EiiivriDEn-mEuw5 Poppen- en berenbeurs in Middelharnis 2e Blad DINSDAG 28 JUNI 1994 No. 6312 /iMuwê m«§ Miééê-ifmmls Ten westen van de oude dorpskern van Middelharnis, tussen de Bene den Zandpad, Langeweg, Koningin Julianaweg en de Hobbemastraat/ Schoolstraat, ligt het zogenaamde 'Tuindorp'. Het behelst hier een duidelijk afgebakende woonwijk uit de jaren twintig en dertig van deze eeuw. Hieronder wil ik het Tuindorp, een fraai stukje Middel harnis, uit verschillende oogpunten bekijken. Oude struktuur en bebouwing Het hierboven beschreven gebied was rond de eeuwwisseling nog zo goed als onbebouwd. Het bestond uit voorname lijk tuingrond en landbouwgrond. Ten noorden lag het Zandpad (D'n Diek), een oude Zeedijk die eind vorige eeuw voor het eerst helemaal tot aan Sommelsdijk bebouwd was. Op de vroegere 'Wei' stond de oude openbare school met onderwijzerswoningen. Een monumen taal bouwcomplex uit 1884. Daarachter lagen de Weistraatjes (omstreeks 1875). Onder aan het Zandpad bevond zich tot in de jaren twintig van onze eeuw de lijnbaan of touwslagerij met opstallen. Een eindje verderop was de gasfabriek gelegen. Tot aan de jaren vijftig vonden regelmatig uitbreidingen plaats. Nu her innert er bijna niets meer aan de oude gasfabriek, enkel het vervuilde slib in de Sommelsdijkse haven. De gasfabriek vormde een zwarte plek in het (Tuin) dorp. Er werd door de omwonenden veel overlast ondervonden; sommigen hebben er nog een bijnaam aan overgehouden. Op de hoek met de Langeweg stond het Provinciaal Gereformeerd Weeshuis, later melkfabriek. Aan de Langeweg ston den nog weinig bouwwerken: woningen 'de Vluchtheuvel', de molen 'de Dank baarheid' (1849) en de Rooms-Katholie- ke kerk met pastorie (1831). De Kon. (eerst Prinses) Julianaweg is ontstaan met de komst van de tram op het eiland. Deze weg, met in het verlengde daarvan te Sommelsdijk een weg met dezelfde naam, volgde het oude tramtracé. Het Tramstation (1909) met haar bijgebou wen stond toen nog buiten het dorp. Dichtbij het station werd een café geves tigd, later gevolgd door de Rijks Hoogere Burgerschool (1917) en de Centrale Veiling voor Goeree-Overflak- kee (1918). Eerder werd de Ambachts- school (1903) gebouwd. Door het gebied liep al sinds mensenheugenis: het Binnenpad. Hieraan was de Joodse begraafplaats (1861) en de algemene begraafplaats (1895) gelegen; dus toen nog ver buiten de bebouwde kom. De struktuur van de nieuwe wijk Tuin dorp werd dus bepaald door enkele bestaande wegen: Langeweg, Beneden Zandpad, Schoolstraat, Binnenpad en het oude tracé van de trambaan. Ekonomie en volkshuisvesting Nauw verwant aan de woningbouw is de ekonomie. De ekonomische positie van Middelharnis was rond 1900 verre van rooskleurig. Uit het woningonderzoek van burgemeester Ulbo J. Mijs blijkt dat ook de woningtoestanden ronduit slecht te noemen waren, op de woningen van de gegoede burgers na. Maar ook voor malige patriciërswoningen werden aan kamers verhuurd, waardoor een straat als de Voorstraat haar 'goede stand' ging verliezen. Achterstallig onderhoud, ver paupering en het vertrek van mensen naar andere plaatsen, met name Rotter dam en omgeving was in trek. Hoe kwam dit alles? De twee ekonomische pijlers van Middelharnis waren sterk ver zwakt. De visserij was kwijnende en de landbouw had te maken met de wereld wijde landbouwkrisis. De plaatselijke visserij was ten dode opgeschreven, maar de landbouw beleefde in het eerste kwart van de twintigste eeuw een ware opleving, met als hoogtepunt de Eerste Wereldoorlog. Er werden gigantische winsten gemaakt en de boeren en commissionairs raakten boven Jan, maar Jan met de pet zag er nog niet zoveel van. Bovendien zorgde de komst van de RTM op Goeree- Overflakkee er voor, dat Middelharnis het centrum van het eiland werd. Voor handelaars werd Middelharnis bijzonder interessant. Door de verbeterde verbin dingen konden de overige eilandbewo ners beter in Middelharnis gaan winke len, dan met een plaatselijke bootverbin- ding naar de overkant gaan om inkopen te doen. Vertegenwoordigers van bestaande firma's van het vasteland ves tigden zich in Middelharnis, waarna het Zandpad een echte winkelstraat werd van bovenlokale betekenis. Voor de eilande- lijke landbouw was de Centrale Veiling en de Proeftuin van essentieel belang. Zaterdag 2 juli a.s. organiseert Boli's company een poppen- en berenbeurs in 'De Staver' aan de Olympiaweg te Sommelsdijk. Poppenmaaksters uit diverse delen van Nederland zullen u hun mooiste poppen tonen. Fantasiepoppen, moderne porceleinen poppen en ook de replica. Deze pop is enorm populair onder de poppenmaak sters. De replica is een kopie van een beroemd geworden antieke pop, en wordt gegoten. Via diverse mallen kan de maakster een groot aantal poppen gie ten, die verschillen door aankleding en afwerking. Dat op dit moment beren in zijn, is dui delijk. Waar staat er geen beer in de eta lage. 1994 is dan ook het jaar van de beer. In de poppenwereld zie je ook diverse poppenmaaksters overstappen naar het maken van beren. ledere hand gemaakte beer heeft een eigen gezicht en lijkt niet op zijn broer of zusje. Op de beurs zult u verscheidene soorten beren aantreffen, handgemaakte maar ook merkberen. De poppendokter ontbreekt ook niet en zal kleine reparaties ter plaatse uitvoe ren. Grotere ongevallen zullen mee naar het poppenhospitaal in Tilburg moeten en zullen na genezing naar het ouderlijk huis teruggebracht worden. Enkele bijzonderheden op de beurs: handgemaakte beertjes van 2 centime ter groot, luxe poppenmeubeltjes geheel met de hand gemaakt en schitte rend bewerkt. Deze zgn. chesterfields worden u getoond door Wil Bos uit Veghel, die de grootste sortering luxe poppenstoelen van Nederland heeft. De doe-het-zelver zal op deze beurs de grote stand van atelier Pierot niet voor bijlopen. Ook voor de beginnende pop- penmaakster zijn patronen en pakketten te verkrijgen. De beurs is geopend van 10.30 tot 16.30 uur. Entree voor volwassenen 5,-; kin deren onder geleide tot 12 jaar: I,-. Maar ook de jeugd had toekomst in Middelharnis. Het onderwijsaanbod was groot: Ambachtsschool, RHBS, ULO, Chr. ULO en in Sommelsdijk de Landbouwschool en Landbouwhuis- houdschool. Ook administratief perso neel vond er voldoende werk tengevolge van de stichting van de kantoren van het elektriciteitsbedrijf, waterleiding, provin ciale waterstaat en de filialen van grotere bankinstellingen. Al deze overwegend goed opgeleide mensen moesten een onderdak hebben. Bovendien maakte het voorzieningenniveau Middelharnis in toenemende mate aantrekkelijk als woonplaats voor o.a. renteniers uit de wijde omtrek. Door verpaupering van de vroegere 'elitebuurt' voelde met name deze groep er voor om te laten bouwen. Ook moest er wat gedaan worden aan de slechte woontoestanden. Er werd in 1919 een woningbouwvereniging opgericht, die op zoek was naar geschikte bouw grond. Voor al deze mensen moesten woningen worden gerealiseerd. Alleen de mensen met de laagste inkomens schoten er, zoals zo vaak, weinig mee op. Er werden alleen landhuizen, villa's, burger- en middenstandswoningen gebouwd. Plaats van handeling: het Tuindorp. zoon), notaris Christiaan de Vries (liet vermogen na aan de armen), zakenman en raadslid/wethouder Dirk Bos (meest markante plaatselijke politicus uit de vorige eeuw; liet vermogen na aan Gere formeerde wezen en andere instellingen), Geleijn Cornelisse (slachtoffer van de Spaanse Inquisitie), Meijndert Hobbema (hoeft geen introduktie) en Louis Bouwmeester (de bekendste Nederlandse toneelspeler uit de geschiedenis; zag in Middelharnis het levenslicht). Het koningshuis is men ook hier niet verge ten: Koningin Wilhelmina, haar moeder Koningin Emma, haar man Prins Hendrik en haar enige dochter Prinses Juliana werden vernoemd, evenals Juliana van Stolberg, moeder van de vader des vaderlands. Wat Michiel Stedebouw en struktuur van het Tuindorp De naam Tuindorp vindt haar oorsprong in Engeland. De slechte woontoestanden vormden aanleiding voor Ebenezer Howard (1850-1928) tot het publiceren van 'Garden city of tomorrow' (1898). Hierin zocht Howard naar een mens waardige oplossing voor de problemen van de dichtbevolkte en ongezonde negentiende eeuwse steden. Het resultaat was een stcdebouwkundig ontwerp waar in laagbouw, ruimte en groenvoorzienin gen overheersen. Ook in Nederland sprak de Tuindorpgedachte aan. Bekende voorbeelden zijn Heyplaat en Vreewijk in Rotterdam. Vaak trof men in zo'n Tuinstad of -dorp buurtwinkels en open bare gebouwen, zoals kerken en scholen aan. In het Middelharnisse Tuindorp zijn deze voorzieningen ruim voorhanden, maar ze zijn niet uitsluitend voor alleen de bewoners van het Tuindorp bestemd, ze doen dienst voor het hele dorp en daarbuiten. Zo zijn er voldoende winkels op het nabijgelegen Zandpad en Westdijk (ca 100), acht schoolgebouwen (sommigen als zodanig niet meer in gebruik) en vijf kerkgebouwen. Het Tuindorp is nog een fraai geconserveerd geheel, toch hebben er in de loop der jaren wel enige veranderingen plaats gehad. Dit betrof voornamelijk sloop van bestaande gebouwen, zoals o.a. het Provinciaal Gereformeerde Weeshuis, de Vluchtheuvel, de Dankbaarheid, de Weistraatjes en nog een enkele boerderij. Bovendien werden er nieuwe gebouwen bijgebouwd, zoals o.a. Rabobank, post kantoor, politiebureau, LTS en woningen op de plaats van de Lighallen. De struktuur van het Tuindorp is simpel: parallel aan de Langeweg, Eendracht- straat en Hobbemastraat lopen een aantal straten: Secr. Nijghstraat, Lijnbaanstraat, Louis Bouwmeesterplein, Emmalaan, Prins Hendrikstraat, Wilhelminastraat, De Ruiterstraat, Molenstraat en Dirk Bosstraat. Haaks op deze straten liggen Chr. de Vrieslaan, Hotlaan (het vroegere Binnenpad) en de Juliana van Stolberg- laan. Dit zijn alle drie doorgaande wegen, waariangs een driehoekig plant soen is gelegen. De Geleijn Comelisse- straat vormt hierop een uitzondering. Aangaande de straatnaamgeving is met niet zo uniform bezig geweest. Toch heeft men getracht zo origineel mogelijk te zijn en gekozen voor importante men sen uit de historie van Middelharnis. De eerste laan van Middelharnis kreeg de naam van de mijns inziens meest belang rijke burgervader uit Middelharnis' geschiedenis: Ulbo J. Mijs. Verder wer den vernoemd de veel te jong overleden burgemeester Jan Bouman (dus zonder w), gemeentesekretaris Nijgh (vader en Adriaansz de Ruijter tussen al deze namen te zoeken heeft, is mij nog niet geheel duidelijk. De Lijnbaanstraat ver wijst naar de vroegere lijnbaan onder het Zandpad; de Schoolstraat naar de Am bachtsschool en de Molenstraat naar de molen 'de Dankbaarheid'. Het Binnen pad werd deftig omgedoopt tot Hoflaan. De stedebouwkundige kwaliteiten van het Tuindorp worden gevormd door de heldere open struktuur en de ruimtelijke opzet. Over de totstandkoming van het Tuindorp is in het archief van de gemeente Middelharnis weinig te vin den. Wel is duidelijk, dat het gemeente bestuur professionele hulp van buitenaf kreeg voor de stedebouwkundige en esthetische aangelegenheden. De naam van architekt Koert wordt genoemd en ook is het bekend, dat het toen nog kers verse Instituut voor Stad en Landschap van Zuid-Holland de nodige bemoeienis hadden met de realisatie van het Tuindorp. Zo was de architekt van de twee zogenaamde 'witte villa's' aan de Hoflaan sekretaris van de Schoonheids commissie en zorgde het Instituut voor aangepaste bouwtekeningen van de Christelijke Gereformeerde Kerk. De lanen hebben inmiddels flinke bomen (het Tuindorp wordt ook wel de longen van Middelharnis genoemd) en de plant soenen werden sierlijk aangelegd. De beeldbepalende muziektent was bijna Tu indorp M id del h am is. verdwenen, de karakteristieke paddestoe len op het Louis Bouwmeesterplein en het bescheiden plantsoentje aan de Chr. de Vrieslaan zijn inmiddels wel verdwe nen. Ook moesten er in het verleden ver scheidene bomen aan de Chr. de Vries laan aan geloven om plaats te maken voor parkeerplaatsen. Toch is het ondanks deze kleine aantastingen nog goed wonen daar in het Tuindorp. Architektonische kwaliteiten in het Tuindorp De architektuur van de tuindorpen is overwegend eenvoudig en traditioneel. Zo is er een opmerkelijk verschil in opvatting, zowel met de Amsterdamse Schooi als met De Stijl die uit dezelfde periode dateren. Ook in Middelharnis zijn de meeste huizen in het Tuindorp gebouwd in een overwegend traditiona listische bouwstijl. Veel vrijstaande woningen, o.a. aan Chr. de Vrieslaan en Burg. Mijslaan, zijn duidelijk beïn/loed door de Chaletstijl (veel houtwerk, zoals erkers, serrc's en daklijsten). Fraaie representanten van de traditionele bouw stijl met Chaletinvlocdcn zijn de witge- pleisterde villa's Schoolstraat 1, Hobbe mastraat 36 en Secr. Nijghstraat 1. De meer sober uitziende gebouwen val len onder de zogenaamde verzamelnaam Interbellum-architektuur. Deze architek- tuurtrant wordt gekenmerkt door eenvou dige baksteenbouw met markante kap- .vormen. Voorbeelden hiervan zijn het Arbeidsbureau, het vroegere kantoor van de Waterleiding en de ULO-scholen, maar ook woningcomplexen aan o.a. de Emmalaan en de Jul. van Stolberglaan. De flauw hellende en ruim overstekende zadeldaken van de ULO-scholen geven dit bouwcomplex een sterk horizontaal karakter. De vorm van de kap is een tij dens het interbellum vaker toegepast motief, ontleend aan de architektuur van Frank Lloyd Wright. Enigszins uit de toon van het Traditiona lisme en de Interbellum-architektuur val len de 'witte villa's': Hoflaan 43-45. Het zijn produkten van het zogenaamde Nieuwe Bouwen, een nieuw-zakelijke architektuurstroming welke in Nederland voortkwam uit 'de Stijl' en later ook wel de naam Funktionalisme of de Nieuwe Zakelijkheid kreeg toebedeeld. Bij deze architekten waren ornamenten en andere zinloze tierlantijnen uit den boze. Ook metselwerk werd als storend ervaren en werd weggemoffeld achter een witte pleisterlaag of bespoten met zogenaamde edelputz. De woning Hoflaan 49 is een typisch voorbeeld van de fantasierijke, expres sionistische baksteen-architeictuur van de Amsterdamse School. Architekt Koert heeft onder de markante steile kap van dit zogenaamde landhuis een pracht van een woning gecreëerd. De opvallende linkerzijgevel met fraaie metselwerkde taillering en de niet minder opvallende raamelementen tonen een fraai staaltje vakmanschap. Ook de schoorsteen is opvallend. Een ander voorbeeld van de Amsterdamse School-architektuur is de Groen van Prinstererschool. Duidelijk is te zien, dat dit schoolgebouw met schoolhoofdwoning in het laatst van het Amsterdamse School-tijdperk is ge bouwd (1931); de Amsterdamse School was toen zo versoberd, dat zij stilzwij gend opging in de Interbellum-architek tuur en met name de Delftse School. Toch vertoont dit schoolgebouw nog duidelijk herkenbare Amsterdamse School-invloeden. Architekt B. Boeze- man maakte van deze school iets moois, zonder het budget van het schoolbestuur te overschrijden. De kracht van de com positie is juist de eenvoud. Hier is ook duidelijk het verschil te zien met de architekten van het Nieuwe Bouwen: de steile kap, de horizontale belijning en ramen met kleine roedenverdeling. Bij het Nieuwe Bouwen was de toetreding van licht en lucht essentieel, deze school straalt meer beslotenheid uit; eerder een stap in het verleden, dan in de toekomst. De oude vertrouwde boerenvlechting vinden we weer terug in het metselwerk. Ook het koepeltje roept associaties op met het verleden: kastelen en kapelletjes. Oh, wat mist dit schoolgebouw, dit karakteristieke element. De vroegere tand artspraktijk van Sypkens (eerst tandarts Buijs) toont ook nog enkele Amster damse School-ingrediënten, zoals de boogvormige entree, maar voor de rest dient deze markante woning met praktijk gerekend te worden onder de Interbel lum-architektuur. Een kenmerkend voor beeld van de Delftse School vinden we op de andere hoek van de Hoflaan/Prins Hendrikstraat. Deze school keerde zich tegen de invloed van het Nieuwe Bou wen, hetgeen leidde tot een baksteen- architektuur die aansloot bij de traditio nele bouwkunst. Deze sobere bouwtrant werd veel toegepast bij de wederopbouw van Nederland tot eind jaren vijftig. Over scholen gesproken: de Rijks Hoo gere Burgerschool met conciërgewoning dateert uit 1917 en is een mengelmoesje van neo-stijlen; een herkenbaar produkt van de architekten van de Rijks-gebou- wendienst. De Romaans aandoende toren en boven de entree een gevelsteen in Rococo-stijl; monumentaal of kitsch? Ik vind het een prachtgebouw, wat gelukkig haar authenticiteit heeft behouden. Het Tuindorp biedt een ruime verschei denheid aan architektuur. Als het Monu ment Inventarisatie Projekt van de Pro vincie Zuid-Holland is afgerond, zullen er zeker een groot aantal panden in het Tuindorp als monument worden aange wezen (ik schat ca. 100). Mijns inziens dient het te worden aangeduid als een gebied van bijzondere waarde; een soort beschermd dorpsgezicht voor onze jon gere bouwkunst. Stedebouwkundig en qua infrastruktuur is het Tuindorp een goed geslaagde woonwijk. Als er ooit eens in de Westplaat gebouwd gaat wor den, moge het Tuindorp dan een blauw druk zijn. Ik denk dat de toekomstige bewoners van de Westplaat er dan met veel plezier zullen wonen. Middelharnis Jan Both

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1994 | | pagina 5