EimiDHI-niEIJWS
Ook in 1995 uw adres voor
'Kwaliteits-service' en 'Kwaliteits-produkten'
Wij wensen u prettige Kerstdagen
en een voorspoedig nieuwjaar
6e Blad
VRIJDAG 23 DECEMBER 1994
No. 6362
In Nieuwe Tonge leeft de wens om
over een nieuw verenigingsgebouw
te beschikken. 'Ons Dorpshuis'
voldoet ondanks het vele aan- en
verbouwen niet meer aan heden
daagse eisen en wensen. 'Ons
Dorpshuis' is ook niet gebouwd als
een verenigingsgebouw, maar als
een weeshuis.
Op 5 april 1864 passeerde voor notaris
Christiaan de Vries een akte, waarin
Pieter ï^icolaas Joannes Lette Anemaet,
lid van de Provinciale Staten en burge
meester van Nieuwe Tonge verklaarde:
bij deze om niet en onherroepelijk te
schenken, en in eigendom over te dra
gen, aan de Burgerlijke gemeente van
Nieuwe Tonge, en welke schenking door
de Heeren Willem Snijder, zonder
beroep of maatschappelijke betrekking,
en Johannis van der Sluys, bouwman,
beide wonende te Nieuwe Tonge, alhier
mede comparerende aan mij notaris
bekend, in hunne betrekking van wet
houders der bovengenoemde Burgerlijke
gemeente en daartoe gemagtigd bij
Raadsbesluit van den 25-sten January
1864, voor de Burgerlijke gemeente van
Nieuwe Tonge in dank in eigendom
wordt aangenomen ongeveer drie roeden
83 ellen tuingrond, gelegen aan het
Korteweegje in den polder het Noord-
land gemeente Nieuwe Tonge... Voorts
verklaarden de wederzijdsche comparan
ten dat deze schenking is geschied onder
de navolgende bedingen. Dat door de
Burgerlijke gemeente van Nieuwe Tonge
een Burger weeshuis op voorschreven
grond zal moeten worden gesticht.
De gemeente kwam haar belofte al spoe
dig na, want reeds op 28 april 1864 legde
P. N. J. Lette Anemaet de eerste steen
van het gebouw.
Binnen de gemeente Nieuwe Tonge
werd gekollekteerd voor de stichting van
het weeshuis. Aan vrijwillige bijdragen
kwam in het totaal een bedrag van
826,85 binnen. De bijdragen varieer
den van 245,- tot 10 cent. De hoogste
schenkingen:
P. N. J. Lette Anemaet245,-
A. Zaaijer50,-
Fonds W. Sutherland50,-
Wed. Mr. S. H. Anemaet40,-
J. C. Anemaet30,-
W. Snijder20,-
J. van der Sluys20,-
C. J. Snijders20,-
J. Vreeswijk15,-
Wat werd met bovenstaande bedragen
o.a. bekostigd?
Hier volgt een opsomming: kachels,
vuurtesten, ijzeren krib, tijken, borstel
werk, dekens, blik- en ijzerwerk, lakens,
lampen, gewichten, stoelen, stoven, glas-
en aardewerk, bezems, boenders, linnen,
kleedermakerswerk, bijbel, wollen
koord, uitschotten voor manden en ton
nen, bruine bonen, rogge, peen, stro en
steenkolen.
De gemeente nam de bouwkosten voor
haar rekening. Zij werden door de archi
tect J. Mosterdijk te Sommelsdijk becij
ferd op 7.589,88. Het werk werd op 24
maart 1864 gegund aan Paulus van den
Broek, timmerman te Nieuwe Tonge
voor de som van 7.310,-. Als mede
aannemers fungeerden Iman Mosselman
en Johannes Giphart, beiden timmerlie
den te Nieuwe Tonge. Het naar buiten
uitspringend waschhuis en bergplaats
voor brandstoffen, waarin de noodige
privaten zijn verdeeld; op den beganen
grond eene zaal door een gang afgeschei
den, een woonkamer, keuken, provisie-
kamer met daaronder gelegen kelder; op
de eerste verdieping twee slaapzalen, een
ziekenkamer, een magazijn tot berging
van kleedingstukken, benevens een pri
vaat; verder in het maken van een wel en
regenput, benevens een put voor de pri
vaten en verdere riolen."
Oplevering diende plaats te vinden vóór
of op 15 september 1864.
„In aanmerking nemende dat de admini
stratie en het beheer van ouderlooze kin
deren wier onderhoud ingevolge de wet,
ten laste der gemeente komt, steeds is
gevoerd door het Algemeen armbestuur
dezer Gemeente, doch dat het voor eene
beter en rigtiger administratie, vooral
door de stichting in dit jaar van een
nieuw weeshuis, meer regelmatig is dat
daarvoor voortaan een afzonderlijk
beheer worde gevoerd." Waarna wordt
besloten om met ingang van 1 januari
1865 een Instelling van Weldadigheid op
te richten. Deze instelling werd per 1
januari 1878 opgeheven en het beheer
van het weeshuis en de wezen werd weer
onder het beheer van het Algemeen arm
bestuur gesteld.
Om iets meer te weten te komen over het
reilen en zeilen in het weeshuis kunnen
wij het beste het Reglement van beheer
eens inzien. We lezen:
Algemeene bepalingen
Art. 1
Deze instelling behoort onder die, ver
meld onder litt. a van art. 2 der Wet van
den 28 juny 1854 (Staatsblad nr. 100) en
is mitsdien onderworpen aan het toezigt
van het gemeentebestuur.
Art. 2
Het bestuur van deze Instelling wordt
meer bijzonder uitgeoefend door een
Collegie van regenten, zamengesteld uit
een voorzitter en twee leden, door den
gemeenteraad uit zijn midden of uit
andere ingezetenen der gemeente te
benoemen. Dit Collegie wordt bijgestaan
door een boekhouder, welke door den
gemeenteraad wordt benoemd, geschorst
en ontslagen. Regenten worden benoemd
voor den tijd van zes jaren. Een derde
van hen treed om de twee jaren af met
den 1-sten April, volgens een daarvan te
maken rooster...
Art. 3
Ter bevordering van huisselijke orde in
het weeshuis, zullen door den gemeente
raad drie der geachtste en daartoe meest
geschikte vrouwen worden verzocht de
betrekking van regentesse op zich te
nemen om mede te werken tot het
bestuur, voor zoover het vrouwelijke toe
zigt kan gerekend worden daartoe
noodig te zijn. De echtegenooten van de
regenten of van den boekhouder zullen
niet tot regentessen benoembaar zijn.
Art. 4
Het huishoudelijk bestuur dezer instel
ling is opgedragen aan eenen vader en
moeder, welke door den gemeenteraad
worden benoemd, geschorst en ontsla
gen.
Art. 5
Het weeshuis is bestemd tot opneming
van alle weezen wier onderhoud, inge
volge de wet, ten laste der gemeente
mogen komen, zonder onderscheid van
gezindte.
Art. 6
Den onderhoud van het gesticht en der
daarin op te nemen kinderen wordt beko
stigd:
a. uit de revenuen en inkomsten van goe
deren tot het fonds van het gesticht
behoorende of later daaraan toege
voegd;
b. uit de verdiensten der kinderen, daarin
gealimenteerd worden, en
c. uit toelagen uit de gemeentekas, wan
neer het blijken mogt dat de gewone
inkomsten niet toereikend zijn.
Art. 7
Geene herstellingen, vernieuwingen of
verbeteringen aan de goederen of gebou
wen (geringe of dagelijkse uitgezonderd)
mogen gedaan, noch giften en vaste goe
deren aangenomen, noch eenige regts-
vordering ondernomen of de dading aan
gegaan worden dan met magtiging van
den gemeenteraad en overeenkomstig de
voorschriften der wet van 28 juny 1854
(Staatsblad nr. 100).
Art. 8
De voeding en verderen onderhoud der
kinderen wordt voor rekening van het
gesticht zelve bekostigd.
Art. 9
De kleeding der kinderen wordt geno
men van duurzame stof, zoveel mogelijk
naar den eisch van het werk, hetwelk
door ieder hunner moet worden verrigt.
Ieder kind wordt gedurende zijn verblijf
in het gesticht een eigen nummer gege
ven hetwelk deze behoudt tot op het
oogenblik dat het gesticht door hetzelve
wordt verlaten en waarmede elk klee-
dingstuk zal moeten zijn gemerkt; bij het
inkomen van andere kinderen krijgen die
zoo na mogelijk het nummer dergenen,
die hetzelver verlaten hebben. Het opper-
kleed - zoowel dat der jongens als der
Korteweegje 1900 met rechts
meisjes - zal op den linkerarm van het
gemeentewapen van Nieuwe Tonge
(zijnde lazuur met een fasce van goud)
zijn voorzien. Geene andere dan zooda
nig gemerkte bovenkleederen zullen
door hen mogen worden gedragen.
Van den vader en moeder
Art. 28
Vader en moeder vereischen van onbe
sproken zedelijk gedrag te zijn, echtelie
den, behoorlijk ervaren in het lezen en
schrijven. Behalve kost en inwoning
wordt hun eene belooning toegekend van
100,- 's jaars.
Art. 28a
Vader en moeder zullen zich geheel tot
de zaken van het weeshuis moeten bepa
len en in geen geval eenige zaken of han
del voor eigen rekening mogen uitoefe
nen.
Art. 29
Behalve in de gevallen waarvan in art.
50 wordt gesproken, zal hun drie maan
den bevorens van hun ontslag worden
kennis gegeven; zijnde ook zij verpligt
drie maanden bevorens kennis te geven
dat zij hunne betrekking wenschen neder
te leggen.
Art. 30
Bij hunne in functie treding zal hun het
meubilair van het gesticht worden over
gegeven volgens daarvan opgemaakten
inventaris, waarvan een onder regenten
en een onder hen zal blijven berusten en
die telkens wanneer dit noodig is, zal
worden aangevuld.
Art. 31
Aan den vader en moeder wordt de
opvoeding der kinderen als eene der
voornaamste pligten aanbevolen. Zij zul
len daartoe de kinderen, naar hunne vat
baarheid, bekend maken met den oor
sprong van hun bestaan en eerbied voor
het Opperwezen inboezemen en zooveel
mogelijk werk maken van het aanieeren
van gebeden en dankzeggingen. Zij zul
len zorgen dat geen der kinderen de
school of catechisatiën, veel minder de
openbare godsdienst verzuimen en de
kinderen ter bijwoning van de openbare
godsdienst, in behoorlijke orde naar
hunne jaren, ter kerk geleiden, onder het
plaats nemen en orde en stilte onder hen
bewaren. Omtrent kinderen wier ouders
tot eene andere godsdienstige gezindte
hebben behoord, zullen zij de door
regenten voor te schrijven regels moeten
volgen.
Art. 32
Zij zijn verpligt in het gesticht op te
nemen en toe te laten al zulke personen
aan wie door regenten toegang is ver
leend, daarentegen is het hun uitdrukke
lijk verboden om, op eigen gezag, daarin
iemand op te nemen, toe te laten of te
doen overnachten.
Art. 33
Zij zijn beiden verpligt zooveel doenlijk
voor de zedelijkheid, reinheid, orde en
goede opvoeding der kinderen te waken
en te zorgen dat de kinderen bij iedere
maaltijd zindelijk aan tafel komen. Zij
zullen de kinderen met zachtheid en lief
de moeten behandelen en bij pligtver-
zuim, hen met redenen hunne verpligting
voorhouden, het is hun ten eenenmale
verboden bij groote overtredingen of
ongehoorzaamheid der kinderen deze
zelf te straffen, maar zulks bij ieder
wekelijks bezoek aan regenten te kennen
te geven, ten einde daaromtrent onder
zoek te doen en naar bevind van zaken te
handelen. Zij zullen daarom hun eigen
gedrag zoodanig inrigten dat het den kin
deren steeds tot goed voorbeeld zij.
Vooral wachten zij zich voor ruwheid en
onbetamelijkheid in het spreken en zor
gen altijd hunne waardigheid tegenover
de kinderen te handhaven.
Art. 34
Zij zullen zorgen dat geen der kinderen
buiten het weeshuis overnachte, tenzij
met toestemming van den voorzitter van
regenten of bij zijne afwezigheid van
dengene die door ouderdom van betrek
king hem vervangt. De kinderen zullen,
wanneer hun werk buiten het gesticht zal
afgedaan zijn, zich steeds in huis moeten
bevinden en buiten de huisselijke werku
ren zich alleen op het terrein zelve en
geenszins daarbuiten, veel minder op de
straat mogen vermaken. Voor kinderen
die familie of betrekkingen willen bezoe
ken, kan hierop alleen uitzonderingen
door regenten en regentessen worden
gemaakt.
Art. 35
De vader en moeder zullen de kinderen,
overeenkomstig hunnen leeftijd, tot vlijt
en werkzaamheid aansporen. De vader
zal zooveel mogelijk uitzien naar
geschikt werk of huur van dienst voor
die kinderen, die daarvan verstoken zijn,
om het fonds voordeel te verschaffen en
de kinderen tot een bestaan in de
Maatschappij op te leiden. Het is niet
geoorloofd dat de kinderen eenige huur
of dienst aanvaarden dan met voorkennis
Van regenten en regentessen, zijnde de
vader verpligt daarvan bewijs te nemen
van diegenen bij wier de kinderen zich
hebben verhuurd.
Art. 36
Hij zal lederen morgen overzigt nemen
over de slaapplaatsen der kinderen en
zorgen dat die reingehouden worden; hij
geeft naauwkeurig acht op de kinderen
die ongesteld mogten zijn, zorgt dat die
van de gezonden worden afgezonderd,
opgepast, verpleegd en de voorschriften
van den geneesheer stipt worden opge
volgd. Hij zal voorts voor de reinhou-
ding der jongens grootelijks zorg moeten
dragen.
Art. 37
De moeder zal de kinderen, die daartoe
zelve nog niet in staat zijn, tweemaal en
desnoods meermalen in de week, op een
bepaald uur, moeten kammen, wasschen
en reinigen, desbehoevende zich daarin
door een of meer der oudste meisjes
doen bijstaan en zorgdragen dat ook de
grootere jongens en meisjes zich rein-
houden.
Art. 38
De vader en moeder zijn uitdrukkelijk
verantwoordelijk voor de zorgvuldige
zindelijke bewaring en het gebruik van
het meubilair en de verdere goederen
welke tot het gesticht behooren; de
gebreken door onachtzaamheid daaraan
toegebracht komen voor hunne rekening.
De moeder zal zorgen dat de vertrekken
behoorlijk worden reingehouden en
gelucht; dat de bedden des morgens bij
tijds geschud en op de tijden door regen
tessen bepaald van schoon linnen wor
den voorzien; dat op eenen door regen
tessen bepaalden dag in iedere week het
geheele huis worde opgeschuurd en de
straten en goten worden schoongemaakt.
Art. 39
De vader en moeder zullen zorg dragen
dat dagelijks genoegzame en gezonde
spijzen, ingevolge de voorschriften van
regenten en regentessen, voor de kinde
ren worden gereedgemaakt en op de
bepaalde uren van den dag gereed zijn,
ten einde aan de kinderen geen tijd beno
men worde om op hun werk te zijn of ter
schole te gaan. Zij zullen aan geen der
kinderen eenige sluiting hoegenaamd
toestaan tot berging van hunne kleederen
of andere goederen, maar aan ieder kind
boven de tien jaar eenige sluiting mogen
geven, zooals die daartoe door regenten
of regentessen zal worden daargesteld.
Van de kleederen aan de kinderen toebe-
hoorende, zullen zij voor elk kind een
afzonderlijke inventaris maken en bij
houden; wekelijks zullen zij de kleede
ren tegen dien inventaris vergelijken;
hetgeen vermist wordt, zal terstond moe
ten worden teregt gebragt en zullen zorg
dragen dat geen deze kinderen iets van
zijne kleeding afleggen zonder voorken
nis van Regentessen of dat de kinderen
onderling van kleederen wisselen, tenzij
met der regenten en regentessen toestem
ming.
Art. 40
De vader en moeder zijn verpligt voort
durend in een en hetzelfde vertrek met de
kinderen te wonen en met hen, aan eene
en dezelfde tafel, dezelfde spijs te eten,
zoodat deze ten allen tijde onder hun
opzigt zijn en alle wanorde onder het
eten worde geweerd. Bij het eten en drin
ken der kinderen zullen de jongens en de
meisjes ieder afzonderlijk aan eene tafel
worden geplaatst; bij de jongens is de
vader aan het hoofd tot opzigt en bij de
meisjes de moeder: zorgende voor
behoorlijke gebeden en dankzeggingen.
Groothandel in landbouwprodukten op- en overslag
meststoffen (op maat) /gewasbeschermingsmiddelen
(01871)20 66
(01874)25 55
(01686)25 50
J. P. Mast Den Bommel B.V.
J. R Mast Oude Tonge B.V.
J. P. Mast Fijnaart B.V.
bed gaan, waarvoor de vader en moeder
behoorlijk zullen zorgdragen, de jong-
sten vroeger en de ouderen niet later dan
negen uur. De slaapzalen zullen door den
vader of moeder behoorlijk worden
gesloten en geopend; zij zullen diegenen
der kinderen, welke om beroepsbezighe
den vroeger moeten opstaan, op hunnen
tijd in persoon en bij name roepen en hen
geregeld des winters te half acht en des
zomers te vijf ure opstaan, de jongere
kinderen iets later.
Art. 45
Nog wordt uitdrukkelijk bepaald dat het
huis en de wasch, door de moeder met
behulp der meisjes, rein en zindelijk
moet gehouden worden om ten allen
tijde te kunnen vertoonen, zoomede het
beddegoed en de kleederen. De moeder
is mede verpligt om al het goed der kin
deren in huis, met behulp der meisjes, te
naaijen, te breijen en te onderhouden.
Art. 46
De vader zal naauwkeurig letten op die
genen der kinderen die in eenige huur,
op het veld of ambacht werkzaam zijn,
hoe of hun gedrag en welke hunne ver
diensten zijn, om daarvan wekelijks
opgave te doen aan den boekhouder.
Art. 47
Hij zal ook verpligt zijn de lijst van zijne
wekelijksche ontvangst bij iedere verga
dering van regenten of regentessen te
doen viseren, alsmede de lijsten waarop
door de leveranciers het door hun afgele
verde wordt genoteerd.
Art. 48
De vader zal moeten zorgen dat de jon
gens geen tabak rooken vóór hun zes
tiende jaar en dan wel alleen in zijne
tegenwoordigheid en tegen aanschaffing
van hunne eigen tabak en pijpen, met
dopjes voorzien.
Art. 49
De vader en moeder zijn verpligt de
bediening van regenten en regentessen,
zoo dikwijls als deze tezamen of afzon
derlijk vergaderd zijn waar te nemen,
derzelver orders stipt opvolgen, alsmede
dezelve op order van den boekhouder
één dag bevorens tot het houden van ver-
Ontwerp voor een raadhuis.
Art. 41
Vader en moeder zullen zorgen voor het
prompt wegbrengen der kleedingstukken
van ieder kind in het bijzonder. Zij zul
len naauwlettend achtgeven dat de kin
deren niet zonder hun kenmerkend wees
goed zich buiten het gesticht begeven en
zorgen dat zij des zondags het hun toege
voegd zondagspak zonder mankeren rein
en zindelijk gebruiken en hetzelve, na
gebruikte te hebben, in behoorlijke orde
met hun eigen nummer voorzien aan
vader of moeder ter berging afstaan.
Art. 42
De vader of moeder zullen geene klee
dingstukken zelve koopen, noch garen,
band, knoopen of iets dat tot de kleeding
benoodigd wezen mogt maar, in buiten
gewone gevallen, bij eenige behoefte de
Regentessen citeren, ten einde uit de
voorraadkast te kunnen erlangen hetgeen
dan naar haar oordeel op te kennen
geven van vader of moeder noodig mogt
zijn.
Art. 43
Zij zullen in de gewone vergadering van
regenten of regentessen kennis geven
van de noodige reparatie aan het gebouw
of aan de kleederen, schoenen of klom
pen, kunnende alsdan door de aanwezige
regenten of regentessen worden gehan
deld en de vader of moeder worden
gemagtigd.
Art. 44
De kinderen zullen allen tegelijk naar
gadering uit te noodigen en voorkomen
de commissien ten behoeve van het
gesticht te verrigten.
Art. 50
Wanneer zij met eene dezer bepalingen
in strijd mogten handelen kunnen regen
ten hunne schorsing en zoonoodig hun
onmiddelijk ontslag aan den
Gemeenteraad voordragen.
Het weeshuis heeft als zodaanig niet lang
gefunctioneerd. Dit moge blijken uit de
plannen uit 1922.
„De Raad der gemeente Nieuwe Tonge;
overwegende:
dat het Gemeentehuis niet meer als
zoodanig kan gebruikt worden, wegens
den slechten staat waarin het verkeert;
dat herstelling van het gebouw veel te
hooge kosten vraagt en bovendien niet
wenschelijk, daar de ruimte te beperkt is;
dat daarom dringende voorziening eisch
is; dat het Weeshuis, eigendom der bur
gerlijke gemeente zijn bestemming heeft
verloren aangezien geen weezen daarin
ondergebracht zullen worden, omdat
gestichtsverpleging of uitbesteding bij
particulieren belangrijk voordeeliger
zijn; dat laatstgenoemd gebouw ruimte
biedt niet alleen voor Gemeentehuis
maar ook voor woning van den Burge
meester; dat blijkens opgave van den
architect de kosten van verbouwing zul
len bedragen 13.500,-; terwijl mede
voor de aanschaffing van meubilair een
uitgaaf van 1.500,- noodig wordt
geacht; dat bij stichting van een nieuw
Gemeentehuis minstens een bedrag van
20.000,- zal benoodigd zijn."
Men besloot dus om het weeshuis te ver
bouwen tot raadhuis, maar zover kwam
het niet, want op 11 januari 1923 kwam
een brief bij de gemeente binnen, waarin
maar liefst 233 (sic!) inwoners van
Nieuwe Tonge tegen het bovenstaande
besluit bezwaar maakten en verzochten
dit besluit in te trekken, daar zij het
niet gewenscht achten, dat het Weeshuis
voor andere doeleinden wordt ingericht,
daar de mogelijkheid niet weggecijferd
kan worden, dat binnen zeer korten tijd
de opening hiervan noodzakelij is; dat
indertijd de woonkamer van I. J. v.d.
Broek is aangekocht om op die manier,
bij verbouw, over meer ruimte te kunnen
beschikken; dat het bestaande Gemeente
huis zich prachtig midden in het dorp
bevindt, terwijl, wanneer het aan het
Korteweegje wordt geplaatst het komt te
staan op de grens der bebouwde kom;
dat volgens mededeeling van bouwkun
digen voldoende ruimte beschikbaar is,
om wederom op dezelfde plaats een sier
lijk Raadhuis te doen verrijzen; dat het
niet als een gemeentebelang en als bezui
niging kan worden aangemerkt, wanneer
tot den bouw van een Raadhuis met
ambtswoning wordt overgegaan."
In de raadsvergadering van 18 maart
1927 besloot men de voorgenomen geld
lening ter financiering van de verbouw
van het weeshuis tot gemeentehuis in te
trekken, omdat de verbouwing van
het Weeshuis tot Gemeentehuis niet
doorgaat". De plannen van de archicten
Van Vliet en Van Bokkum te Rotterdam
vonden geen doorgang. Er werd op de
plaats van het oude raadhuis een nieuw
gemeentehuis gebouwd. En het oude
weeshuis.ja, wat moest men daarmee?
Het weeshuis werd voor diverse doelein
den gebruikt. In 1948 kwam de wens van
het verenigingsleven naar voren, om
over een eigen verenigingsgebouw te
beschikken. Het oude weeshuis was een
geschikt pand, maar er moest wel het
nodige aan verbouwd worden. Het
gemeentebestuur kon zich volledig ach
ter het initiatief scharen, maar beschikte
niet over de nodige financiën. Een grote
plaatselijke aktie werd door het vereni
gingsleven op touw gezet, tengevolge
waarvan een bazar kon worden georgani
seerd. Een garantie-fonds voor deze
bazar was spoedig gevormd en daarna
restte het voorbereidende werk. De
dames haalden textielpunten op en gin
gen aan het breien, de heren zetten zich
in voor een grote inzamelaktie van aller
hande artikelen 'van de bevolking voor
de bevolking' en reeds toen kon van een
succes worden gesproken. De moeilijk
heid was nu nog, de bevolking duidelijk
te maken, dat zij hun eigen goederen
moesten terugkopen, doch ook daar
slaagde men volkomen in. De netto
opbrengst was 3.100,-. Door dit grote
succes aangemoedigd, deed men zelfs de
toezegging, dat getracht zou worden dit
bedrag aan te vullen tot 7.000,-. Een
grote opgave!
Het waren echter niet alleen de vereni
gingen, die zich inzetten. Ook de
gemeenteraad toonde zijn grote belang
stelling en bestemde een beschikbaar
bedrag van 4.089,25 voor het grote
doel, zodat uit de gemeente zelf een
bedrag van ongeveer 11.000,- beschik
baar was. Ook andere financiers werden
gevonden, zoals o.a. het Fonds
Noodgebieden en Fonds Ierse Gelden. In
de tussentijd kwam ook de Stichting
Dorpsgemeenschap Nieuwe Tonge van
de grond. Deze Stichting ging zich toe
leggen op het exploiteren van het vereni
gingsgebouw.
Ook was er in het dorpshuis een kleuter
school gevestigd. Reeds lang vóór de
Tweede Wereldoorlog bestonden plan
nen, om tot oprichting van een kleuter
school over te gaan, doch deze plannen
bleken op veel moeilijkheden te stuiten
en kwamen niet tot uitvoering. Na de
oorlog werd de behoefte aan een kleuter
school nog sterker. Op 1 mei 1948 kwam
de kleuterschool eindelijk tot stand. In
het begin van de jaren zestig werd een
nieuwe kleuterschool aan de Tuinstraat
geopend.
In 1951 waren de voorbereidingen en de
verbouw van het weeshuis tot vereni
gingsgebouw gereed. Op 30 mei 1951
werd het verenigingsgebouw geopend
door de Commissaris van de Koningin.
De naam werd 'Ons Dorpshuis'.
In de loop der jaren is het pand diverse
malen verbouwd, waardoor weinig meer
herinnerd aan het oude weeshuis.
Jan Both
Middelharnis
Van weeshuis tot dorpshuis