EiüvriDEn-niEuws
Zr. Stolk stopt met wijkverpleging
NIEUWS
Edelsmid Cor Elenbaas
slijpt zelf zijn stenen
Afscheid zonder franje
uit de kerken
VERLOREN
STRUD
Astmakollekte 1991
te Nieuwe Tonge
Sieraden en stenen op elkaar afstemmen
Ophalen oud papier
2e Blad
DINSDAG 28 MEI 1991
No. 6002
Even rustig en gedecideerd als ze
haar werit heeft gedaan praat me
vrouw A. H. Zoon-Stolk over haar
afscheid van de wijkverpleging in
Dirksland. „Voor mij alsjeblieft
geen toeters en bellen omdat ik
gewoon m'n werk heb gedaan. En
dan: er is zo veel leed op de wereld,
waarom zou ik een feestje krijgen?
Ik zie dat geld liever aan een ander
doel besteed".
De zuster
Het liefst was 'de zuster onopgemerkt
uit de verpleging gestapt. Node gaat ze
akkoord met het idee van de Kruisver
eniging Dirksland om in elk geval via
een interview iets publiekelijks bij haar
afscheid te doen.
,Als je me maar niet te veel ophemelt"
waarschuwt ze meteen, „dat zou ik vre
selijk vinden".
Hoewel we uit ervaring weten dat ze niet
alleen maar 'gewoon' haar werk gedaan
heeft maar meer dan dat, krijgt ze de ver
zekering dat we het nuchter houden.
Het heet wijkverpleegkundige tegen
woordig maar voor ons is en blijft zuster
Stolk 'de zuster', bij wie jong en oud in
goede handen was. Ze deelde lief en leed
met de mensen waar ze kwam in 27 jaar
wijkverpleging, een uitputtend beroep
waarin het kontakt met de mensen voor
haar van de grootste waarde was.
„Verder vond ik het prettig dat het een
solistisch beroep was, voor mezelf, maar
ook voor de patiënt. De zuster was een
vast punt voor de zieke thuis".
Het solistisch karakter van de wijkver
pleging wordt in de toekomst veel min
der. Er is een reorganisatie aan de gang,
er komen wisselende diensten. Die reor
ganisatie brengt ook met zich mee dat
oudere medewerksters er nu vroeger
uit kunnen.
„Daar heb ik dankbaar gebruik van
gemaakt. Als ik nog door had moeten
gaan had ik dat gekund en gedaan. Nu
ik de kans krijg om te stoppen ben ik
daar blij mee, zeker omdat ik vorig jaar
september mijn hiel heb gebroken en
daar nog hinder van heb".
Op de fiets door Dirksland
Haast 40 jaar is zuster Stolk verpleeg
kundige. Ze kwam in de wijkverpleging
in 1964 en begon in Rozenburg. In 1968
kwam ze naar Dirksland. Geboren in
Melissant vond ze het leuk om naar
Goeree-Overflakkee terug te gaan: „Als
je daar vandaan komt dan trekt dat
toch".
Wijkverpleegster in Dirksland: het bete
kende dag en nacht beschikbaar en
bereikbaar zijn, heel dikwijls 's nachts er
uit om naar een patiënt toe te gaan.
„Dat was ik gewend want ik was opera
tiezuster geweest in Dirksland en in het
Zuiderziekenhuis in Rotterdam".
De zuster had wel een auto, omdat ze die
nodig had voor de weekenddiensten in
andere plaatsen, maar in Dirksland
deed ze haast alles op de fiets.
„Ik vond het erg gemakkelijk, want je
kon tot aan de voordeur fietsen, tot aan
het bed bij wijze van spreken. Geen
verkeers- of parkeerproblemen. Ik was
er meestal vlugger met de fiets dan met
de auto. Je nam de kortste weg, ik ken
ieder paadje en steegje. En onderweg
kon ik van de natuur genieten.
Altijd vroeg op stap" gaat zuster Stolk
verder, „en het werd ook wel eens laat.
Bij een ziek mens kom je nooit te vroeg,
want de nacht duurt altijd te lang".
De heer Zoon, de man van zuster Stolk
zegt: „De mensen hoefden niet uit te
staan kijken: waar blijft ze?, maar ik wel.
Ze zat altijd fluitend op de fiets en deed
het werk met hart en ziel. Wat zeg ik?
Met hart en twee zielen, want ze scha
kelde mij ook nog in".
Officieel verliet zuster Stolk de Kruis
vereniging per 1 mei 1991 maar in de
praktijk was ze al niet meer aan het
werk. Vorig jaar rolde ze in Vroonlande
van de trap.
„Met de collega's heb ik altijd prettig
gewerkt en ik werd na m'n val voorbeel
dig opgevangen, maar ik was wel voor
een tijd uitgerangeerd".
Afgelopen
Opeens zat zuster Stolk thuis, met veel
pijn en met de nodige overpeinzingen.
„Na die val heb ik veel getobt, ook over
de patiënten. Peet belde de mensen op
dat ik niet kon komen of hij ging er met
een briefje naar toe.
Je gaat alles voor jezelf op een rijtje zet
ten: wat wil je, wat kun je, wat is moge
lijk, wat is verstandig?
Ik ben noodgedwongen aan de situatie
van het niet werken gaan wennen. Ik
kan nog niet zo goed afkicken van het
werk om het zo maar eens te noemen. Ik
heb nog altijd het idee: het werk roept, je
kunt niet zo maar een paar uren gaan
zitten. Vroeger was ik altijd gehaast,
altijd op een strak schema en dat werkt
nog door. Ik ben nog bezig een nieuw
evenwicht te vinden. Ik vind het fijn
thuis en ik kan het werk wel loslaten, dat
valt me alles mee, maar ik moet de rust
nog zien te vinden".
Tijd voor ontspanning
Uiterlijk is zuster Stolk een rustig per
soon, die ook rust bracht in een situatie
en direkt regelend optrad naar bevind
van zaken. De bedrevenheid die haar
beroepsuitoefening kenmerkte is ze ech
ter nog niet helemaal kwijt. Ze moet er
nog 'aan wennen dat ze thuis mag
zijn.
Werkzaamheden heeft ze genoeg. Ze
houdt van thuis de boel doen, vooral in
de tuin werken vindt ze fijn.
„Planten en dieren vind ik boeiend. In
de tuin hebben we overal vogelhuisjes,
dat is toch zo leuk. Geraniums kweken
bijvoorbeeld, daar ben ik graag mee
bezig. Wat ik ook kostelijk vind: zo maar
even weg, eens een rondje rijden in de
omgeving".
De omgeving ligt het echtpaar Zoon na
aan het hart en op kleine schaal werken
ze ook aan het milieu. „Alles op straat
gooien, daar ergeren we ons aan. Is er
iets in de omgeving van milieuverontrei
niging dan maak ik daar werk van bij de
betreffende instanties. Rechtstreeks aan
de bel trekken, niét er over lopen mop
peren of klagen. Nee, aan de bel trekken
en volhouden. Dan ontmoet je toch
waardering bij de verantwoordelijke
instanties.
We zijn geïnteresseerd in het gemeente-
gebeuren in de streek. We hebben ons
altijd in de streekplannen verdiept, ook
toen ik het nog druk had. We gaan bok
graag naar een raadsvergadering".
Veelzijdig werk
Relativerend kijkt de zuster terug op een
funktie die mooi was door het komplete
van het werk, de veelzijdigheid. „Het
werk wordt in de toekomst eenzijdiger.
doordat er straks gekozen gaat worden
voor óf ouder- en kindzorg óf thuiszorg.
Vroeger had je én het een én het ander.
Het komplete van het werk vond ik mooi
en het solistische werk lag me erg. Dat is
met alle wijkverpleegkundigen zo, die
zijn gewend hun eigen werk te regelen.
De voldoening van het werk ligt voor
mij in het kontakt met de mensen. Je
hebt een heel ander kontakt dan in een
ziekenhuis. Je maakt de mensen mee in
hun eigen omgeving, ook de familie. Je
krijgt meer inzicht in de hele situatie van
de patiënt, meer begrip".
Wat doet de zuster in de thuiszorg?
„Je verpleegt en je kunt adviezen geven,
maar verder laat je de mensen in hun
waarde. Hoe ze leven moeten ze immers
zelf weten.
Je adviseert in zichtbare dingen zoals bij
een te laag aanrecht, een vochtig huis,
moeilijke trappen. Je stelt aanpassingen
voor. Het ligt altijd gevoelig, vaak kan
men niet meteen beslissen. Als er dan
beslist is moet je het nog gerealiseerd
zien te krijgen. Dan moet het langs alle
instanties terwijl de mensen dan juist
zouden willen dat het morgen klaar is.
Er zijn ook onzichtbare problemen. Als
ik ergens binnen kom voel ik in zo'n
geval iets aan, ik proef iets. Soms kan ik
het niet onder woorden brengen maar
het komt meestal wel uit dat er iets
hapert. Je komt overal en je komt van
alles tegen".
Ernstig zieken
Het accent van de wijkverpleging ligt
vaak op het einde van de levensweg van
de patiënt. „Als het niet meer gaat, als
men het niet meer aan kan, dan kom ik
er aan te pas.
Mensen die graag thuis willen sterven,
jonge mensen met alle tragiek van dien.
Oude mensen, misschien minder tra
gisch, maar het blijft droevig. Je ziet veel
verdriet, dat went nooit, maar daar leer
je mee omgaan. Anders kun je het
niet volhouden".
De kollekte ten bate van het Astma
fonds, welke huis-aan-tiuis werd gehou
den in de week van 12 t/m 18 mei heeft
opgebracht ƒ2.929,95, dit is
174,50 meer als in 1990.
Alen die hiertoe hebben bijgedragen,
kollektrices en gevers, hartelijk dank.
NED. HERV. KERK
Benoemd
door de GZB tot zendingspredikant
(voor het toerustingswerk van de Natio
nale Presbyteriaanse Kerk in Chili) P. J.
den Admirant te Kampen; door de GZB
tot zendingspredikant (voor het toerus
tingswerk van de Hervormde Kerk van
Oost Afrika in Kenia) E. van der Ham
te Brakel.
Beroepen
door de generale synode tot zendings
predikant in Guatemala J. A. W. Verhoe
ven te Daarle; te Zoetermeer H. Veld
huizen te Hillegersberg; te Nieuweroord-
Noordsche Schut W. J. Teunissen te
Krabbendijke; te Rijssen T. W. van Ben-
nekom te Goes (buitengewone wijkge-
meente); te Hattem G. J. Mantel te
Lopikerkapel; te Katwijk aan Zee (toez.)
R. van Mourik te Meeuwen.
Aangenomen
de benoeming door de GZB tot zen
dingspredikant (voor hef toerustings
werk van de Nationale Presbyteriaanse
Kerk in Chili) P. J. den Admirant te
Kampen; de benoeming door de GZB
tot zendingspredikant (voor het toerus
tingswerk van de Hervormde Kerk van
Oost Afrika in Kenia) E. van der Ham te
Brakel; naar Kockengen W. L. Smelt
te Randwijk.
Bedankt
voor Bodegraven G. van den End te
Huizen (NH); voor Asperen (toez.) J.
Quist te Hendrik Ido Ambacht.
Beroepen
te Rhenen drs. L. P. J. van de Peppel te
Molenaarsgraaf-Brandwijk; te Helle-
voetsluis A Heuzeveldt te 's-Graven-
hage-Loosduinen; te Haren (als geeste
lijk verzorger van Beatrixoord) drs. A.
van den Berg te Drachten (geestelijk ver
zorger Bertilla); te Bakkeveen, kand. J.
de Boer, aldalar, die dit beroep heeft
aangenomen.
Aangenomen
naar Haren (als geestelijk verzorger van
Beatrixoord) drs. A. van den Berg te
Drachten (geestelijk verzorger Bertilla).
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen
te Leek en te Urk S. W. de Boer te
Wetsinge-Sauwerd; te Spakenburg-Zuid
C. J. Mewe te Terneuzen; te Zaamslag E.
C. Luth, kand. te Groningen.
Aangenomen
naar Middelstum Tj. van Dijk, kandi
daat te Groningen.
Bedankt
Zuidlaren D. W. L. Krol te Aduard; voor
Baflo i.c.m. Warffum, voor Ferwerd-
Hallum, voor Franeker-Sexbierum en
voor Smilde i.c.m. Diever Tj. van Dijk,
kandidaat te Groningen.
Beroepen
te Ede (part-time) (tweede pred. plaats)
D. A. Lagewaard, kandidaat aldaar; te
Culemborg i.c.m. Eek en Wiel, kand. D.
A Lagewaard te Ede.
Tweetal
te Rotterdam-Zuid drs. W. P. de Groot te
's-Gravenhage-Centrum en dr. G. C.
den Hertog te Leiden.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen
te De Valk-Wekerom J. Mol te Werken
dam; te Capelle a/d IJssel (Middelwate
ring) A. B. V. d. Heiden te Doetinchem.
Bedankt
voor Middelharnis P. Blok te Kootwij-
Vanaf 22 mei exposeert Cor Elen
baas sieraden in het International
Art Centre. Sieraden gemaakt van
zilver in kombinatie met prachtige
edelstenen. Edelstenen hebben de
mensen al van oudsher geboeid. Nu
nog worden er krachten aan toege
schreven, die de drager ervan zou
den beschermen tegen allerlei ziek
tes en kwalen. Edelstenen worden
echter meestal zonder bijbedoelin
gen als sieraden gedragen.
Elenbaas is een van de weinige edelsme
den in Nederland die zijn stenen zelf
kan slijpen. Voor de edelsmid die dat
niet kan is er geen man overboord want
de stenen zijn kant en klaar te koop.
Elenbaas kan echter, door zelf te slijpen,
het sieraad en de steen geheel op elkaar
afstemmen. „Het slijpen kun je in
Nederland niet leren", vertelt hij. „Ik
ben ervoor naar Duitsland gegaan waar
vrienden mij de kunst hebben bijge
bracht". Zijn atelier bestaat derhalve uit
een gehele verdieping die vol slijpattri-
buten staat. Daarmee kunnen de stenen
door midden worden gesneden, glad
gemaakt, geschuurd en gepolijst. „Vroe
ger werd de energie voor de slijpsteen
opgewekt met een waterrad', vertelt hij,
zijn werkplaats vol elektrisch appara
ten overziend.
Zijn ruwe stenen haalt hij in Idar Ober-
stein, een plaatsje in Duitsland wat het
centrum van de edelstenen is. Liefheb
bers gaan daar bij afgravingen van ber
gen ook nog wel zelf op zoek in de hoop
op de gouden greep. De edelstenen zit
ten vaak weer vast aan andere stenen.
Aan de buitenkant is soms niet te zien
dat het hier om iets bijzonders gaat. Pas
als de ruwe steen door midden wordt
gesneden blijkt er iets glanzends in te
zitten. En dan nog verkrijgt dat pas zijn
eigenlijke schoonheid als het onder de
slijpsteen een vakkundige bewerking
ondergaat.
Elenbaas is geen verwoed verzamelaar
van allerhande bijzondere stenen, hoe
wel hij er wel een paar fraaie exempla
ren tussen heeft. Een daarvan is aan de
buitenkant een nietsogende kei, die ech
ter als een puzzeltje uit elkaar te halen
valt. Binnenin blijkt dan de volmaakte
afdruk van een slak bewaard gebleven te
zijn, kompleet met het spiraalvormige
slakkenhuis en een patroon van lichte
inkervingen. „Een versteende slak", ver
klaart hij. „Hoe lang geleden weet nie
mand, maar ooit is dat dier dood gegaan
en langzaamaan versteend. Van de slak
op zich is niets meer over. Alleen zijn
gave afdruk is voorgoed bewaard ge
bleven.
Een andere steen is niet zozeer bijzon
der om zijn schoonheid, maar om wat er
in zit. Houd je de steen tegen het licht,
dan zie je oeroud water langzaam heen
en weer bewegen. „Het zuiverste water
dat er bestaat", zegt Elenbaas. „Nog
helemaal zonder industriële verontrei
niging".
kerbroek; voor Vlaardingen P. van Rui
tenburg te Meliskerke; voor Rijssen G. J.
van Aalst te Benthuizen; voor Gronin
gen R. Kattenberg te Arnhem.
Aangenomen
naar Apeldoorn J. S. van der Net te
Dordrecht.
GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Beroepen
te Gouda J. Roos te Chiliwack.
Bedankt
voor Veenendaal J. Roos te Chiliwack.
Naast deze exemplaren, die hij zorgvul
dig bewaart, heeft Elenbaas diverse
edelstenen die hij verwerkt in zijn siera
den. Tijgeroog, malachiet, sodaliet, aven-
turien, agaat, heeft hij nog ongesiepen in
voorraad. „Agaat is een betrekkelijk
zachte steen en daardoor goed bewerk
baar. Je kunt de agaat in een zuur leggen
en de steen daarna in suikerwater
koken. De steen wordt dan diepzwart, de
kleur valt er niet meer uit te halen. Daar
mee heb je onix verkregen".
Passie
De passie die sommige stenenverzame
laars aan de dag leggen is niets nieuws.
Onze voorouders dachten dat de stenen
van bovennatuurlijke oorsprong waren.
Ze schreven ze dan ook bijzondere
krachten toe. Volgens dê Grieken kon
een drinkbeker die gemaakt was van
amethist iemand tegen dronkenschap
beschermen. Een robijn zou een krijger
onkwetsbaar maken. Deze moest dan
wel in zijn eigen vlees worden aan
gebracht.
Ook allerlei geestelijke eigenschappen
werden de stenen toegeschreven. Niet
voor niets draagt de jaarlijkse Sint Nico-
laas een ring met een grote steen. De tra
ditie dat rooms-katholieke kardinalen
een blauwe saffier in hun ring droegen,
gaat terug naar het middeleeuws geloof
dat deze steen zuiverheid schenkt. De
paarse amethist brengt nuchterheid en
de smaragd rust. Edelstenen zijn ook al
eeuwenlang in zwang als medicijn. Saf
fier werd een genezende werking toege
schreven bij oogkwalen, robijn bij mild-
en leverkwalen en de maansteen zou
helpen bij tuberculose.
Elenbaas neemt het geloof aan de wer
king van de stenen voor lief maar past
die niet op zichzelf toe. „Dan zouden
alle slijpers het eeuwige leven moeten
hebben" zegt hij nuchter, „want die heb
ben ze dagelijks in hun handen. Maar
de kracht die stenen wordt toegekend is
inderdaad al oud. Denk maar aan de
waarzegster en haar kristallen bol".
DIRKSLAND
As. zaterdag wordt het oud papier en
karton bij u opgehaald. Wij verzoeken u
het papier en karton voor 9 uur 's mor
gens gebundeld buiten te zetten.
Bij voorbaat onze hartelijke dank, na
mens de vrijwilligers.
OUD GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Bedankt
voor Rijssen (Oranjekerk) A D. Muil-
wijk te Dordrecht.
VERVOLGVERHAAL
- 3 -
Teun Stam, de vaste arbeider, is vroeger
ook boer geweest, maar 't is hem tegen-
gelopen. In slechts korte tijd stierven er
een paar koeien. De ene strop volgde na
de andere, en zodoende moest hij ten
slotte alles verkopen om zijn schulden te
kunnen betalen. Wat het Stam gekost
heeft toen hij zijn mooie boerderij met inventaris
in vreemde handen zag overgaan, is niet in woor
den uit te drukken. Sinds mensenheugenis heeft
de familie Stam op de boerderij gewoond. En nu
werkt hij al verscheidene jaren bij boer Van der
Zande, alhoewel het hem vooral in het begin niet
meeviel om van vrije boer vaste arbeider te wor
den bij een kollega-boer. De tranen waren hem in
de ogen gesprogen toen hij met zijn gezin de boer
derij, die nu niet meer van hem was, moest verla
ten om te verhuizen naar een betrekkelijk klein
arbeidershuisje. Want Stam woont nu in een huis
van boer Van der Zande in de onmiddellijke
nabijheid van de hofstee. Alleen de tuin en een
brede sloot liggen er tussen. Wat was dat een grote
verandering geweest, maar langzaam maar zeker
was het gezin van Stam het er gewoon geraakt.
„De lucht begint te groeien, baas", zegt Teun, als
de boer bij de hooiberg komt. „We konden wel
eens een bui krijgen voor de avond".
Van der Zande tuurt met de hand boven zijn ogen
naar het zuid-westen, waar lichtgrijze wolkenge
vaarten hun als met sneeuw bedekte koppen drei
gend boven de horizon uitsteken.
„Wat denk je ervan, Adriaan?"
Vragend kijkt de boer zijn zoon aan.
„Ik vertrouw de lucht ook niet", zegt deze, „'t zal
nog wel zo gauw niet komen, maar dat we wat krij
gen, is volgens mij vast en zeker. Het zou jammer
zijn als we het hooi niet op tijd binnen zouden
hebben", voegt hij er aan toe.
De boer wordt onrustig. Het ging juist zo goed.
Zo'n bui kon totaal zijn plannen doorkruisen. Als
ze spoedig kwam dan zou het streven om alles
eerst binnen te hebben mislukken, want dan is het
zeker dat het hooi vandaag niet binnenkwam. En
als het weer gebroken is, wie weet hoe lang het dan
zou duren voordat het laatste beetje hooi binnen
zou zijn.
Met een donkere blik in de ogen loopt boer Van
der Zande naar het hek, dat het erf van de boom
gaard scheidt, en veegt met zijn rode zakdoek het
zweet van zijn gezicht. Tjonge, wat is het warm...
Adriaan schijnt het niet zo ernstig op te nemen,
denkt de boer. Hij kan tenminste niets aan hem
merken. Hoe bestaat het! Neen, dat kan hij niet
begrijpen. Voelt hij dan niet, dat het erom gaat, de
eerste te zijn? Neen, daar voelt Adriaan niets van.
Een bittere trek komt op het gezicht van de boer.
Hoe dikwijls heeft hij met zijn zoon daar al woor
den over gehad. Maar Adriaan had steeds tegen
zijn vader gezegd, dat hij het boerenbedrijf niet
uitoefende als een soort sport, maar dat hij het
beschouwde als een van God opgelegde taak.
Neen, volgens hem staat Adriaan niet voor de
volle honderd procent achter de zaak, ook al
werkt hij hard.
Maar nu moet er gehandeld worden. Misschien
lukt het nog.
Van der Zande loopt terug naar de hooiberg en
zegt tegen Adriaan: „We zullen alle zeilen bijzet
ten. Ik zal zelf ook een handje helpen en Marie
moet voor deze keer maar eens gaan melken. As
het een beetje wil, kunnen we het hooi dan nog
voor de bui binnen hebben". Meteen loopt Van
der Zande naar de keuken om zijn zuster
opdracht te geven om in de loop van de middag te
gaan melken.
Maar als de boer vertelt hij hij de gang van zaken
had gedacht, ziet hij direkt aan haar gezicht dat
zij het er helemaal niet mee eens is. Zij heeft wel
wat anders te doen. Vandaag komt de kaaskoper
en daar moet ze bij zijn. De kaaskelder ligt op het
ogenblik vol met grote ronde kazen en die moeten
zo spoedig mogelijk worden verkocht. Zij kan dus
niet van huis. Haar broer moet dat goed begrijpen
en men kan toch de hofstee zo maar niet onbe
heerd achterlaten.
De boer kan niet tegen de argumenten van zijn
zuster op. Zij heeft volkomen gelijk, maar hoe
moet het dan?
„Met Marie is nooit te praten", bromt hij in zich
zelf, „altijd is ze dwars en bijterig. Ze is in haar
jeugd bedorven".
Zij was de jongste van een groot gezin en zij
scheelt in leeftijd met boer Van der Zande bijna
twaalf jaar. Erg gemakkelijk is zij niet en ze heeft
een scherpe tong. Maar ze is heel goed voor de
boerderij en dat is de reden, waarom de boer haar
niet graag zou missen.
„Blijf jij dan maar thuis", zegt hij met een beetje
wrevel in zijn stem, „dan moet er een 'andere
oplossing komen".
Hij draait zich om en wenkt zijn zoon.
Deze komt direkt naarde keuken gelopen en kijkt
ijn vader vragend aan.
„Adriaan, ga jij eens even naar vrouw Stam en
vraag of Tonia vanmiddag kan komen melken!"
Het is goed dat Van der Zande's aandacht getrok
ken werd door de kalveren, die met opgestoken
staart door de boomgaard hollen.
Maar tante Marie, die in de deuropening staat,
ziet het, dat Adriaan zichtbaar ontroerde toen
zijn vader de naam van Teun Stams oudste doch
ter noemde. Zij zegt er echter niets van, maar
denkt bij zichzelf: juist mannetje, ik heb je door.
Er is wat met die twee. Hoofdschuddend ver
dwijnt tante Marie weer in de keuken en ze neemt
zich voor om voorlopig de boer niet over haar ver
moeden in te lichten. Er is altijd nog een kans dat
zij zich heeft vergist. Het is het beste af te wachten
wat er gaat gebeuren.
Zwijgend gehoorzaamd Adriaan zijn vader en
enkele ogenblikken later loopt hij vlug naar het
huis waar de familie Stam woont.
De boer zelf gaat het paard uit de stal halen om
het voor de wagen te spannen. Het dier heeft nog
een zware middag voor de boeg. Er zal alles op
alles worden gezet om vandaag de hooibouw
klaar te krijgen.
HOOFDSTUK 2
Tonia is de dochter van Teun Stam. Zij is de oud
ste van zeven kinderen. Het meisje is altijd thuis
en helpt haar moeder in de huishouding en zij is
dan ook de grote steun van haar moeder. Want
vrouw Stam is niet sterk. Regelmatig is zij ziek,
vooral in de wintertijd, 's Zomers gaat het beter en
dikwijls kan men haar op de bank voor het huisje
zien, bezig met verstelwerk.
Haar gezondheid is geknakt door de vele tegen
slagen. Vroeger was ze sterk en ging ze voor nie
mand uit de weg. Toen ze met Teun Stam trouwde
en boerin werd op de hofstee, blaakte zij van
levenslust.
Hoe is alles echter veranderd en toch... voor haar
ten gunste. Het valt niet mee voor een boeren
dochter om arbeidersvrouw te worden. Slechts
met de grootste moeite kan zij met het loon van
haar man rond komen. (wordt vervolgd)
GEREF. KERKEN
NED. GEREF. KERKEN
CHR. GEREF. KERKEN
f