EIIAIIDEII-IIIEmi/S Natuurontwikkeling in de praktijk Een kerkgracht in Sommelsdijk zal uit particulier initiatief moeten komen Natuurontwikkelingsplan (deel 4) FNV Belastingservice DE GAPENDE AFGROMI Studiedagen over 'Grenze(n)loze veiligheid' Raad gaat ernst maken met de kerntaken-discussie VERVOLGVERHAAL 2e Blad DINSDAG 7 FEBRUARI 1995 No. 6374 In oktober 1994 heeft de Vereniging voor Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee haar natuurbeleids plan voor Goeree-Overflakkee gepresen teerd en aangeboden aan de bestuurders van het eiland. Op donderdag 16 februari a.s. geeft de vereniging hieraan een vervolg door middel van een forum-diskussieavond in 'het Prieel' (De Staver) te Middelhamis. Iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp kan deze avond bijwonen en zelf aan de diskussie over natuurontwik keling op Goeree-Overflakkee meedoen. In een aantal artikelen geeft de vereni ging uitleg over wat met natuurontwik keling bedoeld wordt en wat er allemaal aan vast zit. Dit artikel over natuuront wikkeling in de praktijk is het laatste artikel in een serie van vier. De voor gaande artikelen behandelden achtereen volgens het Landschapsbeleidsplan, de Ecologische Infrastruktuur en natuuront wikkeling bij Dirksland. De grondverwerving Over het algemeen vindt natuurontwik keling plaats op percelen die momenteel in landbouwkundig gebruik zijn. De mogelijkheden hangen dan ook mede af van de bereidheid van de betreffende landbouwer om zijn grond te verkopen. Indien de natuurontwikkelingsgebieden liggen binnen een landinrichtingsprojekt zijn er ook mogelijkheden om door mid del van grondruil de percelen vrij te maken voor de natuur. De landbouwer krijgt dan op een andere plek een perceel toegedeeld. Zo'n ruil kan voor beide par tijen aantrekkelijk zijn. Op Goeree- Overflakkee is het landinrichtingsprojekt Flakkee volop in uitvoering en wordt in de omgeving van Ouddorp het landin richtingsprojekt Ouddor-West voorbe reid. Binnen deze projekten worden diverse natuurontwikkelingsgebieden gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van natuurwaar den is het niet altijd noodzakelijk om specifieke natuurontwikkelingsgebieden aan te leggen. Vaak kunnen natuurwaar den simpelweg tot ontwikkeling komen door het achterwege laten of aanpassen van handelingen. Een verminderd ge bruik van chemische bestrijdingsmidde len; het verarmen van wegbermen door het afvoeren van het gemaaide gras; het creëren van flauwe oevers langs water gangen. Bij de uitvoering van kavelin- richtingswerken en de aanleg van wegen en waterlopen kan hiermee rekening worden gehouden. Op deze manier is het niet altijd nodig om extra grond te ver werven. De inrichting Bij de inrichting van een natuurontwik kelingsgebied worden de omstandighe den gecreëerd waarbinnen de gewenste natuurwaarden optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. De inrichtingsmaatregelen kunnen sterk uiteenlopen. Bouwland kan worden omgevormd tot grasland. De voedselrij- ke bovengrond kan worden afgegraven waardoor een kruidenrijke vegetatie kan ontstaan. Door herstel van oude kreek tracés en verlaging van de oevers ont staan waterrijke stroken. Het waterpeil kan worden aangepast aan de eisen van de natuur. Door het aanbrengen van hoogteverschillen ontstaan lage natte delen en meer droge plekken, waardoor veel variatie in plant- en diersoorten ont staat. In het open polderlandschap van Flakkee worden natuurontwikkelingsge bieden over het algemeen niet ingeplant met bos, zoals vaak gedacht wordt. Naast de funktie natuur kunnen er binnen het natuurontwikkelingsgebied of de daaraan grenzende gebieden andere gebiedsfunkties voor komen die eisen stellen aan de inrichting. Een kreek die door een natuurgebied loopt, kan een belangrijke funktie hebben voor de afwa tering van de omliggende gebieden. Het waterpeil kan gebonden zijn aan een maximale hoogte om overlast te voorko men voor omliggende landbouwkavels of bebouwing. Soms moeten maatrege len genomen worden om wederzijdse overlast tussen landbouw en natuur te voorkomen. Goed overleg tussen de diverse belanghebbenden is noodzakelijk om tot een evenwichtige inrichting te komen. Een ander belangrijk aspekt bij de inrich ting is de mate waarin het gebied wordt opengesteld voor bijvoorbeeld wande laars en fietsers. Afhankelijk van de funktie van het gebied en de kwetsbaar heid van de aanwezige natuurwaarden, kunnen hier voorzieningen voor worden aangelegd. Gedacht kan worden aan het plaatsen van informatieborden en de aan leg van fiets-, wandel- en ruiterpaden. In gebieden waar veel vogels voorkomen kan een zogenaamde vogelkijkhut wor den gemaakt. Het eigendom en beheer Een namurontwikkelingsgebied inrichten is niet meer dan het scheppen van voor waarden waarbinnen de natuur tot ont wikkeling kan komen. Het zou mooi zijn als er na het scheppen van de gewenste voorwaarden niet meer ingegrepen hoeft te worden in het ontwikkelingsproces. In de praktijk blijkt echter dat enige vorm van beheer noodzakelijk is om de gewenste waarden te verkrijgen en te handhaven. Wanneer er plannen voor natuurontwik- kelingsprojekten worden gemaakt is het uiteraard van belang dat van te voren geregeld is wie het eigendom en het beheer van deze gebieden op zich zal nemen. Als natuurontwikkeling wordt gekombi- neerd met andere werken, zoals de aan leg van wegen en waterlopen, mag wor den aangenomen dat de eigenaar van de weg of de waterloop het beheer zodanig zal aanpassen dat de aanwezige natuur waarden tot ontwikkeling kunnen komen en worden gehandhaafd. Indien grotere gebieden van funktie veranderen omwil le van natuurontwikkeling is het wense lijk dat het eigendom en het beheer van die gebieden in handen komt van een natuurbeherende instantie, zoals het Zuidhollands Landschap, de Vereniging Natuurmonumenten of het Staatsbosbe heer. Het beheer is er in de eerste plaats op gericht om de voor dat gebied ten doel gestelde natuurwaarden te ontwikkelen. Gaandeweg kan het nodig zijn om het beheer aan te passen. De natuur laat zich echter niet zomaar sturen. Soms is het daarom nodig dat de doelstelling wordt bijgesteld. De beheersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door de inzet van mensen en machines. In een natuurlij proces ligt het echter meer voor de hand om te zoeken naar de mogelijkheden voor de inzet van dieren. Voor Goeree-Overflakkee is dat niet nieuw meer. In de buitendijkse natuurgebieden worden al geruime tijd runderen en paarden ingezet om het gebied te begrazen. Ook schapen kunnen voor dit doel worden gebruikt. Evenals bij de inrichting dient ook bij het beheer van de gebieden rekening gehouden te worden met andere funkties in en om het natuurontwikkelingsgebied. De inzet van runderen ten behoeve van begrazing geeft beperkingen voor fiet sers en wandelaars. Kreken die een belangrijke funktie behouden voor de water aan- en afvoer, zullen periodiek moeten worden uitgediept. Het is daarbij wenselijk dat het waterschap en de natuurbeheerder gezamenlijk zoeken naar een uitvoeringswijze waarbij de natuur gespaard blijft. De voorlichting De ruime aandacht die natuurontwikke ling momenteel krijgt is ondermeer een gevolg van een maatschappelijke wense. Kennelijk vinden veel mensen het belangrijk d^t de natuur een onderdeel moet blijven vormen van het landelijk gebied. Het is dan ook de bedoeling om de Flakkeese bevolking nadrukkelijk te betrekken bij de planvorming rond natuurontwikkeling op Goeree-Overflak kee. De Vereniging voor Natuur- en Land schapsbescherming nodigt u daarom uit om op 16 februari a.s. voor een forum- diskussieavond in 'het Prieel', een ont vangstruimte in het recreatiecentrum 'De Staver', Olympiaweg 32 te Middelhar- nis, aanvang 20.00 uur. Leden van de bij de FNV aangeslo ten bonden kunnen ook dit jaar weer hun belastingformulieren gratis laten invullen. Jaarlijks maken enkele honderden leden op Goeree-Overflakkee van deze gele genheid gebruik. De formulieren worden ingevuld door deskundige leden van de FNV. Deze in vullers doen hun werk op vrijwillige basis. Om goed op de hoogte te blijven van de regelmatige 'vereenvoudigingen' in het belastingstelsel ontvangen de in vullers jaarlijks in de wintermaanden een intensieve bijscholing. Zij, die gebruik willen maken van deze FNV-service worden verzocht kontakt op te nemen met de heer A. Stadhouders, coördinator voor de belastingservice. Met de heer Stadhouders kunt u dage lijks tussen 10.00 en 20.00 uur een af spraak maken voor het bezoeken van een invulavond. De invulavonden worden in maart geor ganiseerd in zeven plaatsen op het eiland. Het telefoonnummer van de heer Stad houders is (01870) 83493 (tussen 10.00 en 20.00 uur). Op 14 februari houdt de Gereformeerde Vrouwenbond (GVB) haar jaarlijkse stu diedag in de provincie Zuid-Holland. Deze wordt gehouden in het CJMV-ge- bouw. Burg. de Raadtsingel 25 te Dor drecht. De bedoeling van deze dag is om met elkaar in gesprek te komen over het onderwerp van de inleiding. Dit houdt verband met het landelijke werkthema: 'Grenze(n)loze veiligheid'. Het onderwerp in Dordrecht is 'Jona, duif of douane.en wordt ingeleid door mevr. H. Pasma. De studiedag begint om 10.30 uur en wordt om 15.30 uur beëindigd. Alle be langstellenden, zowel leden als niet- leden van de GVB, zijn op 14 februari van harte welkom in Dordrecht. Niet dat wethouder mevr. van Eek de aanbieding al deze week tegemoet ziet, zó stevig gelooft ze d'r nou ook weer niet in, maar 't zou toch kunnen zijn dat zich ergens ter wereld een oud-Sommelsdijker herinnert hoe hij vroeger, aan de bretels van z'n korte broek, uit de kerkgracht is gevist en dat'ie 't maar niks vindt dat die mooie gracht nadien gedempt is? Dat'ie zelfs een cheque uitschrijft om dat sfeervolle dorpsbeeld terug te halen; alleen bij zo'n mirakel kan dat werkelijk heid worden. "Wie weet welk rijk per soon daarvoor geld-, misschien wel het hele bedrag beschikbaar stelt", zo droomde, donderdagavond ter raadsver gadering, mevr. van Eek haar droom. Het weer aanleggen van de kerkgracht die ergens in de twintiger jaren werd gedempt, is technisch mogelijk, de res tanten van de muren zijn gevonden en 't zou een vervolmaking zijn van de dorps vernieuwing die in maart gaat beginnen, maar het geld ontbreekt ervoor. Bij geruchte heeft mevr. van Eek gehoord dat er uit de bevolking mis schien aktie komt, het zou de raad in elk geval zeer plezieren, 't Moet een illusie worden beschouwd dat er uit het beschikbare krediet nog geld over zou schieten. De P.v.d.A-fractie zou het ook dan niet aan de kerkgracht willen beste den: "We zijn overigens niet tegen het weer terug brengen van de kerkgracht, wel tegen het besteden van geld daar aan", maakte dhr. du Pree duidelijk. Vastgesteld Het dorpsvernieuwingsplan werd deze avond door de raad vastgesteld. Over een aantal zaken zal - in werkgroepverband - nog met de bewoners worden gespro ken, over het parkeren b.v. en over de inbreilocaties, het bouwen van woningen op lege hoeken, maar de mogelijkheid daartoe zal sterk afhangen van de mede werking van belanghebbenden, er zal in geen geval grond onteigend worden. De te vormen werkgroep, met uit elk van de straten één lid, zal op 24 februari door gedeputeerde mevr. Blok worden geïn stalleerd. Nader zal ook nog gesproken worden over de suggestie met name op de W. Achterweg een 30 km zone in te stellen en sommigen, onder wie dhr. v. d. Ketterij, vroegen zich af of de raad daar wel voldoende bij betrokken zal worden. Dhr. W. v. d. Kamp (lijst Hoogzand) vond het allemaal te vrijblijvend. Hij had gewild dat door het College anders was gereageerd op de bezorgdheid en hier en daar zelfs de afkeuring die uit de bevol king was gehoord maar hij trof daar in het college weinig van terug: "typisch de handelswijze van dit college", mokte dhr. V. d. Kamp en hij vond het "heel treurig", zo treurig dat de fractie besloot niet met dit voorstel accoord te gaan: "hoe graag we ook aan het dorpsvemieu- wingsplan meewerken", liet dhr. v. d. Kamp weten. Wat vraagtekens ook bij dhr. L. Vroegindeweij, ook hij zag in het voor stel weinig van de bedenkingen uit de burgerij terug, al begreep hij dat het gesprokene op de informatieavond niet als bezwaarschriften behoeven aange merkt, maar dhr. Vroegindeweij ver klaarde z'n fractie niettemin accoord. Programma/diskussiepunten zijn aan de zaal verkrijgbaar, men dient een Bijbel, liedboek en lunchpakket mee te nemen. Koffie/thee en eventueel soep zijn voor eigen rekening. Aanmelding zo mogelijk tot twee weken vóór de studiedag bij het landelijke bu reau van de GVB te Baarn, tel. (02154) 13366 (maandag tot donderdag van 9 tot 12 uur). Hier kan men ook informatie over de andere studiedagen krijgen. 't Was tijd voor wat meer optimisme en daar zorgde dhr. v. d. Berg (VDB) voor. Hij was er wél van overtuigd dat het col lege bij de uitvoering rekening houdt met de uit de burgerij gehoorde bezwaren. Dhr. V. d. Berg zag geen enkele reden om te twijfelen aan een goede uitvoering en onbegrijpelijk vond hij het dat iemand, een fractie, geen medewerking zou verlenen, maar toch gebeurde dat. Dhr. V. d. Kamp had in het voorstel lie ver meer definitieve elementen gezien, 't lijkt hem nu dat teveel aan 't goed ver trouwen op het college moet worden overgelaten. Geen verschil van mening b.v. over het vernieuwen van de riole ring, maar dat acht v. d. Kamp ook veel meer een zaak van achterstallig onder houd dan van dorpsvernieuwing te zijn. "Heel erg jammer", vond mevr. van Eek het dat lijst Hoogzand z'n medewerking onthield, de Raadspartij die toch erg betrokken is op Sommelsdijk. Reg. hulpverlening De begroting '95 én de meerjarenbegro- ting van de gemeenschappelijke regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotter dam-Rijnmond joeg de raad nogal wat schrik aan. „'t Wordt toch niet een tweede Binnen hof?" waagde het dhr. v. d. Berg te zeg gen n.a.v. het miljoenentekort dat door de deelnemende gemeenten zal moeten worden bijgepast. Het jaarlijks bedrag per inwoner wordt van 2,20 naar 3,30 verhoogd en die verhoging lijkt structu reel te zijn. "Een diep treurige situatie", zei dhr. C. Quist ervan en kwalijk vond hij het dat het bestuur zo weinig zicht heeft gehad op de actuele situatie dat deze overschrijding plaats kon vinden. "Bezorgdheid" werd ook door dhr. Hutink (CDA) uitgesproken en zo deed dhr. Hooijman (PvdA), daarin gevolgd door dhr. L. Vroegindeweij waarna dhr. V. d. Berg de terminologie wat verzwaar de en z'n "ongenoegen" uitsprak. "Zorgwekkend" werd het door de voorz. burg. mevr. Sleurink genoemd, en na tuurlijk had er een betere controle moe ten zijn. Beide direkteuren werden vorig jaar juni op nonactief gesteld en in de nieuwe opzet komt de leiding in één hand. Dhr. Quist zou 't voor 't vervolg wel weten, elke begrotingswijziging die een nieuwe verhoging zou veroorzaken vol ledig afwimpelen, maar daarin ziet dhr. Quist voorbij aan de verplichtingen die deelname aan een gemeenschappelijke regeling aan de deelnemers stelt. De ver hoging moest dan ook worden geslikt. Kerntaken-discussie Om vast te stellen wat wél en wat niet tot de wezenlijke taken van de gemeente dient te worden gerekend dient een kern taken-discussie te worden gehouden. Het krapper worden van de financieele middelen heeft daar alles mee te maken. De raad was het helemaal eens met het instellen van een commissie kerntaken die niet het college, maar die de raad gaat adviseren. Weth. Slootweg stelde dat nadrukkelijk vast, het is de raad die de discussie zal voeren. "Het wordt snij den in eigen vlees", voorzag dhr. v. d. Ketterij met het vermoeden dat dat pijn lijk zal zijn. Tot leden van de commissie werden benoemd, weth. Slootweg, dhr. Hol- leman, Hutink, Quist, Vroegindeweij, Hooijman ("Ik sta te popelen") en dhr. V. d. Berg. Gem. regeling "Binnenhof" De nieuwe gemeenschappelijke regeling voor het Werkvoorzieningsschap "Binnenhof', door de overige 3 eilande- lijke gemeenten al vastgesteld, kreeg in Middelhamis' raad nogal wat bespreking, daarom ook omdat het college had ver zuimd de nieuwe regeling in de betreffende raadscommissie te bespre ken: "ongehoord", verweet dhr. Rijvers, „een minachting van de raad". In de nieuwe regeling ontdekte dhr. Rijvers geen enkele garantie dat het voortaan bestuurlijk beter zal gaan en hij had in de regeling dan ook geen enkel vertrouwen. Zo dacht ook dhr. Hooijman, „geen en kele waarborg om verliezen te voorko men", vond ook hij en hij durfde er dan ook nauwelijks politieke verantwoorde lijkheid voor te nemen. Toch zou het alleen VDB blijken te zijn die tenslotte niet met de regeling in zou stemmen. Met 15-2 werd die aangeno men. Nieuwe Prutweg Een krediet van 200.000,- werd gevo- teerd voor de aanleg van een nieuwe, 6 mtr. brede weg, naast de Prutweg te Sommelsdijk. Laatstgenoemde zal in het kader van de uitvoering van de ruilverkaveling 'Flak kee' aan het verkeer worden onttrokken, maar dan zal de nieuwe weg gereed zijn. Waterschap en ruilverkaveling betalen 140.000,- mee aan de nieuwe weg. Tot dusver was het de bedoeling dat het landbouwverkeer naar en van de West- plaatpolder gebruik maakt van de Kraaijensteinsedijk, bereikbaar langs de Kaai van Sommelsdijk, maar nu er wo ningbouw zal komen in de Westplaat en de Everdinapolder dient zwaar verkeer daaruit te worden geweerd. Ook de gang van veel groot- en landbouwverkeer door het historisch centrum van Sommelsdijk dient vermeden, waarom de aanleg van een nieuwe weg langs de af te sluiten Prutweg voor de hand ligt. De nieuwe weg zal aansluiten op de aan te leggen Buitenlaan, de rondweg om het bestem mingsplan Westplaat. Landbouwverkeer past niet alleen niet in de nieuwe woonwijken, evenmin passen de brede en zware machines en voertui gen in de nieuwe profielen van de Kaai en de beide Krakeelstraten waarin voor zieningen komen die het verkeer tot matiging zullen dwingen. De raad onderschreef de argumenten die voor de aanleg van de nieuwe weg plei ten, weth. Tiggelman was de enige die zich niet met het voorstel kon verenigen. Dhr. Hutink (CDA) was een van de in- stemmers: ,,zo'n kans krijg je nooit meer", zei hij over de bijdrage van Waterschap en ruilverkaveling en na vraag door het College had inderdaad ge leerd dat het aanbod éénmalig is. Instemming ook van de fraktie lijst Hoog zand, hoezeer ook gekant tegen bebou wing in de Everdinapolder. Ook geen be wonderaar van de Westplaatplannen is dhr. V. d. Berg (VDB), maar het voorstel kreeg niettemin zijn instemming. Wel vond hij dat de kosten van aanleg op de Westplaat moeten drukken en niet, zoals het College voorstelde voor de helft op de Westplaat en de andere helft uit het fonds stadsuitbreiding. Een korte dialoog tenslotte tussen weth. van Eek en dhr. v. d. Kamp. Die laatste had al tien jaar geleden op de noodzaak van een nieuwe weg gewezen: „We zijn misschien wat hardleers, maar op termijn luisteren we dan toch", aldus mevr. van Eek, waarop dhr. v. d. Kamp snel repliceerde: „pas achteraf blijkt dat iemand een vooruitziende blik heeft ge had". VQrhBBf uit (h&êrstejBmn MididemaiM zending -18- Het zou dus onzin zijn, eerst naar een andere stad te gaan". Aanstond zette Marie Rotterdam uit haar gedachten. Dat mens wist het. „Ik dacht, dat je nooit meer kwam", zei Sien. „Lieve stumperd, wat heeft het wijf jou allemaal gezegd?" Marie gaf niet direkt antwoord, vervuld als zij nog was van het gehoorde. „Ben je stom soms?" „Hoe kun je nu in die tent praten! Geloof jij, wat dat mens zegt?" vroeg Marie. Een behoorlijk gesprek was niet moge lijk, want het was op 't marktplein nög voller geworden, 't Lawaai was vreselijk. Eerst veel later kwam Sien er op terug. Zij zaten toen in een stille straat in een café, haar dorst les send. Enige jongelingen uit de stad trachtten een gesprek aan te knopen, maar Marie hield hen op een afstand, zeer tot ongenoegen van Sien. „Dat wijf vertelt zoveel van tegenwoordig en zij kent ons toch niet, dat je wel moet geloven, wat ze van de toekomst zegt. En dat leest ze alles uit de hand. 't Is casuweel. Was het bij jou ook zo?" „Ja, je kunt wel geloven, wat zij zegt". „Nou, ik zal over een paar jaar trouwen met een boer en veel kinderen krijgen. Maar dan zal er ook een wolk komen, 'k Weet niet, wat ze daarmee be doelt. Nou we zullen wel zien. Ik trouwen met een boer! Ha, ha! Ik weet nauwelijks het verschil tus sen een paard en een koe! Je moet wel geloven, wat het mens zegt, maar hoe dat zal gaan? Enfin, wie dan leeft, wie dan zorgt. Wat heeft ze jou voorspeld?" „Van alles en nog wat", zei Marie gereserveerd. Zij had zich voorgenomen, zo weinig mogelijk uit te laten, want die Sien was zo'n weergaloze klets. „Dat ik niet op het dorp zal blijven. Nou, dat is geen nieuws. Ik ben immers van plan weg te gaan?" „Zal jij soms ook trouwen? Dat zal wel. Met wie? Niet met een boer, als je naar een stad gaat". „Ze heeft neit gezegd, met wie of wat. Ook niet wanneer. Je kunt er eigenlijk niet goed wijs uit worden", meende Marie met voorgewende onver schilligheid. „'k Was eerst wat onder de indruk, maar het kan me nu niet meer schelen", verzekerde Sien. „Het kwartje is misschien weggegooid, maar het is gelukkig niet veel". Marie vond het kwartje niet weggesmeten. Ze had wel tien gulden voor het consult willen betalen, als ze die bezeten had. Ze had immers een blik in de toekomst geworpen? Gemakkelijk, als je dat wist. Ze kon er rekening mee houden. Nu moest zij gaan aanpakken. Al sputterde moeder nög zo tegen, het volgend voorjaar ging zij naar de stad. HOOFDSTUK 8 We hebben nog een half uurtje", zei Horringa. En hij presenteerde zijn beide bezoekers, die straks met hem op stap zouden gaan, een sigaar, terwijl zijn vrouw voor de thee zorgde. Horringa was zichtbaar ouder geworden sinds hij voor het eerst zijn intrede in de stad had gedaan, om er het werk aan te vatten. Hij had dan ook zware jaren achter de rug. De te leurstellingen waren hem niet bespaard gebleven. Het scheen zelfs een enkele maal, alsof hij de arbeid staken moest. De kring van medewerkers dunde, toen er aanvankelijk zo weinig resultaat werd gezien. Hij had te kampen gehad met finan ciële moeilijkheden. Zijn eigenlijk niet toereikend salaris was soms laat uitbetaald, omdat de midde len in de kas ontbraken. Zeer tegen zijn zin had hij zijn bepaalde nood geklaagd aan een Christen, rijk met aardse middelen gezegend. En die had hem toen blijmoedig geholpen. En later nog eens. Dat was weer een verademing geweest, een oase in de woestijn. Het werk op straat viel niet mee. Met spot en hoon waren hij en zijn helpers, postend voor de publieke huizen, overladen. Meermalen waren, in het holle van de nacht, harde voorwerpen uit die wonin^^en naar hun hoofd geslingerd. Er ontstonden weleens kleine relletjes. En het merkwaardige was, dat de bewoners uit de buurt partij trokken voor de bor deelhouders, hoewel zij met deze toch niets had den uit te staan en niet het minste voordeel uit hun luguber bedrijf trokken. 't Was aanvankelijk ook merkbaar geweest, dat de burgemeester vrij onverschillig tegenover het werk van de Middemachtzending stond. Dat was de po litie ook wel bekend, zodat hij van haar niet de minste medewerking had ondervonden, al was de commissaris hem dan ook gezind. Hij mocht dank baar zijn, dat de politie hem niet tegenwerkte. Het meest had Horringa evenwel diep gegriefd en teleurgesteld, dat in eigen kring het enthousiasme ging bekoelen. Aanvankelijk was er alle medewer king. Enkele uitstekend bezochte, grote openbare vergaderingen waren er belegd. Het publieke ge weten was wakker geschud. Adressen waren aan de gemeenteraad gericht, met het dringend ver zoek, de gereglementeerde prostitutie in de stad op te heffen, maar in de verste verte was geen meer derheid verkregen. Het college van burgemeester en wethouders stond er afwijzend tegenover, wel wetend, zodoende ook te handelen in de geest van de raad. Omdat geen resultaten, tenminste geen tastbare re sultaten, werden gezien, verkilde de belangstel ling. Slechts enkele getrouwen hield Horringa over, die bijna avond aan avond met hem op stap togen en meermalen voorkwamen, dat een jonge man of een getrouwd man een publiek huis bin nenging, om ziel en lichaam te verderven. Toen was er na een periode van inzinking weer een opleving gevolgd. Enkele jonge predikanten verleenden krachtdadige steun. Eén van hen deed hetzelfde, wat dominee Talma in Arnhem verricht te: hij trok er mee op uit en postte, welk voorbeeld aanstekelijk werkte. In de raad was zeer langzaam een kentering geko men, ook al door het feit, dat elders de publieke huizen werden verboden. En toen er een nieuwe burgemeester kwam, die, hoewel van liberale huize, het systeem der gereglementeerde huizen een schande vond, vatte Horringa weer moed. Hij had toentertijd enkele malen een onderhoud met de burgemeester gehad, die hem ried, krachtig te werken en zoveel mogelijk handtekeningen te ver zamelen onder een adres, dat aan de raad zou wor den aangeboden. Hij zou medewerken. Een grote vreugde had er in de kring van de werkers geheerst, toen eindelijk de burcht gevallen was en er, zij het met een kleine meerderheid, een over winning in de raad werd behaald. Het raadsbesluit had tot noodwendig gevolg gehad, dat de publieke huizen verdwenen. Maar daarmee was het werk van Horringa nog niet afgelopen. Er bleven er nog verschillende clandes tiene; Horringa kende en wist ze zeer goed. Er werd dan ook besloten, die geregeld in het oog te houden en er voor te posen. Het mooie was nu ook, dat de politie als een blad aan een boom was omgekeerd en, zo nodig, mede werking verleende, een medewerking, die overi gens niet vaak behoefde voor te komen, want de houders van de clandestiene huizen hadden uiter aard niet de minste behoefte aan gerucht. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1995 | | pagina 5