EHAÜDEII-IIIEm/S
Overheidsbescherming
voor de Kwade Hoei(
Jaar 1994 bol van extremen
Oudejaar 1994
Nieuwjaar 1995
Eilanden-Nieuws: een krant die G-E-L-E-Z-E-N wordt!!
Nieuwjaarsconcert
De Hoop
Weerkundig jaaroverzicht
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 30 DECEMBER 1994
No. 6363
De Vereniging Natuurmonumenten
is zeer verheugd met de aanwijzing
van natuurgebied de Kwade Hoek
als speciale beschermingszone in
het kader van de vogelrichtlijn van
de Europese Gemeenschap. Niet
veel gebieden komen daarvoor in
aanmerking. De Kwade Hoek
blijkt een natuurgebied, waar Goe-
ree trots op mag zijn!
Speciale beschermingszone
De richtlijn van de Europese Gemeen
schap verplicht de lidstaten tot het instel
len van zones voor bescherming, in
standhouding en het herstel van leefge
bieden voor alle natuurlijke in het wild
levende vogelsoorten op het Europees
grondgebied. Het ministerie van Land
bouw, Natuurbeheer en Visserij heeft,
mede op advies van de Provincie Zuid
Holland, gekozen voor aanwijzing van
de Kwade Hoek als zo'n beschermde
zone. De overheid moet erop toezien dat
in een beschermd gebied vervuiling en
verslechtering van het leefgebied voor
vogefe wordt tegengegaan.
De Kwade Hoek
De aanwijzing als beschermde zone on
derstreept het belang van de Kwade
Hoek als natuurgebied en als goed leef
gebied voor veel vogels. Het beheer van
de Vereniging Natuurmonumenten is er
altijd al op gericht die waarde te behou
den. Maaien, laten begrazen, vuil ruimen
en het waarborgen van rust zijn belang
rijke onderdelen van het beheer. Jaarlijks
leveren plaatselijke scholen een bijdrage
aan het opruimen van afval, dat vanuit
zee in de duinen en op het strand is be
land. De aanwijzing als beschermde zone
is een extra motivatie om door te gaan
met het werk in het terrein en met de in
spanningen, die nodig zijn om de rust
voor de vogels in het terrein te waarbor
gen.
(door Jan Versteegt)
Het jaar 1994 heeft bol gestaan van extremen, niet op koudegebied, maar wel wat de
warmteproduktie betreft. Maar liefst twee maanden wisten een absoluut record in de
wacht te slepen, juli en november waren de 'gelukkigen'.
Net als in 1993 hadden we over neerslag niet te klagen, want alleen februari, juli en
november bleven achter bij de gemiddelde neerslagproduktie.
De winter stelde voor de zoveelste keer weinig voor. Na een zeer koude eindfase van
november kwam er in december een westelijke stroming tot ontwikkeling, die tot half
februari doordenderde. Zware regenval leidde tegen de Kerstdagen van 1993 tot over
stromingen van de Maas in Limburg. De gemiddelde temperatuur was over de eerste
winterhelft ruim boven normaal en pas later in februari kregen we nog winterweer
van betekenis. Hierdoor kwamen we, weliswaar laat, toch nog op de schaats.
Het voorjaar verliep thermisch gezien iets te zacht, maar de neerslag was de grote
spelbreker. Vooral maart strooide met nattigheid, op sommige plaatsen in het land
viel meer dan 150 mm neerslag.
April verliep veel minder warm dan verleden jaar, maar dat is eigenlijk geen wonder,
want april 1993 leverde een nieuw eeuwrecord op. Ook de grasmaand was aan de
natte kant. De voorzomer als geheel kon in geen enkele schaduw staan met die van
1993, maar toen had de zomer het kruit al vroeg verschoten, dit keer kwam het
geschut later in aktie.
De zomer van 1994 kwam moeizaam op gang. De eerste tien dagen van juni verliepen
kletsnat, op enkele plaatsen had men tot al ruim 100 mm neerslag in de regenmeters
gekregen. Maar heel langzaam keerde het tij, want de langste dag kwam in zicht,
soms een keerpunt.Wat er vervolgens op de mat werd gelegd, grenst aan het onwaar
schijnlijke. Vanaf 24 juni raakte de zomer op toeren en in juli werd er een soort hete
luchtkanon op ons gericht. Nog nooit eerder was de hooimaand zo warm geweest, te
vens werd het de warmste maand aller tijden. Het oude record stond op naam van juli
1783, toen een gemiddelde etmaaltemperatuur van 20.6 graden werd geregistreerd.
Nu noteerde juli 21.4 graden, een absoluut record sinds de metingen in 1706 van start
gingen. Er kwam een echte hittegolf voor in De Bilt. Veel stations konden maar liefst
acht tropische dagen op rij in de wacht slepen, iets dat zeldzaam mag worden geacht.
Augustus begon zeer warm, met op de 4de een temperatuur van 36 graden in delen
van zuidelijk Nederland. Daarna werd er geleidelijk wat gas teruggenomen, maar de
maand als geheel bleef aan de warme kant.
Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van precies 18 graden kon de zomer van
1994 net geen plaats veroveren bij de beste drie.
De herfst begon met een natte september, die in Noord-Holland tot wateroverlast leid
de. Oktober was iets aan de koude kant. Vervolgens kwam de historische november-
maand, die net als juli een absoluut record opleverde.
Hoewel februari en oktober iets aan de koude kant waren, is 1994 wederom een veel
te warm jaar geworden. De gemiddelde etmaaltemperatuur zal uitkomen op ongeveer
10.5 graden, tegen ruim 9 graden normaal. Daarmee wordt de warme trend gewoon
voortgezet, hoewel 1990 met 10.9 graden nog extremer verliep.
Met 1070 mm neerslag in De Bilt gaat 1994 als nat de klimaatboeken in, normaal valt
er ruim 800 mm. Met 1513 uur zonneschijn was het jaar iets aan de zonnige kant, nor
maal is de warmtebron ongeveer 1476 uur aktief.
Het nieuwe klimatologische jaar is opnieuw warm begonnen, van winterweer is nog
geen sprake geweest. Zou het aanhoudend warm blijven?
Vogels
De veelzijdigheid van de Kwade Hoek
verklaart waarom hier zoveel vogels
voorkomen: strand, begroeide en onbe
groeide duinen, valleien, kreken en kwel
ders, die in open verbinding staan met de
zee. Er broeden diverse vogels, waaron
der de bergeend, bruine kiekendief, ture
luur, grutto, kluut, visdief en dwergstem,
maar ook ransuil, nachtegaal, braamslui-
per en kleine karekiet. Aalscholvers en
lepelaars komen er voedsel halen en rus
ten. In de trektijd scharrelen allerlei stelt
lopers hier hun kostje bij elkaar: vogels
met mooie namen als groenpootruiter,
bosruiter, witgatje, oeverloper, watersnip
en regenwulp. In de winter overwinteren
op de Kwade Hoek grote aantallen kol-
ganzen, grauwe ganzen en brandganzen.
Zo kan de opsomming nog wel even
doorgaan, vooral met soorten die het ge
bied tijdelijk aandoen.
Beheersplan
In het beheersplan dat de Vereniging Na
tuurmonumenten in 1992 maakte is het
doel van het beheer omschreven. Daar
hoeft niets aan te veranderen. In tegen
stelling, de overheid gaat met de aanwij
zing pal achter de doelstellingen van de
vereniging staan. Alle reden om ver
heugd te zijn!
Genieten
Natuurmonumenten laat graag mensen
van haar terreinen genieten. Ook van
Kwade Hoek. Daarom heeft de vereni
ging het gebied opengesteld voor haar
leden, donateurs van het Zuidhollands
Landschap en voor maandkaarthouders.
Op die manier kan ze de rust in het ter
rein handhaven, die zo enorm belangrijk
is, zeker voor vogels.
Iedereen die meer wil weten over dit
prachtige natuurgebied kan mee met
excursies. De excursiefolder ligt bij de
VVV's op Goeree en Voome. Daar kunt
u ook een maandkaart kopen of lid wor
den.
STELLEND AM
Op zaterdag 7 januari a.s. geeft Fanfare
orkest De Hoop onder leiding van diri
gent Arie Stolk haar traditionele nieuw
jaarsconcert in de gymzaal van het
Haegse Huus, aanvang 19.30 uur (zaal
open 19.00 uur). De toegang is gratis.
Als gastvereniging zal optreden de Chr.
Gem. Zangvereniging Soli Deo Gloria
uit Stellendam onder leiding van Marco
Kalkman. De pianobegeleiding is in han
den van Wim Soeters, terwijl Jan van
Oostenbrugge (accordeon) en Jacco
Groenendijk (bugel) solistisch zullen op
treden. Uw gastvrouw zal - zoals altijd -
Herma Wycisk zijn.
Het nieuwjaarsconcert staat dit jaar in
het teken van 50 jaar bevrijding. Het pro
gramma is in vergelijking met vorige
jaren dan ook enigszins aangepast: voor
de pauze zal Soli Deo Gloria een aantal-
werken uitvoeren, waarvan enige met be
geleiding van De Hoop, daarna zal de
muziek in de stijl van Glen Miller, zoals
het welbekende 'In the Mood' en 'Moon
light Serenade', een belangrijke rol spe
len. Daarnaast ontbreken ook 'The Phan
tom of the Opera' en de 'Waltz no. 2'
van Shostakovich niet. Verder wordt het
dit jaar uitgegeven concertstuk 'Ouver
ture concertante' van de Nederlandse
componist Rob Goorhuis uitgevoerd. De
componist heeft De Hoop laten weten
dat het hem erg spijt dat hij wegens ver
plichtingen elders niet op deze avond in
Stellendam aanwezig zal kunnen zijn.
Het 'Romantic Ceremonial' van Hardy
Mertens is eveneens van vrij recente
datum.
Na afloop van het concert is er nog een
informeel (en gezellig) samenzijn dat
opgeluisterd zal worden door Big Band
De Hoop, eveneens onder leiding van
Arie Stolk. De band hoopt een stortvloed
van Glen Miller-klanken over u uit te
gieten.
Gij zult mij het pad des levens
bekend maken.
(Psalm 16:11a}
Levensverwachting van de levende kerk
Het schijnt slechts kort geleden, dat het jaar 1994
begon. 1 januari 1994 wees onze kalender aan. Een jaar
lag voor ons. Wij maakten plannen en koesterden ver
wachtingen. Velen hebben ervaren, dat van al de plan
nen niets werd uitgevoerd. Velen zijn dit jaar heenge
gaan in de weg van alle vlees. Niets kan hier zijn stand
behouden, wat uit stof is neemt een end, door de tijd,
die alles schendt. De levensverwachting van mensen en
van tijdelijke dingen, blijkt vaak in bittere teleurstelling
te eindigen. Het jaar 1994 kenmerkt zich in een bange
ontwikkeling van een steeds verder van God afwijkend
leven. Duizenden zijn door oorlogsgeweld verdreven
van huis en haard. Gezinnen zijn uiteengerukt als ge
volg van burgeroorlogen en revolutie. Gods geboden
worden schaamteloos overtreden. De mens der zonde
openbaart zijn brute Godsnegering op alle terreinen van
het leven. Het is voorwaar geen verkwikkende medede
ling, ze is toch de waarheid, als wij dit zien in het licht
van de openbaring van Gods Woord. Gelukkig is er ook
een andere levensverwachting. De dichter van Psalm 16
heeft dit mogen opschrijven. Zijn ogen zijn niet geslo
ten aan hetgeen vooraf is geschreven. Ook dat kunt u
lezen in Psalm 16. „De smarten dergenen die een ande
re God begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik
zal hun dankofferen van bloed niet offeren en hun
namen op mijn lippen niet nemen."
Hij mag door het geloof weten: „De Heere is het Deel
mijner erve en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot."
Daarom mag hij aan het einde van een levenstijd getui
gen: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken."
In de weg van levensloutering heeft hij God mogen
overhouden. Veel teleurstellingen heeft hij ervaren.
Mensen waarop hij dacht te kunnen vertrouwen bleken
verraderlijke vrienden te zijn. Saul trachtte hem te do
den. Achitofel scheen een hartsvriend, maar was een
man van bedrog en onrecht. Zijn eigen zoon Absalom
stond hem naar het leven. Maar in Zijn God is hij niet
bedrogen uitgekomen. Deze levensverwachting bleek
niet ijdel te zijn. Davids levenspad was van nature gelijk
als van alle mensen. Het heeft een begin bij de geboorte
en eindigt in het graf. Ook hij leefde eenmaal op de
brede weg van verderf.
Door genade is hij gebracht op de smalle weg. De gena
deweg is door God uitgedacht in de eeuwigheid en geo
penbaard in de tijd. Het levenspad wordt bekend ge
maakt in het hart. Daardoor werd het eigen pad afge
keurd en verlaten en de smalle weg betreden. Deze weg
voert ook naar het einde, maar dan wel naar het einde
waar het oude verdwijnt en het alles nieuw wordt. Deze
weg voert ook naar het einde, maar dan wel naar -het
einde waar het oude verdwijnt en het alles nieuw wordt.
Deze geloofswetenschap geeft een uitzien naar het
oudejaar van het leven. Door genade worden de dagen
afgeteld in dit aardse woestijnleven. Dan wordt met
blijdschap het einde begroet, niet gelijk als de wereld
het oude jaar gedenkt met ijdele vreugde en vuurwerk.
Maar in een stil verlangen naar de volmaakte gemeen
schap met God in Christus. Als de klokken het oudejaar
uitluiden, verheft zich het hart naar God: Wanneer
komt de dag, dat ik bij U mag wezen. Uw aanschijn ge
prezen."
Getrouwe Heer' Gij wilt mijn goed, mijn God,
Mijn erfenis en 't deel mijns bekers wezen;
Gij onderhoudt gestaag het heuglijk lot.
Dat Gij, zo mild voor mij hebt uitgelezen.
De schoonste plaats mat Gij met ruime snoeren;
O Heerlijk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren.
Verzadiging der vreugde
is bij Uw aangezicht.
(Psalm 16:11b)
Levensvreugde van de levende kerk
Uw kalender staat misschien al op 1 januari 1995. Hoe
veel blaadjes zult u van de nieuwe kalender afscheuren?
Van één week, van één maand? Uw agenda voor 1995 is
al voor een gedeelte ingevuld. Het belooft een druk jaar
te worden. Hoeveel van de afspraken zullen uitgevoerd
worden? Hoe afhankelijk is toch de mens, hoewel hij
meent alles te kunnen regelen en bepalen. Met hoeveel
verwachting gaat de mens het nieuwe jaar in, terwijl hij
geen el lengte tot zijn leven kan toedoen. Zeker, de
Heere geeft onder de oordelen en verdrietelijkheden van
het leven nog levensvreugde. Wanneer onze ogen daar
voor geopend zijn, ontdekken wij Gods bewarende zorg
en barmhartigheid over Adamskinderen. David wijst bij
de aanvang van het nieuwe jaar op een andere levens
vreugde. Dat is niet de levensblijdschap van de mens in
de wereld en zondedienst. Deze blijdschap zal verande
ren in droefheid. De levensblijdschap van de levende
kerk is in zijn oorsprong en beleving verheven boven
het zien en zinnelijke van het natuurlijke leven. Mogen
wij u daarop wijzen? Deze vreugde geeft verzadiging.
Dat kan van de wereldse vreugde niet worden gezegd.
Het is een hartevreugde. Het is een hartelijke blijdschap
in God door Christus. Ze wordt ervaren in de gemeen
schap met God, door het waarachtige geloof. Ze geeft
een zielsverzadiging, welke verheft boven alle druk,
strijd en aanvechtingen. Ze geeft in het hart de bewijzen
van Gods gunst, liefde en trouw. Ze ervaart de verge
vende genade, door de verdiensten van Christus. De pro
feet Jeremia schrijft: „Ik heb u lief gehad met een eeu
wige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertie
renheid." De levensvreugde wordt ervaren bij het aan
schouwen van Gods aangezicht. In het natuurlijke leven
is een herkenning van elkanders aangezicht. Daardoor
herkent een moeder of vader het aangezicht van zijn
kind en een kind het aangezicht van zijn ouders. Al zijn
ze ver van elkander verwijderd, toch is het beeld niet uit
te wissen. Alzo kent de levende kerk het vriendelijk
aangezicht des Heeren. Wanneer wij in het leven elke
dag tegen een grimmig aangezicht aankijken, is dit een
verschrikkelijke ervaring. Buiten Christus, is God een
verterend vuur en een laaiende gloed.
Daarom is het noodzakelijk om bij de aanvang van het
nieuwe jaar te onderzoeken hoe onze verhouding is tot
de levende God. Dan kan de wereldvreugde niet meer
behagen. Dan zal de begeerte zijn om een verzoend God
in Christus te leren kennen. Wie wij in dit jaar zullen
ontmoeten, is ons onbekend. Wat wij zullen ontmoeten
is voor ons verborgen. Dat wij eenmaal God zullen ont
moeten is zeker. Wanneer 1995 het jaar zal zijn van
deze Godsontmoeting, zullen wij dan het vriendelijk
aangezicht in Christus ontmoeten, of zal het een ont
moeting zijn in toom? Ons hart mocht door genade de
levensvreugde kennen van de levende kerk. Dezulken
zullen verzadiging van vreugde ervaren. Daar is geen
smart meer over de zonde en de boosheid van het hart.
Daar breekt het nieuwe jaar van de verlossing aan. Daar
wisselen geen jaarkringen en worden geen nieuwe
kalenders gemaakt en agenda's ingevuld. Daar is God
alles en in allen.
Gij maakt eerlijk mij 't levenspad bekend,
Waarvan, in druk, 't vooruitzicht mij verheugde;
Uw aangezicht in gunst tot mij gewend.
Schenk mij in 't kort verzadiging van vreugde;
De Ueflijkheên van 't zalig hemelleven
Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.
Kootwijkerbroek
ds. P. Blok
Lichamelijk was moeder Lokkerse zelfs
flinker geworden. Zij had aan huis enige
wassen van notabelen van het dorp en uit
Otdam.
Haar brood en water, zij het niet ruim,
waren gewis. Voor zover op aarde van
gewas kan worden gesproken.
Nee, de zorgen betroffen Marie. Moeders
bange vermoedens, reeds gekoesterd,
toen het kind nog school ging, werden
langzaam, maar zeker bewaarheid.
Tot haar te vroeg gestorven man had zij
altijd opgemerkt, niet te weten, waar het
meisje 'het van weg had'. Zij wist het nog niet. De
trots van Marie werd steeds erger. Ze ging op het
dorp al een naam krijgen. „Dat trotse nest van
vrouw Lokkerse" heette het. Anderen spraken van
'de prinses'.
En moeder wist dat wel. Dat was erg. Maar erger
nog was, dat, ook volgens moeders mening, de
mensen gelijk hadden.
Dat ding sprak met onverholen minachting over
'dat gat van een dorp', waar zij vast niet blijven
zou, als zij ouder werd. De wereld was wijd ge
noeg. Er viel nog genoeg te beleven. Moeder wist
het heel goed, betoogde Marie daii, als zij 'los'
was, dat zij wel onderwijzeres geworden zou zijn,
als vader was blijven leven. Vader voelde er veel
voor. Nu kon dat natuurlijk niet, dat begreep zij.
Doch dat nam niet weg, dat zij op den duur wel
iets anders worden kon dan dienstbode blijven.
Maar dan moest je je niet op een dorp als Grol ver
kniezen. Dan moest je de wereld in. En zij zou het
doen ook, moeder hield haar vast niet tegen. Als
zij een en twintig was, was zij 'eigen heer en
meester' en dan kon moeder praten, wat zij wilde,
zij (Marie) zou er zich niet aan storen. Boer
Meeuwsen begreep haar veel beter dan haar eigen
moeder. Die vond haar te knap en te mooi, om
haar naar het land te zenden of onder de koeien te
zetten. Als zij dat ook doen moest, liep zij weg van
de boerderij en moeder kreeg haar met geen stok
ken er heen terug. Dan ging zij dienen in Vlissin-
gen of Middelburg. Dat waren al zowat steden. En
voorlopig vond zij dienen niet zo erg.
Als Marie zó doordraafde als een hollend paard,
hield moeder Lokkerse haar hart vast.
Zeker, zij had iets anders moeten doen. Zij had dat
kind moeten aanpakken en stevig op haar nummer
zetten. Maar daarvoor was zij te zwak. Bovendien
was het daarvoor nu ook te laat. Van jongsaan had
zij Marie in een andere richting moeten opvoeden.
Mogelijk was het dan anders gelopen. Maar reeds
als kind, we zagen het, was Marie haar moeder de
baas. En in de loop der jaren werd dat er niet beter
op!
Dus was moeder Lokkerse geheel van streek, als
Marie op haar vrije avond, éénmaal in de week, zo
uitpakte. Dan zag zij de bezwaren bergen hoog rij
zen en dan vreesde zij de toekomst. Er kon met dat
kind, nu nog maar zeventien, heel wat gebeuren,
als God het niet verhoedde.
Als God het niet verhoedde! Want moeder Lok
kerse, hoe zwak zij was van karakter, haar systeem
van opvoeden mocht niet deugen, zij wist wel, dat
zonder de huipe Gods er van Marie heel niets
terecht zou komen.
En zo werd het meisje, dienend op de boerderij
van de onverschillige Meeuwsen, een kind des
gebeds. Er ging geen avond voorbij, of vóór moe
der Lokkers zich ter ruste begaf, zonk zij op de
knieën, dankend voor ondervonden, onverdiende,
alleen uit genade verkregen zegeningen en welda
den; maar ook biddend voor haar oudste, die
dreigde de verkeerde weg in te slaan.
„O, Heere God, zet Gij dat trotse hart om, ik kan
het niet. Geef Gij haar een hart, dat vraagt naar U,
Heere Jezus".
Dat was het heilig refrein van haar aanhoudend
smeekgebed.
Ja, dat hart moest worden omgezet. Want al spotte
Marie niet met de godsdienst, al ging zij met haar
moeder naar het gezelschap, onverschillig was zij
toch. Dat bleek maar al te duidelijk aan haar uitla
tingen.
Eerlijk gezegd, was het voor moeder Lokkerse een
raadsel, dat Marie haar nog zo dikwijls vergezelde
naar het gebouwtje, waar de broeders en zusters
samenkwamen.
Want door het volhardend optredend van Sinke en
enige anderen was er werkelijk midden in het dorp
een stukje grond gekocht, waarop een eenvoudig,
maar geriefelijk vergaderlokaal was gebouwd. Het
was in het dorp geen geheim, dat Sinke flink ge
offerd had daarvoor. En dat werd ook vermoed
van Hermannus Boer van 'Eikenhof', die dat dan
natuurlijk voor zijn vrouw had gedaan, want hij
kwam nooit in die kring. Alleen zijn vrouw en zijn
jongen Klaas.
In het gebouwtje werd elke zondagmorgen verga
derd. En het aantal leden van de kring wies. In het
dorp werden zij met spot en hoon overladen.
Dominee Grietman was er woedend over; de bur
gemeester niet minder. Hij was er zelfs voor naar
de boerderij gestapt en had met boer Sinke een
lang onderhoud gehad, hem verwijtend, dat hij
tweespalt maakte. Was er in den lande niet genoeg
twist over kerkelijke zaken; moest die burgerstrijd
nu ook in Grol aanvangen? Ja, jhr. Runia van
Kwadamme, die nooit een voet in de kerk zette,
verweet Sinke een vijand van de kerk te zijn.
Maar baas Sinke was niet uit het veld geslagen
geweest. Juist, omdat hij géén vijand van de kerk
was, ging hij vaak in die kleine kring voor. De
kerk had het Woord Gods te brengen. En dat ge
schiedde in Grol niet. Wanneer er in Grol een pre
dikant kwam, als dotninee Bot van Kwadamme
bijvoorbeeld, dan werd het vergaderlokaal geslo
ten, de burgemeester kon er van op aan.
Jhr. Runia van Kwadamme, die deze beweegrede
nen niet kon verstaan en in het optreden van de
kringmensen alleen splijtzucht zag, had bot gevan
gen bij de stoere Cornells Sinke van 'Olmen
hoeve'.
Het vergaderen ging, ondanks spot en verguizing,
geregeld door. Meermalen trad er een evangelist
op en het zou niet zo heel lang meer duren, of de
middelen zouden gevonden zijn, dat er een vaste
evangelist op het dorp kwam. Dat was wéér de
vasthoudendheid van Sinke, die steeds recht op
zijn doel af ging.
Het was moeder Lokkerse feitelijk een raadsel, dat
Marie, die toch vrij onverschillig was, haar zo
vaak naar het vergaderlokaal vergezelde. Want
dan behoorde het meisje toch ook tot die vertrap
ten en gehoonden in Grol. Hoe was het mogelijk,
dat zij het wilde! Marie was altijd vol lof over boer
Meeuwsen, die haar zo welgezind was. Maar
Meeuwsen vloekte op de kringmensen en dreef de
spot met hen. Hoe was het dan te rijmen, dat Marie
er toe wilde behoren, althans uiterlijk?
Dan waren er ogenblikken, dat moeder Lokkerse
dacht: is Marie wel zo onverschillig? Dan gloorde
er hoop, op die momenten. Was hier gebedsverho
ring, althans het begin er van?
Het kwam, wat haar niet kwalijk te nemen was,
niet in haar op, te vermoeden, dat deze houding
van Marie voortvloeide uit haar trots, hoe vreemd
dat moge schijnen. Sinke en zijn medegenoten
werden in het dorp bespot? Welnu, die spot zou zij
trotseren! Wat konden haar die onbeschofte dorpe
lingen schelen! Zij "stond mijlen ver boven hen!
Als vader maar niet overleden was, dan was zij nu
bijna al onderwijzeres. Dat was heel iets anders!
Nee, dat vermoeden kwam niet in moeder Lok
kerse op, hoe raadselachtig de houding van dat
kind ook was. (wordt vervolgd)