EIIAtlDBI-niEUWS
(VIII)
Nog weer de
schippersfamilie Oomens
Gevaarlijke omstandigheden
3e Blad
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1994
No. 6322
De schepen
\yan Oude Tonge
Adrianus Pieter Oomens, Ad zoals
hij wordt genoemd is de broer van
Rinus uit het vorige verhaal. Hij
maakte soortgelijke avonturen mee
tot en met het kosthuis te Wemel-
dinge waar hij op de school voor
schipperskinderen het lager onder
wijs (sinds 1985 basis-onderwijs
geheten) volgde.
In 1958 ging Ad naar de KOF-school
(binnenvaartschool) te Rotterdam. Twee
jaar later verliet Ad deze school met
goed gevolg. Hij begon zijn maatschap
pelijke loopbaan bij zijn oom Gerard en
tante Marie die toen met het 350 ton
metende motorschip Francina voeren. Zij
maakten vele reizen naar Belgische ste
den, maar ook in Nederland werd meni
ge haven aangedaan. In het najaar wer
den zelfs door hen suikerbieten vervoerd
van de Noordoostpolder naar Putters-
hoek. Soms was er een langdurige cam
pagne. Zo vervoerde Oomens met zijn
neef Ad als knecht in 1961 nog in januari
de laatste bieten van Wijk en Aalburg.
Eerst lagen zij met de Francina buiten de
sluis te Urk. Toen werd de boel aan
boord van voren naar achter waterdicht
gemaakt. Over de gehele deklast werden
dekkleden gelegd en voor de ramen wer
den schuiven geplaatst. De deuren van
het vooronder en van de motorkamcr
werden met pakking afgesloten.
Ad kreeg dus een goede opleiding van
zijn oom.
Eerst alles goed zeeklaar maken aan
boord van het schip, dat was het parool.
Komt er .onverwacht een storm opzetten
dan kan er zo gauw niets gebeuren. Vele
schepen zijn vergaan doordat de schip
pers niet goed zeeklaar hadden gemaakt
voor zij de zee opgingen, verzekerde de
ervaren schipper.
In het voorjaar van 1961na het inleggen
van een nieuw deel van de buikdenning
dat had plaatsgevonden aan de Buiten-
kalkhaven te Dordrecht, wilden zij met
de Francina vertrekken om in Rotterdam
stukgoederen te gaan laden voor Ant
werpen. Om te kunnen vertrekken moest
Ad eerst het schip afduwen. Hij pakte
een haak uit de barlijn op de luiken,
wilde die na het gebruik terug leggen en
liep toen achterwaarts over de luiken. Er
lag echter een luik open!
Vanuit de stuurhut zag zijn oom Gerard
het gevaar aankomen en riep zo hard hij
kon om te waarschuwen, maar het was te
laat. Ad viel plotseling bijna vier meter
naar beneden.
Nog voordat zijn oom kwam aangerend,
was de schippersjongen reeds opgestaan
van de plaats op de buikdenning waar hij
terechtgekomen was. Hij klom de trap op
en verliet het ruim.
Per ambulance werd hij direkt naar het
Diaconessenziekenhuis te Dordrecht
gebracht. Ad had een zware hersen
schudding opgelopen en een pols gebro
ken. Daarmee kwam een einde aan zijn
verblijf op de Francina.
Na zijn ontslag aldaar is Ad bij zijn
vader aan boord gegaan op de Nelly.
Oomens onderhield toen een vaste beurt-
dienst van Enschede op Antwerpen en
Gent. Zij vervoerden ruwe katoen en
katoengarens. In Gent werden van de
spinnerijen in kisten verpakte garens ge
laden die Enschede werden vertranspor-
teerd en daar werden gelost.
Ook werd wel ruwe katoen uit zeeboten
te Antwerpen overgeladen en naar En
schede gebracht. Elke veertien dagen een
retour reis.
Jacobus Oomens met de motorklipper
Libertas, Adriaan P. Oomens met de mo
torklipper Spes Salutis, Johannes
Oomens met zijn motorkastje de Een
dracht en Gerard Oomens met de motor
klipper Johanna Maria, alle vier Oomens
ooms van Ad, hebben, de een wat langer
dan de ander, dezelfde beurtvaart onder
houden. Helaas, in de zomer van 1963
werd deze dienst opgeheven.
Ad ging bij zijn vader aan boord van de
Nelly op de particuliere vaart. Vanuit de
omgeving van Wezel vervoerde zij grind
naar België en vanaf de Maas en Waal
zand naar hetzelfde land. Begin 1964
verliet Ad het schip van zijn vader om
zich meer te gaan bekwamen op de rijn
vaart. Hij kwam aan boord van de Elan,
een kempenaar van 414 ton van schipper
Koch. In de zomermaanden vervoerden
zij veel zand en grind. Na ingeloot te zijn
voor de bietencampagne werden in ver
schillende havenplaatsen de peeën gela
den en naar de lespektievelijke fabriek
vervoerd. Nog één keer is Ad Oomens,
na het bietenvervoer, met de Elan mce-
gevaren voor een reis van Basel naar
Rotterdam met een lading ijzerdraad
waar de broei is ingekomen.
Daarna ging hij weer op de Nelly, nu
samen met zijn broer Rinus totdat ook
Ad in 1966 onder de wapenen werd ge
roepen. De jonge Oomens kwam terecht
in de Willem 3 kazerne te Amersfoort,
voor vele dienstplichtigen niet onbekend.
Ad werd opgeleid tot schutter op een
Centuriontank. Na zijn diensttijd in juni
1967 is Ad Oomens gaan varen op de
motorspits Libertas, een zusterschip van
de Nelly. Aan boord bevond zich ook
zijn jongere neef Rinus Oomens Jac.zn.
Eind 1967 kocht Pieter Oomens via een
makelaarskantoor te Amsterdam een
motorspits genaamd AH van schipper
De Krammer van 700 ton van Adriaan Oomens Pzn.
Celaden aan de Kade bij Black I ie Mannlieim 1978.
Smeding. Pieter A. Oomens heeft met
zijn beide zoons Marinus en Adrianus P.
ten kantore van notaris Korbijn te Oude
Tonge een vereniging onder firma
(V.O.F.) opgericht.
De aangekochte All werd omgedoopt tot
Krammer. Het schip was in 1961 ge
bouwd bij Scheepswerf Ruijtenberg te
Waspik en mat 334 ton. Het vaartuig was
voorzien van een 3 cylinder 1 1 2 pk
Industrie-motor. Vader en zoon Oomens
gingen met de Krammer varen maar dat
duurde niet zo lang. In juni 1968 trad
Adrianus Pieter Oomens met Lijntje
Knöps te Ooltgensplaat in het huwelijk.
Het jonge stel ging samen met de Kram
mer varen. In het begin viel het voor de
nieuwe schippersvrouw niet mee. Zij
kwam als een kat in een vreemd pakhuis
terecht, maar Lijntje leerde snel en na
een zekere tijd manoevreerde zij met de
Krammer op een manier die menig
schipper versteld deed staan!
Vanaf 1971 werd hun vaargebied verlegd
naar noord Frankrijk tot aan Parijs. Daar
was het vervoersaanbod erg groot.
Vooral graan moest worden vervoerd
naar Nederland en Duitsland. In tijd van
vier weken konden zij een retourreis
maken wat een goed bedrijfsresultaat te
zien gaf. Op 30 april 1973 voeren zij met
het lege schip op de Boven-Schelde en
waren onderweg naar de laadplaats Vau-
celles. Daar zouden zij gerst inladen die
naar Andel in Nederland gebracht moest
worden. In de sluis te Cambrai kwam Ad
met zijn hand bekneld tussen de draad en
de bolder. Gelukkig had hij handschoe
nen aan. Na een hevige pijnscheut te
hebben gevoeld, dacht hij er goed vanaf
gekomen te zijn. Maar toen hij zijn hand
schoen uittrok bleven er twee vingertop
pen in achter.... Een douanebeambte die
op de sluis aanwezig was heeft Ad
Oomens per auto naar het ziekenhuis ge
bracht.
Vader Oomens uit Oude Tonge is toen
aan boord gekomen want Ad kon met
één hand de meeste werkzaamheden niet
uitvoeren. Op de terugreis naar Neder
land konden zij bij de Belgisch-Franse
grens niet verder. De Belgische schip
pers waren in staking gegaan. Na twee
weken werd die staking beëindigd maar
het verhaal begon opnieuw, toen aan de
andere kant de Franse schippers in sta
king gingen. Alles bij elkaar lagen zij
daar zes weken stil en met hen zo'n 150
vaartuigen tot een onafzienbare lengte.
Ondertussen waren de vingers van de
schipper al aardig genezen.
In februari 1974 werd de Krammer ver
kocht aan schipper Leen Molewijk uit
Terneuzen die het schip Cadans ging
noemen. Tegelijkertijd werd in Dor
drecht een groter schip, de Hollandia, ge
kocht van schipper Piet Lubbinga. Het
schip was 55 meter lang, 7 meter breed
en mat precies 700 ton en was gebouwd
op de werf Sint Pieter te Hemiksen in
België. Twee G.M.-motoren, elk van 240
pk dreven het schip voort. Lubbinga had
met het schip nog maar twee jaar geva
ren, zelfs over de Waddenzee naar Bre
men en Hamburg. Er was nogal wat roest
ontstaan en dat werd door schipper
Oomens niet geduld! Die liet het vaar
tuig grondig zandstralen. De naam Hol
landia werd veranderd in Krammer 2.
Geladen was het schip echter niet vooruit
te krijgen, zeker niet gerekend naar de
kracht of capaciteit der motoren. Het
schip was van achter veel te vol ge
bouwd waardoor de schroeven niet vol
doende water konden krijgen. Oomens
ging met dit schip in de verhuur.
In 1980 werd deze Krammer verkocht
aan schipper Gerrit de Haan uit Rotter
dam die het de naam Emelie gaf.
Bij van Rossum te Dreumel was een
nieuw schip besteld. Deze nieuwe Kram
mer was 70 meter lang en 8,24 meter
breed en mat 1100 ton. Een nieuwe 700
pk Mitsubishi-motor zorgde voor de
voortbeweging. Bij het schrijven over
zulke sterke motoren is het toch wel
goed, even stil te staan bij de zeilschip-
per van weleer die soms dagenlang lag te
wachten op een aasje wind.
Oomens ging tot 1985 met de nieuwe
Krammer in daghuur bij Walrhein.
Sindsdien varen zij weer op de particu
liere vaart. In 1993 werd de motor ver
wisseld voor weer een Mitsubishi, maar
nu een van 850 pk. Ziet u in gedachten
850 paarden de Krammer vooruit trek
ken op de Rijn naar Basel? Dat zou een
reusachtig jaagpad vergen!
Ad Oomens heeft thans een nieuw schip
in bestelling, een schip van ruim 1500
ton, geschikt voor containervervoer.
Het schippersechtpaar Adrianus P.
Oomens-Lijntje Knöps heeft drie kinde
ren.
1. Pieter Oomens is in 1969 te Oude
Tonge geboren en is schipper op de
smeerolietanker Argas van de firma
Posttrans-Atlantic te Rotterdam.
De Krammer
van 330 ion
van Pieler Oomens.
Foto gemaakt in 1970
Biiitensluis Oude Tonge
2. Dirk Oomens is in 1971 te Oude
Tonge geboren en is studerend.
3. Pieternella Oomens is in 1974 te
Oude Tonge geboren en zit op de
Modevakschool te Utrecht. Misschien
ontwerpt mej. Oomens wel nieuwe
patronen voor schipperstruien?
Adrianus Pieter Oomens, zoon van Ma
rinus Oomens en Aaltje Fluit, is in 1909
te Oude Tonge ten huize van de familie
Marinus Fluit, geboren. Zijn vader was
bij de geboorte niet aanwezig, die lag
met zijn schip De Drie Gebroe-ders in
het Roergebied kolen te laden.
Arjaan heeft te Oude Tonge op school
gegaan en toen hij van school afkwam,
ging hij bij zijn vader aan boord van zijn
motorpaviljoenjacht, soms wel tjalk ge
noemd. Ook is hij in zijn jonge jaren
schippersknecht geweest bij zijn achter-
neef Marinus v. d. Jagt. Die voer op de
zeilklipper van 90 ton met paardekont
genaamd Dana. Bij schipper Jacob Hen
drik V. d. Vliet op de Spera, een pavil-
joenjacht van 100 ton dat nog op de zei
ler voer, heeft Arjaan Oomens ook geva
ren en verder bij Izaak v. d. Vliet op het
motorschip Jannetje Adriana van 126
ton.
Arjaan was 20 jaar toen zijn vader Mari
nus Oomens in Oude Tonge voor goed
aan wal ging. Arjaan werd toen schipper
op de Aaltje met aan boord zijn jongste
broer Gerard als matroos of knechtje.
Dat wisselde bij de jongens van Oomens
nogal eens. Als het met de één te gortig
werd, kwam de ander weer aan boord of
andersom. Arjaan was een geweldige
plaaggeest. In zijn jeugdjaren deed hij
niets liever dan iemand in de maling
nemen. Zo stuurde hij verschillende jon
gens om een boodschap bij de winkeliers
van Oude Tonge. Dan weer moest Ar
jaan riemenvet hebben, een bepaald soort
spijkers of een vlooienwalletje, het klas
sieke voorbeeld van gekhouderij. De ar
geloze jongens die er intrapten kwamen
er soms met een pak slaag vanaf, of wer
den enige tijd achterna gezeten door de
winkelier die dergelijke bestellingen niet
bijster op prijs kon stellen, want veelal
sloeg de bestelling op de bijnaam van de
leverancier in kwestie!
Arjaan werd echter op zijn beurt ook wel
beetgenomen, niet in het minst door zijn
broer Gerard die het vaak opnam voor
zijn tweelingbroer Johan.
Daartegenover stond wel, dat men op
Arjaan Oomens kon rekenen op steun bij
gerezen moeilijkheden.
Zat één van zijn broers soms krap bij kas
dan was Arjaan nummer één die bij
sprong.
Arjaan Oomens voer tot 1940 met de
Aaltje.
Toen kocht hij de zeilklipper Spes Salu
tis van schipper Visser uit Zwartsluis.
Hij liet het schip verlengen tot ruim 200
ton en liet er een 3 cylinder Berkel-die-
selmotor van 120 pk in zetten. Met dit
schip kwam hij redelijk door de Tweede
Wereldoorlog heen.
Onder Ooltgensplaat werd de Spes Sa
lutis tijdens de bietencampagne van 1943
vanuit geallieerde vliegtuigen beschoten.
Simon de Korte, een broer van Mattheus
de Korte van de Zeeuwse Stromen, was
bij Oomens aan boord. Arjaan Oomens
raakte tijdens de beschieting aan zijn
voet gewond. Hij dacht dat dit wel mee
zou vallen. Toen de vliegtuigen verdwe
nen waren, werd zijn voet bekeken. De
voet zag rood, meer niet, maar twee
dagen later lag hij in het ziekenhuis te
Dirksland met een ernstig gezwollen
voet. Er zat een scherf in. Dat is gelukkig
goed afgelopen.
Met de evacuatie in 1944 heeft Arjaan
Oomens zijn ouders en zijn tante Lena
Fluit, de weduwe van Jas v. d. Vliet te
Oude Tonge opgeladen en naar het ev3-
cuatic-adres gebracht. Later in dat jaar is
Arjaan met de Spes Salutis bij Willem
stad ondergedoken, zoals reeds is ver
meld. In die omgeving is Arjaan met zijn
broer Jacobus (Koos) in een sloot ge
sprongen om dekking te zoeken tegen
een twee uur durende beschieting.
Tot hun middel stonden zij in het koude
water. Koos kwam daar goed vanaf maar
Arjaan hield er difteritis aan over waar
van hij ternauwernood is kunnen herstel
len.
Na de krijg heeft Arjaan Oomens de
Spes Salutis verhuurd bij de West-Fries,
een beurtdienst van Amsterdam op Ant
werpen en Brussel tot 1951. Hij is toen,
evenals zijn broers katoen en garens
gaan vervoeren van Bcliiic naar Ln-chc-
de.
In 1955 liet Atirianus P. Oomens een
nieuwe motorkempenaar van ruim 500
ton te Ticirodc m Belgic bouwen. Een 6
cylinder ,nK) pk Dcutz-iliesclmotor werd
in het nieuwe schip gezet. Hij noemde
dit schip de Joad dat afgeleid was van de
voornamen van zijn vrouw Johanna en
van zijn eigen naam Adriaan.
Oomens heeft met de Joad goed gevaren
tot 1961 toe en voer hoofdzakelijk op de
Rijn. De Joad werd verkocht (aan wie?)
en schipper Adrianus P. Oomens trad in
dienst bij Rijkswaterstaat alwaar hij van
af 1963 op de sluis te Bruinisse werkte.
Adrianus Pieter Oomens is in 1978 te
Oude Tonge plotseling overleden. Hij
was gehuwd met Johanna Schreuder,
schippcrsdochter uit Brakel. Het echtpaar
Oomens-Schrcuder had geen kinderen.
Jacobus Adrianus (Koos) Oomens is in
1912 geboren te Oude Tonge, bij zijn
grootouders Fluit-Quist. Hij ging te
Oude Tonge op school. De meeste kin
deren gingen in die tijd wanneer zij van
school kwamen, rechtstreeks aan de ar
beid, hetzij bij vader in het bedrijf, hetzij
bij een baas. Koos ging in 1925 eerst bij
zijn vader aan boord van de Aaltje. Daar
na kwam hij als knechtje aan boord van
de Secunda Spes van schipper Jan van
Zoest. Dat schip was toen nieuw van de
werf gekomen. Schipper van Zoest voer
veel op Friesland.
Van de Secunda Spes is Koos terechtge
komen op de Maria van Van der Wer
ken. De Maria was een éénmast zeilklip
per van 230 ton. Daarna stapte Koos
over op de Vertrouwen, een motorschip
van. 170 ton van schipper Izaak v. d.
Vliet Izaiikzn. Die voer een geregelde
dienst met olievaten van Antwerpen naar
Rotterdam. Koos Oomens is daar twee
jaar aan boord gebleven, totdat Izaak
V. d. Vliet met zijn eigen jongens kon
gaan varen.
Overigens zat zo'n jong schippers-
knechtje niet voor één gat gevangen,
vooral niet als hij zelf schipper wilde
worden! Koos kwam terecht op een
motorschip, groot 250 ton van papierfa
briek van Gelder. Piet de Vuijst uit Bres-
kens was daar schipper op. Zij voeren
regelmatig rollen papier van Renkum
naar Brussel. Later is Koos Oomens kap-
tcin geworden op de Stad Amsterdam,
een stoomboot van fimia Van den Broek
te Amsterdam. Die onderhield een gere
gelde beurtdienst van Amsterdam, Rot
terdam, Antwerpen en Brussel.
Koos Oomens deed zodoende enorm
veel ervaring op.
Op het laatst van de oorlog is Oomens
van boord gevlucht en is hij naar zijn
ouders en broers gegaan die op de
Noordschans bij Willemstad met hun
schepen waren ondergedoken. Hij heeft
daar nogal wat beschietingen overleefd.
Na de oorlog kocht Marinus Oomens
voor zijn zoon Jacobus de klipper Ideaal
van schipper Kloetingen. Dit schip had
een 80 pk Hollandia-dieselmotor. De
naam Ideaal veranderde hij in Libertas
en die naam zal de Oude Tongenaren
vertrouwder in de oren klinken.
Koos ging met de Libertas in de verhuur
van Enschede op Antwerpen en Gent
zoals zijn broers daarbij betrokken zijn
geweest.
Jacobus Adrianus Oomens is in 1948 ge
huwd met Maria van Doorne, geboren te
Moskroen in België.
De vaart zat er weer goed in.
Koos Oomens liet, evenals zijn broer
Pieter, te Tielrode in België een nieuwe
spits bouwen. Een spits van 335 ton met
een 3 cylinder 150 pk Bolnes-dieselmo
tor. Hij ging er mee op de particuliere
vaart in Nederland, België, Frankrijk en
Duitsland. Overal waar wat te verdienen
viel, voer hij met de spits heen.
Na het overlijden in 1967 van zijn tante
Lena Fluit, de weduwe van Jas v. d.
Vliet, kocht hij met medewerking van de
familie het huis uit de nagelaten bezittin
gen op de Kaai te Oude Tonge.
Helaas kwam in 1970 Jacobus Adrianus
Oomens op 58-jarige leeftijd plotseling
te overlijden.
Het echtpaar Oomens-van Doorne kreeg
twee kinderen.
1Marinus Oomens, geboren in 1946 te
Sluiskil, ging op de Prinses Beatrix-
school voor schipperskinderen te We-
meldinge en later te Dordrecht. Toen
hij van school afkwam ging hij eerst
bij zijn vader aan boord van de Liber
tas en is daarop gebleven.
In 1946 trad Marinus Oomens in het
huwelijk met Mathea Muller, dochter
van schipper Mattheus Muller en van
Adriana Breevoort uit Puttershoek.
Na de dood van zijn vader nam Ma
rinus de Libertas van de familie over
en hij vaart nog steeds samen met ^jn
vrouw Mathea. Zij hebben een zoon
Marco Oomens die in 1980 te Rotter
dam is geboren. Deze jonge telg van
de aloude schippersfamilie Oomens
gaat nog naar school.
2. Anna Maria Oomens is in 1950 ook
te Sluiskil geboren. Anna ging evenzo
te Dordrecht op school. In 1970 is
Anna Maria Oomens in het huwelijk
getreden met schipper Adrianus Mul
ler, een broer van Mathea Muller.
Eerst voer hij als schipper op de mo
torklipper Corwi van 160 ton, maar
kocht later een motorspits ook ge
naamd Corwi. Nog weer later kocht
Muller een motorschip van 850 ton,
genaamd Aliance en vaart daarmee in
het Rijngebied.
Het echtpaar Muller-Oomens heeft twee
kinderen.
1. Mattheus Muller, geboren in 1971 te
Rotterdam. Hij is schipper op een
containerschip van de firma Jiskoot.
2. Celin Adriana Muller, geboren in
1975 te Rocselare. Zij studeert te Rot
terdam.
Er komt nog een verhaal betreffende de
familie Johannes Oomens en nageslacht.
D. Hoogzand
Hyacinthenstraat 8
3245 CN Sommelsdijk
De Kraiiiiiicr van 1100 ion viin Adriiuui Ooniais l'ji.
Op de foto opvarig op de Rijn bij Bislicli-Wardl, 1988.