EIIAI1DEI1-I1IEUW5 Uit de Historie Ouddorp Overdenking uit de Heilige Schrift VERLOREN STRUD Kinderdagverblijf 'Harlel(ijntje' in Dirl(sland van start Het waren de Hoeksen diem1490deOuddorpse toren onttroonden OVE Gods alziend oog Ophalen oud papier Avondwandeling in natuurgebied De Punt 2e Blad VRIJDAG 31 MEI 1991 No. 6003 (2e serie, nr. 5) In E.N. van 8 maart 1983 stond het vol gende artikel: Ing. J. W. C. Besemer, een van de architecten die de restauratie van de Ouddorpse gemeentetoren begelei den, heeft j.l. donderdag, toen de torenhaan werd geplaatst, een inte ressante verhandeling gegeven over de geschiedenis van de in 1348 gebouwde toren. We laten het on derstaand in zijn geheel volgen: Tijdens één van de laatste opflikkerin gen van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten werd Ouddorp in 1490 door vanuit Sluis opererende Hoekse ben den, onder leiding van Jonker Frans van Brederode en Heer Jan van Naaldwijk, gebrandschat en geplunderd. Dit geschiedde nadat deze troepen - na een strijd van zeven uren lang ter ver overing van de stad Goedereede - daar met verlies aan manschappen hadden moeten aftrekken. Bij het afslaan van deze aanval van Hoekse partijgangers hebben - omdat de meeste mannen op zee waren - de vrouwen van Goedereede een zeer grote en strijdbare rol ge speeld. De plundering van Ouddorp moet in de namiddag van de zelfde dag plaats gevonden hebben. Ds. Michael Gerzen noemt in zijn in 1791 verschenen Leer rede (ter gelegenheid van de ingebruik neming van de toen geheel verbouwde kerk) als datum voor de overval 22 juni 1490, hetgeen later b.v. in het bekende werk van J. van der Waal en F. O. Ver- voorn over Goeree en Overflakkee zo werd overgenomen. In het in 1680 verschenen boekwerk over het eiland Westvoorne en de geschiede nis van de stad Goedereede van de his torieschrijver H. van Dam vermeldt deze voor de fatale datum 22 juli (dus niet juni) 1490. De uitgever Jongejan en de schoolopziener B. Boers hebben dit gegeven later in plaatsbeschrijvingen braaf overgenomen (1823, resp. 1843). Op grond van de mij van elders bekende gegevens houd ik het er op dat de laatst- vermelde datum - 22 juli 1490 - de juiste is. Tijdens de brandschatting van Ouddorp zouden de Hoeksen - volgens de hier voor genoemde berichtgevers - een deel van de kerk hebben laten afbreken en waarschijnlijk - zo zeggen Jongejan en Boers - een gedeelte van de toen aanwe zige hoge toren. Mij klinkt dit 'laten afbreken" als zeer onwaarschijnlijk in de oren. Ik vermoed eerder dat sprake is geweest van een ver woesting van het bovengedeelte van de toren tengevolge van een bewust gewilde of een ongewilde brand of explosie (dat valt niet meer uit te maken), waarbij ook de westelijke traveeën van de kerk zijn beschadigd. Voor een georganiseerd afbreken hadden de overvallers te wei nig tijd en gelegenheid. Ik volg daarbij de gegevens van een eigentijdse kroniek van de hand van Willem van der Sluijs, die een overzicht geeft van de z.g. Jonker Fransenoorlog. Gevluchte Hoeksgezinde Hollandse ede len hebben op het einde van de 15e eeuw vanuit hun ballingsoord Sluis - onder leiding van Jonker Frans van Brederode en Heer Jan van Naaldwijk - tweemaal gepoogd vaste steunpunten te verkrijgen in Holland. De eerste campagne had in november 1488 Rotterdam tot doel gehad, waar zij tot eind juni 1489 hadden kunnen stand houden en van waaruit zij tot in grote omtrek strooptochten ondernamen. Een tweede raid werd op de 2e dag van juli 1490, zijnde Maria Visitatie, te Sluis aangevangen met 32 schepen en 1200 manschappen. Deze campagne van de Hoeksen voerde hen langs het land van Flakkee en in Duiveland 'daar sy seer rooffden en branden', alsmede in het land van Strijen, totdat zij op 9 juli voor Dordrecht kwamen, waar zij 'veel quaats bedreven'. De toenmalige Stad houder van Holland Jan van Egmond had inmiddels zijn nabij Montfoort gelegen troepen opgeroepen naar Dor drecht te komen en de hulp ingeroepen van Zeeuwse edelen en overige man schappen verzamelden zich vanaf 12 juli in en nabij Dordrecht en vertrokken öp 21 juli 1490 met een vloot van 86 sche pen. Hierop waren ruim 3000 mensen aanwezig. De Hoeksen - zo schrijft Willem van der Sluijs - „meenden op dat land van Goe ree te comen, maar kreegen met een jacht de wete boodschap) dat die Seeusche en die van Dordrecht seer sterck op haar luyden aanquamen, soodat sy haar voorneemen voor die tijt uitstelden". Wij weten dat zij of een gedeelte van hen wel degelijk aan land zijn geweest, met alle kwalijke gevolgen van dien. Maar uit het vervolg van het verhaal van Van der Sluijs blijkt dat zij slechts één dag op het eiland hebben gebivakkeerd. Immers op 23 juli 1490 - dus de dag na de inval in Ouddorp - vond het beslis sende treffen plaats van de Kabeljauw- sen uit Dordrecht en de naar Sluis terugkerende Hoeksen, zowel te water als later te land zo ongeveer nabij Serooskerke bewesten Zierikzee. De Hoeksen leden grote verliezen. Jon ker Frans werd ernstig gewond en gevangen genomen. Hij werd later naar Dordrecht gevoerd en overleed aldaar in gevangenschap op 10 augustus 1490. Een aantal schepen met manschappen zijn nog naar Sluis gevlucht, doch dit laatste verzetsoord van de Hoeksen werd op 18 oktober 1492 ingenomen. De eerder genoemde zee- en veldslag wordt in het algemeen in de historie beschrijving 'de slag bij Zierikzee' ge noemd en betekende in wezen het einde van de particularistische strevingen van de Hoeksen en een overwinning voor het centralisme van het Bourgondische- Habsburgs gezag. Wat hebben de Ouddorpers nadien met betrekking tot hun sterk beschadigde kerk en toren gedaan? Waarschijnlijk reeds spoedig na de inval is de kerk inge kort en een nieuwe westgevel opgetrok ken. In 1508 is - blijkens het tijdens deze restauratie gevonden jaartal - op het geschonden ondergedeelte van de toren het u bekende achtkant met galmgaten Brilcentrum Keuvelaar heeft een schitterende kollektie speelse, vlotte, leuke, gekke, oersterke, maffe, modieuze, flitsende, fleu rige, kleurige kinderbrillen. Kom kijken bij Keuvelaar. Zandpad 56 Middelharnis Tel, 01870-3437 opgetrokken met daarboven een gemet selde bakstenen spits. Ongetwijfeld zal deze spits bekroond zijn geweest met een smeedijzeren torenkruis en vermoe delijk de traditionele haan. Zeker is dat een dergelijke haan in 1759 aanwezig was. Wij weten dit uit een bestek van dat jaar, waarin 'het repare ren en het witten van den Ouddorpsen toren' worden omschreven. De haan moet dan worden afgenomen, verguld en weer worden aangebracht. Het kruis en de ronde bal moeten met zwarte verf tweemaal worden behandeld. Uit een rekening over 1807 weten wij dat Jacob Spee op 30 mei van dat jaar heeft getracht de halve maan en de lelie van het torenkruis te vergulden. Uit een onderhoudsbestek van kort nadien- 18juni 1807-kunnen wij aflei den dat de toestand van spits en vooral van het torenkruis toch niet al te best was. Omschreven wordt onder meer dat een nieuw kruis gelijk aan het oude moet worden gemaakt, met dien ver stande dat een rechtstaande staaf van boven naar beneden zal gaan tot op de makelaar, die in de spits staat opgesteld. Het kruis moet zodanig gevormd wor den dat het noord en zuid aanwijst, gelijk het model aan de oostzijde van de kerk en in verhouding hiermede ge maakt, gezien de hoogte van de spits. Een nieuwe roodkoperen haan moet worden gemaakt en verguld. Onderaan zal de oude koperen bal worden beves tigd, welke voordien opnieuw moet wor den verguld. Het nieuwe kruis moet met menie worden behandeld en zwart afgeverfd. In een onderhoudsbestek van 20 januari 1831 wordt t.a.v. het kruis en de haan niets vermeld, zelfs geen verfwerk. Al leen moet bovenin de bakstenen spits een nieuwe houten makelaar worden aangebracht, bestaande uit 2 ribben 0,13x0,18 m, lang 2.90 m. In het bestek van 9 mei 1857 betreffende de afbraak van de uit 1508 daterende bakstenen spits en het optrekken van een nieuw torenkapje wordt omschre ven dat „de thans op de toren staande haan en aanhoren opnieuw moeten worden gebruikt, na het herstel van gebreken en het aanbrengen van 4 stuks veren ter bevestiging op hoekkepers". Het ijzerwerk moest 2x worden geme- nied en zwart geverfd. Uit foto's van de Rijksbouwkundige Adolph Mulder van omstreeks 1902 blijkt dat op het in 1857 aangebrachte houten kapje het toen gewijzigde toren kruis met de oude haan nog aanwezig te zijn. .,De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Meere ziet het hart aan (1 Sam. 16:7) Dit zijn beangstigende woorden, want ze geven aan dat wij er echt nog niet zijn als onze woorden en werken het goed doen in de ogen van mensen! Dat is natuurlijk wel heel wat waard, want een slordig leven is allerminst gepast: Dat is geen voorbeeld voor ande ren; het nodigt misschien wel tot navol ging maar is dan zeker meer verderfelijk dan heilzaam; het is een groot kwaad voor de Heere, Die ons rekenschap zal vragen van ons rentmeesterschap. Toch is een leven dat gezien kan worden en alle lof verdient niet zonder meer wat het wezen moet, want de Heere ziet door het uiterlijke heen: Hij oordeelt naar de bron ervan en of die bron beantwoord aan Zijn bedoeling. Het is het hart des mensen waar de beslissingen vallen en dat hart kan de motor zijn van goede werken: Dat zijn de werken die uit waar geloof naar de wet Gods en alleen Hem ter ere gedaan zijn. Maar ze kunnen als ze niet aan die maatstaf beantwoorden ook een boos en bedorven hart camou fleren, zodat we er in de reine ogen des Heeren des te verwerpelijker door be vonden zullen worden. We denken aan David die zijn veldheer Uria extra lof wilde geven om zijn eigen zonden te bedekken: Wat leek hij welwillend tegen over zijn dienaar, maar wat was hij bezig om zichzelf beter te laten voorko men dan hij in werkelijkheid was en handelde. Zo heeft een ieder - oud en jong - te bedenken en te onderzoeken wat de drijfveer van zijn of haar hart is opdat we ons niet vergissen voor de dag der dagen en de rechterstoel van de alziende God en Vader van onze Heere Jezus Christus. We zouden slechts korte-ter mijn-politiek bedrijven met het oog op onze zaligheid, want ons zal worden afgenomen, óók wat we hebben. Onze tekstwoorden zijn anderzijds ook bemoedigende woorden! Ze zijn geno men uit de geschiedenis van de zalving van David, Isaï's zoon, tot koning over Israël. De richter Samuel was er door God voor naar Bethlehem gezonden. Isaï's zonen passeerden één voor één de godsgezant, maar geen van hen was de door God verkorene. Samuel vond hen één voor één geschikt afgaande op hun voorkomen maar de jongste en niet getelde moest uit het veld geroepen wor den omdat hij niet als mogelijke kandi daat door zijn vader aangemerkt was. De Hartenkenner bij uitstek oordeelde echter anders: Hij zag in hem de man naar Zijn hart, uitverkoren om het volk Israël te leiden. Zijn beslissing was ook een beslissing op lange termijn, waarin eruit zou komen wat in David gelegd en gevonden mocht worden: Een man, die nederig van hart telkens wist te buigen en tot de Heere weer te keren als hij zich te buiten was gegaan aan ongehoorzam- heid en overtreding van Gods wet als richtsnoer voor zijn geloof en leven. Zo kwam dan zijn leven weer in balans door de goedertierenheid des Heeren en tot zegen voor zijn volk. Hoever dat kan gaan zien we in het leven van Simon Petrus: Wat bracht hij het er vaak slecht van af tot in een drie voudige verloochening van zijn Mees ter, Die de hemelpoort voor ïiem ont sloot. We zouden hem afgeschreven hebben op zijn daden, maar de Heere niet: Hij zag het hart aan van de man, die beleden had met zijn ganse hart: „Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God". Er was een goed werk in hem begonnen, onafhankelijk van vlees en bloed en afhankelijk van de Vader in de hemelen. Dat maakt Petrus' doen en laten in zijn verloochening alleen maar des te ernsti ger. We kunnen niet zomaar ongestraft zondigen: Het bedroeft en vertoornt de Heilige Geest. Duisternis wordt ons deel, maar niet blijvend: Een nieuwe dag mag weer aanbreken door de goed heid en trouw van Hem, Die het verbro ken hart en de verslagen geest ten allen tijd nabij en goed is. Zo is er dan nooit iets om ons op te beroemen, want het is alles van de Heere Die Zich niet vergist en meer dan wat voor ogen is het hart aanziet. Kunt u die toets doorstaan en mag uw hart Hem toebehoren door de overgave aan Zijn genade en geleid door de Heilige Geest, Die ootmoedig maakt voor Gods al ziend oog en u het oog op Hem doet slaan om Zijn hulp en gunst te vragen? Dan kan niets scheiden van de liefde Gods in Christus! W. H. V. K. SOMMELSDIJK Zaterdag 1 juni a.s. komen leden van 'Ons Koor' weer vanaf 9 uur bij u langs. Graag gebundeld op de stoep. Bij voor baat hartelijk dank. Texaco servicestation JaC. de GaSt 01877-1122 Carwash Centrum Latere foto's van kort nadien wijzen echter uit dat het torenkruis geheel is vernieuwd. Het is een weinig fraai geheel geworden met de letters N en Z aan de uiteinden van de horizontale arm. Bij een goede vergelijking blijkt de haan op de foto gelijk aan die op de voorgaande foto van 1902. Dit zelfde geldt voor de bal. De conclusie welke hieruit getrokken kon worden is dat het in het afgelopen jaar i.v.m. de werk zaamheden verwijderde torenkruis van na 1902 dateerde, doch dat - gezien de inhoud van de vermelde bestekken - de thans weer geplaatste haan uit 1807 dateert en de bal nog ouder moet zijn. Met het thans op de bakstenen spits geplaatste ijzeren torenkruis hebben wij getracht een rekonstruktie te geven van het in 1807 ter vervanging vervaardigde kruis. Hierbij konden wij ons alleen baseren op de foto's van 1902, welke - afgezien van de vermelde vier aange zette veren - meerdere reparaties doen vermoeden. Opmerking: Al past het laatste stuk ter beantwoor ding van de vraag: „Wat hebben de Oud dorpers nadien met betrekking tot hun sterk beschadigde kerk en toren ge daan?" feitelijk niet op deze plaats, maar ik vind het gemakkelijker het niet later in deze serie te zetten. (wordt vervolgd) Op 3 juni aanstaande is het zover. Dan opent het kinderdagverblijf 'Harlekijn- tje' haar deuren voor baby's en peuter- tjes aan de Boezemweg te Dirksland. De officiële opening is op 17 september. Jaren van voorbereiding zijn aan de rea lisering ervan voorafgegaan. Veel drem pels moesten worden 'genomen'. Eén van die drempels vormde de medewer king van alle gemeenten op Goeree Overflakkee. Pas toen Hernesseroord en het Van Weel-Bethesda ziekenhuis (o.a. om re den van de herintreders) zich achter de plannen schaarden, werd door de ge meenten de stap naar een kinderdagver blijf gezet. Van overheidswege werd financiële hulp geboden in de vorm van een stimule ringsmaatregel: een subsidiebijdrage per kind. Er werd een sdchting opgericht, het S.K.V. (Stichting Kinderopvang Voor zieningen) waarin ook het gastouder- projekt is ondergebracht. De bestuursleden Hanneke Oord en Coby van den Hoek zijn ontzettend blij met dit (voorlopige) pand in Dirksland. Het hgt in de bedoeling om in de toe komst een lokatie in Middelharnis te vinden. Over twee jaar hoopt de stich ting ook in Stellendam een kinderdag verblijf te kunnen openen. Aan het pand aan de Boezemweg wordt de laatste hand gelegd om alles 'kind vriendelijk' te maken. Er vindt een sum miere aanpassing plaats. Vooral de veiligheidsaspekten staan hierbij op de voorgrond. De Flakkeese bevolking was tot nog toe niet zo erg 'opvangminded', aldus Han neke en Coby. Daar begint op dit moment duidelijk verandering in te komen. Steeds meer moeders gaan werken of studeren. Ook vanuit de bedrijvensektor wordt kinderdagop- vang gestimuleerd. Donderdag 6 juni om 19.00 uur organi seert de KM.T.P. afdeling Goeree- Overflakkee voor haar leden en belang stellenden een avondwandeling in het natuurgebied van de PUNT aan de Gre- velingen in Ouddorp. Dit unieke natuurgebied heeft de laatste jaren een grote verandering ondergaan en verandert nog steeds. De planten groei is er heel bijzonder en ook zult u er letterlijk vogels van diverse pluimage aantreffen. Ook wordt er een bezoek gebracht aan het bezoekerscentrum en de dan te houden expositie. Na afloop is er koffiedrinken met iets erbij, want een wandeling in de natuur maakt niet alleen dorstig, maar ook hongerig. De wandeling is voor de leden van de KM.T.P. uiteraard gratis, niet-leden betalen 2,50. Voor nadere inlichtingen kunt u bellen naar (01878) 18 92. Verzamelen bij het Bezoekerscentrum. Het personeel van 'Harlekijntje' bestaat uit betaalde krachten, die in het bezit zijn van de nodige diploma's (MBO- opleiding). AJs het over het aantal kinderen gaat dat geplaatst kan worden, wordt er gespro ken over 'kindplaatsen' en 'dagdelen'. Meerdere kinderen kunnen dus van een plaats gebruik maken. Doordat ook het gastouderprojekt bin nen de stichring is ondergebracht, is er onderling een nauwe samenwerking. Een probleem is echter dat er te weinig gastouders zijn. Nieuwe aanmeldingen zijn bij de stichting hartelijk welkom. Eigen bijdrage De eigen bijdrage voor een kindplaats is afhankelijk van het inkomen. Er is een maximum gesteld van 780,- per maand en een minimum van 30,-. Voor het tweede kind moet één vierde van dat bedrag betaald worden. J. L. Struik Een overweldigend gevoel van weemoed legt VERVOLGVERHAAL - 4 - Gelukkig verdient Jan, die nu- zestien jaar is, ook wat bij een veeboer in de buurt. Het is wel niet veel maar alle beetjes helpen. Armoede hebben ze gelukkig niet, maar wel moet ze elke cent omdraaien voordat deze wordt uit gegeven. Maar vrouw Stam heeft geleerd er in te berusten. Zij heeft door genade mogen leren verstaan: Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan. Toen alle bezittin gen moesten worden verkocht om de schulden te kunnen betalen, heeft zij de leegheid der wereld gezien en zij heeft gezwegen en moeten denken: wat de Heere doet, dat is eeuwig welgedaan. Sta melend heeft zij gezegd: Heere, Uw wil geschiede. Dat woord heeft zij onderschreven. Maar ook als een arme zondares heeft zij de breuk tussen God en haar ziel ingeleefd en de schuld beweend. Maar door genade heeft de Heere, temidden van de puinhopen van hun bestaan, haar de enige weg ontsloten en plaats gemaakt voor Hem, Die haar nooit zal begeven en verlaten. En dikwijls heeft zij het tegen man en kinderen verteld, liever een arme arbeidersvrouw te zijn in de gunst des Hee ren, dan een rijke boerin op een grote hofstee zon der God. Als Adriaan op de dijk naar het huis van Stam kijkt, ziet hij Tonia nergens. „Ze zal zeker binnen zijn", mompelde hij in zich zelf, maar als hij de kant van de rivier opkijkt ver heldert zijn gezicht. „Ha, daar is ze". Tonia is niet thuis. Zij is beneden aan de Lekdijk bezig in een roeiboot de was te spoelen. Dat is zwaar werk. Zweetdruppels parelen dan ook op haar voorhoofd. Tjonge wat is het warm. Egen later is zij klaar met de was en met een zucht van verlichting zet het meisje de wasmand uit de boot op de steenglooiïng. Enkele ogenblikken kijkt zij naar het boeiende panorama dat voor haar ligt. Tonia houdt van de rivier. Het is dan ook een prachtig gezicht, de rivier omzoomd door groen geboomte en hier en daar uitgestrekte rietvelden met daarboven de blauwe hemel. De tjalk is enkele minuten geleden voor anker gegaan. De schipper heeft waarschijn lijk de moed opgegeven. Het schip kwam niets vooruit. Er is immers geen zuchtje wind. „Wat sta je daar te dromen?" klinkt het plotseling achter haar. Tonia schrikt. Als zij omkijkt komt Adriaan van der Zande juist de dijk af Even lichten haar ogen op, maar als de jonge boer vlakbij is, heeft het arbeidersmeisje zich weer beheerst en met zachte stem zegt ze: „je doet me schrikken Adriaan". „Het spijt me Tonia", zegt hij lachend en als hij ziet, dat zij de mand met wasgoed wil pakken, voegt hij er aan toe: „wacht, dat zal ik wel voor je doen". „Neen, dat hoeft niet, dat kan ik alleen wel", zegt ze verbaasd en meteen wil Tonia de mand grij pen. Met een hoogrode kleur bukt zij zich. Maar Adriaan is haar net even voor en voordat zij het kan verhinderen, is hij al met de mand de trapjes van de dijk opgelopen. „Ik heb een boodschap van vader voor je", zegt hij, als Tonia ook op de dijk gekomen is. „Zou je vanmiddag bij ons kunnen melken? Vader wil vandaag het hooi van het land hebben. We hebben zelf geen tijd om te melken". Vragend kijkt Adriaan het meisje aan. Even is het stil. „Vraag het maar aan moeder, ik weet niet of ze mij vanmiddag kan missen", zegt Tonia dan zonder naar hem te kijken. „Tonia!" Adriaan in dat ene woord. Ontroerd kijkt het arbeidersmeisje naar de jonge boer, die haar met zijn eerlijke ogen aankijkt. Het wordt haar bang te moede. Hard wil zij weglopen en toch, neen ze kan geen voet verzetten. Haar hart bonst ervan. De keukendeur van Van der Zande's hofstee piept in haar hengsel. Adriaan hoort het en dat brengt hem tot bezinning. Hij werpt een haastige blik naar de keukendeur, die door de brede figuur van tante Marie bijna geheel wordt gevuld. Zij heeft het tafereeltje op de dijk aangezien en opnieuw werden haar vermoedens bevestigd. Zie je wel dat ze gelijk had? Maar wat mankeert Adriaan toch? Zijn vader heeft hem toch een andere vrouw aangewezen, een vrouw van stand? Werktuigelijk was tante Marie naar de keuken deur gelopen en had ongewild meteen een eind gemaakt aan het gesprek van de twee jonge men sen op de dijk. „Nu", zegt Adriaan met een verlegen lachje, ter wijl hij nog een blik werpt op tante Marie, die nog steeds in de deuropening staat, „ik zal even bij je moeder gaan vragen, maar ik reken er op dat je komt". Adriaan loopt met stevige passen de dijk af naar het arbeidershuisje en roept 'volluk' aan de achterdeur. Vrouw Stam komt naar achter en kijkt verbaasd. Wat komt Adriaan van der Zande doen? Dat gebeurt anders ook nooit. Deze steekt onmiddel lijk van wal en vraagt: „Vrouw Stam, vader vraagt of Tonia vanmiddag kan komen om te melken. Het hooi moet vandaag binnen en we hebben zelf geen tijd om te melken". Vrouw Stam heeft niet de minste bezwaren en geeft direkt haar toestemming. Nog even praten zij over het weer en daarna verdwijnt Adriaan weer naar de hofstee. Als hij naar huis loopt kijkt Adriaan waar Tonia is gebleven. Maar hij ziet haar in velden noch wegen. Tonia is naar de tuin gegaan en is onzicht baar tussen de rij staakbonen. Vijf minuten later zit Tonia diep in gedachten op de bank onder de noteboom, die met zijn brede kroon een groot gedeelte van het huis overscha duwt. Zij vecht tegen haar tranen. De ontmoeting met Adriaan heeft haar nu zo aangegrepen, dat zij zich nauwelijks kan beheersen. Zo wordt ze door moeder Stam verrast. „Wel kind, wat zit jij daar? Ben je moe van de was? Het is eigenlijk veel te veel voor je. Waarom heb je mij niet geroepen? Dan had ik je kunnen helpen". Tonia geeft geen antwoord, maar plotseling barst zij in snikken uit en met veel moeite kan vrouw Stam verstaan en begrijpen, dat zij Adriaan van der Zande gezien en gesproken heeft. Moeder Stam weet maar al te goed waar dat zenuwachtige snikken vandaan komt en zij ont roert er van. Het is ook geen kleinigheid. Sinds zij openbare belijdenis gedaan heeft, was Tonia, het vrolijke meisje stil en in zichzelf gekeerd geworden. Moeder Stam heeft dit heel goed gemerkt. Het meisje zit ergens mee, daar was zij van overtuigd. In een vertrouwelijk gesprek, waar verder nie mand bij was, had Tonia haar moeder verteld wat er in haar omging. (wordt vervolgd) KORTEWEEGJE 41-45 POSTBUS 23 3247 ZG DIRKSLAND '^**>^4■4■^■'t■*^■>^^■^■*>^J^4■^■*'^'^**^■**4■****•^*'^'^'^*'^^■'^'^^■'^>^>*■'t■'^'^¥**'^***'^'^*^ A.5.E6S£8£EM

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1991 | | pagina 5