EHAÜDEII-IIIEm/S Overheidsbescherming voor de Kwade Hoei( Jaar 1994 bol van extremen Oudejaar 1994 Nieuwjaar 1995 Eilanden-Nieuws: een krant die G-E-L-E-Z-E-N wordt!! Nieuwjaarsconcert De Hoop Weerkundig jaaroverzicht VERVOLGVERHAAL 2e Blad VRIJDAG 30 DECEMBER 1994 No. 6363 De Vereniging Natuurmonumenten is zeer verheugd met de aanwijzing van natuurgebied de Kwade Hoek als speciale beschermingszone in het kader van de vogelrichtlijn van de Europese Gemeenschap. Niet veel gebieden komen daarvoor in aanmerking. De Kwade Hoek blijkt een natuurgebied, waar Goe- ree trots op mag zijn! Speciale beschermingszone De richtlijn van de Europese Gemeen schap verplicht de lidstaten tot het instel len van zones voor bescherming, in standhouding en het herstel van leefge bieden voor alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten op het Europees grondgebied. Het ministerie van Land bouw, Natuurbeheer en Visserij heeft, mede op advies van de Provincie Zuid Holland, gekozen voor aanwijzing van de Kwade Hoek als zo'n beschermde zone. De overheid moet erop toezien dat in een beschermd gebied vervuiling en verslechtering van het leefgebied voor vogefe wordt tegengegaan. De Kwade Hoek De aanwijzing als beschermde zone on derstreept het belang van de Kwade Hoek als natuurgebied en als goed leef gebied voor veel vogels. Het beheer van de Vereniging Natuurmonumenten is er altijd al op gericht die waarde te behou den. Maaien, laten begrazen, vuil ruimen en het waarborgen van rust zijn belang rijke onderdelen van het beheer. Jaarlijks leveren plaatselijke scholen een bijdrage aan het opruimen van afval, dat vanuit zee in de duinen en op het strand is be land. De aanwijzing als beschermde zone is een extra motivatie om door te gaan met het werk in het terrein en met de in spanningen, die nodig zijn om de rust voor de vogels in het terrein te waarbor gen. (door Jan Versteegt) Het jaar 1994 heeft bol gestaan van extremen, niet op koudegebied, maar wel wat de warmteproduktie betreft. Maar liefst twee maanden wisten een absoluut record in de wacht te slepen, juli en november waren de 'gelukkigen'. Net als in 1993 hadden we over neerslag niet te klagen, want alleen februari, juli en november bleven achter bij de gemiddelde neerslagproduktie. De winter stelde voor de zoveelste keer weinig voor. Na een zeer koude eindfase van november kwam er in december een westelijke stroming tot ontwikkeling, die tot half februari doordenderde. Zware regenval leidde tegen de Kerstdagen van 1993 tot over stromingen van de Maas in Limburg. De gemiddelde temperatuur was over de eerste winterhelft ruim boven normaal en pas later in februari kregen we nog winterweer van betekenis. Hierdoor kwamen we, weliswaar laat, toch nog op de schaats. Het voorjaar verliep thermisch gezien iets te zacht, maar de neerslag was de grote spelbreker. Vooral maart strooide met nattigheid, op sommige plaatsen in het land viel meer dan 150 mm neerslag. April verliep veel minder warm dan verleden jaar, maar dat is eigenlijk geen wonder, want april 1993 leverde een nieuw eeuwrecord op. Ook de grasmaand was aan de natte kant. De voorzomer als geheel kon in geen enkele schaduw staan met die van 1993, maar toen had de zomer het kruit al vroeg verschoten, dit keer kwam het geschut later in aktie. De zomer van 1994 kwam moeizaam op gang. De eerste tien dagen van juni verliepen kletsnat, op enkele plaatsen had men tot al ruim 100 mm neerslag in de regenmeters gekregen. Maar heel langzaam keerde het tij, want de langste dag kwam in zicht, soms een keerpunt.Wat er vervolgens op de mat werd gelegd, grenst aan het onwaar schijnlijke. Vanaf 24 juni raakte de zomer op toeren en in juli werd er een soort hete luchtkanon op ons gericht. Nog nooit eerder was de hooimaand zo warm geweest, te vens werd het de warmste maand aller tijden. Het oude record stond op naam van juli 1783, toen een gemiddelde etmaaltemperatuur van 20.6 graden werd geregistreerd. Nu noteerde juli 21.4 graden, een absoluut record sinds de metingen in 1706 van start gingen. Er kwam een echte hittegolf voor in De Bilt. Veel stations konden maar liefst acht tropische dagen op rij in de wacht slepen, iets dat zeldzaam mag worden geacht. Augustus begon zeer warm, met op de 4de een temperatuur van 36 graden in delen van zuidelijk Nederland. Daarna werd er geleidelijk wat gas teruggenomen, maar de maand als geheel bleef aan de warme kant. Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van precies 18 graden kon de zomer van 1994 net geen plaats veroveren bij de beste drie. De herfst begon met een natte september, die in Noord-Holland tot wateroverlast leid de. Oktober was iets aan de koude kant. Vervolgens kwam de historische november- maand, die net als juli een absoluut record opleverde. Hoewel februari en oktober iets aan de koude kant waren, is 1994 wederom een veel te warm jaar geworden. De gemiddelde etmaaltemperatuur zal uitkomen op ongeveer 10.5 graden, tegen ruim 9 graden normaal. Daarmee wordt de warme trend gewoon voortgezet, hoewel 1990 met 10.9 graden nog extremer verliep. Met 1070 mm neerslag in De Bilt gaat 1994 als nat de klimaatboeken in, normaal valt er ruim 800 mm. Met 1513 uur zonneschijn was het jaar iets aan de zonnige kant, nor maal is de warmtebron ongeveer 1476 uur aktief. Het nieuwe klimatologische jaar is opnieuw warm begonnen, van winterweer is nog geen sprake geweest. Zou het aanhoudend warm blijven? Vogels De veelzijdigheid van de Kwade Hoek verklaart waarom hier zoveel vogels voorkomen: strand, begroeide en onbe groeide duinen, valleien, kreken en kwel ders, die in open verbinding staan met de zee. Er broeden diverse vogels, waaron der de bergeend, bruine kiekendief, ture luur, grutto, kluut, visdief en dwergstem, maar ook ransuil, nachtegaal, braamslui- per en kleine karekiet. Aalscholvers en lepelaars komen er voedsel halen en rus ten. In de trektijd scharrelen allerlei stelt lopers hier hun kostje bij elkaar: vogels met mooie namen als groenpootruiter, bosruiter, witgatje, oeverloper, watersnip en regenwulp. In de winter overwinteren op de Kwade Hoek grote aantallen kol- ganzen, grauwe ganzen en brandganzen. Zo kan de opsomming nog wel even doorgaan, vooral met soorten die het ge bied tijdelijk aandoen. Beheersplan In het beheersplan dat de Vereniging Na tuurmonumenten in 1992 maakte is het doel van het beheer omschreven. Daar hoeft niets aan te veranderen. In tegen stelling, de overheid gaat met de aanwij zing pal achter de doelstellingen van de vereniging staan. Alle reden om ver heugd te zijn! Genieten Natuurmonumenten laat graag mensen van haar terreinen genieten. Ook van Kwade Hoek. Daarom heeft de vereni ging het gebied opengesteld voor haar leden, donateurs van het Zuidhollands Landschap en voor maandkaarthouders. Op die manier kan ze de rust in het ter rein handhaven, die zo enorm belangrijk is, zeker voor vogels. Iedereen die meer wil weten over dit prachtige natuurgebied kan mee met excursies. De excursiefolder ligt bij de VVV's op Goeree en Voome. Daar kunt u ook een maandkaart kopen of lid wor den. STELLEND AM Op zaterdag 7 januari a.s. geeft Fanfare orkest De Hoop onder leiding van diri gent Arie Stolk haar traditionele nieuw jaarsconcert in de gymzaal van het Haegse Huus, aanvang 19.30 uur (zaal open 19.00 uur). De toegang is gratis. Als gastvereniging zal optreden de Chr. Gem. Zangvereniging Soli Deo Gloria uit Stellendam onder leiding van Marco Kalkman. De pianobegeleiding is in han den van Wim Soeters, terwijl Jan van Oostenbrugge (accordeon) en Jacco Groenendijk (bugel) solistisch zullen op treden. Uw gastvrouw zal - zoals altijd - Herma Wycisk zijn. Het nieuwjaarsconcert staat dit jaar in het teken van 50 jaar bevrijding. Het pro gramma is in vergelijking met vorige jaren dan ook enigszins aangepast: voor de pauze zal Soli Deo Gloria een aantal- werken uitvoeren, waarvan enige met be geleiding van De Hoop, daarna zal de muziek in de stijl van Glen Miller, zoals het welbekende 'In the Mood' en 'Moon light Serenade', een belangrijke rol spe len. Daarnaast ontbreken ook 'The Phan tom of the Opera' en de 'Waltz no. 2' van Shostakovich niet. Verder wordt het dit jaar uitgegeven concertstuk 'Ouver ture concertante' van de Nederlandse componist Rob Goorhuis uitgevoerd. De componist heeft De Hoop laten weten dat het hem erg spijt dat hij wegens ver plichtingen elders niet op deze avond in Stellendam aanwezig zal kunnen zijn. Het 'Romantic Ceremonial' van Hardy Mertens is eveneens van vrij recente datum. Na afloop van het concert is er nog een informeel (en gezellig) samenzijn dat opgeluisterd zal worden door Big Band De Hoop, eveneens onder leiding van Arie Stolk. De band hoopt een stortvloed van Glen Miller-klanken over u uit te gieten. Gij zult mij het pad des levens bekend maken. (Psalm 16:11a} Levensverwachting van de levende kerk Het schijnt slechts kort geleden, dat het jaar 1994 begon. 1 januari 1994 wees onze kalender aan. Een jaar lag voor ons. Wij maakten plannen en koesterden ver wachtingen. Velen hebben ervaren, dat van al de plan nen niets werd uitgevoerd. Velen zijn dit jaar heenge gaan in de weg van alle vlees. Niets kan hier zijn stand behouden, wat uit stof is neemt een end, door de tijd, die alles schendt. De levensverwachting van mensen en van tijdelijke dingen, blijkt vaak in bittere teleurstelling te eindigen. Het jaar 1994 kenmerkt zich in een bange ontwikkeling van een steeds verder van God afwijkend leven. Duizenden zijn door oorlogsgeweld verdreven van huis en haard. Gezinnen zijn uiteengerukt als ge volg van burgeroorlogen en revolutie. Gods geboden worden schaamteloos overtreden. De mens der zonde openbaart zijn brute Godsnegering op alle terreinen van het leven. Het is voorwaar geen verkwikkende medede ling, ze is toch de waarheid, als wij dit zien in het licht van de openbaring van Gods Woord. Gelukkig is er ook een andere levensverwachting. De dichter van Psalm 16 heeft dit mogen opschrijven. Zijn ogen zijn niet geslo ten aan hetgeen vooraf is geschreven. Ook dat kunt u lezen in Psalm 16. „De smarten dergenen die een ande re God begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik zal hun dankofferen van bloed niet offeren en hun namen op mijn lippen niet nemen." Hij mag door het geloof weten: „De Heere is het Deel mijner erve en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot." Daarom mag hij aan het einde van een levenstijd getui gen: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken." In de weg van levensloutering heeft hij God mogen overhouden. Veel teleurstellingen heeft hij ervaren. Mensen waarop hij dacht te kunnen vertrouwen bleken verraderlijke vrienden te zijn. Saul trachtte hem te do den. Achitofel scheen een hartsvriend, maar was een man van bedrog en onrecht. Zijn eigen zoon Absalom stond hem naar het leven. Maar in Zijn God is hij niet bedrogen uitgekomen. Deze levensverwachting bleek niet ijdel te zijn. Davids levenspad was van nature gelijk als van alle mensen. Het heeft een begin bij de geboorte en eindigt in het graf. Ook hij leefde eenmaal op de brede weg van verderf. Door genade is hij gebracht op de smalle weg. De gena deweg is door God uitgedacht in de eeuwigheid en geo penbaard in de tijd. Het levenspad wordt bekend ge maakt in het hart. Daardoor werd het eigen pad afge keurd en verlaten en de smalle weg betreden. Deze weg voert ook naar het einde, maar dan wel naar het einde waar het oude verdwijnt en het alles nieuw wordt. Deze weg voert ook naar het einde, maar dan wel naar -het einde waar het oude verdwijnt en het alles nieuw wordt. Deze geloofswetenschap geeft een uitzien naar het oudejaar van het leven. Door genade worden de dagen afgeteld in dit aardse woestijnleven. Dan wordt met blijdschap het einde begroet, niet gelijk als de wereld het oude jaar gedenkt met ijdele vreugde en vuurwerk. Maar in een stil verlangen naar de volmaakte gemeen schap met God in Christus. Als de klokken het oudejaar uitluiden, verheft zich het hart naar God: Wanneer komt de dag, dat ik bij U mag wezen. Uw aanschijn ge prezen." Getrouwe Heer' Gij wilt mijn goed, mijn God, Mijn erfenis en 't deel mijns bekers wezen; Gij onderhoudt gestaag het heuglijk lot. Dat Gij, zo mild voor mij hebt uitgelezen. De schoonste plaats mat Gij met ruime snoeren; O Heerlijk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren. Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht. (Psalm 16:11b) Levensvreugde van de levende kerk Uw kalender staat misschien al op 1 januari 1995. Hoe veel blaadjes zult u van de nieuwe kalender afscheuren? Van één week, van één maand? Uw agenda voor 1995 is al voor een gedeelte ingevuld. Het belooft een druk jaar te worden. Hoeveel van de afspraken zullen uitgevoerd worden? Hoe afhankelijk is toch de mens, hoewel hij meent alles te kunnen regelen en bepalen. Met hoeveel verwachting gaat de mens het nieuwe jaar in, terwijl hij geen el lengte tot zijn leven kan toedoen. Zeker, de Heere geeft onder de oordelen en verdrietelijkheden van het leven nog levensvreugde. Wanneer onze ogen daar voor geopend zijn, ontdekken wij Gods bewarende zorg en barmhartigheid over Adamskinderen. David wijst bij de aanvang van het nieuwe jaar op een andere levens vreugde. Dat is niet de levensblijdschap van de mens in de wereld en zondedienst. Deze blijdschap zal verande ren in droefheid. De levensblijdschap van de levende kerk is in zijn oorsprong en beleving verheven boven het zien en zinnelijke van het natuurlijke leven. Mogen wij u daarop wijzen? Deze vreugde geeft verzadiging. Dat kan van de wereldse vreugde niet worden gezegd. Het is een hartevreugde. Het is een hartelijke blijdschap in God door Christus. Ze wordt ervaren in de gemeen schap met God, door het waarachtige geloof. Ze geeft een zielsverzadiging, welke verheft boven alle druk, strijd en aanvechtingen. Ze geeft in het hart de bewijzen van Gods gunst, liefde en trouw. Ze ervaart de verge vende genade, door de verdiensten van Christus. De pro feet Jeremia schrijft: „Ik heb u lief gehad met een eeu wige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertie renheid." De levensvreugde wordt ervaren bij het aan schouwen van Gods aangezicht. In het natuurlijke leven is een herkenning van elkanders aangezicht. Daardoor herkent een moeder of vader het aangezicht van zijn kind en een kind het aangezicht van zijn ouders. Al zijn ze ver van elkander verwijderd, toch is het beeld niet uit te wissen. Alzo kent de levende kerk het vriendelijk aangezicht des Heeren. Wanneer wij in het leven elke dag tegen een grimmig aangezicht aankijken, is dit een verschrikkelijke ervaring. Buiten Christus, is God een verterend vuur en een laaiende gloed. Daarom is het noodzakelijk om bij de aanvang van het nieuwe jaar te onderzoeken hoe onze verhouding is tot de levende God. Dan kan de wereldvreugde niet meer behagen. Dan zal de begeerte zijn om een verzoend God in Christus te leren kennen. Wie wij in dit jaar zullen ontmoeten, is ons onbekend. Wat wij zullen ontmoeten is voor ons verborgen. Dat wij eenmaal God zullen ont moeten is zeker. Wanneer 1995 het jaar zal zijn van deze Godsontmoeting, zullen wij dan het vriendelijk aangezicht in Christus ontmoeten, of zal het een ont moeting zijn in toom? Ons hart mocht door genade de levensvreugde kennen van de levende kerk. Dezulken zullen verzadiging van vreugde ervaren. Daar is geen smart meer over de zonde en de boosheid van het hart. Daar breekt het nieuwe jaar van de verlossing aan. Daar wisselen geen jaarkringen en worden geen nieuwe kalenders gemaakt en agenda's ingevuld. Daar is God alles en in allen. Gij maakt eerlijk mij 't levenspad bekend, Waarvan, in druk, 't vooruitzicht mij verheugde; Uw aangezicht in gunst tot mij gewend. Schenk mij in 't kort verzadiging van vreugde; De Ueflijkheên van 't zalig hemelleven Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven. Kootwijkerbroek ds. P. Blok Lichamelijk was moeder Lokkerse zelfs flinker geworden. Zij had aan huis enige wassen van notabelen van het dorp en uit Otdam. Haar brood en water, zij het niet ruim, waren gewis. Voor zover op aarde van gewas kan worden gesproken. Nee, de zorgen betroffen Marie. Moeders bange vermoedens, reeds gekoesterd, toen het kind nog school ging, werden langzaam, maar zeker bewaarheid. Tot haar te vroeg gestorven man had zij altijd opgemerkt, niet te weten, waar het meisje 'het van weg had'. Zij wist het nog niet. De trots van Marie werd steeds erger. Ze ging op het dorp al een naam krijgen. „Dat trotse nest van vrouw Lokkerse" heette het. Anderen spraken van 'de prinses'. En moeder wist dat wel. Dat was erg. Maar erger nog was, dat, ook volgens moeders mening, de mensen gelijk hadden. Dat ding sprak met onverholen minachting over 'dat gat van een dorp', waar zij vast niet blijven zou, als zij ouder werd. De wereld was wijd ge noeg. Er viel nog genoeg te beleven. Moeder wist het heel goed, betoogde Marie daii, als zij 'los' was, dat zij wel onderwijzeres geworden zou zijn, als vader was blijven leven. Vader voelde er veel voor. Nu kon dat natuurlijk niet, dat begreep zij. Doch dat nam niet weg, dat zij op den duur wel iets anders worden kon dan dienstbode blijven. Maar dan moest je je niet op een dorp als Grol ver kniezen. Dan moest je de wereld in. En zij zou het doen ook, moeder hield haar vast niet tegen. Als zij een en twintig was, was zij 'eigen heer en meester' en dan kon moeder praten, wat zij wilde, zij (Marie) zou er zich niet aan storen. Boer Meeuwsen begreep haar veel beter dan haar eigen moeder. Die vond haar te knap en te mooi, om haar naar het land te zenden of onder de koeien te zetten. Als zij dat ook doen moest, liep zij weg van de boerderij en moeder kreeg haar met geen stok ken er heen terug. Dan ging zij dienen in Vlissin- gen of Middelburg. Dat waren al zowat steden. En voorlopig vond zij dienen niet zo erg. Als Marie zó doordraafde als een hollend paard, hield moeder Lokkerse haar hart vast. Zeker, zij had iets anders moeten doen. Zij had dat kind moeten aanpakken en stevig op haar nummer zetten. Maar daarvoor was zij te zwak. Bovendien was het daarvoor nu ook te laat. Van jongsaan had zij Marie in een andere richting moeten opvoeden. Mogelijk was het dan anders gelopen. Maar reeds als kind, we zagen het, was Marie haar moeder de baas. En in de loop der jaren werd dat er niet beter op! Dus was moeder Lokkerse geheel van streek, als Marie op haar vrije avond, éénmaal in de week, zo uitpakte. Dan zag zij de bezwaren bergen hoog rij zen en dan vreesde zij de toekomst. Er kon met dat kind, nu nog maar zeventien, heel wat gebeuren, als God het niet verhoedde. Als God het niet verhoedde! Want moeder Lok kerse, hoe zwak zij was van karakter, haar systeem van opvoeden mocht niet deugen, zij wist wel, dat zonder de huipe Gods er van Marie heel niets terecht zou komen. En zo werd het meisje, dienend op de boerderij van de onverschillige Meeuwsen, een kind des gebeds. Er ging geen avond voorbij, of vóór moe der Lokkers zich ter ruste begaf, zonk zij op de knieën, dankend voor ondervonden, onverdiende, alleen uit genade verkregen zegeningen en welda den; maar ook biddend voor haar oudste, die dreigde de verkeerde weg in te slaan. „O, Heere God, zet Gij dat trotse hart om, ik kan het niet. Geef Gij haar een hart, dat vraagt naar U, Heere Jezus". Dat was het heilig refrein van haar aanhoudend smeekgebed. Ja, dat hart moest worden omgezet. Want al spotte Marie niet met de godsdienst, al ging zij met haar moeder naar het gezelschap, onverschillig was zij toch. Dat bleek maar al te duidelijk aan haar uitla tingen. Eerlijk gezegd, was het voor moeder Lokkerse een raadsel, dat Marie haar nog zo dikwijls vergezelde naar het gebouwtje, waar de broeders en zusters samenkwamen. Want door het volhardend optredend van Sinke en enige anderen was er werkelijk midden in het dorp een stukje grond gekocht, waarop een eenvoudig, maar geriefelijk vergaderlokaal was gebouwd. Het was in het dorp geen geheim, dat Sinke flink ge offerd had daarvoor. En dat werd ook vermoed van Hermannus Boer van 'Eikenhof', die dat dan natuurlijk voor zijn vrouw had gedaan, want hij kwam nooit in die kring. Alleen zijn vrouw en zijn jongen Klaas. In het gebouwtje werd elke zondagmorgen verga derd. En het aantal leden van de kring wies. In het dorp werden zij met spot en hoon overladen. Dominee Grietman was er woedend over; de bur gemeester niet minder. Hij was er zelfs voor naar de boerderij gestapt en had met boer Sinke een lang onderhoud gehad, hem verwijtend, dat hij tweespalt maakte. Was er in den lande niet genoeg twist over kerkelijke zaken; moest die burgerstrijd nu ook in Grol aanvangen? Ja, jhr. Runia van Kwadamme, die nooit een voet in de kerk zette, verweet Sinke een vijand van de kerk te zijn. Maar baas Sinke was niet uit het veld geslagen geweest. Juist, omdat hij géén vijand van de kerk was, ging hij vaak in die kleine kring voor. De kerk had het Woord Gods te brengen. En dat ge schiedde in Grol niet. Wanneer er in Grol een pre dikant kwam, als dotninee Bot van Kwadamme bijvoorbeeld, dan werd het vergaderlokaal geslo ten, de burgemeester kon er van op aan. Jhr. Runia van Kwadamme, die deze beweegrede nen niet kon verstaan en in het optreden van de kringmensen alleen splijtzucht zag, had bot gevan gen bij de stoere Cornells Sinke van 'Olmen hoeve'. Het vergaderen ging, ondanks spot en verguizing, geregeld door. Meermalen trad er een evangelist op en het zou niet zo heel lang meer duren, of de middelen zouden gevonden zijn, dat er een vaste evangelist op het dorp kwam. Dat was wéér de vasthoudendheid van Sinke, die steeds recht op zijn doel af ging. Het was moeder Lokkerse feitelijk een raadsel, dat Marie, die toch vrij onverschillig was, haar zo vaak naar het vergaderlokaal vergezelde. Want dan behoorde het meisje toch ook tot die vertrap ten en gehoonden in Grol. Hoe was het mogelijk, dat zij het wilde! Marie was altijd vol lof over boer Meeuwsen, die haar zo welgezind was. Maar Meeuwsen vloekte op de kringmensen en dreef de spot met hen. Hoe was het dan te rijmen, dat Marie er toe wilde behoren, althans uiterlijk? Dan waren er ogenblikken, dat moeder Lokkerse dacht: is Marie wel zo onverschillig? Dan gloorde er hoop, op die momenten. Was hier gebedsverho ring, althans het begin er van? Het kwam, wat haar niet kwalijk te nemen was, niet in haar op, te vermoeden, dat deze houding van Marie voortvloeide uit haar trots, hoe vreemd dat moge schijnen. Sinke en zijn medegenoten werden in het dorp bespot? Welnu, die spot zou zij trotseren! Wat konden haar die onbeschofte dorpe lingen schelen! Zij "stond mijlen ver boven hen! Als vader maar niet overleden was, dan was zij nu bijna al onderwijzeres. Dat was heel iets anders! Nee, dat vermoeden kwam niet in moeder Lok kerse op, hoe raadselachtig de houding van dat kind ook was. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1994 | | pagina 5