EIIAI1DEI1-I1IEUW5
Uit de Historie
Ouddorp
Overdenking
uit de
Heilige Schrift
VERLOREN
STRUD
Kinderdagverblijf
'Harlel(ijntje' in Dirl(sland
van start
Het waren de Hoeksen
diem1490deOuddorpse
toren onttroonden
OVE
Gods alziend oog
Ophalen oud papier
Avondwandeling
in natuurgebied De Punt
2e Blad
VRIJDAG 31 MEI 1991
No. 6003
(2e serie, nr. 5)
In E.N. van 8 maart 1983 stond het vol
gende artikel:
Ing. J. W. C. Besemer, een van de
architecten die de restauratie van de
Ouddorpse gemeentetoren begelei
den, heeft j.l. donderdag, toen de
torenhaan werd geplaatst, een inte
ressante verhandeling gegeven over
de geschiedenis van de in 1348
gebouwde toren. We laten het on
derstaand in zijn geheel volgen:
Tijdens één van de laatste opflikkerin
gen van de Hoekse en Kabeljauwse
Twisten werd Ouddorp in 1490 door
vanuit Sluis opererende Hoekse ben
den, onder leiding van Jonker Frans van
Brederode en Heer Jan van Naaldwijk,
gebrandschat en geplunderd.
Dit geschiedde nadat deze troepen - na
een strijd van zeven uren lang ter ver
overing van de stad Goedereede - daar
met verlies aan manschappen hadden
moeten aftrekken. Bij het afslaan van
deze aanval van Hoekse partijgangers
hebben - omdat de meeste mannen op
zee waren - de vrouwen van Goedereede
een zeer grote en strijdbare rol ge
speeld.
De plundering van Ouddorp moet in de
namiddag van de zelfde dag plaats
gevonden hebben. Ds. Michael Gerzen
noemt in zijn in 1791 verschenen Leer
rede (ter gelegenheid van de ingebruik
neming van de toen geheel verbouwde
kerk) als datum voor de overval 22 juni
1490, hetgeen later b.v. in het bekende
werk van J. van der Waal en F. O. Ver-
voorn over Goeree en Overflakkee zo
werd overgenomen.
In het in 1680 verschenen boekwerk over
het eiland Westvoorne en de geschiede
nis van de stad Goedereede van de his
torieschrijver H. van Dam vermeldt
deze voor de fatale datum 22 juli (dus
niet juni) 1490. De uitgever Jongejan en
de schoolopziener B. Boers hebben dit
gegeven later in plaatsbeschrijvingen
braaf overgenomen (1823, resp. 1843).
Op grond van de mij van elders bekende
gegevens houd ik het er op dat de laatst-
vermelde datum - 22 juli 1490 - de
juiste is.
Tijdens de brandschatting van Ouddorp
zouden de Hoeksen - volgens de hier
voor genoemde berichtgevers - een deel
van de kerk hebben laten afbreken en
waarschijnlijk - zo zeggen Jongejan en
Boers - een gedeelte van de toen aanwe
zige hoge toren.
Mij klinkt dit 'laten afbreken" als zeer
onwaarschijnlijk in de oren. Ik vermoed
eerder dat sprake is geweest van een ver
woesting van het bovengedeelte van de
toren tengevolge van een bewust gewilde
of een ongewilde brand of explosie (dat
valt niet meer uit te maken), waarbij ook
de westelijke traveeën van de kerk zijn
beschadigd. Voor een georganiseerd
afbreken hadden de overvallers te wei
nig tijd en gelegenheid.
Ik volg daarbij de gegevens van een
eigentijdse kroniek van de hand van
Willem van der Sluijs, die een overzicht
geeft van de z.g. Jonker Fransenoorlog.
Gevluchte Hoeksgezinde Hollandse ede
len hebben op het einde van de 15e eeuw
vanuit hun ballingsoord Sluis - onder
leiding van Jonker Frans van Brederode
en Heer Jan van Naaldwijk - tweemaal
gepoogd vaste steunpunten te verkrijgen
in Holland.
De eerste campagne had in november
1488 Rotterdam tot doel gehad, waar zij
tot eind juni 1489 hadden kunnen stand
houden en van waaruit zij tot in grote
omtrek strooptochten ondernamen.
Een tweede raid werd op de 2e dag van
juli 1490, zijnde Maria Visitatie, te Sluis
aangevangen met 32 schepen en 1200
manschappen. Deze campagne van de
Hoeksen voerde hen langs het land van
Flakkee en in Duiveland 'daar sy seer
rooffden en branden', alsmede in het
land van Strijen, totdat zij op 9 juli voor
Dordrecht kwamen, waar zij 'veel
quaats bedreven'. De toenmalige Stad
houder van Holland Jan van Egmond
had inmiddels zijn nabij Montfoort
gelegen troepen opgeroepen naar Dor
drecht te komen en de hulp ingeroepen
van Zeeuwse edelen en overige man
schappen verzamelden zich vanaf 12
juli in en nabij Dordrecht en vertrokken
öp 21 juli 1490 met een vloot van 86 sche
pen. Hierop waren ruim 3000 mensen
aanwezig.
De Hoeksen - zo schrijft Willem van der
Sluijs - „meenden op dat land van Goe
ree te comen, maar kreegen met een
jacht de wete boodschap) dat die
Seeusche en die van Dordrecht seer
sterck op haar luyden aanquamen,
soodat sy haar voorneemen voor die
tijt uitstelden".
Wij weten dat zij of een gedeelte van hen
wel degelijk aan land zijn geweest, met
alle kwalijke gevolgen van dien. Maar
uit het vervolg van het verhaal van Van
der Sluijs blijkt dat zij slechts één dag op
het eiland hebben gebivakkeerd.
Immers op 23 juli 1490 - dus de dag na
de inval in Ouddorp - vond het beslis
sende treffen plaats van de Kabeljauw-
sen uit Dordrecht en de naar Sluis
terugkerende Hoeksen, zowel te water
als later te land zo ongeveer nabij
Serooskerke bewesten Zierikzee.
De Hoeksen leden grote verliezen. Jon
ker Frans werd ernstig gewond en
gevangen genomen. Hij werd later naar
Dordrecht gevoerd en overleed aldaar in
gevangenschap op 10 augustus 1490.
Een aantal schepen met manschappen
zijn nog naar Sluis gevlucht, doch dit
laatste verzetsoord van de Hoeksen
werd op 18 oktober 1492 ingenomen.
De eerder genoemde zee- en veldslag
wordt in het algemeen in de historie
beschrijving 'de slag bij Zierikzee' ge
noemd en betekende in wezen het einde
van de particularistische strevingen van
de Hoeksen en een overwinning voor
het centralisme van het Bourgondische-
Habsburgs gezag.
Wat hebben de Ouddorpers nadien met
betrekking tot hun sterk beschadigde
kerk en toren gedaan? Waarschijnlijk
reeds spoedig na de inval is de kerk inge
kort en een nieuwe westgevel opgetrok
ken. In 1508 is - blijkens het tijdens deze
restauratie gevonden jaartal - op het
geschonden ondergedeelte van de toren
het u bekende achtkant met galmgaten
Brilcentrum Keuvelaar heeft een
schitterende kollektie speelse,
vlotte, leuke, gekke, oersterke,
maffe, modieuze, flitsende, fleu
rige, kleurige kinderbrillen. Kom
kijken bij Keuvelaar.
Zandpad 56 Middelharnis
Tel, 01870-3437
opgetrokken met daarboven een gemet
selde bakstenen spits. Ongetwijfeld zal
deze spits bekroond zijn geweest met
een smeedijzeren torenkruis en vermoe
delijk de traditionele haan.
Zeker is dat een dergelijke haan in 1759
aanwezig was. Wij weten dit uit een
bestek van dat jaar, waarin 'het repare
ren en het witten van den Ouddorpsen
toren' worden omschreven. De haan
moet dan worden afgenomen, verguld
en weer worden aangebracht. Het kruis
en de ronde bal moeten met zwarte verf
tweemaal worden behandeld.
Uit een rekening over 1807 weten wij dat
Jacob Spee op 30 mei van dat jaar heeft
getracht de halve maan en de lelie van
het torenkruis te vergulden.
Uit een onderhoudsbestek van kort
nadien- 18juni 1807-kunnen wij aflei
den dat de toestand van spits en vooral
van het torenkruis toch niet al te best
was. Omschreven wordt onder meer dat
een nieuw kruis gelijk aan het oude
moet worden gemaakt, met dien ver
stande dat een rechtstaande staaf van
boven naar beneden zal gaan tot op de
makelaar, die in de spits staat opgesteld.
Het kruis moet zodanig gevormd wor
den dat het noord en zuid aanwijst,
gelijk het model aan de oostzijde van de
kerk en in verhouding hiermede ge
maakt, gezien de hoogte van de spits.
Een nieuwe roodkoperen haan moet
worden gemaakt en verguld. Onderaan
zal de oude koperen bal worden beves
tigd, welke voordien opnieuw moet wor
den verguld. Het nieuwe kruis moet met
menie worden behandeld en zwart
afgeverfd.
In een onderhoudsbestek van 20 januari
1831 wordt t.a.v. het kruis en de haan
niets vermeld, zelfs geen verfwerk. Al
leen moet bovenin de bakstenen spits
een nieuwe houten makelaar worden
aangebracht, bestaande uit 2 ribben
0,13x0,18 m, lang 2.90 m.
In het bestek van 9 mei 1857 betreffende
de afbraak van de uit 1508 daterende
bakstenen spits en het optrekken van
een nieuw torenkapje wordt omschre
ven dat „de thans op de toren staande
haan en aanhoren opnieuw moeten
worden gebruikt, na het herstel van
gebreken en het aanbrengen van 4 stuks
veren ter bevestiging op hoekkepers".
Het ijzerwerk moest 2x worden geme-
nied en zwart geverfd.
Uit foto's van de Rijksbouwkundige
Adolph Mulder van omstreeks 1902
blijkt dat op het in 1857 aangebrachte
houten kapje het toen gewijzigde toren
kruis met de oude haan nog aanwezig
te zijn.
.,De mens ziet aan wat voor ogen is,
maar de Meere ziet het hart aan
(1 Sam. 16:7)
Dit zijn beangstigende woorden, want
ze geven aan dat wij er echt nog niet zijn
als onze woorden en werken het goed
doen in de ogen van mensen!
Dat is natuurlijk wel heel wat waard,
want een slordig leven is allerminst
gepast: Dat is geen voorbeeld voor ande
ren; het nodigt misschien wel tot navol
ging maar is dan zeker meer verderfelijk
dan heilzaam; het is een groot kwaad
voor de Heere, Die ons rekenschap zal
vragen van ons rentmeesterschap.
Toch is een leven dat gezien kan worden
en alle lof verdient niet zonder meer wat
het wezen moet, want de Heere ziet door
het uiterlijke heen: Hij oordeelt naar de
bron ervan en of die bron beantwoord
aan Zijn bedoeling. Het is het hart des
mensen waar de beslissingen vallen en
dat hart kan de motor zijn van goede
werken: Dat zijn de werken die uit waar
geloof naar de wet Gods en alleen Hem
ter ere gedaan zijn. Maar ze kunnen als
ze niet aan die maatstaf beantwoorden
ook een boos en bedorven hart camou
fleren, zodat we er in de reine ogen des
Heeren des te verwerpelijker door be
vonden zullen worden. We denken aan
David die zijn veldheer Uria extra lof
wilde geven om zijn eigen zonden te
bedekken: Wat leek hij welwillend tegen
over zijn dienaar, maar wat was hij
bezig om zichzelf beter te laten voorko
men dan hij in werkelijkheid was en
handelde.
Zo heeft een ieder - oud en jong - te
bedenken en te onderzoeken wat de
drijfveer van zijn of haar hart is opdat
we ons niet vergissen voor de dag der
dagen en de rechterstoel van de alziende
God en Vader van onze Heere Jezus
Christus. We zouden slechts korte-ter
mijn-politiek bedrijven met het oog op
onze zaligheid, want ons zal worden
afgenomen, óók wat we hebben.
Onze tekstwoorden zijn anderzijds ook
bemoedigende woorden! Ze zijn geno
men uit de geschiedenis van de zalving
van David, Isaï's zoon, tot koning over
Israël. De richter Samuel was er door
God voor naar Bethlehem gezonden.
Isaï's zonen passeerden één voor één de
godsgezant, maar geen van hen was de
door God verkorene. Samuel vond hen
één voor één geschikt afgaande op hun
voorkomen maar de jongste en niet
getelde moest uit het veld geroepen wor
den omdat hij niet als mogelijke kandi
daat door zijn vader aangemerkt was.
De Hartenkenner bij uitstek oordeelde
echter anders: Hij zag in hem de man
naar Zijn hart, uitverkoren om het volk
Israël te leiden. Zijn beslissing was ook
een beslissing op lange termijn, waarin
eruit zou komen wat in David gelegd en
gevonden mocht worden: Een man, die
nederig van hart telkens wist te buigen
en tot de Heere weer te keren als hij zich
te buiten was gegaan aan ongehoorzam-
heid en overtreding van Gods wet als
richtsnoer voor zijn geloof en leven. Zo
kwam dan zijn leven weer in balans
door de goedertierenheid des Heeren en
tot zegen voor zijn volk.
Hoever dat kan gaan zien we in het
leven van Simon Petrus: Wat bracht hij
het er vaak slecht van af tot in een drie
voudige verloochening van zijn Mees
ter, Die de hemelpoort voor ïiem ont
sloot. We zouden hem afgeschreven
hebben op zijn daden, maar de Heere
niet: Hij zag het hart aan van de man,
die beleden had met zijn ganse hart:
„Gij zijt de Christus, de Zoon van de
levende God". Er was een goed werk in
hem begonnen, onafhankelijk van vlees
en bloed en afhankelijk van de Vader in
de hemelen.
Dat maakt Petrus' doen en laten in zijn
verloochening alleen maar des te ernsti
ger. We kunnen niet zomaar ongestraft
zondigen: Het bedroeft en vertoornt de
Heilige Geest. Duisternis wordt ons
deel, maar niet blijvend: Een nieuwe
dag mag weer aanbreken door de goed
heid en trouw van Hem, Die het verbro
ken hart en de verslagen geest ten allen
tijd nabij en goed is.
Zo is er dan nooit iets om ons op te
beroemen, want het is alles van de Heere
Die Zich niet vergist en meer dan wat
voor ogen is het hart aanziet. Kunt u die
toets doorstaan en mag uw hart Hem
toebehoren door de overgave aan Zijn
genade en geleid door de Heilige Geest,
Die ootmoedig maakt voor Gods al
ziend oog en u het oog op Hem doet
slaan om Zijn hulp en gunst te vragen?
Dan kan niets scheiden van de liefde
Gods in Christus!
W. H. V. K.
SOMMELSDIJK
Zaterdag 1 juni a.s. komen leden van
'Ons Koor' weer vanaf 9 uur bij u langs.
Graag gebundeld op de stoep. Bij voor
baat hartelijk dank.
Texaco servicestation JaC. de GaSt
01877-1122
Carwash Centrum
Latere foto's van kort nadien wijzen
echter uit dat het torenkruis geheel is
vernieuwd. Het is een weinig fraai
geheel geworden met de letters N en Z
aan de uiteinden van de horizontale
arm. Bij een goede vergelijking blijkt de
haan op de foto gelijk aan die op de
voorgaande foto van 1902. Dit zelfde
geldt voor de bal. De conclusie welke
hieruit getrokken kon worden is dat het
in het afgelopen jaar i.v.m. de werk
zaamheden verwijderde torenkruis van
na 1902 dateerde, doch dat - gezien de
inhoud van de vermelde bestekken - de
thans weer geplaatste haan uit 1807
dateert en de bal nog ouder moet zijn.
Met het thans op de bakstenen spits
geplaatste ijzeren torenkruis hebben wij
getracht een rekonstruktie te geven van
het in 1807 ter vervanging vervaardigde
kruis. Hierbij konden wij ons alleen
baseren op de foto's van 1902, welke -
afgezien van de vermelde vier aange
zette veren - meerdere reparaties doen
vermoeden.
Opmerking:
Al past het laatste stuk ter beantwoor
ding van de vraag: „Wat hebben de Oud
dorpers nadien met betrekking tot hun
sterk beschadigde kerk en toren ge
daan?" feitelijk niet op deze plaats, maar
ik vind het gemakkelijker het niet later
in deze serie te zetten. (wordt vervolgd)
Op 3 juni aanstaande is het zover. Dan
opent het kinderdagverblijf 'Harlekijn-
tje' haar deuren voor baby's en peuter-
tjes aan de Boezemweg te Dirksland. De
officiële opening is op 17 september.
Jaren van voorbereiding zijn aan de rea
lisering ervan voorafgegaan. Veel drem
pels moesten worden 'genomen'. Eén
van die drempels vormde de medewer
king van alle gemeenten op Goeree
Overflakkee.
Pas toen Hernesseroord en het Van
Weel-Bethesda ziekenhuis (o.a. om re
den van de herintreders) zich achter de
plannen schaarden, werd door de ge
meenten de stap naar een kinderdagver
blijf gezet.
Van overheidswege werd financiële hulp
geboden in de vorm van een stimule
ringsmaatregel: een subsidiebijdrage
per kind.
Er werd een sdchting opgericht, het
S.K.V. (Stichting Kinderopvang Voor
zieningen) waarin ook het gastouder-
projekt is ondergebracht.
De bestuursleden Hanneke Oord en
Coby van den Hoek zijn ontzettend blij
met dit (voorlopige) pand in Dirksland.
Het hgt in de bedoeling om in de toe
komst een lokatie in Middelharnis te
vinden. Over twee jaar hoopt de stich
ting ook in Stellendam een kinderdag
verblijf te kunnen openen.
Aan het pand aan de Boezemweg wordt
de laatste hand gelegd om alles 'kind
vriendelijk' te maken. Er vindt een sum
miere aanpassing plaats. Vooral de
veiligheidsaspekten staan hierbij op
de voorgrond.
De Flakkeese bevolking was tot nog toe
niet zo erg 'opvangminded', aldus Han
neke en Coby. Daar begint op dit
moment duidelijk verandering in te
komen. Steeds meer moeders gaan
werken of studeren. Ook vanuit de
bedrijvensektor wordt kinderdagop-
vang gestimuleerd.
Donderdag 6 juni om 19.00 uur organi
seert de KM.T.P. afdeling Goeree-
Overflakkee voor haar leden en belang
stellenden een avondwandeling in het
natuurgebied van de PUNT aan de Gre-
velingen in Ouddorp.
Dit unieke natuurgebied heeft de laatste
jaren een grote verandering ondergaan
en verandert nog steeds. De planten
groei is er heel bijzonder en ook zult u er
letterlijk vogels van diverse pluimage
aantreffen. Ook wordt er een bezoek
gebracht aan het bezoekerscentrum en
de dan te houden expositie.
Na afloop is er koffiedrinken met iets
erbij, want een wandeling in de natuur
maakt niet alleen dorstig, maar ook
hongerig.
De wandeling is voor de leden van de
KM.T.P. uiteraard gratis, niet-leden
betalen 2,50.
Voor nadere inlichtingen kunt u bellen
naar (01878) 18 92.
Verzamelen bij het Bezoekerscentrum.
Het personeel van 'Harlekijntje' bestaat
uit betaalde krachten, die in het bezit
zijn van de nodige diploma's (MBO-
opleiding).
AJs het over het aantal kinderen gaat dat
geplaatst kan worden, wordt er gespro
ken over 'kindplaatsen' en 'dagdelen'.
Meerdere kinderen kunnen dus van een
plaats gebruik maken.
Doordat ook het gastouderprojekt bin
nen de stichring is ondergebracht, is er
onderling een nauwe samenwerking.
Een probleem is echter dat er te weinig
gastouders zijn. Nieuwe aanmeldingen
zijn bij de stichting hartelijk welkom.
Eigen bijdrage
De eigen bijdrage voor een kindplaats is
afhankelijk van het inkomen. Er is een
maximum gesteld van 780,- per maand
en een minimum van 30,-. Voor het
tweede kind moet één vierde van dat
bedrag betaald worden.
J. L. Struik
Een overweldigend gevoel van weemoed legt
VERVOLGVERHAAL
- 4 -
Gelukkig verdient Jan, die nu- zestien
jaar is, ook wat bij een veeboer in de
buurt. Het is wel niet veel maar alle
beetjes helpen. Armoede hebben ze
gelukkig niet, maar wel moet ze elke cent
omdraaien voordat deze wordt uit
gegeven.
Maar vrouw Stam heeft geleerd er in te berusten.
Zij heeft door genade mogen leren verstaan: Zo
de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden
deszelfs bouwlieden daaraan. Toen alle bezittin
gen moesten worden verkocht om de schulden te
kunnen betalen, heeft zij de leegheid der wereld
gezien en zij heeft gezwegen en moeten denken:
wat de Heere doet, dat is eeuwig welgedaan. Sta
melend heeft zij gezegd: Heere, Uw wil geschiede.
Dat woord heeft zij onderschreven. Maar ook als
een arme zondares heeft zij de breuk tussen God
en haar ziel ingeleefd en de schuld beweend.
Maar door genade heeft de Heere, temidden van
de puinhopen van hun bestaan, haar de enige weg
ontsloten en plaats gemaakt voor Hem, Die haar
nooit zal begeven en verlaten. En dikwijls heeft zij
het tegen man en kinderen verteld, liever een
arme arbeidersvrouw te zijn in de gunst des Hee
ren, dan een rijke boerin op een grote hofstee zon
der God.
Als Adriaan op de dijk naar het huis van Stam
kijkt, ziet hij Tonia nergens.
„Ze zal zeker binnen zijn", mompelde hij in zich
zelf, maar als hij de kant van de rivier opkijkt ver
heldert zijn gezicht. „Ha, daar is ze".
Tonia is niet thuis. Zij is beneden aan de Lekdijk
bezig in een roeiboot de was te spoelen. Dat is
zwaar werk. Zweetdruppels parelen dan ook op
haar voorhoofd. Tjonge wat is het warm. Egen
later is zij klaar met de was en met een zucht van
verlichting zet het meisje de wasmand uit de boot
op de steenglooiïng.
Enkele ogenblikken kijkt zij naar het boeiende
panorama dat voor haar ligt. Tonia houdt van de
rivier. Het is dan ook een prachtig gezicht, de
rivier omzoomd door groen geboomte en hier en
daar uitgestrekte rietvelden met daarboven de
blauwe hemel. De tjalk is enkele minuten geleden
voor anker gegaan. De schipper heeft waarschijn
lijk de moed opgegeven. Het schip kwam niets
vooruit. Er is immers geen zuchtje wind.
„Wat sta je daar te dromen?" klinkt het plotseling
achter haar.
Tonia schrikt.
Als zij omkijkt komt Adriaan van der Zande juist
de dijk af Even lichten haar ogen op, maar als de
jonge boer vlakbij is, heeft het arbeidersmeisje
zich weer beheerst en met zachte stem zegt ze: „je
doet me schrikken Adriaan".
„Het spijt me Tonia", zegt hij lachend en als hij
ziet, dat zij de mand met wasgoed wil pakken,
voegt hij er aan toe: „wacht, dat zal ik wel voor
je doen".
„Neen, dat hoeft niet, dat kan ik alleen wel", zegt
ze verbaasd en meteen wil Tonia de mand grij
pen. Met een hoogrode kleur bukt zij zich.
Maar Adriaan is haar net even voor en voordat zij
het kan verhinderen, is hij al met de mand de
trapjes van de dijk opgelopen.
„Ik heb een boodschap van vader voor je", zegt
hij, als Tonia ook op de dijk gekomen is.
„Zou je vanmiddag bij ons kunnen melken?
Vader wil vandaag het hooi van het land hebben.
We hebben zelf geen tijd om te melken".
Vragend kijkt Adriaan het meisje aan.
Even is het stil.
„Vraag het maar aan moeder, ik weet niet of ze mij
vanmiddag kan missen", zegt Tonia dan zonder
naar hem te kijken.
„Tonia!"
Adriaan in dat ene woord.
Ontroerd kijkt het arbeidersmeisje naar de jonge
boer, die haar met zijn eerlijke ogen aankijkt. Het
wordt haar bang te moede. Hard wil zij weglopen
en toch, neen ze kan geen voet verzetten. Haar
hart bonst ervan.
De keukendeur van Van der Zande's hofstee
piept in haar hengsel. Adriaan hoort het en dat
brengt hem tot bezinning. Hij werpt een haastige
blik naar de keukendeur, die door de brede figuur
van tante Marie bijna geheel wordt gevuld. Zij
heeft het tafereeltje op de dijk aangezien en
opnieuw werden haar vermoedens bevestigd. Zie
je wel dat ze gelijk had? Maar wat mankeert
Adriaan toch? Zijn vader heeft hem toch een
andere vrouw aangewezen, een vrouw van stand?
Werktuigelijk was tante Marie naar de keuken
deur gelopen en had ongewild meteen een eind
gemaakt aan het gesprek van de twee jonge men
sen op de dijk.
„Nu", zegt Adriaan met een verlegen lachje, ter
wijl hij nog een blik werpt op tante Marie, die nog
steeds in de deuropening staat, „ik zal even bij je
moeder gaan vragen, maar ik reken er op dat
je komt".
Adriaan loopt met stevige passen de dijk af naar
het arbeidershuisje en roept 'volluk' aan de
achterdeur.
Vrouw Stam komt naar achter en kijkt verbaasd.
Wat komt Adriaan van der Zande doen? Dat
gebeurt anders ook nooit. Deze steekt onmiddel
lijk van wal en vraagt: „Vrouw Stam, vader vraagt
of Tonia vanmiddag kan komen om te melken.
Het hooi moet vandaag binnen en we hebben zelf
geen tijd om te melken".
Vrouw Stam heeft niet de minste bezwaren en
geeft direkt haar toestemming. Nog even praten
zij over het weer en daarna verdwijnt Adriaan
weer naar de hofstee.
Als hij naar huis loopt kijkt Adriaan waar Tonia
is gebleven. Maar hij ziet haar in velden noch
wegen. Tonia is naar de tuin gegaan en is onzicht
baar tussen de rij staakbonen.
Vijf minuten later zit Tonia diep in gedachten op
de bank onder de noteboom, die met zijn brede
kroon een groot gedeelte van het huis overscha
duwt. Zij vecht tegen haar tranen. De ontmoeting
met Adriaan heeft haar nu zo aangegrepen, dat zij
zich nauwelijks kan beheersen. Zo wordt ze door
moeder Stam verrast.
„Wel kind, wat zit jij daar? Ben je moe van de was?
Het is eigenlijk veel te veel voor je. Waarom heb je
mij niet geroepen? Dan had ik je kunnen
helpen".
Tonia geeft geen antwoord, maar plotseling barst
zij in snikken uit en met veel moeite kan vrouw
Stam verstaan en begrijpen, dat zij Adriaan van
der Zande gezien en gesproken heeft.
Moeder Stam weet maar al te goed waar dat
zenuwachtige snikken vandaan komt en zij ont
roert er van. Het is ook geen kleinigheid.
Sinds zij openbare belijdenis gedaan heeft, was
Tonia, het vrolijke meisje stil en in zichzelf
gekeerd geworden. Moeder Stam heeft dit heel
goed gemerkt. Het meisje zit ergens mee, daar was
zij van overtuigd.
In een vertrouwelijk gesprek, waar verder nie
mand bij was, had Tonia haar moeder verteld wat
er in haar omging. (wordt vervolgd)
KORTEWEEGJE 41-45
POSTBUS 23
3247 ZG DIRKSLAND
'^**>^4■4■^■'t■*^■>^^■^■*>^J^4■^■*'^'^**^■**4■****•^*'^'^'^*'^^■'^'^^■'^>^>*■'t■'^'^¥**'^***'^'^*^
A.5.E6S£8£EM