EHIVHDEI1-l1IEmi/5 De moeilijkste 'reis' van mijn leven Bijbel in grote letter kompleet De leden van de Ondernemersvereniging Voltgenspiaat' wensen u prettige i^erstdagen en een voorspoedig 1995 TAALPRAATJE Cursus tekenen voor 55-piussers Haarstudio Anja Slagerij Buth De Hobbelpaarden Eethuisje 'IVIac Old' EP: Electronic Partner Rabobank Ooitgensplaat Bakkerij J. van Bellen Jeans Shop Drease Fa. J. van Drongelen Tuincentrum Thunbergia' Fort Prins Frederik De Graaf Inkasso De Vos Van Rossum Bep Vroegindeweij V. d. Wende E. C. van Dam Molendijk V. d. Welle Van Drongelen 3e Blad VRIJDAG 23 DECEMBER 1994 No. 6362 Ingezonden: Het was 1937, en ik was pas met mijn man, Ko, getrouwd. Het was een moeilijke tijd, vlak voor de oorlog. Maar ik was erg gelukkig op ons binnenvaartsclieepje de 'Zeelands Luister'. Het was een mooi, degelijk nieuw schip, we hadden er werk voor, er was brood op de plank en het leven lag voor ons. De 'Luister' was 110 ton groot en er stond een stevige 'kar' in, een industrie-diesel van 60 pk. We voe ren met haar iedere week op en neer tussen Brussel en verschillen de plaatsen in Zuid Holland. In Brussel zorgde meneer v. d. Berg, dat er vracht voor ons op de kade in wagons stond te wachten. Dit was in het Grote Dok in Brussel. V. d. Berg verdiende daar ook weer wat aan en wij hadden redelijk vast werk. Elke week een reis: met glas richting Nederland en een re- tourreis sla-olie van Calvé in Delft terug naar Antwerpen en Brussel. Dit deden we overigens samen met de Zeelands Luister II van mijn zwager. Op een vrijdag in het najaar van 1937, we waren net in Brussel geladen met kis ten glas, werd mijn man vrij plotseling erg ziek. Het was om een uur of drie 's middags. Ko, die snel zenuwachtig en bezorgd is, zei: ,,Hoe moet dat nou in Godsnaam? We men maandagochtend in Delft lossen. Alles is besteld! Vrachtwa gens, Westlanders! (dit zijn platboomde bootjes voor vervoer van glas naar de tuinders in het Westland). Ik heb toen een dokter laten komen. Na tuurlijk was dit een Frans sprekende man, maar gelukkig hadden we v. d. Berg om voor ons te vertalen. Ko bleek een soort griep te hebben, die in zijn hoofd was gaan zitten. De dokter was onverbiddelijk, als mijn man niet een paar dagen volledige bed- rust nam, dan zou hij de rest van zijn leven door hoofdpijnen gekweld worden. Toen men vertrokken was, keek hij mij aan. Wat nu? Hij vroeg of ik alleen de Luister naar Delft durfde te varen. Maar dat vond ik nog al wat. Ik vroeg een uur be denktijd. Dat uur heeft voor mij wel een dag geduurd. Per slot van rekening was ik toch nog maar een meisje van eenen twintig, al had ik nu plotseling de status van schippersvrouw. Natuurlijk, ik kwam voort uit een binnenvaartfamilie, en de weg wist ik ook wel. Maar tussen Lillo en Hansweert was een gevaarlijk trajekt voor zo'n klein schip als de Zee lands Luister. De zeevaart voer daar toendertijd nog vaak onder eigen stoom, en dat ging nogal eens wild en niet altijd met evenveel kennis van zaken. En alleen is maar alleen. Zo liep ik maar te tobben. Na een uur ben ik naar Ko z'n bed gegaan en ik heb gezegd: „Ik doe het". Hij keek mij eens aan, maar zei verder niets. Ik ging aan dek en vroeg een 'buurman' of hij mij wilde helpen met kleden sjor ren over de dek-last van lege olievaten voor Calvé. Na een uurtje stevig sjouwen zat alles 'zeewaardig'. Onze agent v. d. Berg was inmiddels op komen draven met de papieren en met medicijnen voor Ko! Eerst even de hondjes. Fora en Bob bie, uitgelaten. Toen van de Industrie alle smeerpuntjes gesmeerd, de luchtkraan open en hup, hij liep weer als een naaimachine. Nog even lucht gepompt, de touwtjes los en daar ging Jo. Op hoop van Zegen! De eerste sluis was Kapelle op de Bos. Toen die open ging, heel zachtjes de Luister naar binnen laten drijven, op de achterbolder een touwtje vastgezet en de schroef zachtjes aan. Het eerste obstakel was genomen en ik had even tijd om bij mijn man te kijken. Die lag doodop van de zenuwen. „Zou je het nou wel doen, zou je het nou wel doen?" Maar ik had A gezegd, en dan moet B er ook komen. De sluis ging in middels weer open en toen doorgevaren naar de volgende sluis in Willebroek. Die was onklaar en er was even tijd voor een boterham. Toen de sluis gepasseerd was ben ik doorgevaren naar Windham en daar zijn we 's nachts gebleven. Ik heb toen aan mijn man gevraagd hoe laat het hoog water was, voor de planning van de vol gende dag. Die zocht het in de almanak op, 4 uur hoog water, dan wilde ik om 3 uur schutten. Nog even naar de sluis gelopen om te vragen of dat mogelijk was, en dat kon. Dan kon ik nu even naar bed, maar veel slapen was er niet bij. Ik was ook best zenuwachtig. Al spoedig ging de wekker weer. Gauw even wat eten en de hondjes op de kant uitlaten. Mijn man was vreselijk nerveus, ik dacht nog, dat dat ook wel niet zo goed zou zijn voor een vlotte genezing, maar ja wat moet je? Ik had nog net even tijd om de machinekamer in te duiken, om alles nog te smeren, en toen was het tijd om de sluis in te varen. Tijdens het varen moest ik dan ook nog allerlei dingetjes regelen, zoals papieren voor de douane etc. Voor Antwerpen aangekomen, waar het heel erg druk was, moest ik voor stoom opdraaien om bij de douane te kunnen komen. Dit was heel erg span nend, maar ondanks de drukte is het me gelukt! In het hokje van de douane's la gen ze allemaal in bedden te slapen. Toen ik daar binnen kwam, als jong vrouwtje, werd er enthousiast geroepen: „Allez! Kom toch even bij ons liggen, daar zult ge geen spijt van hebben!" Dan moet je toch even denken, hoe los ik dit nou weer op? Maar met een grapje en met het verhaal, dat mijn man ziek aan boord lag, had ik ze toch snel aan het stempelen. Ik kreeg een zo genaamd 'akietje', wat bij de post in Lillo weer in geleverd moest worden. Hier in Antwerpen begon het spannende gedeel te, tot aan Hansweert moest ik het water delen met de zeevaart. Toen Lillo genaderd was, lag er een si tuatie voor me, die het zweet in mijn schoenen bracht: veel stroom, een paar grote zeeboten, stroom-op en -af varend, en een zwerm binnenvaartschepen. Hier- tussendoor moest ik ook weer opdraaien om bij de douanepost de papieren af te kunnen geven. Uiteindelijk is het gelukt, maar ik was wel een kilo lichter! Nu de grote ruk naar Hansweert, eerst de Schelde, dan het Nauw van Bath en ver volgens de Westerschelde. Hier kwamen de zeeboten onder stoom met grote snel heid op je af. Omdat die zeeschepen door onnauwkeu rig navigeren daar nogal eens uit de bocht vlogen en aan de grond raakten, had je daar behalve die varende zware jongens, ook nog veel wrakken, die met het materiaal, wat toendertijd beschik baar was, niet geborgen konden worden. Die werden bij laag water stukje voor stukje met snijbranders gesloopt. Extra obstakels dus, die veel concentratie van de vrouwelijke kapitein vroegen. Bij het naderen van een tegemoetkomend zee- schi, was het zaak om op tijd de motor te stoppen, en met de neus recht op de gol ven de 'zee' drijvend te nemen. Als je gewoon op de motor doorvoer, had je kans dat de kop onder de golven stak, en dan kwam er zoveel water overheen, dat de deklast en misschien wel het hele schip gevaar liep. Langzaam maar zeker, obstakel na obstakel, kwam toch Hans weert in zicht. Hier werd ook nog even wat stuurmanskunst gevraagd, want je moest het schip zo voor de monding zet ten, dat je ondanks de stroom toch veilig tussen de dammen terecht kwam. Maar alles lukte prima en de grootste en ge vaarlijkste oversteek was achter de rug! Ko stak zelfs zijn hoofd even in de stuur hut, en toen hij zag waar we waren, gaf hij me opgelucht een zoen. Na het aanleggen eerst naar de deklarant, dhr. Griep en vervolgens naar de kom- miezen. Op de terugweg even opgeven aan de sluis en al snel kon de reis voort gezet worden. In de vluchthaven van Zijpe gestopt voor de zaterdagbood- schappen en olie geladen bij Bakker. De tocht voortgezet naar Rotterdam. Na het passeren van de parksluis, konden we niet verder dan de Lage Erfbrug, dus de zondag hebben we in de Koolhaven doorgebracht. Ik kon inmiddels wel wat rust gebruiken. 's Zondags ging het al weer een beetje beter met Ko. Toen de maandag aanbrak weer vroeg op pad, want om acht uur 's morgens moe ten we in Delft lossen. Na Delft moesten we nog in Den Haag, Leiden en Aals meer lossen. Maar omdat het elke dag een beetje beter met mijn man ging, en omdat hij mij elke dag wat meer kon hel pen, ging dat van een leien dakje. Dit is echt gebeurd en ik vind het leuk om het eens door mijn zoon op papier te laten zetten. Ook vroeger konden vrou wen hun mannetje staan! Mijn man is vorig jaar op 84-jarige leef tijd overleden en omdat je daarna vaak aan vroeger denkt, is deze gebeurtenis weer bij mij boven gekomen. Johanna van de Klooster-v. d. Vliet (79 jr.) Dr. de Kockstraat 69, Bruinisse Tel. (01113) 1669 ERMELO/LEERDAM - De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) heeft in het gebouw van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en slechtzienden, de komplete Bijbel in de Statenvertaling in grootletter uit voering gepresenteerd. De uit zes delen bestaande Bijbel is speciaal ont wikkeld voor mensen met een minder goed gezichtsvermogen. Proson (Produktiecentrum Sonneheerdt) in Ermelo heeft de produktie verzorgd. De symbolische eerste komplete set Bij bels werd door de heer J. G. Blankestijn, algemeen direkteur van Proson, overhan digd aan ds. P. Blok, voorzitter van de GBS, Ds. Blok overhandigde de set ver volgens aan de heer H. Pierik, direkteur van de CBB. Tevens overhandigde hij een set aan de heer L. Bokhorst, voorzit ter van de Nederlandse Christelijke Blin den- en slechtziendenbond (NCB). Hij sprak daarbij het vertrouwen uit dat deze uitgave in een behoefte voorziet. Het bestuur van de GBS besloot begin 1993 tot het uitgeven van de komplete Bijbel in de Statenvertaling in grote let ter. Ze is van mening dat de Heilige Schrift voor een ieder beschikbaar moet zijn. Al in een vroeg stadium werd kon- takt gelegd met Proson. Als onderdeel van het Christelijk Blinden en Slecht- ziendencentrum Sonneheerdt te Ermelo bezit Proson een grote deskundigheid en jarenlange ervaring in de produktie van aangepaste leesvormen (braille en groot letter). Haar grootste opdrachtgever is de CBB. Proson volgt de ontwikkelingen in de produktiebehoeften van lektuur en li teratuur voor mensen met een visuele be perking op de voet en voorziet daarin. De GBS bepaalde in overleg met Proson een geschikte papiersoort, lettertype en lay-out. Op basis hiervan maakte Proson de tekst op en verzorgde het komplete druk- en bind-proces. Een aardig detail is dat bij de produktie blinde en slechtzien de vakmensen van Proson hun aandeel geleverd hebben. De tekst is in twee kolommen gedrukt. Hierdoor is de breedte van de tekst beperkt, hetgeen van groot belang is voor de gebruikers. Het formaat van de gebonden bijbeldelen is 21x30 cm. Het gemiddeld aantal pagi na's per deel is 310. De Bijbel bestaat uit zes delen: vier delen voor het Oude Tes tament en twee delen Nieuwe Testament. Deze verdeling maakt dat de afzonderlij ke boeken goed hanteerbaar blijven. Het Nieuwe Testament verscheen in oktober 1993. De prijs voor het Nieuwe Testa ment bedraagt 60,-, het Oude Testa ment kost 155,-. Gebleken is, dat met name ouderen be langstelling hebben voor deze grootletter Bijbel in de Statenvertaling. Op 18 januari 1995 start de Stichting Welzijnswerk voor Ouderen 'Oostflak- kee' met een basiscursis tekenen voor 55- plussers. Deze cursus zal op woensdag ochtend van 9.00 tot 10.30 uur worden gegeven. De kosten bedragen 50,- voor 10 lessen, exclusief het materiaal. De kos ten van het materiaal zijn afhankelijk van de technieken die de cursisten willen leren. Dat zal in overleg gebeuren met een erva ren docent. De mogelijkheden zijn o.a. het werken met houtskool, aquarelleren of werken men pen en inkt. De cursus is toe gankelijk voor 55-plussers uit Oostflakkee en omliggende gemeenten. Belangstellen den kunnen kontakt opnemen met de SWOO, tel. (01874) 1344. Café-Restaurant Electr. huish. artikelen Woninginrichting Verblijfsrecreatiecentrum Administratie-assurantiel<antoor Mode en Textiel Kantoorboekhandel Automobielbedrijf Jeansmode, kinderkleding Drogisterij - Parfumerie Bouwbedrijf RIJM Het Sinterklaasfeest met het heerlijk avondje is weer voorbij, waarmee tevens een eind kwam aan de jaarlijks terugkerende en voor velen moeilijke taak rijmpjes bij de presentjes en sur prises te maken. Daarom thans een Taaipraatje over het rijm. Voor hen die het heil ervan niet inzien, geldt de oude zegswijze 'zonder rijm en reden', ongerijmd, in strijd met het gezond verstand. Anderen echter genieten mee met de kinderen van al die rijmpjes, die het gebracht hebben tot een eigen titel, samengevat onder de noemer Sinterklaasliedjes. Daartoe behoren onder andere Zie ginds komt de stoomboot, O kom er eens kijken. Sinterklaas kapoentje, Zie de maan schijnt door de bomen en Sinterklaas, Goedheiligman, om er maar enkele te noemen. Datzelfde geldt voor de Kerstliederen, al hebben die toch meer waarde en inhoud, zoals Ere zij God, Stille nacht, heilige nacht en De herdertjes lagen bij nachte, enz. Omdat het versjes maken soms niet al te best wil lukken, ontstond het woord rijmelarij, voor slecht, prullig en vaak onbenullig rijmwerk. Soms kan men bij dat rijmwerk de hulp inroepen van buitenstaanders. De vroeger bekende 'conferencier' Alfredo belegde daartoe zelfs uitgaansavondjes, waarvan de kreet 'we zijn hier zo gezellig bij elkaar, roept u maar' afkomstig is, hoe wel men ook daarbij moeilijk kon spre ken van 'de schone kunst der poëzie'. Sommigen zagen in die hulp zelfs een bron van inkomsten om een centje bij te verdienen. Dat blijkt uit de samen stelling rijmfabriek, een plaats waar tegen betaling op bestelling liedjes en versjes werden gemaakt. Justus van Effen: „'t Is zeker dat de meeste bruiloftsliederen kars vars (kersvers) uit d'een of andere rijmfa briek gehaald worden, schoon ze als eigen maaksels met des kopers naam ondertekend en voorgelezen worden." Het rijm wordt onderscheiden in veel soorten. Als eerste noemen we de alli teratie of stafrijm, ook wel beginletter- rijm genoemd. Daarvan zijn voorbeel den te over. We noemen slechts te kust en te keur, door dik en dun, kind noch kraai hebben, lief en leed delen, door schade en schande wijs worden, bont en blauw slaan, zich groen en geel ergeren. Verder de wat gezochte regels Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan en lieve Leentje laat je leiden. Daartegenover staat het normale eind rijm, dat weer onderverdeeld is in staand of mannelijk rijm, waarbij het rijmwoord eindigt op een eenlettergre pige klank (ruw - schuw, hand - stand, woord - koord) en vrouwelijk rijm, ook wel slepend of glijdend rijm genoemd (vrolijke - olijke, matige - statige, moe dige - goedige) met onbeklemtoonde eindlettergrepen. De Schoolmeester: „Een rijmelarij vol zoetigheid, met een hart vol warmte en goedigheid." De Schoolmeester was het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Gerrit van de Linde, geboren te Rotterdam in 1808, overleden te Londen in 1858. Hij schreef de zogenaamde knittelver zen, uitgegeven met als titel 'Gedich ten van de schoolmeester' tijdens zijn verblijf in Londen, waar hij een kost school voor jongens overnam. Als alleen de klinkers rijmen en de mede-klinkers verschillen, noemt men dat assonantie of halfrijm, zoals in 'alles vergeten en vergeven'. Een ander onderscheid is gepaard rijm, waarbij de tweede regel rijmt op de eerste en de vierde regel op de derde, enz. Verder gekruist rijm, waarbij de derde regel rijmt op de eerste en de vierde op de tweede, enz. Tenslotte omarmend rijm, waarbij de vierde regel rijmt op de eerste en de derde regel op de twee de regel. Aan het rijm gebonden zijn betekent zich weinig vrijheid in het rijm mogen veroorloven. We vervolgen met het werkwoord rij men, waaraan de zegswijze is ontleend 'rijmen en lijmen'. Als voorbeeld: hij doet niet anders dan rijmen en lijmen, met mooie praatjes onenigheden beëindigen en gladstrijken. Vandaar ook als het niet lukt: dat is niet met elkaar te rijmen. Dat is onverklaarbaar en niet in overeenstemming te brengen. Het is ongerijmd (ongehoord). Vroeger betekende het werkwoord rij men ook ijlen, meestal van de koorts. Later veranderd in raaskallen, zotte- klap uitslaan. Een andere betekenis van rijm is bevroren dauw of mist. Thans meestal vervangen door het woord rijp in tegenstelling tot Vlaanderen, waar men het woord rijp niet kent. Daar spreekt men nog van waterrijm en rouwrijm voor bevroren mist aan boomtakken. Rijm is schadelijk voor bloemen en planten. Cats: „Juyst soo gelijck een sonnestrael een treurig bloemken open trekt, dat met rijm lagh overdekt." De presentatie van de grote letter Bijbel. Op de foto v.l.n.r. de heren H. Pierik, direkteur van de CBB, Chr. Bibliotheek voor Blinden en slechtzienden; L. Bokhorst, voorzitter van de Ned. Chr. Blinden- en slechtziendenbond; ds. P. Blok, voorz. van de GBS, en J. G. Blankestijn, alg. dir.van Proson.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1994 | | pagina 9