EimiDHI-niEIJWS Ook in 1995 uw adres voor 'Kwaliteits-service' en 'Kwaliteits-produkten' Wij wensen u prettige Kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar 6e Blad VRIJDAG 23 DECEMBER 1994 No. 6362 In Nieuwe Tonge leeft de wens om over een nieuw verenigingsgebouw te beschikken. 'Ons Dorpshuis' voldoet ondanks het vele aan- en verbouwen niet meer aan heden daagse eisen en wensen. 'Ons Dorpshuis' is ook niet gebouwd als een verenigingsgebouw, maar als een weeshuis. Op 5 april 1864 passeerde voor notaris Christiaan de Vries een akte, waarin Pieter ï^icolaas Joannes Lette Anemaet, lid van de Provinciale Staten en burge meester van Nieuwe Tonge verklaarde: bij deze om niet en onherroepelijk te schenken, en in eigendom over te dra gen, aan de Burgerlijke gemeente van Nieuwe Tonge, en welke schenking door de Heeren Willem Snijder, zonder beroep of maatschappelijke betrekking, en Johannis van der Sluys, bouwman, beide wonende te Nieuwe Tonge, alhier mede comparerende aan mij notaris bekend, in hunne betrekking van wet houders der bovengenoemde Burgerlijke gemeente en daartoe gemagtigd bij Raadsbesluit van den 25-sten January 1864, voor de Burgerlijke gemeente van Nieuwe Tonge in dank in eigendom wordt aangenomen ongeveer drie roeden 83 ellen tuingrond, gelegen aan het Korteweegje in den polder het Noord- land gemeente Nieuwe Tonge... Voorts verklaarden de wederzijdsche comparan ten dat deze schenking is geschied onder de navolgende bedingen. Dat door de Burgerlijke gemeente van Nieuwe Tonge een Burger weeshuis op voorschreven grond zal moeten worden gesticht. De gemeente kwam haar belofte al spoe dig na, want reeds op 28 april 1864 legde P. N. J. Lette Anemaet de eerste steen van het gebouw. Binnen de gemeente Nieuwe Tonge werd gekollekteerd voor de stichting van het weeshuis. Aan vrijwillige bijdragen kwam in het totaal een bedrag van 826,85 binnen. De bijdragen varieer den van 245,- tot 10 cent. De hoogste schenkingen: P. N. J. Lette Anemaet245,- A. Zaaijer50,- Fonds W. Sutherland50,- Wed. Mr. S. H. Anemaet40,- J. C. Anemaet30,- W. Snijder20,- J. van der Sluys20,- C. J. Snijders20,- J. Vreeswijk15,- Wat werd met bovenstaande bedragen o.a. bekostigd? Hier volgt een opsomming: kachels, vuurtesten, ijzeren krib, tijken, borstel werk, dekens, blik- en ijzerwerk, lakens, lampen, gewichten, stoelen, stoven, glas- en aardewerk, bezems, boenders, linnen, kleedermakerswerk, bijbel, wollen koord, uitschotten voor manden en ton nen, bruine bonen, rogge, peen, stro en steenkolen. De gemeente nam de bouwkosten voor haar rekening. Zij werden door de archi tect J. Mosterdijk te Sommelsdijk becij ferd op 7.589,88. Het werk werd op 24 maart 1864 gegund aan Paulus van den Broek, timmerman te Nieuwe Tonge voor de som van 7.310,-. Als mede aannemers fungeerden Iman Mosselman en Johannes Giphart, beiden timmerlie den te Nieuwe Tonge. Het naar buiten uitspringend waschhuis en bergplaats voor brandstoffen, waarin de noodige privaten zijn verdeeld; op den beganen grond eene zaal door een gang afgeschei den, een woonkamer, keuken, provisie- kamer met daaronder gelegen kelder; op de eerste verdieping twee slaapzalen, een ziekenkamer, een magazijn tot berging van kleedingstukken, benevens een pri vaat; verder in het maken van een wel en regenput, benevens een put voor de pri vaten en verdere riolen." Oplevering diende plaats te vinden vóór of op 15 september 1864. „In aanmerking nemende dat de admini stratie en het beheer van ouderlooze kin deren wier onderhoud ingevolge de wet, ten laste der gemeente komt, steeds is gevoerd door het Algemeen armbestuur dezer Gemeente, doch dat het voor eene beter en rigtiger administratie, vooral door de stichting in dit jaar van een nieuw weeshuis, meer regelmatig is dat daarvoor voortaan een afzonderlijk beheer worde gevoerd." Waarna wordt besloten om met ingang van 1 januari 1865 een Instelling van Weldadigheid op te richten. Deze instelling werd per 1 januari 1878 opgeheven en het beheer van het weeshuis en de wezen werd weer onder het beheer van het Algemeen arm bestuur gesteld. Om iets meer te weten te komen over het reilen en zeilen in het weeshuis kunnen wij het beste het Reglement van beheer eens inzien. We lezen: Algemeene bepalingen Art. 1 Deze instelling behoort onder die, ver meld onder litt. a van art. 2 der Wet van den 28 juny 1854 (Staatsblad nr. 100) en is mitsdien onderworpen aan het toezigt van het gemeentebestuur. Art. 2 Het bestuur van deze Instelling wordt meer bijzonder uitgeoefend door een Collegie van regenten, zamengesteld uit een voorzitter en twee leden, door den gemeenteraad uit zijn midden of uit andere ingezetenen der gemeente te benoemen. Dit Collegie wordt bijgestaan door een boekhouder, welke door den gemeenteraad wordt benoemd, geschorst en ontslagen. Regenten worden benoemd voor den tijd van zes jaren. Een derde van hen treed om de twee jaren af met den 1-sten April, volgens een daarvan te maken rooster... Art. 3 Ter bevordering van huisselijke orde in het weeshuis, zullen door den gemeente raad drie der geachtste en daartoe meest geschikte vrouwen worden verzocht de betrekking van regentesse op zich te nemen om mede te werken tot het bestuur, voor zoover het vrouwelijke toe zigt kan gerekend worden daartoe noodig te zijn. De echtegenooten van de regenten of van den boekhouder zullen niet tot regentessen benoembaar zijn. Art. 4 Het huishoudelijk bestuur dezer instel ling is opgedragen aan eenen vader en moeder, welke door den gemeenteraad worden benoemd, geschorst en ontsla gen. Art. 5 Het weeshuis is bestemd tot opneming van alle weezen wier onderhoud, inge volge de wet, ten laste der gemeente mogen komen, zonder onderscheid van gezindte. Art. 6 Den onderhoud van het gesticht en der daarin op te nemen kinderen wordt beko stigd: a. uit de revenuen en inkomsten van goe deren tot het fonds van het gesticht behoorende of later daaraan toege voegd; b. uit de verdiensten der kinderen, daarin gealimenteerd worden, en c. uit toelagen uit de gemeentekas, wan neer het blijken mogt dat de gewone inkomsten niet toereikend zijn. Art. 7 Geene herstellingen, vernieuwingen of verbeteringen aan de goederen of gebou wen (geringe of dagelijkse uitgezonderd) mogen gedaan, noch giften en vaste goe deren aangenomen, noch eenige regts- vordering ondernomen of de dading aan gegaan worden dan met magtiging van den gemeenteraad en overeenkomstig de voorschriften der wet van 28 juny 1854 (Staatsblad nr. 100). Art. 8 De voeding en verderen onderhoud der kinderen wordt voor rekening van het gesticht zelve bekostigd. Art. 9 De kleeding der kinderen wordt geno men van duurzame stof, zoveel mogelijk naar den eisch van het werk, hetwelk door ieder hunner moet worden verrigt. Ieder kind wordt gedurende zijn verblijf in het gesticht een eigen nummer gege ven hetwelk deze behoudt tot op het oogenblik dat het gesticht door hetzelve wordt verlaten en waarmede elk klee- dingstuk zal moeten zijn gemerkt; bij het inkomen van andere kinderen krijgen die zoo na mogelijk het nummer dergenen, die hetzelver verlaten hebben. Het opper- kleed - zoowel dat der jongens als der Korteweegje 1900 met rechts meisjes - zal op den linkerarm van het gemeentewapen van Nieuwe Tonge (zijnde lazuur met een fasce van goud) zijn voorzien. Geene andere dan zooda nig gemerkte bovenkleederen zullen door hen mogen worden gedragen. Van den vader en moeder Art. 28 Vader en moeder vereischen van onbe sproken zedelijk gedrag te zijn, echtelie den, behoorlijk ervaren in het lezen en schrijven. Behalve kost en inwoning wordt hun eene belooning toegekend van 100,- 's jaars. Art. 28a Vader en moeder zullen zich geheel tot de zaken van het weeshuis moeten bepa len en in geen geval eenige zaken of han del voor eigen rekening mogen uitoefe nen. Art. 29 Behalve in de gevallen waarvan in art. 50 wordt gesproken, zal hun drie maan den bevorens van hun ontslag worden kennis gegeven; zijnde ook zij verpligt drie maanden bevorens kennis te geven dat zij hunne betrekking wenschen neder te leggen. Art. 30 Bij hunne in functie treding zal hun het meubilair van het gesticht worden over gegeven volgens daarvan opgemaakten inventaris, waarvan een onder regenten en een onder hen zal blijven berusten en die telkens wanneer dit noodig is, zal worden aangevuld. Art. 31 Aan den vader en moeder wordt de opvoeding der kinderen als eene der voornaamste pligten aanbevolen. Zij zul len daartoe de kinderen, naar hunne vat baarheid, bekend maken met den oor sprong van hun bestaan en eerbied voor het Opperwezen inboezemen en zooveel mogelijk werk maken van het aanieeren van gebeden en dankzeggingen. Zij zul len zorgen dat geen der kinderen de school of catechisatiën, veel minder de openbare godsdienst verzuimen en de kinderen ter bijwoning van de openbare godsdienst, in behoorlijke orde naar hunne jaren, ter kerk geleiden, onder het plaats nemen en orde en stilte onder hen bewaren. Omtrent kinderen wier ouders tot eene andere godsdienstige gezindte hebben behoord, zullen zij de door regenten voor te schrijven regels moeten volgen. Art. 32 Zij zijn verpligt in het gesticht op te nemen en toe te laten al zulke personen aan wie door regenten toegang is ver leend, daarentegen is het hun uitdrukke lijk verboden om, op eigen gezag, daarin iemand op te nemen, toe te laten of te doen overnachten. Art. 33 Zij zijn beiden verpligt zooveel doenlijk voor de zedelijkheid, reinheid, orde en goede opvoeding der kinderen te waken en te zorgen dat de kinderen bij iedere maaltijd zindelijk aan tafel komen. Zij zullen de kinderen met zachtheid en lief de moeten behandelen en bij pligtver- zuim, hen met redenen hunne verpligting voorhouden, het is hun ten eenenmale verboden bij groote overtredingen of ongehoorzaamheid der kinderen deze zelf te straffen, maar zulks bij ieder wekelijks bezoek aan regenten te kennen te geven, ten einde daaromtrent onder zoek te doen en naar bevind van zaken te handelen. Zij zullen daarom hun eigen gedrag zoodanig inrigten dat het den kin deren steeds tot goed voorbeeld zij. Vooral wachten zij zich voor ruwheid en onbetamelijkheid in het spreken en zor gen altijd hunne waardigheid tegenover de kinderen te handhaven. Art. 34 Zij zullen zorgen dat geen der kinderen buiten het weeshuis overnachte, tenzij met toestemming van den voorzitter van regenten of bij zijne afwezigheid van dengene die door ouderdom van betrek king hem vervangt. De kinderen zullen, wanneer hun werk buiten het gesticht zal afgedaan zijn, zich steeds in huis moeten bevinden en buiten de huisselijke werku ren zich alleen op het terrein zelve en geenszins daarbuiten, veel minder op de straat mogen vermaken. Voor kinderen die familie of betrekkingen willen bezoe ken, kan hierop alleen uitzonderingen door regenten en regentessen worden gemaakt. Art. 35 De vader en moeder zullen de kinderen, overeenkomstig hunnen leeftijd, tot vlijt en werkzaamheid aansporen. De vader zal zooveel mogelijk uitzien naar geschikt werk of huur van dienst voor die kinderen, die daarvan verstoken zijn, om het fonds voordeel te verschaffen en de kinderen tot een bestaan in de Maatschappij op te leiden. Het is niet geoorloofd dat de kinderen eenige huur of dienst aanvaarden dan met voorkennis Van regenten en regentessen, zijnde de vader verpligt daarvan bewijs te nemen van diegenen bij wier de kinderen zich hebben verhuurd. Art. 36 Hij zal lederen morgen overzigt nemen over de slaapplaatsen der kinderen en zorgen dat die reingehouden worden; hij geeft naauwkeurig acht op de kinderen die ongesteld mogten zijn, zorgt dat die van de gezonden worden afgezonderd, opgepast, verpleegd en de voorschriften van den geneesheer stipt worden opge volgd. Hij zal voorts voor de reinhou- ding der jongens grootelijks zorg moeten dragen. Art. 37 De moeder zal de kinderen, die daartoe zelve nog niet in staat zijn, tweemaal en desnoods meermalen in de week, op een bepaald uur, moeten kammen, wasschen en reinigen, desbehoevende zich daarin door een of meer der oudste meisjes doen bijstaan en zorgdragen dat ook de grootere jongens en meisjes zich rein- houden. Art. 38 De vader en moeder zijn uitdrukkelijk verantwoordelijk voor de zorgvuldige zindelijke bewaring en het gebruik van het meubilair en de verdere goederen welke tot het gesticht behooren; de gebreken door onachtzaamheid daaraan toegebracht komen voor hunne rekening. De moeder zal zorgen dat de vertrekken behoorlijk worden reingehouden en gelucht; dat de bedden des morgens bij tijds geschud en op de tijden door regen tessen bepaald van schoon linnen wor den voorzien; dat op eenen door regen tessen bepaalden dag in iedere week het geheele huis worde opgeschuurd en de straten en goten worden schoongemaakt. Art. 39 De vader en moeder zullen zorg dragen dat dagelijks genoegzame en gezonde spijzen, ingevolge de voorschriften van regenten en regentessen, voor de kinde ren worden gereedgemaakt en op de bepaalde uren van den dag gereed zijn, ten einde aan de kinderen geen tijd beno men worde om op hun werk te zijn of ter schole te gaan. Zij zullen aan geen der kinderen eenige sluiting hoegenaamd toestaan tot berging van hunne kleederen of andere goederen, maar aan ieder kind boven de tien jaar eenige sluiting mogen geven, zooals die daartoe door regenten of regentessen zal worden daargesteld. Van de kleederen aan de kinderen toebe- hoorende, zullen zij voor elk kind een afzonderlijke inventaris maken en bij houden; wekelijks zullen zij de kleede ren tegen dien inventaris vergelijken; hetgeen vermist wordt, zal terstond moe ten worden teregt gebragt en zullen zorg dragen dat geen deze kinderen iets van zijne kleeding afleggen zonder voorken nis van Regentessen of dat de kinderen onderling van kleederen wisselen, tenzij met der regenten en regentessen toestem ming. Art. 40 De vader en moeder zijn verpligt voort durend in een en hetzelfde vertrek met de kinderen te wonen en met hen, aan eene en dezelfde tafel, dezelfde spijs te eten, zoodat deze ten allen tijde onder hun opzigt zijn en alle wanorde onder het eten worde geweerd. Bij het eten en drin ken der kinderen zullen de jongens en de meisjes ieder afzonderlijk aan eene tafel worden geplaatst; bij de jongens is de vader aan het hoofd tot opzigt en bij de meisjes de moeder: zorgende voor behoorlijke gebeden en dankzeggingen. Groothandel in landbouwprodukten op- en overslag meststoffen (op maat) /gewasbeschermingsmiddelen (01871)20 66 (01874)25 55 (01686)25 50 J. P. Mast Den Bommel B.V. J. R Mast Oude Tonge B.V. J. P. Mast Fijnaart B.V. bed gaan, waarvoor de vader en moeder behoorlijk zullen zorgdragen, de jong- sten vroeger en de ouderen niet later dan negen uur. De slaapzalen zullen door den vader of moeder behoorlijk worden gesloten en geopend; zij zullen diegenen der kinderen, welke om beroepsbezighe den vroeger moeten opstaan, op hunnen tijd in persoon en bij name roepen en hen geregeld des winters te half acht en des zomers te vijf ure opstaan, de jongere kinderen iets later. Art. 45 Nog wordt uitdrukkelijk bepaald dat het huis en de wasch, door de moeder met behulp der meisjes, rein en zindelijk moet gehouden worden om ten allen tijde te kunnen vertoonen, zoomede het beddegoed en de kleederen. De moeder is mede verpligt om al het goed der kin deren in huis, met behulp der meisjes, te naaijen, te breijen en te onderhouden. Art. 46 De vader zal naauwkeurig letten op die genen der kinderen die in eenige huur, op het veld of ambacht werkzaam zijn, hoe of hun gedrag en welke hunne ver diensten zijn, om daarvan wekelijks opgave te doen aan den boekhouder. Art. 47 Hij zal ook verpligt zijn de lijst van zijne wekelijksche ontvangst bij iedere verga dering van regenten of regentessen te doen viseren, alsmede de lijsten waarop door de leveranciers het door hun afgele verde wordt genoteerd. Art. 48 De vader zal moeten zorgen dat de jon gens geen tabak rooken vóór hun zes tiende jaar en dan wel alleen in zijne tegenwoordigheid en tegen aanschaffing van hunne eigen tabak en pijpen, met dopjes voorzien. Art. 49 De vader en moeder zijn verpligt de bediening van regenten en regentessen, zoo dikwijls als deze tezamen of afzon derlijk vergaderd zijn waar te nemen, derzelver orders stipt opvolgen, alsmede dezelve op order van den boekhouder één dag bevorens tot het houden van ver- Ontwerp voor een raadhuis. Art. 41 Vader en moeder zullen zorgen voor het prompt wegbrengen der kleedingstukken van ieder kind in het bijzonder. Zij zul len naauwlettend achtgeven dat de kin deren niet zonder hun kenmerkend wees goed zich buiten het gesticht begeven en zorgen dat zij des zondags het hun toege voegd zondagspak zonder mankeren rein en zindelijk gebruiken en hetzelve, na gebruikte te hebben, in behoorlijke orde met hun eigen nummer voorzien aan vader of moeder ter berging afstaan. Art. 42 De vader of moeder zullen geene klee dingstukken zelve koopen, noch garen, band, knoopen of iets dat tot de kleeding benoodigd wezen mogt maar, in buiten gewone gevallen, bij eenige behoefte de Regentessen citeren, ten einde uit de voorraadkast te kunnen erlangen hetgeen dan naar haar oordeel op te kennen geven van vader of moeder noodig mogt zijn. Art. 43 Zij zullen in de gewone vergadering van regenten of regentessen kennis geven van de noodige reparatie aan het gebouw of aan de kleederen, schoenen of klom pen, kunnende alsdan door de aanwezige regenten of regentessen worden gehan deld en de vader of moeder worden gemagtigd. Art. 44 De kinderen zullen allen tegelijk naar gadering uit te noodigen en voorkomen de commissien ten behoeve van het gesticht te verrigten. Art. 50 Wanneer zij met eene dezer bepalingen in strijd mogten handelen kunnen regen ten hunne schorsing en zoonoodig hun onmiddelijk ontslag aan den Gemeenteraad voordragen. Het weeshuis heeft als zodaanig niet lang gefunctioneerd. Dit moge blijken uit de plannen uit 1922. „De Raad der gemeente Nieuwe Tonge; overwegende: dat het Gemeentehuis niet meer als zoodanig kan gebruikt worden, wegens den slechten staat waarin het verkeert; dat herstelling van het gebouw veel te hooge kosten vraagt en bovendien niet wenschelijk, daar de ruimte te beperkt is; dat daarom dringende voorziening eisch is; dat het Weeshuis, eigendom der bur gerlijke gemeente zijn bestemming heeft verloren aangezien geen weezen daarin ondergebracht zullen worden, omdat gestichtsverpleging of uitbesteding bij particulieren belangrijk voordeeliger zijn; dat laatstgenoemd gebouw ruimte biedt niet alleen voor Gemeentehuis maar ook voor woning van den Burge meester; dat blijkens opgave van den architect de kosten van verbouwing zul len bedragen 13.500,-; terwijl mede voor de aanschaffing van meubilair een uitgaaf van 1.500,- noodig wordt geacht; dat bij stichting van een nieuw Gemeentehuis minstens een bedrag van 20.000,- zal benoodigd zijn." Men besloot dus om het weeshuis te ver bouwen tot raadhuis, maar zover kwam het niet, want op 11 januari 1923 kwam een brief bij de gemeente binnen, waarin maar liefst 233 (sic!) inwoners van Nieuwe Tonge tegen het bovenstaande besluit bezwaar maakten en verzochten dit besluit in te trekken, daar zij het niet gewenscht achten, dat het Weeshuis voor andere doeleinden wordt ingericht, daar de mogelijkheid niet weggecijferd kan worden, dat binnen zeer korten tijd de opening hiervan noodzakelij is; dat indertijd de woonkamer van I. J. v.d. Broek is aangekocht om op die manier, bij verbouw, over meer ruimte te kunnen beschikken; dat het bestaande Gemeente huis zich prachtig midden in het dorp bevindt, terwijl, wanneer het aan het Korteweegje wordt geplaatst het komt te staan op de grens der bebouwde kom; dat volgens mededeeling van bouwkun digen voldoende ruimte beschikbaar is, om wederom op dezelfde plaats een sier lijk Raadhuis te doen verrijzen; dat het niet als een gemeentebelang en als bezui niging kan worden aangemerkt, wanneer tot den bouw van een Raadhuis met ambtswoning wordt overgegaan." In de raadsvergadering van 18 maart 1927 besloot men de voorgenomen geld lening ter financiering van de verbouw van het weeshuis tot gemeentehuis in te trekken, omdat de verbouwing van het Weeshuis tot Gemeentehuis niet doorgaat". De plannen van de archicten Van Vliet en Van Bokkum te Rotterdam vonden geen doorgang. Er werd op de plaats van het oude raadhuis een nieuw gemeentehuis gebouwd. En het oude weeshuis.ja, wat moest men daarmee? Het weeshuis werd voor diverse doelein den gebruikt. In 1948 kwam de wens van het verenigingsleven naar voren, om over een eigen verenigingsgebouw te beschikken. Het oude weeshuis was een geschikt pand, maar er moest wel het nodige aan verbouwd worden. Het gemeentebestuur kon zich volledig ach ter het initiatief scharen, maar beschikte niet over de nodige financiën. Een grote plaatselijke aktie werd door het vereni gingsleven op touw gezet, tengevolge waarvan een bazar kon worden georgani seerd. Een garantie-fonds voor deze bazar was spoedig gevormd en daarna restte het voorbereidende werk. De dames haalden textielpunten op en gin gen aan het breien, de heren zetten zich in voor een grote inzamelaktie van aller hande artikelen 'van de bevolking voor de bevolking' en reeds toen kon van een succes worden gesproken. De moeilijk heid was nu nog, de bevolking duidelijk te maken, dat zij hun eigen goederen moesten terugkopen, doch ook daar slaagde men volkomen in. De netto opbrengst was 3.100,-. Door dit grote succes aangemoedigd, deed men zelfs de toezegging, dat getracht zou worden dit bedrag aan te vullen tot 7.000,-. Een grote opgave! Het waren echter niet alleen de vereni gingen, die zich inzetten. Ook de gemeenteraad toonde zijn grote belang stelling en bestemde een beschikbaar bedrag van 4.089,25 voor het grote doel, zodat uit de gemeente zelf een bedrag van ongeveer 11.000,- beschik baar was. Ook andere financiers werden gevonden, zoals o.a. het Fonds Noodgebieden en Fonds Ierse Gelden. In de tussentijd kwam ook de Stichting Dorpsgemeenschap Nieuwe Tonge van de grond. Deze Stichting ging zich toe leggen op het exploiteren van het vereni gingsgebouw. Ook was er in het dorpshuis een kleuter school gevestigd. Reeds lang vóór de Tweede Wereldoorlog bestonden plan nen, om tot oprichting van een kleuter school over te gaan, doch deze plannen bleken op veel moeilijkheden te stuiten en kwamen niet tot uitvoering. Na de oorlog werd de behoefte aan een kleuter school nog sterker. Op 1 mei 1948 kwam de kleuterschool eindelijk tot stand. In het begin van de jaren zestig werd een nieuwe kleuterschool aan de Tuinstraat geopend. In 1951 waren de voorbereidingen en de verbouw van het weeshuis tot vereni gingsgebouw gereed. Op 30 mei 1951 werd het verenigingsgebouw geopend door de Commissaris van de Koningin. De naam werd 'Ons Dorpshuis'. In de loop der jaren is het pand diverse malen verbouwd, waardoor weinig meer herinnerd aan het oude weeshuis. Jan Both Middelharnis Van weeshuis tot dorpshuis

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1994 | | pagina 21