EHAÜDEfi-filEUWS Raad Goedereede akkoord met afkoop rechten kapelarij-landen Sparta Aspen fiets van het Jaar 1993' Na bouwen zonder vergunning geen genade voor recht RSG bedacht 'Artsen zonder Grenzen' Psalmzangavond Berichten politie te water Verkoop Zendingskrans 'Martha' in 'EIthato' Uitslag verloting t.b.v. Schietvereniging 'Raak de Roos' Raad Goedereede: 2e Blad DINSDAG 23 FEBRUARI 1993 No. 6178 Wat kapelarij-landen zijn zal weinigen bekend zijn, maar in Goedereede bestaan ze al sinds 1484. De raad ging er in z'n vergadering van jl. donder dagavond mee akkoord met 10.000,- de rechten die de Herv. Kerk van Goedereede op de opbrengst heeft af te kopen. Dhr. Fr. v. d. Laan was zo vriendelijk de volgende uitleg te schrijven: Het woord kapel - een kleine kerk of bedehuisje met een eigen altaar - is afge leid van capella, een kleine capa of man tel. De Heilige Martinus van Tours, die geleefd heeft in de 4e eeuw, werd in Frankrijk hoog vereerd. Als de konin gen ten strijde togen moest de kapman- tel van de heilige man mee. De geestelijk die met de zorg voor de mantel belast was, was de capellanus, waarvan het woord kapelaan afkomstig is, de plaats waar de mantel werd bewaard, werd capella genoemd. Historisch is een kapelaan de benefi ciant, d.w.z. degene die profiteert van een kapelarie, dit is een fundatie of fonds aan een bijzonder altaar, waaraan de kapelaan een aantal missen moest opdragen. Een kapelarije is een altijddurende bron van inkomsten van een kapelaan. Hoe komt nu Goedereede aan zo'n kapela rije (goerees: kapelarieje). Op den 8en april 1484 hebben Corvink Willemsz. en Daniël Jacobsd., een echt paar dat in Goedereede woonde een fundatiebrief (stichtingsbrief) gemaakt, gestigt en gefundeerd een eeuwige Ca- pelrije, waartoe gegeeven en opgedragen zekere 7 gemeeten lands en nog derde half gemet, welke landen zij gegeven hebben in Regte vrijen eigendom onder belofte, dat de bezitter van dezelve Capelrije die bij tijden weesen soude, die landen vrijelijk zoude besitten. Tot eerste bezitter van de Capelrije had den ze aangewezen Bartholomeus Had- densz., klerk (geestelijke) van het Bis dom van Utrecht. Vervolgens hadden zij geordineerd dat na hun overlijden de beheerders van de Capelrije ten eeuwi gen dage zouden zijn twee van de fabrieksmeesters (beheerders van het kerkelijk vermogen) der Parochiekerk ter Stede van Goedereede en twee van de Heüige-Geestmeesters aldaar. Deze had den de Capelrije te doen toekomen aan een arme priester, of geestelijke, welke geen ander inkomen had. Wanneer de beheerders geen overeenstemming kon den krijgen over de te benoemen geeste lijke, zou de oudste burgemeester van Goedereede de overman zijn om met twee van de beheerders een beslissing te nemen. Steeds is volgens de wil der erflaters door de beheerders alleen of met Burge meesters en Schepenen te samen gecon fereerd en de Capelrije aan verschei dene personen gegeven, het laatst aan een zekere Jan Swynant. die in het jaar 1760 overleed. In 1760 hebben burgemeesters en wet houders der gemeente Goedereede zich gewend tot de staten van Holland. Zij deelden de Staten mede dat sedert de Hervorming de intentie van de Capelrije geen zin meer had en stelden voor de opbrengsten van de Capelrije te verde len onder de predikant en de school meester. De predikant moest daarvooT vier keer per jaar extra preken en goed zijn kerkelijke plichten waarnemen. De schoolmeester zou gehouden en ver plicht zijn op order van de supplianten (verzoekers) enige kinderen van onver mogende ouders welke het leergeld niet konden betalen, te leren lezen en schrij ven. Wat de toelage voor de predikant betreft gold als argument dat vanwege afgele genheid moeilijk predikanten konden bewogen worden naar Goedereede te komen. De Staten van Holland hebben toen bepaald dat de gelden voor de helft aan de predikant, en voor de helft aan de schoolmeester ten goede moest komen. Voor de predikant gold de volgende voorwaarde: „dat de predikant nu en indertijd te Goedereede zijnde, niet anders dan het voorzeyde douceur zal jouisseeren (genieten) als op een decla- ratoir (verklaring) van Burgemeesteren der Steede Goedereede, dat hij alle dee- len van den Dienst, zoo van prediken, cathegiseren als anders getrouwelyk en tot volkomen genoegen van Burgemees teren gedurende het afgelopen jaar heeft waargenomen. Zou zo'n verklaring niet gegeven kunnen worden zou de toelage aan de armen van de Gemeente Goede reede ten goede komen. Tot nu toe is de burgemeester nog altijd de beheerder van het fonds, en dus verantwoordelijk voor de uitvoering van de wil van de legateurs, zoals die gewijzigd is bij besluit van de Staten van Holland. Het besluit is gedateerd 28 oktober 1761. Als er een vacature is kan de burgemees ter zo'n verklaring niet afgeven en komt de toelage in de gemeentekas. Voor de toelage van de schoolmeester ligt het weer wat anders. Voor 1901 was er geen leerplicht en was er veel ar moede. Zodra een kind wat kon verdie nen, werd het aan het werk gezet en kwam er van leren niet veel. Als het sei zoenwerk was afgelopen (omstreeks 1 november) kwamen ze weer naar school omdat uit de opbrengst der capellerij het leergeld werd betaald. Sinds de onderwijzers door het rijk wor den betaald, verviel ook het capellerij- geld voor dat doel en kwam ten goede aan de gemeente. Nu het voorstel van B en W de rechten uit de kapelerij-landen af te kopen de goedkeuring van de raad kreeg zal aan deze eeuwenoude instelling een einde komen. Fr. V. d. Laan De raad leverde weinig commentaar. Wel vonden sommigen het spijtig dat aan een stuk historie een eind komt, al blijven de kapelerij-landen wel bestaan, alleen het recht wordt afgekocht. Dhr. Van Oosterom dacht dat de naam misschien in de naam van de ijsclub die de nu aangelegde ijsbaan beheert terug zou kunnen komen. Dhr. L. X. den Hollander had een sug gestie bij de hand: 'de kapelerijsbaan!' Op voorstel van een uit zeven leden bestaande onafhankelijke jury is het predikaat 'Fiets van het Jaar 1993' toege kend aan de Sparta Aspen. De jury koos voor deze voor zowel dagelijks gebruik als voor recreatie geschikte damesfiets vanwege de degelijkheid en de goede uitrusting waarbij grote aandacht is besteed aan details. Tot de pluspunten van deze Neder landse merkfiets behoren o.m. de hy draulische remmen, de halogeenver- lichting met standlicht-mogelijkheid, een prima zadel en de toepassing van keramische velgen, waardoor in kombi- natie met velgremmen een beter en veili ger remvermogen wordt verkregen met name bij een nat wegdek. De fiets is goed afgewerkt en rijdt comfortabel. In het kader van de verkiezing 'Fiets van het Jaar 1993' werden ook twee eervolle vermeldingen toegekend. Aan de Kilde- moes Colibri Touring, een aantrekkelijk ogende fiets voor recreatie en sportief gebruik en aan de Vertex ProFlex 753SF, een ATB-fiets geschikt voor zowel wed strijd- als recreatief gebruik. Omdat naar de mening van de jury kinder- en jeugdfietsen extra aandacht verdienen, werd in het juryrapport spe ciaal vermeld de Loekie 12, een veilige en degelijke fiets voor kinderen van drie tot zes jaar, met en zonder steunwieltjes te gebruiken. Het deed de jury goed te kunnen vast stellen dat de kwaliteit van de ter beoor deling aangebpden fietsen stijgende is en dat aan afwerking en uitrusting steeds meer zorg wordt besteed. Wat de vormgeving betreft tekent zich een trend af naar robuuste, stevige en solide modellen. Er wordt goed ingespeeld op de uiteenlopende wensen van gebrui kersgroepen. In het nieuwe aanbod overheersen hybride modellen, die rui me toepassingsmogelijkheden bieden. Ondanks steeds meer toepassing van 'halogeenverlichting blijft de fietsver- lichting over het algemeen een teer punt. Hierbij verdient de plaatsing van de koplamp en van het achterlichtje extra aandacht, alsook de plaatsing van de grote rode achterreflektor. Het is voor dé zesde maal dat in ons land het predikaat 'Fiets van het Jaar' werd toegekend. De jury bestond deze keer onder voorzitterschap van Otto Beaujon (fietshistoricus en medewerker van 'Wie- Ier Revue') met als leden Bert Alfrink (publicist), Coby Haartsen (direkteur Fietsvakantiewinkel), Kor van Hulten (sportmedicus en publicist), Martijn Kuiper (Fietsersbond ENFB), Jack Oort wijn (hoofdredakteur 'Tweewieler') en Ferry Smith (ANWB). Secretaris van de jury was Wim J. Simons (Stichting Fiets!). GOLTGENSPLAAT De Zendingskrans 'Martha' is voorne mens om op D.V. donderdag 25 februari a.s. een verkoop te houden in het Vereni gingsgebouw 'Elthato', Zuid-Achterweg 25 te Ooltgensplaat. Op deze verkoop, die van 13.30 tot 20.00 uur zal duren, vindt men een grote keus van zelfgemaakte handwerken. Tevens zijn er oliebollen, echte Zeeuwse-bo- lussen, snoep, koek, bloemen, planten, kaarten en nog veel meer andere artike len te koop. Ga er beslist even heen, iedereen is van harte welkom. OUDDORP Op D.V. zaterdagavond 27 februari a.s. zal er een samenzangavond van psal men worden gehouden in 'Eben Haë- zer', Preekhillaan 3 te Ouddorp. De koUekte zal bestemd zijn voor logeerhuis 'De Mantelienge'. Begelei ding samenzang en improvisaties: dhr. C. Roos. Aanvang 19.30 uur; zaal open 19.00 uur. Allen hartelijk welkom. Deze avond zal ook via de kerktelefoon te beluisteren zijn. De trekking heeft jl. 12 februari 1993 plaatsgevonden en is verricht door dhr. Kolff, postcommandant bij de Rijkspo litie van Goeree-Overflakkee. De prijzen vielen op de volgende lot nummers: Ie prijs....nr 2633 6e prijsnr 3364 2e prijs....nr 3846 7e prijsnr. 2599 3e prijs....nr. 2282 8e prijsnr. 2522 4e prijs....nr 2966 9e prijsnr 2691 5e prijs....nr. 2553 10e prijsnr 2576 De prijswinnaars kunnen hun prijs af komen halen in ons clubgebouw aan de Molenweg nr. 5 te Ouddorp. Gaarne tussen 7 en 8 uur op een vrijdag- of zaterdagavond tot en met zaterdag 3 april. STELLENDAM Diefstal en vernieling vistuigen Door de schipper van een vissersvaar tuig van de vloot uit Stellendam werd aangifte gedaan van diefstal en vernie ling van zijn netten. Deze netten werden gebruikt voor de uitoefening van de staand-want-visserij. De netten waren bij en over de wrakken van schepen in de Noordzee geplaatst. Herhaalde ma len werden netten of delen daarvan gestolen. Andere keren werden de netten leeggehaald en/of beschadigd. De rijks politie te water stelt een onderzoek in. Chemische stoffen opgevist Vrijdag werd door het vissersvaartuig SL45 een vat aangevoerd dat was opge vist uit de Noordzee. Het bevatte onge veer 65 liter hooggeconcentreerd zout zuur. Het vat heeft vermoedelijk deel uitgemaakt van een grote partij welke als deklast werd vervoerd door het Griekse schip 'Agios Spyridon'. Dit schip verloor deze lading tijdens een zware storm in april 1991. Sinds die tijd zijn al tientallen van deze vaten opgevist en door de vissers aan land gebracht. Waardering hiervoor is wel op zijn plaats omdat hierdoor weer een bijdrage aan een beter (zee)milieu wordt gele verd. Van de aanvoer wordt door de rijkspolitie te water proces-verbaal op gemaakt waarna de vaten via Rijkswa terstaat worden afgevoerd. Zoekaktie op Haringvliet Vrijdagavond kwamen bij de politie in Hellevoetsluis diverse meldingen bin nen over noodsignalen boven het Ha ringvliet. Kennelijk was er een schip in nood tengevolge van het slechte weer. Er heerste die dag een harde noordwesten wind. De RP21 werd gewaarschuwd evenals de reddingsboot Zeemanspot. Beide schepen hielden vanuit Stellen- dam een enkele uren durende zoekaktie. Deze aktie was tevergeefs. Er werd geen enkel vaartuig in het zoekgebied aange troffen, noch eventuele drenkelingen. Vermoedelijk heeft iemand een, overi gens wel zeer wrange, grap uit willen halen die met name de reddingsmaat schappij veel geld heeft gekost. Op 16 februari j.l. werden de lustrum-aktiviteiten van de Regionale Scholengemeen schap Goeree-Overflakkee op een bijzondere manier afgesloten. Tijdens een korte bijeenkomst in de school overhandigde de rector, drs. J. C. Traas, een cheque van ƒ5.000,- aan mevr. Vor der Hake, vertegenwoordigster van de aktie 'Artsen zonder Grenzen'. Dhr. Traas vermeldde bij deze gelegenheid dat dit bedrag het batig saldo was dat overbleef na de lustrumviering van het vorig jaar. Bij de opzet van het lustrum was er al voor gekozen om zoveel mogelijk zelf te organiseren en er naar te streven geld over te houden voor 'Artsen zonder Grenzen'. Mevr. Vor der Hake toonde zich ver heugd met de ontvangst van dit 'fantastische bedrag' dat - helaas - maar al te goed gebrukt kan worden om, op verschillende plaatsen in de wereld, ernstige nood te lenigen. Dhr. Van Oosterom (CDA) heeft in de j.l. donderdagavond gehouden raadsvergadering bij z'n collega raadsleden gepleit genade voor recht te laten gelden en 7 wilden dat wel, maar 8 wezen het af, waarom het waarschijnlijk is dat de fam. W. J. Santifort, exploitant van pension 'de Schuur' een gedeelte dat ze zonder vergunning bijbouwden weer af zul len moeten breken... De fam. heeft een toegestane uitbrei ding, die een kwaliteitsverbetering heet te te zijn, gebouwd maar daar eigener beweging nog 5 meter aan toegevoegd. Nadat die overschrijdiiig was gekonsta- teerd is - onder aanbieding van excuses - alsnog een bouwvergunning gevraagd. Het nemen van een voorbereidingsbe- sluit zou daartoe nodig zijn, maar de College-meerderheid stelde de raad voor dat niet te doen. Weth. Visser wilde wél z'n medewerking verlenen omdat een betere exploitatie van het pension mogelijk zou worden, zo overwoog hij, ook al draagt de bebouwde grond de bestemming 'Erf. De frakties van SGP (5) en PvdA (3) stemden in hun geheel tegen. Zij vrezen vooral de precedentwerking die ervan uit zou gaan als illegale bouw alsnog door de raad zou worden gelegaliseerd. De uitbreiding is ook niet aanvaardbaar voor de direkte omgeving van het pen sion omdat uitbreiding van het aantal gasten meer (parkeer) overlast tot gevolg kan hebben, zo vindt de College- meerderheid. SGP en PvdA onderschreven die visie, maar Peter Grinwis (Gem.belang), hij vond het plan niet onaanvaardbaar, en dhr. Van Oosterom pleitte voor wat meer souplesse, hoezeer ze ook betreur den dat zonder vergunning was ge bouwd. Heel nadrukkelijk riep dhr. Van Oosterom ieder op bij uitvoering van bouwplannen de officiële weg te bewan delen; men bespaart zichzelf zowel als de verantwoordelijke bestuurders veel ellende. Voor dhr. Van Oosterom was 't de vraag hoe met de fam. S. nu verder te gaan, hard tegen hard óf genade voor recht te laten gelden. Zelf was hij tot dat laatste geneigd, „dat past ook bij de beginselen van onze par tij", legde hij uit. En dan, overwegend dat in Ouddorp een pension (Oosterweg 61) gesloten is en dat er in plaats van minder-, juist méér pensionvraag komt meende dhr. Van Oosterom dat maar wat goede wil moest worden toegepast en de vergunning alsnog zou moeten worden verleend. „Door zo'n kleine uitbreiding zal Oud dorp niet met badgasten worden over spoeld", vond ook weth. Visser die de fam. Santifort liever niet met de grote gevolgen van een weigering wilde kon- fronteren. „In ons hart zijn we geneigd te zeggen: laat maar, maar dat kan niet!" hield de voórz. staande en met hem deed dat weth. Klepper. „We moeten als raad ook vergevingsge zind zijn", probeerde dhr. Moerkerk (RPF) een bres te slaan en: „We stellen ons hardstikke hard op", vond dhr. Van Oosterom die er alles voor voelde genade voor recht te laten gelden, maar dhr. Bakelaar (PvdA) was niet te vermurwen: „de economische noodzaak die er nu is is door hen zelf gecreëerd", wees hij aan en na nog wat heen en weer gepraat kwam het tot besluitvorming, 8 zeggen nee, 7 zeiden ja, wat betekent dat geen voOrberei- dingsbesluit genomen wordt en dat dat wat illegaal is gebouwd, zal moeten verdwijnen. - 55 - en wel waren deze troepen van generaal Oudinot teruggedrongen, maar toch leek het raadzaam om de overtocht meer noordelijk te doen geschieden. Bij Stu- dianka waren er door de Hollandse pon- tonniers twee bruggen over de rivier geslagen en op 27 november begon de overtocht. Natuurlijk dat de Russen pogingen aanwendden om deze onmogelijk te maken. Drie Russische legers bedreigden de uitgeputte troe pen van Napoleon, maar de bruggen werden geslagen, de overtocht kon beginnen. De wachtmeester had evenals zovele duizenden de weg van Smolensk naar de Berezina te voet afgelegd. Het kostte hem niet veel inspanning om het leger bij te houden, want de troepen trokken uiterst langzaam voort. Napoleon ging, ook al om de koude, meestal te voet. En nu zag Kees de Bere zina voor zich. Voor de bruggen verdrong zich een ontelbare menigte mensen; over de ene brug trokken de paarden en de voertuigen, de andere, die een kwartier verder stroomopwaarts was gele gen, was bestemd voor het voetvolk. Het was nog altijd vinnig koud, maar de zon scheen en dat gaf althans enige warmte. Langzaam, voetje voor voetje, naderde Kees de brug. Het was onmogelijk er bij te komen, het gedrang was ontzettend. Af en toe baande zich een bagagewagen, beladen met munitie een weg door de menigte; achter die wagen verdrongen zich dan tientallen soldaten en zo kwamen ze aan de overkant. De ruiters lieten hun rossen steigeren, trachtten zo vooruit te komen. Daar begon plotseling het kanon te donderen; een panische schrik maakte zich van allen mees ter. „De Kozakken", gilde men in doodsangst, „de Kozakken". Nog sterker werd het gedrang in de richting van de brug. „Dat is om te sterven van benauwdheid", dacht Kees, „was ik er maar uit!" Maar hij zat nu aan alle kanten ingeklemd tussen de menigte. Haast gedragen door de massa ging hij in de richting van de brug. Weer een afdeling ruiterij; „Op zij! Op zij! Maak baan. We moeten naar de overzijde, de Russen komen daar aanruk ken". Dat bracht de schrik er in. Er kwam een opening, de ruiterij kon vooiltrekken, langzaam, uiterst langzaam. Rakehngs gleden de paarden langs Kees heen. Opeens kreeg hij een ingeving: „Wachtmeester", zei hij, „wachtmeestzer! Ik ben je collega, zie maar" - en hij liet de chevrons op zijn mouw zien - „mag ik een ogenblik achter je zitten?" „Als je er op kunt komen", was het antwoord. Makkelijk was dat niet, maar met enige inspan ning lukte het. Weldra was hij nu op de brug; hij zag neer op de samengepakte menigte, die tegen de paardenlijven aangedrongen werd. Hij zag het snelvlietende, met ijsschotsen bedekte water. Het ging op de brug nog voetje voor voetje, maar hoe dichter men bij het einde kwam, des te makkelij ker ging het. Gelukkig, daar was het zover. „Nu afstijgen!" zei de wachtmeester. Dat was spoedig gedaan. Aan de overzijde van de brug stonden er reeds honderden mannen, die uitkeken naar anderen die ze verloren hadden. Vermoeid, hongerig, verstijfd van koude, was Kees aan de overzijde gekomen. En nu maar weer voort. De dag liep ten einde, het donker viel, hij had nog niets gegeten. Het leek hem toe, dat op een halfuur afstand zich een dorp bevond, hij zag er kampvuren branden. Hij richtte zich daarheen, maar spoedig merkte hij, dat zich tussen hem en het dorp een moeras bevond. Om niet daarin te geraken, moest hij een omweg maken. Hij bereikte het dorp; het was overvol van troepen, de keizerlijke garde had er zijn intrek genomen. Dat kon een buitenkans zijn, als hij er in slaagde zijn makkers te vinden. Na enig zoeken lukte hem dat. Hij werd toegelaten tot het wachtvuur en kreeg ook iets van de niet overvloedige maaltijd. Natuurlijk waren er weer verhalen te doen, maar de soldaten zowel als de wachtmeester waren te vermoeid om veel te praten en spoedig lagen allen in diepe rust. De volgende morgen hoorde Kees iets van de plannen. De Keizer wilde de grote weg volgen, die naar Wilna voerde. Daar was voldoende voor raad. Zijn vrienden raadden hem aan diezelfde route te nemen. Hij kon best in hetzelfde tempo als de troepen voorttrekken, 's avonds konden ze dan weer bij elkaar komen. Kees had daar wel oren naar. Elke dag legde hij een flinke afstand af; 's avonds kreeg hij een plaatsje bij een der wacht vuren van de rode lanciers. Maar daaraan kwam plotseling een einde. Op vijf december vroeg in de morgen kregen de lanciers het bevel om zich gereed te houden; ze dachten dat er een gevecht op handen was, doch dat was niet het geval. Ze moesten de Keizer begeleiden, die het besluit genomen had het leger te verlaten. Nog in de loop van de dag vertrokken zij. Het scheen wel of de winter gewacht had tot het vertrek van de Keizer om zijn ongenadige kracht te doen gevoelen. De temperatuur daalde tot 20 graden Celcius onder nul, een ijzige wind woei over de kale vlakte; hij sneed door alles heen. Ontzaglijk was de ellende van de voorttrekkende troepen, die een makke lijke prooi werden voor de rondzwervende Ko zakken. De uitputting was algemeen; zelfs de hoogste officieren leden zwaar onder de vrese lijke koude. Van Smorgoni tot Wilna was een afstand van twintig uur lopens. De dag duurde zes uur, van 's morgens acht tot 's namiddags vier. De zesde december begaf Kees zich op weg. Hij had heer lijk gerust, maar hij voelde dat de kou feller was dan ooit te voren. De scherpe wind baande zich een weg tussen de mouwen van zijn jas, hij voelde hem langs zijn armen naar boven kruipen. Flink voortlopen, zei hij, mijn redding ligt in mijn inspanning. Hij zette er flink de pas in; zijn adem werd een dikke nevel, zette zich vast op de deken, die hij voor op zijn borst had hangen, van achte ren dichtgeknoopt. De meeste moeite had hij met zijn handen; hij moest daarmee de stokken dra gen, waarmee hij een bivak vormde; hij durfde die niet weg te gooien. Hoe zou hij de nacht door brengen, als hij geen beschutting had? Voor en achter, links en rechts een grote menigte vluchte lingen. Maar weinigen hadden nog hun geweer, velen waren zelfs hun sabel kwijt. Hij zag dat er velen geen schoenen meer aan de voeten hadden, in plaats daarvan hadden ze hun voeten omwon den met wollen lappen, door touwen vastgebon den. Met moeite sleepten ze zich voort over de harde bevroren sneeuwklompen. Nu een mooie ijsbaan en dan schaatsen, dan was ik vandaag nog in Wilna, dacht Kees. In zijn herinnering doemde de tocht op, die hij met Corry en Willem gemaakt had naar Marken. Wat een heerlijke tijd was dat. Waarom had hij niet geluisterd naar zijn vader en moeder? Zou hij die ooit terug zien? En ineens schoot het hem door het hoofd: Sterven, als hij nu eens stierf Waarom een ander en hij niet? Het benauwde hem. Telkens zag hij een van^ de vluchtelingen naar de kant van de weg lopen en daar gaan liggen. Soms trachtte een vriend die mee te nemen, voort te leiden met de arm om hem heengeslagen, maar meestal was het een vergeefse poging; (wordt vervolgd) ,^^.^^.^.l^^.^.J^l^l^l^l^>^^.l(.^■>^^.^.^.^.l^^■l^l^^.^.4■^■^■'^^■^■^■'^^■'^^.>^^■>^**^■^.^■^■^■'^4■****>^*^^*^■*>^*

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1993 | | pagina 5