Koor van de Prins Maurits gast van het
Reformatus Gimnazium in Boedapest
Bladz. 2
In de herfstvakantie bracht het koor van de
christelijke scholengemeenschap 'Prins
Maurits' te Middelharnis een bezoek aan
het Reformatus Gimnazium 'Baar-Madas'
in Boedapest. Dit onder andere als een
gevolg van een wens van de rector, de heer
Boot, om de reeds gelegde kontakten met
deze christelijke school in Hongarije te
gaan verstevigen. Deze school mocht op 1
september van dit jaar weer starten met
christelijk onderwijs. Het koor trad in Boe
dapest tweemaal op: in een Nederlands-
Hongaarse kerkdienst in de protestantse
kerk van Boedapest en in de aula van de
reformatorische theologische hogeschool.
Maandag 15 oktober
Om half zeven is het bij het hoofdgebouw van
de 'Prins Maurits' al behooriijk druk. Er staan
twee bussen van de firma Mijnders klaar,
bagage wordt klaargezet, want eindelijk gaat
dan nu gebeuren waar al maanden naar toe
geleefd is: de reis naar Hongarije.
Allen verzamelen zich in de aula: koorleden,
begeleiders, familieleden en vrienden. Dat nog
niet iedereen is uitgeslapen is aan sommige
gezichten te zien: hier en daar wordt nog onder
drukt gegaapt.
De heer Pater, conrector, maar ook reisbegelei
der, leest Psalm 121, geeft een korte toelichting
en gaat voor in gebed. Dan naar de bussen.
Iedereen zoekt een gezellig plekje, want er zal
een heel afstand moeten worden afgelegd: bijna
1500 km. De bussen vertrekken, nagezwaaid
door de achterblijvende menigte.
Tegen half elf is het gezelschap in Keulen aange
komen. Daar zal de Dom bezichtigd worden.
Een indrukwekkend hoog oprijzend gotisch
bouwwerk. Ook het interieur wekt ieders bewon
dering. Er klinkt het geschuifel van de voeten
van de vele bezoekers.
Dan wordt het koor bij een van de pilaren van
een zijbeuk opgesteld en even later ruist ijl langs
de gewelven: „Make me a channel of your
peace", een gebed van St.- Franciscus.
Dan weer verder: er moet die middag nog een
heel eind gereden worden.
Vroeg in de avond wordt de stad Erlangen
bereikt, een plaats niet ver van Neurenberg.
Daar zal in de jeugdherberg de eerste nacht wor
den doorgebracht. Na het eten nog een korte
wandeling door de stad. Velen treffen elkaar bij
Mac Donalds. Om half tien verzorgt Reineke
Pater een avondsluiting. Daarna ieder naar z'n
nestje, dat al gebouwd is. Of er van slapen veel
terecht komt? Veel gezichten verraden de vol
gende morgen van niet.
Dinsdag 16 oktober
Er wordt die morgen weer vroeg vertrokken,
want deze dag zal er een heel grote afstand afge
legd moeten worden. Volgens het reisschema zal
het gezelschap die avond ongeveer half acht
Boedapest bereikt moeten hebben.
Voor de eerste keer zien we de Donau. Dat zal
nog vele malen meer gebeuren.
In de stad Passau, niet ver van de Oostenrijkse
grens zal gestopt worden. Daar wordt een
bezoek gebracht aan de St. Stephansdom,
waarin zich het grootste orgel ter wereld be
vindt. Het barokke interieur van die kerk is over
weldigend. De aandacht wordt onmiddellijk
naar het druk beschilderde plafond getrokken.
Het lijkt of de cherubijntjes daaruit naar bene
den zullen dwarrelen.
Dan naar boven, naar de orgelgalerij, waar de
speeltafel staat waarop de vijf orgels, waaruit dit
immense orgel eigenlijk bestaat, bespeeld kan
worden. Elk orgel is ook door middel van een
mechanische traktuur apart te bespelen. Dr.
Schmitz, cantor-organist van deze kerk, legt ons
dit allemaal uit. Het totale orgel telt 17.388 pij
pen en bovendien nog vier klokkenspelen. De
organist heeft 231 registers tot zijn beschikking.
De heer Schmitz laat ook een en ander van de
mogelijkheden horen.
Omdat de verschillende orgels ruimtelijk zijn
opgesteld, kunnen er heel fraaie echo's ten
gehore worden gebracht.
Mar van der Veer, dirigent van het koor, beleeft
de dag van zijn leven als hij achter de klavieren
mag plaatsnemen. Even later dreunt door het
machtige gebouw Psalm 150. Het koor stelt zich
daarna voor het hoofdorgel op en even later
khnkt weer het gebed van St. Franciscus, maar
nu begeleid door hun dirigent die uit dit orgel
prachtige, romantisch fluit- en strijkersklanken
tovert. Een onvergetelijke gebeurtenis!
In Passau zien we richtingsborden naar Linz,
een plaats in Oostenrijk, de geboorteplaats van
Adolf Hitler. Het is evenals de vorige aag weer
prachtig weer. Het licht schittert op de Donau,
die door de stad stroomt.
Bij de Oostenrijkse grens zien we Ds. Tüski met
de uit Nederland meegebrachte witte Volkswa
genbus. Deze predikant werkt al sinds 1956
namens de Nederlands Hervormde kerk onder
de in ons land wonende Hongaren. Enkele
malen is hij al op de 'Prins Maurits' geweest om
over de toestand in Hongarije te vertellen. Dui
delijk werd toen ook dat de nieuw begonnen
school in Boedapest dringend behoefte had aan
een busje om de leerlingen die buiten de stad
wonen naar de school te kunnen vervoeren. De
Unie School en Evangelie had voor de school
een grote gift beschikbaar gesteld. Daarvan is in
het schoolgebouw een telefooninstallatie aange
legd. Het overschot van ƒ13.000,- wordt ge
bruikt voor aanbetaling van de bus. Er werd
toen besloten om met de leerlingen van de 'Prins
Maurits" een aktie te houden om het resterende
bedrag bijeen te brengen. Waarschijnlijk zal de
aktie op 8 november starten. In dit blad wordt u
hierover nog nader geïnformeerd. Om kosten te
besparen rijdt de dominee zelf de bus naar de
plaats van bestemming.
In het Wienerwald wordt gestopt om wat te eten
en even de benen te strekken. Dan weer verder,
want er moet nog een heel stuk gereden
worden.
We naderen de Hongaarse grens. De vierbaans
weg is overgegaan in een tweebaansweg. Het
gaat steeds langzamer: er is veel vrachtverkeer.
Inmiddels is het donker geworden. Door het
geografische tijdsverschil is het een uur vroeger
donker dan in Nederland. Een dichtregel van de
dichteres Vasalis komt in mijn gedachten: „De
bus rijdt als een kamer door de nacht." Dan de
Hongaarse grens. Een beambte komnt in de bus
om ieder een stempel in het paspoort te geven.
De afwikkeling is vlot.
Het is duidelijk geworden dat we niet om half
acht in Boedapest kunnen zijn. De heer Quist
zal naar de school bellen dat we pas twee uren
later hopen aan te komen.
De heren Heerschap en Markwat proberen tele
fonisch kontakt te krijgen met Radio Flakkee,
die elke dag na acht uureen uitzending verzorgt
met nieuws uit het buitenland voor de achter
blijvers. Tenslotte lukt het, dankzij de heer
Hoekman die het gesprek opneemt, zodat het
toch om acht uur uitgezonden kan worden.
Ongeveer 10 km voor Boedapest wordt bij een
tankstation gestopt. Het is intussen al over nege
nen. Hoe straks snel de school in Boedapest te
vinden? Dan komt de heer Groenewoud met
verheugende berichten: ten eerste dat hij weer
met iemand Engels kan spreken en ten tweede
dat hij een Lada heeft gezien met voor de achter
ruit een groot karton met 'Prins Mauritsschool'
erop. Er blijken twee kollega's van de school in
Boedapest in te zitten, die ons tegemoet gereden
zijn om de weg te wijzen. Een eerste blijk van
behulpzaamheid en gastvrijheid van de Honga
ren. AJ gauw rijden we Boedapest binnen. Er is
weinig verkeer. Het asfalt van de hoofdstraten is
nat. Heeft het hier geregend? Dat blijkt niet het
geval te zijn. Elke dag worden namelijk de stra
ten besproeid om zo de gevolgen van de neer
slag van de uitlaatgassen van de vele Trabantjes
binnen de perken te houden.
Even later zit ieder in de eetzaal van het inter
naat. Dr. Bibo, de rector van de school, heet
allen welkom. Onze koUega Nederlands „ver
taalt" zijn woorden. Van de 131 leerlingen van
de school hebben er 15 Nederlands als keuze
vak gekozen.
De spanning is van de gezichten van onze leer
lingen af te lezen: in welk gastgezin kom ik
terecht? Hongaarse leerlingen hebben met hun
"1:
ouders al vanaf zeven uur op ons gewacht. Vol
gens de planning in Nederland zouden er steeds
twee koorleden in een gezin geplaatst worden,
maar volgens de Hongaarse planning moeten
sommigen alleen mee. Dat dit niet in alle geval
len vrolijke gezichten oplevert, zal duidelijk
zijn. De begeleiders zullen ondergebracht wor
den in een eenvoudig hotel, dat naar men mee
deelt niet ver van de school ligt. Met de bussen is
het echter nog meer dan een half uur rijden.
Woensdag 17 oktober
Woensdagmorgen is ieder weer aanwezig bij de
school. Er zal die dag met de bussen een sight-
seeingtocht door de stad gemaakt worden.
Enkele kollega's van de school gaan mee. In de
eerste bus neemt een mevrouw van 85 jaar
plaats. Ze zal onze gids zijn. Ze blijkt als
assistent-professor in de statistiek gewerkt te
hebben en spreekt perfekt Engels. Ze laat ons
vele dingen zien. Boedapest is werkelijk een
schitterende stad. Aan de ene kant van de
Donau Boeda, met schitterende gebouwen
tegen de heuvels aangebouwd, aan de andere
kant Pest met aan de Donau de sprookjesach
tige parlementsgebouwen. We bezoeken onder
andere de burcht met het voormalige paleis en
de Matthiaskerk, waar vroeger de Hongaarse
koningen gekroond werden, het heldenplein
met z'n vele monumenten en het Margaretha-
eiland. Marken worden omgewisseld voor forin-
ten, want bij de vele kraampjes moeten natuur
lijk de nodige souvenirs gekocht worden. De
eerste kaarten worden geschreven.
's Middags wordt er in een restaurantje goulash
opgediend, die inderdaad zo heet wordt gegeten
als ze opgediend wordt. Kannen water moeten
aangerukt worden om de branderige lippen te
blussen. De Hongaren houden van sterk ge
kruid eten.
Dan weer terug naar de school om de koorspul
len op te halen, zodat ieder zich klaar kan
maken voor de kerkdienst.
Het programma was die dag zo overladen, dat er
voor het koor geen tijd meer over is om te
repeteren.
De gezamenlijke kerkdienst is het hoogtepunt
van deze dag. Rond zes uur is ieder aanwezig op
het Szilagyi Dezsöplein Daar staat pal aan de
Donau de protestantse kerk van Boedapest. Het
koor verkleedt zich in een zaal aan de overzijde
van het plein. Enkele jongens die met de elektri
sche piano gesjouwd hebben, verkleden zich
snel in een hoekje van het kerkportaal. De
gemeente en alle leerlingen van de school zitten
al klaar. Het orgel speelt ons bekende psalmme
lodieën, de klokken beginnen te luiden, de heer
Quist neemt met ds. Tüski de volgorde van de
dienst nog even door. Dan komt het koor bin
nen en de dienst kan beginnen. Ds. Tüski opent
de dienst. Het is de eerste keer na 1956 dat hij
weer voorgaat in een Hongaarse kerk. Al die tijd
dat de Russen de dienst uitmaakten heeft hij
geweigerd om voor te gaan. Het is een ontroe
rend moment voor hem. Dan klinkt het in twee
talen: „'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertie-
renheên; Uw waarheid 't allen tijd vermelden
door mijn reen". Psalm 89; verschillende woor
den, één melodie.
De heer Quist mediteert over Exodus 13:21 en 22
over de wolkkolom en vuurkolom, waarin de
HEERE het volk Israël voorging om ze te verlos
sen van de slavernij. Zo ook het Hongaarse volk
om ze vrij te maken van de banden van het kom-
munisme. Hierna houdt ds. Tüski dezelfde
meditatie in het Hongaars. De dienst wordt
afgewisseld met koorzang van het 'Prins Mau-
ritskoor'. Caroline Grootenboer, Klazina Groen
en Annemarie van Wijck treden op als solist,
Karin de Bruijne vertolt een fluitsonate van
Marcello. Prachtig klinkt alles in deze akoes
tisch zeer goede ruimte. Er wordt ademloos
geluisterd. Aangrijpend klinkt het zonder bege
leiding, staande zingen van de beide volksliede
ren.
De Hongaarse leraar godsdienst houdt een toe
spraak, waarin vooral de wens tot geestelijke
verbondenheid met de Nederlanders duidelijk
tot uiting komt. De plaatselijke predikant biedt
de heer Quist, plaatsvervangend rector van de
'Prins Maurits', een herinneringstegeltje en een
setje foto's van de kerk aan.
Het was een zeer indrukwekkende dienst,
waarin vooral de verbondenheid tussen beiden
als zeer sterk ervaren werd. Na de kerkdienst is
er in een wijnkelderachtig restaurant een di
neetje met de Hongaarse kollega's en de begelei
ders van het 'Prins Mauritskoor', om op een
informele wijze nader met elkaar kennis te
maken.
Donderdag 18 oktober
De leden van het schoolkoor hebben al een
stukje van de lessen bijgewoond, als de begelei
ders met de bussen arriveren. Die komen deze
morgen bijna een uur te laat aan, omdat ze
steeds hebben vastgestaan in de dagelijkse och
tendfile. Nu niet een leraar als gids om de school
weer te vinden, maar een taxi. die met de heren
Heerschap en Quist erin, als gids voorop rijdt.
De conversatie in de taxi was minimaal, omdat
de chauffeur noch Engels noch Duits sprak of
verstond. Een Hongaars taaigidsje is dan onont
beerlijk. Het leek erop dat de chauffeur juist die
gedeelten van de stad opzocht, waar het verkeer
het meest vaststond. Overigens deed hij alle
moeite, zelfs door naar kollega's te roepen, om
ons er zo goed mogelijk doorheen te loodsen. Bij
de straat waar de school stond, deed zich het
zelfde voor als wat al enkele malen eerder
gebeurd was. De bussen konden de bocht weer
niet nemen, omdat er een auto op de hoek van
het trottoir geparkeerd stond. Met vereende
krachten werd die even opzij gezet.
Vandaag staat een exkursie naar de Donauknie
op het programma. Weer gaan er enkele kol
lega's mee. Het weer is al een hele week schitte
rend, zo ook nu weer. Het landschap is over
weldigend. In de diepte stroomt de Donau. Op
de hellingen prachtige herfsttinten, 's Middags
wordt in Szentendre, een plaatsje vlak bij Boe
dapest, gegeten. In deze plaats hebben veel
inwoners van Boedapest een buitenhuisje. Over
het algemeen is het er nogal toeristisch: veel sou
venirwinkeltjes, veel buitenlanders.
's Middags moet er nog even gewinkeld worden
in de Vaci utca. de belangrijkste winkelstraat
van Boedapest. Opvallend is hoe goedkoop hier
alles volgens onze begrippen is. Alle forinten
moeten opgemaakt worden, want in het buiten
land heb je er toch niets meer aan. Nu, dat
lukt aardig.
Dan naar het Raday College, de reformatori
sche theologische hogeschool. Het koor zal hier
deze avond in het Auditorium optreden. Er
heerst al een behoorlijke bedrijvigheid. Op zoek
naar een telefoon om de laatste berichten naar
Holland door te bellen, lopen we ds. Tüski tegen
het lijf Hij heeft echter op dat moment geen tijd
voor een praatje, want hij moet de vrouw van de
Nederlandse ambassadeur opwachten. Er gaan
die avond belangrijke dingen gebeuren. De
volkswagenbus staat al voor het College. Mar-
tijn Goedegebuur en Pieter Struyk stellen hun
laatste munten beschikbaar, zodat er in de tele
fooncel naar Radio Flakkee gebeld kan worden.
Langzaam vult de zaal zich. Mevrouw Markwat
deelt programma's uit. Als iedereen zit, kan alles
beginnen. Namens alle Nederlandse aanwezi
gen biedt de heer Heerschap een door hem zelf
gemaakte aquarel van „De Kwade Hoek" voor
de school aan. Hij zegt dat hij geprobeerd heeft
in dit schilderij de ruimte van ons landschap uit
te beelden. Hij hoopt dat die ruimte een sym
bool mag zijn voor de geestelijke ruimte voor de
toekomst van Hongarije. Ds. Tüski vertaalt,
maar zijn toespraak duurt minstens de helft lan
ger dan de oorspronkelijke tekst. Dan komt het
grote moment: de heer Quist biedt met enkele
gevoelvolle woorden de volkswagenbus aan.
Een, groot applaus volgt. Mevrouw Héder,
plaatsvervangend rectrix van de school, be
dankt in zeer hartelijke woorden. Ze merkt op
dat de kontakten met onze school al van vroeger
tijd dateren dan dat erbij hen leerlingen waren.
Uit alles blijkt dat er reeds nu een grote verbon
denheid bestaat tussen beide scholen, die al
bleek uit de aanwezigheid van de heren Boot en
Quist bij de officiële opening van de school op 1
september j.l.
Nu is de beurt weer aan het koor, dat deze avond
een programma brengt met wat lichtere werken.
Natuurlijk kan een lied als „In een blauw
geruite kiel" niet in het programma ontbreken.
In de bovenhal van het College is in de muur
een bronzen plaquette aangebracht ter ere van
Michiel de Ruyter. Hij was het die een aantal
Hongaarse predikanten bevrijdde, die tot de
galeien veroordeeld waren. Mevrouw Blaas
kondigt de nummers op kundige wijze in het
Duits aan. Ook tijdens dit optreden weer ver
scheidene solisten van het koor: Tonnes Blonk
in „Auprès de ma blonde"; Maurits van Wijckjn
„Do, re, mi" uit de „Sound of music" en in „Yes
terday"; Kasper Bruggeman heel zuiver in
„Edelweis" als de opvolger van Harold van den
Berge. Korina Molesteeg brengt met verve „If
you feel alone". Danielle Verduin vertolkt heel
gevoelig „Morning had broken" en valt in voor
Caroline Grootenboer, die haar stem kwijt is, in
„Bright Eyes". Verder Marianne de Boed en
Evelien Romijn in „Stilte over alle landen".
Karin de Bruijne, die alle fluitbegeleiding voor
haar rekening neemt, vertolkt heel mooi „De
variaties op een thema van Rossini" van
Chopin.
Werd er al zeer enthousiast gereageerd op alle
gezongen nummers, het met vraagtekens op het
programma aangekondigde nummer verslaat
alles. Het betreft het Hongaarse lied „Nem szok
tam". Met een langdurig gescandeerd applaus
eisen de Hongaren een herhaling. Ook het laat
ste lied „When you walk through a storm", ver
oorzaakt een daverend applaus, zodat ook dit
lied herhaald moet worden. Sommige jongens
van het koor konden niet met alle liederen mee
zingen, omdat ze „de baard in de keel" hadden
gekregen.
Inmiddels staan in de hal tafels klaar met door
de Hongaarse leerlingen klaargemaakte boter
hammen, zodat het lopend buffet onmiddellijk
na het concert kan beginnen.
Een leraar-instrukteur houdt de jeugd in de
inmiddels onruimde zaal bezig met leuke spel
letjes. Het wordt een echte wedstrijd Nederland-
Hongarije.
Vermeldenswaard is nog dat vooral de Hon
gaarse jongens bij officiële gelegenheden keurig
gekleed gaan in stemmige pakken met strop
das.
Dan gaat ieder weer terug naar het gastadres om
de laatste nacht in Hongarije door te brengen.
Vrijdag 19 oktober
Als de begeleiders weer bij de school terug zijn,
zitten bijna alle koorleden weer in een of andere
les. Ook de volwassenen wonen nog een stukje
les bij. De heren Van der Veer en Heerschap
komen terecht in een les waar men in het Hon
gaars psalmen aan het zingen is. Ook zij probe
ren dapper mee te doen. De Hongaarse jeugd is
wat opgewonden. Komt dat misschien door het
naderend afscheid? Een beetje wanhopig pro
beert de lerares orde op zaken te stellen met een
houding van „Wat moeten die mensen wel niet
denken?". Het is al net zoals bij ons.
Dan is het moment van afscheid nemen aange
broken. We dalen de trappen vanaf de tweede
verdieping weer af In het trappenhuis hangt het
portret van Calvijn. Het schoolgebouw is een
groot gebouw, met drie verdiepmgen, Aan
weerskanten van het trappenhuis een vleugel,
Alleen de linkervleugel van de tweede verdie
ping is voor het onderwijs op een vrij moderne
wijze ingericht. Dit is mede mogelijk gemaakt
door grote buitenlandse giften, onder andere
ook uit de Verenigde Staten. Slechts 1/5 gedeelte
van het gebouw is opgeknapt. Er is een grote
belangstelling voor dit soort onderwijs, slechts
een klein gedeelte van de aanmeldingen kon
wegens geldgebrek geplaatst worden. Een groot
gedeelte van het gebouw verkeert nog in een
sterk verwaarioosde staat. Sommige leeriingen
wonen in het internaat, dat op de benedenver
dieping gehuisvest is. Vijf leden van het koor
hebben daar tot hun grote genoegen gelo
geerd.
Dan naar de bussen. Zit alle bagage er weer in?
Als iedereen zit, staan plotseling alle Hongaarse
leerlingen op straat, hoewel ze aanvankelijk de
lessen niet mochten verlaten. De bussen zetten
zich, luid toeterend, in beweging. Heel de
menigte rent nog stratenver mee, uitbundig
zwaaiend. Sommigen zijn binnendoor gelopen
en staan nog bij de stoplichten van de
hoofdstraat.
In de bus laten de koorieden zien welke
cadeautjes ze van hun gastgezin gekregen heb
ben. Het is alles bij elkaar heel wat. Gastvrij, dat
waren ze, de Hongaren!
Er zal die dag een grote afstand afgelegd moeten
worden. De chauffeurs rekenen uit dat alleen de
rijtijd al 12 uren zal bedragen voor we weer in
Erlangen zuÜen zijn. de rusttijden niet meegere
kend. De stemming in de bussen is opperbest.
Er worden spelletjes gedaan, er wordt gezongen
(hoe kan het ook anders met een koor aan
boord), gekletst, gesnoept en video gekeken. Het
was trouwens toch opvallend hoe goed de stem
ming tijdens de lange busritten steeds was. Door
het langdurige samenzijn leek men aan het eind
van deze week bijna familie van elkaar ge
worden.
Onderweg moet de heer Quist weer bellen dat
we later zullen komen, nu naarde jeugdherberg
van Erlangen. Deze dag is er in elke bus één
jarig. De bussen zijn versierd met slingers. Het
zal je maar gebeuren dat je in drie landen
jarig bent.
Tegen tienen 's avonds staat er in de jeugdher
berg nog een warme maaltijd klaar. De verzor
ging daar is werkelijk voortreffelijk. Danielle
Verduin verzorgt nu de avondsluiting. Deze
laatste nacht van de reis wordt er werkelijk
geslapen.
Zaterdag 20 oktober
De laatste dag is aangebroken. Nu naar huis. De
bussen voeren ons ook deze dag door een prach
tig landschap: de wijnbergen langs de Rijn en de
Moezel. Bij Marialaach in de Eifel wordt wat
langer gestopt om naar de Laachener See, een
oud kratermeer te kijken.
De stemming blijft erin. Ook deze dag is er even
als op de eerste dag weer een jarige.
De Nederlandse grens wordt gepasseerd bij
Venlo.
Dan is er nog het afscheidsdiner in het AC-
restaurant in Sevenum. Sommigen zijn nog zo
gewend aan het gebruik van een buitenlandse
taal dat ze de dienster die het bord met heeriijke
Nederiandse patat met kroket bedanken met
„Danke schön".
Dan nog twee uren rijden voor we het Flakkeese
land weer zien. Ter hoogte van Oude Tonge wor
den sommigen de emodes te machtig.
Bij het hoofdgebouw is het bij aankomst een
drukte van belang. Ouders, vrienden en beken
den staan al reikhalzend uit te kijken. Niemand
wil iets van de aankomst missen.
In de aula besluit de heer Quist de reis met het
lezen van Psalm 133. Hij merkt op dat dit maar
een korte psalm is, maar de inhoud ervan geeft
duidelijk weer hoe de onderiinge verbonden
heid ervaren werd. Hij sluit met dankgebed.
Daarna kan men maar niet wegkomen. Nog
eenmaal klinkt het Hongaarse lied „Nem szok
tam", voor de begeleiders is er van de ouders een
bloemetje, er klinkt luid applaus en hoerage-
roep voor de chauffeurs.
Dan gaat ieder weer naar huis, met de talloze
indrukken.
Er zal de eerste dagen veel verteld worden, maar
eerst slapen
Terugblikkend op deze reis moet opgemerkt
worden dat er veel kontakten gelegd zijn, hope
lijk blijvende. Het koor kwam, zonder dat er in
Hongarije gerepeteerd kon worden, tot buiten
gewone prestaties, dit alles vanwege de grondige
voorbereiding en de bezielende leiding van Mar
van der Veer, daarbij geassisteerd door me
vrouw Van Wijck.
De voortreffelijke voorbereiding en leiding was
in handen van de heren Groenewoud, Markwat,
Van Wijck en Ten Hagen, die helaas niet mee
kon, maar van wie de sporen van voorbereiding
tot in Boedapest te vinden waren.
Buitengewone waardering ook voor de beide
chauffeurs. Kees van der Mast en Hans van der
Wende van de firma Mijnders, die beide al hele
maal tot de „busfamilie" gingen behoren.
Tenslotte een woord van dank aan de Stichting
Lokale Omroep Flakkee voor het beschikbaar
stellen van zendtijd, zodat op een efficiënte
wijze het thuisfront van de buitenlandse ver
richtingen op de hoogte kon worden gehou
den.
„EILANDEN NIEUWS'
VRIJDAG 2 NOVEMBER 1990
WÊIÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊIÊlÊitÊÊIÊÊÊÊmimm^mmmm^aimg^m
BOEDAPEST - Rechtsvoor de protestantse kerk waar het koor optrad.