EiüvriDEn-niEuws Zr. Stolk stopt met wijkverpleging NIEUWS Edelsmid Cor Elenbaas slijpt zelf zijn stenen Afscheid zonder franje uit de kerken VERLOREN STRUD Astmakollekte 1991 te Nieuwe Tonge Sieraden en stenen op elkaar afstemmen Ophalen oud papier 2e Blad DINSDAG 28 MEI 1991 No. 6002 Even rustig en gedecideerd als ze haar werit heeft gedaan praat me vrouw A. H. Zoon-Stolk over haar afscheid van de wijkverpleging in Dirksland. „Voor mij alsjeblieft geen toeters en bellen omdat ik gewoon m'n werk heb gedaan. En dan: er is zo veel leed op de wereld, waarom zou ik een feestje krijgen? Ik zie dat geld liever aan een ander doel besteed". De zuster Het liefst was 'de zuster onopgemerkt uit de verpleging gestapt. Node gaat ze akkoord met het idee van de Kruisver eniging Dirksland om in elk geval via een interview iets publiekelijks bij haar afscheid te doen. ,Als je me maar niet te veel ophemelt" waarschuwt ze meteen, „dat zou ik vre selijk vinden". Hoewel we uit ervaring weten dat ze niet alleen maar 'gewoon' haar werk gedaan heeft maar meer dan dat, krijgt ze de ver zekering dat we het nuchter houden. Het heet wijkverpleegkundige tegen woordig maar voor ons is en blijft zuster Stolk 'de zuster', bij wie jong en oud in goede handen was. Ze deelde lief en leed met de mensen waar ze kwam in 27 jaar wijkverpleging, een uitputtend beroep waarin het kontakt met de mensen voor haar van de grootste waarde was. „Verder vond ik het prettig dat het een solistisch beroep was, voor mezelf, maar ook voor de patiënt. De zuster was een vast punt voor de zieke thuis". Het solistisch karakter van de wijkver pleging wordt in de toekomst veel min der. Er is een reorganisatie aan de gang, er komen wisselende diensten. Die reor ganisatie brengt ook met zich mee dat oudere medewerksters er nu vroeger uit kunnen. „Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Als ik nog door had moeten gaan had ik dat gekund en gedaan. Nu ik de kans krijg om te stoppen ben ik daar blij mee, zeker omdat ik vorig jaar september mijn hiel heb gebroken en daar nog hinder van heb". Op de fiets door Dirksland Haast 40 jaar is zuster Stolk verpleeg kundige. Ze kwam in de wijkverpleging in 1964 en begon in Rozenburg. In 1968 kwam ze naar Dirksland. Geboren in Melissant vond ze het leuk om naar Goeree-Overflakkee terug te gaan: „Als je daar vandaan komt dan trekt dat toch". Wijkverpleegster in Dirksland: het bete kende dag en nacht beschikbaar en bereikbaar zijn, heel dikwijls 's nachts er uit om naar een patiënt toe te gaan. „Dat was ik gewend want ik was opera tiezuster geweest in Dirksland en in het Zuiderziekenhuis in Rotterdam". De zuster had wel een auto, omdat ze die nodig had voor de weekenddiensten in andere plaatsen, maar in Dirksland deed ze haast alles op de fiets. „Ik vond het erg gemakkelijk, want je kon tot aan de voordeur fietsen, tot aan het bed bij wijze van spreken. Geen verkeers- of parkeerproblemen. Ik was er meestal vlugger met de fiets dan met de auto. Je nam de kortste weg, ik ken ieder paadje en steegje. En onderweg kon ik van de natuur genieten. Altijd vroeg op stap" gaat zuster Stolk verder, „en het werd ook wel eens laat. Bij een ziek mens kom je nooit te vroeg, want de nacht duurt altijd te lang". De heer Zoon, de man van zuster Stolk zegt: „De mensen hoefden niet uit te staan kijken: waar blijft ze?, maar ik wel. Ze zat altijd fluitend op de fiets en deed het werk met hart en ziel. Wat zeg ik? Met hart en twee zielen, want ze scha kelde mij ook nog in". Officieel verliet zuster Stolk de Kruis vereniging per 1 mei 1991 maar in de praktijk was ze al niet meer aan het werk. Vorig jaar rolde ze in Vroonlande van de trap. „Met de collega's heb ik altijd prettig gewerkt en ik werd na m'n val voorbeel dig opgevangen, maar ik was wel voor een tijd uitgerangeerd". Afgelopen Opeens zat zuster Stolk thuis, met veel pijn en met de nodige overpeinzingen. „Na die val heb ik veel getobt, ook over de patiënten. Peet belde de mensen op dat ik niet kon komen of hij ging er met een briefje naar toe. Je gaat alles voor jezelf op een rijtje zet ten: wat wil je, wat kun je, wat is moge lijk, wat is verstandig? Ik ben noodgedwongen aan de situatie van het niet werken gaan wennen. Ik kan nog niet zo goed afkicken van het werk om het zo maar eens te noemen. Ik heb nog altijd het idee: het werk roept, je kunt niet zo maar een paar uren gaan zitten. Vroeger was ik altijd gehaast, altijd op een strak schema en dat werkt nog door. Ik ben nog bezig een nieuw evenwicht te vinden. Ik vind het fijn thuis en ik kan het werk wel loslaten, dat valt me alles mee, maar ik moet de rust nog zien te vinden". Tijd voor ontspanning Uiterlijk is zuster Stolk een rustig per soon, die ook rust bracht in een situatie en direkt regelend optrad naar bevind van zaken. De bedrevenheid die haar beroepsuitoefening kenmerkte is ze ech ter nog niet helemaal kwijt. Ze moet er nog 'aan wennen dat ze thuis mag zijn. Werkzaamheden heeft ze genoeg. Ze houdt van thuis de boel doen, vooral in de tuin werken vindt ze fijn. „Planten en dieren vind ik boeiend. In de tuin hebben we overal vogelhuisjes, dat is toch zo leuk. Geraniums kweken bijvoorbeeld, daar ben ik graag mee bezig. Wat ik ook kostelijk vind: zo maar even weg, eens een rondje rijden in de omgeving". De omgeving ligt het echtpaar Zoon na aan het hart en op kleine schaal werken ze ook aan het milieu. „Alles op straat gooien, daar ergeren we ons aan. Is er iets in de omgeving van milieuverontrei niging dan maak ik daar werk van bij de betreffende instanties. Rechtstreeks aan de bel trekken, niét er over lopen mop peren of klagen. Nee, aan de bel trekken en volhouden. Dan ontmoet je toch waardering bij de verantwoordelijke instanties. We zijn geïnteresseerd in het gemeente- gebeuren in de streek. We hebben ons altijd in de streekplannen verdiept, ook toen ik het nog druk had. We gaan bok graag naar een raadsvergadering". Veelzijdig werk Relativerend kijkt de zuster terug op een funktie die mooi was door het komplete van het werk, de veelzijdigheid. „Het werk wordt in de toekomst eenzijdiger. doordat er straks gekozen gaat worden voor óf ouder- en kindzorg óf thuiszorg. Vroeger had je én het een én het ander. Het komplete van het werk vond ik mooi en het solistische werk lag me erg. Dat is met alle wijkverpleegkundigen zo, die zijn gewend hun eigen werk te regelen. De voldoening van het werk ligt voor mij in het kontakt met de mensen. Je hebt een heel ander kontakt dan in een ziekenhuis. Je maakt de mensen mee in hun eigen omgeving, ook de familie. Je krijgt meer inzicht in de hele situatie van de patiënt, meer begrip". Wat doet de zuster in de thuiszorg? „Je verpleegt en je kunt adviezen geven, maar verder laat je de mensen in hun waarde. Hoe ze leven moeten ze immers zelf weten. Je adviseert in zichtbare dingen zoals bij een te laag aanrecht, een vochtig huis, moeilijke trappen. Je stelt aanpassingen voor. Het ligt altijd gevoelig, vaak kan men niet meteen beslissen. Als er dan beslist is moet je het nog gerealiseerd zien te krijgen. Dan moet het langs alle instanties terwijl de mensen dan juist zouden willen dat het morgen klaar is. Er zijn ook onzichtbare problemen. Als ik ergens binnen kom voel ik in zo'n geval iets aan, ik proef iets. Soms kan ik het niet onder woorden brengen maar het komt meestal wel uit dat er iets hapert. Je komt overal en je komt van alles tegen". Ernstig zieken Het accent van de wijkverpleging ligt vaak op het einde van de levensweg van de patiënt. „Als het niet meer gaat, als men het niet meer aan kan, dan kom ik er aan te pas. Mensen die graag thuis willen sterven, jonge mensen met alle tragiek van dien. Oude mensen, misschien minder tra gisch, maar het blijft droevig. Je ziet veel verdriet, dat went nooit, maar daar leer je mee omgaan. Anders kun je het niet volhouden". De kollekte ten bate van het Astma fonds, welke huis-aan-tiuis werd gehou den in de week van 12 t/m 18 mei heeft opgebracht ƒ2.929,95, dit is 174,50 meer als in 1990. Alen die hiertoe hebben bijgedragen, kollektrices en gevers, hartelijk dank. NED. HERV. KERK Benoemd door de GZB tot zendingspredikant (voor het toerustingswerk van de Natio nale Presbyteriaanse Kerk in Chili) P. J. den Admirant te Kampen; door de GZB tot zendingspredikant (voor het toerus tingswerk van de Hervormde Kerk van Oost Afrika in Kenia) E. van der Ham te Brakel. Beroepen door de generale synode tot zendings predikant in Guatemala J. A. W. Verhoe ven te Daarle; te Zoetermeer H. Veld huizen te Hillegersberg; te Nieuweroord- Noordsche Schut W. J. Teunissen te Krabbendijke; te Rijssen T. W. van Ben- nekom te Goes (buitengewone wijkge- meente); te Hattem G. J. Mantel te Lopikerkapel; te Katwijk aan Zee (toez.) R. van Mourik te Meeuwen. Aangenomen de benoeming door de GZB tot zen dingspredikant (voor hef toerustings werk van de Nationale Presbyteriaanse Kerk in Chili) P. J. den Admirant te Kampen; de benoeming door de GZB tot zendingspredikant (voor het toerus tingswerk van de Hervormde Kerk van Oost Afrika in Kenia) E. van der Ham te Brakel; naar Kockengen W. L. Smelt te Randwijk. Bedankt voor Bodegraven G. van den End te Huizen (NH); voor Asperen (toez.) J. Quist te Hendrik Ido Ambacht. Beroepen te Rhenen drs. L. P. J. van de Peppel te Molenaarsgraaf-Brandwijk; te Helle- voetsluis A Heuzeveldt te 's-Graven- hage-Loosduinen; te Haren (als geeste lijk verzorger van Beatrixoord) drs. A. van den Berg te Drachten (geestelijk ver zorger Bertilla); te Bakkeveen, kand. J. de Boer, aldalar, die dit beroep heeft aangenomen. Aangenomen naar Haren (als geestelijk verzorger van Beatrixoord) drs. A. van den Berg te Drachten (geestelijk verzorger Bertilla). GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te Leek en te Urk S. W. de Boer te Wetsinge-Sauwerd; te Spakenburg-Zuid C. J. Mewe te Terneuzen; te Zaamslag E. C. Luth, kand. te Groningen. Aangenomen naar Middelstum Tj. van Dijk, kandi daat te Groningen. Bedankt Zuidlaren D. W. L. Krol te Aduard; voor Baflo i.c.m. Warffum, voor Ferwerd- Hallum, voor Franeker-Sexbierum en voor Smilde i.c.m. Diever Tj. van Dijk, kandidaat te Groningen. Beroepen te Ede (part-time) (tweede pred. plaats) D. A. Lagewaard, kandidaat aldaar; te Culemborg i.c.m. Eek en Wiel, kand. D. A Lagewaard te Ede. Tweetal te Rotterdam-Zuid drs. W. P. de Groot te 's-Gravenhage-Centrum en dr. G. C. den Hertog te Leiden. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te De Valk-Wekerom J. Mol te Werken dam; te Capelle a/d IJssel (Middelwate ring) A. B. V. d. Heiden te Doetinchem. Bedankt voor Middelharnis P. Blok te Kootwij- Vanaf 22 mei exposeert Cor Elen baas sieraden in het International Art Centre. Sieraden gemaakt van zilver in kombinatie met prachtige edelstenen. Edelstenen hebben de mensen al van oudsher geboeid. Nu nog worden er krachten aan toege schreven, die de drager ervan zou den beschermen tegen allerlei ziek tes en kwalen. Edelstenen worden echter meestal zonder bijbedoelin gen als sieraden gedragen. Elenbaas is een van de weinige edelsme den in Nederland die zijn stenen zelf kan slijpen. Voor de edelsmid die dat niet kan is er geen man overboord want de stenen zijn kant en klaar te koop. Elenbaas kan echter, door zelf te slijpen, het sieraad en de steen geheel op elkaar afstemmen. „Het slijpen kun je in Nederland niet leren", vertelt hij. „Ik ben ervoor naar Duitsland gegaan waar vrienden mij de kunst hebben bijge bracht". Zijn atelier bestaat derhalve uit een gehele verdieping die vol slijpattri- buten staat. Daarmee kunnen de stenen door midden worden gesneden, glad gemaakt, geschuurd en gepolijst. „Vroe ger werd de energie voor de slijpsteen opgewekt met een waterrad', vertelt hij, zijn werkplaats vol elektrisch appara ten overziend. Zijn ruwe stenen haalt hij in Idar Ober- stein, een plaatsje in Duitsland wat het centrum van de edelstenen is. Liefheb bers gaan daar bij afgravingen van ber gen ook nog wel zelf op zoek in de hoop op de gouden greep. De edelstenen zit ten vaak weer vast aan andere stenen. Aan de buitenkant is soms niet te zien dat het hier om iets bijzonders gaat. Pas als de ruwe steen door midden wordt gesneden blijkt er iets glanzends in te zitten. En dan nog verkrijgt dat pas zijn eigenlijke schoonheid als het onder de slijpsteen een vakkundige bewerking ondergaat. Elenbaas is geen verwoed verzamelaar van allerhande bijzondere stenen, hoe wel hij er wel een paar fraaie exempla ren tussen heeft. Een daarvan is aan de buitenkant een nietsogende kei, die ech ter als een puzzeltje uit elkaar te halen valt. Binnenin blijkt dan de volmaakte afdruk van een slak bewaard gebleven te zijn, kompleet met het spiraalvormige slakkenhuis en een patroon van lichte inkervingen. „Een versteende slak", ver klaart hij. „Hoe lang geleden weet nie mand, maar ooit is dat dier dood gegaan en langzaamaan versteend. Van de slak op zich is niets meer over. Alleen zijn gave afdruk is voorgoed bewaard ge bleven. Een andere steen is niet zozeer bijzon der om zijn schoonheid, maar om wat er in zit. Houd je de steen tegen het licht, dan zie je oeroud water langzaam heen en weer bewegen. „Het zuiverste water dat er bestaat", zegt Elenbaas. „Nog helemaal zonder industriële verontrei niging". kerbroek; voor Vlaardingen P. van Rui tenburg te Meliskerke; voor Rijssen G. J. van Aalst te Benthuizen; voor Gronin gen R. Kattenberg te Arnhem. Aangenomen naar Apeldoorn J. S. van der Net te Dordrecht. GEREF. GEMEENTEN IN NED. Beroepen te Gouda J. Roos te Chiliwack. Bedankt voor Veenendaal J. Roos te Chiliwack. Naast deze exemplaren, die hij zorgvul dig bewaart, heeft Elenbaas diverse edelstenen die hij verwerkt in zijn siera den. Tijgeroog, malachiet, sodaliet, aven- turien, agaat, heeft hij nog ongesiepen in voorraad. „Agaat is een betrekkelijk zachte steen en daardoor goed bewerk baar. Je kunt de agaat in een zuur leggen en de steen daarna in suikerwater koken. De steen wordt dan diepzwart, de kleur valt er niet meer uit te halen. Daar mee heb je onix verkregen". Passie De passie die sommige stenenverzame laars aan de dag leggen is niets nieuws. Onze voorouders dachten dat de stenen van bovennatuurlijke oorsprong waren. Ze schreven ze dan ook bijzondere krachten toe. Volgens dê Grieken kon een drinkbeker die gemaakt was van amethist iemand tegen dronkenschap beschermen. Een robijn zou een krijger onkwetsbaar maken. Deze moest dan wel in zijn eigen vlees worden aan gebracht. Ook allerlei geestelijke eigenschappen werden de stenen toegeschreven. Niet voor niets draagt de jaarlijkse Sint Nico- laas een ring met een grote steen. De tra ditie dat rooms-katholieke kardinalen een blauwe saffier in hun ring droegen, gaat terug naar het middeleeuws geloof dat deze steen zuiverheid schenkt. De paarse amethist brengt nuchterheid en de smaragd rust. Edelstenen zijn ook al eeuwenlang in zwang als medicijn. Saf fier werd een genezende werking toege schreven bij oogkwalen, robijn bij mild- en leverkwalen en de maansteen zou helpen bij tuberculose. Elenbaas neemt het geloof aan de wer king van de stenen voor lief maar past die niet op zichzelf toe. „Dan zouden alle slijpers het eeuwige leven moeten hebben" zegt hij nuchter, „want die heb ben ze dagelijks in hun handen. Maar de kracht die stenen wordt toegekend is inderdaad al oud. Denk maar aan de waarzegster en haar kristallen bol". DIRKSLAND As. zaterdag wordt het oud papier en karton bij u opgehaald. Wij verzoeken u het papier en karton voor 9 uur 's mor gens gebundeld buiten te zetten. Bij voorbaat onze hartelijke dank, na mens de vrijwilligers. OUD GEREF. GEMEENTEN IN NED. Bedankt voor Rijssen (Oranjekerk) A D. Muil- wijk te Dordrecht. VERVOLGVERHAAL - 3 - Teun Stam, de vaste arbeider, is vroeger ook boer geweest, maar 't is hem tegen- gelopen. In slechts korte tijd stierven er een paar koeien. De ene strop volgde na de andere, en zodoende moest hij ten slotte alles verkopen om zijn schulden te kunnen betalen. Wat het Stam gekost heeft toen hij zijn mooie boerderij met inventaris in vreemde handen zag overgaan, is niet in woor den uit te drukken. Sinds mensenheugenis heeft de familie Stam op de boerderij gewoond. En nu werkt hij al verscheidene jaren bij boer Van der Zande, alhoewel het hem vooral in het begin niet meeviel om van vrije boer vaste arbeider te wor den bij een kollega-boer. De tranen waren hem in de ogen gesprogen toen hij met zijn gezin de boer derij, die nu niet meer van hem was, moest verla ten om te verhuizen naar een betrekkelijk klein arbeidershuisje. Want Stam woont nu in een huis van boer Van der Zande in de onmiddellijke nabijheid van de hofstee. Alleen de tuin en een brede sloot liggen er tussen. Wat was dat een grote verandering geweest, maar langzaam maar zeker was het gezin van Stam het er gewoon geraakt. „De lucht begint te groeien, baas", zegt Teun, als de boer bij de hooiberg komt. „We konden wel eens een bui krijgen voor de avond". Van der Zande tuurt met de hand boven zijn ogen naar het zuid-westen, waar lichtgrijze wolkenge vaarten hun als met sneeuw bedekte koppen drei gend boven de horizon uitsteken. „Wat denk je ervan, Adriaan?" Vragend kijkt de boer zijn zoon aan. „Ik vertrouw de lucht ook niet", zegt deze, „'t zal nog wel zo gauw niet komen, maar dat we wat krij gen, is volgens mij vast en zeker. Het zou jammer zijn als we het hooi niet op tijd binnen zouden hebben", voegt hij er aan toe. De boer wordt onrustig. Het ging juist zo goed. Zo'n bui kon totaal zijn plannen doorkruisen. Als ze spoedig kwam dan zou het streven om alles eerst binnen te hebben mislukken, want dan is het zeker dat het hooi vandaag niet binnenkwam. En als het weer gebroken is, wie weet hoe lang het dan zou duren voordat het laatste beetje hooi binnen zou zijn. Met een donkere blik in de ogen loopt boer Van der Zande naar het hek, dat het erf van de boom gaard scheidt, en veegt met zijn rode zakdoek het zweet van zijn gezicht. Tjonge, wat is het warm... Adriaan schijnt het niet zo ernstig op te nemen, denkt de boer. Hij kan tenminste niets aan hem merken. Hoe bestaat het! Neen, dat kan hij niet begrijpen. Voelt hij dan niet, dat het erom gaat, de eerste te zijn? Neen, daar voelt Adriaan niets van. Een bittere trek komt op het gezicht van de boer. Hoe dikwijls heeft hij met zijn zoon daar al woor den over gehad. Maar Adriaan had steeds tegen zijn vader gezegd, dat hij het boerenbedrijf niet uitoefende als een soort sport, maar dat hij het beschouwde als een van God opgelegde taak. Neen, volgens hem staat Adriaan niet voor de volle honderd procent achter de zaak, ook al werkt hij hard. Maar nu moet er gehandeld worden. Misschien lukt het nog. Van der Zande loopt terug naar de hooiberg en zegt tegen Adriaan: „We zullen alle zeilen bijzet ten. Ik zal zelf ook een handje helpen en Marie moet voor deze keer maar eens gaan melken. As het een beetje wil, kunnen we het hooi dan nog voor de bui binnen hebben". Meteen loopt Van der Zande naar de keuken om zijn zuster opdracht te geven om in de loop van de middag te gaan melken. Maar als de boer vertelt hij hij de gang van zaken had gedacht, ziet hij direkt aan haar gezicht dat zij het er helemaal niet mee eens is. Zij heeft wel wat anders te doen. Vandaag komt de kaaskoper en daar moet ze bij zijn. De kaaskelder ligt op het ogenblik vol met grote ronde kazen en die moeten zo spoedig mogelijk worden verkocht. Zij kan dus niet van huis. Haar broer moet dat goed begrijpen en men kan toch de hofstee zo maar niet onbe heerd achterlaten. De boer kan niet tegen de argumenten van zijn zuster op. Zij heeft volkomen gelijk, maar hoe moet het dan? „Met Marie is nooit te praten", bromt hij in zich zelf, „altijd is ze dwars en bijterig. Ze is in haar jeugd bedorven". Zij was de jongste van een groot gezin en zij scheelt in leeftijd met boer Van der Zande bijna twaalf jaar. Erg gemakkelijk is zij niet en ze heeft een scherpe tong. Maar ze is heel goed voor de boerderij en dat is de reden, waarom de boer haar niet graag zou missen. „Blijf jij dan maar thuis", zegt hij met een beetje wrevel in zijn stem, „dan moet er een 'andere oplossing komen". Hij draait zich om en wenkt zijn zoon. Deze komt direkt naarde keuken gelopen en kijkt ijn vader vragend aan. „Adriaan, ga jij eens even naar vrouw Stam en vraag of Tonia vanmiddag kan komen melken!" Het is goed dat Van der Zande's aandacht getrok ken werd door de kalveren, die met opgestoken staart door de boomgaard hollen. Maar tante Marie, die in de deuropening staat, ziet het, dat Adriaan zichtbaar ontroerde toen zijn vader de naam van Teun Stams oudste doch ter noemde. Zij zegt er echter niets van, maar denkt bij zichzelf: juist mannetje, ik heb je door. Er is wat met die twee. Hoofdschuddend ver dwijnt tante Marie weer in de keuken en ze neemt zich voor om voorlopig de boer niet over haar ver moeden in te lichten. Er is altijd nog een kans dat zij zich heeft vergist. Het is het beste af te wachten wat er gaat gebeuren. Zwijgend gehoorzaamd Adriaan zijn vader en enkele ogenblikken later loopt hij vlug naar het huis waar de familie Stam woont. De boer zelf gaat het paard uit de stal halen om het voor de wagen te spannen. Het dier heeft nog een zware middag voor de boeg. Er zal alles op alles worden gezet om vandaag de hooibouw klaar te krijgen. HOOFDSTUK 2 Tonia is de dochter van Teun Stam. Zij is de oud ste van zeven kinderen. Het meisje is altijd thuis en helpt haar moeder in de huishouding en zij is dan ook de grote steun van haar moeder. Want vrouw Stam is niet sterk. Regelmatig is zij ziek, vooral in de wintertijd, 's Zomers gaat het beter en dikwijls kan men haar op de bank voor het huisje zien, bezig met verstelwerk. Haar gezondheid is geknakt door de vele tegen slagen. Vroeger was ze sterk en ging ze voor nie mand uit de weg. Toen ze met Teun Stam trouwde en boerin werd op de hofstee, blaakte zij van levenslust. Hoe is alles echter veranderd en toch... voor haar ten gunste. Het valt niet mee voor een boeren dochter om arbeidersvrouw te worden. Slechts met de grootste moeite kan zij met het loon van haar man rond komen. (wordt vervolgd) GEREF. KERKEN NED. GEREF. KERKEN CHR. GEREF. KERKEN f

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1991 | | pagina 5