EHAÜDEfi-filEUWS
Raad Goedereede akkoord
met afkoop rechten kapelarij-landen
Sparta Aspen
fiets van het Jaar 1993'
Na bouwen zonder vergunning
geen genade voor recht
RSG bedacht 'Artsen zonder Grenzen'
Psalmzangavond
Berichten politie te water
Verkoop Zendingskrans 'Martha'
in 'EIthato'
Uitslag verloting
t.b.v. Schietvereniging
'Raak de Roos'
Raad Goedereede:
2e Blad
DINSDAG 23 FEBRUARI 1993
No. 6178
Wat kapelarij-landen zijn zal weinigen bekend zijn, maar in Goedereede
bestaan ze al sinds 1484. De raad ging er in z'n vergadering van jl. donder
dagavond mee akkoord met 10.000,- de rechten die de Herv. Kerk van
Goedereede op de opbrengst heeft af te kopen.
Dhr. Fr. v. d. Laan was zo vriendelijk de
volgende uitleg te schrijven:
Het woord kapel - een kleine kerk of
bedehuisje met een eigen altaar - is afge
leid van capella, een kleine capa of man
tel. De Heilige Martinus van Tours, die
geleefd heeft in de 4e eeuw, werd in
Frankrijk hoog vereerd. Als de konin
gen ten strijde togen moest de kapman-
tel van de heilige man mee. De geestelijk
die met de zorg voor de mantel belast
was, was de capellanus, waarvan het
woord kapelaan afkomstig is, de plaats
waar de mantel werd bewaard, werd
capella genoemd.
Historisch is een kapelaan de benefi
ciant, d.w.z. degene die profiteert van
een kapelarie, dit is een fundatie of
fonds aan een bijzonder altaar, waaraan
de kapelaan een aantal missen moest
opdragen.
Een kapelarije is een altijddurende bron
van inkomsten van een kapelaan. Hoe
komt nu Goedereede aan zo'n kapela
rije (goerees: kapelarieje).
Op den 8en april 1484 hebben Corvink
Willemsz. en Daniël Jacobsd., een echt
paar dat in Goedereede woonde een
fundatiebrief (stichtingsbrief) gemaakt,
gestigt en gefundeerd een eeuwige Ca-
pelrije, waartoe gegeeven en opgedragen
zekere 7 gemeeten lands en nog derde
half gemet, welke landen zij gegeven
hebben in Regte vrijen eigendom onder
belofte, dat de bezitter van dezelve
Capelrije die bij tijden weesen soude,
die landen vrijelijk zoude besitten.
Tot eerste bezitter van de Capelrije had
den ze aangewezen Bartholomeus Had-
densz., klerk (geestelijke) van het Bis
dom van Utrecht. Vervolgens hadden zij
geordineerd dat na hun overlijden de
beheerders van de Capelrije ten eeuwi
gen dage zouden zijn twee van de
fabrieksmeesters (beheerders van het
kerkelijk vermogen) der Parochiekerk
ter Stede van Goedereede en twee van de
Heüige-Geestmeesters aldaar. Deze had
den de Capelrije te doen toekomen aan
een arme priester, of geestelijke, welke
geen ander inkomen had. Wanneer de
beheerders geen overeenstemming kon
den krijgen over de te benoemen geeste
lijke, zou de oudste burgemeester van
Goedereede de overman zijn om met
twee van de beheerders een beslissing
te nemen.
Steeds is volgens de wil der erflaters
door de beheerders alleen of met Burge
meesters en Schepenen te samen gecon
fereerd en de Capelrije aan verschei
dene personen gegeven, het laatst aan
een zekere Jan Swynant. die in het jaar
1760 overleed.
In 1760 hebben burgemeesters en wet
houders der gemeente Goedereede zich
gewend tot de staten van Holland. Zij
deelden de Staten mede dat sedert de
Hervorming de intentie van de Capelrije
geen zin meer had en stelden voor de
opbrengsten van de Capelrije te verde
len onder de predikant en de school
meester. De predikant moest daarvooT
vier keer per jaar extra preken en goed
zijn kerkelijke plichten waarnemen.
De schoolmeester zou gehouden en ver
plicht zijn op order van de supplianten
(verzoekers) enige kinderen van onver
mogende ouders welke het leergeld niet
konden betalen, te leren lezen en schrij
ven.
Wat de toelage voor de predikant betreft
gold als argument dat vanwege afgele
genheid moeilijk predikanten konden
bewogen worden naar Goedereede te
komen. De Staten van Holland hebben
toen bepaald dat de gelden voor de helft
aan de predikant, en voor de helft aan de
schoolmeester ten goede moest komen.
Voor de predikant gold de volgende
voorwaarde: „dat de predikant nu en
indertijd te Goedereede zijnde, niet
anders dan het voorzeyde douceur zal
jouisseeren (genieten) als op een decla-
ratoir (verklaring) van Burgemeesteren
der Steede Goedereede, dat hij alle dee-
len van den Dienst, zoo van prediken,
cathegiseren als anders getrouwelyk en
tot volkomen genoegen van Burgemees
teren gedurende het afgelopen jaar heeft
waargenomen. Zou zo'n verklaring niet
gegeven kunnen worden zou de toelage
aan de armen van de Gemeente Goede
reede ten goede komen. Tot nu toe is de
burgemeester nog altijd de beheerder
van het fonds, en dus verantwoordelijk
voor de uitvoering van de wil van de
legateurs, zoals die gewijzigd is bij
besluit van de Staten van Holland. Het
besluit is gedateerd 28 oktober 1761.
Als er een vacature is kan de burgemees
ter zo'n verklaring niet afgeven en komt
de toelage in de gemeentekas.
Voor de toelage van de schoolmeester
ligt het weer wat anders. Voor 1901 was
er geen leerplicht en was er veel ar
moede. Zodra een kind wat kon verdie
nen, werd het aan het werk gezet en
kwam er van leren niet veel. Als het sei
zoenwerk was afgelopen (omstreeks 1
november) kwamen ze weer naar school
omdat uit de opbrengst der capellerij het
leergeld werd betaald.
Sinds de onderwijzers door het rijk wor
den betaald, verviel ook het capellerij-
geld voor dat doel en kwam ten goede
aan de gemeente.
Nu het voorstel van B en W de rechten
uit de kapelerij-landen af te kopen de
goedkeuring van de raad kreeg zal aan
deze eeuwenoude instelling een einde
komen.
Fr. V. d. Laan
De raad leverde weinig commentaar.
Wel vonden sommigen het spijtig dat
aan een stuk historie een eind komt, al
blijven de kapelerij-landen wel bestaan,
alleen het recht wordt afgekocht.
Dhr. Van Oosterom dacht dat de naam
misschien in de naam van de ijsclub die
de nu aangelegde ijsbaan beheert terug
zou kunnen komen.
Dhr. L. X. den Hollander had een sug
gestie bij de hand: 'de kapelerijsbaan!'
Op voorstel van een uit zeven leden
bestaande onafhankelijke jury is het
predikaat 'Fiets van het Jaar 1993' toege
kend aan de Sparta Aspen. De jury koos
voor deze voor zowel dagelijks gebruik
als voor recreatie geschikte damesfiets
vanwege de degelijkheid en de goede
uitrusting waarbij grote aandacht is
besteed aan details.
Tot de pluspunten van deze Neder
landse merkfiets behoren o.m. de hy
draulische remmen, de halogeenver-
lichting met standlicht-mogelijkheid,
een prima zadel en de toepassing van
keramische velgen, waardoor in kombi-
natie met velgremmen een beter en veili
ger remvermogen wordt verkregen met
name bij een nat wegdek. De fiets is goed
afgewerkt en rijdt comfortabel.
In het kader van de verkiezing 'Fiets van
het Jaar 1993' werden ook twee eervolle
vermeldingen toegekend. Aan de Kilde-
moes Colibri Touring, een aantrekkelijk
ogende fiets voor recreatie en sportief
gebruik en aan de Vertex ProFlex 753SF,
een ATB-fiets geschikt voor zowel wed
strijd- als recreatief gebruik.
Omdat naar de mening van de jury
kinder- en jeugdfietsen extra aandacht
verdienen, werd in het juryrapport spe
ciaal vermeld de Loekie 12, een veilige
en degelijke fiets voor kinderen van drie
tot zes jaar, met en zonder steunwieltjes
te gebruiken.
Het deed de jury goed te kunnen vast
stellen dat de kwaliteit van de ter beoor
deling aangebpden fietsen stijgende is
en dat aan afwerking en uitrusting
steeds meer zorg wordt besteed. Wat de
vormgeving betreft tekent zich een trend
af naar robuuste, stevige en solide
modellen. Er wordt goed ingespeeld op
de uiteenlopende wensen van gebrui
kersgroepen. In het nieuwe aanbod
overheersen hybride modellen, die rui
me toepassingsmogelijkheden bieden.
Ondanks steeds meer toepassing van
'halogeenverlichting blijft de fietsver-
lichting over het algemeen een teer punt.
Hierbij verdient de plaatsing van de
koplamp en van het achterlichtje extra
aandacht, alsook de plaatsing van de
grote rode achterreflektor.
Het is voor dé zesde maal dat in ons land
het predikaat 'Fiets van het Jaar' werd
toegekend. De jury bestond deze keer
onder voorzitterschap van Otto Beaujon
(fietshistoricus en medewerker van 'Wie-
Ier Revue') met als leden Bert Alfrink
(publicist), Coby Haartsen (direkteur
Fietsvakantiewinkel), Kor van Hulten
(sportmedicus en publicist), Martijn
Kuiper (Fietsersbond ENFB), Jack Oort
wijn (hoofdredakteur 'Tweewieler') en
Ferry Smith (ANWB). Secretaris van de
jury was Wim J. Simons (Stichting
Fiets!).
GOLTGENSPLAAT
De Zendingskrans 'Martha' is voorne
mens om op D.V. donderdag 25 februari
a.s. een verkoop te houden in het Vereni
gingsgebouw 'Elthato', Zuid-Achterweg
25 te Ooltgensplaat.
Op deze verkoop, die van 13.30 tot 20.00
uur zal duren, vindt men een grote keus
van zelfgemaakte handwerken. Tevens
zijn er oliebollen, echte Zeeuwse-bo-
lussen, snoep, koek, bloemen, planten,
kaarten en nog veel meer andere artike
len te koop. Ga er beslist even heen,
iedereen is van harte welkom.
OUDDORP
Op D.V. zaterdagavond 27 februari a.s.
zal er een samenzangavond van psal
men worden gehouden in 'Eben Haë-
zer', Preekhillaan 3 te Ouddorp.
De koUekte zal bestemd zijn voor
logeerhuis 'De Mantelienge'. Begelei
ding samenzang en improvisaties: dhr.
C. Roos.
Aanvang 19.30 uur; zaal open 19.00 uur.
Allen hartelijk welkom.
Deze avond zal ook via de kerktelefoon
te beluisteren zijn.
De trekking heeft jl. 12 februari 1993
plaatsgevonden en is verricht door dhr.
Kolff, postcommandant bij de Rijkspo
litie van Goeree-Overflakkee.
De prijzen vielen op de volgende lot
nummers:
Ie prijs....nr 2633 6e prijsnr 3364
2e prijs....nr 3846 7e prijsnr. 2599
3e prijs....nr. 2282 8e prijsnr. 2522
4e prijs....nr 2966 9e prijsnr 2691
5e prijs....nr. 2553 10e prijsnr 2576
De prijswinnaars kunnen hun prijs af
komen halen in ons clubgebouw aan de
Molenweg nr. 5 te Ouddorp. Gaarne tussen 7
en 8 uur op een vrijdag- of zaterdagavond tot
en met zaterdag 3 april.
STELLENDAM
Diefstal en vernieling vistuigen
Door de schipper van een vissersvaar
tuig van de vloot uit Stellendam werd
aangifte gedaan van diefstal en vernie
ling van zijn netten. Deze netten werden
gebruikt voor de uitoefening van de
staand-want-visserij. De netten waren
bij en over de wrakken van schepen in
de Noordzee geplaatst. Herhaalde ma
len werden netten of delen daarvan
gestolen. Andere keren werden de netten
leeggehaald en/of beschadigd. De rijks
politie te water stelt een onderzoek in.
Chemische stoffen opgevist
Vrijdag werd door het vissersvaartuig
SL45 een vat aangevoerd dat was opge
vist uit de Noordzee. Het bevatte onge
veer 65 liter hooggeconcentreerd zout
zuur. Het vat heeft vermoedelijk deel
uitgemaakt van een grote partij welke
als deklast werd vervoerd door het
Griekse schip 'Agios Spyridon'. Dit
schip verloor deze lading tijdens een
zware storm in april 1991. Sinds die tijd
zijn al tientallen van deze vaten opgevist
en door de vissers aan land gebracht.
Waardering hiervoor is wel op zijn
plaats omdat hierdoor weer een bijdrage
aan een beter (zee)milieu wordt gele
verd. Van de aanvoer wordt door de
rijkspolitie te water proces-verbaal op
gemaakt waarna de vaten via Rijkswa
terstaat worden afgevoerd.
Zoekaktie op Haringvliet
Vrijdagavond kwamen bij de politie in
Hellevoetsluis diverse meldingen bin
nen over noodsignalen boven het Ha
ringvliet. Kennelijk was er een schip in
nood tengevolge van het slechte weer. Er
heerste die dag een harde noordwesten
wind. De RP21 werd gewaarschuwd
evenals de reddingsboot Zeemanspot.
Beide schepen hielden vanuit Stellen-
dam een enkele uren durende zoekaktie.
Deze aktie was tevergeefs. Er werd geen
enkel vaartuig in het zoekgebied aange
troffen, noch eventuele drenkelingen.
Vermoedelijk heeft iemand een, overi
gens wel zeer wrange, grap uit willen
halen die met name de reddingsmaat
schappij veel geld heeft gekost.
Op 16 februari j.l. werden de lustrum-aktiviteiten van de Regionale Scholengemeen
schap Goeree-Overflakkee op een bijzondere manier afgesloten. Tijdens een korte
bijeenkomst in de school overhandigde de rector, drs. J. C. Traas, een cheque van
ƒ5.000,- aan mevr. Vor der Hake, vertegenwoordigster van de aktie 'Artsen
zonder Grenzen'.
Dhr. Traas vermeldde bij deze gelegenheid dat dit bedrag het batig saldo was dat
overbleef na de lustrumviering van het vorig jaar. Bij de opzet van het lustrum was er
al voor gekozen om zoveel mogelijk zelf te organiseren en er naar te streven geld
over te houden voor 'Artsen zonder Grenzen'. Mevr. Vor der Hake toonde zich ver
heugd met de ontvangst van dit 'fantastische bedrag' dat - helaas - maar al te goed
gebrukt kan worden om, op verschillende plaatsen in de wereld, ernstige nood
te lenigen.
Dhr. Van Oosterom (CDA) heeft in
de j.l. donderdagavond gehouden
raadsvergadering bij z'n collega
raadsleden gepleit genade voor recht
te laten gelden en 7 wilden dat wel,
maar 8 wezen het af, waarom het
waarschijnlijk is dat de fam. W. J.
Santifort, exploitant van pension 'de
Schuur' een gedeelte dat ze zonder
vergunning bijbouwden weer af zul
len moeten breken...
De fam. heeft een toegestane uitbrei
ding, die een kwaliteitsverbetering heet
te te zijn, gebouwd maar daar eigener
beweging nog 5 meter aan toegevoegd.
Nadat die overschrijdiiig was gekonsta-
teerd is - onder aanbieding van excuses -
alsnog een bouwvergunning gevraagd.
Het nemen van een voorbereidingsbe-
sluit zou daartoe nodig zijn, maar de
College-meerderheid stelde de raad
voor dat niet te doen.
Weth. Visser wilde wél z'n medewerking
verlenen omdat een betere exploitatie
van het pension mogelijk zou worden,
zo overwoog hij, ook al draagt de
bebouwde grond de bestemming 'Erf.
De frakties van SGP (5) en PvdA (3)
stemden in hun geheel tegen. Zij vrezen
vooral de precedentwerking die ervan
uit zou gaan als illegale bouw alsnog
door de raad zou worden gelegaliseerd.
De uitbreiding is ook niet aanvaardbaar
voor de direkte omgeving van het pen
sion omdat uitbreiding van het aantal
gasten meer (parkeer) overlast tot gevolg
kan hebben, zo vindt de College-
meerderheid.
SGP en PvdA onderschreven die visie,
maar Peter Grinwis (Gem.belang), hij
vond het plan niet onaanvaardbaar, en
dhr. Van Oosterom pleitte voor wat
meer souplesse, hoezeer ze ook betreur
den dat zonder vergunning was ge
bouwd. Heel nadrukkelijk riep dhr. Van
Oosterom ieder op bij uitvoering van
bouwplannen de officiële weg te bewan
delen; men bespaart zichzelf zowel als
de verantwoordelijke bestuurders veel
ellende. Voor dhr. Van Oosterom was 't
de vraag hoe met de fam. S. nu verder te
gaan, hard tegen hard óf genade voor
recht te laten gelden.
Zelf was hij tot dat laatste geneigd, „dat
past ook bij de beginselen van onze par
tij", legde hij uit. En dan, overwegend
dat in Ouddorp een pension (Oosterweg
61) gesloten is en dat er in plaats van
minder-, juist méér pensionvraag komt
meende dhr. Van Oosterom dat maar
wat goede wil moest worden toegepast
en de vergunning alsnog zou moeten
worden verleend.
„Door zo'n kleine uitbreiding zal Oud
dorp niet met badgasten worden over
spoeld", vond ook weth. Visser die de
fam. Santifort liever niet met de grote
gevolgen van een weigering wilde kon-
fronteren.
„In ons hart zijn we geneigd te zeggen:
laat maar, maar dat kan niet!" hield de
voórz. staande en met hem deed dat
weth. Klepper.
„We moeten als raad ook vergevingsge
zind zijn", probeerde dhr. Moerkerk
(RPF) een bres te slaan en:
„We stellen ons hardstikke hard op",
vond dhr. Van Oosterom die er alles
voor voelde genade voor recht te laten
gelden, maar dhr. Bakelaar (PvdA) was
niet te vermurwen: „de economische
noodzaak die er nu is is door hen zelf
gecreëerd", wees hij aan en na nog wat
heen en weer gepraat kwam het tot
besluitvorming, 8 zeggen nee, 7 zeiden
ja, wat betekent dat geen voOrberei-
dingsbesluit genomen wordt en dat dat
wat illegaal is gebouwd, zal moeten
verdwijnen.
- 55 -
en wel waren deze troepen van generaal
Oudinot teruggedrongen, maar toch
leek het raadzaam om de overtocht meer
noordelijk te doen geschieden. Bij Stu-
dianka waren er door de Hollandse pon-
tonniers twee bruggen over de rivier
geslagen en op 27 november begon de
overtocht. Natuurlijk dat de Russen pogingen
aanwendden om deze onmogelijk te maken. Drie
Russische legers bedreigden de uitgeputte troe
pen van Napoleon, maar de bruggen werden
geslagen, de overtocht kon beginnen.
De wachtmeester had evenals zovele duizenden
de weg van Smolensk naar de Berezina te voet
afgelegd. Het kostte hem niet veel inspanning om
het leger bij te houden, want de troepen trokken
uiterst langzaam voort. Napoleon ging, ook al om
de koude, meestal te voet. En nu zag Kees de Bere
zina voor zich. Voor de bruggen verdrong zich
een ontelbare menigte mensen; over de ene brug
trokken de paarden en de voertuigen, de andere,
die een kwartier verder stroomopwaarts was gele
gen, was bestemd voor het voetvolk. Het was nog
altijd vinnig koud, maar de zon scheen en dat gaf
althans enige warmte. Langzaam, voetje voor
voetje, naderde Kees de brug. Het was onmogelijk
er bij te komen, het gedrang was ontzettend. Af en
toe baande zich een bagagewagen, beladen met
munitie een weg door de menigte; achter die
wagen verdrongen zich dan tientallen soldaten en
zo kwamen ze aan de overkant. De ruiters lieten
hun rossen steigeren, trachtten zo vooruit te
komen.
Daar begon plotseling het kanon te donderen;
een panische schrik maakte zich van allen mees
ter. „De Kozakken", gilde men in doodsangst, „de
Kozakken". Nog sterker werd het gedrang in de
richting van de brug.
„Dat is om te sterven van benauwdheid", dacht
Kees, „was ik er maar uit!"
Maar hij zat nu aan alle kanten ingeklemd tussen
de menigte. Haast gedragen door de massa ging
hij in de richting van de brug. Weer een afdeling
ruiterij; „Op zij! Op zij! Maak baan. We moeten
naar de overzijde, de Russen komen daar aanruk
ken". Dat bracht de schrik er in. Er kwam een
opening, de ruiterij kon vooiltrekken, langzaam,
uiterst langzaam. Rakehngs gleden de paarden
langs Kees heen. Opeens kreeg hij een ingeving:
„Wachtmeester", zei hij, „wachtmeestzer! Ik ben
je collega, zie maar" - en hij liet de chevrons op
zijn mouw zien - „mag ik een ogenblik achter
je zitten?"
„Als je er op kunt komen", was het antwoord.
Makkelijk was dat niet, maar met enige inspan
ning lukte het. Weldra was hij nu op de brug; hij
zag neer op de samengepakte menigte, die tegen
de paardenlijven aangedrongen werd. Hij zag het
snelvlietende, met ijsschotsen bedekte water. Het
ging op de brug nog voetje voor voetje, maar hoe
dichter men bij het einde kwam, des te makkelij
ker ging het. Gelukkig, daar was het zover.
„Nu afstijgen!" zei de wachtmeester.
Dat was spoedig gedaan. Aan de overzijde van de
brug stonden er reeds honderden mannen, die
uitkeken naar anderen die ze verloren hadden.
Vermoeid, hongerig, verstijfd van koude, was
Kees aan de overzijde gekomen. En nu maar weer
voort. De dag liep ten einde, het donker viel, hij
had nog niets gegeten. Het leek hem toe, dat op
een halfuur afstand zich een dorp bevond, hij zag
er kampvuren branden. Hij richtte zich daarheen,
maar spoedig merkte hij, dat zich tussen hem en
het dorp een moeras bevond. Om niet daarin te
geraken, moest hij een omweg maken. Hij
bereikte het dorp; het was overvol van troepen, de
keizerlijke garde had er zijn intrek genomen. Dat
kon een buitenkans zijn, als hij er in slaagde zijn
makkers te vinden. Na enig zoeken lukte hem dat.
Hij werd toegelaten tot het wachtvuur en kreeg
ook iets van de niet overvloedige maaltijd.
Natuurlijk waren er weer verhalen te doen, maar
de soldaten zowel als de wachtmeester waren te
vermoeid om veel te praten en spoedig lagen allen
in diepe rust.
De volgende morgen hoorde Kees iets van de
plannen. De Keizer wilde de grote weg volgen, die
naar Wilna voerde. Daar was voldoende voor
raad. Zijn vrienden raadden hem aan diezelfde
route te nemen. Hij kon best in hetzelfde tempo
als de troepen voorttrekken, 's avonds konden ze
dan weer bij elkaar komen. Kees had daar wel
oren naar. Elke dag legde hij een flinke afstand af;
's avonds kreeg hij een plaatsje bij een der wacht
vuren van de rode lanciers. Maar daaraan kwam
plotseling een einde. Op vijf december vroeg in de
morgen kregen de lanciers het bevel om zich
gereed te houden; ze dachten dat er een gevecht
op handen was, doch dat was niet het geval. Ze
moesten de Keizer begeleiden, die het besluit
genomen had het leger te verlaten. Nog in de loop
van de dag vertrokken zij. Het scheen wel of de
winter gewacht had tot het vertrek van de Keizer
om zijn ongenadige kracht te doen gevoelen. De
temperatuur daalde tot 20 graden Celcius onder
nul, een ijzige wind woei over de kale vlakte; hij
sneed door alles heen. Ontzaglijk was de ellende
van de voorttrekkende troepen, die een makke
lijke prooi werden voor de rondzwervende Ko
zakken. De uitputting was algemeen; zelfs de
hoogste officieren leden zwaar onder de vrese
lijke koude.
Van Smorgoni tot Wilna was een afstand van
twintig uur lopens. De dag duurde zes uur, van 's
morgens acht tot 's namiddags vier. De zesde
december begaf Kees zich op weg. Hij had heer
lijk gerust, maar hij voelde dat de kou feller was
dan ooit te voren. De scherpe wind baande zich
een weg tussen de mouwen van zijn jas, hij voelde
hem langs zijn armen naar boven kruipen. Flink
voortlopen, zei hij, mijn redding ligt in mijn
inspanning. Hij zette er flink de pas in; zijn adem
werd een dikke nevel, zette zich vast op de deken,
die hij voor op zijn borst had hangen, van achte
ren dichtgeknoopt. De meeste moeite had hij met
zijn handen; hij moest daarmee de stokken dra
gen, waarmee hij een bivak vormde; hij durfde die
niet weg te gooien. Hoe zou hij de nacht door
brengen, als hij geen beschutting had? Voor en
achter, links en rechts een grote menigte vluchte
lingen. Maar weinigen hadden nog hun geweer,
velen waren zelfs hun sabel kwijt. Hij zag dat er
velen geen schoenen meer aan de voeten hadden,
in plaats daarvan hadden ze hun voeten omwon
den met wollen lappen, door touwen vastgebon
den. Met moeite sleepten ze zich voort over de
harde bevroren sneeuwklompen. Nu een mooie
ijsbaan en dan schaatsen, dan was ik vandaag
nog in Wilna, dacht Kees. In zijn herinnering
doemde de tocht op, die hij met Corry en Willem
gemaakt had naar Marken. Wat een heerlijke tijd
was dat. Waarom had hij niet geluisterd naar zijn
vader en moeder? Zou hij die ooit terug zien? En
ineens schoot het hem door het hoofd: Sterven,
als hij nu eens stierf Waarom een ander en hij
niet? Het benauwde hem. Telkens zag hij een van^
de vluchtelingen naar de kant van de weg lopen
en daar gaan liggen. Soms trachtte een vriend die
mee te nemen, voort te leiden met de arm om hem
heengeslagen, maar meestal was het een vergeefse
poging; (wordt vervolgd)
,^^.^^.^.l^^.^.J^l^l^l^l^>^^.l(.^■>^^.^.^.^.l^^■l^l^^.^.4■^■^■'^^■^■^■'^^■'^^.>^^■>^**^■^.^■^■^■'^4■****>^*^^*^■*>^*