatplannen is
dhr. V. d. Berg (VDB), maar het voorstel
kreeg niettemin zijn instemming. Wel
vond hij dat de kosten van aanleg op de
Westplaat moeten drukken en niet, zoals
het College voorstelde voor de helft op
de Westplaat en de andere helft uit het
fonds stadsuitbreiding.
Een korte dialoog tenslotte tussen weth.
van Eek en dhr. v. d. Kamp. Die laatste
had al tien jaar geleden op de noodzaak
van een nieuwe weg gewezen:
„We zijn misschien wat hardleers, maar
op termijn luisteren we dan toch", aldus
mevr. van Eek, waarop dhr. v. d. Kamp
snel repliceerde: „pas achteraf blijkt dat
iemand een vooruitziende blik heeft ge
had".
VQrhBBf uit (h&êrstejBmn
MididemaiM zending
-18-
Het zou dus onzin zijn, eerst naar een
andere stad te gaan".
Aanstond zette Marie Rotterdam uit haar
gedachten. Dat mens wist het.
„Ik dacht, dat je nooit meer kwam", zei
Sien. „Lieve stumperd, wat heeft het wijf
jou allemaal gezegd?"
Marie gaf niet direkt antwoord, vervuld
als zij nog was van het gehoorde.
„Ben je stom soms?"
„Hoe kun je nu in die tent praten! Geloof
jij, wat dat mens zegt?" vroeg Marie.
Een behoorlijk gesprek was niet moge
lijk, want het was op 't marktplein nög voller
geworden, 't Lawaai was vreselijk.
Eerst veel later kwam Sien er op terug. Zij zaten
toen in een stille straat in een café, haar dorst les
send. Enige jongelingen uit de stad trachtten een
gesprek aan te knopen, maar Marie hield hen op
een afstand, zeer tot ongenoegen van Sien.
„Dat wijf vertelt zoveel van tegenwoordig en zij
kent ons toch niet, dat je wel moet geloven, wat ze
van de toekomst zegt. En dat leest ze alles uit de
hand. 't Is casuweel. Was het bij jou ook zo?"
„Ja, je kunt wel geloven, wat zij zegt".
„Nou, ik zal over een paar jaar trouwen met een
boer en veel kinderen krijgen. Maar dan zal er ook
een wolk komen, 'k Weet niet, wat ze daarmee be
doelt. Nou we zullen wel zien. Ik trouwen met een
boer! Ha, ha! Ik weet nauwelijks het verschil tus
sen een paard en een koe! Je moet wel geloven,
wat het mens zegt, maar hoe dat zal gaan? Enfin,
wie dan leeft, wie dan zorgt. Wat heeft ze jou
voorspeld?"
„Van alles en nog wat", zei Marie gereserveerd.
Zij had zich voorgenomen, zo weinig mogelijk uit
te laten, want die Sien was zo'n weergaloze klets.
„Dat ik niet op het dorp zal blijven. Nou, dat is
geen nieuws. Ik ben immers van plan weg te
gaan?"
„Zal jij soms ook trouwen? Dat zal wel. Met wie?
Niet met een boer, als je naar een stad gaat".
„Ze heeft neit gezegd, met wie of wat. Ook niet
wanneer. Je kunt er eigenlijk niet goed wijs uit
worden", meende Marie met voorgewende onver
schilligheid.
„'k Was eerst wat onder de indruk, maar het kan
me nu niet meer schelen", verzekerde Sien. „Het
kwartje is misschien weggegooid, maar het is
gelukkig niet veel". Marie vond het kwartje niet
weggesmeten. Ze had wel tien gulden voor het
consult willen betalen, als ze die bezeten had.
Ze had immers een blik in de toekomst geworpen?
Gemakkelijk, als je dat wist. Ze kon er rekening
mee houden.
Nu moest zij gaan aanpakken.
Al sputterde moeder nög zo tegen, het volgend
voorjaar ging zij naar de stad.
HOOFDSTUK 8
We hebben nog een half uurtje", zei
Horringa. En hij presenteerde zijn beide
bezoekers, die straks met hem op stap
zouden gaan, een sigaar, terwijl zijn vrouw voor
de thee zorgde.
Horringa was zichtbaar ouder geworden sinds hij
voor het eerst zijn intrede in de stad had gedaan,
om er het werk aan te vatten.
Hij had dan ook zware jaren achter de rug. De te
leurstellingen waren hem niet bespaard gebleven.
Het scheen zelfs een enkele maal, alsof hij de
arbeid staken moest. De kring van medewerkers
dunde, toen er aanvankelijk zo weinig resultaat
werd gezien. Hij had te kampen gehad met finan
ciële moeilijkheden. Zijn eigenlijk niet toereikend
salaris was soms laat uitbetaald, omdat de midde
len in de kas ontbraken. Zeer tegen zijn zin had hij
zijn bepaalde nood geklaagd aan een Christen, rijk
met aardse middelen gezegend. En die had hem
toen blijmoedig geholpen. En later nog eens. Dat
was weer een verademing geweest, een oase in de
woestijn.
Het werk op straat viel niet mee. Met spot en hoon
waren hij en zijn helpers, postend voor de publieke
huizen, overladen. Meermalen waren, in het holle
van de nacht, harde voorwerpen uit die wonin^^en
naar hun hoofd geslingerd. Er ontstonden weleens
kleine relletjes. En het merkwaardige was, dat de
bewoners uit de buurt partij trokken voor de bor
deelhouders, hoewel zij met deze toch niets had
den uit te staan en niet het minste voordeel uit hun
luguber bedrijf trokken.
't Was aanvankelijk ook merkbaar geweest, dat de
burgemeester vrij onverschillig tegenover het werk
van de Middemachtzending stond. Dat was de po
litie ook wel bekend, zodat hij van haar niet de
minste medewerking had ondervonden, al was de
commissaris hem dan ook gezind. Hij mocht dank
baar zijn, dat de politie hem niet tegenwerkte.
Het meest had Horringa evenwel diep gegriefd en
teleurgesteld, dat in eigen kring het enthousiasme
ging bekoelen. Aanvankelijk was er alle medewer
king. Enkele uitstekend bezochte, grote openbare
vergaderingen waren er belegd. Het publieke ge
weten was wakker geschud. Adressen waren aan
de gemeenteraad gericht, met het dringend ver
zoek, de gereglementeerde prostitutie in de stad op
te heffen, maar in de verste verte was geen meer
derheid verkregen. Het college van burgemeester
en wethouders stond er afwijzend tegenover, wel
wetend, zodoende ook te handelen in de geest van
de raad.
Omdat geen resultaten, tenminste geen tastbare re
sultaten, werden gezien, verkilde de belangstel
ling. Slechts enkele getrouwen hield Horringa
over, die bijna avond aan avond met hem op stap
togen en meermalen voorkwamen, dat een jonge
man of een getrouwd man een publiek huis bin
nenging, om ziel en lichaam te verderven.
Toen was er na een periode van inzinking weer
een opleving gevolgd. Enkele jonge predikanten
verleenden krachtdadige steun. Eén van hen deed
hetzelfde, wat dominee Talma in Arnhem verricht
te: hij trok er mee op uit en postte, welk voorbeeld
aanstekelijk werkte.
In de raad was zeer langzaam een kentering geko
men, ook al door het feit, dat elders de publieke
huizen werden verboden. En toen er een nieuwe
burgemeester kwam, die, hoewel van liberale
huize, het systeem der gereglementeerde huizen
een schande vond, vatte Horringa weer moed. Hij
had toentertijd enkele malen een onderhoud met
de burgemeester gehad, die hem ried, krachtig te
werken en zoveel mogelijk handtekeningen te ver
zamelen onder een adres, dat aan de raad zou wor
den aangeboden. Hij zou medewerken. Een grote
vreugde had er in de kring van de werkers
geheerst, toen eindelijk de burcht gevallen was en
er, zij het met een kleine meerderheid, een over
winning in de raad werd behaald. Het raadsbesluit
had tot noodwendig gevolg gehad, dat de publieke
huizen verdwenen.
Maar daarmee was het werk van Horringa nog niet
afgelopen. Er bleven er nog verschillende clandes
tiene; Horringa kende en wist ze zeer goed. Er
werd dan ook besloten, die geregeld in het oog te
houden en er voor te posen.
Het mooie was nu ook, dat de politie als een blad
aan een boom was omgekeerd en, zo nodig, mede
werking verleende, een medewerking, die overi
gens niet vaak behoefde voor te komen, want de
houders van de clandestiene huizen hadden uiter
aard niet de minste behoefte aan gerucht.
(wordt vervolgd)